Did VD Grammatica Meiskine en Linda

You might also like

Download as doc, pdf, or txt
Download as doc, pdf, or txt
You are on page 1of 22

qwertyuiopasdfghjklzxcvbn

mqwertyuiopasdfghjklzxcv
bnmqwertyuiopasdfghjklzx
cvbnmqwertyuiopasdfghjkl
Didactiek van de grammatica
Werkwoordelijke, voorzetsel- en
zxcvbnmqwertyuiopasdfghj
bijwoordelijke uitdrukking
klzxcvbnmqwertyuiopasdfg
hjklzxcvbnmqwertyuiopasd
fghjklzxcvbnmqwertyuiopa
sdfghjklzxcvbnmqwertyuio
pasdfghjklzxcvbnmqwertyu
iopasdfghjklzxcvbnmqwert
yuiopasdfghjklzxcvbnmqwe
rtyuiopasdfghjklzxcvbnmq
wertyuiopasdfghjklzxcvbn
mqwertyuiopasdfghjklzxcv
bnmqwertyuiopasdfghjklzx
cvbnmqwertyuiopasdfghjkl
1 april 2014

Meiskine Schalken en Linda Schaafsma


Docent: Mascha Gonggrijp

Inhoudsopgave
Voorwerk grammaticales
Onderwerp
Klas en schooltype
Doelstellingen les
Leerstofselectie positief:
Leerstofselectie negatief:
Beginsituatie leerlingen:
Uitleg geraadpleegde volwassen grammatica:
Geraadpleegde volwassen grammatica:
Evaluatie volwassen grammaticas
Uitleg schoolmethode Nieuw Nederlands (Havo/Vwo, dl.1):
Evaluatie Nieuw Nederlands
Probleemanalyse van het grammaticaal onderdeel
Tijdsbalk in minuten

blz. 2
blz. 2
blz. 2
blz. 2
blz. 2
blz. 3
blz. 3
blz. 3 - 4
blz. 5
blz. 5 - 6
blz. 7
blz. 8
blz. 8

Uitvoering grammaticales
Amusante inleiding
Inductiefase
Deductiefase
Vindproef
Demonstratie
Controle op begrip
Huiswerk
Evaluatie medestudenten
Evaluatie Meiskine
Evaluatie Linda

blz. 9
blz. 10 - 11
blz. 12 - 15
blz. 15
blz. 16
blz. 16
blz. 17 - 18
blz. 19
blz. 20
blz. 21

Voorwerk grammaticales

Onderwerp:
Uitdrukkingen; voorzetseluitdrukkingen, werkwoordelijke uitdrukkingen en
bijwoordelijke uitdrukkingen.

Klas en schooltype:
2 Havo

Doelstellingen les:
Leerlingen weten dat een uitdrukking bestaat uit een vaste combinatie van woorden.
Leerlingen weten dat een uitdrukking een figuurlijke betekenis heeft.
Leerlingen weten dat ze een uitdrukking als n geheel moeten ontleden.
Leerlingen kunnen bij het taalkundig ontleden het onderscheid zien tussen enerzijds
een werkwoordelijke uitdrukking en anderzijds de voorzetsel- en bijwoordelijke
uitdrukking.

Leerstofselectie positief:
Een uitdrukking is een vaste combinatie van woorden met een figuurlijke betekenis.
Het onderscheid tussen de werkwoordelijke uitdrukking enerzijds en de voorzetsel- en
bijwoordelijke uitdrukkingen anderzijds.
Het taalkundig benoemen van een uitdrukking.

Leerstofselectie negatief:
Het redekundig ontleden van een uitdrukking.
Het onderscheid benoemen van de combinaties van de werkwoordelijke uitdrukking
(dus bijvoorbeeld werkwoord en lijdend voorwerp, werkwoord en bijwoordelijke
bepaling).

Beginsituatie leerlingen:
Wat is er al behandeld?
Binnen het taalkundig ontleden zijn de volgende onderdelen behandeld:
Lidwoord, zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord, bijwoord, voorzetsel,
zelfstandig werkwoord, hulp werkwoord.
Herhaling nodig? Zo ja, wat?
Eventueel het ophalen van de kennis over de werkwoorden, het voorzetsel en het
bijwoord.

