Professional Documents
Culture Documents
Leiedal Leiedal Jaarverslag2003 1
Leiedal Leiedal Jaarverslag2003 1
JAARVERSLAG 2003
1
2003 J A A R V E R S L A G VA N H E T V I E R E N V E E R T I G S T E D I E N S T J A A R
INHOUDSTAFEL
1 ORGANISATIE EN FINANCIËN 7
1.1 Deelnemers op 31-12-2003 7
1.2 Raad van bestuur op 31-12-2003 8
1.3 Personeel op 01-01-2004 9
1.4 Statutenwijziging 10
1.5 Leiedal als instelling in 2003 14
1.6 Intern-organisatorische aspecten 17
1.7 Financieel beleid in 2003 20
2 WERKGEBIEDEN 27
2.1 Bedrijventerreinen 27
2.2 Lokaal woonbeleid 41
2.3 Inbreiding en herbestemming 45
2.4 Lokale en regionale economie 49
2.5 Stedenbouw 59
2.6 Mobiliteit 63
2.7 Milieu en natuur 66
2.8 Openruimtebeleid, landschapsopbouw en plattelandsontwikkeling 72
2.9 Toerisme en recreatie 74
2.10 ICT, GIS en lokaal e-government 76
2.11 Intergemeentelijke samenwerking 81
2.12 Regionale en bovenregionale samenwerking 87
2.13 Grensoverschrijdende samenwerking 91
2.14 Europese en internationale samenwerking 95
3
2003 V E R S L A G VA N D E R A A D VA N B E S T U U R - O R G A N I S AT I E E N F I N A N C I Ë N
Mevrouwen
Mijne heren
Zoals bepaald in het decreet op de intergemeentelijke samenwerking en in de statuten van Leiedal, hebben wij
de eer u verslag uit te brengen over de werking van onze intercommunale tijdens het vierenveertigste dienst-
jaar en u de jaarrekening, afgesloten op 31 december 2003, ter bespreking en goedkeuring voor te leggen.
In de vernieuwde statuten, die de algemene vergadering op 28 oktober 2003 goedkeurde, worden de doelstel-
lingen van Leiedal als volgt omschreven: “Leiedal heeft tot doel de deelnemende gemeenten te ondersteunen
bij de uitvoering van hun taken door het verlenen van ondersteunende diensten, de samenwerking tussen de
gemeenten te bevorderen en de krachten te bundelen voor de ontwikkeling van de gemeenten als groep.”
Het activiteitenverslag van 2003, dat u hierna vindt, is volgens dat stramien opgemaakt. Bij elk werkgebied
wordt vooraf verwezen naar de krachtlijnen van het Beleidsplan 2002-2007. Het laatste deel van het jaarver-
slag omvat het verslag van de commissaris-revisor en de jaarrekening.
Frans Destoop
voorzitter
5
2003 V E R S L A G VA N D E R A A D VA N B E S T U U R - O R G A N I S AT I E E N F I N A N C I Ë N
1 ORGANISATIE EN FINANCIËN
Subtotaal 37.904
Subtotaal 34.956
7
2003 V E R S L A G VA N D E R A A D VA N B E S T U U R - O R G A N I S AT I E E N F I N A N C I Ë N
Lendelede
Harelbeke Waregem
Kuurne
Deerlijk
Wevelgem
Anzegem
Kortrijk
Zwevegem
Menen
Avelgem
Spiere-
Helkijn
8
2003 V E R S L A G VA N D E R A A D VA N B E S T U U R - O R G A N I S AT I E E N F I N A N C I Ë N
DIRECTIESECRETARIAAT SECRETARIAAT
Petra Decant (12)
Solange De Clerck (14) (5)
° Steven Hoornaert
° Jiri Klokocka
° Griet Lannoo
° Giovanni Maes
° Tim Scheirs
° Bram Tack
° Wilfried Vandeghinste
(adviseur)
(1) Deeltijdse prestaties: (11) 90%; (12) 80%; (13) 70%; (14) 50%.
(2) Contract van bepaalde duur.
(3) Mieke Depoorter werkt voor 50% als secretariaatsmedewerker van de cluster ‘immobiliaire projectontwikkeling’ en voor het
overige deel als secretariaatsmedewerker van de cluster ‘milieu en natuur, toerisme en recreatie’.
(4) Filip Meuris werkt deeltijds als coördinator van de cluster ‘stedenbouwkundig ontwerp en advies’. Voor het overige deel
werkt hij als stafmedewerker GIS en informatiebeheer in de cluster ‘informatie en netwerking’.
(5) Solange De Clerck werkt deeltijds voor het algemeen secretariaat van Leiedal en deeltijds voor de cluster ‘immobiliaire
projectontwikkeling’.
9
2003 V E R S L A G VA N D E R A A D VA N B E S T U U R - O R G A N I S AT I E E N F I N A N C I Ë N
1.4 STATUTENWIJZIGING
Op 6 juli 2001 werd het nieuwe decreet op de intergemeentelijke samenwerking goedgekeurd, dat een aantal be-
langrijke wijzigingen inhoudt voor de structuur, het bestuur en de werking van de intercommunales in Vlaanderen.
Uiterlijk tegen 10 november 2003 dienden alle intercommunales hun statuten aan te passen aan de bepalingen
van dit nieuwe decreet. Leiedal heeft de noodzakelijke statutenwijziging in drie stappen doorgevoerd:
- Een eerste statutenwijziging werd beslist door de algemene vergadering op 10 december 2002. Hiermee
werden de statuten aangepast aan de artikelen van het decreet die meteen van kracht werden bij de pu-
blicatie ervan in het Belgisch Staatsblad. Deze artikelen hebben betrekking op de samenstelling van de
algemene vergadering en de vertegenwoordiging in de raad van bestuur van bestuurders met raadgevende
stem, aangeduid vanuit de oppositiepartijen.
- Een tweede statutenwijziging werd voorgelegd aan de algemene vergadering van 27 mei 2003 en betrof de
voorwaarden van de uittreding van de private vennoten, uiterlijk op 10 november 2003.
- De fundamentele statutenwijziging, waarbij Leiedal werd omgevormd tot een zogeheten dienstverlenende
vereniging van gemeenten, werd in 2003 grondig voorbereid en op 28 oktober 2003 voorgelegd aan de
buitengewone algemene vergadering.
Deze statutenwijziging houdt een aantal ingrijpende wijzigingen in voor de structuur en de werking van de
intercommunale. In wat volgt, worden de belangrijkste wijzigingen in het kort beschreven:
Het nieuwe decreet op de intergemeentelijke samenwerking bepaalt dat enkel gemeenten, de provincie en
andere openbare besturen (vb. OCMW’s) nog kunnen deelnemen aan een intercommunale. Dat betekent heel
concreet dat de zestien private vennoten (werkgevers- en werknemersorganisaties, financiële groepen en
maatschappelijke belangengroepen) op 28 oktober 2003 dienden uit te treden uit de intercommunale.
Leiedal betreurt deze verplichte uittreding van de private vennoten. De private vennoten hebben immers
sinds de oprichting van Leiedal steeds in belangrijke mate deelgenomen aan het beleid van de intercommunale
en vooral de streekontwikkelingsacties mee georiënteerd. Decennialang konden de gemeenten, de Provincie
West-Vlaanderen en de WVEM met deze instanties samenwerken in de schoot van Leiedal. Belangrijke streek-
dossiers, waarbij het algemeen belang hand in hand moet gaan met economische, ecologische en maatschap-
pelijke belangen, konden jarenlang vanuit de raad van bestuur van de intercommunale overwogen en beslist
10
2003 V E R S L A G VA N D E R A A D VA N B E S T U U R - O R G A N I S AT I E E N F I N A N C I Ë N
worden. Deze bundeling van àlle levende krachten in de streek was uniek voor die tijd en gold voor andere
streken in Vlaanderen en in andere Europese regio’s als voorbeeld van samenwerking tussen openbare be-
sturen en het middenveld. Ook na de statutenwijziging blijft Leiedal zoeken naar mogelijkheden om deze
socio-economische en maatschappelijke instanties actief te betrekken bij het intercommunale beleid en naar
initiatieven die de band tussen Leiedal en het middenveld helpen bestendigen.
Sinds de statutenwijziging van 28 oktober 2003 heeft Leiedal nog twee groepen deelnemers:
- de deelnemers reeks A (gemeenten) - 37.904 aandelen: Anzegem, Avelgem, Deerlijk, Harelbeke, Kortrijk,
Kuurne, Lendelede, Menen (deelgemeenten Lauwe en Rekkem), Spiere-Helkijn, Waregem, Wevelgem en
Zwevegem.
- de deelnemers reeks B (andere openbare besturen) - 34.956 aandelen: de Provincie West-Vlaanderen en
de WVEM.
Artikel 43 van het nieuwe decreet op de intergemeentelijke samenwerking bepaalt dat een dienstverlenende
intergemeentelijke vereniging bestuurd wordt door een raad van bestuur, samengesteld uit vertegenwoor-
digers van de deelnemers. Daarnaast kan er een directiecomité worden opgericht dat het dagelijks bestuur
waarneemt, maar dit laatste kan maximaal uit één derde van het aantal leden van de raad van bestuur be-
staan. Van deze mogelijkheid heeft Leiedal geen gebruik gemaakt.
Mocht elke deelnemende partner (gemeenten, provincie en WVEM) in het directiecomité hetzelfde aantal
mandaten behouden hebben als in het vroegere dagelijks bestuur, dan had het directiecomité zestien leden
geteld. Om conform te zijn met het decreet, moest de raad van bestuur in dat geval worden uitgebreid tot
minstens 48 leden. Om de besluitvorming zo efficiënt mogelijk te organiseren, werden diverse scenario’s on-
derzocht. Na grondige afweging heeft de intercommunale beslist om geen directiecomité op te richten en om
Leiedal te laten besturen door een beperkter raad van bestuur, die frequenter vergadert en die alle dossiers
ten gronde bespreekt. Het vroegere dagelijks bestuur werd bijgevolg opgeheven.
De nieuwe raad van bestuur bestaat uit dertien bestuurders namens de deelnemers reeks A (twee namens
Kortrijk en één namens elk van de andere aangesloten gemeenten) en drie namens de deelnemers reeks B.
Daarnaast zijn er vijf gemeentelijke bestuurders met raadgevende stem, aangeduid vanuit de oppositiepar-
tijen. Aan de algemene vergadering van 25 mei 2004 zal voorgesteld worden om dit aantal terug te brengen
tot twee, in verhouding tot de afname van het aantal stemgerechtigde leden in de raad van bestuur na de
statutenwijziging.
Als gevolg van de uittreding van de private vennoten en de nieuwe samenstelling van de raad van bestuur,
heeft Leiedal op 28 oktober 2003 afscheid moeten nemen van 22 bestuurders.
De raad van bestuur kan zich ten slotte laten bijstaan door een beperkt aantal externe deskundigen. Deze
mogelijkheid werd verankerd in de nieuwe statuten. De bedoeling daarvan bestaat erin dat Leiedal, na de
statutenwijziging en de uittreding van de private vennoten, toch nog een nauwe band kan behouden met het
socio-economische netwerk in de regio. Voor de aanduiding van deze deskundigen werd van de volgende
principes uitgegaan:
- de band met het streekplatform REBAK (later RESOC) moet behouden blijven;
- er moet een kruiselingse vertegenwoordiging komen van Leiedal in het streekplatform en vice versa;
- de bestuurders namens de gemeenten bepalen wie zij als deskundigen wensen aan te duiden;
- deskundigheid wordt gedefinieerd als “belangrijk voor de streekontwikkeling en het streeknetwerk”.
Omwille van hun mandaat als bestuurder van het streekplatform REBAK, omwille van hun ervaring met en
betrokkenheid in het streeknetwerk en omwille van hun banden met de hogere bestuursniveaus heeft de al-
11
2003 V E R S L A G VA N D E R A A D VA N B E S T U U R - O R G A N I S AT I E E N F I N A N C I Ë N
gemene vergadering op 9 december 2003 beslist om hiervoor een beroep te doen op Luc Deseyn en Jacques
Laverge. De volledige samenstelling van de raad van bestuur van Leiedal eind december 2003 is opgenomen
onder punt 1.2.
Het toezicht op de rekeningen van de intercommunale gebeurde van oudsher door een college van commis-
sarissen en een commissaris-revisor. Het college van commissarissen bestond uit veertien leden, aangeduid
vanuit de gemeenten, de private vennoten en de andere openbare besturen. Het nieuwe decreet op de interge-
meentelijke samenwerking bepaalt dat het financiële toezicht voortaan enkel nog door een commissaris-revisor
wordt uitgeoefend. Bijgevolg heeft Leiedal op 28 oktober 2003 afscheid genomen van het voltallige college van
commissarissen. Tot 2005 wordt de functie van commissaris-revisor ingevolge een beslissing van de algemene
vergadering van 28 mei 2002 uitgeoefend door Willy Vrijghem.
De doelstellingen van Leiedal werden gestroomlijnd met de bepalingen van het nieuwe decreet op de interge-
meentelijke samenwerking. In de statuten zijn de doelstellingen als volgt opgenomen:
- de deelnemende gemeenten te ondersteunen bij de uitvoering van hun taken door het verlenen van onder-
steunende diensten;
- de samenwerking tussen de deelnemende gemeenten te bevorderen;
- de krachten te bundelen voor de ontwikkeling van de deelnemende gemeenten als groep;
- ruimtelijke ordening en de daarbij betrokken deeldomeinen zoals mobiliteit, infrastructuur, openbaar do-
mein;
- lokale en regionale economie;
- lokaal woonbeleid;
- milieu en natuur;
- openruimtebeleid, landschapsopbouw en plattelandsontwikkeling;
- toerisme en recreatie;
- informatie en communicatietechnologie, GIS en lokaal e-government;
- grensoverschrijdende samenwerking en Europese integratie.
Deze doelstellingen kunnen worden ontwikkeld in samenwerking tussen de deelnemende gemeenten en andere
deelnemende publiekrechtelijke structuren.”
Met de statutenwijziging van 28 oktober 2003 wou Leiedal meer dan ooit ten dienste kunnen staan van de
aangesloten gemeenten. Daarom werd in de statuten het principe van wederzijdse exclusieve dienstverlening
opgenomen. Op die manier kan een gemeente Leiedal inschakelen voor opdrachten, als ware de intercommu-
nale een verlengstuk van haar eigen gemeentelijke diensten.
