Beeldkwaliteitsplan Coenecoop III

You might also like

Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 21

stedebouw onderzoek en landschap OD205

GEMEENTE WADDINXVEEN
beeldkwaliteitplan bedrijventerrein Coenecoop III

2168-1000
14 oktober 2002
2 OD 205 stedenbouw onderzoek en landschap
INHOUD

1 INLEIDING 5

2 KARAKTER 7
2.1 Soort bedrijfsactiviteiten 7
2.2 Zonering 7

3 BEELDKWALITEITCRITERIA 9
3.1 Het ontwerp van het gebouw 9
3.2 Het bebouwingspatroon 9
3.3 Hoofdvorm van het gebouw 11
3.4 Het aanzicht van het gebouw 11
3.5 Kleur, materiaal en detail 13
3.6 Reclame en naamborden 15
3.7 Erfafscheidingen/hekwerken 15
3.8 Parkeren 17
3.9 Ontsluiting en laden en lossen 17
3.10 Inrichting perceel (verharding en beplanting) 17

3 OD 205 stedenbouw onderzoek en landschap


beeldkwaliteitplan bedrijventerrein Coenecoop III

figuur 1 ligging plangebied

4 OD 205 stedenbouw onderzoek en landschap


beeldkwaliteitplan bedrijventerrein Coenecop III

1 INLEIDING

De gemeente Waddinxveen wil met de uitbreiding van het bedrijventerrein


Coenecoop (Coenecoop III) een visitekaartje van het bedrijventerrein realiseren.
Net als de rest van het bedrijventerrein zal Coenecoop III een kwalitatief
hoogwaardig en duurzaam terrein moeten worden voor de vestiging van lokale
en regionale bedrijvigheid. De ligging aan de Kanaaldijk met de aangrenzende
parkzone en de nabijheid van de kern van Waddinxveen zijn belangrijke
kenmerken. Een goed ontworpen en verzorgd bedrijventerrein, dat door middel
van zorgvuldig beheer ook in de toekomst een kwalitatief hoogwaardige
uitstraling behoudt, is van groot belang voor de ondernemers die zich er
vestigen. Om dit doel te bereiken zullen verschillende instrumenten worden
ingezet. Naast het bestemmingsplan zijn ook een beeldkwaliteitplan en een
energievisie van kracht. In de genoemde documenten zijn criteria vastgelegd
die tot doel hebben de ruimtelijke, functionele en milieukwaliteit van het
bedrijventerrein nu en in de toekomst te waarborgen.

Voor u ligt het beeldkwaliteitplan bedrijventerrein Coenecoop III. Het geeft


in hoofdlijnen de gewenste kwaliteit van de ruimtelijke ontwikkeling van
het bedrijventerrein aan. Dit beeldkwaliteitplan is bedoeld als praktisch
hulpmiddel voor ontwerpers en (toekomstige) eigenaren en gebruikers van
terreinen en gebouwen op het bedrijventerrein Coenecoop III. Het bevat eisen,
richtlijnen en adviezen over gebouwen (massa, positionering op de kavel,
architectonische expressie) en de inrichting van bedrijfspercelen (gebruik en
inrichting). Het beeldkwaliteitplan vormt eveneens het toetsingskader voor de
welstandsbeoordeling. Welstand blijft echter een onafhankelijk adviesorgaan
met een eigen beoordelingsverantwoordelijkheid. Wel zal nauw overleg
plaatsvinden tussen Welstand en de supervisor die de toetsing aan het
beeldkwaliteitplan verricht.

