Professional Documents
Culture Documents
Parcelware Manual NL
Parcelware Manual NL
Gebruikershandboek
15-02-2010
1/68
Inhoud
1
INLEIDING .......................................................................................................... 4
INSTALLATIE ..................................................................................................... 5
2.1
2.2
VOORAF ......................................................................................................... 5
INSTALLATIE ................................................................................................... 6
STAMGEGEVENS .............................................................................................. 7
3.1
KLANTEN........................................................................................................ 7
3.1.1
Dialoog "Klant" ...................................................................................... 7
3.2
AFZENDER ..................................................................................................... 9
3.2.1
Dialoog "Afzender" ................................................................................ 9
3.3
GEADRESSEERDE ......................................................................................... 16
3.3.1
Dialoog "Geadresseerde" .................................................................... 17
3.4
GROEPEN GEADRESSEERDEN ........................................................................ 21
3.4.1
Dialoog "Groep geadresseerden" ........................................................ 21
3.5
KOSTENPLAATSEN ........................................................................................ 22
3.5.1
Dialoog "Kostenplaats" ........................................................................ 22
3.6
ARCHIVEREN - IMPORTEREN .......................................................................... 24
3.7
GEGEVENS BEWERKEN .................................................................................. 25
SYSTEEMINSTELLINGEN ............................................................................... 27
4.1
FORMULIEREN INSTELLEN .............................................................................. 27
4.1.1
Blokkeren ............................................................................................ 27
4.1.2
Printerinstellingen ................................................................................ 27
4.1.3
Marges ................................................................................................ 28
4.1.4
Preview en testafdruk .......................................................................... 28
4.2
INSTELLINGEN WEEGSCHAAL .......................................................................... 29
4.3
OPTIES ........................................................................................................ 30
4.4
BEHEER VAN GEBRUIKERS ............................................................................. 32
4.4.1
Dialoog "Gebruiker" ............................................................................. 32
4.4.2
Dialoog "Wachtwoord wijzigen" ........................................................... 34
4.5
ROLLEN ....................................................................................................... 35
4.5.1
Dialoog "Rol" ....................................................................................... 35
4.6
BEHEER VAN SYSTEEMGEGEVENS .................................................................. 37
4.6.1
IT-Pakket gegevensconversie ............................................................. 37
4.7
BEHEER VAN UITBREIDINGSCOMPONENTEN ..................................................... 38
4.7.1
XDB Notifier ........................................................................................ 38
4.7.2
XMail Notifier ....................................................................................... 41
ZENDING INVOEREN....................................................................................... 42
5.1
AFZENDER, KLANT, CONTRACT ....................................................................... 42
5.1.1
Afzender selecteren ............................................................................ 42
5.1.2
Bank selecteren .................................................................................. 43
5.1.3
Klant selecteren .................................................................................. 43
5.1.4
Contract selecteren ............................................................................. 43
5.2
GEADRESSEERDE ......................................................................................... 43
5.3
PRODUCTEN EN DIENSTEN ............................................................................. 44
15-02-2010
2/68
5.4
5.5
5.6
5.7
6
GEWICHT ..................................................................................................... 44
ZENDING INVOEREN BEINDIGEN .................................................................... 45
OPTIES ........................................................................................................ 45
GROEPSZENDINGEN ...................................................................................... 48
ZENDINGEN ..................................................................................................... 50
6.1
DIALOOG ZENDINGEN ................................................................................. 50
6.2
ZENDINGEN AFSLUITEN .................................................................................. 51
6.3
AFGESLOTEN LIJSTEN.................................................................................... 51
6.4
ZENDINGEN ARCHIVEREN ............................................................................... 51
6.4.1
Exporteren........................................................................................... 52
6.4.2
Importeren ........................................................................................... 52
POLLING .......................................................................................................... 61
8.1
POLLING-OVERZICHT ..................................................................................... 61
8.1.1
Opties .................................................................................................. 62
8.1.2
Jokerteken........................................................................................... 63
8.2
FORMAAT POLLING-GEGEVENS ....................................................................... 64
8.2.1
Structuur polling-gegevens.................................................................. 64
8.2.2
Formaat van producten en aanvullende diensten ............................... 67
8.3
OPEN POLLING-ZENDINGEN ........................................................................... 68
15-02-2010
3/68
1 Inleiding
Bedankt dat u hebt gekozen voor Parcelware, de moderne en flexibele software voor
distributielogistiek van XLogics GmbH.
In de hoofdstukken hierna vindt u belangrijke informatie over de installatie, de
configuratie en de bediening van het systeem.
Wij wensen u veel succes en genoegen bij het gebruik en hopen op een
constructieve en goede samenwerking.
Het Xlogics-team
15-02-2010
4/68
2 Installatie
2.1 Vooraf
Controleer voordat u begint met installeren of uw PC voldoet aan de systeemeisen
voor Parcelware.
U vindt deze eisen op de verpakking van de CD. Controleer uw computerconfiguratie
met behulp van de Windows-functies of met gebruikmaking van het handboek bij uw
PC.
Als u Parcelware in een netwerkomgeving of op een computer met verschillende
gebruikers-accounts wilt installeren, controleer dan eerst of daarvoor voldoende
rechten aan u zijn toegewezen in het besturingssysteem.
Bij de installatie van Parcelware hebt u beheerdersrechten nodig voor het
besturingssysteem.
Voor de werking van Parcelware is .NET Framework 2.0 vereist. Dit wordt afhankelijk
van de in het besturingssysteem beschikbare versie bijgewerkt of automatisch
volledig genstalleerd.
Voor de verbinding en communicatie met de Parcelware-database(s) op een andere
computer worden een TCP-poort en UDP-poort 1434 gebruikt. Dit is bijvoorbeeld het
geval bij een client/server-versie of als de database(s) op een andere computer zijn
geplaatst. In voorkomende gevallen (bijvoorbeeld bij gebruik van een firewall) moeten
deze poorten worden opengezet.
Welke poort door de SQL-server wordt gebruikt, kunt u vaststellen aan de hand van
het ERRORLOG-bestand (dit bevindt zich gewoonlijk in C:\Program Files\Microsoft
SQL Server\MSSQL10.PARCELWAREDB\MSSQL\Log\). Open het bestand met een
tekst-editor en zoek de regel die er ongeveer als volgt uitziet:
SQL server listening on 192.168.200.17: 1333.
15-02-2010
5/68
2.2 Installatie
1. Controleer of uw computer aan de benodigde systeemeisen voldoet. Als
dat het geval is, gaat u verder met stap 2.
2. Plaats de CD met Parcelware in het CD-ROM station van uw computer.
De installatie kan nu op twee manieren worden uitgevoerd.
a) De setup (setup.exe) wordt automatisch gestart vanaf de CD met
Parcelware.
b) Open Windows Verkenner. Selecteer hier het CD-ROM station waarin
zich de CD met Parcelware bevindt. In de hoofd-directory staat het
programma "setup.exe". Start dit programma door een dubbelklik.
