College Blankenberge: Stedenbouwkundige Vergunning Gromabel Voor Het Organiseren Van Een Werf Ten Behoeve Van de Bouw Van Het Nieuwe Stationscomplex

You might also like

Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 10

Proces-verbaal van het college van burgemeester en schepenen van 12 maart 2015

Aanwezig:

Patrick De Klerck; voorzitter;


Daphn Dumery, Bjrn Prasse, Katrien Van Ryssel, Philip Konings, Ivan De Clerck;
schepenen;
Peter Verheyden; secretaris

Verontschuldigd:

Jurgen Content; schepen;


Philip Konings; schepen afwezig voor 38, 39, 40;
Ivan De Clerck; schepen afwezig voor 38, 39

13
Aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning 31004/12251/B/2014/269 op naam van N.V.
GROMABEL voor het organiseren van een werf ten behoeve van de bouw van het nieuwe stationscomplex
en omgeving en verplaatsen van de fietsstalling op het perceel gelegen Kerkstraat 120, 8370 Blankenberge
STEDENBOUWKUNDIGE VERGUNNING
Aanvraagnummer: 31004/12251/B/2014/269
Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag ingediend door N.V. GROMABEL, met als
adres Archimedesstraat 7 , 8400 Oostende (ondernemingsnummer 0429.600.0330), ontvangen.
De aanvraag werd ontvangen op 29/12/2014.
Het resultaat van het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd verzonden op 22/01/2015.
De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres 8370 Blankenberge, Kerkstraat 120 en met als
kadastrale omschrijving BLANKENBERGE 2 AFD, sectie B, nr(s) 0038D03.
Het betreft een aanvraag tot
het organiseren van een werf ten behoeve van de bouw van het nieuwe stationscomplex en omgeving en
verplaatsen van de fietsstalling.
De gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de
terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de
uitvoeringsbesluiten en met de ruimtelijke omgeving.
Openbaar onderzoek
Overeenkomstig art. 3 3 van het Besluit van de Vlaamse Regering d.d. 5 mei 2000 betreffende openbare
onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunningen en verkavelingsaanvragen werd geen
openbaar onderzoek georganiseerd.
De aanvraag valt immers niet onder de bouwaanvragen die openbaar dienen gemaakt te worden volgens hoger
vermeld artikel.
Externe adviezen
Op 22 januari 2015 werd advies gevraagd aan Agentschap Infrastructuur - Wegen en Verkeer W-Vl. Op 5
februari 2015 werd voorwaardelijk gunstig advies verleend met ref. 315/B/BAV/2015/447 (zie advies als
bijlage).
Op 22 januari 2015 werd advies gevraagd aan BRANDWEER BLANKENBERGE. Op 3 februari 2015 werd
voorwaardelijk gunstig advies verleend met ref. P21101/BL11/128/004/01 (zie advies als bijlage).
Op 22 januari 2015 werd advies gevraagd aan DE LIJN. Op 29 januari 2015 werd gunstig advies verleend met
ref. 560/Stationsproject Blankenberge (zie advies als bijlage).
Op 22 januari 2015 werd advies gevraagd aan N.M.B.S. - Groep Gent. Op 20 oktober 2015 werd
voorwaardelijk gunstig advies verleend met ref. ST.35.16/Blankenberger/GP/GP/gm (zie advies als bijlage).

