Lesvoorbereiding Les 3 Natuur en Techniek

You might also like

Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 3

Lesvoorbereidingsformulier

Naam student: Brenda den Hertog

Stageschool: Basisschool de Agnetendal

Klas: 2B

Mentor: K.

slber: Nick Dunlop

Groep: 4

Datum: 21-04-2015

Les: Natuur en techniek

les 3

1.Lesdoel:
Minimumdoel proces:
Aan het einde van de les zijn de kinderen in staat te reflecteren op een werkproces en de resultaten.
o Wat hebben jullie afgelopen week zien gebeuren?
o Wat verliep goed?
o Wat verliep minder goed?
o Als jullie de opdracht nog een keer mogen doen, zouden jullie dan iets anders doen?
o Welke conclusie kunnen jullie trekken na deze proef?
Tule Kerndoel 55: De leerlingen leren op eigen werk en dat van anderen te reflecteren.
Standaarddoel proces:
Aan het einde van de les zijn de kinderen in staat te reflecteren op een werkproces en de resultaten. Ze
reflecteren hierbij op zichzelf als op het werk van andere.
o Wat hebben jullie afgelopen week zien gebeuren?
o Wat verliep goed?
o Wat verliep minder goed?
o Als jullie de opdracht nog een keer mogen doen, zouden jullie dan iets anders doen?
o Welke conclusie kunnen jullie trekken na deze proef?
Tule Kerndoel 55: De leerlingen leren op eigen werk en dat van anderen te reflecteren.
.
3.Persoonlijke leerdoel:
Aan het eind van kwartaal 2, ben ik in staat om, doormiddel van de juiste ademhalingstechniek, bewuste
controle te hebben over mijn stemgebruik. Zodat ik optimaal gebruik kan maken van verbale
communicatietechnieken.
4. Beginsituatie:
Ik loop nu een aantal weken, een dag per week stage in groep 4. De beginsituatie zal per week verder worden
aangevuld. Ik doe dit aan de hand van gesprekken met mijn mentor, inzage in resultaten en het
groepsoverzicht.
Cognitief: In de groep zitten al relatief grote cognitieve verschillen. Op vakgbieden als spelling, lezen en rekenen
zijn de verschillen goed te zien. Er zijn kinderen die erg veel begeleiding nodig hebben terwijl er ook kinderen
zijn die taken helemaal zelfstandig maken en moeilijkere opdrachten krijgen. Het is belangrijk om alle kinderen
in zicht te houden en niet al je aandacht bij de zwakkere kinderen legt. Ik probeer hiermee rekening te houden
tijdens mijn lessen. Ondanks de verschillen zijn de kinderen ontzettend betrokken. Er is weinig voor nodig om de
aandacht van de kinderen te krijgen. Ik ervaar dit als heel erg positief. Het geeft een hele fijne werksfeer en ik
vind het hierdoor niet moeilijk om een uitleg keer op keer opnieuw te doen. De kinderen doen zichtbaar hun
best en zijn erg leergierig. Tijdens de lessenserie zorg ik ervoor dat de talenten van de kinderen allemaal aan
bod komen. De talenten heb ik ontdekt in het eerste deel van de OGP.
Sociaal: Het is een hele sociale groep. De kinderen gaan erg fijn met elkaar om. Ik heb gemerkt dat ze elkaar in
de gaten houden en elkaar stimuleren tot goed gedrag. Het is heel erg fijn om samenwerkingsopdrachten te
doen. De kinderen leren veel van elkaar en het draagt bij aan het groepsgevoel (die erg goed is). Er zijn een paar

leerlingen die soms geholpen moeten worden met het oplossen van kleine conflicten. Deze kinderen moet ik in
de gaten houden tijdens deze lessenserie.
5. Materialen:
Inleiding:
o Ontwerpplannen
o Kasjes
o Plantjes
Kern:
o
o
o
o
o
o
o

Ontwerpplannen
Kasjes
Plantjes
Crackers
Boter
Messen
Ranja

Afsluiting:
o Twee bakjes
o Twee paar briefjes (een met de namen van ieder groepje, een met namen van de gemaakte spullen)
5. Inleiding, 15 minuten:
Afgelopen week hebben de kinderen hun plantjes in de kas en het losse plantje onderhouden. Iedere dag is een
kind van het groepje (steeds een andere) bij de plantjes gaan kijken en water gegeven. De kinderen hebben bij
mijn mentor geleerd dat ze moeten voelen of de plantjes nog water moeten krijgen, door aan het zand te
voelen. Deze kennis passen ze weer toe. Tijdens deze week kijken de kinderen of de plantjes in de zelfgemaakte
kas daadwerkelijk harder groeien. Ze zijn onderzoekend aan het leren. Ze observeren een week lang de plantjes
waardoor ze uiteindelijk een conclusie kunnen trekken. Tijdens de laatste les gaan we deze conclusies
bespreken. Voordat de les begint, ga ik met de kinderen naar buiten. We gaan aan de picknicktafels op het
schoolplein zitten. In het midden zet ik de tuinkassen en de plantjes. Wanneer het slecht weer is, gaan we
binnen in een kring zitten. We gaan een leergesprek voeren. De volgende intelligenties worden tijdens de les
aangesproken: verbaal/lingustische intelligentie, visueel/ruimtelijke intelligentie, interpersoonlijke intelligentie
en natuurgerichte intelligentie. Voordat we naar het leergesprek gaan, vraag ik de kinderen wat we de vorige les
hebben gedaan en wat ze hebben geleerd. Ik haal de voorkennis met de kinderen op. Nadat de voorkennis is
opgefrist, vertel ik de kinderen de doelen van de les. Op deze manier kunnen de kinderen gerichter leren en
werken. Wanneer de kinderen weten wat ze gaan leren tijdens de les, ga ik over tot de kern.
Leeractiviteiten leerlingen:
o De kinderen luisteren naar de instructie
o De kinderen maken een kring
o De kinderen stellen vragen
6. Kern, 20 minuten:
Tijdens het leergesprek vraag ik de kinderen van ieder groepje wat er is gebeurd en wat ze hebben
geobserveerd. Ik zal de volgende vragen stellen:
o Wat hebben jullie afgelopen week zien gebeuren?
o Wat verliep goed?
o Wat verliep minder goed?
o Als jullie de opdracht nog een keer mogen doen, zouden jullie dan iets anders doen?
o Welke conclusie kunnen jullie trekken na deze proef?
Alle groepjes komen aan de beurt. De kinderen mogen hierbij andere ook vragen stellen en zich mengen in het
gesprek. Er zijn tijdens de vorige lessen verschillende ontwerpen en kasjes gemaakt. De kinderen kijken ook
welke kassen het beste hebben gewerkt en waardoor dit dan komt. Tijdens het leergesprek spreek ik de
verbaal/lingustische intelligentie, interpersoonlijke intelligentie, visueel/ruimtelijke intelligentie en

natuurgerichte intelligentie.
Na het leergesprek mogen de kinderen de plantjes oogsten. De kinderen krijgen allemaal een toastje met wat
boter. Ze mogen de eigen geplante tuinkers ook zelf opeten. Op deze manier doen de kinderen
succeservaringen op. Ze zien eigen resultaten en mogen deze ook zelf in gebruik nemen. Ik neem zelf ook
tuinkers mee mocht er niet genoeg zijn.
Leeracitiviteiten van de kinderen:
o De kinderen luisteren
o De kinderen geven inbreng
o De kinderen observeren
o De kinderen reflecteren
o De kinderen oogsten de tuinkers
o De kinderen eten de tuinkers
7. Afsluiting, 10 minuten:
Tijdens de afsluiting ruimen de leerlingen hun eigen rommel op die ze hebben gemaakt. Vervolgens geef ik
opdrachten aan de leerlingen die al klaar zijn (voorbeeld: verzamel de overgebleven crackers etc.). Ik ga pas
over tot de evaluatie als alles is opgeruimd. Ik vind het belangrijk dat de kinderen verantwoordelijkheid dragen
voor hun eigen spullen en gemaakte rommel en ook bereid zijn om andere klasgenoten hierbij te helpen.
Wanneer alles is opgeruimd, ga ik over tot de evaluatie. Tijdens de kern heb ik gereflecteerd op het proces en
de productendoelen van de hele lessenserie. Tijdens de afsluiting krijgen de kinderen een vrij moment om de
laatste dingen over de producten of processen te vertellen. Daarna verdeel ik de kasjes, planten en ontwerpen
onder de kinderen. Ik weet dat (bijna) alle kinderen de spullen willen hebben dus kies ik ervoor om eerlijk te
loten. Ik zorg voor twee bakjes, n met wat we gaan verloten en n met de namen van het groepje. De
kinderen trekken uit beide bakjes een kaartje en dit kind mag datgene meenemen. Ik heb bewust hierover
nagedacht omdat dit belangrijk is voor de kinderen van deze leeftijd. Ze willen graag spulletjes meenemen dus
vind ik het belangrijk dat ik het zo eerlijk mogelijk probeer te verdelen. Wanneer het gesprek en het verdelen
ten einde is zal ik de leerlingen een compliment geven voor wat er die les goed ging. Hierdoor hou ik het
pedagogische klimaat goed en zullen de leerlingen zich prettig voelen bij mij in de klas.
Leeracitiviteiten van de kinderen:
o De kinderen ruimen hun eigen rommel op en helpen hierbij andere.
o De kinderen luisteren tijdens de evaluatie
o De kinderen geven een inbreng
o De kinderen verdelen de spullen samen met mij

You might also like