Deze exclusieve dienstverlening steunt op een wederzijds engagement. Een gemeente verbindt zich ertoe om
voor bepaalde opdrachten exclusief een beroep te doen op Leiedal, indien het gemeentebestuur de opdracht
in kwestie niet met de eigen diensten uitvoert. Leiedal verbindt zich er op haar beurt toe om voor deze wel-
12
2003 V E R S L A G VA N D E R A A D VA N B E S T U U R - O R G A N I S AT I E E N F I N A N C I Ë N
bepaalde opdracht voor geen andere gemeenten te werken dan voor diegenen die haar de exclusiviteit hebben
gegeven. Belangrijk daarbij is dat niet alle gemeenten voor die welbepaalde opdracht exclusiviteit hoeven te
geven aan Leiedal. Bovendien wordt de exclusiviteit beperkt tot een zekere periode, met name tot het jaar dat
volgt op de hersamenstelling van de gemeenteraden na de gemeenteraadsverkiezingen.
Exclusieve dienstverlening is gebaseerd op het kostendelend principe. Dat betekent dat de gemeenten die
een welbepaalde opdracht in exclusiviteit hebben gegeven aan Leiedal, enkel hun aandeel betalen in de geza-
menlijke uitgaven en kosten die verbonden zijn aan de dienstverlening die op exclusieve basis wordt verricht.
Concreet wordt hierbij per exclusieve opdracht gewerkt met een afsprakennota, die een duidelijke omschrijving
van de opdracht bevat, evenals een vooraf bepaalde kostenraming en timing.
Aan de gemeenten heeft Leiedal een lijst van vijftien zeer concrete opdrachten voorgesteld, waarop de ge-
meenten konden intekenen: opdrachten binnen specifieke deeldomeinen (vb. binnen stedenbouw) die een
langetermijnvisie en continuïteit vereisen, en opdrachten en studies die eenzelfde visie en methodiek vereisen
voor de verschillende gemeenten.
Het grote aantal opdrachten die de gemeenten in exclusiviteit hebben toevertrouwd aan Leiedal, opgenomen
in de onderstaande overzichtstabel, getuigt alvast van een groot vertrouwen van de aangesloten gemeenten
in hun intercommunale. Indien een gemeente voor een bepaalde activiteit geen exclusiviteit verleende, dan
was daar bovendien steeds een zeer specifieke reden voor (aangesloten bij twee intercommunales, jarenlange
ervaring/relatie met een studiebureau).
Spiere-Helkijn
Zwevegem
Wevelgem
Lendelede
Harelbeke
Waregem
Anzegem
Avelgem
Deerlijk
Kortrijk
Kuurne
Menen
13
2003 V E R S L A G VA N D E R A A D VA N B E S T U U R - O R G A N I S AT I E E N F I N A N C I Ë N
1.5.1 VENNOTEN
Ingevolge de statutenwijziging van 28 oktober 2003 heeft Leiedal nog twee groepen deelnemers:
- deelnemers reeks A - de gemeenten (37.904 aandelen);
- deelnemers reeks B - andere openbare besturen (34.956 aandelen).
De zestien private vennoten van Leiedal, i.e. de werkgevers- en werknemersorganisaties, financiële groepen
en maatschappelijke belangengroepen, die samen 6.880 aandelen vertegenwoordigden, dienden op 28 oktober
2003 uit te treden. De modaliteiten van deze uittreding werden vastgelegd door de algemene vergadering van
27 mei 2003. De aandelen werden terugbetaald aan hun nominale waarde, vermeerderd met een meerwaarde
van 4% per jaar:
- terugbetaling van 6.880 aandelen aan nominale waarde: 289.936,27 euro;
- betaalde meerwaarden: 182.987,55 euro;
- totaal: 472.923,82 euro.
Het nieuwe decreet op de intergemeentelijke samenwerking bepaalt dat intercommunales twee keer per jaar
de algemene vergadering dienen samen te roepen:
- in het voorjaar, voor de goedkeuring van het activiteitenverslag en de jaarrekening van het afgelopen werk-
jaar;
- in het najaar, voor de goedkeuring van het werkprogramma en de begroting voor het komende werkjaar.
De algemene vergadering van Leiedal is in 2003 drie keer samengekomen, mede omwille van de statutenwijzi-
ging:
- op 27 mei 2003 in Wevelgem (o.m. goedkeuring jaarverslag en jaarrekening 2002, statutenwijziging m.b.t.
de regeling voor de uittreding van de private vennoten);
- op 28 oktober 2003 in Kortrijk (fundamentele statutenwijziging);
- op 9 december 2003 in Kortrijk (o.m. goedkeuring werkprogramma en begroting 2004, aanstelling van des-
kundigen in de raad van bestuur, deelname aan de kapitaalsverhoging van de cvba Kortrijk Xpo).
De algemene vergadering
van Leiedal is in 2003 drie
keer samengekomen: op 27
mei voor de goedkeuring
van het jaarverslag en de
jaarrekening van 2002, op 28
oktober voor de fundamente-
le statutenwijziging, en op 9
december voor de goedkeu-
ring van het werkprogramma
en de begroting voor 2004.
14
2003 V E R S L A G VA N D E R A A D VA N B E S T U U R - O R G A N I S AT I E E N F I N A N C I Ë N
Op de algemene vergadering van 28 oktober 2003 waren alle bestuurders van Leiedal ontslagnemend, inge-
volge de fundamentele statutenwijziging. Het dagelijks bestuur werd opgeheven. Zestien nieuwe bestuurders
en vijf bestuurders met raadgevende stem werden benoemd in de nieuwe raad van bestuur. De samenstelling
van de nieuwe raad van bestuur is opgenomen onder 1.2. Leiedal heeft op 28 oktober 2003 afscheid moeten
nemen van de volgende bestuurders:
Eerder op het jaar nam Leiedal kennis van het ontslag van Philippe De Coene, bestuurder namens de Provincie
West-Vlaanderen.
Zoals bepaald door het nieuwe decreet op de intergemeentelijke samenwerking werd het college van commis-
sarissen op 28 oktober 2003 opgeheven. Het toezicht op de rekeningen gebeurt voortaan enkel door een com-
missaris-revisor. Deze functie wordt tot 2005 uitgeoefend door Willy Vrijghem.
15
2003 V E R S L A G VA N D E R A A D VA N B E S T U U R - O R G A N I S AT I E E N F I N A N C I Ë N
Op 28 oktober 2003 heeft Leiedal afscheid moeten nemen van de volgende commissarissen:
1.5.5 PERSONEEL
Eind 2003 waren 41 medewerkers tewerkgesteld bij Leiedal, waarvan 10 met deeltijdse prestaties. Inzake per-
soneelsfluctuaties is in de loop van het voorbije werkjaar de uitdiensttreding te melden van Sabien Tyberghien,
die bij de intercommunale actief was als stedenbouwkundig ontwerper.
Voor de opmaak van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan van Waregem werkt Leiedal samen met het
West-Vlaams Economisch Studiebureau en voor de begeleiding van de communicatie met de vzw CIBE uit
Gent. De opmaak van mobiliteitsstudies gebeurt onder begeleiding van de vzw Langzaam Verkeer uit Leuven.
Daarnaast werkt Leiedal samen met Prof. Bruno De Meulder van de KU Leuven, die in 2003 o.m. heeft meege-
werkt aan een visie op de landschapsopbouw op basis van de gemeentelijke structuurplannen (beeld van de
streek), het project Buda-Eiland in Kortrijk en de reconversie van de elektriciteitscentrale in Zwevegem.
16
2003 V E R S L A G VA N D E R A A D VA N B E S T U U R - O R G A N I S AT I E E N F I N A N C I Ë N
1.6.1 COMMUNICATIE
Op het vlak van externe communicatie blijft Leiedal voorrang geven aan een correcte en systematische infor-
matiedoorstroming naar de aangesloten gemeenten. Zeker na de statutenwijziging van 28 oktober 2003, nu
minder gemeentebestuurders rechtstreeks betrokken zijn bij het beleid van de intercommunale, is het belang-
rijk dat Leiedal actief werkt aan een nog breder draagvlak en een verdere systematische betrokkenheid van de
gemeenten.
De nieuwsbrief 4kantjes, die in 2003 aan zijn zevende jaargang toe was, vormt voor de gemeentebestuurders
een gewaardeerde bron van informatie over dossiers en projecten van de intercommunale. In voorbereiding
van de jaarvergaderingen organiseert Leiedal ook telkens een infovergadering voor alle gemeente- en provin-
cieraadsleden, in samenwerking met de intercommunales IMOG en WIV. In 2003 werd drie keer zo’n informa-
tievergadering georganiseerd: op 17 april, op 11 september en op 6 november. Daarnaast heeft Leiedal eind
2003 het initiatief genomen om de gemeente- en provincieraadsleden en geïnteresseerden systematisch te
informeren over belangrijke agendapunten die besproken worden op de tweewekelijkse vergaderingen van de
raad van bestuur. Daartoe wordt telkens een elektronisch nieuwsbericht verspreid.
(B) PERSCONTACTEN
Met de tweewekelijkse nieuwsberichten heeft Leiedal opnieuw aansluiting gevonden bij het vroegere systeem
van maandelijkse persmailings naar aanleiding van de vergaderingen van de raad van bestuur. De elektro-
nische nieuwsberichten die Leiedal tweewekelijks verspreidt, staan uiteraard ook open voor geïnteresseerde
persmedewerkers van de regionale nieuwsmedia. Daarnaast organiseert de intercommunale ook geregeld
persontmoetingen rond zeer concrete thema’s. Zo heeft Leiedal in 2003 drie persconferenties georganiseerd:
- de voorstelling van de nieuwe versie van de websites binnen de Digitale Regio Kortrijk (21/01/2003);
- de lancering van de internetversie van BISK, het bedrijventerreinen-inventarissysteem van het arrondis-
sement Kortrijk (29/08/2003);
- de statutenwijziging van Leiedal (28/10/2003).
Eind 2003 heeft Leiedal deelgenomen aan de Bedrijven Contactdagen in Kortrijk Xpo. Deze tweedaagse beurs,
die aan haar negende editie toe was, vormt een ontmoetingsplaats voor ruim 500 ondernemingen en instel-
lingen uit Zuid-West-Vlaanderen en Noord-Frankrijk. De Leiedal-stand stond in het teken van ‘ruimte voor
bedrijven in de Kortrijkse regio’. De intercommunale belichtte met name de diverse nieuwe bedrijventerreinen
die momenteel in voorbereiding zijn. Aan de hand van de BISK-toepassing konden bezoekers zelf een stand
van zaken opvragen van de realisatie van de bedrijventerreinen.
17
2003 V E R S L A G VA N D E R A A D VA N B E S T U U R - O R G A N I S AT I E E N F I N A N C I Ë N
Mede naar aanleiding van de fundamentele statutenwijziging, heeft Leiedal in 2003 samen met Bailleul
Ontwerpbureau uit Gent werk gemaakt van een nieuwe grafische huisstijl. De uitkomst van deze oefening is
geen volledige ommekeer geworden, maar een evolutie van de bestaande huisstijlelementen naar een volledig
gestroomlijnd huisstijlkader. Zo bleef de basis van het vroegere logo (een vierkant) behouden, maar werd
er kleur ingebracht en werd de typografie van de naam ‘Leiedal’ opgefrist. Daarnaast werd een nieuw huis-
lettertype gekozen, dat aansluit bij de stijl en de sfeer van het logo. Het nieuwe logo en het huislettertype
dienden vervolgens als basis voor een nieuwe huisstijl, die toegepast werd op alle gangbare documenten die
de intercommunale produceert: brieven, faxen, nota’s, verslagen, presentaties, studiebundels, etc. Voor alle
documenten werden ook digitale sjablonen aangemaakt, die de medewerkers in staat stellen om de nieuwe
huisstijl consequent toe te passen.
1.6.2 INFORMATIEBEHEER
Het spreekt voor zich dat er de laatste jaren, naast papieren documenten, ook steeds meer digitale documen-
ten circuleren in Leiedal. Terwijl de intercommunale voor papieren dragers over een goed georganiseerde
centrale opslag beschikt (in de vorm van een centraal klassement en een centrale bibliotheek), gebeurde de
opslag van elektronische documenten tot voor kort vrij ongestructureerd, met soms vervelende gevolgen:
digitale bestanden (opgeslagen op de harde schijf van een werkstation of op een CD-rom) waren soms zeer
moeilijk traceerbaar. Daarom werd een specifieke methodiek uitgewerkt voor elektronische documenten, die
tijdens een grootscheepse ‘digitale opkuisdag’ werd geïntroduceerd.
18
2003 V E R S L A G VA N D E R A A D VA N B E S T U U R - O R G A N I S AT I E E N F I N A N C I Ë N
(B) BISK
Een van de kerntaken van Leiedal is de ontwikkeling van de openbare bedrijventerreinen in het arrondis-
sement Kortrijk. Bedrijventerreinen ontwikkelen is een langdurige en complexe activiteit, die een immense
stroom aan informatie met zich mee brengt. Deze informatie zit in verschillende soorten documenten vervat
(teksten, cijfers, plannen, foto’s, etc.) en is bovendien voortdurend in evolutie. Om al deze informatie accu-
raat te beheren, heeft Leiedal BISK ontwikkeld (‘bedrijventerreinen-inventarissysteem van het arrondissement
Kortrijk’). Deze tool voor informatiebeheer werd intern ontwikkeld en is een database-gestuurde intranettoe-
passing, gekoppeld aan GIS. De toepassing bevat steeds de meest volledige en meest actuele informatie over
de bedrijventerreinen die Leiedal realiseert of heeft gerealiseerd. Om deze informatie ook ruim beschikbaar
te maken voor bedrijven, besturen en geïnteresseerden, heeft de intercommunale in 2003 een internetversie
ontwikkeld (http://www.leiedal.be/bisk). Op deze website worden relevante delen van de bestaande, interne
BISK-databank opengesteld voor geïnteresseerde bezoekers. Op die manier kunnen bedrijven die op zoek zijn
naar een geschikte vestigingsplaats in de Kortrijkse regio, alle nodige gegevens on line raadplegen: waar en
wanneer komen er bedrijfsgronden beschikbaar, wat zijn de prijzen, aan welke voorwaarden dient mijn bedrijf
te voldoen, etc.