Op 22 januari 2015 werd advies gevraagd aan POLITIEZONE Blankenberge-Zuienkerke. Op 27 januari 2015
werd gunstig advies verleend met ref. BU 000047/2015 (zie advies als bijlage).
Op 22 januari 2015 werd advies gevraagd aan INFRABEL. Op 16 februari 2015 werd voorwaardelijk gunstig
advies verleend met ref. G.35.16/Blankenberge (zie advies als bijlage).
Advies van de GECORO
Overeenkomstig art. 4.7.16 3 kan het dossier voorgelegd worden aan de Gecoro. De gemeentelijk
stedenbouwkundig ambtenaar besliste de aanvraag niet voor te leggen aan de Gecoro.
Toetsing aan de regelgeving en de stedenbouwkundige voorschriften of verkavelingsvoorschriften
Gewestplan
De bestemming volgens het gewestplan BRUGGE-OOSTKUST, vastgesteld door de Koning op datum van
7/04/1977 is woongebied, gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut.
De aanvraag is verenigbaar en volledig in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
De aanvraag is volledig in overeenstemming met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
Provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan
Voor het gebied waarin de aanvraag gelegen is, bestaat het op datum van 11/06/2008 bij besluit van de
minister goedgekeurd Provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan PRUP 58/1 'Afbakening kleinstedelijk gebied
Blankenberge' met deelplan 'Cluster van bestaande zonevreemde regionale bedrijven langs de Brugse
Steenweg'.
Het project bevindt zich binnen de afbakening van het kleinstedelijk gebied.
Bijzonder plan van aanleg
Voor het gebied waarin de aanvraag gelegen is, bestaat het op datum van 19/05/2006 bij besluit van de
minister goedgekeurd bijzonder plan van aanleg BPA 04/2 Boudewijnkwartier.
Het eigendom is volgens dit plan gelegen in zone voor woongebied, gebied voor gemeenschapsvoorzieningen
en openbaar nut.
De aanvraag is conform aan de stedenbouwkundige voorschriften bepaald in dit bestemmingsplan.
Verkaveling
De aanvraag is gelegen binnen een op datum van 10/05/2012 door het College van Burgemeester en
Schepenen behoorlijk vergunde verkaveling, bekend onder het nummer VB 169/1. Deze verkaveling is voor
het terrein van de aanvraag niet vervallen.
De aanvraag is conform aan de stedenbouwkundige voorschriften bepaald in dit bestemmingsplan.
Rooilijnplan
Het perceel is gelegen langs een gewestweg. Er wordt niets gewijzigd aan de bestaande rooilijnen.
Gewestelijke verordeningen
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake openluchtrecreatieve verblijven en de inrichting van
gebieden voor dergelijke verblijven, goedgekeurd door de Vlaamse Regering op 08/07/2005.
Deze verordening is niet van toepassing op deze aanvraag.
Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd bij Ministerieel Besluit
op 29/04/1997.
Het ontwerp voldoet hieraan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid, goedgekeurd door de Vlaamse
Regering d.d. 05/06/2009 B.S. 02/09/2009 en latere wijzigingen.
De aanvraag dient integraal te voldoen aan de bepalingen van de verordening. Bijgevolg wordt een extra
voorwaarde opgenomen in de vergunning.
[Typ hier]

Provinciale verordening
Provinciale stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven van baangrachten, goedgekeurd door de
Provincieraad op 23/07/2008.
Deze verordening is niet van toepassing op deze aanvraag.
Gemeentelijke verordeningen
SV01
Stedenbouwkundige Verordening SV01 - Zone verbod garages, goedgekeurd door de Deputatie van WestVlaanderen op 09/06/2011.
Deze verordening is niet van toepassing op deze aanvraag.

SV02
Stedenbouwkundige Verordening SV02 Bijzondere voorwaarden voor het creren van een
woongelegenheid - herziening, goedgekeurd door de Deputatie van West-Vlaanderen op 17/11/2011.
Deze verordening is niet van toepassing op deze aanvraag.
SV03
Stedenbouwkundige verordening SV03 Bouwstop, goedgekeurd door de bestendige deputatie op
30/01/2003.
Het ontwerp valt binnen de afbakening van de bouwstopzone.
SV04
Stedenbouwkundige Verordening SV04 Verbod op het opsplitsen van ngezinswoningen, goedgekeurd
door de deputatie op 13/11/2008.
Deze verordening is niet van toepassing op deze aanvraag.
Gemeentelijke bouwverordening
Verordening op de bouwwerken, goedgekeurd door de gemeenteraad op 11/04/1933.
Deze verordening is niet van toepassing op deze aanvraag.
Andere regelgeving
Habitatgebied
Het project situeert zich niet binnen de door de Vlaamse regering voorgestelde habitatgebieden in de zin van
de Richtlijn 92/431/EEG inzake instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna.
Vogelrichtlijngebied
Het project situeert zich niet binnen de speciale beschermingszones aangeduid via het besluit van de Vlaamse
regering van 17 oktober 1988 tot aanwijzing van speciale beschermingszones in de zin van artikel 4 van de
richtlijn 79/409/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 2 april 1979 inzake het behoud van
de vogelstand.
Project MER Screening
De aanvraag is niet gelegen binnen een habitatrichtlijngebied, een vogelrichtlijngebied, een RAMSAR
richtlijngebied noch binnen een VEN-gebied. De aanvraag valt niet onder een activiteit die werd opgenomen
in bijlage I en II en III van het project-MER Besluit.
Bijgevolg is een project MER screening niet verplicht.