Het beeldkwaliteitplan Coenecoop III is de uitwerking van de kwaliteitsaspecten


van het bestemmingsplan “Bedrijvenpark Coenecoop III”.
Bestemmingen, afmetingen en kwaliteitsaanduidingen uit het
bestemmingsplan, en de eisen inzake bebouwing en inrichting van de
bedrijfsterreinen zoals die in dit beeldkwaliteitplan aan de orde komen
ondersteunen elkaar. Een deel van de beeldkwaliteitaspecten is eveneens
opgenomen in het bestemmingsplan. Dit zijn de harde eisen. Samen met de
richtlijnen en overige adviezen zijn ze op een overzichtelijke en aanschouwelijke
manier bij elkaar gebracht. Bouwplannen en ontwerpen voor de inrichting van
de bedrijfspercelen zullen altijd worden getoetst aan het bestemmingsplan én
het beeldkwaliteitplan.

Nadere inlichtingen kunnen desgewenst worden verstrekt door:


Sector Ruimtelijke Ontwikkeling en Beheer
Afdeling Vrom
Gemeente Waddinxveen
Postbus 400
2740 AK Waddinxveen

5 OD 205 stedenbouw onderzoek en landschap


beeldkwaliteitplan bedrijventerrein Coenecoop III

figuur 2 zonering

figuur 3 foto’s parkzone

figuur 4 plangebied (huidige situatie)

6 OD 205 stedenbouw onderzoek en landschap


beeldkwaliteitplan bedrijventerrein Coenecop III

2 KARAKTER

2.1 Soort bedrijfsactiviteiten


Coenecoop III is ca. 11,5 ha groot. Daarvan is ca 5,2 ha groen, omdat de
bestaande groenstructuur langs de Kanaaldijk is doorgezet. Ca. 2,8 ha netto
bedrijfsterrein is uitgeefbaar. Coenecoop III biedt ruimte aan een breed scala
van kleinschalige bedrijfsactiviteiten. De aangeboden kavels variëren van 2000
m2 tot maximaal 3500 m2. Doelgroep voor Coenecoop III zijn bedrijven in de
lichte industrie en de zakelijke dienstverlening, vooral afkomstig uit de lokale en
regionale behoefte uit Midden-Holland. Regionale transport- en distributie zijn
vanwege de kleinschaligheid van de locatie niet gewenst. Detailhandel is niet
toegestaan.
De groene uitstraling, de goede bereikbaarheid voor auto-, fietsverkeer
en openbaar vervoer en een gezond en dynamisch bedrijfsklimaat maakt
Coenecoop III een aantrekkelijke locatie voor bedrijven.

2.2 Zonering
Het bedrijventerrein Coenecoop III is opgedeeld in twee gebieden; een zone
grenzend aan de Kanaaldijk: de kanaaldijkzone, en een zone langs het spoor: de
spoorzone. De in hoofdstuk 3 vastgelegde beeldkwaliteitcriteria kunnen voor
beide zones verschillend zijn.

Kanaaldijkzone
Coenecoop III zal een parkachtig groene uitstraling krijgen. Het gedeelte
dat aan de Kanaaldijk grenst zal het decor vormen van deze werklocatie van
Waddinxveen. Tussen de Kanaaldijk en het bedrijvenpark Coenecoop loopt
een brede parkstrook met waterpartijen. Deze strook vormt de overgangszone
tussen de kern van Waddinxveen en het bedrijvenpark. Deze strook wordt
doorgezet in Coenecoop III. De bedrijfsgebouwen staan als het ware met
hun voeten in het park. Zij presenteren zich met hun meest representatieve
zijde naar de kern en de Kanaaldijk. De kanaaldijkzone biedt ruimte aan zes
bedrijfskavels. De bedrijfsgebouwen in deze zone zullen een harmonieus geheel
moeten gaan vormen. Zij vormen een kwalitatief hoogwaardige transparante
wand met het gezicht naar de Kanaaldijk. De moderne architectuur moet
samengaan met een fraaie landschappelijke omgeving. Een doorgaand element
(zie 3.7) aan de Kanaaldijkzone versterkt de samenhang tussen de verschillende
bedrijfspercelen.

