Kritische reflectie Kwartaal 3

Naam student:
Kezban Yilmaz

Naam SLB:
Ton van Erp

Studentnummer
2222115

Datum
16 april 2015

Naam
Werkplekbegeleider:
Lieke Bartels
Werkplek (naam
school)
Basisschool de Boschuil

Wat wilde ik?

Dit kwartaal wilde ik actieve kennis van groepen, groepsprocessen en
mogelijkheden voor benvloeding hiervan kennen. Ik wilde in staat zijn om mijn
onderwijs in de verschillende vakgebieden af te stemmen op specifieke
pedagogische- en vakgerelateerde kenmerken van mijn stagegroep. Om dit te
bereiken ben ik begonnen met het afnemen van een sociogram.
Dit kwartaal wilde ik starten door mijn stagegroep en stageschool te leren kennen.
Ik wilde achter de regels van zowel de school, als de regels van de klas komen. Dit
heb ik gedaan door regelmatig lessen van mijn mentor te observeren, waarin zij
goed aangeeft aan de leerlingen wat zij wel en niet mogen. Ook door regelmatig
vragen te stellen over wat bijvoorbeeld wel en niet mag in de klas, ben ik achter
de regels van de klas gekomen. Ik merk dat wanneer ik de regels van de klas ken
en hier gebruik van maak tijdens het geven van een les, dat de les soepeler
verloopt. Er zijn dan geen onduidelijkheden over wat de leerlingen wel en niet
mogen. Deze regels kennen de leerlingen zelf ook, maar sommigen proberen deze
regels toch te overschrijden en komen nog vragen of iets mag. Het is voor mij
gemakkelijker om orde te houden in de groep wanneer ik de regels goed ken,
bijvoorbeeld dat de leerlingen tijdens een instructie niet naar het toilet mogen. Als
ik deze regel niet zou kennen, dan zouden er tijdens een instructie lopende
leerlingen zijn.
De regels van de school waren lastiger te observeren en daarom heb ik hier
vragen over gesteld aan mijn mentor, maar ook aan andere leerkrachten.
Ook wilde ik werken aan het formuleren van goede leerdoelen voor mijn
stagegroep bij de lessen. De leerdoelen voor mijn stagegroep heb ik in het begin
van dit kwartaal vooral zelf geformuleerd met behulp van de beginsituatie van de
groep. Wat weet en wat kan de groep al? Ik heb nagedacht over wat goed aansluit
op de voorkennis van de leerlingen. Ook heb ik gebruik gemaakt van de
sociogram die ik aan het eind van dit kwartaal heb afgenomen. In sommige lessen
heb ik willekeurige tweetallen gemaakt, maar ook bewuste tweetallen gemaakt
door te kijken naar de sociogram. Na een aantal weken gaf mijn mentor aan dat ik
de leerdoelen voor de leerlingen in de methode kan vinden. Deze staan hier
precies in aangegeven. Zij vindt het handiger dat ik gebruik van deze leerdoelen,
waar ik eventueel een kleine leerdoel aan toevoeg.
De persoonlijke leerdoelen waar ik dit kwartaal aan heb gewerkt staan hieronder
kort benoemd. Deze persoonlijke leerdoelen zijn:
-

Orde houden door structuur te bieden;

Consequent handelen;
Omgaan met verschillende niveaus door bijvoorbeeld gebruik te maken
van de afpelmethode;
De lat niet te hoog leggen voor mezelf en weten dat het maken van fouten
ook goed kan zijn.

Omdat ik meerdere leerdoelen heb geformuleerd, heb ik ook geleerd hoe je een
goed persoonlijk leerdoel kunt formuleren. Ik heb aan deze persoonlijke leerdoelen