Geraadpleegde volwassen grammatica:


1. G. Geerts e.a. Algemene Nederlandse Spraakkunst. Leuven 1984.
2. J. Luif. In verband met de zin, inleiding in de Nederlandse spraakkunst.
Amsterdam 1986.
Uitleg geraadpleegde volwassen grammatica:
1. De werkwoordelijke uitdrukking wordt uitgelegd binnen het hoofdstuk de
zinsdelen en dan onder het werkwoordelijk gezegde. De uitleg is als volgt: Ook
de niet-werkwoordelijke delen van een werkwoordelijke uitdrukking vormen n
geheel met de werkwoordsvormen die daarin voorkomen. Werkwoordelijke
uitdrukkingen zijn combinaties van werkwoorden met andere taalelementen die
een gemeenschappelijke (meestal figuurlijke) betekenis hebben. Ze zijn (vrijwel)
onveranderlijk. () Gebruikt men de samenstellende delen van een dergelijke
combinatie van woorden in hun letterlijke betekenis, dan zijn natuurlijk op de
gewone wijze zinsdelen te onderscheiden. () Naargelang van de syntactische
functies die de samenstellende delen in hun letterlijke betekenis zouden hebben,
kunnen we de werkwoordelijke uitdrukkingen onderscheiden in combinaties met
equivalenten van een lijdend voorwerp (een flater slaan), een bijwoordelijke
bepaling (achter het net vissen), een lijdend voorwerp en een meewerkend
voorwerp (de pijp aan Maarten geven), een lijdend voorwerp en een
bijwoordelijke bepaling (de hond in de pot vinden) en twee bijwoordelijke
bepalingen (met de deur in huis vallen).
Vervolgens gaat de uitleg verder met het naamwoordelijk gezegde.
De voorzetseluitdrukkingen staan vermeld in het hoofdstuk Het voorzetsel en het
achterzetsel. Er wordt een lijst gegeven op alfabetische volgorde met de meest
gebruikelijke voorzetseluitdrukkingen. Naast de betekenis van de uitdrukkingen
wordt niets uitgelegd over de functie ervan of de ontleding.
In het hoofdstuk over zinsontleding worden de voorzetseluitdrukkingen en de
bijwoordelijke uitdrukkingen niet genoemd.

2. In het hoofdstuk over werkwoorden wordt een paragraaf gewijd aan de


werkwoordelijke uitdrukking: In de zin ze staken de draak met zijn preek hoort
met als vast voorzetsel bij de draak steken. Bovendien is de draak hier niet als
lijdend voorwerp te beschouwen (*het steken van de draak). Alleen de draak
steken als geheel heeft een betekenis; spotten. Men kan zeggen dat de vaste
combinatie van woorden de draak steken in zijn geheel als werkwoord
functioneert. Om deze reden beschouwen we als gezegde van de zin het gehele
stuk staken de draak. Men noemt combinaties als de draad steken
werkwoordelijke uitdrukkingen.
Het hoofdstuk over woordsoorten begint met een uitleg over vaste combinaties:
Voor we de woordsoorten gaan bespreken, moeten we eerst een onderwerp
behandelen dat al eerder even aan de orde is geweest, namelijk de
werkwoordelijke uitdrukkingen. Daarvan hebben we gezegd dat het vaste
combinaties van woorden zijn die in hun geheel als werkwoord functioneren.
Dergelijke vaste combinaties komen ook bij andere woordsoorten voor. We geven
daarom een algemenere omschrijving van uitdrukkingen: het zijn vaste
combinaties van woorden die in hun geheel functioneren als n woord dat tot
een bepaalde woordsoort behoort. Zo is ten gevolge van een
voorzetseluitdrukking omdat het functioneert als een voorzetsel. Niet alle
uitdrukkingen functioneren in dezelfde mate als n woord. Men kan er geen
woorden invoegen en evenmin een deel ervan verplaatsen (*hij overleed ten
ongelukkige gevolge van een val). Bij werkwoordelijke uitdrukkingen is de
gelijkenis met n woord minder sterk. Men kan de delen ervan meestal
uiteenplaatsen, soms zitten er onderdelen in die onveranderlijk zijn. Daarnaast
zijn ook tamelijk geijkte verbindingen, zoals in de gaten krijgen, een voorstel
doen, in orde komen, die beslist geen uitdrukkingen zijn. Hier lijkt sprake te zijn
van een vaste combinatie, maar dat is maar schijn. De gebruikte werkwoorden
kan men gemakkelijk door andere vervangen: in de gaten hebben, een voorstel
afslaan, in orde zijn. In het algemeen is in een werkwoordelijke uitdrukking het
gebruikte werkwoord niet vervangbaar zonder dat de betekenis radicaal
verandert. Men kan bij elke woordsoort een term voor de corresponderende
uitdrukking maken: telwoorduitdrukking, bijvoeglijk-naamwoorduitdrukking
enzovoort. Omdat dat vaak lange, onhandige termen oplevert, zullen we in het
volgende overzicht deze termen meestal niet gebruiken. Achter de voorbeelden
zullen we, waar dat het geval is, vermelden dat het om een uitdrukking gaat.