Spoorzone
De spoorzone biedt ruimte aan vijf (variant 1) of vier (variant 2) bedrijfskavels
met een diepte tussen de 35 en 40 meter diep. Deze bedrijvenstrook ligt
tussen de spoorlijn Alphen aan de Rijn-Gouda en de ontsluitingsweg en zal
qua architectuur en materialisering aan moeten sluiten bij de kanaaldijkzone.
Door de transparantie van de kanaaldijkzone zullen ook deze bedrijfsgebouwen
(deels) zichtbaar zijn vanaf de Kanaaldijk en op die manier mede het beeld
bepalen van Coenecoop III. Tevens zal er aandacht worden besteed aan de
“achterzijde” van deze gebouwen. Deze grenzen aan een belangrijke fietsroute
en het spoor en zullen een rol spelen in de sociale veiligheid en het beeld van
Coenecoop III.

7 OD 205 stedenbouw onderzoek en landschap


beeldkwaliteitplan bedrijventerrein Coenecoop III

figuur 5 ritmiek bebouwd - onbebouwd

figuur 6 plaatsing van het gebouw op de kavel kanaaldijkzone

8 OD 205 stedenbouw onderzoek en landschap


beeldkwaliteitplan bedrijventerrein Coenecop III

3 BEELDKWALITEITCRITERIA

3.1 Het ontwerp van het gebouw


Bedrijfsgebouwen op Coenecoop III dienen een hoogwaardige architectonische
kwaliteit te bezitten. Voor de ontwerpen van de gebouwen en de begeleiding
van de uitvoering moet altijd een erkend geregistreerd architect worden
ingeschakeld.

3.2 Het bebouwingspatroon


Op Coenecoop III wordt door middel van dit beeldkwaliteitplan een ruimtelijk
samenhangend bebouwingspatroon nagestreefd. In de eerste plaats worden
eisen gesteld aan de kavelgrootte zodat er kavels van vergelijkbare grootte
ontstaan: 6 kavels in de kanaaldijkzone en 5 (variant 1) of 4 (variant 2) in de
spoorzone. Tevens worden de gebouwen per kavel gefixeerd op één vast
punt. Hierdoor ontstaat er een ritmiek van onbebouwd-bebouwd en is er
een zekere mate van doorzicht gegarandeerd van zowel de spoorzijde als
de kanaalzijde. Daarnaast gelden eisen aan de onderlinge afstand van de
gebouwen en een minimale en maximale gevellengte. Deze eisen zullen
samen met de eisen ten aanzien van de omvang en de bouwmassa (o.a.
hoogte, bebouwingspercentage) zorgen voor samenhang en transparantie van
de bebouwing; eigenschappen die bepalend zullen zijn voor de beleving van
Coenecoop III.

Omvang perceel en maximaal bebouwingspercentage


• De percelen zijn minimaal 2000 en maximaal 3500 m2 groot.
• Het maximale bebouwingspercentage is 60%.

Plaatsing van het gebouw op de kavel (zie uitklapvel achterin het boekje)
Fixeerpunt
Per kavel is voor het bedrijfsgebouw 1 hoekpunt gefixeerd. Dit punt ligt
afhankelijk van de kavel op 3,5 of op 17 meter van de perceelgrens. Hierop zijn
twee uitzonderingen: de meest noordelijk en zuidelijk gelegen kavel van de
kanaaldijkzone. Hier ligt het fixeerpunt op de snijlijn van twee perceelsgrenzen.
Het gebouw op de zuidelijk gelegen kavel mag met de zuidelijke gevel in het
water worden geplaatst.
Verplicht te bebouwen rooilijn
Aan respectievelijk de kanaal- en de spoorzijde van de kavels moeten de gevels
op de rooilijn worden gebouwd met een minimale breedte van 25 meter. In
de meest noordelijk gelegen kavel ligt het fixeerpunt niet op de verplicht te
bebouwen rooilijn, dit betekent dat de minimaal 25 meter brede gevel kan
schuiven over de verplichte rooilijn.
Rooilijnzone
De gevels aan weerszijden van de ontsluitingsweg moeten voor minimaal
50% van de totale gebouwbreedte in de rooilijnzone (deze is 3 meter diep ten
opzichte van de perceelgrens) worden gebouwd.
Parkeerhof en vrije ruimte
Voor het handhaven van de transparantie is aan één zijde van de kavel 17 meter
onbebouwde ruimte vastgelegd. Het streven is om deze ruimte te benutten
voor tweezijdig haaks parkeren. Aan de andere zijde is een onbebouwde ruimte
van 3,5 meter verplicht.