Historiek
De aanvraag kadert binnen de ontwikkeling van het architecturaal en stedenbouwkundig ontwerp waarbij de
vennootschap Gromabel optreedt als projectontwikkelaar. Dit project werd gebaseerd op basis van het
bijzonder bestek n 58/21/3/09/1 van 23.06.2009 voor de duurzame herontwikkeling van de stationsomgeving
in Blankenberge goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting op 23.06.2009.
De desbetreffende afsluiting werd reeds vergund d.d. 1/03/2012 m.b.t. dossier 2012/247. Het betrof hier de
sloop van het stationsgebouw waarbij de afsluiting werd toegestaan in functie van de werfafsluiting.
De huidige aanvraag betreft hier beperkte wijzigingen aan deze afsluiting m.b.t. de werfinrichting.
[Typ hier]

Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening


Beschrijving van het project en zijn omgeving
De aanvraag betreft enkele tijdelijke wijzigingen aan bestaande werfafsluiting in functie van de organisatie
van de werfzone.
De site bevindt zich op de hoek van de Kerkstraat met de Koning Albert I-laan en het Leopold III-plein. Tot
voor kort stond hier het stationsgebouw dat recent werd gesloopt. Ter afsluiting van de werfzone en ter
bevordering van het straatbeeld werd destijds een afsluiting voorzien in houten latten. Deze afsluiting werd
geplaatst over de volledige lengte van de werfzone waarbij de houten latten in het wit werden geschilderd.
Ten oosten van het op te richten stationsgebouw wordt tijdelijk een laad- en loszone ingericht in combinatie
met een parking voor het werfpersoneel. Deze zone wordt integraal afgesloten met heras-hekken. Enkel de
voorkant, de zijde naar het openbaar domein toe, wordt afgesloten d.m.v. wit geschilderde houten panelen,
idem als de bestaande werfafsluiting. Tussen het op te richten gebouw en de in te richten laad- en loszone
werden reeds 2 zeecontainers geplaatst die functioneren als doorgang voor fietsers en voetgangers van het
openbaar domein naar de perrons toe.
Ten oosten van de voorziene parking voor het werfpersoneel wordt een tijdelijke Kiss & Ride zone voorzien
(6 parkeerplaatsen). De in- en uitrit van deze zone wordt gescheiden d.m.v. jerseyblokken.
Op de plaats van de voorziene laad- en loszone bevindt zich een bestaande fietsstalling. Deze wordt verplaatst
naar de huidige NMBS parking, net buiten de werkzone van de torenkraan.
De ruimtelijke omgeving wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van de Sint-Antoniuskerk aan de overzijde
van de Kerkstraat. De overkant van de Koning Albert I-laan wordt gekenmerkt als een open ruimte (Leopold
III-plein).
Toetsing van het project aan de goede ruimtelijke ordening
Het desbetreffend perceel/gebouw bevindt zich in een gebied dat geordend wordt door een verkavelingsplan.
Daar enerzijds dergelijk bestemmingsplan geacht wordt de criteria van een goede ruimtelijke ordening weer te
geven en anderzijds het ontwerp volledig in overeenstemming is met het bestemmingsplan kan gesteld worden
dat het ontwerp in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening.

