Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 4

Tv*T-iEv;

Veenmos Gewoon haarmos met rijpe kapsels die nog bedekt zijn met / •

MOSSEN, EEN VERGETEN PLANTENGROEP


Hans Kruijer, Ben van Zanten

JLlr is bovendien vaak grote water tussen de verschillende plantedelen erg veel rhizoïden uit de stengel groeien, het
verwarring over wat nu mossen en wat nu verzorgen. Ook hebben de mossen geen wor- mos een viltig uiterlijk geven. De rhizoïden
korstmossen zijn, een verwarring die na- tels, die verreweg de meeste vaatplanten wel hebben vaak een aanhechtingsfunktie voor
tuurlijk voor een deel veroorzaakt wordt hebben. Omdat mossen die vaatbundels en de mosplant aan de ondergrond, vooral als
door de gelijkenis van de beide namen. In te- wortels niet hebben, gaat het watertransport deze erg glad en stevig is, zoals steen of
genstelling tot wat de naam doet vermoeden, in de mosplant veel moeilijker dan in vaat- boomschors. Juist omdat mossen geen wor-
zijn korstmossen geen echte planten, maar planten. Ook de wateropname gaat bij mos- tels hebben en voor water alleen afhankelijk
samenlevingsvormen van algen en schim- sen anders. Het gevolg hiervan is, dat de zijn van neerslag en dauw, kunnen mossen
mels. Mossen daarentegen zijn wel degelijk meeste mosplanten, zeker vergeleken met de op zeer uiteenlopende soorten ondergrond
echte, groene planten. Het onbekend zijn vaatplanten, vrij klein of in ieder geval laag groeien en zijn ze niet strikt gebonden aan
met mossen is helemaal niet zo verwonder- zijn. Het water wordt vooral opgenomen aarde. Ook als mossen op aarde groeien,
lijk. De meeste van de ons omringende ve- door het blad. Dat gaat erg gemakkelijk, om- hebben de rhizoïden vaak een verankerings-
getaties worden gedomineerd door vaat- dat het blad van mossen erg dun is. Maar funktie, maar veel dieper dan een paar mil-
planten, die doorgaans veel groter zijn dan daardoor kan de mosplant ook weer vrij snel limeter gaan ze de grond niet in.
mossen, waardoor het bestaan van mossen uitdrogen. Veel mossoorten kunnen dan ook
vaak over het hoofd wordt gezien. In het ge- wel een periode van uitdroging doorstaan,
heel van de vegetatie spelen mossen lang ook veel soorten die op zeer vochtige plaat- Voortplanting en vermenigvuldiging
niet zo'n ondergeschikte rol. Soms spelen ze sen groeien, de ene soort echter wel wat be- De voortplanting is bij mossen vrij ingewik-
zelfs een belangrijke rol, zoals in venen. De ter dan de andere. Na een droogte-periode keld. Mossen zijn sporeplanten, maar het is
soorten die in dit artikel worden genoemd, kunnen de meeste soorten weer gewoon ver- niet zo, dat uit een spore rechtstreeks een
zijn soorten die algemeen voorkomen in der groeien, zodra het weer vochtig genoeg nieuwe mosplant ontstaat die weer nieuwe
Noord-Nederland en redelijk eenvoudig te is. Toch vertonen de meeste mossoorten een sporen vormt. Het volledige voortplantings-
herkennen en te vinden zijn. voorkeur voor vochtige milieus, omdat proces gaat als volgt in het werk. Als een
droogte-periodes daar meestal niet zo lang mosspore, dit is een cel met een stevige cel-
duren. wand ter grootte van enkele honderdsten
De mosplant Mossen hebben, meestal aan de stengeldelen millimeters, op een gunstige plaats terecht
Mossen zijn planten met in principe blade- die in kontakt staan met de ondergrond, cel- komt, kan die spore gaan kiemen. Uit de
ren en stengels. Ze hebben, in tegenstelling draden die iets van een wortelfunktie heb- spore groeit dan een celdraad, die uitgroeit
tot de vaatplanten, geen vaatbundels die het ben, de rhizoïden. Deze rhizoïden zijn vaak tot een matje van draden, of soms een plaat
transport van voedingsstoffen en, vooral, bruin, rood of wit van kleur en kunnen, als er van cellen. Op dat matje kunnen aan celdra-

N O O R D E R B R E K D T E 8 7
Parapluutjesmos met op het thallus bekers met broedkorrels Peermos met zijn rijpe kapsels is een voorbeeld van een topkapselmoi

den kleine knopjes gevormd worden, mos- men de sporen vrij en kunnen ze, bijvoor- spreid kunnen worden en waaruit een nieu-
knopjes, die uit kunnen groeien tot bebla- beeld, door de wind worden verspreid. Komt we plant kan groeien. Soms zijn het ru-
derde mosplanten. Als de bebladerde mos- zo'n spore op een geschikte plaats terecht, dimentaire blaadjes of stengeltjes die als zo-
plant volgroeid is, worden speciale voort- dan kan uit die ene spore weer een nieuwe danig fungeren. Als deze organen aan
plantingsorganen gevormd. Deze kunnen celdraad groeien en begint het hele proces stengels of bladeren gevormd worden, heten
vrouwelijk (archegonia) of mannelijk (an- opnieuw. ze broedkorrels (gemmen), aan rhizoïden
theridia) zijn. Op een en dezelfde mosplant Bij de voortplanting van mossen vallen twee worden ze meestal tubers genoemd.
kunnen zowel vrouwelijke als mannelijke bijzonderheden op te merken. Uniek voor
gevormd worden, maar een plant kan ook of mossen is, dat uit een spore niet direkt een
vrouwelijk of mannelijk zijn, dat hangt van bebladerde mosplant groeit, maar eerst een Hoofdgroepen
de soort af. In ieder vrouwelijk orgaan wordt matje van celdraden of een plaatje van cel- Binnen de mossen valt een aantal hoofdgroe-
een eicel gevormd en in mannelijke organen len wordt gevormd, dat protonema (= voor- pen te onderscheiden. Eén daarvan, de groep
worden de zaadcellen aangelegd. Als de an- draad) heet. Het is ook bijzonder, dat de van de hoornmossen, wordt hier verder bui-
theridia rijp zijn, barsten ze open en komen sporofyt (= spore vormende plant) bij mos- ten beschouwing gelaten, omdat vertegen-
de zaadcellen vrij met de bedoeling een eicel sen op de bebladerde mosplant groeit en er woordigers hiervan in Noord-Nederland
te bevruchten. De zaadcellen kunnen alleen voor water en voedingsstoffen van afhanke- slechts sporadisch voorkomen. De andere
in water vooruit komen en door water wor- lijk is. De sporofyt parasiteert als het ware twee groepen zijn de blad- en levermossen.
den verspreid. Tijdens regenbuien worden op de bebladerde mosplant, terwijl deze er Tussen de blad- en levermossen bestaat een
zaadcellen met rondspattende waterdrup- nauwelijks schade van ondervindt. aantal duidelijke verschillen. Veel van die
pels rondgeslingerd en daarbij kunnen ze, Mossen kennen niet alleen generatieve ver- verschillen hebben te maken met de sporo-
toevallig, een archegonium bereiken. Met menigvuldiging, zoals hierboven beschre- fyt. Maar er zijn ook wel verschillen in de
behulp van hun zweepstaarten kunnen ze ven, maar ook vegetatieve vermenigvul- bouw van de bebladerde plant.
nu naar de eicel gaan en kan één van de zaad- diging. Dat laatste kan op een eenvoudige De sporofyt van bladmossen is groen en ver-
cellen de eicel bevruchten. manier, doordat blad- of stengelfragmenten toont, na de bevruchting van de eicel, een
Uit de bevruchte eicel groeit dan, op de be- van een mosplant weer uitgroeien tot een vertikale groei, zodat eerst de kapselsteel
bladerde mosplant, een heel speciale plant, nieuwe mosplant, maar ook door middel van wordt gevormd. De groeitop van de jonge
die sporofyt wordt genoemd. De sporofyt be- speciale organen aan de mosplant. Het zijn sporofyt wordt afgeschermd met een restant
staat uit een kapselsteel met daarop een kap- vaak celklompjes die aan stengels, bladeren van het oude, maar eerst nog een tijdje met
sel en in dat kapsel worden de nieuwe of rhizoïden gevormd worden, die gemakke- de jonge sporofyt meegegroeide archego-
sporen gevormd. Als het kapsel rijp is, ko- lijk van de plant los kunnen komen, ver- nium, het mutsje. Is de jonge sporofyt vol-