9 OD 205 stedenbouw onderzoek en landschap


beeldkwaliteitplan bedrijventerrein Coenecoop III

figuur 7 collage hoofdvorm van het gebouw

10 OD 205 stedenbouw onderzoek en landschap


beeldkwaliteitplan bedrijventerrein Coenecop III

De oriëntatie van de hoofdbouwmassa


• De straatgevels moeten evenwijdig aan de raaklijn van de straatas
worden gesitueerd.
• De gevels van de bedrijfsgebouwen aan de Kanaaldijkzijde moeten
evenwijdig aan de raaklijn van de gebogen perceelgrens worden
gebouwd.

3.3 Hoofdvorm van het gebouw


De ruimtelijke samenhang wordt mede bepaald door de keuze van de
gewenste hoofdvorm van de bedrijfsgebouwen. Voor de hoofdvorm van het
bedrijfsgebouw gelden daarom de volgende richtlijnen.

Typologie
De typologie van het bedrijfsgebouw moet kunnen worden omschreven
als een rechthoekige neutrale vorm, met binnen de rechthoekige vorm
verbijzonderingen naar aanleiding van representatieve eisen of ter plaatse van
afwijkende functies. Een licht hellende of licht gebogen dakvorm is toegestaan.
De voorgevel aan de Kanaaldijkzijde zal evenwijdig aan de raaklijn van de boog
moeten worden gesitueerd. Uitbouwen of insnoeringen kunnen plastiek in het
bouwvolume brengen.

Bouwhoogte
De maximale bouwhoogte van een bedrijfsgebouw is 10 meter. Teneinde de
samenhang in het bebouwingsbeeld te versterken en een duidelijke straatwand
te verkrijgen gelden voor beide deelgebieden ook minimale bouwhoogtes.
• Aan de Kanaaldijkzijde geldt een minimale bebouwingshoogte van 8
meter of drie bouwlagen.
• Aan de ontsluitingsweg geldt een minimale bebouwingshoogte van 5,5
meter of twee bouwlagen.

Geleding van het bedrijfsgebouw


De geleding van het bouwvolume moet worden beperkt tot een minimum en is
alleen toegestaan als dit uit strikt functioneel oogpunt een meerwaarde voor de
bedrijfsvoering oplevert.

3.4 Het aanzicht van het gebouw


De bedrijfsgebouwen op Coenecoop III hebben zonder uitzondering een
moderne en functionele uitstraling. Meer in het bijzonder gelden voor de gevels
de volgende richtlijnen.

Uitstraling van de gevels


De gevels van de kanaaldijkzone hebben aan de kanaaldijkzijde en aan de
ontsluitingsweg een representatieve uitstraling. De bedrijfsgebouwen in de
spoorzone hebben een representatieve voorgevel naar de ontsluitingsweg.
Dit kan worden bereikt door specifieke functies zoals kantoren, showrooms of
bezoekersentrees aan de wegzijde te situeren, maar ook door een bijzondere
gevelcompositie van een productie- of opslagruimte.