(C) UURREGISTRATIESYSTEEM
Een ander belangrijk element van informatiebeheer betreft de uurregistratie. Leiedal werkt al jaren met een
systeem waarbij de medewerkers hun tijdsbesteding verantwoorden door aan te duiden hoeveel uur per dag zij
aan een bepaalde activiteit of een specifiek dossier hebben besteed. Deze registratie levert belangrijke infor-
matie op, die de individuele medewerkers, de clustercoördinatoren en de directie inzicht biedt in de prestaties
van Leiedal als geheel. Om in de toekomst ook een link met de facturatie en de planning mogelijk te maken,
heeft de intercommunale in 2003 aan softwarebedrijf Dolmen de opdracht gegeven om een gebruiksvriendelijk,
centraal, databasegestuurd registratiesysteem uit te werken dat een vlotte synthese toelaat van de uurregi-
straties van meerdere medewerkers. Dit nieuwe systeem is in werking sinds september 2003. Via een flexibele
rapporteringstool kan informatie verkregen worden op het niveau van de individuele medewerkers, de verschil-
lende clusters of de gehele organisatie.
Duurzaamheid mag voor Leiedal geen vaag begrip zijn, maar moet een concrete invulling krijgen in de activitei-
ten van de intercommunale. In 2002 heeft Leiedal samen met het Centrum voor Duurzame Ontwikkeling van
de Universiteit Gent een regionale barometer opgesteld, die een globaal beeld biedt van duurzaamheidsaspec-
ten aan de hand van diverse indicatoren.
Maar ook binnen de eigen werking en projecten van de intercommunale is duurzaamheid belangrijk. In 2003
heeft Ecolife op vraag van Leiedal een gedragsscan uitgevoerd naar het milieugedrag van de Leiedal-medewer-
kers op kantoor. Daarbij kwamen diverse aspecten aan bod: energie- en papierverbruik, duurzame aankopen,
intern hergebruik, etc. Uit de verwerking van de gegevens bleek dat Leiedal, ondanks een hoog milieubewust-
zijn, eerder middelmatig scoort in concreet gedrag. De resultaten van de gedragsscan geven de knelpunten en
de verbeteringsmogelijkheden weer op het vlak van interne milieuzorg. De bedoeling bestaat erin dat een in-
terne werkgroep (ecoteam) in de toekomst de nodige stimulansen biedt voor verder milieuvriendelijk gedrag.
19
2003 V E R S L A G VA N D E R A A D VA N B E S T U U R - O R G A N I S AT I E E N F I N A N C I Ë N
1.7.1 ACTIVA
De materiële vaste activa hebben een netto-boekwaarde van 810.213 euro, in hoofdzaak voor het kantoorge-
bouw van Leiedal en het doorgangsgebouw in Wevelgem. De financiële vaste activa bedragen 460.704 euro en
zijn toegenomen met 125.000 euro ingevolge de participatie van Leiedal in Kortrijk Xpo.
De voorraad gronden had eind 2003 een boekwaarde van 15.581.472 euro:
- 14.286.918 euro in bedrijventerreinen;
- 808.904 euro in herwaarderingsprojecten;
- 485.650 euro in woonzones.
De voorraad is gefinancierd:
- voor 9.044.746 euro met leningen;
- voor 6.536.726 euro met eigen middelen.
De laatste jaren kan Leiedal opnieuw behoorlijk investeren in nieuwe immobiliaire realisaties. In 2003 waren er
voor 3.022.727 euro investeringen: 1.425.077 euro voor de aankoop van gronden, 1.190.694 euro voor infra-
structuurwerken, 269.229 euro intresten en 137.727 euro aangerekende vergoeding voor de aanwending van
eigen middelen.
(C) BELEGGINGEN
20
2003 V E R S L A G VA N D E R A A D VA N B E S T U U R - O R G A N I S AT I E E N F I N A N C I Ë N
1.7.2 PASSIVA
Na verwerking van het winstsaldo van het boekjaar bedragen de eigen middelen, i.e. het kapitaal en de reser-
ves, 7.866.450 euro. Ingevolge de uittreding van de private vennoten is het geplaatste kapitaal verminderd
met circa 290.000 euro; ingevolgde de betaalde meerwaarden zijn de reserves met 183.000 euro gedaald.
De voorzieningen voor risico’s en kosten bedroegen op 31 december 2003 4.623.934 euro en zijn als volgt sa-
mengesteld:
- voorziening voor kosten voor de realisaties: 4.311.652 euro;
- voorziening voor herstelling en groot onderhoud kantoorgebouw: 1.151 euro;
- voorziening voor streekontwikkelingsprojecten: 6.197 euro;
- voorziening voor te verwachten verliezen bij de opmaak van de gemeentelijke ruimtelijke structuurplannen:
154.934 euro;
- voorziening voor reconversie van bedrijventerreinen: 150.000 euro.
In 2001 werd een voorzieningrekening aangelegd van 619.748 euro voor nog te verwachten verliezen voor de
opmaak van de gemeentelijke ruimtelijke structuurplannen. De reële kostprijs voor de opmaak van deze plan-
nen overschrijdt immers de contractueel vastgelegde erelonen. In 2003 werd deze voorziening aangewend
voor een bedrag van 154.933 euro.
In het kader van het financieel plan 2002-2007 werd de optie genomen om een fonds voor reconversie van be-
staande bedrijventerreinen te vormen. In 2003 werd voor het eerst een bedrag van 150.000 euro toegevoegd
aan de daartoe bestemde voorzieningrekening.
(C) LENINGEN
In 2003 werden voor 1.923.123 euro nieuwe kredieten opgenomen, met name voor:
- de grondverwerving voor de uitbreiding van het bedrijventerrein Gullegem-Moorsele: 148.736 euro;
- de infrastructuurwerken voor de artisanale verkaveling Moen - Spinnerijstraat: 227.218 euro;
- de infrastructuurwerken voor de uitbreiding van de KMO-zone Jagershoek in Vichte: 222.406 euro;
- de grondverwerving voor de KMO-zone Oude Spoorweg in Sint-Denijs: 86.763 euro;
- de grondverwerving voor de dienstenzone Beneluxlaan in Hoog-Kortrijk: 788.000 euro;
- de terugbetaling van de uitgetreden private vennoten: 450.000 euro.
In 2003 heeft Leiedal 187.200 euro afgelost van bestaande leningen, met de opbrengst uit de verkoop van
gronden. Op 31 december 2003 bedroeg het uitstaande bedrag van de leningen voor realisaties 9.044.746
euro.
21
2003 V E R S L A G VA N D E R A A D VA N B E S T U U R - O R G A N I S AT I E E N F I N A N C I Ë N
Uitstaand bedrag
Het boekjaar 2003 werd afgesloten met een winstsaldo van 36.530 euro.
De omzet uit de verkoop van gronden bedroeg 3.278.181 euro, waarvan 3.224.949 euro in bedrijventerreinen en
53.232 euro in woonzones. Uit deze grondverkopen werd een saldo gerealiseerd van 1.352.241 euro, waarvan:
- 426.246 euro voor de financiering van de werkingskosten van de cluster ‘immobiliaire projectontwikkeling’;
- 287.303 euro bestemd als algemene inkomsten, waarmee o.m. de dienstverlening aan de gemeentebestu-
ren en de streek mede worden gefinancierd;
- 638.692 euro winstsaldo.
De totale bedrijfsopbrengsten bedroegen 6.352.428 euro. Naast de inkomsten uit realisaties zijn de belang-
rijkste rubrieken hier de betaalde opdrachten, de bijdragen van de gemeentebesturen en de subsidies voor
infrastructuurwerken en voor Europese projecten.
De besteding van de voorzieningrekening die Leiedal in 2001 heeft gevormd voor verwachte verliezen bij de op-
maak van de gemeentelijke structuurplannen, heeft het resultaat van 2003 in positieve zin beïnvloed voor een
bedrag van 154.933 euro. De toevoeging aan de nieuwe voorzieningrekening voor reconversie van bestaande
bedrijventerreinen heeft het resultaat van 2003 verminderd met 150.000 euro.
De bedrijfswinst van 196.989 euro wordt verhoogd met de financiële opbrengsten van 277.674 euro en vermin-
derd met de financiële kosten (412.108 euro) en de ingehouden roerende voorheffing (26.024 euro). Dat levert
22
2003 V E R S L A G VA N D E R A A D VA N B E S T U U R - O R G A N I S AT I E E N F I N A N C I Ë N
een positief resultaat van het boekjaar op voor een bedrag van 36.530 euro. Deze winst wordt toegevoegd aan
de reserves.
Het Beleidsplan 2002-2007 bevat tevens een financieel plan voor de periode tot 2007. Dit financieel plan is een
streefdoel, een referentiekader, waarbij de volgende doelstellingen worden nagestreefd:
- een duidelijke toewijzing van kosten en opbrengsten;
- financiële responsabilisering van elke cluster;
- een duidelijke definiëring van de soorten dienstverlening die gefinancierd worden vanuit de algemene in-
komsten van Leiedal;
- een duidelijke definiëring van de uitgaven die gefinancierd worden vanuit de reservefondsen van Leiedal
(ICT-dienstverlening, streekprojecten);
- een gemiddeld te behalen verkoop van gronden van 6,5 ha/jaar (haalbaar vanaf 2004);
- een vooraf bepaald te behalen bedrag aan betaalde opdrachten voor elke cluster, zodat elke dienst self-sup-
porting is;
- het boekhoudkundig verlies beperken tot de uitgaven die gefinancierd worden vanuit de reservefondsen;
- de vorming van een fonds voor recyclage van bestaande bedrijventerreinen en vernieuwende projecten.
1.7.5 TOETSING VAN HET RESULTAAT AAN DE DOELSTELLINGEN VAN HET FINANCIEEL PLAN 2002-2007
Het totale pakket aan te financieren werkingskosten bedroeg in 2003 3.252.472 euro, waarvan:
- 3.073.166 euro gewone uitgaven om de medewerkers en bestuurders van de intercommunale te vergoeden
en om het instituut Leiedal te laten functioneren;
- 179.306 euro buitengewone uitgaven om een aantal specifieke (streek-)projecten te financieren.
De gewone uitgaven worden zo nauwkeurig mogelijk toegewezen aan de verschillende diensten van Leiedal,
met name:
- het instituut Leiedal;
- de cluster ‘immobiliaire projectontwikkeling’;
- de cluster ‘stedenbouwkundig ontwerp en advies’;
- de cluster ‘milieu en natuur, toerisme en recreatie’;
- de cluster ‘informatie en netwerking’.
23
2003 V E R S L A G VA N D E R A A D VA N B E S T U U R - O R G A N I S AT I E E N F I N A N C I Ë N
Verminderd met de gewone uitgaven van 3.073.166 euro, levert dit een positief saldo op van 445.007 euro. Dit
saldo kan toegevoegd worden aan het fonds voor reconversie van bestaande bedrijventerreinen.
1.7.6 RESERVEFONDSEN
Het fonds voor streekontwikkeling werd in 1990 opgericht voor de financiering van streekprojecten. In het
verleden heeft Leiedal het in hoofdzaak aangewend voor de financiering van externe kosten. Het fonds werd
sindsdien jaarlijks aangevuld met de intresten uit belegde kapitalen. Op die manier bedroeg het begin 2002
nog 692.424 euro.
In het Beleidsplan 2002-2007 werd beslist om het fonds voor streekontwikkeling aan te vullen tot 1.240.000
euro.
3. Automatisering alarmcentrale
35.457 --- --- --- --- ---
101
5. Studie telecommunicatie-
42.865 --- --- --- --- ---
behoeften
10. Werking vzw Hoog-Kortrijk 125.806 7.437 7.437 --- --- ---
12. Werking Sociaal Euroloket 29.747 --- --- --- --- ---
24
2003 V E R S L A G VA N D E R A A D VA N B E S T U U R - O R G A N I S AT I E E N F I N A N C I Ë N
24. Restauratie Preetjes Molen 24.789 --- --- --- --- ---
33. Bijdrage vzw Mobiel --- --- --- 7.437 --- ---
34. Studie
--- --- --- 22.466 34.477 1.071
duurzaamheidsbarometer
37. Werking vzw Rebak --- --- --- --- 24.789 24.789
38. Huis van de Streek --- --- --- --- 2.593 ---
39. Project Buda-Eiland Kortrijk --- --- --- --- 812 12.500
41. STEM-project uitbreiding LAR --- --- --- --- --- 5.798
42. Interreg IIIA - fietsnetwerk --- --- --- --- --- 9.419
44. Interreg IIIB - HST --- --- --- --- --- 1.438
46. Beeld van de streek --- --- --- --- --- 17.920
(2) stand bij oprichting fonds voor streekontwikkeling in 1990 1.239.468 euro
(3) totale bestedingen in de periode 1990-2002 1.315.272 euro
(4) totale intresten in de periode 1990-2002 768.228 euro
(5) stand fonds voor streekontwikkeling op 01/01/2002 692.424 euro
(6) nieuwe stand ingevolge aanvulling (Beleidsplan 2002-2007) 1.240.000 euro
(7) bestedingen in 2002 109.367 euro
(8) bestedingen in 2003 130.755 euro
(9) stand fonds voor streekontwikkeling op 31/12/2003 999.878 euro
(B) ICT-FONDS
Het ICT-fonds werd in 2000 opgericht om de ontwikkeling van nieuwe technologieën in de gemeentebesturen
te begeleiden. Begin 2000 bedroeg het 620.000 euro, waarvan jaarlijks 74.400 euro voor personeelskosten
en 49.600 euro voor additionele (externe) kosten worden aangewend. Begin 2002 was er nog 496.000 euro
beschikbaar. In het Beleidsplan 2002-2007 werd beslist om dit fonds aan te vullen tot 744.000 euro, voor
de financiering van de kosten in de komende jaren. Op die manier kunnen de ICT-activiteiten van Leiedal
25
2003 V E R S L A G VA N D E R A A D VA N B E S T U U R - O R G A N I S AT I E E N F I N A N C I Ë N
volwaardig ontwikkeld worden tot 2007. In 2003 werd een bedrag van 127.721 euro aangewend uit het ICT-
fonds, met name:
- 103.000 euro voor interne werkingskosten;
- 24.721 euro voor externe uitgaven.
