Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven

Bron: Didactisch model van Gelder

Student(e)
Joy Op t Hoog
Mentor
Yvette Lemmens
Klas
1D
Datum
Stageschool St. Antoniusschool
Groep
4A
Plaats
Best
Aantal lln 29
Vak- vormingsgebied: Natuur
Speelwerkthema / onderwerp: Eieren. Het is bijna Pasen, dus dan is het wel leuk en actueel om verschillende principes over eieren uit te leggen.
Persoonlijk leerdoel:
Ik wil in deze les zorgen dat de kinderen met elkaar kunnen experimenteren, ontdekken en overleggen zonder dat het rommelig wordt. Ik ga daarvoor zorgen door
actief mee te doen met de lesactiviteit. Ik wil de kinderen die goed werken complimenteren. Hiermee bevorder ik een positief werkklimaat. Ook wil ik consequent
blijven, houdt een kind zich niet aan de afspraak mag terug naar de klas.
Lesdoel(en):

Evaluatie van lesdoelen:

Kerndoel 41:
De leerlingen leren over de bouw van planten, dieren en mensen en over
de vorm en functie van hun onderdelen.

Hebben de kinderen ontdekt wat het verschil tussen een rauw en een gekookt ei.
Hebben ze geleerd wat de inhoud van een ei is?
Hebben de kinderen iets verrassends ontdekt?

Tussendoel: eierleggende en (levendbarende) dieren.

De kinderen ontdekken zelf de verschillen tussen een rauw en een gekookt
ei. En weten na deze les wat de inhoud van een ei is.
De kinderen zijn na deze les er zich bewust dat de gewone wereld om ons
heen best verassend kan zijn.
De kinderen na deze les hebben plezier in het ontdekken van een ei.

Hebben de kinderen plezier gehad?

Beginsituatie:
In mijn klas zitten 29 kinderen tussen de 7 en 8 jaar. De klas heeft niet zon hele lange concentratie en is snel afgeleid. Ze kunnen ook erg onrustig worden. Ze zijn wel
erg enthousiast. Om het lekker rustig te houden, en de kinderen allemaal mee te laten doen geef ik deze les niet klassikaal maar in kleinere groepjes. Ze zijn op dit
moment ook bezig met moestuintjes. Verder hebben ze geen natuurmethode.
Lesverloop
Tijd

Leerinhoud

Voor de les /
5 min

Inleiding
demonstratie

Didactische handelingen
Leraar
Ik zet de materialen klaar zoals de eieren,
bordjes, plastic zak, werkbladen.

Leeractiviteit
leergedrag leerling(en)
/

Voorkennis ophalen

Wat heb ik in mijn hand? een ei.

Van welk dier is dit ei? een kip.
Wat zit er in het ei ? eiwit en een dooier.
En daar loopt nog een snoer waar is die
voor?
Demonstratie
Hoe kun je erachter komen of een ei rauw of
een gekookt ei zonder open te maken?
Ik geef een paar kinderen twee eieren om te
laten proberen.

Kinderen halen hun kennis op wat ze weten over een ei.

Kinderen geven ideen aan en gaan voorspellen en we

gaan proberen.

Materialen / Organisatie
Eieren,
Plastic zakken
Werkbladen
eieren

Aanrommel
fase

Ik geef de kinderen een gekookt ei en ze

mogen er mee doen wat ze willen.

De kinderen krijgen een ei en gaan uitproberen wat ze met

een ei kunnen.

Gekookte eieren.

10 min

Onderzoek en
resultaten
vastleggen.

Ik deel de enveloppen per tweetallen of

drietallen uit.

De kinderen maken samen een puzzel met hoe het verloop

van een ei gaat. De plaatjes worden binnen de groep
bekeken en besproken. De kinderen leggen in gezamenlijk
overleg de goede volgorde van de puzzel. En bedenken er
een verhaal bij.

Puzzel werkblad
Plastic zak
eieren

Coperatieve
werkvorm:
Puzzel

Ze maken een
werkblad met vragen
Hoe sterk denken jullie dat een ei is?
Wat denk je dat er gebeurt als we in een ei
knijpen?
We gaan hem inknijpen (zak erom).

De kinderen proberen het uit hoe sterk een ei is.

Een gekookt ei snijden ze open. En een

rauw ei ligt op een bordje.

De kinderen snijden een ei open en een leggen een rauw ei

op een bordje. Daarna verwerken ze dat in een tekening.

Wat zie je?