11 OD 205 stedenbouw onderzoek en landschap


beeldkwaliteitplan bedrijventerrein Coenecoop III

figuur 8 referentiebeelden transparantie

fig 9 collage materialen

12 OD 205 stedenbouw onderzoek en landschap


beeldkwaliteitplan bedrijventerrein Coenecop III

Transparantie
Representatieve gevels hebben altijd een zekere mate van transparantie.
Daarom worden er nadere eisen gesteld aan het aandeel transparant,
kleurloos glas dat een representatieve gevel moet bezitten. Overige delen
van de representatieve gevels maar ook andere gevels bestaan bij voorkeur
uit halftransparante materialen. Op deze manier wordt op een directe wijze
zichtbaar gemaakt welke functies zich in een bedrijf bevinden of welke
activiteiten worden uitgevoerd.

• Het geveloppervlak van de bedrijfsgebouwen aan de kanaaldijkzijde dient


minimaal uit 30% transparant, kleurloos glas te bestaan of uit minimaal
70% halftransparant kleurloos glas.
• Het geveloppervlak aan de zijde van de ontsluitingsweg dient uit
minimaal 20% transparant, kleurloos glas te bestaan of uit minimaal 50%
halftransparant kleurloos glas.`
• In de begane grondlaag van het bedrijfsgebouw aan de spoorzijde dient
minimaal 25% van het geveloppervlak uit transparant kleurloos glas
te bestaan vanwege de sociale controle op het fietspad. Bij voorkeur
wordt hier een kantoor, kantine of productiehal waar mensen werken
gesitueerd.

3.5 Kleur, materiaal en detail


De bedrijfsgebouwen op Coenecoop III zijn ‘rustige’ gebouwen in harmonie
met het landschap en vooral ook met elkaar. De onderlinge samenhang van de
bedrijfsgebouwen wordt vooral versterkt door het kleurgebruik op elkaar af te
stemmen. Het materiaalgebruik staat vrij zolang dit maar kwalitatief voldoende
is en voldoet aan het programma voor duurzaam bouwen. Voor Coenecoop III
gelden de volgende afspraken met betrekking tot kleur.

Hoofdmassa
De hoofdbouwmassa heeft een witte, lichtgrijze, metaalachtige, transparante
of een hiermee vergelijkbare kleurstelling, uitgevoerd in (metalen of kunststof)
plaatmaterialen, glazen bouwstenen, metselwerk of schoon beton. Eén of
enkele geveldelen van de hoofdbouwmassa kunnen ook een donkergrijs/
antraciete kleur hebben, mits uitgevoerd in metselwerk.

Afwijkende kleurstelling van representatieve of ondergeschikte geveldelen


Representatieve of ondergeschikte geveldelen kunnen een afwijkende
kleurstelling hebben in de tinten die passen in het bovenstaande spectrum met
lichte natuurlijke kleuren of de kleur van onbehandeld of transparant kleurloos
gebeitst hout.

Toepassing bedrijfskleuren
De toepassing van bedrijfskleuren, vaak signaalkleuren, is niet toegestaan.
Ook de kleur van kozijnen en deuren dient te passen in het bovenomschreven
kleurenschema.

Duurzaam bouwen
Wat betreft materiaal- en energiegebruik en/ of andere aspecten van duurzaam
bouwen kan de gemeente nadere eisen stellen.

13 OD 205 stedenbouw onderzoek en landschap


beeldkwaliteitplan bedrijventerrein Coenecoop III

fig 10 voorbeelden reclame op gevel

fig 11 voorbeelden spijlenhekwerken

voorbeeld 1: muurelement met houten vlonder


figuur 12 voorbeelden erfafscheiding aan kanaaldijkzijde

14 OD 205 stedenbouw onderzoek en landschap


beeldkwaliteitplan bedrijventerrein Coenecop III

Detaillering
De detaillering van het gebouw is sober en functioneel. Het zichtbaar maken
van de constructie of constructieve details, technische voorzieningen en
dergelijke geven het gebouw eventueel extra plasticiteit.

3.6 Reclame en naamborden


Reclame in de vorm van het bevorderen van de naamsbekendheid van het
bedrijf is slechts toegestaan in de vorm van een logo en de bedrijfsnaam. Dit in
de eerste plaats in het belang van de ondernemingen zelf. Deze richtlijn beperkt
namelijk het aantal visuele signalen in de omgeving, waardoor de bedrijfsnaam
beter tot z’n recht komt. Het logo en bedrijfsnaam zijn een integraal onderdeel
van de architectuur van het gebouw, met name ook voor wat betreft kleur- en
materiaalgebruik.
De bedrijfsnaam bestaat uit losse letters. Standaard lichtbakken zijn niet
toegestaan. Logo en bedrijfsnaam mogen niet boven de dakrand uitsteken.

Oriëntatieborden op de kavel hebben een beperkte omvang en een maximale


hoogte van 1,50 meter en een maximale breedte van 1,00 m. Het kleurgebruik
sluit aan op het kleurgebruik van het bedrijfsgebouw

3.7 Erfafscheidingen/hekwerken
In algemene zin is de beeldkwaliteit gebaat bij het zoveel mogelijk vermijden
van hekken in het straatbeeld. Door de scheidende werking van de waterpartij
zijn hekwerken niet altijd noodzakelijk. De voorkeur gaat sterk uit naar het
plaatsen van hekwerken in of achter de voorgevel rooilijn.

Voor Coenecoop III is gekozen voor een antraciet (gecoat) spijlenhek, met een
standaardhoogte van 1,25 of 2,50 meter (zie ook figuur 11). Bewegende delen,
zoals draai- of schuifhekken moeten in dezelfde vormgeving worden uitgevoerd.
De principe regel is dat hekwerken voor de voorgevel van het gebouw nooit
hoger mogen zijn dan 1,25 m. Overige hekwerken dienen in de voorgevelrooilijn
te worden geplaatst of daarachter en bij voorkeur tussen de gebouwen.

Op de perceelgrens aan de kanaaldijkzijde wordt de erfafscheiding gevormd


door een doorlopend element. Dit element is een op de erfgrens geplaatste
keermuur van betonnen prefab elementen (figuur 12) waarop eventueel een
muur gemetseld kan worden met een vlonder boven het water waarachter de
bedrijfsgebouwen staan.

15 OD 205 stedenbouw onderzoek en landschap


beeldkwaliteitplan bedrijventerrein Coenecoop III

A.
Bedrijf op een terrein van 3.100 m2, met een gebouw van 1.420 m2 waarvan 350 m2
kantoorvloeroppervlakte in drie lagen (1.050 m2).
Berekening:
1.420 m2 – 350 m2 = 1.070 m2 bedrijfsvloeroppervlak
1.070/100 x 1,5 = 16 parkeerplaatsen
1.050 m2 kantoorvloeroppervlak
1.050/100 x 2,5 = 27 parkeerplaatsen
Een parkeerplaats zal bruto ca. 25 m2 vergen (dit is inclusief de ontsluiting van de
parkeerplaatsen)
Totaal te reserveren ruimte in dit voorbeeld: 43 x 25 = 1.075 m2
De parkeerplaatsen zullen op het maaiveld kunnen worden gerealiseerd;
B.
Bedrijf op een terrein van 3.100 m2, met een gebouw van 2.040 m2 bvo, waarvan boven
het water twee lagen kantoorvloeroppervlak van 280 m2 en boven een deel van de
productiehal twee lagen kantoren van 430 m2.
Berekening:
1.330 m2 bruto bedrijfsvloeroppervlak en 280 + 430 m2 bruto kantoorvloeroppervlak
1.330/100 x 1,5 = 20 parkeerplaatsen
710/100 x 2,5 = 18 parkeerplaatsen
Een parkeerplaats zal bruto ca. 25 m2 vergen (dit is inclusief de ontsluiting van de
parkeerplaatsen)
Totaal te reserveren ruimte in dit voorbeeld: 38 x 25 = 950 m2
Indien een groter oppervlak b.v.o. gewenst is zal er naar alternatieven gezocht
moeten worden om te kunnen voldoen aan de parkeernorm. Een deel van de
parkeerplaatsen zal dan in de kelder, op het dak of op een andere wijze inpandig
moeten worden gerealiseerd.