N O O R D E R B R E E D T E
doende uitgegroeid, dan verdikt de top zich tussen (trottoir-) tegels groeit, maar het kan
tot het kapsel. Aan het uiteinde van het kap- eigenlijk overal groeien, waar een beetje
sel wordt een dekseltje gevormd, dat er bij door de mens gerommeld is. Zilvermos heet
rijpheid van het kapsel afvalt. Het mutsje is zo, omdat het mos vaak een wat zilverach-
dan vaak al eerder van het kapsel afgevallen, tige kleur heeft, doordat de bladtoppen
want bij het dikker worden van de groeitop kleurloos zijn. Het mos heeft niet zo vaak
van de sporofyt, barst of scheurt het mutsje kapsels, als ze er wel zijn, dan zijn ze, rijp,
noodgedwongen open en komt het losser op rood van kleur. Zilvermos vormt vrij vaak, in
het kapsel te zitten. Het afvallen van het de oksels van de bladeren, gemmen, vooral
mutsje is dan een kwestie van tijd en vindt op wat vochtige plaatsen (de plant is dan for-
meestal plaats voordat het kapsel zo rijp is, ser en groener dan op droge plaatsen).
dat het dekseltje er afvalt. Onder het deksel- Muurtjesmos groeit op een droge, liefst kalk-
tje zit een zeef van tandachtige strukturen, houdende ondergrond, bij voorkeur op een
die het vrijkomen van de sporen reguleert. beetje verweerd cement. Het is dan ook op
Bij de levermossen heeft het kapsel geen vrijwel iedere muur van een beetje leeftijd in
mutsje, het restant van het oude archego- de voegen te vinden. Muurtjesmos heeft zeer
nium blijft als een manchetje rond de basis regelmatig kapsels met fraaie tandachtige
van de kapselsteel zitten en groeit ook niet strukturen voor de kapselopening (loupe).
zolang met de jonge sporofyt mee als bij de Uit de bladeren steekt een goed zichtbare,
bladmossen. De levermos-sporofyt groeit heldere haar, de glashaar. Er wordt gedacht,
ook anders. Er vindt in het begin van de ont- dat die als funktie heeft een teveel aan zon-
wikkeling van de sporofyt slechts een gerin- licht terug te kaatsen. Het kan immers op een
ge vertikale groei plaats. Het kapselsteeltje muurtje in de hete zomerzon behoorlijk heet
blijft kort, terwijl de groeitop van de sporo- worden en een beetje bescherming daar-
fyt zich al tot een kapsel verdikt. Het kapsel tegen lijkt best zinnig.
is bij de meeste levermossen bol- of cylin-
dervormig en het is, als het rijp is, doorgaans Het bekendste topkapselmos is veenmos.
zwart van kleur. Als het kapsel voldoende Veenmos — eigenlijk is het beter om te spre-
rijp is, gaat de kapselsteel zich door wa- ken over veenmossen, omdat er vrij veel
Kussentjesmos en een tak met korstmos soorten van zijn, maar omdat ze sterk op el-
teropname strekken. Dit gaat heel snel, bin-
nen enkele uren tot dagen en gaat veel snel- kaar lijken worden ze hier voor het gemak
ler dan de vertikale groei van de sporofyt bij maar even op één hoop gegooid — is, zoals
bladmossen. De levermos-sporofyt is dan mos. Gewoon haarmos groeit vnl. in een bekend, een goede veenvormer. Dit komt,
ook veel minder stevig dan een bladmos- zand- of veenachtig, maar vrij vochtig, arm omdat in de bladeren en stengels van leven-
sporofyt. De kapselsteel van levermossen is en open milieu. Het is één van de grootste de planten grote, opgeblazen dode cellen zit-