3. U hebt nu een selectievenster gestart. Hier kunt u selecteren, of u het
programma Parcelware of de documentatie wilt installeren. Om het
software-pakket Parcelware te installeren, klikt u in het venster op de knop
"Parcelware".
4. Vervolgens start de installatieassistent. Volg de aanwijzingen om de
installatie van het programma Parcelware uit te voeren. Afhankelijk van
uw computer kan de installatie in de volgende stappen worden uitgevoerd.
a) Bijwerken van het besturingssysteem van uw computer
b) Installatie van Microsoft .NET Framework
c) Installatie van het software-pakket Parcelware.
5. Bij het instellen van een client server configuratie moet bij de client het ip
adres van de server ingevoerd worden met daarachter \parcelwaredb.
15-02-2010
6/68
3 Stamgegevens
3.1 Klanten
Op dit scherm kunt u uw klantgegevens bekijken. Selecteer de menukeuze "Klanten"
in het menu "Stamgegevens" of het desbetreffende pictogram in de werkbalk
Stamgegevens.
Als u de optie "Bewerken" kiest, wordt de dialoog "Klant" gestart, waarin u vervolgens
de gegevens kunt bekijken.
Algemene gegevens
Hier kunt u de algemene gegevens van de klant bekijken.
Veldnaam
Ref.nr.
Aanspreektitel
Omschrijving
Het referentienummer van de klant
De aanspreektitel die vr de naam in de adressering dient te staan
(bijv. "De heer", "Mevrouw", "dr." enz.).
Land
Postcode
Huisnr.
Straat
Plaats
Extra info
Building
Floor
15-02-2010
7/68
Province
District
State
Contact
Hier kunt u de contactgegevens voor de klant bekijken.
Veldnaam
Omschrijving
Telefoon
Telefoonnummer van de klant
Mobiele telefoon Nummer van de mobiele telefoon van de klant
Fax
Contracten
In dit veld hebt u de mogelijkheid om de valuta en de contracten van de klant te
bekijken. De valuta wordt gebruikt voor alle afrekeningen.
Aantekening
Hier hebt u de mogelijkheid om aantekeningen over de klant te bekijken.
15-02-2010
8/68
3.2 Afzender
Via dit scherm kunt u uw afzendergegevens beheren. U kunt hier gegevens invoeren
en wijzigen. Om gegevens van uw afzenders te wijzigen of aan te maken, selecteert
u de menukeuze "Afzender" in het menu "Stamgegevens" of het desbetreffende
pictogram in de werkbalk Stamgegevens.
Een beschrijving over hoe de gegevens kunnen worden bewerkt, vindt u in het
hoofdstuk "Stamgegevens: gegevens bewerken".
Als u de optie "Nieuw" of "Bewerken" kiest, wordt de dialoog "Afzender" gestart,
waarin u vervolgens uw gegevens kunt invoeren of wijzigen. Deze opties kunnen in
de hoofdtaakbalk of na klikken van rechtermuisknop worden gekozen.
15-02-2010
9/68
Algemene gegevens
Hier kunnen de algemene gegevens en het adres worden vastgelegd.
Omschrijving
Gegevenstype
Lengte
Verplicht
veld
Willekeurige
tekens
max. 20
tekens
nee
Willekeurige
tekens
max. 50
tekens
nee
Naam 1,
Naam 2
Willekeurige
tekens
BTW-nr.
Identificatie voor de
omzetbelasting
Willekeurige
tekens
Land
Selectielijst
Postcode
Ref.nr.
Huisnr.
Toevoeging
Straat
Plaats
Extra Info
Building
Floor
Province
Willekeurige
tekens
Het huisnummer van de
Willekeurige
afzender
tekens
Toevoeging bij huisnummer Willekeurige
van de afzender
tekens
Willekeurige
De straat van de afzender
tekens
Willekeurige
De plaats van de afzender
tekens
Verdere adresgegevens van Willekeurige
de afzender
tekens
Building of senders address
(visible in case on nonany characters
Netherlands senders)
Floor of senders address
(visible in case on nonany characters
Netherlands senders)
Province of senders address
(visible in case on nonany characters
Netherlands senders)
15-02-2010
beide
max. 40
tekens
max. 20
tekens
niet
relevant
max. 10
tekens
max. 16
tekens
max. 10
tekens
max. 40
tekens
max. 40
tekens
max. 100
tekens
alleen
Naam 1
nee
ja
ja
nee
nee
Ja
ja
nee
max. 25
no
characters
max. 8
no
characters
max. 25
no
characters
10/68
District
State
15-02-2010
any characters
max. 25
no
characters
any characters
max. 25
no
characters
11/68
Bankrelatie
Via deze tab kunt u de bankrelaties beheren. Als u op de knop "Nieuw..." of
"Bewerken..." klikt, verschijnt het venster "Bankrelatie afzender", waarin wijzigingen
hiervoor kunnen worden uitgevoerd. Met de knop "Verwijderen" kunt u de
geselecteerde bankgegevens verwijderen.
Omschrijving
Rekeningnummer
Bankcode
Naam bank
IBAN
Land
Gegevenstype
Willekeurige
tekens
Willekeurige
tekens
Willekeurige
tekens
Internationaal
Willekeurige
rekeningnummer van de
tekens
afzender
Het land van de bank van de
Selectielijst
afzender
Lengte
max. 50
tekens
max. 20
tekens
max. 50
tekens
Verplicht
veld
ja
ja
ja
max. 40
tekens
nee
niet
relevant
ja
Klanten
Via deze tab kunt u willekeurige contracten van klanten toewijzen aan de afzender.
Aan de rechterkant hebt u de beschikbare klanten met hun contracten die in het
scherm "Klant" zijn gedefinieerd. Aan de linkerkant worden in een lijst de klanten en
contracten getoond die aan de afzender zijn toegewezen. Op deze wijze kunt u
15-02-2010
12/68
Contact
Hier kunnen de contactpersonen en de gesprekspartners voor de afzender worden
gedefinieerd. U kunt hier ook een logo en de handtekening van de afzender opslaan
(let op formaat!).
