Onze presentatie gaat erover dat actief en passief leren aan de hand van

associaties geen verbetering van de leerprestaties oplevert.

Leren is van groot belang in het dagelijks leven, omdat door leren nieuwe
vaardigheden en kennis verworven worden. Er kan onderscheid gemaakt worden
tussen incidenteel leren, waarbij onbewust wordt geleerd, en intentioneel leren.
In ons onderzoek wordt ingegaan op intentioneel leren. Dit is het bewuste leren
zoals dit bijvoorbeeld op school gebeurt en kan zowel actief als passief
plaatsvinden. Passief leren is het opslaan van informatie zonder dat deze bewust
genterpreteerd wordt. Bij actief leren daarentegen wordt er wel bewust over de
te leren informatie nagedacht, door hier zelf betekenis aan te geven.
Eerder onderzoek heeft aangetoond dat actief leren betere leerprestaties geeft
bij leren van motorische vaardigheden en oplossen van puzzels. Uit ander
onderzoek is echter gebleken dat actief leren van begrippen, door middel van
een zelfbedachte beschrijving, slechtere prestaties geeft dan leren met een
gegeven beschrijving.
Aan de hand van deze eerdere bevinding hebben wij besloten te onderzoeken
wat het effect is van het leren met associaties bij het leren van woorden, en of er
een verschil is tussen actief en passief leren.
Onze hypothese was dat Leren met associaties betere leerprestaties gaf en dat
actief leren een sterkere verbetering opleverde dan passief leren.
De proefpersonen voor ons onderzoek waren 32 tweedejaars universitaire
studenten, mannen en vrouwen tussen de 18 en 21 jaar oud met Nederlands als
moedertaal
We hebben ons onderzoek uitgevoerd door proefpersonen op verschillende
manieren series woorden te laten leren. Een keer werden enkel gegeven
woorden geleerd, een keer werden woorden met gegeven associaties geleerd en
een keer werden woorden met zelf bedachte associaties geleerd. Elke serie
bestond uit 10 woorden die n voor n in beeld verschenen. Na elke serie was
er een recall periode. Het onderzoek is uitgevoerd met het programma Matlab
met de Leren en geheugen toolbox.
De gemiddelde scores van de controle serie, de passieve associatie serie en de
actieve associatie serie werden met elkaar vergeleken door middel van een oneway repeated measures ANOVA. De assumpties van deze toets werden gecheckt
door Mauchlys test voor sphericiteit en de Kolmogorov-Smirnov test voor
normaliteit uit te voeren. Omdat hieruit bleek dat niet aan de assumpties
voldaan werd is ook de non-parametrische Friedman test uitgevoerd. De
gebruikte significantiegrens is p< 0.05
Resultaten:
Titel, assen, gemiddelde S.D. significante verschillen
Er kan dus geconcludeerd worden dat leren zonder associaties de beste
leerprestaties oplevert en dat passief leren betere resultaten geeft dan actief

leren. Deze resultaten zijn niet in overeenstemming met onze hypothese dat
actief leren en leren met associaties voor betere resultaten zorgt .
Een mogelijke verklaring voor de slechtere leerprestaties bij het leren met
associaties bij de passieve serie is dat de proefpersonen waarschijnlijk werden
afgeleid door de gegeven associaties, doordat de proefpersonen de woorden zelf
met andere zaken associeerden. De associaties werkten ook verwarrend, dit
bleek bij de recall, waar de proefpersonen soms associatie woorden invulden in
plaats van de te leren woorden. Verder moesten ze steeds drie woorden lezen en
hadden dus minder tijd om zich op het belangrijkste woord te focussen.
Het is mogelijk dat bij de actieve associatie serie de associaties ook afleidend
werkten. In dit geval doordat de proefpersonen al hun tijd besteedden aan het
opschrijven van zo veel mogelijk associaties en zich daardoor niet focusten op de
te leren woorden. Verder hadden de proefpersonen geen gelegenheid om aan de
eerder getoonde woorden terug te denken doordat ze associaties bij het
volgende woord aan het bedenken waren.
Het leren met associaties leverde waarschijnlijk minder goede resultaten op
doordat de proefpersonen te weinig tijd hadden om zich met de associaties bezig
te houden. Dit had voorkomen kunnen worden door de proefpersonen meer tijd
te geven bij de passieve- en actieve associatie series.
In de toekomst zal eenzelfde soort onderzoek uitgevoerd kunnen worden waarbij
de proefpersonen meer tijd krijgen bij de series waarin er geleerd wordt met
associaties. Ook is het belangrijk om te kijken of er andere resultaten worden
gevonden als er niet geleerd wordt met associaties, maar met een andere vorm
van actief leren, bijvoorbeeld door een tekening te maken van het gegeven
woord. Door op een andere manier actief te leren kan voorkomen worden dat de
associaties afleidend werken.
Kortom, er kan geconcludeerd worden dat het leren met associaties en actief
leren geen verbetering van de leerprestaties oplevert. Nader onderzoek zal
echter uit moeten wijzen of actief leren onder andere omstandigheden wel
betere leerprestaties oplevert.