Professional Documents
Culture Documents
Beeldkwaliteitsplan Coenecoop III
Beeldkwaliteitsplan Coenecoop III
Beeldkwaliteitsplan Coenecoop III
GEMEENTE WADDINXVEEN
beeldkwaliteitplan bedrijventerrein Coenecoop III
2168-1000
14 oktober 2002
2 OD 205 stedenbouw onderzoek en landschap
INHOUD
1 INLEIDING 5
2 KARAKTER 7
2.1 Soort bedrijfsactiviteiten 7
2.2 Zonering 7
3 BEELDKWALITEITCRITERIA 9
3.1 Het ontwerp van het gebouw 9
3.2 Het bebouwingspatroon 9
3.3 Hoofdvorm van het gebouw 11
3.4 Het aanzicht van het gebouw 11
3.5 Kleur, materiaal en detail 13
3.6 Reclame en naamborden 15
3.7 Erfafscheidingen/hekwerken 15
3.8 Parkeren 17
3.9 Ontsluiting en laden en lossen 17
3.10 Inrichting perceel (verharding en beplanting) 17
1 INLEIDING
figuur 2 zonering
2 KARAKTER
2.2 Zonering
Het bedrijventerrein Coenecoop III is opgedeeld in twee gebieden; een zone
grenzend aan de Kanaaldijk: de kanaaldijkzone, en een zone langs het spoor: de
spoorzone. De in hoofdstuk 3 vastgelegde beeldkwaliteitcriteria kunnen voor
beide zones verschillend zijn.
Kanaaldijkzone
Coenecoop III zal een parkachtig groene uitstraling krijgen. Het gedeelte
dat aan de Kanaaldijk grenst zal het decor vormen van deze werklocatie van
Waddinxveen. Tussen de Kanaaldijk en het bedrijvenpark Coenecoop loopt
een brede parkstrook met waterpartijen. Deze strook vormt de overgangszone
tussen de kern van Waddinxveen en het bedrijvenpark. Deze strook wordt
doorgezet in Coenecoop III. De bedrijfsgebouwen staan als het ware met
hun voeten in het park. Zij presenteren zich met hun meest representatieve
zijde naar de kern en de Kanaaldijk. De kanaaldijkzone biedt ruimte aan zes
bedrijfskavels. De bedrijfsgebouwen in deze zone zullen een harmonieus geheel
moeten gaan vormen. Zij vormen een kwalitatief hoogwaardige transparante
wand met het gezicht naar de Kanaaldijk. De moderne architectuur moet
samengaan met een fraaie landschappelijke omgeving. Een doorgaand element
(zie 3.7) aan de Kanaaldijkzone versterkt de samenhang tussen de verschillende
bedrijfspercelen.
Spoorzone
De spoorzone biedt ruimte aan vijf (variant 1) of vier (variant 2) bedrijfskavels
met een diepte tussen de 35 en 40 meter diep. Deze bedrijvenstrook ligt
tussen de spoorlijn Alphen aan de Rijn-Gouda en de ontsluitingsweg en zal
qua architectuur en materialisering aan moeten sluiten bij de kanaaldijkzone.
Door de transparantie van de kanaaldijkzone zullen ook deze bedrijfsgebouwen
(deels) zichtbaar zijn vanaf de Kanaaldijk en op die manier mede het beeld
bepalen van Coenecoop III. Tevens zal er aandacht worden besteed aan de
“achterzijde” van deze gebouwen. Deze grenzen aan een belangrijke fietsroute
en het spoor en zullen een rol spelen in de sociale veiligheid en het beeld van
Coenecoop III.
3 BEELDKWALITEITCRITERIA
Plaatsing van het gebouw op de kavel (zie uitklapvel achterin het boekje)
Fixeerpunt
Per kavel is voor het bedrijfsgebouw 1 hoekpunt gefixeerd. Dit punt ligt
afhankelijk van de kavel op 3,5 of op 17 meter van de perceelgrens. Hierop zijn
twee uitzonderingen: de meest noordelijk en zuidelijk gelegen kavel van de
kanaaldijkzone. Hier ligt het fixeerpunt op de snijlijn van twee perceelsgrenzen.
Het gebouw op de zuidelijk gelegen kavel mag met de zuidelijke gevel in het
water worden geplaatst.
