Professional Documents
Culture Documents
LVF Levensbeschouwing
LVF Levensbeschouwing
Mentor
Datum
Groep
Aantal lln
Mijke Robinson
7 april 2015
8M
25
Persoonlijk leerdoel:
- De groep goed kunnen leiden tijdens het gesprek
- De rust houden tijdens de les
- Verstaanbaar zijn
Lesdoel(en):
Kerndoel 37
De leerlingen leren zich te gedragen vanuit respect voor algemeen
aanvaarde waarden en normen.
De kinderen kennis laten maken met filosofisch gesprekken. De kinderen
kunnen aan het einde van de les naar elkaar laten luisteren, eigen mening
geven etc.
De kinderen kunnen aan het einde van de les met respect naar elkaars
mening luisteren. De kinderen kunnen ook hun mening beargumenteren.
Waarom vinden zij dat?
Beginsituatie:
De kinderen hebben al vaker gehoord over vrijheid van meningsuiting, maar zijn hier nooit dieper op in geweest. In de klas zitten 3 kinderen waarvan de grootouders
uit een andere land komen. Hiervan is er 1 kind waarvan de grootouders uit een islamitisch land komen. Dit kan veel invloed hebben op de kijk op Theo van Gogh en
vrijheid van meningsuiting. De kinderen hebben al eerder een gesprek met elkaar gevoerd waar respect voor elkaar centraal stond ( mijn les levensbeschouwing taal.
Met als hoofdonderwerk Anne Frank).
Lesverloop
Tijd
Leeractiviteit
leergedrag leerling(en)
Materialen / Organisatie
3 min
10 min
Opening
Bord.
De kinderen vertellen wat zij al weten over Theo van Gogh. Foto Theo van Gogh,
Aangezien dit voordat zij geboren waren speelde acht ik de Beamer
kans klein dat zij veel weten over Theo van Gogh.
Misschien verwarren zij Theo van Gogh wel met Vincent van
Gogh.
15 min
Rond lopen
Meeluisteren met de groepjes en naar
hoe de kinderen hun mening
beargumenteren.
Sturen van het gesprek wanneer het
dreigt stil te vallen door vragen te
stellen.
5 min
Afsluiting
Persoonlijke reflectie
Feedback mentor
Datum:
Verantwoording
Ik loop stage op basisschool De Talisman in groep 8M. Mijn stageklas bestaat uit 25 leerlingen. Ik heb samen met mijn mentor
besproken wat voor filosofische gesprek ik met de klas moet gaan voeren. Daar kwamen meerdere suggesties uit. Eentje die er voor
mij uitschoot was vrijheid van meningsuiting. Dit omdat ik tijdens het observeren van de groep merkte dat er kinderen waren die hun
mening niet durfde te geven, omdat ze bang waren om uitgelachen te worden of omdat ze bang waren dat ze boze reacties terug
zouden krijgen. In kennismakingslesje kwam er een kindje naar mij toe en vertelde dat ze steeds een andere antwoord had maar
niemand naar haar luisterde. Ook zag ik dat de mening van sommige kinderen er niet toedeed. Dit was voor mij de reden om het over
vrijheid van meningsuiting te hebben.
Ik ben eerst gaan kijken hoe ik er voor zorg dat de kinderen allemaal hun mening durven en kunnen geven. Een binnen- buitenkring
heb ik al eerder gedaan met de groep en ik wil afwisselen qua lesstijlen. Toen ben ik gaan nadenken. Alle kinderen moeten aan woord
kunnen komen, dus het kan niet klassikaal. En als ik nou de groep door tween deel en er een stelling aan koppel? Dan moeten de
kinderen discussiren en kunnen ze hun mening geven en ook moeten zij die onderbouwen met argumenten.
Vrijheid van meningsuiting is heel breed. Waar denk ik aan als ik denk aan vrijheid van meningsuiting? Pim Fortuyn, Theo van Gogh,
Geert Wilders, Ayaan Hirsi Ali. Pim Fortuyn was bekend voordat de kinderen geboren waren. Ayaan Hirsi Ali is niet heel bekend en
vooral niet bij de kinderen. Geert Wilders, lastig onderwerp. Theo van Gogh niet heel lang geleden en heel bekend, omdat hij altijd zijn
mening gaf.
Hoe ga ik deze onderwerp met de kinderen bespreken?. Er zijn namelijk kinderen die het lastig vinden om hun mening te geven.
Hen spreid ik, zodat er prikkelingen komen bij het discussiren. De kinderen krijgen eerst beeldmateriaal. Zo horen zij hoe Theo van
Gogh zijn mening gaf en die ook onderbouwde met argumenten. Vervolgens laat ik een klein stukje uit zijn film zien, zodat zij zowel de
mening van Theo van Gogh kunnen zien als de mening van de mensen die hier kwaad op werden.
Een stelling, zodat het gesprek hou vast heeft. De kinderen discussiren om een bepaalde reden. Is de Nederlandse maatschappij
veranderd na de dood van Theo van Gogh? Waarom vinden de kinderen dat wel of niet. Waaruit blijkt het of dat wel of niet klopt.
De literatuur die ik hiervoor heb gebruikt is Schepper, J. (2004). Levensbeschouwing ontwikkelen. Hilversum. Groningen: Noordhoff