Wat is het verschil. Teken het
gekookte ei en het rauwe ei.
Eet een stukje van het gekookte ei.
Wat vind je daarvan?

5 min

Vertel aan
elkaar
Communicatie
over resultaten
Afsluiting

Ik laat de kinderen hun resultaten delen met

elkaar. En ik evalueer op de activiteit.

De kinderen delen hun resultaten met elkaar en evalueren

met elkaar.

Wat ging goed?

Wat ging minder goed?
Wat hebben ze geleerd?
Een filmpje om mee af te sluiten.

Kinderen kijken een filmpje.

Filmpje.

Verantwoording
Lesdoelen:
Ik heb kerndoel 41 gebruikt en tussendoel: Eierleggende en (levenbarende) dieren. Ik ga met de kinderen kijken en ontdekken
hoe een ei in elkaar zit en waar die vandaan komt. Ze ontdekken zelf zo wat nou het verschil is tussen een rauw en gekookt ei,
wat nou de inhoud is van een ei. En dat er best verrassende resultaten uit kunnen komen. Ik hoop ook dat ze er plezier in
hebben zodat ze het vak natuur leuk gaan vinden.
Onderwerp:
Ik heb voor het onderwerp eieren gekozen omdat het bijna Pasen is. Het is een leuk en actueel onderwerp. En de kinderen
hebben thuis zelf misschien kippen, maar ze hebben ook sowieso eieren in hun koelkast liggen. Zo geef ik dus een les met
proefjes die ze thuis ook nog uit kunnen proberen.
Werk- en groeperingsvorm:
Ik geef deze les in groepjes van 8 tot 10 personen. De groep is dan verdeeld en zo komt er meer rust, zo kan ik ook de kinderen
beter begeleiden en heb ik meer overzicht op wat ze doen. Dit geeft ook de kans dat de kinderen allemaal een keer aan de beurt
komen. Ik begin met een demonstratie om de kinderen nieuwsgierig te maken en het onderwerp in te leiden. Ook gebruik ik
gebruik de coperatieve werkvorm puzzel, omdat ze hiermee heel goed het verloop van een ei in beeld kunnen brengen samen
met hun twee- of drietal. Ook leren ze bij deze werkvorm sociale vaardigheden zoals: hulp geven, hulp vragen en naar elkaar
luisteren.
Evaluatie

Als evaluatie presenteren we aan elkaar de resultaten en hebben we het er met elkaar over. Ik laat ze het op een werkblad
opschrijven en daarna met elkaar overpraten, omdat de kinderen daardoor bewuster bezig zijn met het activiteit te verwerken, ze
hebben communicatie over hun waarnemingen en ze worden gestimuleerd om hun resultaten te vergelijken. Ook evalueer ik de
les met de kinderen. Ook laat ik een filmpje zien als laatste stap van het 5 stappenplan voor verbreding.
Literatuur
Ik heb voor deze les het 5 stappenplan gebruikt. Dat heb ik gekozen omdat kinderen meer leren als je hen uitdaagt tot zelf
waarnemen, ordenen, voorspellen en controleren, dus door het zelf te onderzoeken. Ook staat bij natuuronderwijs werken met
concrete, echte materialen centraal in het leerproces. Daarom neem ik genoeg eieren mee, zo dat iedereen mee kan doen.
Tijdens de demonstratie geef ik het materiaal ook aan de kinderen, zo krijg ik meer betrokkenheid bij mijn les, en wordt het
tempo niet te hoog. Ook heb ik geprobeerd verschillende soorten vragen in mijn les te verwerken zoals: waarnemingsvragen,
vergelijkingsvragen, waarderingsvragen en voorspellingsvragen. Ook gebruik ik bij deze les zintuigen zoals: kijken en proeven.
(misschien zelfs wel ruiken.)
5 stappenplan
1.
2.
3.
4.
5.

Er komt iets binnen (introductie/ confrontatie)

Vrije exploratie of aanrommelen ( spontane verkenning)
Vraag het de zelf maar (onderzoek en vastleggen van resultaten)
Vertel het elkaar (rapportage/ communicatie over resultaten.)
Toepassing en/of de juf/meester vertelt nog wat (verbreding of verdieping)

Literatuurlijst
Vaan de, E. & Marell, J. (2012), Praktische didactiek voor natuuronderwijs. Uitgeverij Coutiho: Bussum. Hoofdstuk 9, 10 en 12

Persoonlijke reflectie

Feedback mentor
Datum: