Professional Documents
Culture Documents
Het Lijk in de Kast
Het Lijk in de Kast
Het Lijk in de Kast
Dossier Pinto
door
Gro enste Me di a
2010
ISBN
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar worden gemaakt in enige vorm of op enige
wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopien, opnamen of enig andere
manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
All right reserved. No part of this manuscript may be reproduced, stored in a
retrieval system, or transmitted, in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, by print, recording, or otherwise, without the publishers prior
permission in writing.
Inleiding
Je zit in de zomer in het vliegtuig uit Isral op weg naar Amsterdam. Je bent
hem gewoon voorbijgelopen of hebt hem niet in de gaten gehad.
De man staat op de corridor en kijkt op zijn gemak naar de film. Af en toe
kijkt hij rond of hij niet wordt herkend. Zijn gezicht was lange tijd uit beeld
en het duurt even voordat het weer vorm en betekenis krijgt. Hij drinkt een
kop koffie en het wordt steeds duidelijker dat hij David Pinto is, professor
en uitvinder van het anti-knuffelbeleid voor allochtonen door overheden en
het inburgeringscontract.
In de beleving van Pinto moesten allochtonen bij wijze van spreken een
schop onder kont hebben om aan de slag te gaan en niet in de watten
worden gelegd met subsidies door overheden. Hij neemt zich daarbij graag
zelf als voorbeeld van een succesverhaal.
Op zijn website www.davidpinto.nl klopt hij zichzelf op de borst dat hij
een kort geding tegen de Nieuwe Joodse Gazet in de jaren negentig heeft
gewonnen. Dat heeft zoveel indruk op hem gemaakt dat hij het heeft
opgenomen in zijn logboek op zijn website. Hij dweept daarop met zijn
10
11
12
Al jarenlang gaat Pinto publiekelijk te keer tegen mensen die het niet met
hem eens zijn. Vele krantenartikelen moeten laten zien hoe geweldig hij
wel niet is. De grondlegger van zijn eigen politieke partij met zijn naam,
Politieke Partij Pinto, waarvoor hij de bekende opiniepeiler Maurice de
Hond raadpleegde, is echter zoals hij eerder in de voormalige politieke
partij Leefbaar Nederland werd getypeerd niet meer en minder dan een
lijk in de kast. Wat ging daaraan vooraf?
Het eerste contact tussen de Nieuwe Joodse Gazet met de Pintos ontstond
met Yael Pinto-Schrijver, die in het voormalige Academisch Ziekenhuis, nu
UMCG werkte. Zij had de Nieuwe Joodse Gazet uitgenodigd om verslag
te doen van haar activiteiten. Dat leidde tot argwaan toen het project waar
zij aan werkte met veel tamtam was aangekondigd, maar door allerlei
problemen niet op de aangekondigde datum van start zou gaan. De deksel
van de beerput kwam langzaam in beweging. Een paar stappen verder.
In de Nieuwe Joodse Gazet van 7 maart 1996, 16 Adar 5756, jrg. 2, verscheen
een artikel over het Inter-Cultureel Instituut (ICI) van het echtpaar David
en Yael Pinto. De basis van het artikel rustte op het onderzoek van journalist
Menno Hoexum, die zijn identiteit geheim wilde houden. In het artikel stond
dat de interculturele problemen als een rode draad door het maatschappelijke
leven van het echtpaar liep, en de cultuurverschillen in Nederland de kas
van het echtpaar spekten. Zo bleken beiden belangen te hebben in een
besloten vennootschap Point Labas Communicatie en Management Beheer,
die zich interesseerde voor financile deelname in vennootschappen. Het
Inter-Cultureel Instituut was daarin ondergebracht. Doelstelling van het
instituut was middels scholing, advisering en onderzoek cultuurverschillen
tussen allochtonen en autochtonen in Nederland op te lossen.
Gesteld werd dat David Pinto (1942, Midelt Marokko) als allochtoon en zijn
vrouw Yael Pinto (1939, Amsterdam) als autochtoon een financiel succes
hadden geboekt met hun instituut in Groningen, dat landelijk opereerde.
De besloten vennootschap beschikte in 1993 over een bedrag van 1,2 miljoen
gulden tegen 700.000 gulden het jaar daarvoor. Ook bezat het echtpaar een
woning annex kantoor aan de Vestdijklaan in Groningen, die te koop stond
en panden van het Inter-Cultureel Instituut aan de Hereweg 24d en Hereweg
26e en aan de Croeselaan 79bisA in Utrecht. Wie telefonisch contact zocht
met deze vestigingen kreeg een student aan de lijn, die het telefoonnummer
van Pinto in Amsterdam doorgaf of een boodschap op een antwoordapparaat
13
te horen. Pinto werd in het artikel als ondernemer aangemerkt, zijn vrouw
als projectmanager bij de Rijksuniversiteit in Groningen. Als hoofd
van de Audio Visuele Dienst (AVC) had zij haar kantoor voor toen nog
vijftigduizend gulden laten inrichten, wat op de werkvloer tot ongenoegen
leidde, omdat er juist bezuinigd diende te worden.
Volgens haar eigen zeggen werd zij door haar superieuren op een gegeven
moment op een zijspoor gezet, toen zij een felbegeerd project wist binnen
te halen. Als psycholoog wist zij dat arbeidstherapie een middel was om
teleurstellingen in haar leven te verwerken en dus bleef zij zich hardnekkig
vastbijten in haar werkzaamheden.
Zij werd, zoals eerder was bericht in de Nieuwe Joodse Gazet, directeur van
de Stichting Mens et Corpus, die verbonden was aan het Thoraxcentrum van
het Academisch Ziekenhuis in Groningen en die tegen betaling informatie
aan consumenten wilde verstrekken over gezondheidsvraagstukken.
De stichting heette daarvoor Stichting Medisch Expertise Centrum, die
gespecialiseerd was in het verzamelen en verspreiden van kennis op
medisch en paramedisch gebied inclusief de (sociale) gezondheidszorg. Het
doel ervan was de kwaliteit van het leven te bevorderen.
De bestuurders van de stichting waren de keel, - neus- en oorarts en voorzitter
prof. dr. Harm Kornelus Schutte, drs. Y. Pinto (secretaris), neuroloog
dr. Willem Jan Meyler, universitair docent Willem Arnold van Dijk en
universitair hoofddocent dr. Sake Kornelis Thomas Boersma. Met geldelijke
steun van de overheid en bedrijven was in het project honderdduizenden
guldens gepompt.
Daarnaast was Yael Pinto bestuurslid van de Stichtingen Radio Noord
en TV Noord. In die hoedanigheid had zij kritiek op de voorzitter en
ex-gedeputeerde Roel Vos van de provincie Groningen, die zij niet als
haar beste vriend omschreef vanwege zijn dubbelrol als adviseur van de
kabelexploitant EDON en voorzitter van de Stichtingen Radio Noord en
TV Noord. Maar het manipuleren was, zo stelde de Nieuwe Joodse Gazet,
ook mevrouw Pinto niet vreemd, want zij had laten weten de grote animator
van het Inter-Cultureel Instituut te zijn en niet haar man, die zij omschreef
als een begenadigd verteller en die het leuk vond als directeur te fungeren.
Van zichzelf vond mevrouw Pinto dat zij erg goed projecten kon schrijven en
ervoer zij het als dochter van een ondernemer uit het Groningse Veendam
als n van haar voornaamste taken om mensen aan het werk te helpen en
14
15
- Na dertig voelde Pinto zich nog geen Nederlander (Drents-Groningse Bladen, 21-02-1996
16
te houden. Geld van de gemeenschap was een middel om dat voor elkaar te
krijgen. Op zich is daar niks mee als het maar tot resultaat leidt maar daar
was een vraagteken achter te zetten.
Verder werd gesteld dat het instituut in Groningen zijn langste tijd leek
te hebben gehad, want Pinto had aangekondigd als docent interculturele
communicatie bij de Vrije Universiteit van Amsterdam te gaan werken. Zijn
instituut waar ooit twaalf mensen werkten, nam hij als nmanszaak mee.
In het Nieuwsblad van het Noorden liet hij weten de banden met Groningen
niet te verbreken, zolang zijn vrouw en kinderen er nog woonden en
werkten.
De basis voor het ICI hadden David en Yael Pinto gelegd in Isral, waar ze
elkaar hebben ontmoet. Daar zag David Pinto dat immigranten eerst de taal
dienden te leren en zich zo snel mogelijk een positie in de maatschappij
dienden te verwerven. Met deze ervaringen gingen beiden in 1967 naar
Nederland, waar David Pinto zich in 1974 liet naturaliseren.
Als een Koning Eenoog in het Land der Blinden verkondigde hij in Nederland
dat de etnische minderheden teveel werden vertroeteld door gesubsidieerde
welzijnsinstellingen, zoals het Nederlands Centrum voor Buitenlanders
(NCB), waardoor ze de aansluiting in de Nederlandse samenleving misten.
Zo meldde de Nieuwe Joodse Gazet. Volgens Pinto getuigde het van gezond
verstand als de gelden werden gebruikt om de minderheden te scholen en
aan het werk te helpen in plaats van ze dood te knuffelen. Zijn visie sloeg
landelijk aan. Hij verscheen in de krant, was te horen en te zien op radio en
televisie en de subsidie aan het NCB werd afgeschaft. Maar wat anderen niet
mochten, mocht deze profeet zelf wel: zichzelf doodknuffelen.
Hij drong door in het politieke circuit, maar dat liep niet geheel volgens
de verwachting. Zo stond hij op een niet-verkiesbare plaats tijdens de
Statenverkiezingen in Groningen. Volgens vice-voorzitter L. Hardenberg
was dat veroorzaakt door een verkeerde lobby binnen de VVD-afdeling
naar de andere districten toe, waardoor er onvoldoende steun was voor
Pinto, die zijn teleurstelling over zijn onverkiesbare plaatste niet onder stoelen
of banken had gestoken.
Voor de lobby bleek voorzitter prof. dr. A. Bosman verantwoordelijk te zijn
geweest. Hij had tevens zitting in de Raad van Toezicht van het Academisch
Ziekenhuis, waar Pintos echtgenote contacten mee had. Volgens Hardenberg
was Pinto een buitengewoon gedreven persoon, die goede adviezen
17
heeft voor allerlei voorkomende zaken. Als voorbeeld noemde hij het
vreemdelingenbeleid.
De Nieuwe Joodse Gazet was minder positief over Pinto. Aangevoerd werd,
dat hij weigerde zijn eigen culturele problemen op te lossen en zich bleef
afzetten tegen de Nederlanders. Een bevestiging daarvan had hij volgens het
periodiek gegeven in de vroegere Drents-Groningse Dagbladen, waarin hij
stelde zich ook na dertig jaar nog geen Nederlander te voelen en zichzelf als
een speciaal geval te beschouwen, en met zijn vrouw nog steeds op vakantie
18
- De Federatie van Buitenlandse Leerkrachten in Nederland roept op tot een boycot van Pinto.
De Marokkaanse samenleving ziet hem als een politiek onaanvaardbaar en onbetrouwbare
figuur, zo staat in de brief aan de besturenbonden.
19
- In een brief aan de staatssecretaris van onderwijs wordt de figuur Pinto voor de Marokkaanse
samenleving als onaanvaardbaar uitgesproken om een tekort aan Marokkaanse leerkrachten
weg te werken.
20
- Vastlegging telefonisch gesprek van Pinto op 21-2-1985. Daaruit zou volgens hem blijken dat
zijn Joodsde achtergrond een obstakel vormt.
21
22
als hoofd van het Audio Visueel Centrum (AVC) van de Rijksuniversiteit
Groningen ruzie had gekregen met andere personeelsleden. Filmer Han
Gerretsen stond op voet van oorlog met haar. De gemoederen raakten
dermate verhit, dat Gerretsen werd ontslagen. Hij vocht zijn ontslag na een
carrire van dertig jaar aan en de rechter vond dat hij ten onrechte de laan
was uitgestuurd. Hij vonniste, dat de Rijksuniversiteit hem eervol diende
te ontslaan en f 300.000,- diende te betalen. Gerretsen legde de schuld van
zijn ontslag bij Yael Pinto en haar baas Bouke ter Borg neer. Ook andere
medewerkers twijfelden aan de capaciteiten van Yael Pinto op de afdeling.
Volgens Gerretsen lieten de Pintos zich niet van hun beste kant zien en waren
ze bezig geweest om een paar makkelijke pionnen (lees: personeelsleden)
te krijgen om het Audio Visueel Centrum dat broos was geworden door
bezuinigingen goedkoop in handen te krijgen en wilden ze er een privonderneming van maken. Volgens Han Gerretsen had Yael Pinto er een
handje van om veel te beloven en niets na te komen. Zo bleken de voorspelde
gouden toekomst en de topposities aan het adres van de medewerkers loze
kreten van haar te zijn. Ze werden er alleen zelf beter van, aldus Gerretsen.
Volgens hem waren de beloften een soort dekking zodat Yael Pinto haar
eigen winkeltje, het Inter-Cultureel instituut met haar man, op een niet
misverstane manier door zou kunnen zetten.
Daarbij was het volgens hem de bedoeling dat zij zo snel mogelijk directeur
werd van het Audio Visueel Centrum en ook haar man daar een poot in
kreeg, waardoor hij verder zou kunnen lobbyen via de universiteit om
nieuwe activiteiten te kunnen ontwikkelen. Gerretsen verklaarde helemaal
in de watten te zijn gelegd door de Pintos. Hij hoorde bij de familie, maar
de kusserigheid van Yael Pinto om snel ergens binnen te komen, de
overstelpende aandacht en verificaties van feiten leidden tot geheel andere
ontdekkingen, die hem argwanend maakten. Zijn wantrouwen groeide, toen
hij voor de gemeente Groningen een voorlichtingsfilm over Marokkanen
moest maken en voor het karretje van het Inter-Cultureel Instituut werd
gespannen om daar mensen voor te betrekken.
Hij kreeg het ene na het andere drama te horen over de Pintos, en dat ze
zoveel geld verdienden aan de ellende van de Marokkanen zelf.
Volgens Gerretsen had Yael Pinto goede ingangen bij onder meer de
prominenten van de PvdA, D66, CDA of VVD. Volgens hem kwam ze
snel binnen bij de huidige Commissaris van de Koningin van de provincie
23
24
25
26
27
- Het NCB wordt beticht van antisemitisme omdat het de dialoog met Pinto niet zou willen
aangaan vanwege zijn Joodse en Isralische achtergrond.
28
29
30
31
- De aantekeningen van journalist Menno Hoexum, die hij in handen speelde van de Nieuwe
Joodse Gazet en niet in zijn eigen, het huidige Dagblad van het Noorden, af liet drukken.
32
33
34
35
36
37
38
raadsman aan het Nieuwsblad van het Noorden toegestuurd, waardoor nog meer
ruchtbaarheid aan deze voor de Pintos zeer schadelijke aangelegenheid is gegeven.
Van Gelder heeft niet onrechtmatig jegens de Pintos gehandeld door voornoemde
artikelen te publiceren. Van Gelder heeft een misstand aan de kaak willen stellen.
De in de artikelen weergegeven feiten zijn juist en de artikelen niet onnodig grie
vend jegens de Pintos. Van Gelder wil de bronnen die informatie over de Pintos
hebben verschaft in principe niet onthullen. Voorzover de president van oordeel
is dat de bronnen wel onthuld moeten worden, is Van Gelder bereid de bronnen
met toestemming te verzoeken tot onthulling van hun identiteit. Van Gelder heeft
getracht omtrent zijn berichtgeving commentaar te verkrijgen van de Pintos. De
Pintos hebben echter geweigerd om een weerwoord te geven. Nu de gegevens in
de artikelen feitelijk juist zijn, is er op die grond voor een rectificatie geen plaats.
Wanneer de Pintos hun schriftelijk commentaar naar de Nieuwe Joodse Gazet
sturen, zal deze integraal worden gepubliceerd. Indien de vordering van de Pintos
toegewezen wordt, dienen de dwangsommen gematigd te worden.
Bij de beoordeling van het geschil stelde de president voorop dat voor
het verkrijgen van een antwoord op de vraag of gedane beschuldigingen
op waarheid berusten een nader onderzoek naar de feiten nodig is. Het
kort geding was volgens hem niet het forum voor dat onderzoek. Hij vol
stond daarom met het vaststellen of de juistheid van de beschuldigingen
aannemelijk was gemaakt en moeten nagaan of Van Gelder bij afweging
van alle betrokken belangen de artikelen had mogen publiceren in de vorm
waarin dat was gedaan.
Hij viel daarvoor terug op de volgende criteria:
- de aard van de gepubliceerde beschuldigingen en de ernst van de publikatie
te verwachten gevolgen voor de Pintos;
- de ernst bezien vanuit het algemeen belang van de misstand welke de
publikatie aan de kaak beoogt te stellen;
- de mate waarin ten tijde van de publikatie de beschuldigingen steun
vonden in het op dat moment beschikbare feitenmateriaal;
- de inkleding van de beschuldigingen gezien in verhouding tot de vorige
drie criteria;
39
40
41
42
43
44
45
- Een artikel over persvrijheid in de Volkskrant op 11 mei 1996 naar aanleiding van een
uitspraak van Europees Hof was in zoverre onvolledig dat niet werd gesproken over het aanvoeren van ander bewijsmateriaal als gebruik werd gemaakt van anonieme bronnen. Behalve
als de rechtorde hevig is geschokt, levens in gevaar zijn of de staatsveiligheid ernstig wordt
bedreigd.
46
commentaar van de Nieuwe Joodse Gazet op het vonnis stond onder het
kopje waarheidsvinding het volgende:
De rechtbank in Groningen heeft voor een deel de eis tot rectificatie van het echtpaar
Pinto in deze uitgave gehonoreerd, omdat er gebruik was gemaakt van anonieme en
betrouwbare bronnen. Daarbij zijn drie indrukken gekoppeld aan vijf formuleringen,
die echter volgens het artikel zelfs niets met elkaar gemeen hebben. Als het gaat om
de vermeende fraude, malversaties en oneigenlijk gebruik van subsidiegelden, zo
staat in het artikel, worden de PvdA en de gemeentelijke sociale dienst in Groningen
als bronnen opgevoerd.
De definitieve rectificatie is dan ook niet hierop gebaseerd, maar op de stellingen
die eraan zijn vastgeplakt. Zo is voor de punten 1 (David Pinto was al door het lint
gegaan toen hem hierover vragen werden gesteld), 2 en 5 informatie gebruikt van
anonieme bronnen. En is punt 3 een constatering en onder punt 4 een citaat van
mevrouw Pinto - n van de anonieme bronnen - opgetekend. De rechter meent
dat op grond van het geheel deze zinsnedes niet door de beugel kunnen. Als het om
aantijgingen c.q beschuldigingen in het artikel wordt melding gemaakt van een
explosieve lading - gaat, wil deze rechter bij het raadplegen van anonieme bronnen,
dat de journalist ondersteunend materiaal op tafel legt. En hij wordt daarin gesteund
door de bestaande rechtsspraak. De Volkskrant meldde op 11 mei 1996 dat anderzijds
de Hoge Raad en het Europees Hof het verschoningsrecht voor journalisten hebben
erkend en hoeven ze de identiteit van hun bronnen niet te onthullen. De Hoge Raad
vindt dat de onbelemmerde vrije nieuwsgaring de voorkeur moet hebben boven
de gerechtelijke waarheidsvinding en is het beschermen van bronnen n van de
essentile voorwaarden voor de in een democratische samenleving belangrijke
persvrijheid. Daarmee wil het hoogste rechtscollege ook de indruk wegnemen, dat
de journalist een verlengstuk is van de politie, omdat dit anders kan leiden tot een
vertrouwensbreuk en zijn bronnen kunnen opdrogen. Ondanks de erkenning van
het verschoningsrecht ziet het er niet naar uit, dat de bestaande rechtspraak zal
veranderen, en loopt de journalist risicos.
Als de rechtbank in Groningen stelt niet het forum te zijn voor verder feitenonderzoek,
wordt ook het risico genomen dat onwaarheden herroepen dienen te worden. Wat
het Inter-Cultureel Instituut van de Pintos betreft: in het verleden zijn er wel degelijk
subsidies toegekend. Deze onjuistheid past in het beeld van het echtpaar Pinto dat ook
beweerde dat het niet om een reactie was gevraagd, terwijl de stukken anders aantonen.
47
48
- Archief gemeente Groningen. Behandeling subsidieverzoek van f 45.000,- voor een buitenlandersproject van het Inter-Cultureel Instituut.
49
50
51
52
53
54
55
56
57
58
59
60
61
62
63
64
65
vijentwintig gulden gaf voor een halve dag werk. Hij zwengelde de kwestie
aan bij zijn directeur. Volgens Boejharat heeft Pinto hem daarop een kopje
kleiner willen maken bij de voorzitter van de stichting, waar hij (Boejharat,
jvg) voor werkte. Toen Boejharat samen met zijn directeur en een derde het
ongelijk van Pinto kon aantonen, stond die voor aap. De contacten zijn toen
verbroken. Boejharat: Ik las een keer een artikel dat die tegen subsidies was
met als kop Minderheden worden doodgeknuffeld met subsidies. Ik moest
erom lachen: Het is de poes die zegt hoe je melk moet bewaken.
Journalist G. D. Toffoletto zei middels het NOS-programma Paspoort in
contact te zijn gekomen met David Pinto. Hij had daabij weleens de gedachte
of het allemaal zuivere koffie was bij Pinto.
Ook leerde hij hem kennen als bestuurslid van de Omroep Organisatie
Groningen (OOG) en vroeg hij zich af wat Pinto daar te zoeken had. Op
een gegeven moment legde hij een link met de werkzaamheden van zijn
vrouw op het Audio Visueel Centrum (AVC) van de Rijksuniversiteit
Groningen. Daarnaast was zij bestuurslid van de Stichting Radio Noord en
later TV Noord. Toffoletto had niet de indruk dat Pinto de belangen van
de minderheden diende, maar vanuit eigen belang in het bestuur zat. Toen
hij zei bezig te zijn met een verhaal over Benneton in Itali, stond Pinto
op een gegeven moment voor de deur van zijn ouders (Heel vreemd, zegt
Toffoletto) en zei dat hij op reis was naar Itali om mensen te bezoeken en
ook even wilde kijken hoe het met Benneton was, omdat hij wist dat ze
daar nieuwe technologie hadden. Het bleek algauw dat Pinto niets te bieden
had. De manier van doen, vond Toffoletto verdacht. Normale mensen doen
zoiets niet, zei hij.
Hij vond het opvallend dat Pinto tegen het Nederlands Centrum voor
Buitenlanders ageerde en tegenstander was van de subsidies die aan deze
instelling werden verstrekt, maar nooit kritisch was over de priv onderneming die direct of indirect geld kreeg van de overheid. Ik dacht van: H
dat klopt niet. Als je consequent bent, doe je niet zo.
Het bevreemdde hem dat in samenwerking met het Arbeidsbureau projecten
werden opgestart en Pinto opeens geen mensen had. Bij `Paspoort was
de situatie onzeker en hij zei: Waarom kon je er ook niet bij mij? Nou,
dat was een teken dat hij bijvoorbeeld geen mensen voor een project had,
dat door het Arbeidsbureau was gestart. Hij voegde eraan toe dat Pinto
regelmatig opdrachten had van de krijgsmacht en stelde dat Pinto liet
66
67
68
69
gehonoreerd. In het dagblad deelde Pinto mee, dat er geen bos was en geen
beren waren. Het artikel was geschreven door wijlen Wim Bisschop, die
terloops de problemen van Pinto met vrouwen had meegenomen.
Een andere journalist van toen nog het Nieuwsblad van het Noorden,
Gerard de Kleine, gaf tien maanden daarna door dat Bisschop een vriend
was van Pinto. Hij was daar via via achter gekomen. Nadat Bisschop zijn
verhaal had laten afdrukken in het Nieuwsblad van het Noorden, had hem
dat verbaasd omdat de krant eerst behoorlijk van leer was getrokken tegen
Pinto en erna een relatief poeslief artikel van de hand van Bisschop plaatste.
Daarop had hij op de krant genformeerd hoe dat zat. Toen bleek dat er wel
degelijk een lijntje bestond tussen Bisschop en Pinto. Hij wist daar niets
van. Dus ik vond het al vreemd om een dergelijk verhaal dan in de krant te
zien, aldus De Kleine.
Bisschop had het verhaal geschreven na de uitspraak van het kort geding om
de rook weg te nemen. En de uitspraak van de rechter bleek de kapstok te
zijn geweest voor Bisschops pennenvruchten, waarin Pinto alle kanten op
mocht. Pikant detail daarbij was, dat Bisschop nooit voor de stadsredactie
schreef, terwijl het toch een Groningse aangelegenheid betrof.
Hij is een politiek redacteur, een commentator, hij werkte op de redactie
binnen- en buitenland. Hoe ze elkaar kennen, weet ik niet. Vroeger liep
Bisschop natuurlijk alle grote congressen van de politieke partijen af.
Misschien dat daar de link zit, aldus De Kleine. Pinto was geen onbekende
in het politieke circuit. Hij had zon beetje alle politieke partijen gehad.
Het artikel leek een dictaat van Pinto met uitspraken als dat de berichtgeving
in de Nieuwe Joodse Gazet zou zijn gebaseerd op roddel en achterklep. Ook
liet Bisschop de rechter zeggen dat het om journalistiek prutswerk zou
gaan, een beoordeling die de rechter overigens niet heeft gebezigd.
Het spelletje achter de schermen van het Nieuwsblad van het Noorden, dat
van een opvallende houding getuigde, omdat Menno Hoexum zijn eigen
krant niet had gebruikt voor zijn journalisteke speurwerk naar Pinto maar
dit had gedelegeerd aan de Nieuwe Joodse Gazet, was ontrafeld. En daar
zat tevens het schandaal dat een journalist bij het Nieuwsblad van het
Noorden zich liet lenen voor een persoon als Pinto in opgesloten. Je kent
de wereld h, zegt De Kleine. Naar aanleiding van het tendentieuze artikel
van Bisschop stuurde de Nieuwe Joodse Gazet een brief naar de toenmalige
hoofdredacteur Ton Schuurmans van het Nieuwsblad van het Noorden. Die
70
bleek geen mening te hebben en zijn adjunct Dick Dalmolen gaf niet thuis.
Wim Bisschop werd eveneens om een reactie gevraagd. Wilde hij aanvankelijk geen commentaar geven, in tweede instantie komt uit dat hij Pinto
minstens twintig jaar kende en hem altijd een hele aardige man heeft
gevonden. Op zijn vakgebied vond hij Pinto een openbaring. Hij ontkende
Pinto in bescherming te hebben genomen. Als Bisschop journalistiek
onfatsoen wordt verweten, is hij op zijn teentjes getrapt. Een deel van het
gesprek ging over de uitspraak van de rechtbank. Volgens Bisschop waren er
geen klachten over Pinto bekend. Op de vraag of hij partijdig is, zegt hij:
Wie weet.
Bisschop was als een grote onbekende uit de lucht komen vallen en zijn
relatie met Pinto wat in zijn gekleurde berichtgeving terug kwam, omstreden.
Menno Hoexum, de toenmalige chef van de stadsredactie bleek zijn
informatie ook aan zijn collega Wim Bisschop te hebben doorgeschoven,
maar die heeft dat laten liggen. Bisschop wilde niet langer telefonisch
worden benaderd voor een vraaggesprek.
Hij zegt:
-Jij vindt dat je iedereen mag bellen, ook als ze er geen prijs op stellen -U vindt dat u mag schrijven wat u wilt. En dan maar proberen dat onderuit te
trekken - Ik sta voor wat ik schrijf -Nou ja als het om de Gazet gaat, dan heeft u daar geen dunk van -Nee daar heb ik ook geen dunk van en dat mag ik ook schrijven -Ja natuurlijk wel, het gaat erom wat er op de achtergrond meespeelt -Op de achtergrond speelt puur een beroep- Een beroep? - Mijn beroep is journalist -Ja ja en een relatie van twintig jaar? - En dan mag ik zo nu en dan ergens wat van zeggen -Een relatie van twintig jaar van iemand die u eigenlijk op een voetstuk zet -Dat is een interpretatie, dat heb ik dus niet gezegd -Maar u interpreteert ook, dus ik interpreteer ik ook maar, dat mag toch - Publiceren, publiceer het -Ja, nou dat laat u dat maar aan mij over -
Bisschop, een kloon van Pinto, die als journalist zijn objectiviteit verloren
71
72
- Pinto is blij met zijn drie ton gemeenschapsgeld, en wil de `angst rond zijn project de kop
indrukken.
73
74
75
76
77
78
79
- Het accountantskantoor van Pinto en het Arbeidsbureau lggen met elkaar overhoop over het
uitbetalen van gemeenschapsgeld. Het Arbeidsbureau gaat uiteindelijk door de knien.
80
81
82
83
- De Hanzehogeschool laat de claim vallen omdat er onvoldoende bewijsmateriaal is na onderzoek van accountants Coopers & Lybrand.
84
85
86
- Vrij Nederland volgde het spoor van Pinto rond zijn benoeming tot professor.
87
- In Vrij Nederland kwam het kledingproject van Pinto in Groningen aan bod.
88
Frits Bolkenstein werd vergeleken met het monster van Frankenstein, wiens
geest spijtig genoeg door Pinto zelf uit de fles was gehaald. Zo schreef Vrij
Nederland. Dit werd aangevuld met citaten van Pinto: Bolkenstein misbruikt
mijn ideen. Ed van Thijn heeft me er nog zo voor gewaarschuwd.
Volgens de journalisten was Pinto ondankbaar geweest, omdat de VVD juist
hem de mogelijkheid had verschaft zijn jarenlange droom te verwezenlijken,
namelijk een leerstoel Interculturele Communicatie. Volgens Vrij Nederland
wilde Pinto nog wel eens van mening veranderen. Het opinieblad stelde
destijds dat Pinto zijn functie een dag in de week geheel onbaatzuchtig
uitoefende en werd hij niet tot wat hij in de Volkskrant kon zeggen door
de universiteit betaald. Als citaat werd toegevoegd, dat hij normaal een
tarief van nu omgerekend tussen de 1500 en ruim 2000 euro per dag
vroeg. Omdat het werk aan de universiteit een lange termijn klus zou zijn,
nam hij genoegen met een lagere schaal. Pinto zei tegen Vrij Nederland
dat de Volkskrant een foutje had gemaakt. Verder werd verklaard dat de
marktwaarde van Pintos Inter-Cultureel Instituut door zijn benoeming op
zijn minst moet zijn verdubbeld.
De meningen over de benoeming van Pinto tot hoogleraar liepen uiteen.
Juichten verschillende professoren deze promotie toe, andere die zijn werk
goed kenden, vonden het een belediging van het vak om deze handige
zakenman en nice guy tot hoogleraar te benoemen. Zijn nieuwe collegas
meenden dat zijn aardige cursusjes voor politieagenten, winkelpersoneel of
eerstejaars studenten met de wetenschap weinig van doen had. De reacties
werden volgens Pinto gevoed door afgunst en jaloezie.
Vrij Nederland wist te vertellen dat de hoogleraarpost van Pinto was
bedongen door de Stichting Intercultura, die in 1997 was opgericht door
fractievoorzitter F. Houterman van de VVD gemeenteraad in Amsterdam.
Pinto had in de afdeling een bestuursfunctie vervuld. De fractievoorzitter
meende dat communicatie met minderheden in de politiek breed moest
worden gedragen en niet alleen door de VVD. Het lukte Houterman
om heren/dames met hoge politieke en maatschappelijke functies aan
zijn stichting die het wetenschappelijk onderzoek op het gebied van de
interculturele communicatie wilde bevorderen te binden. Dat waren
onder meer oud-commissaris van de koningin in Friesland en oudonderwijsminister Loek Hermans, staatssecretaris van Justitie prof. dr. M.
J. Cohen (oud-burgemeester van Amsterdam, lijsttrekker PvdA, studeerde
89
90
91
92
bracht. De meisjes van zijn naaiatelier (alleen al voor dat bedrijf ontving
Pinto in 1986 een bedrag van f 132.955,- aan loonkostensubsidie, PSP en
CPN stemden tegen) liet hij onbetaald overuren maken, in het weekeind
werken, en van hun zogenaamde scholing kwam geen steek terecht.
Ook de toenmalige directeur C. Kortes van het Groninger Arbeidsbureau
werd aan het woord gelaten. Volgens hem waren het vooral de klachten
van Pintos personeel reden om de loonkostensubsidies aan de naaiatelier
uiteindelijk stop te zetten. Kortes stelde dat hij al vanaf het begin zijn twijfels
had of Pintos plan om allochtonen en andere kansarmen aan een baan te
helpen in werkelijkheid niet was bedoeld om aan goedkope arbeidskrachten
te komen.
Ook Hein Beernink werd opgevoerd. De ambtenaar die onderzoek deed
naar de malversaties met de subsidiegelden kon zich de woede van Pinto
herinneren, toen hij met de uitkomst van het onderzoek werd geconfronteerd.
Beernink zei te zijn uitgemaakt voor een fascist en een antisemiet. Beernink
moest de Joden hebben, zo had Pinto geschreeuwd.
Pinto deed de reactie in Vrij Nederland af als lasterpraatjes, die waren
bedoeld om hem nu hij hoogleraar was geworden in een kwaad daglicht
te plaatsen. Hij hield zich vast aan het succes wat hij met zijn projecten zou
hebben gehad wat een reden is geweest om het bedrijf met grote winst te
verkopen.
Henk de Hamer die vanuit de gemeente Groningen bij het project was
betrokken, gaf een verklaring waarom de gemeente de kwestie die de Nieuwe
Joodse Gazet had aangekaart en had moeten bekopen met een rectificatie in
de doofpot heeft willen stoppen.
Pinto voor de rechter slepen, had naar zijn mening alleen maar meer
commotie opgeleverd. B en W waren namelijk tegen het negatieve advies
van de eigen ambtenaren in voor de plannen van Pinto gevallen. Na het
debacle had de gemeente Groningen zich wel voorgenomen om voorlopig
niet meer op Pinto en zijn mooie praatjes in te gaan.
Volgens Elma Verhey van Vrij Nederland heeft Pinto nog overwogen Vrij
Nederland voor de rechter te slepen, maar zag hij daar later vanaf. Henk de
Hamer betreurde de uitspraak van de rechter in Groningen, dat de Nieuwe
Joodse Gazet moest rectificeren.
De reacties waren volledig in tegenspraak met de omschrijving in Pyttersens
Nederlandse Almanak 1995-1996. Daarin stond dat het bedrijf van Pinto
93
zich bezighield met het aanreiken van kennis en inzicht aan (non) profitorganisaties om het complexe communicatieproces tussen mensen uit
verschillende culturen effectiever en positiever te laten verlopen.
De rectificatie die kort gedingrechter mr. Praktiek de Nieuwe Joodse Gazet
had opgelegd, zorgde ervoor dat Pinto tot spijt van zijn tegenstanders
door het oog van de naald was gekropen. Pinto dook na de commotie in
Groningen en een nieuw begin in Amsterdam voor de Nieuwe Joodse
Gazet, die inmiddels als digitale uitgave verscheen weer op toen hij naast
Pim Fortuyn in de schijnwerpers stond van Leefbaar Nederland. Fortuyn
zag een samenwerking met Pinto niet zitten. Pinto had zich aangeboden als
lijsttrekker. Pim Fortuyn had dat al voor hem gedaan.
De Groene Amsterdammer had (16-6-2001) onder de titel Het afvoerputje
van de politiek Pinto gesignaleerd op de oprichtingsvergadering van
Leefbaar Nederland in Hilversum. Te lezen was:
Veel bekende gezichten, afgelopen zondag bij de oprichting van Leefbaar
Nederland in Schouwburg Gooiland te Hilversum. Op het podium de oprichters
Nagel, Westbroek en Van Kooten, in de zaal veel lokale leefbaren en even zoveel
politiek daklozen die bij welhaast elk nieuw initiatief hun neus laten zien. David
Pinto bijvoorbeeld, hoogleraar interculturele communicatie. Eens was hij de
troetelallochtoon van de VVD, maar enkele jaren geleden verliet hij diezelfde
partij met slaande deuren. Werden asielzoekers door de Nederlandse samenleving
aanvankelijk doodgeknuffeld, aldus Pinto, door VVD-grensbewaker Henk Kamp
worden ze thans doodgeknuppeld. Exit Pinto bij de VVD. Sedertdien is nog weinig van
de Amsterdamse hoogleraar vernomen. Zijn politieke comeback maakt hij kennelijk
bij Leefbaar Nederland, een partij die zacht gezegd worstelt met de verscheidenheid
aan opvattingen die in de achterban leeft over het te voeren vreemdelingenbeleid.
Vooralsnog is Pinto vrijwel de enige van oorsprong niet-Nederlander die de moeite
heeft genomen het oprichtingscongres van de nieuwe partij bij te wonen.
Professor Pinto wilde eventueel het lijsttrekkerschap met Fortuyn wel delen,
maar Fortuyn had daar geen oren naar. Het negen koppen tellende bestuur
dat werd geconfronteerd met 21 kandidaten zag overigens meer in Fortuyn
dan in Pinto om lijsttrekker te worden voor de Tweede Kamerverkiezingen
in mei 2002. Het bestuur stelde verrast te zijn door de hoge kwaliteiten
van de kandidaten en gold dat vooral voor George de Haan, David Pinto
94
en Frans Schut. Het bestuur wilde graag, dat zij zich voor andere functies
(lidmaatschap van de Tweede Kamer) beschikbaar wilden stellen.
In de Haagsche Courant van 26 september 2001 sabelde George de Haan
Pim Fortuyn neer en kwalificeerde hem als een staatsgevaarlijke nationale
aanjager van een haatproces tegen moslims. Hij zag noch in Fortuyn noch
in David Pinto die rijk was geworden over de ruggen van de allochtonen in
Nederland de ideale lijsttrekker voor Leefbaar Nederland. Zo schreef Peter
Riemersma. Fortuyn wilde volgens hem door af te geven op allochtonen
minister-president worden. Met zijn koude oorlog tegen moslims was
Fortuyn volgens De Haan bezig allochtonen de stuipen op het lijf te jagen.
Hij zelf pronkte met zijn goede relaties met Islamitische groeperingen. De
Haan was neergezet als zelfstandig adviseur en consultant voor commercile
bedrijven en had goed geboerd. Hij had het predicaat miljonair binnen de
kring van de Socialistische Partij gekregen. Hij wilde niet stil zitten en had
zich daarom kandidaat gesteld voor het lijsttrekkerschap van Leefbaar
Nederland.
Op http://www.sylans.net/tekstarchief.htm was een heel ander verhaal te
lezen. Je moet er toch niet aan denken dat een licht gestoorde beweging als
Leefbaar Nederland het voor het zeggen zou gaan krijgen. Met als leiders
zeer onbekwame lieden als de liedjeszanger Henk Westbroek, of de populist
Pim Fortuyn. En wat te denken van de overal al uitgekakte professor David
Pinto. Deze man is werkelijk bij elke partij al verwijderd van de ledenlijst.
Het onbenul krijgt de overhand in ons land. Onbenul aangevuld met
christelijke moraal. Dat wordt dus moord en doodslag.
Pinto probeerde mee te liften op het succes van Pim Fortuyn. Hij zei in de
Telegraaf van 21 september 2001 dat hij en Fortuyn elkaar waardeerden
en hun combinatie zou zorgen voor een ongelooflijk electoraal succes. De
hoogleraar meende dat ze beiden zo ongeveer op n lijn zaten en allebei
wars waren van incestueuze politiek die in Nederland zou worden bedreven.
De praktijk was volgens hem dat een kleine groep burgers onderling alles
regelde en vooral voor zichzelf. Dat moest naar zijn mening afgelopen zijn.
De politiek moest weer sprankelend en spannend worden.
Pinto stelde dat hij net als Fortuyn riep, dat het minderhedenbeleid failliet
was en met Leefbaar Nederland hoopte dat de hele integratiefabriek zou
worden opgedoekt. Het kostte miljarden en het werkte niet. Zo vond hij.
In vergelijking met omringende landen waar geen minderhedenbeleid zou
95
96
97
was gevraagd n en ander over Pinto te weten te komen. Dat heb ik dus
gedaan, maar dat komt bepaalde personen niet goed uit, aldus Eberhard.
Alle illusies van Pinto vielen tenslotte in duigen, toen Fortuyn drie maanden
voor de verkiezingen in 2002 door het partijbestuur buitenspel werd gezet.
Breekpunt was een interview geweest in de Volkskrant van 10 februari
2002, waarin hij aangaf dat eventueel artikel 1 van de Grondwet (het antidiscriminatiebeginsel) moest worden afgeschaft, als dat hem verhinderde
de Islamitische cultuur achterlijk te noemen, of omgekeerd een moslim
hem als homoseksueel of als minder dan een varken te kenschetsen.
Het vertrek van Fortuyn kostte Leefbaar Nederland uiteindelijk de kop.
Pinto besloot niet met Fortuyn mee te gaan naar de Lijst Pim Fortuyn.
Fortuyn maakte het zelf niet mee. Hij werd op 6 mei 2002 doodgeschoten
door milieuactivist Volkert van der G. op het Mediapark in Hilversum. De
Lijst Pim Fortuyn (LPF) boekte een megasucces bij de verkiezingen. De
partij pakte 26 zetels tijdens de verkiezingen op 15 mei 2002. 1,1 miljoen
kiezers brachten hun stem uit op de partij, die volgens de Kieswet niet meer
van naam kon veranderen en zo een condoleancestem kreeg.
Leefbaar Nederland opgericht door ex-PvdAer Jan Nagel, Broos Schnetz
die samen met radiopresentator en muzikant Henk Westbroek Leefbaar
Utrecht had opgericht en oud-dj en mediaondernemer Willem van Kooten
en journalist Ton Luiting was uitgerangeerd en moest in 2002 genoegen
nemen met twee zetels, die echter op 22 januari 2003 weer verloren gingen.
De LPF kreeg vier ministersposten en vijf staatssecretariaten. Pinto bleef
met lege handen achter. Hij probeerde het nog met zijn eigen lijst Pinto,
maar dat werd geen succes. Sinds 30 november 2006 is de LPF overigens
niet meer in de Tweede Kamer aanwezig.
Pinto liet opnieuw van zich horen in het Parool van 20 juni 2002. Hij had
het kennelijk weer eens te bont gemaakt. Onder de kop Interculturele
communicatie? Beat it was te lezen dat het Amsterdamse Racism Beat
It Festival geen subsidie meer kreeg, en was afgelast. De schuld werd aan
David Pinto toegeschreven.
Volgens financieel adviseur van organisator Mixt, Leonard Kooy, was Mixtvoorman Pinto een ware machtswellusteling. Hij is een onbeschofte
hork. Hij stuurde dreigbrieven naar de medewerkers en schold ze en plein
public verrot. Nee, deze bijzonder hoogleraar Interculturele Communicatie
98
heeft een merkwaardige handicap: hij kan niet communiceren. Pinto liet
weten dat hij als werkgever nu eenmaal maatregelen moet nemen die niet
altijd leuk zijn. Kooy vond dat Pinto de hele organisatie had misleid en
voorgelogen.
Het ministerie van OCW zat hem achter de broek, maar de medewerkers
van Mixt wisten daar niets van. Pinto zou volgens Kooy door het ministerie
bestookt zijn met brieven en telefoontjes. Kooy: Ze wilden hem spreken
omdat Pinto kandidaat-lijsttrekker was voor Leefbaar Nederland en bovendien op de lijst stond voor Amsterdam Leeft. En Stichting Mixt is een
politiek onafhankelijke organisatie. Vorige maand was de almachtige Pinto
dan eindelijk bereid met het ministerie te praten. Daarna werd de subsidie
ingetrokken en het Centraal Bureau Fondsenwerving trok zijn keurmerk
voor Mixt in, omdat het nog steeds geen deugdelijk bestuur heeft. Pinto
zou in februari 2000 het voltallige bestuur met zijn dictatoriale maniertjes
tot aftreden hebben gebracht. Daarna dreef Pinto zijn eenmanszaakje. Er
kwam nog wel een penningmeester bij, maar dat was het dan. Volgens de
statuten moet het bestuur van Mixt vijf leden tellen.
Die penningmeester was Hilde Lagas-Smit, die overigens ook geen fijne
herinneringen aan de samenwerking met Pinto heeft overgehouden. Ze
werd door hem in maart op non-actief gesteld. `Vervolgens heeft hij twee
andere relaties van hem in het bestuur aangesteld. Volgens Lagas viel de
eerste brief van het ministerie in november op de mat.
Met een uitnodiging tot gesprek. Daar is nooit op gereageerd. Begin februari
volgde een tweede brief. En weer volgde geen antwoord van de voorzitter.
Pinto was echter niet te beroerd dat voor AT5 uit te leggen. Als het ministerie
hem een brief schrijft, wil dat niet zeggen dat Pinto meteen reageert. Ik ben
niet iemand die zegt: O God, het ministerie nodigt me uit. Daar moet alles
voor aan de kant.
Het had, gelooft Lagas, niet zover hoeven komen. We hadden echt een
gezonde stichting. Het is allemaal zo typisch Pinto die zo graag normen en
waarden onder de aandacht van allochtonen wil brengen, maar daar zelf
weinig van terecht brengt. Alles bij elkaar opgeteld, lijkt de Groninger Pinto
niet veel anders te zijn dan de Amsterdamse Pinto. En moet zijn website zijn
blazoen redden.
Het leven gaat verder en Pinto probeert op zijn innemende wijze nieuwe
mensen voor zich te winnen. Het wachten is op zijn volgende zetten en
99
kunnen zijn `slachtoffers hun verbazing weer uitspreken als hij de vrijheid
heeft gekregen met succes zijn kunstje te vertonen.
In 2005 heeft de ondernemer belasterende en verachtelijke leugens over de
auteur van dit boek van zijn website moeten halen. Dat gebeurde na een
sommatie van advocaat mr. L. van Ree. Verficatie leerde dat Pinto er weer
eens naast zat.
In mei 2009 figureerde Pinto in het tv-programma van de AVRO Advocaat
van de Duivel. De bekende strafpleiter mr. Gerard Spong nam de verdediging op zich van Gretta Duisenberg die zich schuldig zou maken
aan antisemitisme. Volgens Spong was zij onschuldig. Twee opponenten
moesten het betoog van Sprong aan flarden schieten. Rabbijn Lody van
der Kamp en hoogleraar interculturele studies, David Pinto, die zich in
gebrekkig Nederlands uitdrukte.
Hij zei dat Duisenberg de wet van de omgekeerde inspanning overtrad.
Een uitdrukking die niet in de boeken van advocaat Spong voor kwam. Hij
bedoelde daarmee dat Duisenberg extreem en overdreven haar punt wil
maken en daarmee angst en haat voor de andere partij creert. Maar was
Duisenberg niet de spiegel van zijn eigen ziel. Heibel en leugens ontsieren
hem.
100
Vallen is noch een ramp noch een schande. Blijven liggen is beide.
(D. Pinto)
101