wit. mossen van Nederland. Een nauwe verwant ten die gevuld kunnen worden met water.
van gewoon haarmos is fraai haarmos, dat Een veenmosplant heeft dan ook veel weg
De kapselsteel brengt het levermoskapsel met het blote oog nagenoeg niet van gewoon van een spons. Voor levende planten dient
buiten een kokertje van gemodificeerde haarmos valt te onderscheiden. Fraai haar- de opslag van water in die dode cellen als
bladeren, dat tot dan toe de sporofyt heeft mos groeit op iets minder vochtige plaatsen buffer tegen te snel uitdrogen. Omdat de cel-
beschermd. Het rijpe levermoskapsel en dan vooral in bossen. Beide haarmossoor- len die water opslaan al dood zijn, blijft de
springt met vier kleppen open. In het kapsel ten hebben in de voorzomer regelmatig gro- sponswerking ook bestaan in afgestorven
zitten niet alleen sporen, maar ook spring- te, opvallende kapsels op lange kapselstelen. veenmosresten. Deze houdt het dode materi-
draden, die bij het openspringen van het De mutsjes blijven erg lang op het kapsel zit- aal goed nat, waardoor voorkomen wordt,
kapsel de sporen de lucht in slingeren. ten, zijn goed zichbaar en, omdat ze in we- dat er luchtzuurstof gemakkelijk bij het ma-
zen niet bij de sporofyt horen, erg gemakke- teriaal kan komen en dit kan gaan verteren.
lijk van het wat hoekige kapsel af te trekken. Dit is één van de redenen waarom veenmos
Bladmossen Bij haarmossen reguleert niet de eerder ge- zo'n goede veenvormer is, want veen is im-
noemde zeef het vrijkomen van sporen, maar mers opeengehoopt organisch materiaal.
De bladmossen zijn weer onder te verdelen Afgezien van de vorming van veen, is veen-
in twee subgroepen, de topkapselmossen en een wit vlies dat de kapselopening afsluit en
zichtbaar wordt als het dekseltje van het mos ook nog een bijzonder topkapselmos.
de slaapmossen. Het grote verschil tussen Het veenmoskapsel staat namelijk niet op
beide subgroepen is de plaats van de sporo- kapsel afgevallen is. Met een loupe zijn de
tandachtige strukturen die normaal de zeef een kapselsteel, maar op een uitgroeisel van
fyt op de bebladerde mosplant. Bij de top- de bebladerde mosplant. Het veenmoskap-
kapselmossen is deze op de stengeltop inge- vormen terug te vinden als een groot aantal
kleine tandjes die het vlies op zijn plaats sel heeft ook geen echt mutsje. Wel heeft het
plant en bij de slaapmossen aan de zijkant kapsel een deksel, maar de sporen komen
van de stengel, in de oksels van bladeren. houden in de kapselopening. De sporen kun-
nen tussen de tandjes door in kleine aantal- ook wel eens vrij zonder dat het deksel van
Verder zijn beide subgroepen van elkaar te het kapsel afgevallen is. Dat kan, als het kap-
onderscheiden doordat de topkapselmossen len het kapsel uit komen. Met een loupe is dit
gemakkelijk waarneembaar. sel zelf van de bebladerde mosplant los-
vaak rechtopstaande, weinig vertakte en de schiet. De sporen kunnen er dan via de on-
slaapmossen vaak liggende, sterk vertakte Twee topkapselmossen die dicht bij huis
groeien zijn ziivermos en muurt/esmos. Zil- derkant van het kapsel uit. Vreemd genoeg
stengels hebben. kunnen soms ook geheel intakte, losse kap-
Een typisch topkapselmos is gewoon haar- vermos is meestal het mos, dat in de voegen