Verplicht te bebouwen rooilijn
Aan respectievelijk de kanaal- en de spoorzijde van de kavels moeten de gevels
op de rooilijn worden gebouwd met een minimale breedte van 25 meter. In
de meest noordelijk gelegen kavel ligt het fixeerpunt niet op de verplicht te
bebouwen rooilijn, dit betekent dat de minimaal 25 meter brede gevel kan
schuiven over de verplichte rooilijn.
Rooilijnzone
De gevels aan weerszijden van de ontsluitingsweg moeten voor minimaal
50% van de totale gebouwbreedte in de rooilijnzone (deze is 3 meter diep ten
opzichte van de perceelgrens) worden gebouwd.
Parkeerhof en vrije ruimte
Voor het handhaven van de transparantie is aan één zijde van de kavel 17 meter
onbebouwde ruimte vastgelegd. Het streven is om deze ruimte te benutten
voor tweezijdig haaks parkeren. Aan de andere zijde is een onbebouwde ruimte
van 3,5 meter verplicht.
Typologie
De typologie van het bedrijfsgebouw moet kunnen worden omschreven
als een rechthoekige neutrale vorm, met binnen de rechthoekige vorm
verbijzonderingen naar aanleiding van representatieve eisen of ter plaatse van
afwijkende functies. Een licht hellende of licht gebogen dakvorm is toegestaan.
De voorgevel aan de Kanaaldijkzijde zal evenwijdig aan de raaklijn van de boog
moeten worden gesitueerd. Uitbouwen of insnoeringen kunnen plastiek in het
bouwvolume brengen.
Bouwhoogte
De maximale bouwhoogte van een bedrijfsgebouw is 10 meter. Teneinde de
samenhang in het bebouwingsbeeld te versterken en een duidelijke straatwand
te verkrijgen gelden voor beide deelgebieden ook minimale bouwhoogtes.
• Aan de Kanaaldijkzijde geldt een minimale bebouwingshoogte van 8
meter of drie bouwlagen.
• Aan de ontsluitingsweg geldt een minimale bebouwingshoogte van 5,5
meter of twee bouwlagen.
Transparantie
Representatieve gevels hebben altijd een zekere mate van transparantie.
Daarom worden er nadere eisen gesteld aan het aandeel transparant,
kleurloos glas dat een representatieve gevel moet bezitten. Overige delen
van de representatieve gevels maar ook andere gevels bestaan bij voorkeur
uit halftransparante materialen. Op deze manier wordt op een directe wijze
zichtbaar gemaakt welke functies zich in een bedrijf bevinden of welke
activiteiten worden uitgevoerd.
Hoofdmassa
De hoofdbouwmassa heeft een witte, lichtgrijze, metaalachtige, transparante
of een hiermee vergelijkbare kleurstelling, uitgevoerd in (metalen of kunststof)
plaatmaterialen, glazen bouwstenen, metselwerk of schoon beton. Eén of
enkele geveldelen van de hoofdbouwmassa kunnen ook een donkergrijs/
antraciete kleur hebben, mits uitgevoerd in metselwerk.
Toepassing bedrijfskleuren
De toepassing van bedrijfskleuren, vaak signaalkleuren, is niet toegestaan.
Ook de kleur van kozijnen en deuren dient te passen in het bovenomschreven
kleurenschema.
Duurzaam bouwen
Wat betreft materiaal- en energiegebruik en/ of andere aspecten van duurzaam
bouwen kan de gemeente nadere eisen stellen.
Detaillering
De detaillering van het gebouw is sober en functioneel. Het zichtbaar maken
van de constructie of constructieve details, technische voorzieningen en
dergelijke geven het gebouw eventueel extra plasticiteit.
3.7 Erfafscheidingen/hekwerken
In algemene zin is de beeldkwaliteit gebaat bij het zoveel mogelijk vermijden
van hekken in het straatbeeld. Door de scheidende werking van de waterpartij
zijn hekwerken niet altijd noodzakelijk. De voorkeur gaat sterk uit naar het
plaatsen van hekwerken in of achter de voorgevel rooilijn.
Voor Coenecoop III is gekozen voor een antraciet (gecoat) spijlenhek, met een
standaardhoogte van 1,25 of 2,50 meter (zie ook figuur 11). Bewegende delen,
zoals draai- of schuifhekken moeten in dezelfde vormgeving worden uitgevoerd.