(C) GROENFONDS
Het groenfonds werd in 1996 opgericht en bedraagt 496.000 euro. In het verleden heeft Leiedal dit fonds
slechts in zeer beperkte mate aangewend (een bijdrage voor de aankoop van het Bassegembos en de kosten
voor de Scheldemeersen in Avelgem: 2 x 9.916 euro). In de toekomst zal het groenfonds o.m. worden besteed
aan projecten in het kader van de valorisatie van de open ruimte en landschapsopbouw, etc.
In 2002 kon Leiedal een eerste aanzet geven voor de vorming van een nieuw fonds voor reconversie (recy-
clage) van bestaande bedrijventerreinen, voor een bedrag van 244.550 euro (het winstsaldo uit de verkoop van
gronden).
In 2003 bedraagt het resterend winstsaldo 445.007 euro. Het gecumuleerde saldo bestemd voor het fonds
voor reconversie van bestaande bedrijventerreinen bedraagt bijgevolg 689.557 euro. Op de passsiefzijde van
de balans is dat als volgt terug te vinden:
- 150.000 euro op de voorzieningrekening;
- 539.557 euro als deel van de reserves.
26
2003 V E R S L A G VA N D E R A A D VA N B E S T U U R - W E R K G E B I E D E N
2 WERKGEBIEDEN
2.1 BEDRIJVENTERREINEN
- De realisatie van bedrijventerreinen blijft een kernactiviteit van Leiedal; de intercommunale wil de
bedrijventerreinen zo veel mogelijk zelf realiseren.
- Nieuwe accenten:
° publiek-private samenwerking: o.m. bedrijfsverzamelgebouwen, “shared facilities”, organisatie
“park management”;
° nadruk op reconversie (recyclage) bestaande terreinen (oprichting fonds voor reconversie);
° nadruk op kwaliteit en duurzaamheid;
° specifieke bedrijventerreinen moeten hoogwaardige tewerkstelling aantrekken.
- Te onderzoeken:
° aanbodbeleid op het niveau van de grensoverschrijdende metropool;
° behoeftebepaling op middellange termijn.
In 2003 heeft Leiedal 5,5 ha gronden verkocht op negen verschillende bedrijventerreinen. Hiermee werd een
omzet gerealiseerd van 3,2 miljoen euro.
Nieuwe contacten met 176 182 177 161 153 130 110 97 98
bedrijven
Totale oppervlakte (ha) 11,60 14,70 10,07 5,45 12,22 11,98 5,88 5 5,52
waarvan:
- nieuwe vestigingen (ha) 11,17 12,85 7,92 2,29 5,1 10,14 2,61 2,58 5,51
- uitbreidingen (ha) 0,43 1,85 2,15 2,48 5,1 1,84 3,27 2,42 0,01
- overige (ha) (*) -- (-0,61) -- (-1,29) 1,19 2,06 6,06 (-1,36) 2,25
27
2003 V E R S L A G VA N D E R A A D VA N B E S T U U R - W E R K G E B I E D E N
Bedrijventerrein Harelbeke-Stasegem
- 1 verkoopakte van 47 m² in het kader van de regularisatie van het openbaar domein;
- algemene nazorg (o.m. adviseren bouwaanvragen).
Bedrijventerrein Heule-Kuurne
- 1 verkoopakte voor een oppervlakte van 3.670 m² - in het kader van de realisatie van een doortrekkerster-
rein door de stad Kortrijk;
- algemene nazorg (o.m. adviseren bouwaanvragen).
28
2003 V E R S L A G VA N D E R A A D VA N B E S T U U R - W E R K G E B I E D E N
Researchpark - Hoog-Kortrijk
- opvolging van de lopende procedure tot vernietiging van de gewestplanwijziging die door buurtbewoners
werd ingediend bij de Raad van State.
29
2003 V E R S L A G VA N D E R A A D VA N B E S T U U R - W E R K G E B I E D E N
Loskade - Desselgem
- snel verkennend onderzoek uitgevoerd op vraag van het stadsbestuur van Waregem naar de opwaardering
van de bestaande loskade en een mogelijke samenwerking tussen de verschillende bedrijven.
Zwevegem - Knokke
- snel verkennend onderzoek uitgevoerd op vraag van het gemeentebestuur van Zwevegem naar de moge-
lijkheden tot reconversie en optimalisering van het bestaande onderbenutte bedrijventerrein.
30
2003 V E R S L A G VA N D E R A A D VA N B E S T U U R - W E R K G E B I E D E N
31
2003 V E R S L A G VA N D E R A A D VA N B E S T U U R - W E R K G E B I E D E N
2.1.4 EVALUATIE
Na een lange periode van schaarste aan gronden voor bedrijfsvestiging heeft de Kortrijkse regio opnieuw
een concreet uitzicht op zo’n 333 ha nieuwe bedrijventerreinen. 205 ha daarvan zijn reeds bestemd in het
Gewestplan Kortrijk. Voor de overige terreinen is de procedure tot bestemming lopende, in het dossier voor
de afbakening van de regionaal- en kleinstedelijke gebieden en vanuit het proces voor de opmaak van de ge-
meentelijke structuurplannen. Samen met de betrokken gemeentebesturen stelt Leiedal alles in het werk om
de nieuwe bedrijventerreinen uit het Gewestplan Kortrijk spoedig te realiseren. Binnen de drie jaar zullen op
die manier circa 150 ha nieuwe terreinen verkoopsklaar komen; op middellange termijn komen daar nog eens
55 ha bij.
Twee nieuwe zones konden reeds op de markt worden gebracht: de KMO-zone Esserstraat in Zwevegem (2002)
en de uitbreiding van de KMO-zone Jagershoek in Vichte (2003). In de Jagershoek konden vorig jaar reeds
zeven bedrijfspercelen worden verkocht, voor een totale oppervlakte van 17.783 m². Daarnaast werden vorig
jaar drie nieuwe vestigingen genoteerd in de Esserstraat. Opvallend in de grondverkoop vorig jaar was ten
slotte ook de vestiging van vier bedrijven op het bedrijventerrein Vliegveld Wevelgem-Bissegem, dat gereser-
veerd blijft voor luchtvaartgebonden activiteiten. Daar werden 16.327 m² bedrijfsgronden verkocht.
Voor de realisatie van de overige nieuwe bedrijventerreinen uit het Gewestplan Kortrijk, heeft Leiedal in 2003
6,3 ha gronden aangekocht, onder meer aan de Beneluxlaan in Hoog-Kortrijk, in Gullegem-Moorsele en aan de
Oude Spoorweg in Sint-Denijs.
32
2003 V E R S L A G VA N D E R A A D VA N B E S T U U R - W E R K G E B I E D E N
A. Lokale bedrijventerreinen 50 ha
(vast te leggen in de gemeentelijke ruimtelijke structuurplannen)
B. Regionale bedrijventerreinen 38 ha
(beschikbaar bij de goedkeuring van het afbakeningsvoorstel)
C. Transport-logistieke zone 30 ha
(precieze locatie nog te bepalen)
TOTAAL 333 ha
Kwaliteit en duurzaamheid
Bij de realisatie van nieuwe bedrijventerreinen gaat een grote aandacht uit naar aspecten van kwaliteit en
duurzaamheid. Op dat vlak heeft Leiedal in 2003 verschillende acties kunnen ondernemen.
Zo zal met een pilootproject voor het bedrijventerrein Heule-Kuurne de eerste stap gezet worden voor de re-
conversie (verduurzaming) van bestaande bedrijventerreinen. Samen met de intercommunale wvi en de GOM
West-Vlaanderen heeft Leiedal hiertoe een projectvoorstel uitgewerkt in het kader van het PIAV-programma
van de Vlaamse overheid, met cofinanciering vanuit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (globale
tussenkomst in de kosten van 85%). Via dit project zullen een halftijds parkmanager en een milieuclusteraar
aangeworven kunnen worden, die de gevestigde bedrijven bevragen, mogelijke knelpunten detecteren en voor-
stellen uitwerken voor een duurzame samenwerking. Tevens zullen een aantal concrete ingrepen op het terrein
kunnen worden uitgevoerd (o.m. om de veiligheid van de zachte weggebruikers te verhogen).
In het kader van het streekeigen management van de Vlaamse overheid werkt Leiedal samen met architecten-
bureau Coussée en Goris ook een conceptstudie uit voor de realisatie van een bedrijfsverzamelgebouw in de
KMO-zone Esserstraat in Zwevegem. Door concentratie van diverse bedrijven in één gebouw kan de schaarse
ruimte op bedrijventerreinen optimaal worden benut. In dit STEM-project wordt ook een markteconomische
studie uitgewerkt, die moet uitwijzen of de realisatie van een bedrijfsverzamelgebouw haalbaar is in Zuid-West-
Vlaanderen.
33
2003 V E R S L A G VA N D E R A A D VA N B E S T U U R - W E R K G E B I E D E N
Ongetwijfeld de meest in het oog springende realisatie in de komende jaren wordt de ontwikkeling van het 84 ha
groot bedrijventerrein Delta. Dat bestaat uit drie aanpalende bedrijventerreinen langs de E17 op het grond-
gebied van Kortrijk, Harelbeke en Zwevegem en behoort tot een ruimer plangebied van zo’n 280 ha, waartoe
twee bestaande bedrijventerreinen (Kanaalzone en Kapel ter Bede) en enkele nog te ontwikkelen deelgebieden
(Keizerstraat en gedeelte Kapel ter Bede) behoren. Om dit plangebied te ontwikkelen, werd een publiek-private
samenwerking opgezet tussen enerzijds Kortrijk, Harelbeke en Zwevegem (met Leiedal als technische part-
ner) en anderzijds de Groep Koramic (als belangrijke grondeigenaar) en hun technische partner Wilma Project
Development. Voor het globale plangebied werd intussen een voorstel van ruimtelijk concept uitgewerkt; het
gedeelte van het bedrijventerrein Delta is op vandaag in voorbereiding.
Het bedrijventerrein Delta wordt ontwikkeld met een specifieke aandacht voor hoogwaardige aanleg, inrichting
en activiteiten. De doelgroep bestaat concreet uit bedrijven actief in lichte productie, bouw, transport en op-
slag (value added logistics), groothandel, zakelijke diensten gekoppeld aan productie, en consumptiegerichte
diensten ten behoeve van het bedrijventerrein. In een eerste fase zullen circa 40 ha bruto-oppervlakte van het
terrein gerealiseerd worden in Kortrijk en Harelbeke. Gehoopt wordt dat de infrastructuurwerken voor deze
fase medio 2005 van start kunnen gaan, zodat de gronden in de loop van 2006 op de markt kunnen komen.
Beneluxlaan Hoog-Kortrijk
Een tweede belangrijke ontwikkeling is de gemengde zone voor diensten en handel Beneluxlaan op Hoog-
Kortrijk. Deze zone vormt een belangrijke regionale ontwikkelingspool voor tertiaire activiteiten: diensten,
kantoren en handel. Na een lange en moeizame bestemmingsprocedure (o.m. door opeenvolgende hernemin-
gen van gewestplanwijzigingen) kan de concrete realisatie van dit terrein nu in het vooruitzicht worden gesteld.
Begin 2004 worden de infrastructuurwerken aanbesteed. De uitvoering van de terreinwerken wordt voorzien in
de zomer van 2004. Inmiddels zijn reeds onderhandelingen lopende voor de vestiging van grootschalige handel
(o.m. Decathlon) op een gedeelte van het terrein. De overige gronden worden gereserveerd voor kantoren en
diensten, als uitbreiding van het Kennedypark. De nieuwe vestiging van Amelior, opleidings- en adviescentrum
voor kwaliteitszorg en organisatiemanagement, wordt de pionier op dit nieuwe kantorenpark.
34
2003 V E R S L A G VA N D E R A A D VA N B E S T U U R - W E R K G E B I E D E N
In 2003 kon Leiedal het voorbereidende dossier afwerken voor de optimalisatie van de spoorwegterminal op
de LAR. Het transportcentrum LAR biedt sinds 1985 ondersteuning aan de belangrijke bedrijfsondersteunende
cluster van transport, opslag, expeditie en logistieke diensten. Op de bruto-oppervlakte van ruim 75 ha zijn
een 55-tal bedrijven gevestigd die actief zijn in de transport-logistieke sector. Daarbij speelt de spoorwegter-
minal voor de overslag van weg- naar spoorvervoer uiteraard een belangrijke rol. Wil deze spoorwegterminal
ook in de toekomst efficiënt blijven functioneren, vooral wat betreft de behandeling en het vervoer per spoor
van containers, dan zijn een betere infrastructuur en een uitbreiding noodzakelijk.
Enkele jaren geleden reeds besliste Leiedal om de spoorwegterminal te optimaliseren, in het bijzonder om een
spoorcontainerterminal aan te leggen. Op basis van een eerste concept heeft de intercommunale toen een
verkennend onderzoek uitgevoerd naar de commerciële en financiële haalbaarheid, met raadpleging van een
aantal belangrijke marktactoren. Rekening houdend met de conclusies daarvan werd het concept verder uit-
gediept en verfijnd. Het omvat o.m. de uitbreiding van de bestaande terminal aan weerszijden van de sporen
(voor de behandeling van containers aan de kant van de E17 en voor de behandeling van conventionele goede-
ren aan de kant van de LAR) en de aanleg van een geoptimaliseerde goederenkoer. Het infrastructuurdossier
voor deze werken is intussen ingediend voor bouwaanvraag.
Voor de exploitatie van de terminal zoekt Leiedal een professioneel bedrijf dat, op eigen verantwoordelijkheid
en onder welbepaalde voorwaarden, de organisatie, de werking en de ontwikkeling van de spoorcontainerter-
minal op zich neemt en dat instaat voor de containerbehandeling, zowel voor eigen containers als voor die van
derde klanten. De aanstelling van deze exploitant zal in 2004 gebeuren aan de hand van een publieke selec-
tieprocedure.