Watertoets
Overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (B.S. 14
november 2003) dient het ontwerp onderworpen te worden aan de watertoets. Door het Vlaams Gewest werd
er uitdrukkelijk op gewezen dat er op basis van de eerste afbakening van de risicozones geen nauwkeurige
begrenzing tot op perceelsniveau kan verantwoord worden.
Het project ligt echter niet in een mogelijk of effectief overstroombaar gebied zodat in alle redelijkheid dient
geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect veroorzaakt zal worden.
Gelet op artikel 4 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 betreffende de nieuwe gewestelijk
stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en
gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, is de aanvraag niet onderhevig aan de bepalingen vastgelegd
in hoger vermelde gewestelijke verordening.

Beslissing van het college van burgemeester en schepenen


Het college van burgemeester en schepenen motiveert zijn standpunt als volgt:
[Typ hier]

Voorwaardelijk GUNSTIG
- Overwegende dat de aanvraag in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen en verenigbaar is met zijn
onmiddellijke omgeving en de goede plaatselijke aanleg.
- Overwegende dat de architectuur en de bestemming in overeenstemming zijn met de voorschriften van de
verkaveling en in overeenstemming zijn met de bebouwing en hun functies in de omgeving.
- Gelet op artikel 1.1.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening is de aanvraag gericht op een duurzame
ruimtelijke ontwikkeling en wordt de ruimtelijke draagkracht door de aanvraag niet geschaad.
- Gelet op het gunstig brandpreventieverslag d.d. 3/02/2015 met als referentie Brandweer
Blankenberge/P21101/BL11/128/004/01 waaruit kan geconcludeerd worden dat de aanvraag in
overeenstemming is met de normen inzake brandpreventie en brandbestrijding.
- Gelet op het gunstig advies van het Agentschap Wegen en Verkeer, district Oostende d.d. 5/02/2015 met als
referentie 315/B/PPP/2015/447 waaruit blijkt dat de aanvraag geen invloed heeft op de lijnstelling, noch op
de verkeersontwikkeling op de aanliggende gewestweg.
- Gelet op het gunstig advies van De Lijn d.d. 29/01/2015 met als referentie 560/stationsproject Blankenberge
waaruit blijkt dat er geen bezwaar is tegen de gevraagde werken.
- Gelet op het voorwaardelijk gunstig advies van de NMBS d.d. 20/01/2015 met als referentie
ST.35.16/Blankenberge/GP/gm waaruit blijkt dat de enkel voorbehoud wordt gemaakt van eventuele
reclamevoorzieningen.
- Gelet op het gunstig advies van de Politie d.d. 27/01/2015 met als referentie BU 000047/2015 waaruit blijkt
dat er geen bezwaar is tegen de aanvraag.
- Gelet op het gunstig advies van Infrabel d.d. 16/02/2015 met als referentie G35.16/Blankenberge waaruit
blijkt dat er geen principile bezwaren zijn tegen de aanvraag mits de voorwaarden voor het plaatsen van
torenkranen in de omgeving van Infrabel in acht genomen worden.
- Overwegende dat het hier een tijdelijke situatie betreft tot dat het stationsproject is gerealiseerd.

Bijgevolg beslist het college van burgemeester en schepenen in zitting van 12/03/2015 het volgende:
Het college van burgemeester en schepenen geeft de vergunning af aan de aanvrager, die de volgende
verplichtingen dient na te komen:

1/

Voorwaarden:
Algemene voorwaarden:
- Het betreft hier een tijdelijke vergunning die geldig blijft tot 31/12/2018.
- De nodige signalisatie moet aangebracht worden teneinde het publiek op een duidelijke wijze naar de
de parking en de K&R te leiden.
- De K&R en de toegang tot de parking moet permanent in goede staat gehouden worden om deze
optimaal te laten functioneren.
- Gelet op het publiek karakter van de site kan ten allen tijde de inname geheel of gedeeltelijk
ingetrokken worden bij calamiteiten of het niet naleven van bovengenoemde voorwaarden.
- Er mogen geen werken uitgevoerd worden tussen 1 juli en 31 augustus.
- De toegankelijkheid voor derden dient ten allen tijde te worden gewaarborgd overeenkomstig de
Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening inzake toegankelijkheid, goedgekeurd door de Vlaamse
Regering d.d. 05/06/2009 B.S. 02/09/2009.
- Indien tegen deze afsluiting publiciteit wordt voorzien, dient deze het voorwerp uit te maken van een
afzonderlijke aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning. Pas na het bekomen van dergelijke vergunning
kan een eventuele publiciteit worden voorzien.
Voorwaarden m.b.t. adviezen:
- De voorwaarden en opmerkingen vermeld in het brandpreventieverslag d.d. 3/02/2015 met als referentie
Brandweer Blankenberge/P21101/BL11/128/004/01 zijn strikt van toepassing.
- De voorwaarden en opmerkingen vermeld op het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer, district
Oostende d.d. 5/02/2015 met als referentie 315/B/PPP/2015/447 zijn strikt van toepassing.
- De voorwaarden en opmerkingen vermeld op het advies van de NMBS d.d. 20/01/2015 met als referentie
ST.35.16/Blankenberge/GP/gm zijn strikt van toepassing.

De publiciteit dient projectgebonden te zijn

Publifair is verantwoordelijke voor de publiciteit


- De voorwaarden en opmerkingen vermeld op het advies van Infrabel d.d. 16/02/2015 met als referentie
G35.16/Blankenberge zijn strikt van toepassing.

[Typ hier]

De voorwaarden voor het plaatsen van torenkranen in de omgeving van het domein van Infrabel
dienen in acht te worden genomen.

Voorwaarden m.b.t. het openbaar domein:


- De kosten voor het verplaatsen van verlichtingspalen en/of beplantingen in het openbaar domein,
voortvloeiend uit de huidige vergunning, zijn ten laste van de bouwheer.
2/

Lasten:
Er worden geen lasten opgelegd.

3/

Fasen:
- Er worden geen fasen voorzien.

4/

Aanvang van de werken en verval van de vergunning


Voorwaarden opgenomen uit de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO)
- De werken moeten aanvatten binnen 2 jaar, d.i. vr 12/03/2017, zo niet vervalt de vergunning van
rechtswege.
- Het college van burgemeester en schepenen moet per aangetekende brief op de hoogte worden gebracht
van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de
aanvatting van die handelingen.
- In geval van nieuwbouw en/of verbouwing dienen de werken winddicht te zijn afgewerkt binnen een
periode van 3 jaar te rekenen na de aanvang der werken.
Daarnaast legt het stadsbestuur nog de volgende voorwaarden op:
- In geval van nieuwbouw dienen de werken volledig te zijn afgewerkt binnen een periode van 7 jaar na
datum van de stedenbouwkundige vergunning.
- In geval van een verbouwing dienen de werken volledig te zijn afgewerkt binnen een periode van 5 jaar
na datum van de stedenbouwkundige vergunning.
- In geval van terrein aanlegwerken dienen de werken volledig te zijn afgewerkt binnen een periode van 4
jaar na datum van de stedenbouwkundige vergunning.

5/

- De onderhavige vergunning wordt afgeleverd op basis van de stedenbouwkundige reglementering en


voorschriften die terzake van toepassing zijn. De aandacht van de aanvrager wordt er op gevestigd dat hij
in zijn relatie met derden, zoals naburen, onverdeelde gerechtigden en mede-eigenaars, verder rekening
dient te houden met de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek en met de onderliggende
rechtsverhoudingen, zoals eventueel zouden vastgelegd zijn in afzonderlijke akten en/of overeenkomsten.