Beschrijving van velden
Veldnaam
Telefoon
Mobiele
telefoon
Fax
URL
Omschrijving
Telefoonnummer van
de afzender
Nummer van de mobiele
telefoon van de afzender
Gegevenstype
Willekeurige
tekens
Willekeurige
tekens
Willekeurige
Faxnummer van de afzender
tekens
Willekeurige
URL-adres van de afzender
tekens
Lengte
max. 30
tekens
max. 30
tekens
max. 30
tekens
max. 100
tekens
Verplicht
veld
nee
nee
nee
nee
15-02-2010
13/68
Omschrijving
Gegevenstype
Lengte
Verplicht
veld
Willekeurige
tekens
Telefoonnummer van de
contactpersoon
Nummer van de mobiele
telefoon van de
contactpersoon
E-mail-adres van
de contactpersoon
Willekeurige
tekens
beide
max. 40
tekens
max. 30
tekens
Willekeurige
tekens
max. 30
tekens
nee
Willekeurige
tekens
max. 50
tekens
nee
alleen
Naam 1
ja
E-mail
Via deze tab hebt u de mogelijkheid om de gegevens over e-mail-adres en SMTPserver te definiren. Gebruik deze tab alleen als u XMail Notifier gebruikt.
Verdere informatie over XMail Notifier vindt u in het hoofdstuk "XMail Notifier".
Opmerking
In dit veld hebt u de mogelijkheid om een aantekening over de afzender in te voeren
en op te slaan. De aantekening mag maximaal 128 tekens lang zijn.
15-02-2010
14/68
15-02-2010
15/68
3.3 Geadresseerde
Via dit scherm kunt u uw gegevens over geadresseerden beheren. U kunt hier
gegevens invoeren en wijzigen. Om gegevens van uw geadresseerden te wijzigen of
aan te maken, selecteert u de menukeuze "Geadresseerde" in het menu
"Stamgegevens" of het desbetreffende pictogram in de werkbalk Stamgegevens.
Tip: Voor het snel zoeken naar adressen van geadresseerden kunt u heel
gemakkelijk de zoek-/filterfunctie gebruiken!
Tip: Bij het importeren van gegevens van geadresseerden kunt u de adressen op
juistheid laten controleren. In de eindfase van het importproces wordt een scherm
getoond waarin u de adressen kunt controleren en eventueel kunt corrigeren. Let
erop dat het controleren van de adressen van invloed is op de snelheid van het
importeren.
Een beschrijving over hoe de gegevens kunnen worden bewerkt, vindt u in het
hoofdstuk "Stamgegevens: gegevens bewerken".
15-02-2010
16/68
Algemene gegevens
Hier kunnen de algemene gegevens en het adres worden vastgelegd.
15-02-2010
17/68
Omschrijving
Gegevenstype
Lengte
Verplicht
veld
Willekeurige
tekens
max. 20
tekens
nee
Willekeurige
tekens
max. 50
tekens
nee
Naam 1
Naam 3
Willekeurige
tekens
Willekeurige
tekens
Ref.nr.
BTW-nr.
Land
Postcode
Huisnr.
Huisnr.toevoeging
Straat
Plaats
Extra info
Selectielijst
Willekeurige
tekens
Willekeurige
tekens
Willekeurige
tekens
Willekeurige
tekens
Willekeurige
tekens
Willekeurige
tekens
telkens
max. 40
tekens
max. 20
tekens
niet
relevant
max. 10
tekens
max. 16
tekens
max. 10
tekens
max. 40
tekens
max. 40
tekens
max. 100
tekens
alleen
Naam 1
nee
ja
ja
ja
nee
nee
ja
nee
Groepen
Via deze tab kunt u de geadresseerde aan een bepaalde groep toewijzen. Aan de
rechterkant hebt u de beschikbare groepen geadresseerden die in het scherm
"Groepen geadresseerden" zijn gedefinieerd. Aan de linkerkant worden in een lijst de
groepen getoond waar de geadresseerde bij hoort.
Klik op de knop "<" om de geadresseerde aan een geselecteerde groep toe te wijzen
of op "<<<" om de geadresseerde aan alle groepen toe te wijzen. Als u de toewijzing
wilt verwijderen, klik u op de knop ">" om een geselecteerde toewijzing te
verwijderen of op ">>>" om alle toewijzingen te verwijderen.
15-02-2010
18/68
Contact
Hier kunnen de contactpersonen en de gesprekspartners voor de geadresseerde
worden gedefinieerd.
Beschrijving van velden
Veldnaam
Telefoon
Mobiele
telefoon
Fax
E-mail
Omschrijving
Telefoonnummer van
de geadresseerde
Nummer van de mobiele
telefoon van de geadresseerde
Faxnummer van
de geadresseerde
E-mail-adres van
de geadresseerde
Gegevenstype
Willekeurige
tekens
Willekeurige
tekens
Willekeurige
tekens
Willekeurige
tekens
Lengte
max. 35
tekens
max. 35
tekens
max. 30
tekens
max. 50
tekens
Verplicht
veld
nee
nee
nee
nee
15-02-2010
19/68
Omschrijving
Gegevenstype
Lengte
Verplicht
veld
Willekeurige
tekens
Telefoonnummer van de
contactpersoon
Nummer van de mobiele
telefoon van de
contactpersoon
E-mail-adres van de
contactpersoon
Willekeurige
tekens
beide
max. 40
tekens
max. 30
tekens
Willekeurige
tekens
max. 30
tekens
nee
Willekeurige
tekens
max. 50
tekens
nee
alleen
Naam 1
ja
Opmerking
In dit veld hebt u de mogelijkheid om een aantekening over de geadresseerde in te
voeren en op te slaan. De aantekening kan maximaal 128 tekens lang zijn.
15-02-2010
20/68
Omschrijving
Gegevenstype
Willekeurige
tekens
Willekeurige
tekens
Lengte
max. 40
tekens
max. 128
tekens
Verplicht
veld
ja
nee
15-02-2010
21/68
3.5 Kostenplaatsen
Via dit scherm hebt u de mogelijkheid om de benodigde kostenplaatsen aan te
maken. Deze gegevens zijn bij het invoeren van de zending noodzakelijk als
aanvullende informatie over de afzender. Om gegevens van uw kostenplaatsen te
wijzigen of aan te maken, selecteert u de menukeuze "Kostenplaatsen" in het menu
"Stamgegevens" of het desbetreffende pictogram in de werkbalk Stamgegevens.
Een beschrijving over hoe de gegevens kunnen worden bewerkt, vindt u in het
hoofdstuk "Stamgegevens: gegevens bewerken".
Als u de optie "Nieuw" of "Bewerken" kiest, wordt de dialoog "Kostenplaats" gestart,
waarin u vervolgens uw gegevens kunt invoeren of wijzigen.
Omschrijving
Naam van de kostenplaats
Afkorting voor de
kostenplaats
Bedrijfsnummer van de
kostenplaats
Gegevenstype
Willekeurige
tekens
Willekeurige
tekens
Willekeurige
tekens
15-02-2010
Lengte
max. 32
tekens
max. 12
tekens
max. 16
tekens
Verplicht
veld
ja
ja
nee
22/68
15-02-2010
23/68
15-02-2010
24/68
Gegevens wijzigen
Als u gegevens in het onderdeel Stamgegevens wilt wijzigen, moet u eerst de
gewenste soort gegevens in de werkbalk Stamgegevens of de menukeuze in het
menu "Stamgegevens" selecteren. Als u de tabel met de gegevens hebt geopend,
klikt u op het gewenste item. U kunt het item op de volgende manier bewerken:
Gegevens verwijderen
Als u gegevens in het onderdeel Stamgegevens wilt verwijderen, moet u eerst
de gewenste soort gegevens in de werkbalk Stamgegevens of de menukeuze in het
menu "Stamgegevens" selecteren. Als u de tabel met de gegevens hebt geopend,
klikt u op het gewenste item. U kunt het item op de volgende manier verwijderen:
15-02-2010
25/68
Als u alle items in de getoonde tabel wilt verwijderen, klikt u op de knop "Alles
verwijderen" in de werkbalk Bewerking of selecteert u de menukeuze "Alles
verwijderen" in het contextmenu.
15-02-2010
26/68
4 Systeeminstellingen
4.1 Formulieren instellen
In dit scherm kunt u uw formulieren beheren. Mogelijkheden zijn:
Voor een beter overzicht zijn de formulieren in groepen onderverdeeld. Elke groep
wordt weergegeven door een tab.
4.1.1 Blokkeren
Als u door eenmaal klikken in de kolom "Actief" een doorgestreept formulierpictogram instelt, wordt dat formulier niet aangeboden bij een afdrukopdracht. Als het
formulier niet geblokkeerd is, kan het bij het afdrukken worden geselecteerd.
U kunt een formulier ook blokkeren of vrijgeven door het te selecteren in de lijst en op
de knop Blokkeren dan wel Vrijgeven te klikken.
4.1.2 Printerinstellingen
Als u een printer aan een formulier wilt toewijzen, markeert u eerst het formulier in de
lijst en klikt u daarna op de knop Printer . Vervolgens verschijnt een dialoog
waarin u de mogelijkheid hebt om een printer aan het geselecteerde formulier toe te
wijzen, een nieuwe printer te installeren of de aanwezige printer in te stellen.
Tip: De thermische printer kan alleen worden genstalleerd als deze eerst is
aangesloten en ingeschakeld. Houd u bij het aansluiten van thermische printers altijd
aan de aanwijzingen van de fabrikant.
Voor de formulieren die op Windows-printers moeten worden afgedrukt, kunt u alleen
Windows-printers selecteren. Voor de formulieren die op thermische printers moeten
worden afgedrukt, kunt u kiezen uit de thermische printers en de Windows-printers.
Via de dialoog (knop "Instellen") zijn ook de instellingen van de printer beschikbaar.
Voor Windows-printers is dat dezelfde dialoog als bij andere Windowstoepassingen. Voor thermische printers is er een specifieke dialoog "Thermische
printer instellen".
15-02-2010
27/68
4.1.3 Marges
Als u de inhoud van een formulier wilt verschuiven, voert u de desbetreffende
waarden in de kolommen "Links" en "Boven" in. De eenheid van verschuiving is 0,1
mm. Dus als u de waarde 200 in de kolom "Links" invoert, zal de inhoud 20 mm naar
links verschuiven.
15-02-2010
28/68
Als u bij het invoeren van een zending een weegschaal wilt gebruiken, moet u:
1. het type weegschaal selecteren,
2. de aansluitpoort selecteren,
3. de optie "Weegschaal actief" instellen.
Deze drie stappen maken het mogelijk om bij het invoeren van een zending het
gewicht over te nemen.
Via het veld Testgewicht kunt u controleren, of het gewicht correct wordt
overgenomen.
Tarra instellen
Tarra verwijderen
Op nul stellen
Standaard instellingen opvragen
Overige instellingen weegschaal bewerken
15-02-2010
29/68
4.3 Opties
Via het scherm Opties worden de instellingen vastgelegd.
Bij de opties kunt u de controle op het land van de afzender uitschakelen. Als de
controle op het land van de afzender uitgeschakeld is, wordt bij het aanmaken van
zendingen niet het land van de afzender gecontroleerd. Stem voordat u deze
instelling invoert met de vervoerder af, of dit is toegestaan.
Ook kan worden aangegevn of er automatisch multicollo zendingen moeten worden
aangemaakt
De optie Alleen gemarkeerde zendingen afsluiten wordt in combinatie met andere
systemen (zgn. BlackBox) gebruikt. Deze optie biedt de mogelijkheid om alleen de
expliciet voor afsluiten aangegeven zendingen in een verzendlijst/afsluitlijst op te
nemen. Als u alleen met de Windows-toepassing werkt, laat u deze optie altijd
uitgeschakeld.
15-02-2010
30/68
15-02-2010
31/68
Algemene gegevens
Hier kunnen de algemene gegevens worden vastgelegd en kan het wachtwoord van
de gebruiker worden gewijzigd (zie de dialoog 4.4.2: "Wachtwoord wijzigen").
15-02-2010
32/68
Omschrijving
Gebruikersnaam Gebruikersnaam
Voornaam
Voornaam
Achternaam
Achternaam
Gegevenstype
Willekeurige
tekens
Willekeurige
tekens
Willekeurige
tekens
Verplicht
veld
Lengte
max. 20
tekens
max. 20
tekens
max. 20
tekens
ja
nee
nee
Rollen
Via deze tab kunt u rollen in het systeem toewijzen aan een gebruiker. Aan de
rechterkant hebt u de beschikbare rollen. Aan de linkerkant worden in een lijst de
rollen getoond die aan de gebruiker zijn toegewezen.
Klik op de knop "<" om een geselecteerde rol aan een gebruiker toe te wijzen of op
"<<<" om alle rollen aan een gebruiker toe te wijzen. Als u de toewijzing wilt
verwijderen, klikt u op de knop ">" om de geselecteerde toewijzing te verwijderen of
op ">>>" om alle toewijzingen te verwijderen.
Verdere informatie over rollen vindt u in het hoofdstuk 4.5.1: "Systeem: rollen".
Contact
Hier kunnen de contactgegevens voor de gebruiker worden gedefinieerd.
Beschrijving van velden
Veldnaam
Telefoon
Fax
E-mail
Omschrijving
Gegevenstype
Telefoonnummer van de
gebruiker
Faxnummer van de
gebruiker
E-mail-adres van de
gebruiker
Willekeurige
tekens
Willekeurige
tekens
Willekeurige
tekens
Lengte
max. 30
tekens
max. 30
tekens
max. 50
tekens
Verplicht
veld
nee
nee
nee
Klanten
Via deze tab kunt u willekeurige klanten toewijzen aan een gebruiker. Aan de
rechterkant hebt u de beschikbare klanten. Aan de linkerkant worden in een lijst de
klanten getoond die aan een gebruiker zijn toegewezen. Na toewijzing van de
15-02-2010
33/68
Opmerking
In dit veld hebt u de mogelijkheid om een aantekening over de gebruiker in te voeren
en op te slaan. De aantekening mag maximaal 128 tekens lang zijn.
15-02-2010
34/68
4.5 Rollen
In dit scherm kunt u de rollen binnen het systeem beheren. U kunt hier gegevens
invoeren en wijzigen. Om rollen te wijzigen of aan te maken, selecteert u de
menukeuze "Rollen" in het menu "Systeem" of het desbetreffende pictogram in de
werkbalk Systeem.
Een beschrijving over hoe de gegevens kunnen worden bewerkt, vindt u in het
hoofdstuk "Stamgegevens: gegevens bewerken".
Als u de optie "Nieuw" of "Bewerken" kiest, wordt de dialoog "Rol" gestart, waarin u
vervolgens uw gegevens kunt invoeren of wijzigen.
15-02-2010
35/68
Rol
Via deze tab kunt u de naam van een rol invoeren.
U kunt ook de rechten voor een rol toewijzen of verwijderen. De rechten zijn
weergegeven in de vorm van een boomstructuur. Als u een recht aan een rol wilt
toewijzen, plaatst u een vinkje naast de desbetreffende naam van dat recht in de
boom. Als er een recht moet worden verwijderd, klikt u het vinkje er weer uit.
Opmerking
In dit veld hebt u de mogelijkheid om een aantekening bij een rol in te voeren en op
te slaan. De aantekening mag maximaal 128 tekens lang zijn.
15-02-2010
36/68
Met behulp van de knop Afbreken kunt u het importeren altijd beindigen. De
gegevens worden in dat geval niet gemporteerd.
Knop Sluiten: om het venster te sluiten.
15-02-2010
37/68
15-02-2010
38/68
desbetreffende koppeling verwijderd. Voor het aanmaken van een nieuwe koppeling
klikt u op de knop Nieuwe
Klik op de knop Sluiten om het configuratievenster van XDB Notifier te sluiten.
Een koppeling van XDB Notifier wordt in de dialoog XDB Notifier koppeling
opbouwen geconfigureerd. De naam van een koppeling dient u in te voeren in het
veld Naam. U moet een database-koppeling selecteren door op de knop naast
het veld te klikken waarin de details van de database-koppeling worden getoond.
Een dialoog Eigenschappen gegevenskoppeling verschijnt waarin u een ODBCkoppeling met de database kunt selecteren en configureren.
15-02-2010
39/68
In het hoofdstuk Gebeurtenissen legt u het gedrag van XDB Notifier vast.
Afhankelijk van bij welke gebeurtenissen XDB Notifier een SQL-opdracht moet
uitvoeren, moet u het desbetreffende aankruisvakje activeren. In het invoerveld
rechts van het aankruisvakje kunt u vervolgens de desbetreffende SQL-opdracht
invoeren. Omdat de SQL-opdrachten vaak gegevens uit de Parcelware-database
nodig hebben, wordt naast het invoerveld een knop voor het starten van een
bewerkingsdialoog voor een opdracht getoond. Daar kunt u de SQL-opdracht
invoeren of bewerken, waarbij u de vanuit Parcelware benodigde parameters via het
contextmenu (rechter muisknop) kunt invoeren. Hieronder volgt een korte
omschrijving van parameters:
Parameter
$TrackTraceURL$
$ShipmentReferenceNr$
$ShipmentAdditionalField1$
$ShipmentAdditionalField2$
$ShipmentAdditionalField3$
$ShipmentPrice$
$ShipmentPrintStatus$
$ShipmentWeight$
$ShipmentRemark$
$ShipmentCancelled$
$ShipmentCancelDate(dd-mm-yyyy hh:mm)$
$ShipmentCancelDate(dd-mm-yyyy)$
$ShipmentSentDate(dd-mm-yyyy hh:mm)$
$ShipmentSentDate(dd-mm-yyyy)$
$ShipmentIdentcode$
$ShipmentLeitcode$
$ClientReferenceNr$
$SenderReferenceNr$
$ReceiverReferenceNr$
$ShipmentListIdentifier$
$ShipmentCurrency$
$ContractName$
Korte omschrijving
Track & Trace-adres
Referentienummer zending
Extra veld (zie formaat polling-gegevens)
Extra veld (zie formaat polling-gegevens)
Extra veld (zie formaat polling-gegevens)
Prijs zending
Afdrukstatus
Gewicht
Aantekening
Indicatie, of de zending geannuleerd is
Annuleringsdatum- en tijd
Annuleringsdatum
Aanmaakdatum en -tijd
Aanmaakdatum
Identcode
Routeringscode
Referentienummer van de klant
Referentienummer van de afzender
Referentienummer van de geadresseerde
Lijstnummer
Valuta
Contract
15-02-2010
40/68
15-02-2010
41/68
5 Zending invoeren
15-02-2010
42/68
5.2 Geadresseerde
Voer de naam van de geadresseerde in het veld Naam 1 in en druk op de entertoets. Als de ingevoerde naam exact overeenkomt met een naam in het
adressenboek van geadresseerden, vult de toepassing de overige adresvelden in dit
onderdeel automatisch in met de opgeslagen gegevens. Als er verscheidene namen
bestaan, verschijnt na het drukken op de enter-toets een selectielijst. Bevestig de
gewenste naam door een dubbelklik of met de enter-toets.
In plaats van de hierboven beschreven handmatige invoer kan ook een item
rechtstreeks uit het adressenboek worden geselecteerd. Als u het aantal in de
selectiedialoog getoonde geadresseerden wilt beperken, voert u in het veld Naam
alleen een beginletter in en sluit u uw invoer af met de enter-toets. In dat geval
worden alleen de namen getoond die beginnen met de door u geselecteerde
15-02-2010
43/68
5.4 Gewicht
Nadat u producten en diensten hebt geselecteerd, moet u nog het gewicht van de
zending aangeven. U kunt het gewicht via het toetsenbord in het desbetreffende veld
invoeren of automatisch door middel van een weegschaal laten vaststellen. Hiervoor
moet u dan eerst via het menu Hardware de menukeuze Gewicht van de
weegschaal selecteren.
15-02-2010
44/68
Een pictogram naast het veld voor het gewicht laat u de status van de weegschaal
zien. De pictogrammen dienen als volgt te worden genterpreteerd:
De weegschaal verkeert in rusttoestand
De weegschaal verkeert niet in rusttoestand
De weegschaal is onderbelast
De weegschaal is overbelast
Er is een onbekende fout opgetreden
5.6 Opties
De dialoog voor het invoeren van zendingen heeft eigen opties die het invoeren van
zendingen gemakkelijker maken. De opties zijn verdeeld over 6 menus:
Zending
Invoeren
Afzender
Geadresseerde
Hardware
15-02-2010
45/68
Afdrukken
Zending
De optie Na verzenden cursor naar: biedt u de mogelijkheid om te kiezen, waar de
cursor zich na het verzenden moet bevinden.