(A) BEDRIJVENTERREINEN WAARVAN DE GRONDEN IN EIGENDOM ZIJN VAN LEIEDAL EN DIE BOUWRIJP BESCHIKBAAR ZIJN
(IN HA)
SPECIFIEKE BEDRIJVENTERREINEN
35
2003 V E R S L A G VA N D E R A A D VA N B E S T U U R - W E R K G E B I E D E N
(B) BEDRIJVENTERREINEN IN REALISATIE, WAARBIJ LEIEDAL INSTAAT VOOR DE GRONDUITGIFTE (IN HA)
SPECIFIEKE BEDRIJVENTERREINEN
(C) BEDRIJVENTERREINEN DIE DOOR LEIEDAL WORDEN GEREALISEERD IN SAMENWERKING MET DE GRONDEIGENAAR (IN HA)
bruto-
oppervlakte
SUBTOTAAL 52,5
SPECIFIEKE BEDRIJVENTERREINEN
SUBTOTAAL 10,0
bruto-
oppervlakte
REGIONALE BEDRIJVENTERREINEN
Delta - Harelbeke 25
Delta - Zwevegem 19
ALGEMEEN TOTAAL 44
36
2003 V E R S L A G VA N D E R A A D VA N B E S T U U R - W E R K G E B I E D E N
St. Eloois-Vijve
18 D E
26 Hulste
I
LENDELEDE Desselgem
Bavikhove WAREGEM
Beveren-Leie
22
F
Oost-Vlaanderen
HARELBEKE 17 G
KUURNE
2a
2b A
23 1
Gullegem Heule
21 DEERLIJK 8b
Moorsele 8a Vichte ANZEGEM
15
Bissegem 29
3 19 9
14 KORTRIJK Ingooigem
C WEVELGEM Kaster
5 10 Tiegem
30 27 31
MENEN 6
Marke Otegem
B 24 Kerkhove
4 ZWEVEGEM
25 Lauwe
Heestert Waarmaarde
13
Aalbeke 28 AVELGEM
Bellegem
Moen
Rekkem Rollegem 11
12
St. Denijs Outrijve
Bossuit
Hainaut
7
Kooigem
FRANCE Helkijn
SPIERE-HELKIJN 0 2 4 km
H
Spiere
BEDRIJVENTERREINEN LEIEDAL
BEDRIJVENTERREINEN ANDERE
Gepland of in realisatie bruto opp. Uitverkocht OPENBARE BESTUREN
37
2003 V E R S L A G VA N D E R A A D VA N B E S T U U R - W E R K G E B I E D E N
Aalbeke 23.411 -- -- --
11.542 (3)
1.236 (1) --
28 (2) --
7.203 (1)
15 (4)
Gullegem-Moorsele 460.321 --
(uitbreiding)
Harelbeke Delta -- -- -- --
Kortrijk Delta -- -- -- --
Kortrijk Researchpark -- -- -- --
1.044 (3)
38
2003 V E R S L A G VA N D E R A A D VA N B E S T U U R - W E R K G E B I E D E N
987 (1) --
5.887 (1)
5.987 (2)
Zwevegem Delta -- -- -- --
12.586 (3)
15 (4)
(1) ondergrond (2) bovengrond (3) concessie (4) recht van opstal
De recent gerealiseerde
KMO-zone Waterven
in Bissegem-Heule.
39
2003 V E R S L A G VA N D E R A A D VA N B E S T U U R - W E R K G E B I E D E N
Oppervlakte Aantal
in m² verrichtingen
Aankopen
Terugkopen
40
2003 V E R S L A G VA N D E R A A D VA N B E S T U U R - W E R K G E B I E D E N
- De taakstelling van Leiedal op het vlak van lokaal woonbeleid was (nog) niet duidelijk gedefinieerd bij
de goedkeuring van het Beleidsplan 2002-2007. Als doelstelling werd bepaald dat de mogelijke rol en
taak van de intercommunale in de loop van 2002 zouden worden vastgelegd.
- De raad van bestuur van Leiedal besliste in 2002 dat de taakstelling inzake lokaal woonbeleid zal wor-
den aangepakt in integrale samenwerking met het provinciebestuur West-Vlaanderen, via de uitbouw
van een gemeenschappelijke “Regionale Cel Woonbeleid”.
Leiedal verkocht in 2003 twee bouwkavels voor een totale oppervlakte van 739 m²: één kavel in de woonzone
Gasthuisweide in Kuurne en de eerste kavel in de verkaveling Spinnerijstraat in Moen. Hiermee realiseerde de
intercommunale een omzet van 53.232 euro.
Oppervlakte verkocht in 3,75 2,09 3,19 1,01 2,34 1,04 3,21 0,13 0,07
woonzones (ha)
Aantal kavels 52 19 35 20 14 7 29 3 2
Oppervlakte kavels (ha) 3,75 1,09 2,20 1,00 0,48 0,33 1,59 0,08 0,07
Gasthuisweide - Kuurne
- verkoop van 1 bouwkavel voor een totale oppervlakte van 232 m² (na verkoop van een woning gebouwd
door een projectontwikkelaar op de kavel in kwestie);
- overeenkomst afgesloten voor de laatste kavel - zone uitverkocht;
- algemene nazorg (o.m. adviseren bouwaanvragen).
41
2003 V E R S L A G VA N D E R A A D VA N B E S T U U R - W E R K G E B I E D E N
Waregemstraat – Vichte
- haalbaarheidsonderzoeken afgerond;
- opstart van de opmaak van het stedenbouwkundig concept;
- schattingsverslag ontvangen en onderhandelingen met eigenaars opgestart.
In 2002 heeft Leiedal op vraag van het gemeentebestuur van Anzegem een snel verkennend onderzoek uitge-
voerd voor zeven gebieden die in het Gewestplan Kortrijk en/of in een BPA ingekleurd staan als woongebied.
Alle relevante basisinformatie omtrent de diverse ruimtelijke, milieu-technische, financiële en organisatorische
randvoorwaarden voor de realisatie werden verzameld. Daarnaast heeft de intercommunale gesprekken ge-
voerd met de eigenaars van de gronden in kwestie, om na te gaan welke mogelijke knelpunten de realisatie
kunnen verhinderen.
In 2003 heeft Leiedal gepoogd om de realisatie van drie van deze gebieden (Waregemstraat Vichte, Sint-
Antoniusstraat en Verrieststraat Ingooigem) op gang te brengen. Via de tussenkomst van het Comité tot
Aankoop werden onder meer de onderhandelingen voor de verwerving van de gronden opgestart.
Op vraag van de gemeente Kuurne werd in 2003 ook een snel verkennend onderzoek uitgevoerd naar de uit-
breidingsmogelijkheden van de verkaveling Gasthuisweide. Daartoe werden met alle eigenaars van de gronden
gesprekken gevoerd, om inzicht te verkrijgen in hun intenties en verwachtingen.
2.2.3 EVALUATIE
In 2002 heeft Leiedal slechts twee bouwkavels verkocht. Dat hoeft niet te verwonderen, aangezien de intercom-
munale op vandaag maar zeer weinig bouwrijpe gronden beschikbaar heeft in woonzones. Vorig jaar kon de
verkoopsovereenkomst voor de laatste bouwkavel in de Gasthuisweide in Kuurne worden afgesloten, zodat er
momenteel nog slechts één verkaveling in verkoop is, de gemengde verkaveling Spinnerijstraat in Moen. Naast
zes ‘klassieke’ bouwkavels, zijn er in deze zone ook negen kavels waarbij de mogelijkheid (en in sommige gevallen
zelfs de verplichting) bestaat om in de tuinstrook een klein ambachtelijk bedrijf of stapelplaatsen op te trekken.
Door het gebrek aan beschikbare gronden, het grote aantal private huisvestingsinitiatieven en de verminderde
vraag vanuit de aangesloten gemeenten kwamen de activiteiten rond verkavelingen, bouwgronden en woning-
bouw de laatste jaren wat op de achtergrond te staan. Recent hebben meerdere gemeenten evenwel opnieuw
de vraag gesteld dat Leiedal zich weer een stuk pro-actiever zou opstellen op het vlak van lokaal woonbeleid.
Vanuit een onderzoek dat in 2002 werd uitgevoerd naar de concrete verwachtingen van de gemeenten, werd
voorgesteld dat Leiedal deze taak zou aanpakken in integrale samenwerking met het provinciebestuur West-
Vlaanderen, in een gemeenschappelijke Regionale Cel Woonbeleid, met als taak de gemeenten maximaal te
ondersteunen bij de uitbouw van hun lokaal woonbeleid, gronden beschikbaar te maken (zowel planmatig als
op het terrein), de gemeenten te ondersteunen bij kwaliteitsvolle ruimtelijke ingrepen (projectmanagement,
procesbegeleiding) en waar mogelijk en wenselijk kleinschalige voorbeeldprojecten uit te werken.
In 2003 is de Regionale Cel Woonbeleid effectief van start gegaan. Er werden een gemeenschappelijke visie en
aanpak uitgewerkt en afgetoetst bij de betrokken gemeenten en organisaties, waaronder het Welzijnsconsortium
en het RISO. Deze verkenningsfase heeft geresulteerd in een concreet werkprogramma voor 2004, waarbij de
volgende basisopties in acht werden genomen:
- Er wordt gestart met de gemeenten binnen het “leefbaarheidsgebied Leie-Schelde”. Dat vormt immers het
42
2003 V E R S L A G VA N D E R A A D VA N B E S T U U R - W E R K G E B I E D E N
prioritair aandachtsgebied voor het provinciebestuur, vanuit zijn recente “Leefbaarheidsonderzoek van dor-
pen tussen Leie en Schelde”. Eens op kruissnelheid kan de werking worden uitgebreid naar alle gemeenten
van het Kortrijkse.
- Er wordt zoveel mogelijk gewerkt met de bestaande actoren op de lokale, sociale woonmarkt (bouwmaat-
schappijen, sociale verhuurkantoren, private initiatiefnemers). Leiedal noch het provinciebestuur willen in
de plaats treden van deze actoren. De rol van de Regionale Cel Woonbeleid is in de eerste plaats faciliterend
en regisserend.
- Leiedal neemt geen financiële investeringen op zich. Immobiliaire projectinvesteringen kunnen enkel mits
er uitzicht is op een “return-on-investment” of mits kostendekking door bijvoorbeeld de opdrachtgevende
gemeente.
Anzegem - Heirweg 3 75 57 3 57 59 -- 22 -- 22
Avelgem 5 50 78 5 46 80 -- 44 -- 44
Avelgem - Reigershof 2 48 67 2 48 28 -- 28 -- 28
Bavikhove - ‘t Koeksken 8 72 47 8 72 52 -- 32 -- 32
Bellegem - Zwingelweg 1 44 46 1 49 35 -- 13 -- 13
Desselgem - Leiekant 8 94 41 9 00 11 -- -- -- --
Lauwe - Schonekeer 4 83 88 4 82 17 -- 51 -- 51
Lendelede - Langemunte 14 04 26 14 04 27 -- 42 -- 42
Lendelede - ‘t Zaagske 5 38 41 5 66 10 -- 76 -- 76
43
2003 V E R S L A G VA N D E R A A D VA N B E S T U U R - W E R K G E B I E D E N
Moen - Heestertstraat 1 92 33 1 92 33 -- 17 -- 17
Moen - Kanaalzone 1 37 86 1 50 35 -- 15 -- 15
Rekkem - Dronckaertstraat 4 55 37 4 62 93 -- 45 -- 45
Rollegem 8 30 00 8 30 00 -- -- -- --
Sint-Denijs - Kooigemstraat 2 62 66 91 30 -- 11 -- 11
1,27 (2)
Spiere-Helkijn - Waterkeer 1 44 88 1 03 60 -- 18 -- 18
Vichte - Lendedreef 4 19 89 4 14 45 -- 49 6 55
Zwevegem - Kappaert 2 50 33 2 51 51 -- 29 -- 29
AANKOPEN
Ter Schabbe Anzegem 5.576 1
44
2003 V E R S L A G VA N D E R A A D VA N B E S T U U R - W E R K G E B I E D E N
Elektriciteitscentrale Zwevegem
- begeleiding ontwerpweek met internationaal team van jonge ontwerpers - uitwerking van voorstellen voor
de ruimtelijke ontwikkeling van de site;
- toetsing van de diverse ontwikkelingsrichtingen bij de markt en het beleid;
- begeleiding gemeente Zwevegem bij uitwerken STEM-projectvoorstel (in kader van streekeigen manage-
ment Vlaamse overheid);
- indiening Interreg-IIIA-projectvoorstel ‘RECONVER BEL-FRA-NOR’: samenwerking met partners rond pro-
ject Motte-Cordonnier in Armentières;
- verkennend onderzoek naar de commerciële en financiële haalbaarheid van het uitgewerkte concept voor
het gedeelte woongebied;
- principiële beslissing raad van bestuur Leiedal tot verwerving van de gronden palend aan de elektriciteitscen-
trale, in het licht van de realisatie van een woonproject;
- (zie ook bij ‘Stedenbouw’).
Analoog aan de aanpak bij woonprojecten, heeft Leiedal vroeger reeds een methodiek op punt gesteld voor de
ontwikkeling van nieuwe inbreidings- en herbestemmingsprojecten, om op die manier beter tegemoet te kun-
nen komen aan de vragen en de verwachtingen van de aangesloten gemeenten. Een eerste stap in dit proces
bestaat uit de uitvoering van een snel verkennend onderzoek naar de haalbaarheid van een project. Steeds
45
2003 V E R S L A G VA N D E R A A D VA N B E S T U U R - W E R K G E B I E D E N
meer gemeenten doen een beroep op Leiedal om zo’n onderzoek uit te voeren voor al dan niet leegstaande
sites waarvan onduidelijkheid bestaat naar de herbestemmingsmogelijkheden.
Openluchtzwembad Spiere-Helkijn
De gemeente Spiere-Helkijn vroeg Leiedal om de ontwikkelingsmogelijkheden te bestuderen van het open-
luchtzwembad langs de Schelde en zijn onmiddellijke omgeving. Vanuit een analyse van de stedenbouwkun-
dige en technische basisgegevens werden diverse mogelijke scenario’s uitgewerkt, rekening houdend met de
toegankelijkheid en de landschappelijke inkleding en met opgave van de noodzakelijke randvoorwaarden: van
een private invulling (woningen, kantoren), via een publiek-private invulling (bivakplaats, café-restaurant, etc.)
tot een publieke invulling (natuureducatief centrum, museum) of een combinatie daarvan.
46
2003 V E R S L A G VA N D E R A A D VA N B E S T U U R - W E R K G E B I E D E N
Op vraag van de stad Kortrijk en de Stedelijke Woonregie heeft Leiedal diverse scenario’s uitgetekend voor de ziekenhuiscam-
pus aan de Loofstraat, met een gefaseerd tijdsverloop voor de verdere ontwikkeling van de site.