N 0 0 R D E R
sels gevonden worden. De sporen komen Het meest algemene bebladerde levermos is
dan niet eerder vrij dan nadat het kapsel zelf gedrongen kantmos. Het groeit erg veel en
verteerd is. massaal op rottend hout en dode takken. Het
Bij de slaapmossen zijn veel minder duide- heeft bijna altijd in het vroege voorjaar kap-
lijke verschillen tussen soorten te herken- sels. De plant heeft, typisch voor bebladerde
nen. Een zeer algemeen voorkomend slaap- levermossen, twee rijen bladeren en een der-
mos is Mauwt/'esmos. Het groeit op allerlei de rij zeer kleine blaadjes aan de onderkant
soorten ondergrond, maar is vooral goed te van de stengel. De plant is vrij klein, zelden
herkennen als het op bomen groeit. De soort zijn de stengels met bladeren breder dan 0,5
groeit meestal alleen aan de voet, maar kan
tot ca. 1,5 m van de grond de stam van een
boom bedekken. De stengeltoppen zijn aan
dé top klauw-achtig teruggekromd, vandaar Hortus De Wolf
de naam, maar dat is niet altijd even duide- Het is niet eenvoudig om mossoorten te her-
lijk aanwezig. De boomvorm heeft die kennen. Bij enkele soorten, zoals het topkap-
klauwtjes meestal wel. De soort heeft soms selmos kussentjesmos, dat in vochtige bos-
in de herfst kapsels. sen te vinden is, gaat het op het oog wel. Er
Een ander slaapmos groeit meestal tussen zijn niet veel soorten die daar op lijken.
het gras van wegbermen of gazons. Bedoeld Maar bij de meeste mossoorten is dat niet
wordt hier de soort met vrij stevige stengels mogelijk. Er zijn te veel soorten die sterk op
en haakvormig teruggekromde bladeren, elkaar lijken en de verschillende tussensoor-
haakmos. De plant van haakmos is vrij fors ten zijn soms mikroskopisch klein. Ook met
en de soort doet het op sommige vochtige Mannelijke planten van een kaarmos
een loupe kan lang niet altijd uitsluitsel ge-
plaatsen beter dan het gras. De soort is zeer geven worden tot welke soort een gevonden
algemeen en dat is eigenlijk wel vreemd, mos nu precies behoort. Voor het bepalen
want van haakmos zijn uiterst zelden kap- van de soortsnaam is vaak een mikroskoop
sels waargenomen (slechts enkele keren in noodzakelijk. En enkele naslagwerken na-
West-Europa). Vermoed wordt dan ook dat tuurlijk ook.
de soort zich uitsluitend vegetatief verme- Hoewel in dit artikel geprobeerd is van de
nigvuldigt, maar gemmen heeft de soort niet. verschillende mosgroepen een paar voor-
De verspreiding zou dan alleen met blad- en beelden te geven die voor iedereen te vinden
stengelfragmenten kunnen (maaien). zijn, is het vrijwel zeker, dat lang niet iedere
geïnteresseerde lezer ook ieder voorbeeld
kan herkennen. Dat kan ook niet verwacht
Levermossen worden, daarvoor zijn de mossen te klein en
Ook de levermossen zijn in twee subgroepen de verschillen tussen de verschillende soor-
in te delen, de bebladerde en de thalleuze le- ten voor een ongeoefend oog te gering. Het is
vermossen. Een thallus is een plant die niet misschien daarom nuttig te vermelden, dat
bestaat uit stengels en bladeren en kan mis- een route langs verschillende vertegenwoor-
schien het best omschreven worden als een digers van de mosgroepen in de buitentuin
groene 'flap'. Thalleuze levermossen hebben van de Hortus 'De Wolf te Haren in voorbe-
dus geen stengels en bladeren, maar toch reiding is.
worden ze bij de mossen gerekend. Dit, om- Aangezien mossen een geïntegreerd aandeel
dat ze dezelfde bijzondere voortplantings- hebben in vegetaties, is het noodzakelijk dat
wijze hebben als de andere mossen en met bij bestudering hiervan, de mossen ook be-
name de bebladerde levermossen, waar de Gewoon haarmos trokken worden. Met deze kennismaking
thalleuze dan ook van worden afgeleid. met de mossen, hopen we meer belangstel-
Er zijn eigenlijk twee typen thalleuze lever- en staan in uitgroeisels van het, vrouwelijke, ling voor deze plantengroep gewekt te heb-
mossen. Het ene type is wat eenvoudiger ge- thallus, de parapluutjes. Als ze rijp zijn, zijn ben. •
bouwd dan het andere, meer afgeleide type. de kapsels als gele bolletjes aan de onder-
Een voorbeeld voor het eenvoudige type is Nederlandse namen naar
kant van de sterk ingesneden parapluutjes te Landwekr,J., 1980, Atlas van de Nederlandse Levermos-
gewone pellia. Het thallus is vrij fors, tot 1,5 zien. Parapluutjes die meer gekarteld zijn
cm breed, en is donkergroen van kleur. De sen, KNNV, Hoogwoud
horen bij mannelijke planten, daarop staan Landwehr, J., 1984, Nieuwe Atlas van de Nederlandse
soort groeit vooral op natte, doorgaans be- de antheridia. Parapluutjesmos is zeer alge- Bladmossen, KNNV, Hooguimid.
schaduwde plaatsen op zure bodem, vooral meen en groeit vooral op open, licht ver- Handleiding mosroute Hortus 'De Wolf
in bosgreppels of langs bossloten. De soort stoorde (geschoffelde) plaatsen met een Kruijer,J. D.,J. P.J. Bramer &B. O. van Zanten, 1987,
heeft in het vroege voorjaar kapsels die op beetje lemige bodem. Parapluutjes komen er Mossen in de Hortus, Ver. tot Behoud v.d. Hortus: 'Hen-
tot tien centimeter lange stelen staan. Een in de (vroege) zomer. Op het thallus van dit ricus Munting', Haren
voorbeeld voor het meer afgeleide type is het mos zitten kleine bekertjes met daarin gem-
bekende parapluutjesmos. De kapsels en men, die met het blote oog gemakkelijk zijn Belangstellenden kunnen voor meer informatie over mos-
vooral kapselstelen zijn sterk gereduceerd sen hmtakt opnemen met de werkgroep Bryologie van de
te zien. R.U.-Groningen, tel. 050-632257.

N 0 0 R D E R E D T E 8 7 -

You might also like