U kunt kiezen uit de volgende posities voor de cursor:
Naam geadresseerde
Ref.nr. geadresseerde
Ref.nr. zending
Selecteer de optie Nieuw om het scherm voor het invoeren van zendingen leeg te
maken.
De optie Verzenden functioneert zoals de knop Verzenden: neemt de zending op.
Optie Beindigen: om het scherm voor het invoeren van zendingen te sluiten.
Vastzetten
Na het invoeren van de zending wordt weer een leeg scherm voor het invoeren van
zendingen getoond. U hebt echter ook de mogelijkheid om bepaalde delen van de
zendingsgegevens vast te zetten. Dat houdt in: deze gegevens blijven na
behandeling van de vastgezette gegevens voor de volgende zending beschikbaar.
U kunt kiezen uit de volgende opties:
Afzender
In dit menu hebt u de opties voor standaard instellingen voor afzenders ter
beschikking.
Als u de optie Huidige gegevens zending voor afzender opslaan selecteert,
worden de volgende keer als u deze afzender selecteert de opgeslagen gegevens
automatisch ingevoerd.
15-02-2010
46/68
Geadresseerde
Klik op de optie Nieuw om de velden van de geadresseerde leeg te maken.
De optie Groepszending is gedetailleerd beschreven in het hoofdstuk
Groepszending.
Als u de optie Huidige gegevens zending voor geadresseerde opslaan hebt
geselecteerd, worden de opgeslagen zendingsgegevens weer getoond als u de
geadresseerde de volgende keer bij het invoeren van een zending oproept.
De optie Geadresseerde opslaan biedt u de mogelijkheid om te kiezen, of en
wanneer de gegevens van een geadresseerde moeten worden opgeslagen.
De opties Gegevensbron en Nieuwe gegevensbron... maken toegang tot externe
gegevensbronnen mogelijk. In dat geval worden de geadresseerden uit een externe
database ingelezen.
Tip: Geadresseerden uit een externe database kunnen niet worden bijgewerkt!
Als u de gegevens van geadresseerden hebt bewerkt, kunt u deze gegevens opslaan
in de Parcelware-database.
Hardware
De optie Gewicht van weegschaal maakt het mogelijk om het gewicht rechtstreeks
van een weegschaal in te voeren. Deze optie kan alleen worden gebruikt als de
weegschaal is genstalleerd en aangesloten.
Bij het invoeren van een zending kunt u een barcode-scanner gebruiken. Met behulp
van de optie Gegevens van scanner naar definieert u, waar de gegevens moeten
worden ingelezen. Er staan twee mogelijkheden ter beschikking:
Ref.nr. geadresseerde
Ref.nr. zending
Afdrukken
Als u niet voorbedrukte etiketten wilt afdrukken, klikt u op de optie A4 met blanco
etiketten afdrukken.
De optie Printerdialoog uitschakelen biedt de mogelijkheid tot het opnemen van
zendingen zonder het afdrukken te bevestigen. In dat geval worden de laatste
printerdialoog-instellingen gebruikt.
15-02-2010
47/68
5.7 Groepszendingen
U beschikt bij het invoeren van zendingen over diverse opties die het invoeren van
vast te leggen gegevens gemakkelijker voor u maken. Een van deze opties is het
invoeren van groepszendingen. De desbetreffende menukeuze Groepszending
vindt u in het menu Geadresseerde.
Als u zendingen met gelijke eigenschappen (gewicht, waarde, aanvullende diensten
etc.) aan een aantal geadresseerden verstuurt, selecteer dan de bovengenoemde
menukeuze. Vervolgens toont het onderdeel Zending invoeren een tabel
met drie knoppen in plaats van gegevens van geadresseerden.
15-02-2010
48/68
15-02-2010
49/68
6 Zendingen
6.1 Dialoog Zendingen
In het dialoogvenster Zendingen worden alle zendingen getoond die zijn ingevoerd.
U kunt de volgende typen zendingen bekijken:
-
Open zendingen
Afgesloten zendingen
Geannuleerde zendingen
Zoekresultaat
Open zendingen
Via de tab "Open zendingen" kunt u de ingevoerde zendingen bekijken.
In deze weergave hebt u de mogelijkheid om alle in een lijst geplaatste zendingen
achteraf te bewerken. Om dat te doen, moet u alleen dubbelklikken op de
desbetreffende regel in de tabel. U kunt ook op de optie Bewerken in het
contextmenu (rechter muisknop) of op de werkbalk Bewerking klikken. Daarna wordt
automatisch het scherm voor het invoeren van zendingen geopend en wordt de door
u geselecteerde zending getoond. Omdat er een nieuwe identcode voor een zending
wordt toegekend, wordt de oude zending automatisch geannuleerd.
U kunt hier ook zendingen annuleren. Om de annulering uit te voeren, selecteert u
het gewenste item en drukt u op de toets "Delete" op het toetsenbord. U kunt ook de
optie Verwijderen in het contextmenu (rechter muisknop) of in de werkbalk
Bewerking selecteren. Daarnaast hebt u de optie Alles verwijderen ter beschikking
voor als u alle zendingen wilt annuleren.
Tip: Met behulp van de toetsen "Ctrl" en "Shift" kunt u verscheidene zendingen
markeren en alleen de geselecteerde items annuleren.
Afgesloten zendingen
Via de tab "Afgesloten zendingen" kunt u alle zendingen bekijken die al zijn
afgesloten. In de tabel worden alle zendingen getoond, onafhankelijk van voor welke
klanten, contracten enz. deze zijn vastgelegd. Informatie over de afgesloten lijsten
vindt u in het hoofdstuk "Afgesloten lijsten". In deze weergave hebt u de
mogelijkheid om de tracing-geschiedenis te bekijken. Om dat te doen, moet u alleen
dubbelklikken op de desbetreffende regel in de tabel. U kunt ook op de optie Details
in het contextmenu (rechter muisknop) of op de werkbalk Bewerking klikken.
15-02-2010
50/68
Geannuleerde zendingen
Via de tab "Geannuleerde zendingen" kunt u alle zendingen bekijken die via de tab
"Open zendingen" zijn geannuleerd.
Zoekresultaat
Via de tab "Zoekresultaat" kunt u alle zendingen bekijken die met behulp van de
zoekfunctie zijn gevonden.
Lijstnummer
Verzenddatum
EDI-overdrachtsdatum
Contract
Klant
Aantal zendingen
Status
Als u dubbelklikt op een item in de lijst, verschijnt de dialoog met de zendingen die in
de geselecteerde lijst zijn opgenomen.
15-02-2010
51/68
6.4.1 Exporteren
U kunt nu met behulp van een "Vanaf"- en "T/m"-datum de periode van de te
archiveren zendingen aangeven.
Alle zendingen die in deze periode zijn afgesloten, worden dan gearchiveerd. Na
klikken op de knop Exporteren moet u nog het pad voor het exportbestand
aangeven. Bovendien hebt u de mogelijkheid om een naam aan het exportbestand
toe te kennen. Daarna wordt het exporteren uitgevoerd en worden de
zendingsgegevens uit de afgesloten zendingen verwijderd.
6.4.2 Importeren
Voor het importeren van gearchiveerde zendingsgegevens klikt u op de knop
Importeren. Nadat u een archiefbestand hebt geselecteerd, wordt het importeren
uitgevoerd. De gemporteerde zendingsgegevens verschijnen dan bij de
afgesloten zendingen.
15-02-2010
52/68
7 Extra functies
7.1 Importeren (polling)
In dit scherm kunt u het importeren definiren of bewerken. Het scherm bestaat uit
twee hoofddelen:
Eigenschappen bron
Toewijzing van velden
Als u het type gegevensbron hebt geselecteerd, verschijnt een dialoog met de extra
instellingen. Deze extra instellingen zijn afhankelijk van het type gegevens. Voor
bepaalde typen gegevens dienen de volgende gegevens te worden ingevoerd:
15-02-2010
53/68
ASCII
CSV
Excel
dBase
Paradox
Tip: Als u een bestand in ASCII-formaat hebt, kunt u na klikken op de knop "Tonen"
de velden definiren. Markeer het gewenste gedeelte met de muis en selecteer in het
contextmenu de optie "Nieuwe kolom toevoegen". Op deze manier kunt u het
definiren van de velden vereenvoudigen.
Tip: Als u een bestand in CSV-formaat hebt, kunt u na klikken op de knop "Tonen"
de scheidingstekens definiren. Markeer het gewenste teken of de gewenste tekst
met de muis en selecteer in het contextmenu de optie "Als scheidingsteken
gebruiken".
15-02-2010
54/68
7.1.2 Import-instellingen
Nadat u het bronbestand / de brontabel hebt geselecteerd, verschijnen de
afzonderlijke velden van het geselecteerde bronbestand in het onderdeel Bron en
zijn deze beschikbaar voor selectie. U moet nu de afzonderlijke velden met
brongegevens toewijzen aan velden met doelgegevens.
Twee varianten voor specificatie van gegevens:
Variabel
Vast
Variabel:
Als de te pollen zendingen van verschillende afzenders en klanten zijn en als elke
zending verschillende producten en/of diensten omvat, hebt u de mogelijkheid om elk
item dat u invoert individueel te configureren.
Als u voor een variabele toewijzing hebt gekozen, kunt u door "slepen en neerzetten"
de bronvelden van de database toewijzen aan de desbetreffende doelvelden. Klik
daarvoor met de linker muisknop op een veld uit het onderdeel Bron en houd de
linker muisknop ingedrukt. Sleep de cursor naar het gewenste doelveld en laat de
muisknop weer los. De naam van het bronveld verschijnt in het geselecteerde
doelveld en is daarmee toegewezen aan de polling-functie.
Vast:
Bij constante gegevens (bijvoorbeeld: steeds hetzelfde land) kunnen gegevens vast
worden ingesteld. De enige over te dragen parameters zijn dan zendingsgegevens
zoals bijvoorbeeld geadresseerde, gewicht en aantal zendingen.
Als u aan doelvelden vaste waarden wilt toewijzen, voert u de desbetreffende waarde
in het veld Constante waarde in en sleept u het ernaast staande pictogram naar het
gewenste doelveld.
Als u aan doelvelden een vaste waarde uit de Parcelware-database wilt toewijzen,
klik dan eerst op het doelveld (bijvoorbeeld: land). In de selectielijst van de
Parcelware-database hebt u dan de desbetreffende waarden die aan het
geselecteerde doelveld kunnen worden toegewezen.
Sleep het ernaast staande pictogram naar het gewenste doelveld.
15-02-2010
55/68
Opties
Als u op de knop Opties klikt, wordt een dialoog getoond waarin u instellingen voor
de importdefinitie (inclusief online toegang) kunt definiren. Zo kunt u vastleggen,
hoe de landen bij het importeren moeten worden herkend of dat gegevens vanuit de
gegevensbron bij online toegang moeten worden gesorteerd. Het uitschakelen van
de optie bij online toegang sorteren kan bij grote op een bestand gebaseerde
gegevensbronnen (bijvoorbeeld Excel) een prestatieverbetering bij online toegang
als gevolg hebben.
7.2 Exporteren
Om de exportfunctie te gebruiken, klikt u op het pictogram Exporteren in de
werkbalk Bewerking of selecteert u de menukeuze Exporteren in het menu
Bewerken. Vervolgens worden de gegevens die u zojuist bewerkt hebt,
gexporteerd.
U kunt de gegevens in de volgende formaten exporteren:
7.3 Zoekfunctie
Met behulp van de Zoekfunctie kunt u zoeken naar gegevens met de gewenste
criteria. U kunt kiezen uit de volgende gegevenstypen:
Zendingen
Verzendlijsten
Klanten
Kostenplaatsen
Geadresseerden
Groepen geadresseerden
Afzenders
15-02-2010
56/68
Nadat u op de knop Zoeken hebt geklikt, wordt u naar het desbetreffende scherm
geleid en worden de gefilterde items aan u getoond.
15-02-2010
57/68
7.4 Rapporten
Om de rapportfunctie te gebruiken, klikt u op het pictogram Rapporten in de
werkbalk Bewerking of selecteert u de menukeuze Rapporten in het menu Tools.
15-02-2010
58/68
rapport kunt vastleggen. Daarna wordt het rapport eerst in preview-mode op het
scherm getoond. Van daaruit kunt u het rapport geheel of gedeeltelijk afdrukken.
Klik op de knop Sluiten om het venster te sluiten.
7.4.1 Filter
Gebruik het filter om de hoeveelheid getoonde gegevens te beperken.
Voor elk soort rapport is een specifiek filter voorbereid.
Verzendperiode
Gegevens geadresseerde
Gegevens afzender
Gegevens klant
Producten en diensten zending
Overige eigenschappen zending
dan worden alle zendingen getoond die aan beide voorwaarden voldoen. Dus een
zending aan fa. "Albert" (Naam1) en met Gewicht 2 wordt in de selectie
meegenomen. Maar een andere zending aan fa. "Mbel" (Naam1) en met Gewicht
2 wordt niet geselecteerd omdat niet aan de eerste voorwaarde is voldaan.
15-02-2010
59/68
15-02-2010
60/68
8 Polling
8.1 Polling-overzicht
De polling-functie biedt u de mogelijkheid om goederenafhandelingsgegevens of
interface-bestanden volledig automatisch of halfautomatisch in Parcelware over te
nemen en deze zendingsgegevens te verwerken.