OCMW-gebouwen Vichte
Een snel verkennend onderzoek dat Leiedal in 2002 uitvoerde naar de herbestemming van enkele oude OCMW-
gebouwen in Vichte, bracht enkele potenties en knelpunten aan het licht voor de ruimere omgeving. Dat gaf
aanleiding tot de opmaak van het BPA Vichte nr. 18 - ‘Roodkapje’, dat de realisatie beoogt van reconversie- en
wooninbreidingsprojecten in het centrum van Vichte. Op die manier zullen enkele oude, leegstaande bedrijfs-
panden op een strategische plaats in de kern van Vichte vervangen kunnen worden door kwaliteitsvolle wonin-
gen, analoog aan de aanpak van de oude Bekaert-site in Vichte.
47
2003 V E R S L A G VA N D E R A A D VA N B E S T U U R - W E R K G E B I E D E N
2.3.2 EVALUATIE
Nochtans blijft de begeleiding van complexe inbreidings- en herbestemmingsprojecten voor Leiedal een be-
langrijke uitdaging voor de toekomst. De jongste jaren doen steeds meer gemeenten een beroep op de
intercommunale om een snel verkennend onderzoek en/of een haalbaarheidsonderzoek uit te voeren voor
dergelijke projecten. In een groot aantal gemeenten zijn diverse sites in onbruik geraakt - sites die omwille
van milieuhygiënische, ruimtelijke of technische redenen veelal niet meer in aanmerking komen voor hun oor-
spronkelijke (veelal economische) functie. De methodiek van de snel verkennende onderzoeken biedt hierbij
een hanteerbaar kader om op korte termijn zicht te krijgen op de potenties van de site in kwestie en de finan-
ciële consequenties van de herbestemming. Een verregaande samenwerking tussen de clusters ‘immobiliaire
projectontwikkeling’ en ‘stedenbouwkundig ontwerp en advies’ garandeert telkens geïntegreerde adviezen, die
rekening houden met alle vereiste randvoorwaarden.
Deerlijk - Ovelacq 31 40 29 82
Kortrijk - Vetex 2 33 91 11 29
Totalen 2 65 31 41 11
48
2003 V E R S L A G VA N D E R A A D VA N B E S T U U R - W E R K G E B I E D E N
- Bij de goedkeuring van het Beleidsplan 2002-2007 werd (nog) geen precieze taakstelling opgenomen
voor Leiedal inzake lokale en regionale economie.
- De mogelijke taken van Leiedal dienden onderzocht in twee werkgroepen:
° inzake lokale economie: een intergemeentelijke werkgroep met schepenen en functionarissen, in
samenwerking met het provinciebestuur West-Vlaanderen;
° inzake regionale economie: een werkgroep met vertegenwoordigers van GOM West-Vlaanderen,
Kamer voor Handel en Nijverheid, Unizo, REBAK, gemeenten, Provincie West-Vlaanderen.
De afgelopen jaren is lokale economie een belangrijk beleidsthema geworden voor de gemeenten. Zij wensen
steeds meer eigen economische accenten te leggen en hebben daarvoor veelal een schepen en/of een amb-
tenaar lokale economie aangesteld. Leiedal wil haar aangesloten gemeenten ondersteunen bij de uitbouw
van hun lokaal-economische beleid. In 2002 heeft de intercommunale daarom samen met de Provincie West-
Vlaanderen een intergemeentelijke werkgroep opgericht voor de schepenen en functionarissen bevoegd voor
lokale economie.
De doelstelling bestaat erin een forum te creëren waar Leiedal en het provinciebestuur relevante beschikbare
informatie kunnen doorgeven aan de gemeenten en waar nuttige ervaringen onderling uitgewisseld kunnen
worden. Het is de bedoeling dat de werkgroep uitgroeit tot een referentiegroep voor lokaal-economische
thema’s. Daarom wordt in nauwe relatie gewerkt met de economische wereld (GOM West-Vlaanderen, Kamer
voor Handel en Nijverheid, Unizo, etc.). In 2003 kwam de werkgroep drie keer samen. Daarbij kwamen o.m.
de volgende thema’s aan bod:
- de werking van het KMO-loket in Ronse;
- de ondersteuning van brownfield-ontwikkeling voor de gemeenten in het kader van de samenwerkingsover-
eenkomst milieu;
- het geactualiseerde streekcharter van het streekplatform REBAK;
- de problematiek van leegstand in commerciële centra en van wonen boven winkels;
- het provinciale project “Aanspreekpunt Lokale Economie”.
Tussen december 2001 en april 2003 hebben de Vlaamse overheid, de provincies en de gemeenten het zogehe-
ten kerntakendebat gevoerd. Dit debat had als doel het binnenlands bestuur in Vlaanderen zo goed mogelijk te
organiseren door een duidelijke verdeling van bevoegdheden en taken tussen de drie democratisch verkozen be-
stuursniveaus. Eind april 2003 mondde het kerntakendebat uit in een bestuursakkoord, dat belangrijke gevolgen
heeft o.m. voor de organisatie van het sociaal-economisch overleg op subregionaal niveau. Dat zou voortaan
worden uitgebouwd volgens het model dat al langer op het Vlaamse niveau bestaat met SERV en VESOC.
De besluiten van het kerntakendebat inzake economie en werkgelegenheid zijn er vooral op gericht om bin-
nen de streek een betere afstemming te krijgen tussen het economische beleid en het werkgelegenheidsbe-
leid van de drie overheidsniveaus. Concreet worden de bestaande instrumenten (subregionale tewerkstel-
lingscomités, streekplatformen) beter op elkaar afgestemd en zelfs geïntegreerd in één Erkend Regionaal
Samenwerkingsverband (ERSV). Dit ERSV bestaat uit zijn beurt uit diverse deelstructuren: de SERR’s en de
RESOC’s. In de SERR (Sociaal-Economische Raad voor de Regio) ontmoeten de werkgevers en de werkne-
mers elkaar. In het RESOC (Regionaal Economisch en Sociaal Overlegcomité) overleggen de werkgevers en
49
2003 V E R S L A G VA N D E R A A D VA N B E S T U U R - W E R K G E B I E D E N
de werknemers met de lokale overheden (gemeenten en provincies) en andere levende krachten uit de streek.
Intussen staat het ontwerpdecreet op de erkende regionale samenwerkingsverbanden op de parlementaire
agenda. Tegelijk heeft Vlaams minister Renaat Landuyt de voorbereiding van deze hervormingen op het ter-
rein opgestart, met de Provincie West-Vlaanderen als pilootprovincie (afbakening van streken, vastleggen van
middelen en personeelskader).
Leiedal heeft deze werkzaamheden in 2003 van dichtbij opgevolgd. Op vandaag ziet het er naar uit dat er in
West-Vlaanderen vier SERR’s en vijf RESOC’s zullen komen, met een aparte SERR en een apart RESOC voor
het arrondissement Kortrijk. De zetelverdeling in het RESOC zou er als volgt uit zien: acht mandaten voor de
werkgevers, acht voor de werknemers en acht voor de openbare besturen (hetzij vier voor het provinciebestuur
en vier voor de lokale besturen). Daarnaast is er in het RESOC ook ruimte voor andere levende krachten uit de
streek. Het spreekt voor zich dat in deze samenstelling van het RESOC in het arrondissement Kortrijk, vooral
wat betreft de gemeentelijke mandaten, een belangrijke uitdaging schuilt voor de gemeenten, met name om
tot een aanvaarde, gedragen afvaardiging te komen in deze structuur die zo’n strategische rol vervult voor de
streek. Hier kan een belangrijke taak weggelegd zijn voor Leiedal, als eerste forum voor afstemming van alle
betrokken gemeenten bij dit streekoverleg.
De laatste jaren kwam de industrie in Zuid-West-Vlaanderen onder zware druk te staan met sluitingen, falingen,
herstructureringen, delokalisaties en met de afbouw van werkgelegenheid tot gevolg. Geconfronteerd met deze
ongunstige ontwikkelingen heeft het streekplatform REBAK, in samenwerking met Leiedal, het initiatief genomen
om een denkproces te starten voor de opmaak van een streekstrategie voor de Zuid-West-Vlaamse economie en
industrie. Als aanzet tot dit strategische denkproces werd beslist om een grondige analyse te laten uitvoeren over
de economische situatie van de regio. Deze studie werd uitgevoerd door Prof. Wim Vanhaverbeke, Dr. Peter Cabus
en Filip Meuris. Voor de inhoudelijke input werden een dertigtal ervaringsdeskundigen samengebracht in een
denkgroep: bedrijfsleiders, sociale partners, deskundigen uit het hoger onderwijs, innovatiedeskundigen, etc.
Uit de analyse, die in juni 2003 werd afgewerkt en voorgesteld aan de strategische denkgroep, kwamen een
aantal gunstige en minder gunstige vaststellingen naar boven over de Zuid-West-Vlaamse economie. Die leid-
den alleszins tot het besef dat de regio actief moet inspelen op de kansen die de economische ontwikkelingen
bieden. Om dat doelgericht te kunnen doen, werden zes sleutelsectoren gedefinieerd voor verder analyse, op
basis van streekspecialisatie en omwille van hun belang voor de regio:
- textiel;
- houtverwerking en meubels;
- bouw en aanverwante sectoren;
- machinebouw en gereedschappen;
- groothandel en distributie;
- zakelijke diensten (software, personeelsselectie, bedrijfsadvies).
In elk van deze sleutelsectoren werd in december 2003 een enquête georganiseerd. Daarbij werden in totaal
124 bedrijven gepolst naar samenwerking en netwerking, opleiding en vacatures, innovatie en ontwikkeling,
concurrentiële positionering, attitude bij werknemers, samenwerking met Noord-Frankrijk en het streekimago.
Tevens werd er gepeild naar de kritische succesfactoren, de belangrijkste sterkten en zwakten van de lokale
economie en de belangrijkste bedreigingen en opportuniteiten die zich in de toekomst zullen aanbieden.
Voor iedere sleutelsector zal nu een gesprekstafel georganiseerd worden, met als doel de resultaten van de
enquête verder uit te diepen en na te denken over de mogelijke initiatieven binnen een streekstrategie. De
aanbreng vanuit de enquête en de gesprekstafels zal de aanzet vormen voor de verdere aanpak in 2004, met
het oog op de opmaak van een nieuw strategisch plan en een concreet actieprogramma gericht op een econo-
mische relance van de Zuid-West-Vlaamse regio.
50
2003 V E R S L A G VA N D E R A A D VA N B E S T U U R - W E R K G E B I E D E N
2.5 STEDENBOUW
- Basisdienstverlening: eerstelijnszorg ten aanzien van de gemeenten bij de opmaak van alle steden-
bouwkundige plannen.
- Uit te bouwen specialiteiten:
° deeldomeinen binnen stedenbouw waar nood is aan langetermijnvisie en continuïteit (structuur-
planning);
° projectmanagement van complexe projecten;
° ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP’s, PRUP’s, GRUP’s).
- Specifieke aandacht voor:
° de integratie van de lokale en regionale visie in plannen van andere niveaus;
° begeleiding van de gemeenten bij de uitbouw van hun stedenbouwkundige dienst (vorming, uitwis-
seling stedenbouwkundige ambtenaren, etc.);
° optimaliseren van de interne werking (kwaliteit, efficiëntie).
2003 was voor een groot aantal gemeenten in het arrondissement Kortrijk het jaar van een ver doorgedreven
communicatie omtrent het schets- en voorontwerp van hun gemeentelijk ruimtelijk structuurplan. Daarbij
konden heel wat visies op de toekomstige ruimtelijke ontwikkeling van de gemeenten bediscussieerd en scherp
gesteld worden.
In 2003 werden acht structuurplannen besproken in een structureel overleg met de Provincie West-Vlaanderen
en de Vlaamse overheden. Daarbij wordt het gemeentelijk structuurplan afgestemd op het Ruimtelijk
Structuurplan Vlaanderen en het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan.
Daarnaast hebben de meeste gemeenten vorig jaar ook alle betrokkenen ruim geconsulteerd. Zo hebben
Harelbeke en Lendelede overleg georganiseerd met hun aangrenzende gemeenten, ook buiten het arrondisse-
ment. In de stuurgroepen van alle gemeenten werd het structuurplan getoetst bij de verschillende maatschap-
pelijke sectoren. Bovendien werden in diverse gemeenten, waaronder Avelgem, Harelbeke, Kuurne, Lendelede,
Menen, Spiere-Helkijn, Wevelgem en Zwevegem, inspraakvergaderingen georganiseerd voor de bevolking. Zo
ontstaat een breed maatschappelijk draagvlak, waarbij de inwoners de ruimtelijke toekomstplannen van hun
gemeentebestuur mee kunnen sturen.
Dankzij deze talloze reflectiemomenten mogen de voorontwerpen die Leiedal reeds heeft opgesteld, beschouwd
worden als goed uitgewerkte, heldere documenten. Na beperkte aanpassing van de voorontwerpen zal elke aan-
gesloten gemeente, in navolging van Zwevegem en Avelgem, in 2004 de formele procedure kunnen opstarten.
In 2003 hebben de meeste gemeentebesturen expliciet een aantal kortetermijnacties en -maatregelen gese-
lecteerd voor de realisatie van de gewenste ruimtelijke structuur. Reeds gekende projecten werden bevestigd,
zoals de problematiek van zonevreemde constructies, maar ook nieuwe ruimtelijke accenten en visies werden
naar voor geschoven in het bindende gedeelte van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan. Op die manier
zijn reeds een aantal sleutelprojecten gekend en kan in de komende jaren verder gewerkt worden aan de ruim-
telijke kwaliteit van de Kortrijkse regio.
