Verantwoording Natuur en Techniek

You might also like

Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 3

Verantwoording Natuur & Techniek

door Sophie van der Linden 28 maart 2015


Deze periode ontwerp ik een les Natuur en Techniek. Hierbij staat de didactiek
van het vijf stappenplan centraal. Tijdens het ontwerpen van mijn les houd ik
rekening met de groep. Deze les gebruik ik een coperatieve werkvorm, namelijk
het werken in vier- of vijftallen. Ik heb hiervoor theorie bestudeerd, de methode
bestudeerd, een gesprek met mijn mentor gevoerd en de kerndoelen bekeken bij
het thema.
De beginsituatie
Elke woensdag krijgen de kinderen een natuur en/of techniek les. De school
gebruikt de methode Natuniek. De lessen worden gegeven aan de hand van
deze methode. Er wordt wel voor afwisseling gezorgd. De kinderen kijken af en
toe ook een educatieve aflevering, zoals checkpoint. Als het hoofdstuk afgerond
is volgt er een citotoets.
Cognitief
Er is een groepsplan gemaakt voor het vak natuur en techniek aan de hand van
de cito uitslagen. Er wordt niet gedifferentieerd in verschillende groepen
natuuronderwijs gegeven. De kinderen zijn pas net begonnen met het vak natuur,
waardoor het nog niet noodzakelijk is om dit te doen. De leerkracht kan natuurlijk
kinderen wel extra uitleg geven als dit nodig is. De kinderen hebben net een
hoofdstuk afgerond dat over tandwielen gaat. Dit vonden veel kinderen een lastig
onderwerp.
Sociaal
Er zitten leerlingen in de klas die bij het zelfstandig werken gebruik maken van
een koptelefoon. Deze kinderen kunnen zich minder goed concentreren. Ook zit
er een leerling in de klas die niet zo goed hoort, hiervoor heeft het kind en de
leerkracht een apparaat. De leerkracht moet af en toe dit kind eraan herinneren
om dit tijdens een uitleg te gebruiken. Dit apparaat wordt niet bij elke uitleg
gebruikt. Er zitten kinderen in de klas die niet met elkaar mogen samen werken.
Ook vinden sommige kinderen het lastig om samen te werken. Het is belangrijk
om duidelijke afspraken te maken voordat de kinderen beginnen aan de proefjes
met geluid.
Lesdoelen
Ik heb voor mijn lesdoel gekeken naar de kerndoelen. Ik heb gezocht naar een
thema dat niet in de methode zit. Ik heb gekozen om mijn les over geluid te
doen. Hier komen de kinderen dagelijks mee in aanraking en daardoor spreekt
het de meeste kinderen aan. Mijn lesdoel is dat de kinderen experimenteren met
geluid (procesdoel). Daarbij worden de kinderen op weg geholpen door een
vragenblad (productdoel). Ik vind het belangrijk dat er goed wordt samengewerkt
(procesdoel). Aan het eind van de les kunnen kinderen verslag doen over geluid.
Mijn lesdoelen sluiten aan bij kerndoel 42.
Kerndoel 42: De leerlingen leren onderzoek doen aan materialen en
natuurkundige verschijnselen, zoals licht, geluid, elektriciteit, kracht, magnetisme
en temperatuur.
Tussendoelen geluid: Geluid is afkomstig van bronnen en bouw en materiaal van
de bron bepalen aard van het geluid.
De kinderen:
1

De kinderen ervaren dat geluid afkomstig is van een trillende bron, en dat
de trilling de toonhoogte en luidheid bepaalt (proefje bekertjes telefoon en
potjesorgel).
De kinderen gaan op zoek naar de bronnen van verschillende
muziekinstrumenten en stemgeluid (proefje bekertjestelefoon).
Didactiek van het vijf stappenplan
In mijn les staat het vijf stappenplan centraal. Alle stappen komen aan bod.
Het vijf stappenplan:
Stap 1: Introductie, confrontatie
Stap 2: Vrije exploratie
Stap 3: Onderzoek
Stap 4: Rapportage
Stap 5: Extra informatie
Ik begin mijn les met een proefje (stap 1). Er komt iets binnen bij de kinderen.
Kinderen reageren en vertellen de ervaringen. Daarna mogen de kinderen een
doos komen pakken en ontdekken wat ze met de materialen zouden kunnen doen
rondom het thema geluid (stap 2). Daarna deel ik het opdrachtenblad uit en gaan
de kinderen onderzoeken aan de hand van gestelde vragen. Daarna rapporteren
en reageren de kinderen op elkaar (Stap 4). Ik sluit de les af door een
terugkoppeling te geven op wat we klassikaal besproken hebben en ik ga
eventueel theorie eraan koppelen(stap 5).
De laatste stap is erg belangrijk, omdat ik hiermee kan zien of mijn lesdoel
bereikt is.
Coperatief leren
Ik gebruik deze les de coperatieve werkvorm werken in vier- of vijftallen. Ik heb
de werk- en groeperingsvormen afgestemd op mijn groep. De kinderen die
normaal niet met elkaar samenwerken heb ik bij elkaar in het groepje gezet. Dit
zal niet voor alle kinderen even makkelijk zijn. Van te voren maak ik duidelijke
afspraken met de kinderen. Ieder kind komt aan de beurt in het groepje, we gaan
netjes om met de materialen, we zetten de spullen netjes klaar voor het andere
groepje, we fluisteren met elkaar, bij het stopteken leggen we onze materialen
neer etc. Dit zijn basisvaardigheden in een samenwerking (Berends, 2008). Ik
geef duidelijk aan dat ieder groepslid even belangrijk is en een gelijkwaardige rol
heeft in de samenwerking. Is er een probleem tijdens de samenwerking, dan
probeer je hier als groepje uit te komen.
Coperatief leren is gebaseerd op de theorie van Johnson & Johnson (2008). Zij
beweren dat een aantal factoren de effectieve samenwerking binnen groepen
volwassenen mogelijk maakt, namelijk:
1. Positieve afhankelijkheid;
2. Individuele aansprakelijkheid en groepsverantwoordelijkheid;
3. Directe en positieve interactie;
4. Adequaat gebruik van sociale vaardigheden;
5. Groepsreflectie.
Coperatief leren betekent: directe interactie tussen de leerlingen in een groepje.
Er zit leerwinst in de uitwisseling van gedachten en opvattingen. Ten eerste is het
creren van wederzijdse afhankelijkheid en individuele afhankelijkheid van
belang. De kinderen krijgen een aantal materialen die ze gezamenlijk afwisselen.
2

Ten tweede moet het niet zo zijn dat er zomaar iemand achterover kan zitten
tijdens het samenwerken en niks doen. Tijdens mijn les geef ik ieder kind een
werkblad, dat ze moeten invullen.
Instructie, strategien en vaardigheden
Ik introduceer een nieuw onderwerp aan de hand van een proefje met een
wekker. De kinderen hebben vast al wat kennis over geluid, omdat de kinderen
voortdurend in aanraking komen met geluiden. Voordat we met de
groepsopdrachten beginnen, bespreek ik de samenwerkingsvaardigheden met de
kinderen. Ik bespreek duidelijk de gemaakte afspraken, die ik onder het kopje
Coperatief leren heb gezet. Deze vaardigheden zijn nog vooral gericht op de
basisvaardigheden (Berends, 2008). Daarna gaan de kinderen beginnen aan het
proefje. Ik loop rond, stel vragen en ik help de kinderen op weg als dat nodig is.
Evalueren
Ik vind een goede evaluatie over de samenwerking van groot belang
(procesdoel). In de evaluatie komen we terug op de afspraken die we in het begin
hebben gemaakt. Ik stel de volgende vragen: hebben we ons aan de afspraken
gehouden, wat hebben we gedaan om tot het eindresultaat te komen, hoe is de
samenwerking verlopen, wat ging er goed en wat zou er de volgende keer beter
kunnen? Ik concludeer wat we van de samenwerking hebben gevonden.
Daarnaast vind ik het belangrijk om klassikaal het productdoel te evalueren. Wat
vonden jullie moeilijk en wat vonden jullie makkelijk tijdens deze opdracht? Wat
hebben jullie ontdekt tijdens het fluisteren door de bekertjestelefoon en tot welke
ontdekking zijn jullie gekomen bij het proefje met het potjesorgel? Ik luister naar
de antwoorden van de kinderen en koppel dit aan de theorie.

Bronnenlijst
Vaan, de E. en Marell, J. (2012). Praktische didactiek voor natuuronderwijs.
Bussum: Coutinho. Hoofdstuk: 9.1, 9.3 t/m 9.5, 10.1 en 10.2, 12 (figuur
20.1 op pagina 350/351), 13.1, 20.4
Luijtjes, M., Zeeuw-Jans, I. de(2013). Ontwikkeling in de groep. Bussum:
Coutinho. Hoofdstuk: 5.1.1 samenwerken
http://tule.slo.nl/OrientatieOpJezelfEnWereld/F-L42.html
www.proefjes.nl

You might also like