De vanuit een goederenafhandelingssysteem of interface-bestand in Parcelware over
te nemen gegevens moeten hierbij in een vastgelegde doel-directory en in een
eenduidig bestand in een vast formaat beschikbaar zijn.
Hiervoor moet u een polling-functie aanmaken, waarin u de plaats en het formaat van
de externe gegevensbron aangeeft. Bovendien moet u aan de doelgegevensvelden
van uw toepassing de desbetreffende gegevensvelden van uw bron toewijzen (zie
Importeren). Voor het oproepen van de polling-functie selecteert u in het menu
Zendingen de menukeuze Polling of klikt u op het pictogram voor polling in de
werkbalk Bewerking.
U hebt een lijst met de reeds aangemaakte polling-functies ter beschikking. U kunt
een aangemaakte polling selecteren, bewerken of verwijderen. Gebruik daarvoor de
desbetreffende knop.
U kunt ook een nieuwe polling-definitie aanmaken. Klik op de knop Nieuw om een
nieuwe polling te definiren.
Als u op de knop Nieuw of Bewerken klikt, wordt de dialoog Import-instellingen
geopend.
15-02-2010
61/68
8.1.1 Opties
Automatisch met
Parcelware starten
15-02-2010
62/68
Log-bestand
aanmaken
Legt het polling-proces vast in een log-bestand. Het logbestand wordt opgeslagen in het pad dat moet worden
aangegeven.
Schermknoppen
Knop OK: om wijzigingen toe te passen en het venster te sluiten.
Knop Afbreken: om wijzigingen ongedaan te maken.
Knop Toepassen: om wijzigingen toe te passen zonder het venster te sluiten.
8.1.2 Jokerteken
In dit veld kunt u de bestandsnaam van het gehanteerde polling-bestand zo wijzigen
dat Parcelware automatisch elke aanpassing van de bestandsnaam als een geldig
polling-bestand accepteert en dit in het systeem overneemt. Let op dat hier alleen de
bestandsnaam wordt aangegeven het pad (aanduiding van station en directory)
wordt aan de hand van het gehanteerde polling-bestand bepaald.
Gebruik als jokerteken het teken "*" (asterisk).
15-02-2010
63/68
Voorbeeld:
Uw goederenafhandelingssysteem genereert polling-bestanden met de naam
"Polling_XX.xls". Bij de tekens XX kan het hierbij om een teller gaan die
automatisch door uw systeem wordt opgehoogd om de eenduidigheid van het
bestand te waarborgen.
Definieer de polling met behulp van een willekeurig bestand (bijv. "Polling_01.xls"). In
het veld Jokerteken moet in dit geval "Polling_*.xls" worden
aangegeven. Parcelware zal vervolgens elk bestand in de gedefinieerde brondirectory met de structuur "Polling_*.xls" als een geldig polling-bestand identificeren
en de records importeren.
Eis
Ref.nr. zending
Ref.nr. afzender
Ref.nr. klant
Contract
Omschrijving
Referentienummer van het pollingrecord (dit dient voor identificatie).
Mogelijke referentiegegevens
kunnen nummers van afleveringsbewijzen van de zending zijn die bij
het invoeren van de zending worden
opgeroepen.
Referentienummer van de afzender
(verwijzing naar de afzender in de
stamgegevens) of een in de
toepassing standaard gedefinieerde
afzender.
Referentienummer van de klant
(verwijzing naar de klant in de
stamgegevens) of een in de
toepassing standaard gedefinieerde
klant.
Naam van het contract
15-02-2010
Formaat
tekenreeks
max. 20 tekens
tekenreeks
max. 20 tekens
tekenreeks
max. 20 tekens
tekenreeks
64/68
max. 50 tekens
Producten en
aanvullende diensten
Labels
Naam kostenplaats
Ref.nr. geadresseerde
O*
Naam 1 geadresseerde
Naam 2 geadresseerde
Naam 3 geadresseerde
Aanspreektitel
geadresseerde
Adres geadresseerde
Huisnr. geadresseerde
15-02-2010
65/68
Huisnr.-toevoeging
geadresseerde
Adresgegevens
geadresseerde
O
O
Postcode geadresseerde
Plaats geadresseerde
Land geadresseerde
Telefoon geadresseerde
Fax geadresseerde
E-mail geadresseerde
BTW-nr. geadresseerde
Aantekening
geadresseerde
Gewicht
Aantal zendingen
Extra veld 1
Extra veld 2
Extra veld 3
max. 16 tekens
Huisnummer-toevoeging van de
tekenreeks
geadresseerde
max. 16 tekens
Adresgegevens van de
tekenreeks
geadresseerde
max. 100 tekens
tekenreeks
Postcode van de geadresseerde
max.10 tekens
tekenreeks
Plaats van de geadresseerde
max. 40 tekens
Naam van het land zoals in de
tekenreeks
toepassing
max. 45 tekens
Telefoonnummer van de
tekenreeks
geadresseerde
max. 30 tekens
tekenreeks
Faxnummer van de geadresseerde
max. 30 tekens
tekenreeks
E-mail-adres van de geadresseerde
max. 50 tekens
Identificatie voor de omzetbelasting tekenreeks
van de geadresseerde
max. 20 tekens
Aantekening betreffende de
tekenreeks
geadresseerde
max. 128 tekens
Gewicht van de zending. Voor
numerieke
sommige soorten zendingen
waarde
(contracten) kunnen ook
max. 10 tekens
verschillende gewichten (gescheiden
(voor een
door puntkomma) worden
gewicht)
aangegeven
Aantal zendingen (analoog aan het numerieke
invoerveld op het scherm).
waarde
Extra informatie die bij een zending
ook wordt opgeslagen. Kan bij
tekenreeks
gebruik van uitbreidingsmax. 512 tekens
componenten als bron voor
aanvullende informatie dienen
Extra informatie die bij een zending
ook wordt opgeslagen. Kan bij
tekenreeks
gebruik van uitbreidingsmax. 512 tekens
componenten als bron voor extra
informatie dienen
Extra informatie die bij een zending
ook wordt opgeslagen. Kan bij
tekenreeks
gebruik van uitbreidingsmax. 512 tekens
componenten als bron voor extra
informatie dienen
Naam van het Xtra-Documenttekenreeks
bestand
15-02-2010
66/68
Gegevens Xtra
Document
Aantekeningen bij
zending
tekenreeks
tekenreeks
</items>
15-02-2010
67/68
</DutyEntries>
<HandleNonDeliverable>true</HandleNonDeliverable>
<SendDate>2006-04-13</SendDate>
<Kind>CommercialSample</Kind>
<Invoice>i1234</Invoice>
<Certificate>c5678</Certificate>
<Licence>L9012</Licence>
</DutyDocuments>
</attributes>
</items>
15-02-2010
68/68