51
2003 V E R S L A G VA N D E R A A D VA N B E S T U U R - W E R K G E B I E D E N
Voorontwerp
Structureel
Procesnota
Hypothese
Gemeente
gewenste
Startnota
structuur
Ontwerp
ontwerp
Schets-
overleg
Anzegem £ £ £ ¢ ¢
Avelgem £ £ £ ¢ ¢ ¢ ¢
Deerlijk £ £ £ ¢ ¢
Harelbeke £ £ £ ¢ ¢
Kortrijk £ £ £ ¢
Kuurne £ £ ¢ ¢ ¢
Lendelede £ £ £ ¢ ¢ ¢
Menen £ £ ¢ ¢
Spiere-Helkijn £ £ ¢ ¢ ¢
Waregem £ £ ¢ ¢
Wevelgem £ £ £ ¢
Zwevegem £ £ £ £ ¢ ¢ ¢
In 2003 hebben Zwevegem en Avelgem de formele procedure in het structuurplanningsproces kunnen opstar-
ten. Deze procedure begint met een plenaire vergadering, waarop de diverse hogere besturen bevoegd voor
ruimtelijke ordening (Provinciale Planologische Dienst, AROHM Brussel en ROHM Afdeling Brugge) hun formeel
advies uitbrengen bij het voorontwerp van het gemeentelijk structuurplan. Aangezien het structuurplan van
beide gemeenten vooraf reeds twee keer was bespoken in een structureel overleg, kon deze fase vrij vlot
verlopen. Vervolgens werd ook aan de GECORO’s van beide gemeenten (de gemeentelijke commissie voor
ruimtelijke ordening) advies gevraagd bij het voorontwerp.
Vervolgens kon -zowel in Avelgem als in Zwevegem- het ontwerp van gemeentelijk ruimtelijk structuurplan
voorlopig worden vastgesteld door de gemeenteraad, waarna het openbaar onderzoek werd opgestart. Tijdens
dit openbaar onderzoek, dat 90 dagen in beslag neemt, kunnen zowel de inwoners als de naburige Vlaamse
gemeenten en provincies hun adviezen, opmerkingen en bezwaren overmaken. Ook de Bestendige Deputatie
van de Provincie West-Vlaanderen brengt -na raadpleging van de PROCORO, de provinciale commissie voor
ruimtelijke ordening- haar advies uit op het ontwerp van gemeentelijk structuurplan.
De GECORO heeft de belangrijke taak om alle adviezen, bezwaren en opmerkingen te bundelen en te coör-
dineren en om een gemotiveerd advies uit te brengen aan de gemeenteraad, die het structuurplan ten slotte
definitief vast kan stellen. Zwevegem en Avelgem kijken in 2004 alvast hoopvol uit naar de finale goedkeu-
ring van hun ruimtelijke structuurplannen door het provinciebestuur West-Vlaanderen. In 2004 blijft het voor
Leiedal een absolute prioriteit om ook de andere gemeenten te begeleiden in de belangrijkste stappen van deze
formele procedure.
52
2003 V E R S L A G VA N D E R A A D VA N B E S T U U R - W E R K G E B I E D E N
Daarnaast werd op initiatief van de LMCU en de GPCI administratief overleg georganiseerd over het “Plan Local
d’Urbanisme” (PLU) voor Lille Métropole. Ook Leiedal nam aan dit overleg deel. Belangrijke knelpunten werden
in overleg met de stad Menen in een vooradvies kenbaar gemaakt aan de LMCU. Tevens werd afgesproken dat
er tijdens het openbaar onderzoek bij het PLU in 2004 een officieel advies ingediend zal worden, in coördinatie
met de stad Menen, het provinciebestuur West-Vlaanderen en de intercommunales Leiedal en wvi.
De uiteindelijke goedkeuring van de gemeentelijk ruimtelijke structuurplannen zal geen eindpunt vormen, maar
een belangrijk keerpunt voor het lokale ruimtelijke beleid. Als de gemeenten ook aan vier andere voorwaarden
zullen voldoen (met name beschikken over een plannenregister, een vergunningenregister, een register van
onbebouwde percelen en een gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar), zullen zij immers zelf kunnen in-
staan voor het vergunningenbeleid. Het ruimtelijk structuurplan moet ook een algemeen beleidskader bieden
voor het uitwerken van ruimtelijke uitvoeringsplannen, verordeningen en andere maatregelen en acties. In die
zin vormt het structuurplan een strategisch beleidsdocument dat de prioriteiten van het ruimtelijk beleid van
de gemeenten in de komende jaren op het terrein zichtbaar kan maken.
Bij de opmaak van de gemeentelijke ruimtelijke structuurplannen van de twaalf gemeenten van het arrondis-
sement Kortrijk bleek al snel dat er nood was aan een sterke samenhang tussen de verschillende plannen, om
ze als één geheel te kunnen laten functioneren op streekniveau. Om bij de herziening van de gemeentelijke
structuurplannen in de toekomst een geïntegreerde visie op de streek te kunnen incorporeren, heeft Leiedal
het project “beeld van de streek” opgezet, samen met Prof. Bruno De Meulder (OSA+, KU Leuven).
Het ontwikkelingsconcept voor de landschapsopbouw, waaraan Leiedal samen met Prof. Bruno De Meulder werkt, gaat uit van
een morfologische beschrijving van de ontstaansgeschiedenis van het landschap tussen de Leie en de Schelde.
53
2003 V E R S L A G VA N D E R A A D VA N B E S T U U R - W E R K G E B I E D E N
Dit “beeld van de streek” spitst zich toe op twee thema’s die gemeentegrensoverschrijdend én streekbepa-
lend zijn: landschap en mobiliteit. Momenteel komt het thema landschap aan bod. In een eerste fase gaat
de aandacht uit naar het interfluvium tussen de Leie en de Schelde -vanuit landschappelijk oogpunt het meest
waardevolle gebied van het arrondissement Kortrijk- maar het is de bedoeling dat de methodiek later ook toe-
gepast kan worden op andere delen van het arrondissement. Vanuit een analyse van de werkzame krachten
en de opportuniteiten in het interfluvium (landbouw, kleiontginningen, erosiebestrijding, etc.) wordt een ont-
wikkelingsconcept voor landschapsopbouw opgesteld. Op die manier vormt het landschap geen zelfstandig te
verwezenlijken product, maar is het onlosmakelijk verbonden met al wat zich op het terrein voordoet. In 2004
wordt het ontwerpend onderzoek afgerond en kan een discussienota gepresenteerd worden.
Leiedal streeft er ook naar om het stedenbouwkundig onderzoek over de Kortrijkse regio te stimuleren. Daarom
heeft de intercommunale in 2003 de studenten van de GGS-opleiding in Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening
(KU Leuven) verzocht om een eindwerk te maken over het arrondissement Kortrijk. Uit hun analyse bleek
dat de onduidelijke stedenbouwkundige structuur, de informele aanpak en communicatie, en een gebrek aan
stedenbouwkundig beleid op streekniveau bijdragen tot een negatief extern imago. Hun werk bestond er dan
ook in hoofdzaak uit om mogelijkheden te zoeken om dit negatieve imago van de Kortrijkse regio om te buigen.
Dat gebeurde aan de hand van een pleitplan, waarin een aantal radicale stellingen geponeerd worden, met als
hoofddoel om de betrokkenen te wijzen op belangrijke potenties.
De eerste groep focuste zich vooral op de E17 als belangrijke ontwikkelingsband, waaraan diverse vormen van
kwalitatieve bedrijventerreinen werden gekoppeld. Hun project, dat de naam “Dexas” (duurzaam Texas) mee-
kreeg, wil het imago van de streek als economisch knooppunt verbeteren, om op die manier investeringen van
buitenaf aan te trekken. De tweede groep, met als werknaam “Vlas Vegas”, mikte veeleer op de creatie van
een kwaliteitslabel voor de Kortrijkse regio. Een fictief streekorgaan beoordeelt elk project met een regionale
impact en kan er het “Vlas Vegas”-label aan toekennen. Dat label staat dan garant voor de kwalitatieve aan-
pak en meerwaarde van het project. Deze aanpak heeft in het verleden reeds zijn deugdelijkheid bewezen in
het buitenland, bijvoorbeeld bij het IBA Emsher Park in het Duitse Ruhrgebied. Dergelijke oefeningen bieden
inzicht in de manier waarop buitenstaanders de Kortrijkse regio ervaren en vormen tevens een stimulans om in
de streek nieuwe, experimentele vormen van planning te ontwikkelen.
54
2003 V E R S L A G VA N D E R A A D VA N B E S T U U R - W E R K G E B I E D E N
(C) WINVORM
WinVorm (of West-Vlaanderen In Vorm) ontstond als een samenwerkingsinitiatief van de Provincie West-
Vlaanderen en de intercommunales Leiedal en wvi, met als doel de kwaliteit van ruimtelijke ingrepen en re-
alisaties in de provincie te verbeteren. Het initiatief is inmiddels uitgegroeid tot een vormingsreeks van het
provinciebestuur en de wvi, waaraan Leiedal verder participeert. In 2003 werd een vormingscyclus georgani-
seerd rond verkeersgeleiding, het esthetische aspect van functionele realisaties en werklandschappen als een
landschapsarchitectonische opgave, waaraan diverse medewerkers van de cluster ‘stedenbouwkundig ontwerp
en advies’ hebben deelgenomen. Voor 2004 werd een nieuwe cyclus voorbereid.
Samen met het West-Vlaams Economisch Studiebureau heeft Leiedal in 2000 het voorstel van afbakening van
het regionaalstedelijk gebied Kortrijk afgewerkt, in opdracht van het Vlaamse Gewest. Dit document vormde
voor de Afdeling Ruimtelijke Planning van AROHM de basis voor de opmaak van een gewestelijk ruimtelijk
uitvoeringsplan (GRUP). Dit GRUP zal een lijn bepalen die de grens vormt tussen de gebieden waar een bui-
tengebiedbeleid en deze waar een stedelijk-gebiedbeleid gevoerd wordt. Daarnaast worden een aantal opties
juridisch vastgelegd inzake regionale bedrijventerreinen, stedelijke woongebieden, randstedelijke groengebie-
den, kleinhandelszones, stedelijke natuurelementen en recreatieve infrastructuren.
Drie jaar later kon het voorontwerp van dit GRUP eindelijk in plenaire vergadering worden besproken. Tijdens
diverse voorbereidende vergaderingen heeft Leiedal de gemeentebesturen bijgestaan bij de formulering van hun
advies. Samen met de technische diensten van de gemeenten werd het dossier grondig bestudeerd en bespro-
ken en werden alternatieven uitgewerkt. Daarnaast heeft de intercommunale ook zelf een advies geformuleerd
over een aantal streekprojecten, zoals de uitbreiding van het transportcentrum LAR en het plangebied Kortrijk-
Harelbeke-Zwevegem. Deze adviezen werden gebundeld overgemaakt aan het Vlaamse Gewest. Na de plenaire
zitting van 27 juni 2003 werd in Leiedal nog verder overleg gepleegd met AROHM en de afzonderlijke gemeenten
omtrent een aantal specifieke knelpunten.
Ongetwijfeld het meest ingrijpende grootschalige stedenbouwdossier van de laatste jaren in de regio, is de
doortocht van de Leie door de stad Kortrijk. Nadat de aandacht in de voorbije jaren in hoofdzaak moest uit-
gaan naar de zware saneringsproblematiek, kon het dossier in 2003 eindelijk weer gefocust worden op de kern
van de zaak. Vorig jaar kon de eigenlijke bochtafsnijding en de verbreding van de rivier gerealiseerd worden.
Daardoor heeft de Leie op die plaats een breedte gekregen van 32 m in plaats van 16 m en is de rivier bevaar-
baar geworden voor schepen tot 1.350 ton. Ongeveer de helft van het traject is op vandaag afgewerkt.
Vorig jaar kon ook het dossier voor de heraanleg van de directe omgeving goedgekeurd worden. In 2004 wordt
de bouw gestart van de voetgangersbrug ter hoogte van de Collegetoren, naar een ontwerp van ir. Laurent Ney.
Deze 200 m lange, S-vormige brug wordt volledig gedragen door twee pylonen en zal ongetwijfeld een archi-
tecturale en stedenbouwkundige meerwaarde betekenen voor de stad. Iets moeizamer verloopt de her-aanleg
van het Albertpark. Het ontwerp werd een tijd geleden al goedgekeurd, maar de financiering door de Vlaamse
overheid laat verder op zich wachten, gezien de Administratie Waterwegen en Zeewezen het ontwerp te duur
heeft bevonden. Deze discussie wordt hernomen in 2004.
Een laatste project betreft de heraanleg van de Diksmuidekaai, waarin Leiedal een trekkende rol heeft ge-
speeld, samen met de Spaanse architect Jordi Farrando (Barcelona). Oorspronkelijk was er een smal jaagpad
voorzien met gemengd voetgangers- en fietsersverkeer. Al snel bleek echter dat de stad maximaal moet inspe-
55
2003 V E R S L A G VA N D E R A A D VA N B E S T U U R - W E R K G E B I E D E N
len op de nieuwe omstandigheden die de verbrede Leie creëert. Daarom werd ervoor geopteerd om voetgan-
gers en fietsers te scheiden en om langs het water een promenade aan te leggen. Die werd zo vlak en zo leeg
mogelijk gehouden, om te voorkomen dat de grootsheid van de ruimte te veel versnippert. Banken, verlichting
en bomen zijn mee in het ontwerp opgenomen. De aanleg van de Diksmuidekaai wordt in 2004 opgestart en
wordt naar verwachting vóór de zomervakantie afgerond.
Goed te Bouvekerke is een woonproject in Hoog-Kortrijk, dat Leiedal op vraag van de Stedelijke Woonregie
heeft ontworpen samen met de technische dienst van Kortrijk. Het plangebied is circa 3,5 ha groot en ligt in
de perimeter van het regionaalstedelijk gebied Kortrijk. Dat betekent dat er een woondichtheid nagestreefd
wordt van 25 woningen per hectare.
Gezien de ligging van het woongebied, op de kam van Zuid-Kortrijk en aansluitend op het toekomstige beel-
denpark en de nieuwe stedelijke begraafplaats, werd een stedenbouwkundig plan uitgetekend dat afgestemd is
op deze specifieke locatie. Bijzondere aandachtspunten hierbij zijn:
- verscheidenheid van woontypologieën: aaneengesloten bebouwing, vrijstaande bebouwing, meergezinswo-
ningen;
- ruimtelijke verbinding met de omgeving, door gebruik te maken van assen voor de ontsluiting van het plan-
gebied en door het versterken van het uitzicht op het landschap;
- aandacht voor een kwalitatief openbaar domein (fiets- en voetgangersdoorgang, parkeerhaventjes, boom-
gaard).
Op basis van dit stedenbouwkundig plan werd vervolgens een verkavelingsplan ontwikkeld met bijbehorende
voorschriften.
