Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 8

Bedrijfseconomie H3

Week 1

AC-methode en DC-methode

Waar gaat dit blok over?


- Vaste vs. variabele kosten
- Directe vs. Indirecte kosten
Informatie voor het tentamen
- Stof van blackboard
- 5.4
Directe en indirecte kosten
- Directe kosten hebben een rechtstreeks verband op de producten waar deze
kosten voor gemaakt worden.

- Indirecte kosten zijn kosten die niet direct aan bepaalde producten toegewezen
kunnen worden, maar welke voor meerdere producten gemaakt kunnen worden.
kosten van een rijstkas bv. zijn indirecte kosten, die niet specifiek voor dat
product gedaan
worden. Andere voorbeelden zijn personeelskosten, marketingkosten, etc.

Er zijn 4 methodes om de indirecte kosten toe te rekenen:


1. Equivalantie methode
Een methode om de kostprijs te berekenen van producten die
productietechnisch veel op elkaar lijken. In verhouding met het aantal
producten. (meest eenvoudig)
2. Opslag methode
Directe kosten + opslag = uiteindelijke kostprijs
3. Kostenplaatsmethode
Wordt in veel grote producties geplaatst; Kostenverdeelstaat -> 3
verschillen
4. ABC-methode
Activity Bases Costing
1. Equivalentiecijfermethode
Equivalent = gelijkwaardig
Toerekening van kosten op basis van bepaalde verhouding. Bijv. olijfolie in
flessen van 0,5 van 1,0 en van 1,5 liter. Indirecte kosten worden dan in deze
verhouding verdeeld.
Voorbeeld:
- indirecte kosten zijn 450.000,- geproduceerd worden: - 50.000 flessen van 0,5 liter
= 25.000
l
- 200.000 flessen van 1,0 liter = 200.000 l
- 50.000 flessen van 1,5 liter = 75.000 l
Lieke van Brussel, Avans Hogeschool s-Hertogenbosch 2012-2013

Pagina | 1

Totale kosten per liter zijn: 450.000 / 300.000 l

300.000 l
= 1,50/l

Dus de indirecte kosten zullen zijn:


- fles van 0,5 l: 25.000 * 1,50 =
37.500,- fles van 1,0 l: 200.000 * 1,50
=
300.000,- fles van 1,5 l: 75.000 * 1,50 = 112.500, 450.000,OF
- fles van 0,5 l * 1,50 = 0,75 per fles
- fles van 1,0 l * 1,50 = 1,50 per fles
- fles van 1,5 l * 1,50 = 2,25 per fles
2. Opslagmethode
M.b.v. een opslagpercentage toerekenen aan het product.
- Enkelvoudig (primitief): alle indirecte kosten worden m.b.v. een
opslagpercentage opgenomen
in de kostprijs. (indirecte kosten / directe kosten) * 100%
- Meervoudig: (verfijnd): alle indirecte kosten worden m.b.v. meerdere
opslagpercentages
opgenomen in de kostprijs - (indir. materiaalkosten / directe
materiaalkosten) * 100%
- (indir. loonkosten / directe loonkosten) * 100%
- (indir. overige kosten / directe kosten) * 100%
Primitieve, enkelvoudige methode:
Timmerbedrijf Hamers bouwt tafels en stoelen. Zij heeft het volgende
nodig:
- Directe grondstoffen (hout)
= 50.000,- Directe arbeid (loon timmerman)
= 150.000,- Indirecte kosten (marketing, gebouw, pr-afdeling) = 50.000,Van de overige kosten heeft 10.000,- een relatie met de directe
grondstoffen en 25.000,- heeft een relatie met het directe loon. De
overige 15.000,- heeft nergens een relatie mee.
Hamers heeft een order voor 800,- directe grondstoffen en 1.700,aan directe loonkosten.
Wat gaat deze order kosten? Zowel primitief als verfijnd?

3. .

4.

Lieke van Brussel, Avans Hogeschool s-Hertogenbosch 2012-2013

Pagina | 2

Week 2

Budgettering en verschillenanalyse

Overzicht verschillenanalyse:
winstverschil

verkoopversc
hil

kostenverschil

verschil
variabele
kosten

verschil
constante
kosten

verkoopprijs
verschil

verkoopomva
ng
verschil

hoeveelheids
verschil

assortiments
verschil

Verschil variabele kosten te splitsen in:


- Prijsverschil = ( Standaard Prijs (SP) Werkelijke Prijs (WP) ) x Werkelijke
Hoeveelheid (WH)
- Efficiencyverschil = (Standaard Hoeveelheid (SH) Werkelijke Hoeveelheid
(WH) ) x Standaard Prijs (SP)
Verschil constante kosten te splitsen in:
- Budgetverschil = Toegestane (gebudgetteerde) vaste kosten werkelijke
vaste kosten
- Bezettingsresultaat = (W-N) x (C/N)
Ex ante-budget het budget, dat betrekking heeft op activiteiten die in de
komende periode worden verwacht, vr het begin van een periode opstellen.
Ex post-budget na afloop van een budgetperiode werkelijke activiteiten en
werkelijke resultaten vaststellen.
De geanalyseerde winst- en verliesrekening (AC) (overzicht)
Omzet (verkoopprijs x afzet)
Toegestane kosten (AC kostprijs)

VERKOOPRESULTAAT (transactieresultaat)
Verschillenanalyse (fabricageresultaat)
Prijsverschillen
Efficiencyverschillen
Budgetverschillen
Bezettingsverschillen

+/

Lieke van Brussel, Avans Hogeschool s-Hertogenbosch 2012-2013

Pagina | 3

WINST OF VERLIES
Verschil directe en indirecte kosten:
- Directe kosten = toewijsbaar aan product; grondstoffen, inkopen, personeel
en machine, etc.
- Indirecte kosten = niet toewijsbaar aan product; huur magazijn, andere
personeelkosten, etc.
Daarvoor bestaan er vier methodes:
1 Opslagmethode
2 Equivalentiemethode
3 Kostenplaatsmethode (week 3)
4 ABC methode (week 4)
Opslagmethode
- Enkelvoudig (primitief) alle indirecte kosten worden m.b.v. 1
opslagpercentage opgenomen in de kostprijs = (indirecte kosten / directe
kosten) x 100%
- Meervoudig (verfijnd) alle indirecte kosten worden m.b.v. meerdere
opslagpercentages opgenomen in de kostprijs = (indirecte materiaalkosten /
directe materiaalkosten) x 100%
= (indirecte loonkosten / directe loonkosten) x 100%
= (indirecte overige kosten / directe kosten) x 100%
Equivalentiemethode
Toerekening van kosten op basis van bepaalde verhouding.
Bijv. olijfolie in flessen van 0,5 van 1,0 en van 1,5 liter.
Indirecte kosten worden dan in die verhouding toegerekend.
Voorbeeld : indirecte kosten zijn 450.000
Geproduceerd worden :
50.000 flessen van 0,5 liter
200.000 flessen van 1,0 liter
50.000 flessen van 1,5 liter.
Hoe worden de indirecte kosten toegerekend ?
Aantal liters dat wordt geproduceerd :
0,5 liter x 50.000 =
25.000 liter
1,0 liter x 200.000 =
200.000 liter
1,5 liter x 50.000 =
75.000 liter
Totaal
300.000 liter
Indirecte kosten per liter
450.000 / 300.000 liter = 1,50/liter
Indirecte kosten fles 0,5 liter = 0,75
Indirecte kosten fles 1,0 liter = 1,50
Indirecte kosten fles 1,5 liter = 2,25

Lieke van Brussel, Avans Hogeschool s-Hertogenbosch 2012-2013

Pagina | 4

Week 3

Kostenplaatsenmethode

Verband tussen indirecte kosten en product niet rechtstreeks te leggen, dus


creren van tussenstations.
Nieuwe begrippen :
- Kostendragers (= uiteindelijke producten)
- Kostenplaats = verzameling van alle kosten die gemaakt worden voor de
uitoefening van een bepaalde functie.
o Hulpkostenplaatsen afdeling is er wel, maar niet fysiek aanwezig
o Zelfstandige kostenplaatsen afdelingen zijn wel aanwezig, maar hebben
geen direct verband met het product
o Hoofdkostenplaatsen in principe rechtstreeks verband, maar wel
indirecte kosten

Stappenplan:
1

Creren van kostenplaatsen & bepalen van de indirecte kosten die horen bij
de kostenplaatsen (= eerstverdeelde kosten)
2 Maken van de keuze van systematiek van doorberekening:
- Directe methode
- Step-down methode (indirecte methode / stapsgewijs)
- Reciprocal methode (wederzijds)
3 Selecteren van verdeelsleutels per hulpkostenplaats
4 Toerekenen van de indirecte kosten aan de hoofdkostenplaats en
kostendragers
Bijv.
1

Creren van kostenplaatsen & bepalen van de indirecte kosten die horen bij
de kostenplaatsen:
Indirecte kosten huisvesting
Indirecte kosten directie en
(hulpkostenplaats):
personeelsafdeling (zelfstandige
Huur per jaar 500.000
kostenplaats):
Energie en water 100.000
personeelskosten 250.000
Verzekering en belasting 50.000
overige kosten 50.000
Indirecte kosten afd. productie
Indirecte kosten afd. verkoop
(hoofdkostenplaats):
(hoofdkostenplaats):
personeelskosten 500.000
personeelskosten 150.000
Lieke van Brussel, Avans Hogeschool s-Hertogenbosch 2012-2013