gewerkt door een persoonlijk ontwikkelingsplan te maken over het omgaan met
verschillende niveaus. Hier heb ik tijdens de lessen die ik heb gegeven mee
geoefend. Soms vind ik het nog lastig om bijvoorbeeld de afpelmethode toe te
passen in iedere les, want niet in iedere les vindt een instructie plaats waarin je
de leerlingen zou kunnen opsplitsen in groepen. Soms moeten alle leerlingen de
instructie meekrijgen. In dit geval maak ik geen gebruik van de afpelmethode.
De andere persoonlijke leerdoelen zijn zo goed als behaald. Consequent handelen
gaat prima in deze groep. Soms leg ik de lat nog te hoog voor mezelf omdat ik
een les zonder fouten wil geven, maar ik heb ook in dit kwartaal geleerd dat orde
niet altijd mogelijk is, vooral in het onderwijs. Ik heb geleerd om nog beter uit mijn
orde te stappen en om te gaan met onverwachte situaties. Hier kan ik mezelf
goed op aanpassen.
Dit kwartaal ben ik een stage gestart op een andere basisschool en in een andere
groep. Ik heb de leerlingen in deze groep leren kennen en ik heb een fijne band
met deze leerlingen. Ik vind dat er een fijne sfeer hangt in deze groep. De
leerlingen kunnen onderling goed met elkaar omgaan en gaan ook goed om met
een stagiaire die nog oefent om leerkracht te worden. Zij geven regelmatig aan
dat zij mijn lessen leuk vinden. Ook geven zij aan dat zij vinden dat ik het goed
doe. Dit is fijn om te horen.
Verder heb ik mezelf heel erg ontwikkeld in het bedenken van lesontwerpen. Hier
heb ik veel hulp bij gehad van mijn mentor. In het begin van deze stage had ik
geen idee over wat ik bijvoorbeeld zou kunnen doen in een les over een bepaald
onderwerp. Nu ik meerdere werkvormen heb toegepast in mijn stagegroep, de
manier van werken van mijn mentor en van een invalster heb gezien, ben ik
creatiever geworden in het bedenken van een les voor een bovenbouwgroep. Een
goede voorbereiding is voor mij van groot belang. Als ik geen goede voorbereiding
heb, dan word ik ongerust en verloopt deze les chaotischer in vergelijking met
lessen die ik wel goed voorbereid. Bij het voorbereiden van een les hoort ook
kiezen voor geschikte materialen en de omgeving klaar leggen voordat een les
begint. Dit is geen probleem geweest voor mij. Wanneer ik een les geef, heb ik
soms nog moeite met het beknopt houden van een instructie. Ik geef soms te veel
informatie waardoor de leerlingen zelf niet meer veel hoeven te doen. Dit probeer
ik te vermijden door rekening te houden met de instructie. Ook in mijn
lesvoorbereidingen benoem ik dat hier op wil letten en het gaat steeds beter.
Verder ben ik dit kwartaal ook te werk gegaan met coperatieve werkvormen.
Voor OGP3 heb ik de placematopdracht meerdere keren gebruikt. Ik heb gemerkt
dat de leerlingen dit een fijne manier van werken vinden en ik vind het efficint
omdat leerlingen die op verschillende niveaus zitten, toch met willekeurige
klasgenoten samenwerken.
Samenwerking
Gedurende dit kwartaal was er minder sprake van samenwerking in het OGPgroepje in vergelijking met kwartaal 1 en 2. OGP3 was een opdracht waarin je
voornamelijk individueel te werk ging. De lessen die je ontwerpt, de reflecties die
je typt, de weblog die je maakt en de lessen die je op stage uitvoert. Wel kreeg
samenwerking een plaats in deze opdracht bij het geven van feedback aan
elkaars lesvoorbereidingen. Ik vond het fijn om feedback te ontvangen van mijn
medestudenten, maar ook het bekijken van lesvoorbereidingen van anderen en
hen feedback hierop te geven vond ik fijn om te doen. Zo kreeg ik een beter beeld
van andere manieren waarop een les ook vorm kan krijgen.
Het groepje waar ik dit kwartaal in heb gewerkt vond ik ook fijn: Anne, Inger,
Anouar en ik. We hadden regelmatig contact met elkaar en we konden elkaar
altijd vragen stellen bij onduidelijkheden. Hier werd altijd op gereageerd en waar
nodig hielpen we elkaar. Ook hebben we afgesproken wanneer we zouden
beginnen met het geven van feedback op de lesvoorbereidingen van elkaar. We
gaven ook aan wanneer we iemand al feedback hadden gegeven. Dit maakte al

