Download as doc, pdf, or txt
Download as doc, pdf, or txt
You are on page 1of 3

De docentenhandleiding.

introductieles

Doel. .... De leerlingen leren tijdens de les te kijken naar de


beeldaspecten “ruimte” het onderdeel standpunt,
“textuur” en “kleur”. Ook leren ze de kleding van de
karakters te koppelen aan de klassieke kunst.
De leerlingen leren emoties herkennen in afbeeldingen uit
Shrek.

Materiaal .. - Kijkwijzer (werkblad)


- Digibord

Textuurvoorwerpen:
- Knuffel
- Vijl
- Lepel
- Leren jas
- Eigen haar

Tijd ...... 60 minuten

Doelgroep ... Groep 8

Omschrijving lesactiviteit.
In deze les zullen we aan de hand van de film “Shrek” de leerlingen
zo laten kijken dat ze de beeldaspecten “ruimte” en “textuur”eruit
kunnen halen. de emoties van de karakters kunnen analyseren en
ze ook een koppeling kunnen maken naar de klassieke kunst. We
laten een stukje film zien als introductie zodat ze weten over welke
film we het hebben. In de kern krijgen de leerlingen instructie over
de beeldaspecten. Vervolgens gaan we plaatjes koppelen aan
klassieke kunst en gaan we naar de emoties van de karakters
kijken.
Als verwerkingsopdracht krijgen de leerlingen plaatjes waarbij ze
door middel van gesloten vragen en een aantal open vragen op
papier de emoties van de karakters eruit moeten halen. Ook krijgen
ze een aantal plaatjes waarbij ze de beeldaspecten eruit moeten
halen. Ook dit gebeurt weer met gesloten en een aantal open
vragen.

Voorkennis leerlingen.
De leerlingen moeten de film “Shrek” een keer gezien hebben. Ook
moeten de leerlingen weten wat klassieke kunst is en bekende
schilderijen gezien hebben.

Opbouw.
Inleiding 10 minuten.

Als introductie laat u het stukje film van “Shrek” zien waarbij Shrek
en Donkey net aan zijn gekomen bij het kasteel van Fiona. U laat
het stukje zien totdat Fiona met beide benen weer op de grond
staat aan de overkant van het kasteel. Dit is een spannend stukje
uit het verhaal waardoor de leerlingen meteen geboeid zullen zijn
over het onderwerp.

Kern 40 minuten.

Theorie: 20 minuten.
U begint met het laten zien van plaatje 1. Hierop is het standpunt goed zichtbaar. U vertelt
dat er verschillende soorten beeldaspecten zijn. Beeldaspecten zijn onderdelen van de
opbouw van een beeld zoals kleur, vorm, ritme, structuur, die
belangrijk zijn voor de overdracht van het totaalbeeld. Aan de hand
van het plaatje begint u uit te leggen dat je een plaatje of een film
vanuit een bepaald standpunt kunt zien. U vertelt dat we vandaag
de standpunten “kikkerperspectief” “vogelperspectief” en
“oogperspectief” gaan behandelen. Bij kikker kijk je omhoog,
degene voor je lijkt hierdoor heel groot. Bij vogel kijk je neer op
degene tegenover je. Bij oog zit je op gelijke hoogte. Aan de hand
van de plaatjes uit de PowerPoint kunt u dit goed illustreren en
uitleggen. Laat de kinderen in tweetallen tegenover elkaar staan. 1
gaat op de stoel staan en de ander daarvoor op de hurken. Nu
kunnen ze zelf goed zien wat er wordt bedoeld met het kikker- en
het vogelperspectief. Als de kinderen allebei op de zelfde hoogte
staan dan kun je het oogperspectief goed laten zien.
Vervolgens legt u uit dat er ook textuur in een film/plaatje zit.
Textuur is hoe een oppervlak of een materiaal aanvoelt en eruit
zien. Als je naar Shrek kijkt dan lijkt hij heel glad door zijn huid, als
je naar Donkey kijkt dan lijkt hij heel zacht door zijn vacht. De draak
lijkt heel ruw door zijn schubben etc. Aan de hand van de
PowerPoint kunt u dit goed illustreren en uitleggen. Leg uit dat ze
dit vroeger in schilderijen ook al zo lieten zien. Bepaalde kledij lijkt
zacht, terwijl andere kledij ruw lijken. Laat de textuurvoorwerpen
zien en voelen. Wat voor textuur zie je? Hoe zal het voelen? Voelt
het ook zo?
Tekenaars maken altijd gebruik van emoties. Dit hebben ze dus
ook in Shrek gebruikt. In de powerpoint staan een aantal plaatjes
waar de emotie goed te zien is. Laat de kinderen de vragen uit de
powerpoint beantwoorden en bekijk de emoties goed. Zijn de
emoties in de tekeningen hetzelfde als hoe wij mensen dat doen?
Als laatste beeldaspect behandeld u kleur. Met kleur wordt er
bedoeld welke kleuren er worden gebruikt en waarom. Sommige
kleuren worden gebruikt om bepaalde gevoelens op te wekken.
Donkere kleuren met felle kleuren eromheen maakt het spannen,
grauwe kleuren maakt het verdrietig en alleen felle kleuren maakt
het blij. In het kasteel bij de draak worden donkere kleuren getoond
met het felle kleur van de lava. Hier wordt een spannend gevoel bij
opgewekt. Tijdens de trouwerij zijn hele felle kleuren gebruikt
waardoor je een blij gevoel krijgt. Aan de hand van de plaatjes in de
PowerPoint kunt u dit goed illustreren en uitleggen. De muziek in
een film is ook belangrijk, dit wekt een bepaald gevoel op. Laat een
kind een vrolijk deuntje zingen/neuriën. Doe dit ook met
bijvoorbeeld een spannend deuntje of een zielig deuntje. Hoe wordt
dit gebruikt in Shrek?
U het had net al even over de klassieke kunst en over de kledij. Nu
gaat u de kinderen leren om de klassieke kunst te koppelen met de
film. Als u goed naar de kledij kijkt kunt u zien dat het is afgeleid
van de klassieke kunst. Er worden jurken gedragen die u goed kunt
vergelijken met schilderen van Rembrand van Rijn en/of Leonardo
da Vinci. Ook de kleding van de mensen uit het kasteel kunt u daar
goed mee vergelijken. Het lijkt daarom ook dat de film zich afspeelt
in 1700. Aan de hand van de plaatjes in de PowerPoint kunt u dit
goed illustreren, vergelijken en uitleggen.

Praktijk: 20 minuten.
Deel de leerlingen het werkblad uit. De leerlingen maken de opdrachten individueel.

Afsluiting 10 minuten.

Als afsluiting neemt u de vragen door met de klas aan de hand van de plaatjes. Ook
vertelt u dat de vragen ook over gevoelens gingen. Dit wordt gedaan omdat u hier in
de volgende les weer op terug komt.

You might also like