Evaluatie volwassen grammaticas:


Wat we gaan overnemen vanuit de volwassen grammaticas is de uitleg over vaste
combinaties. Dat je bij werkwoordelijke uitdrukkingen de volgorde niet kunt
veranderen, bijvoorbeeld de draak steken met en niet *het steken van de draak.
Vanuit de ANS wordt goed duidelijk gemaakt dat er een onderscheid is tussen de
figuurlijke en letterlijke betekenis van het werkwoordelijk deel en dat is hetgeen wat
het onderscheid maakt, zoals de uitdrukking de pijp aan Maarten geven. In de
letterlijke betekenis is er sprake van een werkwoordelijk gezegde (geven), een lijdend
voorwerp (de pijp) en een meewerkend voorwerp (aan Maarten). In de figuurlijke
betekenis blijft de zin n geheel en benoem je het als werkwoordelijke uitdrukking.
Welke elementen we laten liggen in de uitleg is het onderscheid tussen de
verschillende soorten werkwoordelijke uitdrukkingen. In de ANS wordt uitgelegd dat
wanneer je de letterlijke betekenis gebruikt een werkwoordelijke uitdrukking kan
bestaan uit een werkwoord met een lijdend voorwerp, een bijwoordelijke bepaling,
een lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp of een lijdend voorwerp met een
bijwoordelijke bepaling. Dit laten we achterwege omdat leerlingen dat onderscheid
niet hoeven te benoemen en omdat het voor verwarring zorgt (moeten we nu wel of
niet de afzonderlijke delen ontleden?).
Uitleg schoolmethode Nieuw Nederlands (Havo/Vwo, dl.1):
Nieuw Nederlands behandelt niet alle onderdelen van de uitdrukkingen. Zij richten
zich kort op vaste voorzetsels en voorzetseluitdrukkingen waarin een korte uitstap
gemaakt wordt naar de werkwoordelijke uitdrukking. Hieronder is overgenomen wat
Nieuw Nederlands als uitleg geeft:
Vaste voorzetsels en voorzetseluitdrukkingen
Veel werkwoorden hebben een vast voorzetsel: ontkomen aan, opzien tegen. De
betekenis van het werkwoord veranderd soms als er een vast voorzetsel bij het
werkwoord staat
- Bestaan: In november bestaat onze school honderd jaar.
- Bestaan uit: Het boek bestaat uit zes hoofdstukken.
- Houden: Onze buurman houdt al jaren kippen.
- Houden van: Ik houd van kip met appelmoes.
Er zijn ook combinaties van een werkwoord, met een ander woord (meestal een
zelfstandig naamwoord met of zonder lidwoord) en een vast voorzetsel: last hebben
van, een hekel hebben aan. Dit zijn voorbeelden van een werkwoordelijke uitdrukking
met een vast voorzetsel. Woordcombinaties als in verband met, ten behoeven van, in
aansluiting op, met ingang van, op aandringen van noem je voorzetseluitdrukkingen.
Zon uitdrukking kun je soms vervangen door n voorzetsel: ten behoeve van =
voor, als gevolg van = door.

Oefeningen
Nieuw Nederlands behandelt Vaste voorzetsels en voorzetseluitdrukkingen in het
onderdeel Taal en woordenschat. Zij geven daarna een aantal oefeningen om mee
aan de slag te kunnen.
-

Om te beginnen geven zij een opdracht om uit een tekst de werkwoorden mt of


zonder vast voorzetsel op te schrijven.
Daarna komt een opdracht waar de leerlingen uit een tekst 20 genummerde
woorden de betekenis moeten halen. Dit kan door het lezen van de context, het
zinsverband, synoniemen uit de tekst te halen of door het tekstverband.
Vervolgens worden bij de overgebleven woorden betekenissen gegeven,
daarmee kunnen de leerlingen woordparen maken.
Een volgende opdracht is een invuloefening, waar de leerlingen woorden als
appelleert, in de prak rijden, in het licht van en treffende in een zin moeten
plaatsen.
Dan is er een opdracht waar de leerlingen weer vaste uitdrukkingen uit een tekst
moeten halen en daarbij de betekenis moeten zoeken en omschrijven.
Vervolgens is er een oefening met invullen van voorzetseluitdrukkingen.
Leerlingen moeten zinnen compleet maken met bijvoorbeeld: als gevolg van, na
afloop van, op advies van, ect.
Als laatste is er een oefening met kleuren. Er staat bij: Bij veel kleuren gebruiken
we een of meerdere vergelijkingen. Die vergelijkingen hebben de vorm: zo als
een.. Ook bij andere woorden (groot, oud, kaal, sterk ect.) zijn er vaste
vergelijkingen. Er wordt daar weer een invuloefening gegeven en daarna wordt er
van de leerlingen gevraagd om zelf uitdrukkingen te bedenken met een aantal
woorden. Als laatst wordt er gevraagd om vaste vergelijkingen te maken met de
volgende woorden: vaatdoek, haas, de weg naar Rome, hond, hark, Job, kikker,
biljartbal en vos.

Evaluatie Nieuw Nederlands:


Wat zijn volgens jou de didactisch positieve punten in de uitleg van Nieuw Nederlands?
De opdrachten van Nieuw Nederlands sluiten voor ons gevoel goed aan bij de
aanwezige taalintutie van de leerlingen. Ze laten met de opdrachten en termen die
ze al eerder behandeld hebben zien dat grammatica niets anders is dan explicitering
van reeds aanwezige taalkennis.
Daarnaast geeft Nieuw Nederlands een goede opbouw in moeilijkheid. Ze beginnen
eigenlijk altijd met de oefeningen waar de leerlingen al kennis van hebben en die dus
goed aansluiten bij de leerlingen. Vervolgens geven ze naar ons inzicht een duidelijke
en gestructureerde uitleg om vervolgens de opdrachten naar moeilijkheid op te
bouwen. Nieuw Nederlands heeft daarnaast genoeg bruikbare voorbeeldzinnen
achter de hand, deze zinnen zijn volgens ons recent en geven de leerlingen ook
inzicht in de problematiek.
De zinnen in de methode behandelen naast deze stof weinig tot geen andere
moeilijkheden die de aandacht zouden kunnen afleiden en er zijn voldoende zinnen
om regelmaat aan te kunnen tonen.
Een ander positief punt is dat het boek niet opgeleukt wordt, de zinnen zijn wel
aansprekend en er zit een plaatje bij, maar er worden geen andere dingen gedaan
om het aantrekkelijk te maken. Een voordeel omdat er zo weinig afleiding is. Als
laatste vinden wij het erg positief dat in de afsluitende opdracht alles wat er gevraagd
en uitlegt is behandeld wordt. Zo controleert het boek met de opdrachten of de
leerlingen daadwerkelijk alles hebben begrepen. Een laatste belangrijk positief punt is
dat in de voorbeelden de leerlingen de leerlingen het verschil kunnen zien tussen
bijvoorbeeld bestaan en bestaan uit. Dit geeft aan dat de voorbeeldzinnen
onderling contrastief zijn. Er worden in de voorbeeldzinnen niet alleen die dingen
aangereikt zoals ze later in de opdracht gevraagd zijn.
Wat zijn volgens jou de didactisch negatieve punten in de uitleg van Nieuw Nederlands?
De uitleg van Nieuw Nederlands vinden wij een beetje kort. Er wordt in het hele boek
niet meer uitleg gegeven dan dat hierboven beschreven is. Een eerste negatieve punt
is dat de voorkennis van de leerlingen niet tot nauwelijks geactiveerd wordt. Er
worden wel een aantal voorbereidende oefeningen gedaan, maar er wordt
bijvoorbeeld niet stil gestaan bij eventuele opdrachten over het werkwoord of een
voorzetsel. Natuurlijk snappen wij ook dat de leerlingen die kennis al in huis hebben,
maar een extra oefening hierover zouden wij graag in de methode terugzien.
Een ander negatief punt is dat de gehele opdracht eigenlijk deductief is, alleen bij de
eerste opdracht zou je kunnen denken dat hij inductief is, maar ook daar worden de
leerlingen behoorlijk gestuurd in hun werk. De leerlingen weten al waar de les over
gaat en er is daarom geen mogelijkheid in deze methode, als je volgens de methode
werkt om de les inductief te maken.

Probleemanalyse van het grammaticaal onderdeel:


Bij welke aspecten van de uitleg voorzie je begripsproblemen bij leerlingen?
- vaste combinatie van woorden
- onderscheid letterlijke en figuurlijke betekenis
- uitleg voorzetsel- en bijwoordelijke uitdrukking
Welke didactische oplossingen heb je om begripsproblemen te overwinnen?
- onjuiste voorbeeldzinnen aandragen om het verschil duidelijk te maken.
- verwijzing naar de letterlijke genomen uitdrukkingen uit de inleiding.

Tijdsbalk in minuten
Aantal minuten

Activiteit

0-3

Lesopening en filmpje

3-11

Inductiefase (lesopdracht nieuwsgierig Aagje)

11-23

Deductiefase (PowerPoint met uitleg, vindproef)

23-28

Demonstratie (ondersteunde voorbeeldzinnen


en opdrachten)

28-33

Controle op begrip met oefenzinnen

33-45

Begin maken met huiswerkopdrachten

Uitvoering grammaticales

Amusante inleiding
Filmpje van Youtube over uitdrukkingen waar de letterlijke betekenis in wordt
uitgebeeld:
http://www.youtube.com/watch?v=z3-qC_DX84U

Inductiefase
Nieuwsgierig aagje en vele andere uitdrukkingen
Wanneer iemand tegen je zegt dat je een nieuwsgierig aagje bent, betekent dat je iets
wel heel graag wilt weten, terwijl je er eigenlijk misschien wel niets mee te maken
hebt. Dit is al enkele honderden jaren een bekende uitdrukking in de Nederlandse
taal. Aagje is een personage uit een oud verhaal en haar nieuwsgierigheid kwam haar
duur te staan.
Aagje is de hoofdpersoon in een 17eeeuwse klucht. Er zijn verschillende versies van
deze klucht in omloop, maar de meest bekende versie wordt toegeschreven aan
Abraham Bormeester. Over het leven van deze schrijver is vrijwel niets bekend, maar
hij heeft wel vier kluchten op zijn naam staan, waarvan Kluchtigh Avontuurtje van t
Nieuwsgierigh Aeghje van Enckhuysen de bekendste is. Het verhaal speelt zich af in
de 80-jarige oorlog.
Hieronder lees je het verhaal over nieuwsgierig aagje.
Aagje uit Enkhuizen leefde ten tijde van de 80-jarige oorlog. Ze was ontzettend
nieuwsgierig en luisterde graag naar de verhalen die ze hoorde over wat er in de rest
van de wereld gebeurde. Op een dag kregen Aagje en haar man bezoek van een
vriend, genaamd Freekbuur. Hij was schipper en koos het ruime sop op weg naar
Antwerpen. En raad eens wie er mee mocht Aagje! Ze kon haar geluk niet op en
vertrok om de wijde wereld in te trekken.
Eenmaal in Antwerpen aangekomen moest Freekbuur even weg in verband met het
regelen van zaken, hij vertelde Aagje dat ze op het schip moest blijven, dat was
veiliger. Aagje kon echter haar nieuwsgierigheid niet bedwingen, ze sloeg het advies
van Freekbuur in de wind en verliet de veilige haven.
Op straat werd Aagje aangesproken door een man, hij noemde haar heel vriendelijk
nichteken en Aagje dacht naar aanleiding van deze woordkeuze dat ze een familielid
had getroffen (niet wetende dat nichteken een normale manier was om een meisje te
begroeten). Ze had beter even de kat uit de boom kunnen kijken, maar Aagje voelde
zich zo vertrouwd bij deze man, dat ze haar hele ziel en zaligheid blootlegde. Ze
vertelde waar ze vandaan kwam en dat ze een bedrag van om en nabij honderd
gulden op zak had. De vreemde man vond dit natuurlijk erg interessant en besloot
Aagje op sleeptouw te nemen. Al gauw belandden ze in een kroeg waar de man
Aagje dronken voerde en haar van haar geld beroofde. Hij ontnam ook haar sieraden
en mooie kleding en besloot haar bij nacht en ontij in andere kleren achter te laten op
de stoep van een deftig huis. Toen Aagje wakker werd, ontdekte ze dat ze beroofd
was. Er stond een hele groep mensen om haar heen en ze vroeg de menigte naar
haar zogenaamde neef. Hij bleek een oplichter te zijn die haar willens en wetens had
bedrogen. Dit alles viel haar koud op haar dak, gelukkig was ze inmiddels wel
gevonden door Freekbuur en met hem keerde ze bedroefd terug naar Enkhuizen.
De nieuwsgierigheid om in haar eentje Antwerpen te ontdekken kwam Aagje dus duur
te staan. De uitdrukking nieuwsgierig aagje leeft in het hedendaagse Nederlands
nog altijd voort.

10

Opdracht: Zet de onderstreepte uitdrukkingen in de onderstaande tabel en


bedenk door welk woord of woorden je de uitdrukking kunt vervangen.
Uitdrukking

Vervangend woord

1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.

11

Deductiefase

12

13

14

Vindproef
1. Is er sprake van een vaste combinatie?
2. Is er sprake van een figuurlijke betekenis?
Uitdrukking!
Om onderscheid te maken in wat voor soort uitdrukking kun je de volgende stappen
volgen:
1. Vervangt het zelfstandig werkwoord werkwoordelijke uitdrukking
Kenmerk: bevat een zelfstandig werkwoord!
2. Vervangt een voorzetsel voorzetseluitdrukking
Kenmerk : voorzetsel + zelfstandig naamwoord + voorzetsel
3. Vervangt een bijwoord bijwoordelijke uitdrukking
Kenmerk: bijwoord EN bijwoord

15

Demonstratie
1. Freekbuur koos het ruime sop.
2. Freekbuur moest weg in verband met zaken.
3. Aagje had een bedrag van om en nabij honderd gulden op zak.

Controle op begrip
1. Freekbuur viel met de deur in huis.
2. Aagje woont in de buurt van Enkhuizen.
3. Freekbuur huurde een boot in het kader van de reis.
4. Aagje zat als een muis in de val.
5. Freekbuur deed Aagje een ring cadeau.
6. Als gevolg van haar nieuwsgierigheid verloor Aagje al haar geld.
7. Af en toe denken ze nog wel eens terug aan de tijd in Antwerpen.
8.

Voor alles is een oplossing zei Freekbuur.

16

Huiswerk opdrachten

Opdracht 1: Benoem de onderstreepte uitdrukkingen, gaat het om een werkwoordelijke


uitdrukking of een voorzetseluitdrukking.
1. In geval van nood kun je altijd een vriend bellen.
2. Als je die jurk aan doet sta je voor aap!
3. Na verloop van tijd begon hij weer te lachen.
4. Het feest werd uitgesteld met het oog op het weersalarm.
5. Ik sta wel op het podium, maar ik doe mee voor spek en bonen.
6.

Op basis van de tegenvallende cijfers mogen jullie de toets overdoen.

7. Met die opmerking probeert hij weer een wit voetje te halen bij de docent.

Opdracht 2: Vervang de onderstreepte uitdrukkingen uit opdracht 1 door een werkwoord of


voorzetsel.

Opdracht 3: Benoem in onderstaande zinnen het onderstreepte zinsdeel en vervang het door
een uitdrukking.
1. Op vrijdagavond ga ik soms met mijn vrienden de kroeg in.
2. Meestal wacht ik rustig af wat er gaat gebeuren die avond.
3. Mijn vriendin doet het tegenovergestelde, zij laat zich helemaal gaan.
4. Ondanks die verschillen hebben we nooit ruzie.
5. Daar geloof ik niets van, zul je nu denken.

Opdracht 4: Een voorzetseluitdrukking wordt vaak afgekort. Schrijf de onderstaande


afkortingen helemaal uit.
1. i.v.m.
2. i.t.t.
3. d.m.v.
4. t.a.v.
5. m.m.v.
17

Opdracht 5: Werkwoordelijke uitdrukkingen hebben vaak een kernwoord. Vul dit woord in, de
betekenis kan je hierbij helpen.
1. Als een . in de val zitten (niet meer weg kunnen).
2. Met de .. in huis vallen (het meteen vertellen).
3. Er geen van gegeten hebben (er geen verstand van hebben).
4. In de .. cijfers komen (verlies lijden).
5. Zijn .. staat verkeerd (hij is niet goed te spreken).
6. vingers hebben (goed met planten kunnen omgaan).
7. De .. ingaan (niet succesvol zijn).

Opdracht 6: Schrijf een kort verhaal (8-10 zinnen), maak daarbij gebruik van minimaal 5
uitdrukkingen. Je mag internet raadplegen om ideen op te doen.

18

Evaluatie medestudenten
Inleiding en introductie
-

Amusante inleiding, leuk filmpje


Er zijn een aantal uitdrukkingen bij die de leerlingen niet kennen/moeilijk zijn
(Belgische)
Grammaticale kennis is niet nodig
Heel bruikbaar voor een les
In het schema werd direct regelmaat zichtbaar, duidelijk

Uitleg en vindproef/controle op begrip


-

Duidelijke uitleg, best lastig voor HAVO 2


Er is niet echt een vindproef
Voorbeeldzinnen maken het een en het ander duidelijk
Schema zoek de verschillen is lastig, omdat je alle 3 dingen met elkaar moet
vergelijken
Misschien is het een tip om niet 3 onderwerpen uit te leggen, maar te beginnen met
2.
Leuke PowerPoint en plaatjes
Bij de voorbeeldzinnen van de vindproef kon er meer informatie worden gegeven aan
de groep
Jammer dat er niet per onderdeel geoefend werd, dan had je daarna kunnen oefenen
met alles door elkaar
Stap voor stap uitgelegd
Tijdens de uitleg mocht er meer interactie zijn met de groep
Er zou meer klassikaal geoefend kunnen worden

Voorbeeldzinnen en huiswerk
-

Voldoende oefenzinnen voor huiswerk


Let op je afkortingen (met punten en beter zonder hoofdletters)
Veel oefeningen die aansluiten
Prima, kunnen misschien iets meer terugleggen in de groep
Goede gevarieerde opdrachten

Algemeen lesgedrag
-

Lief, toegankelijk en (erg) geduldig, top!


Prettige stem
Meiskine staat heel zeker voor de klas
Linda praat iets sneller, wel duidelijk en enthousiast
Jullie vullen elkaar goed aan
Linda geeft soms zelf antwoord als ze een vraag stelt
Vriendelijke, positieve docenten
Staan rustig voor de klas
Leuke les

19

Evaluatie Meiskine
Terugkijkend op de les denk ik dat het heel goed is gegaan. We hadden ons goed
voorbereid, een duidelijke indeling gemaakt en ons daar aan gehouden. De inleiding
bestond uit een kort filmpje, heel prettig om de leerlingen bij de les te krijgen en zelf
even ruimte te hebben om te wennen aan de nieuwe lessituatie. De inductiefase
verliep ook zoals wij hadden voorspeld, leerlingen zagen al snel de regelmaat en op
die manier konden we soepel overgaan tot de uitleg. Hier merkte ik echter dat we te
veel informatie hadden, het uitleggen van wat een uitdrukking is en vervolgens de drie
verschillende uitdrukkingen. Achteraf denk ik dat we beter eerst een onderscheid
hadden kunnen maken tussen alleen de werkwoordelijke uitdrukkingen en de andere
(nog onbenoemde) uitdrukkingen. Deze zouden dan een volgende les aan bod
kunnen komen. Gelukkig hadden we een heel braaf klasje, ze dachten goed mee en
na enkele verhelderende opmerkingen en voorbeelden heeft iedereen de lesstof goed
begrepen.
Wat betreft het eigenlijke lesgeven, ik sta al een aantal jaren voor de klas en zelden
heb ik zon relaxte les gedraaid. Leerlingen deden precies wat er van ze gevraagd
werd, luisterden geduldig naar onze uitleg en gingen elkaar bepaalde zaken
uitleggen, super! Het blijft wel een wat ongewone situatie, omdat je ineens in een heel
andere rol bent dan gewoonlijk in deze groep. Daardoor wordt een les nooit zoals
voor een echte havo 2 groep, maar het is wel prettig om op deze manier didactische
principes uit te proberen. Zo zijn we erachter gekomen dat je goed moet nadenken
over wat je wanneer uitlegt, in welke volgorde en hoe.
Wat ik volgende keer anders zou doen is meer ruimte geven voor reacties uit de
groep. Meer vragen stellen en er niet zomaar vanuit gaan dat leerlingen het begrepen
hebben. Daarnaast zou ik nog meer voorbeeldzinnen gebruiken, nu hebben we het
klassikaal besproken, met als gevolg dat alleen de leerlingen reageren die het
snappen. Ik zou ervoor zorgen dat zoveel mogelijk leerlingen de beurt krijgen, door
meer oefeningen, door te laten herhalen wat is uitgelegd en misschien ook een vraag
van een leerling in de groep gooien, wie kan het hem of haar uitleggen?
Wat betreft de samenwerking ben ik zeer tevreden, Linda en ik vullen elkaar goed
aan, zowel in de voorbereiding als tijdens de les zelf. Af en toe was n van ons even
de draad kwijt of kwam er een vraag waar we even over na moesten denken, dan is
het heel fijn dat je van elkaar weet dat de ander het oppikt. Het lijkt me een heel
plezierig idee om met Linda een baan te delen!

20

Evaluatie Linda
De les die Meiskine en ik gegeven hebben vond ik goed gaan. We hadden de les
goed voorbereid. Het was prettig om met Meiskine samen te werken, we waren het
beide ` snel eens met de lesindeling. We hadden van te voren bedacht wie wat zou
doen en hadden afgesproken dat wanneer het nodig was elkaar aan te vullen.
Tijdens de les zelf kwam dit ook goed naar voren, we gaven elkaar de ruimte om
dingen uit te leggen en gaven daarna, soms door een klein gebaar, de beurt aan de
andere. Al met al vond ik het tijdens, maar ook zeker na de tijd fijn om met Meiskine
samen te werken.
Prettige ervaring vond ik dat deze leerlingen erg gemotiveerd waren. Ze stelden
goede vragen en waren ook behulpzaam naar ons toe. Ook fijn vond ik dat de
leerlingen echt goed aan het werk waren, ze deden wat er van ze gevraagd werd en
hadden ook inhoudelijke discussie. (Onze leerlingen waren het in eerste instantie
niet gelijk eens met de verschillende soorten uitdrukkingen, later, na de uitleg,
snapten ze onze woordkeuzes).
Deze les was wel een heel andere dan de lessen die ik gaf aan de lessen op ROC
Friese Poort, MBO klassen 1 en 2. De leerlingen hier waren in mijn beleving heel lief
en aardig en er was geen opstandigheid. Een modelklasje in mijn ogen. Natuurlijk
prima om les te geven en te kunnen zien wat je op didactisch vlak kunt, maar het lijkt
mij ook een grote stap om naar de echte wereld te gaan..
Het onderwerp dat we gekozen hadden, was best een lastige om uitleg over te
geven. Vooral omdat er in de literatuur, op internet en zelfs in sommige grammatica
niets te vinden was over het onderwerp. Ook in Nieuw Nederlands stond weinig uitleg
en daar werd de bijwoordelijke uitdrukking helemaal niet genoemd.
Iets wat ik in het vervolg beter zou willen doen is nog meer parate kennis achter de
hand willen hebben. We hadden naar mijn inzien wel voldoende voorbeelden, maar af
en toe kwam er een vraag van iemand waar ik dan even met mijn mond vol tanden
stond. Natuurlijk kun je nooit op alles voorbereid zijn, maar in het vervolg zou ik nog
wel iets meer voorbeelden en andere begrippen willen weten.

21

You might also like