De principe regel is dat hekwerken voor de voorgevel van het gebouw nooit
hoger mogen zijn dan 1,25 m. Overige hekwerken dienen in de voorgevelrooilijn
te worden geplaatst of daarachter en bij voorkeur tussen de gebouwen.
A.
Bedrijf op een terrein van 3.100 m2, met een gebouw van 1.420 m2 waarvan 350 m2
kantoorvloeroppervlakte in drie lagen (1.050 m2).
Berekening:
1.420 m2 – 350 m2 = 1.070 m2 bedrijfsvloeroppervlak
1.070/100 x 1,5 = 16 parkeerplaatsen
1.050 m2 kantoorvloeroppervlak
1.050/100 x 2,5 = 27 parkeerplaatsen
Een parkeerplaats zal bruto ca. 25 m2 vergen (dit is inclusief de ontsluiting van de
parkeerplaatsen)
Totaal te reserveren ruimte in dit voorbeeld: 43 x 25 = 1.075 m2
De parkeerplaatsen zullen op het maaiveld kunnen worden gerealiseerd;
B.
Bedrijf op een terrein van 3.100 m2, met een gebouw van 2.040 m2 bvo, waarvan boven
het water twee lagen kantoorvloeroppervlak van 280 m2 en boven een deel van de
productiehal twee lagen kantoren van 430 m2.
Berekening:
1.330 m2 bruto bedrijfsvloeroppervlak en 280 + 430 m2 bruto kantoorvloeroppervlak
1.330/100 x 1,5 = 20 parkeerplaatsen
710/100 x 2,5 = 18 parkeerplaatsen
Een parkeerplaats zal bruto ca. 25 m2 vergen (dit is inclusief de ontsluiting van de
parkeerplaatsen)
Totaal te reserveren ruimte in dit voorbeeld: 38 x 25 = 950 m2
Indien een groter oppervlak b.v.o. gewenst is zal er naar alternatieven gezocht
moeten worden om te kunnen voldoen aan de parkeernorm. Een deel van de
parkeerplaatsen zal dan in de kelder, op het dak of op een andere wijze inpandig
moeten worden gerealiseerd.
3.8 Parkeren
Uitgangspunt voor Coenecoop III is dat elk bedrijf op eigen terrein in zijn
parkeerbehoefte voorziet. Deze behoefte wordt bepaald aan de hand van het
aantal vierkante meters bruto vloeroppervlakte van de verschillende functies
van een bedrijf. Als norm wordt gehanteerd:
• 1,5 parkeerplaats per 100 m2 bruto bedrijfsvloeroppervlakte+
• 2,5 parkeerplaats per 100 m2 kantoorvloeroppervlakte.
Verhardingen
De op de bedrijfspercelen toe te passen verhardingen moeten zoveel mogelijk
aansluiten op het openbaar gebied. Rijbanen op eigen terrein dienen in
donkergrijze klinkers of betonplaten te worden uitgevoerd. De parkeervakken
worden bij voorkeur uitgevoerd in antraciete of zwarte kleur klinkers
(waterdoorlatend).
Indien de afwatering van het bedrijfsperceel rechtstreeks op het
oppervlaktewater kan plaatsvinden omdat er geen verontreinigingen door het
gebruik aanwezig zijn, dienen waterdoorlatende verhardingsmaterialen op het
bedrijfsperceel te worden gebruikt.
Ter plaatse van de hoofdentree van het bedrijfsgebouw of het toegangspad
naar de hoofdentree kan een verharding worden toegepast die voor wat betreft
materiaal en kleur aansluit bij de architectuur van het gebouw.
Beplanting
Groen in de vorm van bomen, hagen en bodembedekkers kan de directe
omgeving van het bedrijfsgebouw verfraaien en het gewenste groene karakter
van Coenecoop III verder ondersteunen. Het plaatsen van struiken tegen de
gebouwen is niet toegestaan. Gebouwen dienen vrij in de ruimte te staan. De
5 meter brede groenberm langs de ontsluitingsweg zal mede vormgeven aan
het groene karakter. Over het algemeen zal aan de entreezijde van het gebouw
slechts behoefte zijn aan groen in de vorm van hagen, een enkele boom en
bodembedekkers.