Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven

Bron: Didactisch model van Gelder

Student(e)
Eline Oosterbosch
Mentor
Marlie Peters
Klas
1P14EhvD
Datum
17-.3-2015
Stageschool Het Slingertouw
Groep
1-2
Plaats
Eindhoven
Aantal lln 27
Vak- vormingsgebied: Taal
Speelwerkthema / onderwerp: Spelling
Alfabetisch principe:
- Kinderen ontdekken dat woorden zijn opgebouwd uit klanken en dat letters met die klanken corresponderen en leggen de foneem-grafeemkoppeling.
Taalbewustzijn:
- Kinderen kunnen onderscheid maken tussen de vorm en betekenis van woorden.
- Kinderen kunnen woorden in klankgroepen verdelen zoals bij kin-der-wa-gen.
Persoonlijk leerdoel:
Ik wil een fijne sfeer bevorderen door veel complimenten te geven aan de leerlingen.
De kinderen weten wat de bedoeling is door mijn duidelijke uitleg.
Lesdoel(en):
Evaluatie van lesdoelen:
De leerlingen oefenen met het hakken en plakken van woorden. Ook zijn ze
bezig met het lettersymbool. Ze oefenen met de foneem/grafeem koppeling.
Beginsituatie:
Ik ga de les doen met de koningsoudsten. Dat zijn zeven kinderen die groep twee hebben over gedaan. De meeste hiervan kunnen al woorden lezen. Ze hebben wat
meer moeite met hakken en plakken dus daar besteed ik extra aandacht aan.
Ze hebben de intro gehad van circus, dus de meeste woorden in het boekje kennen ze. Zo niet is dit een verrijking van de woordenschat.
Ze weten de regels bij mij en ik luister alleen naar stille vingers.
Lesverloop
Tijd
3 min

Leerinhoud Didactische handelingen

Leraar
Uitleg
Ik vertel dat ik een boekje heb gemaakt. Die
gaan we zo samen even bespreken. Ik heb
gehoord dat jullie al een beetje kunnen lezen.
Dat is heel knap van jullie. We gaan de
woorden eerst stempelen en dan mogen jullie
proberen ze na te schrijven. Volgens mij kunnen
jullie dat heel goed.

Leeractiviteit
leergedrag leerling(en)
Leerlingen luisteren naar de opdracht en vormen een beeld
van wat ze gaan doen.

Materialen / Organisatie

5 min

Boekje
doornemen

5 min

Hakken
plakken
Uitleg

1 min

10 min

Stempelen
en schrijven

5 min

Evaluatie

Ik deel de boekjes uit en we gaan samen door

het boekje bladeren. Ik vraag welk woord er
staat. Ik vraag of ze weten wat het woord
betekend. Als ze dat niet weten kunnen ze
elkaar misschien helpen en anders vertel ik het.
Ik vertel dat we de woorden gaan klappen. We
gaan het samen doen: cir-cus enz.
Ik vertel dat we nu gaan stempelen. Als iemand
een letter heeft die jij nodig hebt, moet je
gewoon even wachten. Dan stempel je als
eerste een ander woordje. We gaan niet naar
de wc, tenzij je bijna in je broek plast. Heel veel
succes en ik weet zeker dat julle het kunnen!
Ik kijk of het lukt en help als dat niet lukt.
Ondertussen geef ik complimenten aan de
kinderen zodat er een fijne sfeer ontstaat.
Ik vraag of ze de boekjes aan elkaar willen laten
zien. Ik geef weer complimenten en misschien
kunnen ze elkaar wel complimenten geven. Wat
vind jij van het werkje van ...
Ik vertel dat ze de boekjes in de meeneembak
mogen doen om hem thuis te laten zien.

Leerlingen oefenen met de woorden te koppelen aan de

plaatjes die erboven staan. Ze activeren hun voorkennis,
want de plaatjes gaan over het circus en de woorden
hebben ze gehad.

Stempelboekje

De leerlingen oefenen hun taalbewustzijn.

Stempelboeje

De kinderen weten weten wat de bedoeling is, want ze

hebben het nu twee keer gehoord.
Ze weten wat de regels zijn tijdens het werken.

Stempelboekje
Stempels
Stiften/pen/potlood

De kinderen zijn aan het stempelen en als het al lukt

misschien al schrijven.

Stempelboekje
Stempels
Stiften/pen/potlood
Stempelboekje

De kinderen kijken naar hun eigen werk en naar het werk

van de ander. Hebben ze het goed gedaan?

Verantwoording:
Instructie, strategien en vaardigheden:
Ik begin meteen met het uitleggen van de opdracht. Zo weten ze wat we gaan doen. Als intro heb ik eigenlijk ook het hakken en
plakken, omdat ze daar nog wel moeite mee hadden en dat kan ik dan kort herhalen in deze oefening. Zo zijn ze er toch weer mee
bezig. Doordat we samen de woorden doornemen activeren ze hun voorkennis en breiden ze misschien hun woordenschat uit. Ze
oefenen ook meteen het lezen.
Activiteit:
Ik heb gekozen voor stempelen, omdat de kinderen de woorden nog niet meteen kunnen schrijven, maar zo zijn ze toch heel actief
bezig met de foneem/grafeem koppeling. Welke letter hoort bij welke klank?

Doordat ze soms op elkaar moeten wachten, oefenen ze hun geduld. Je kan niet met zijn allen dezelfde stempel gebruiken.
Werk- groeperingsvorm:
De introductie en evaluatie doen we samen. Zo is het voor iedereen duidelijk en kan ik zien of iedereen het begrijpt. Ik heb in deze
opdracht niet het samenwerkend leren heel duidelijk toegepast, want ik wil dat de kinderen individueel aan de slag gaan. Ze kunnen
elkaar natuurlijk wel altijd helpen. Doordat ze individueel aan de slag gaan, kan ik goed inschatten welke kinderen er nog veel moeite
mee hebben, en welke kinderen het al goed lukt.
Evaluatievorm:
Ik laat de kinderen ook elkaars werk beoordelen. Vinden jullie dat ze mooi geschreven heeft? Dit kan goed of fout uitpakken. Als ik
merk dat de kinderen alleen maar kritiek geven, kap ik dit af en ga ik vooral complimenten geven. Er moet een positieve sfeer zijn.
Doordat de kinderen samen evalueren leren ze ook naar elkaar te luisteren en goed te kijken naar hun eigen werk. Het moet vooral
leuk zijn om aan elkaar zijn/haar werkje te laten zien aan de andere kinderen. Ze maken iets waar ze trots op moeten zijn.
Literatuur:
Tomesen, M. (2009) Tussendoelen beginnende geletterdheid, geraadpleegd op 14-3-2012,
http://www.slo.nl/primair/leergebieden/ned/taalsite/lexicon/00572/
Persoonlijke reflectie

Feedback mentor
Datum: