Download as doc, pdf, or txt
Download as doc, pdf, or txt
You are on page 1of 4

Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven

Bron: Didactisch model van Gelder


Student(e)
Eline Oosterbosch
Mentor
Marlie Peters
Klas
1P14EhvD
Datum
Stageschool Het Slingertouw
Groep
1-2
Plaats
Eindhoven
Aantal lln 27
Vak- vormingsgebied: Levensbeschouwing
Speelwerkthema / onderwerp:
Filosofisch gesprek, bang zijn
Persoonlijk leerdoel:
Ik wil een filosofisch gesprek houden met de kinderen op hun niveau. Ik gebruik simpele taal, zodat de kleuters de vragen snappen over bang zijn.
Lesdoel(en):
Evaluatie van lesdoelen:
De kinderen kunnen aan het eind van de les zelf benoemen of het erg is om Zijn jullie wel eens bang in het donker?
bang te zijn en waar ze bang voor zijn.
Wie is er ergens anders bang voor?
Is het erg om bang te zijn?
Procesdoel:
De kinderen leren te luisteren naar elkaar. Als de een praat, is de rest stil.
Als iemand praat is de rest stil.
Beginsituatie:
De kinderen zitten in fase 1, de intutief-projecterende fase. De ervaringen zijn fragmentarisch en ze imiteren de volwassene. Ze hebben een hele grote
verbeeldingskracht. Ze zijn nog sterk ik gericht.
De leerlingen zitten in de fase van initiatief/schuldgevoelens van Erikson.
Ze kunnen al best goed naar elkaar luisteren. Vooral de jongere kinderen hebben er moeite mee om stil te zijn tijdens de kring.
Lesverloop
Tijd

Leerinhoud

5 min

Fase 1:
Inleiding

Didactische handelingen
Leraar
Ik lees een verhaal voor over een jongetje dat
bang is in het donker. Hij durft niet te gaan
slapen. Er zit namelijk iets onder zijn bed. Hij
weet niet wat, maar het is heel gevaarlijk en
hij mag zijn bed niet uit. Ik wil niet gaan
slapen, want dan komt hij onder het bed uit en
eet hij me op.

Leeractiviteit
leergedrag leerling(en)
De kinderen luisteren naar het verhaal over bang zijn.
Misschien herkennen ze zichzelf er wel in.

Materialen / Organisatie
Verhaal

1 min
5 min

3 min

3 min

Fase 2/3:
De vragen en
vragen
verzamelen
Fase 4:
De startvraag
Fase 5:
Eerste
inventarisatie

Fase 6:
Eerste
verdiepings
vraag
Fase 7:
Analytisch
moment

3 min

Fase 8:
Een nieuwe
invalshoek

5 min

Fase 9:
Verwijzing
naar een
stellingname

Deze stap is nog niet mogelijk met kleuters.


Ze kunnen zelf nog geen vragen stellen over
het boek.
Wie is er bang in het donker?

De leerlingen zitten in de kring en ze denken na over de


vraag of ze bang zijn in het donker.
Ik vraag aan een aantal kinderen om antwoord Als de leerling de beurt krijgt vertelt hij over bang zijn in het
te geven op de vraag. Wie is er bang in het
donker.
donker? Wie niet? Waarom dan?
De andere leerlingen in de kring zijn stil en luisteren naar
Ik kies de kinderen zelf uit, en ga niet alleen
elkaar. Ze denken na over of ze dat ook vinden.
uit van de kinderen die hun vinger opsteken.
Ik zeg dat ze goed naar elkaar moeten
luisteren. Het is niet netjes als je door iemand
anders heen praat.
Waarvoor kun je nog meer bang zijn? Wie is
De kinderen luisteren naar de eerste vraag die gesteld wordt
ergens bang voor?
over het onderwerp bang zijn.
Ik kies een aantal kinderen uit die mogen
De kinderen denken na over waar je allemaal bang voor kan
vertellen waar je allemaal bang voor kan zijn. zijn en waar ze zelf bang voor zijn.
Ik benoem waar de kinderen in de klas bang
De kinderen luisteren naar de lijst waar je allemaal bang
voor zijn en ik vertel ook waar ik bang voor
voor kan zijn. Ze herkennen zich er misschien wel in.
ben. Dit schept een diepere band tussen mij
Ze luisteren naar elkaar en naar mij als ik vertel waar ik
en de kinderen. Zo weten de kinderen dat ik
bang voor ben.
ze serieus neem.
Is het erg om bang te zijn?
De kinderen krijgen de tijd om even na te denken over de
Ik vertel dat ze even de tijd krijgen om hier
vraag of het erg is om bang te zijn.
over na te denken. Je hoeft geen vinger op te
steken, want ik geef zo zelf de beurt.
Ik laat de kinderen vertellen over het bang
De kinderen geven antwoord op de vraag.
zijn. Is het erg, ja of nee? Waarom wel/niet?
Ze luisteren naar elkaar.

5 min

Fase 10:
Conclusies
trekken
Evalueren

Dus het is niet erg om bang te zijn. Iedereen is


wel eens bang, zelfs de juffrouw.
Ik evalueer de lesdoelen:
- Weet iemand nog waar iemand
anders bang voor was?
- Is iedereen wel eens bang?
- Is het erg om bang te zijn?

De kinderen komen tot de conclusie dat het helemaal niet


erg is om bang te zijn.
Ze denken na over wat ze allemaal gehoord hebben en
proberen dat nog eens te verwoorden.

Verantwoording:
Ik laat ze hun eigen gevoelens uit drukken, want dat is goed in de eerste fase van levensbeschouwing (Schepper, 2004). Doordat
meerdere kinderen bang zijn voor het donker voelen ze verwantschap.
Ze moeten tijdens de activiteit goed naar elkaar luisteren en zich bedenken of ze dat zelf ook vinden/voelen. Zo zijn ze zich bewust van
hun eigen mening en gevoelens.
Ik heb gekozen voor het onderwerp bang zijn, omdat sommige kinderen niet alles durven, zoals hoog op het klimrek klimmen in de
speeltuin. Ze komen dat dan aan mij vertellen, want ze kunnen niet meespelen. Laatst was er een jongetje die niet meer van het
duikelrek af durfde. Sommige kinderen zijn ook nog bang in het donker, dus het leek me een actueel onderwerp om dieper op in te
gaan.
Ik heb bewust gekozen voor de gewone kring, zodat ze naar elkaar leren te luisteren en ik controle wil hebben op het gesprek. Ik weet
zeker dat ze nadenken over bang zijn en niet over andere dingen kletsen. Dit zou kunnen gebeuren als ik bijvoorbeeld de binnen en
buiten kring zou toepassen.
Ik heb het stappenplan gebruikt van het filosofisch gesprek:
1. De inleiding
2. De vragen
3. Vragen verzamelen
4. De startvraag
5. Eerste inventarisatie
6. Eerste vervolgopdracht of verdiepingsvraag
7. Analytisch moment
8. Een nieuwe invalshoek
9. Verwijzing naar een stellingname
10. Conclusies trekken

Ik stel op het eind nog vragen om te kijken of mijn lesdoelen behaald zijn.
Feedback docent en medestudenten:
Ik heb mijn lesdoel aangepast. Ik heb hem concreter en meetbaarder gemaakt. Nu kan ik mijn lesdoel duidelijk controleren op het eind
van mijn les.
Van fase 9 heb ik 5 min gemaakt. Ik wil er niet super diep op in gaan, want anders wordt de kringactiviteit veel te lang. Sommige
kinderen hebben nog vel moeite om lang in de kring te zitten.
Ik weet niet welk leesboek ik ga gebruiken, want dit is een voorbeeldverhaaltje wat ik zelf heb verzonnen. Ik voer deze opdracht niet uit
dus ik heb nog geen gepast boek gevonden.
Literatuur:
Schepper, J. (2004) Levensbeschouwing ontwikkelen, Hilversum: Kwintessens Uitgevers
Bronnen van natschool
Persoonlijke reflectie

Feedback mentor
Datum:

You might also like