figuur 13 rekenvoorbeelden parkeren op Coenecoop III

figuur 14 voorbeelden perceelinrichting

16 OD 205 stedenbouw onderzoek en landschap


beeldkwaliteitplan bedrijventerrein Coenecop III

3.8 Parkeren
Uitgangspunt voor Coenecoop III is dat elk bedrijf op eigen terrein in zijn
parkeerbehoefte voorziet. Deze behoefte wordt bepaald aan de hand van het
aantal vierkante meters bruto vloeroppervlakte van de verschillende functies
van een bedrijf. Als norm wordt gehanteerd:
• 1,5 parkeerplaats per 100 m2 bruto bedrijfsvloeroppervlakte+
• 2,5 parkeerplaats per 100 m2 kantoorvloeroppervlakte.

De parkeerplaatsen worden tussen of voor de gebouwen, achter de


voorgevelrooilijn gesitueerd. Gezien de vastgestelde parkeernorm, zal bij een
hoog bebouwingspercentage naar alternatieve parkeeroplossingen moeten
worden gezocht (onder, in of op het bedrijfsgebouw).

3.9 Ontsluiting en laden en lossen


Vanwege het groene karakter van Coenecoop III worden de bermen in de
straat slechts onderbroken door één of twee in/uitritten per bedrijfskavel met
een maximale breedte van maximaal 7,5 meter. Bij voorkeur is de inrit echter
smaller. De minimale afstand tussen twee in/uitritten is 30 meter.
Op de bedrijfskavel moet voldoende ruimte zijn voor het manoeuvreren
van vrachtwagens zodat er ten behoeve van het laden en lossen geen
verkeersbewegingen op de openbare weg noodzakelijk zijn. De laad- en
losruimte dient altijd achter de voorgevel van het bedrijfsgebouw te zijn
gesitueerd.

3.10 Inrichting perceel (verharding en beplanting)

Verhardingen
De op de bedrijfspercelen toe te passen verhardingen moeten zoveel mogelijk
aansluiten op het openbaar gebied. Rijbanen op eigen terrein dienen in
donkergrijze klinkers of betonplaten te worden uitgevoerd. De parkeervakken
worden bij voorkeur uitgevoerd in antraciete of zwarte kleur klinkers
(waterdoorlatend).
Indien de afwatering van het bedrijfsperceel rechtstreeks op het
oppervlaktewater kan plaatsvinden omdat er geen verontreinigingen door het
gebruik aanwezig zijn, dienen waterdoorlatende verhardingsmaterialen op het
bedrijfsperceel te worden gebruikt.
Ter plaatse van de hoofdentree van het bedrijfsgebouw of het toegangspad
naar de hoofdentree kan een verharding worden toegepast die voor wat betreft
materiaal en kleur aansluit bij de architectuur van het gebouw.

Beplanting
Groen in de vorm van bomen, hagen en bodembedekkers kan de directe
omgeving van het bedrijfsgebouw verfraaien en het gewenste groene karakter
van Coenecoop III verder ondersteunen. Het plaatsen van struiken tegen de
gebouwen is niet toegestaan. Gebouwen dienen vrij in de ruimte te staan. De
5 meter brede groenberm langs de ontsluitingsweg zal mede vormgeven aan
het groene karakter. Over het algemeen zal aan de entreezijde van het gebouw
slechts behoefte zijn aan groen in de vorm van hagen, een enkele boom en
bodembedekkers.

17 OD 205 stedenbouw onderzoek en landschap


beeldkwaliteitplan bedrijventerrein Coenecoop III

18 OD 205 stedenbouw onderzoek en landschap


19 OD 205 stedenbouw onderzoek en landschap
20 OD 205 stedenbouw onderzoek en landschap
21 OD 205 stedenbouw onderzoek en landschap

You might also like