Het Buda-eiland in Kortrijk, gesitueerd tussen de twee Leie-armen, blijft een van de prioritair te ontwikkelen
sites in de stad. Naast andere leeffuncties zal het eiland ook een belangrijke culturele bestemming krijgen,
waarbij artistieke creatie en uitstraling centraal staan. In dit complexe stadsproject heeft Leiedal zowel een
sturende als een ondersteunende taak. In 2003 werd de intercommunale nauwer betrokken bij de uitvoering
56
2003 V E R S L A G VA N D E R A A D VA N B E S T U U R - W E R K G E B I E D E N
van de werken aan de Leieboorden. De stad Kortrijk gaf Leiedal de opdracht om erop toe te zien dat de werken
voor de Leieverbreding niet louter een technisch-infrastructureel dossier vormen, maar dat deze ingrijpende
stedenbouwkundige ontwikkeling ook een meerwaarde betekent voor het Kortrijkse stadslandschap. Het ste-
denbouwkundige concept dat Prof. Bruno De Meulder (KU Leuven) vroeger heeft uitgewerkt in zijn studie, vormt
hierbij de leidraad.
Samen met de stadsdiensten heeft Leiedal in 2003 ook het dossier afgewerkt voor het verkrijgen van de
projectsubsidie, toegekend door de Afdeling Beeldende Kunst en Musea van het Ministerie van de Vlaamse
Gemeenschap. Deze subsidie werd toegekend voor de opmaak van de studie “Buda-eiland”, die als doel heeft
de ontwikkelingsmogelijkheden van het eiland te onderzoeken als centrum voor kunsten voor de stad en de
regio.
Voor een deel van het bedrijventerrein in het plangebied Kortrijk-Harelbeke-Zwevegem zijn de plannen voor
realisatie in uitwerking. Het betreft de zone Deltapark Kortrijk, de zone Deltapark Harelbeke en de zone
Losschaert op het grondgebied van Zwevegem. Deze drie zones vormen samen een eenheid naar voorkomen
en naar bedrijventerreinentypologie.
De zone wordt ingericht als een regionaal gemengd modern bedrijventerrein met een heldere opbouw en met
veel aandacht voor een kwalitatief openbaar domein (dreven, groene ruimtes, fietsroutes). Aan de rand van de
zone werden twee specifieke bestemmingen bepaald:
- Een lokaal gemengd modern bedrijventerrein dat aansluit op het woongebied van Zwevegem. Kleinere per-
celen die gebruik maken van de ontsluitingsinfrastructuur van het regionale bedrijventerrein en een brede
groene buffer met ruimte voor recreatieve functies en fietsverbindingen zorgen voor een goed geïntegreerd
project.
- Een reservegebied voor grootschalige stedelijke functies dat aansluit op de Oudenaardsesteenweg. De zeer
goede zichtlocatie, gesitueerd langs een hoofdas voor openbaar vervoer en meteen te ontsluiten vanaf het
op- en afrittencomplex van de E17 en de R8, maken dit deelgebied uitermate geschikt voor grootschalige
stedelijke functies.
57
2003 V E R S L A G VA N D E R A A D VA N B E S T U U R - W E R K G E B I E D E N
In de structuurschets voor de zone Beneluxlaan op Hoog-Kortrijk is een zone opgenomen waar, naast kantoren
en diensten, ook groothandel en grootschalige kleinhandel worden toegelaten. Inmiddels heeft Decathlon zijn
interesse voor een vestiging aan de Beneluxlaan bevestigd. Toen later ook Carrefour belangstelling toonde om
er een filiaal te openen en de densiteit van dit deelgebied hierdoor zou moeten verhogen, ontstond de noodzaak
aan een masterplan dat zich uitspreekt over de draagkracht van de zone op het vlak van commerciële ruimten,
parkeermogelijkheden, etc.
Daarom werd in 2003 een werkgroep opgericht met vertegenwoordigers van Decathlon, Buro-II (als ontwerper
van de Decathlon-vestiging), Leiedal, de stad Kortrijk en later ook Carrefour. Deze werkgroep heeft als taak
om de mogelijkheden en de beperkingen van de Beneluxlaan als commerciële zone te onderzoeken en, indien
de verdere besprekingen tussen Carrefour en het stadsbestuur tot een uiteindelijke vestiging zouden leiden, te
zorgen voor een eenheid in de commerciële vestigingen. In de werkgroep wordt gezocht naar een totaalcon-
cept voor commerciële ruimten, waarin de voorwaarden zijn vastgelegd inzake densiteit, schaal, positionering
van de gebouwen, ontsluitingsmogelijkheden, niveaus, randvoorwaarden voor de onmiddellijke omgeving en
landschappelijke integratie.
Sinds het najaar van 2002 is Leiedal sterk betrokken bij het dossier voor de reconversie van de vroegere
elektriciteitscentrale van Electrabel in Zwevegem, een project dat ontstaan is op initiatief van het gemeente-
bestuur. In een eerste fase werden de randvoorwaarden voor de nieuwe invulling en de inrichting van de site
vastgelegd. Na een evaluatie van de sterkten en de zwakten van de huidige toestand, werd er een hypothese
van programma geformuleerd. Onder begeleiding van Leiedal heeft een internationaal team van jonge ont-
werpers vervolgens tijdens een studieweek begin 2003 een voorstel van ruimtelijke ontwikkeling voor de site
uitgewerkt, binnen de geschetste randvoorwaarden.
De verschillende ontwikkelingsrichtingen werden nadien afgetoetst met het beleid en met de markt. Uit de
eerste verkennende gesprekken blijkt dat er ernstige interesse bestaat bij verschillende actoren. Concreet
gaat het hierbij over kantoren en vergaderlokalen, congresinfrastructuur, een banketzaal, een restaurant,
58
2003 V E R S L A G VA N D E R A A D VA N B E S T U U R - W E R K G E B I E D E N
receptieruimten, een themacafé in samenwerking met een brouwerij, een kunstgalerij, een tentoonstellings-
ruimte en jeugdaccommodatie. Bovendien werd overeengekomen dat het provinciebestuur West-Vlaanderen
zich zal engageren voor welbepaalde deelopdrachten.
Leiedal heeft het gemeentebestuur van Zwevegem ook begeleid bij de indiening van een STEM-projectvoorstel
bij de Vlaamse overheid, met het oog op cofinanciering in het kader van het streekeigen management. Dit pro-
jectvoorstel is intussen goedgekeurd. Daardoor kon een projectleider worden aangesteld, die de voorbereiding
van de reconversie verder zal coördineren en sturen. Ook worden middelen vrijgemaakt om de onderzoeksre-
sultaten van het project te publiceren.
Eind 2003 hebben de gemeente Zwevegem en Electrabel een overeenkomst bereikt omtrent de eigendoms-
overdracht van de gronden. Leiedal heeft principieel beslist om de gronden palend aan de elektriciteitscentrale
te verwerven, voor de realisatie van een woonproject. Het is de bedoeling dat het concept van de woningen
aansluit bij het woonlint zoals ontworpen in het project van de elektriciteitscentrale. Ten slotte heeft de in-
tercommunale ook het Interreg-IIIA-projectvoorstel ‘RECONVER BEL-FRA-NOR’ ingediend bij het Interreg-se-
cretariaat. Daarmee wordt een samenwerking beoogd met de partners van een gelijkaardig project rond de
verlaten brouwerij Motte-Cordonnier in het Franse Armentières.
2.5.3 BESTEMMINGSPLANNEN
Voor de gemeenten vormt het bijzonder plan van aanleg nog steeds een zeer belangrijk instrument voor het op-
lossen van concrete problemen inzake ruimtelijke ordening. Leiedal treedt daarbij op als ontwerper. Zo heeft
de intercommunale in 2003 in opdracht van de stad Kortrijk het BPA Heule 88 - Stijn Streuvelslaan Oost opge-
start. Bij de opmaak van het vroegere BPA Heule 17 - Stijn Streuvelslaan was de studie omtrent de Heulebeek
nog niet afgerond. Daarom werd het gedeelte aansluitend op de Heulebeek niet opgenomen in het plangebied
van dat BPA en werd beslist om voor dit deel een nieuw BPA op te maken.
Het schetsontwerp dat Leiedal heeft opgemaakt, kan nu de visie omtrent het behoud van het natuurlijke
overstromingsgebied van de Heulebeek en de aanzetten daartoe uit het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan
Kortrijk vastleggen in de BPA-voorschriften:
Zolang de gemeenten niet beschikken over een goedgekeurd ruimtelijk structuurplan, blijft het sectoraal BPA
het enige instrument om een oplossing te bieden voor de vele zonevreemde bedrijven in de regio. De stad
Waregem startte in het najaar 2003 een tweede fase van het sectoraal BPA op, waarbij elf bedrijven om uit-
breiding vragen. Voor de stad Kortrijk werkte Leiedal in 2003 de eerste fase van het sectoraal BPA af tot in de
fase van ontwerp. Na ministeriële goedkeuring in 2004 krijgen 21 bedrijven op die manier rechtszekerheid en
uitbreidingsmogelijkheden. In Anzegem werd de tweede fase goedgekeurd door de gemeenteraad en overge-
maakt voor ministerieel besluit. Ook hier wordt uitbreiding gevraagd voor een twintigtal bedrijven. Het sec-
toraal BPA zonevreemde bedrijven – tweede fase van Lendelede en de tweede fase-bis voor Harelbeke werden
beide ministerieel besluit in het voorjaar 2003.
59
2003 V E R S L A G VA N D E R A A D VA N B E S T U U R - W E R K G E B I E D E N
Eens de gemeenten beschikken over een afgewerkt ruimtelijk structuurplan, kunnen gemeentelijke ruimtelijke
uitvoeringsplannen (RUP’s) worden goedgekeurd. Een probleem waarvoor heel wat gemeenten op korte ter-
mijn zowel een juridische als een ruimtelijke oplossing willen bieden, is dat van de zonevreemde woningen. Om
de aangesloten gemeenten te ondersteunen bij de uitbouw van een lokaal beleid, heeft Leiedal in 2003 gewerkt
aan wat het thematische RUP ‘wonen op de buiten’ wordt genoemd. Deze methodiek biedt het voordeel dat
er relatief snel een oplossing kan worden geboden die beantwoordt aan het beleidskader voor zonevreemde
bebouwing uit de verschillende structuurplannen. Via zo’n thema-RUP kan elke zonevreemde woning immers
rechtszekerheid verkrijgen.
Bij de uitwerking van het beleid voor zonevreemde woningen wordt de huidige regelgeving als basis gebruikt.
Die houdt mogelijkheden in voor het instandhouden, verbouwen, herbouwen en uitbreiden van een zonevreem-
de woning. Het lokale gebiedsgerichte beleid van het structuurplan bepaalt in welke gevallen deze regelgeving
strenger of soepeler moet worden toegepast.
In het voorjaar van 2004 zal Leiedal de ontwikkelde methodiek toetsen bij de hogere overheid en de gemeen-
ten en toepassen op een tweetal gemeenten. Belangrijk daarbij is dat alle gemeenten in eerste instantie over
een correcte en duidelijk inventaris van zonevreemde woningen beschikken. De intercommunale kan hierbij
ondersteunend optreden.
60
2003 V E R S L A G VA N D E R A A D VA N B E S T U U R - W E R K G E B I E D E N
Behandeling
Knelpunten-
voor besluit
Overmaken
Gemeente
bezwaren
Ontwerp
ontwerp
ontwerp
Schets-
Besluit
Voor-
nota
BPA
61
2003 V E R S L A G VA N D E R A A D VA N B E S T U U R - W E R K G E B I E D E N
Behandeling
Knelpunten-
voor besluit
Overmaken
Gemeente
bezwaren
Ontwerp
ontwerp
ontwerp
Schets-
Besluit
Voor-
nota
BPA
voorontwerp
voorontwerp
Bespreking
Inventaris
Gemeente
bedrijven
Ontwerp
ontwerp
Schets-
Tweede
Besluit
Eerste
BPA
62
2003 V E R S L A G VA N D E R A A D VA N B E S T U U R - W E R K G E B I E D E N
2.6 MOBILITEIT
Op vandaag heeft het overgrote deel van de Vlaamse gemeenten het mobiliteitsconvenant met het Vlaamse
Gewest ondertekend. Door dit convenant te onderschrijven, verklaren de verschillende betrokken partners,
i.e. de gemeente, het Vlaamse Gewest, het provinciebestuur en de openbaarvervoermaatschappijen, dat zij de
krachten zullen bundelen om op het niveau van de gemeente tot een doeltreffend mobiliteitsbeleid te komen. Een
eerste stap om zo’n beleid uit stippelen, bestaat erin een gemeentelijk mobiliteitsplan op te maken. Nu ook de
gemeente Deerlijk in 2003 heeft beslist om het convenant te ondertekenen, is inmiddels het volledige arrondis-
sement Kortrijk mee gestapt in het mobiliteitsbeleid van de Vlaamse overheid. Acht gemeenten beschikken reeds
over een goedgekeurd mobiliteitsplan. Voor de vier overige gemeenten begeleidt Leiedal het proces verder.
Gemeenten die over een goedgekeurd mobiliteitsplan beschikken, kunnen de verschillende convenantgebonden
projecten uitvoeren met financiering van het Vlaamse Gewest, zoals de herinrichting van doortochten en de aan-
leg van omleidingswegen. Op vraag van de gemeente Avelgem zal Leiedal in 2004 ook de start- en projectnota
opmaken voor de herinrichting van de doortocht van de gewestweg N8 door het centrum van de gemeente. Op
die manier kan het gemeentelijke mobiliteitsbeleid concreet vorm krijgen dankzij de doelmatige inzet van zowel
Vlaamse als gemeentelijke middelen (van het Vlaamse Gewest in het kader van het mobiliteitsconvenant en van
de gemeente Avelgem voor rioleringswerken bij de heraanleg van de gewestweg). Sinds kort kunnen gemeen-
ten ook zelf trekker worden bij dossiers voor de herinrichting van gewestwegen, van de opmaak van de plannen
tot de aanbesteding van de werken. Het Vlaamse Gewest betaalt de gemaakte kosten nadien terug aan de ge-
meente. De gemeente Avelgem zal het ontwerp van het doortochtproject op die manier zelf prefinancieren.
63