Pagina | 5

overige kosten 100.000

overige kosten 200.000

2 Maken van de keuze van systematiek van doorberekening


-

Directe methode

huisvestiging :

dir + pers. afdeling : 25 m2


afdeling productie : 200 m2
afdeling verkoop : 100 m2

TOTAAL VAN 325 m2

directie&adm. : dir + pers. afdeling: 5 fte


afdeling productie : 25 fte
afdeling verkoop : 10 fte
Berekening:
Hulpkostenpla
ats
Huisvestiging
650.000

Zelfstandige
kostenplaat
s
Directie &
administr.
300.000

Hoofdkostenplaat
s

Hoofdkostenplaat
s

Productie

Verkoop

600.000,00
350.000,00
2.166,67*200=433.3 2.166,67*100=216.6
33,33
66,67
8.571,43*25=214.28 8.571,43*10=85.714
5,71
,29
1.247.619,04
652.380,96
Totaal aantal indirecte kosten, toegerekend aan hoofdkostenplaatsen
1.900.000
650.000/300
300.000/(25+10)
Per m2 = 2.166,67
Per fte = 8.571,43
Kostprijs berekenen
Tafel:
Directe kosten: 830.000 (gegeven)
Indirecte productiekosten:
1.247.619,04 (totale productiekosten)
2000(totaal aantal uren)
= 623,80 = kosten per machine uur
623,80 * 600 (uren voor tafel) = 374.280
Indirecte verkoopkosten:
25% van 652.380,96 = 163.095,24
Totaal = 830.000 + 374.280 + 163.095,24 = 1.367.375,24
_______________________________________________________________________________
-

Step-down methode
Lieke van Brussel, Avans Hogeschool s-Hertogenbosch 2012-2013

Pagina | 6

huisvestiging : dir + pers. afdeling : 25 m2


afdeling productie : 200 m2
afdeling verkoop : 100 m2

TOTAAL VAN 325 m2

directie&adm. : dir + pers. afdeling: 5 fte


afdeling productie : 25 fte
afdeling verkoop : 10 fte
Berekening:
Hulpkostenplaa
ts
Huisvestiging
650.000

Zelfstandige
kostenplaats
Directie &
administr.
300.000
2.000*25=50.000

Hoofdkostenpla
ats
Productie

Hoofdkostenpla
ats
Verkoop

600.000
350.000
2.000*200=400.0 2.000*100=200.0
00
00
350.000 10.000*25=250.0 10.000*10=100.0
00
00
1.250.000
650.000
Totaal aantal indirecte kosten, toegerekend aan hoofdkostenplaatsen
1.900.000
650.000/325
350.000/(25+10)
Per m2 = 2.000 Per fte = 10.000
Kostprijs berekenen
Tafel:
Directe kosten: 830.000 (gegeven)
Indirecte productiekosten:
1.250.000 (totale productiekosten)
2000(totaal aantal uren)
= 625 = kosten per machine uur
625 * 600 (uren voor tafel) = 375.000
Indirecte verkoopkosten:
25% van 650.000 = 162.500
Totaal = 830.000 + 375.000 + 162.500 = 1.367.500
_______________________________________________________________________________
-

Reciprocal (algebrasche) methode

S1
60.000
0,1 S1
0,2S2
0,2S3
o

S2
180.000
0,1 S1
0,1S2
0,2S3

S3
120.000
0,2 S1
0,2S2
0,0S3

P
100.000
0,3 S1
0,3S2
0,3S3

S1 = 0,1S1+0,2S2+0,2S3+60.000

Q
140.000
0,3 S1
0,2S2
0,3S3

Opdrach
t:

Lieke van Brussel, Avans Hogeschool s-Hertogenbosch 2012-2013

Pagina | 7

o
o

S2 = 0,1S1+0,1S2+0,2S3+180.000
S3 = 0,2S1+0,2S3+0,0S3+120.000

S1 en S2 en S3 invullen in vergelijking van P en Q en je hebt de


doorbelastingen.
Opstellen van de vergelijkingen (+ controle) behoort tot tentamenstof,
uitrekenen niet!!!

Week 3

ABC methode

Activity Based Costing (ABC methode)


(zie excel-sheets)

Lieke van Brussel, Avans Hogeschool s-Hertogenbosch 2012-2013

Pagina | 8

You might also like