Professional Documents
Culture Documents
LVF Levensbeschouwing Filosofisch
LVF Levensbeschouwing Filosofisch
Mentor
Datum
Groep
Aantal lln
Carla verstegen
19-3-2015
1/ 2
4 tot 5 lln
Persoonlijk leerdoel: Een duidelijke instructie geven aan kleuters. En orde houden bij de kleuters waar ik de les aan geef. Assertief zijn.
Lesdoel(en): de kinderen onderzoeken de kleur wit door hier over te praten Evaluatie van lesdoelen:
met elkaar.
het woordweb bekijken
de werkbladen nakijken
Coperatieve werkvorm:
woordweb maken zo kom ik achter de voorkennis van de leerlingen over
'wit'. De woordweb wordt met het groepje gemaakt. (wat is er allemaal wit).
Beginsituatie: De leerlingen weten wat kleuren zijn, vaak als ze hun jassen mogen halen wordt er gezegd: degene met rood aan mogen hun jas halen of degene met
bruin haar mogen hun jas halen. Tussendoor hoor je leerlingen ook wel eens over kleuren praten, ze vertellen dan hun lievelingskleur aan elkaar of aan mij.
De les over wit komt uit een methode, de leerlingen krijgen meerdere lessen over wit achter elkaar.
Kohlberg: De kinderen zitten in de Preconventionele fase. Ze zjin bezig met zichzelf maar ook met andere. Maar alles gaat nog in het eigenbelang van de leerlingen.
Ook wordt er naar de juf geluisterd, wat de juf zegt is waar.
Erikson: De leerlingen zitten in de Initiatief fase. Deze fase is voor de leeftijd van 3-6 jaar. En daar vallen de kleuters precies tussen. Wat bij deze fase hoort, het initatief
nemen dat zie ik ook terug bij de kleuters. Ze willen veel zelf doen en zeggen dat ook. 'Juf niet helpen'.
Fowler: De leerlingen zitten in fase 1 intutieve projectieve. De leerlingen zijn fantasievol.
Lesverloop
Tijd
Leerinhoud
Didactische handelingen
Leraar
Leeractiviteit
leergedrag leerling(en)
Materialen / Organisatie
5/10 min
spel
5/10 min
10 min
Werkblad
maken
Na het spel gaan we in gesprek over wat er nog meer wit is.
Ze gaan hierover nadenken en vertellen mij wat er nog meer
wit is.
De leerlingen vertellen mij welke voorwerpen volgens hun
wit zijn. En welke kleuren de voorwerpen hebben, die soms
wit zijn en soms een andere kleur hebben.
Persoonlijke reflectie
Mijn les verliep zoals ik dat wilde. Ik ben met een groepje van 2 leerlingen apart gaan zitten en gaan praten over de kleur wit. Ik begon met
het spelletje: ik zie, ik zie, wat jij niet ziet en de kleur is wit... De leerlingen gingen toen allemaal dingen in de klas opnoemen die wit waren.
We zijn daar vervolgens een woordweb van gaan maken, wat is er allemaal wit in de klas en wat is er buiten de klas nog wit.
Na het woordweb hebben de leerlingen een werkblad gemaakt. Op dit werkblad stonden allemaal voorwerpen, deze voorwerpen waren of
wit of niet wit of kunnen wit zijn. De leerlingen gingen deze invullen en daarna met mij bespreken.
Na het werkblad zijn we nog een spelletje gaan doen. Zo blauw als... zo rood als... en als laatste zo wit als... Om terug te koppelen naar de
kleur wit. Of ja is het wel een kleur? Ik kreeg van n kleuter de opmerking: Juf, wit is helemaal geen kleur. Ik heb toen gezegd dat dat klopt,
maar ben er verder niet op ingegaan, dit werkt te verwarrend op andere leerlingen die dat niet zullen begrijpen.
Ik heb tijdens mijn les goed orde kunnen houden, dit kwam omdat ik maar met twee leerlingen deze opdracht heb gedaan en het is
makkelijker om overzicht over twee leerlingen te houden, dan over een hele klas.
Feedback mentor
Datum:
Zie feedback formulier mentor.