gauw duidelijk wie nog feedback miste en op welke lessen er bijvoorbeeld al

feedback is gegeven en op welke lessen nog niet. Terwijl de samenwerking een
kleine plaats kreeg in deze opdracht, vond ik het een fijne samenwerking.
Wat deed ik?
Om mijn doelen van dit kwartaal te bereiken heb ik meerdere lessen gegeven
waarin ik samenwerkend leren een plaats heb gegeven in drie lesvoorbereidingen.
Deze lesvoorbereidingen heb ik op mijn weblog, die ik heb aangemaakt, gezet.
Hier heb ik feedback op gekregen van mijn medestudenten. Ook heb ik hierbij
gebruik gemaakt van bronnen, voornamelijk boeken van de opleiding Pabo en
internetsites. Bij het maken van verantwoordingen bij de lesvoorbereidingen ben
ik hier ook regelmatig actief mee bezig geweest. Ik vond het fijn om bij iedere
lesvoorbereiding gebruik te maken van bronnen. Dit heeft ervoor gezorgd dat ik
een beter beeld kreeg van de doelen die in die les behaald moesten worden. Wat
wil ik bereiken en op welke manier ga ik dit doen? Deze vragen heb ik kunnen
beantwoorden met behulp van bronnen.
Ook heeft de informatie die ik heb opgezocht mij geholpen tijdens het geven van
de lessen in de stagegroep. Ik heb bijvoorbeeld informatie opgezocht over
coperatieve werkvormen. Hier heb ik er n uit gekozen en gebruikt in de
praktijk. Ik vind het fijn om weer iets nieuws te ervaren en te zien dat het wel of
niet werkt in deze groep. Zo krijg ik weer een beeld over wat ik tijdens een
volgende les juist wel of juist niet moet doen.
Ik weet nu beter welke werkvormen ik eventueel kan gebruiken bij het geven van
een les aan een groep. Ik weet hoe een les goed ingedeeld kan worden, hoe je
een les kunt inleiden, etc.
Waar sta ik op dit moment en wat is de betekenis hiervan voor mij?
Ik vind dat ik mijn persoonlijk leerdoel consequent handelen heb behaald. Dit
leerdoel had ik vanuit mijn vorige stage meegenomen naar dit semester, omdat ik
consequent handelen bij de kleuters lastig vond. Dit kwartaal heb ik een pop
gemaakt over consequent handelen. Na een aantal weken merkte ik dat ik
eigenlijk geen moeite had met consequent handelen in mijn stagegroep van nu.
Hier heb ik een gesprek over gevoerd met mijn studieloopbaanbegeleider.
Vervolgens zijn we op zoek gegaan naar een ander persoonlijk leerdoel, waar ik
bewust of onbewust wel moeite mee heb. Toen heb ik een nieuw persoonlijk
ontwikkelingsplan gemaakt over het omgaan met verschillende niveaus die
aanwezig zijn in mijn stagegroep.
Ik vind dat ik mezelf steeds meer ontwikkel. Dit komt doordat ik op de opleiding
meer dingen leer, maar op stage leer ik door te ervaren en te observeren.
Wanneer ik een andere leerkracht observeer krijg ik meer ideen over
bijvoorbeeld hoe een les ingedeeld kan worden, maar ook over hoe je kunt
reageren op bepaalde reacties van leerlingen. Ik vind het fijn om eerst een
voorbeeld gezien te hebben, zodat ik het daarna zelf ook kan.
Ik heb me dit kwartaal ontwikkeld in het maken van lesontwerpen waar meer dan
drie werkvormen in voorkomen. Ook het maken van verantwoordingen heb ik dit
kwartaal ervaren. Aan het begin van het jaar vond ik het lastig om theorie te
koppelen aan lessen en bronnen te gebruiken, maar nu kan ik dat gemakkelijker.
Ik weet hoe ik de bronvermelding erbij moet zetten en hoe ik de theorie kan
toepassen in de praktijk. Ook speelt overleg met mijn mentor hierbij een rol, dus
ook het nemen van initiatief om te gaan overleggen met mijn mentor.
Hoe nu verder?

In het volgend kwartaal wil ik mezelf richten op de verschillende niveaus in mijn

stagegroep. Hier gaat mijn persoonlijk ontwikkelingsplan van dit kwartaal over,
maar ik vind dat ik daar te weinig mee heb geoefend. Daarom wil ik dit leerdoel
graag meenemen naar het volgend kwartaal. Ook is het een optie dat ik een
nieuw persoonlijk leerdoel neem waar ik een persoonlijk ontwikkelingsplan over
maak, en mijn leerdoel over verschillende niveaus erbij neem. Ik wil eerst kijken of
ik een ander persoonlijk leerdoel kan formuleren waar ik het omgaan met
verschillende niveaus aan kan koppelen, zodat ik toch aan beide doelen werk.
Hier wil ik achterkomen door op stage lessen te bieden waarbij ik niet alleen kijk
naar hoe ik omga met verschillende niveaus, maar dat ik ook probeer om een
ander leerdoel voor mezelf te vinden.
In het volgend kwartaal ga ik ook regelmatig lessen geven waarbij ik gebruik wil
maken van bronnen zoals boeken en internetsites. Ik vind het fijn om meer te
weten over bijvoorbeeld een werkvorm die ik hanteer tijdens een les. Op deze
manier weet ik beter wat ik ervan moet verwachten en voel ik me meer op mijn
gemak tijdens het geven van een les.