6/

Riolering:
- De aansluiting op het rioleringsnet is verplicht en wordt, wat betreft het gedeelte gelegen op het openbare
domein, uitgevoerd door FARYS. Een aanvraag tot het bekomen van een rioolaansluiting moet worden
ingediend bij FARYS, Stropstraat 1, 9000 Gent, telefonisch via de Aquafoon 078/35.35.99 of op
www.farys.be. De nieuwe riolering is verplicht aan te sluiten op de bestaande aanwezige huisaansluiting of
op de bestaande aanwezige wachtbuis. De aanvrager dient zich voor de aanleg van de private riolering te
houden aan de bepalingen van het reglement rioolaansluitingen van de Stad Blankenberge dat kan
opgevraagd worden bij FARYS. De private riolering mag enkel geplaatst worden na goedkeuring van
FARYS, volgend op een technische evaluatie ter plaatse waarbij zowel het aansluitingspunt ter hoogte van
de rooilijn als de diepte van de rioolaansluiting wordt bekeken.

7/

Netbeheer:
- In geval van sloop dient de bouwheer ten minste twee maand voor de aanvang van de bouw- of
afbraakwerken die een wijziging of verplaatsing van de bovengrondse en/of ondergrondse kabels en/of
aansluitingen tot gevolg hebben, netbeheerder Belgacom hiervan te verwittigen via e-mail
nieuwbouwwestvlaanderen@Belgacom.be.
- In geval van nieuwbouw meergezinswoning dient de bouwheer ten minste twee maand voor de aanvang van
de bouw- of afbraakwerken die een wijziging of verplaatsing van de bovengrondse en/of ondergrondse
kabels en/of aansluitingen tot gevolg hebben, netbeheerder Belgacom hiervan te verwittigen via e-mail
nieuwbouwwestvlaanderen@Belgacom.be.
De bouwheer dient de meergezinswoning te voorzien van de infrastructuur Belgacom en de voorwaarden
na te leven.

[Typ hier]

- In geval van een stedenbouwkundige vergunning m.b.t. appartementsgebouwen heeft de bouwpromotor of


initiatiefnemer de verplichting om de geldende reglementering, uitgevaardigd door de
distributienetbeheerder Imewo voor elektriciteit en/of voor aardgas, inzake de distributie van elektriciteit
en/of gas naar en in appartementsgebouwen strikt na te leven. Deze teksten zijn raadpleegbaar op de website
van de distributlenetbeheerder(s) via www.imewo.be."
8/

Lijnstelling:
- Voor de aanvang van de werken dient de Afdeling Stro&m te worden gecontacteerd teneinde een controle
toe te laten inzake de lijnstelling.

9/

Openbaar domein:
- Bij het aanleggen van een bouwwerf moeten de nodige voorzorgen getroffen worden opdat de
bedieningsinstrumenten van het openbaar domein zoals brandkranen, afsluiters van de waterleiding, enz.
ten allen tijde voor de stadsdiensten beschikbaar zijn. De verkrijger van de vergunning is hiervoor
hoofdelijk verantwoordelijk.

10/

Bronbemaling:
- Elke bronbemaling (waarbij grondwater wordt opgepompt) die technisch noodzakelijk is voor de
verwezenlijking van bouwkundige werken moet conform de milieuwetgeving VLAREM gemeld worden.
In bepaalde gevallen is er een milieuvergunning vereist. Bij het oppompen van grondwater (dat geloosd
wordt in de riolen) mag het oppompdebiet niet meer dan 10m/h bedragen, tenzij er een toestemming van
de exploitant van deze rioolwaterzuiveringsinstallatie (NV Aquafin, Pathoekeweg 45 te 8000 Brugge) kan
voorgelegd worden. Deze schriftelijke toelating dient bij het meldingsformulier of de
milieuvergunningsaanvraag gevoegd te worden. Bij aanvang van de werf maakt de bouwheer alle hierover
beschikbare gegevens kenbaar aan het stadsbestuur en aan Aquafin. Alle alternatieven voor lozing in de
riool (herinfiltratie in de bodem, lozing in een oppervlaktewater, nuttig gebruik) dienen onderzocht te
worden, een motivatie voor het niet toepassen van alternatieven dient bijgevoegd. De graafwerken kunnen
pas aanvangen na goedkeuring van het oppompdebiet.

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of
machtigingen, als die nodig zouden zijn.
Belangrijke bepalingen uit de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
Art. 4.7.19. 1. Een afschrift van de uitdrukkelijke beslissing of een kennisgeving van de stilzwijgende
beslissing wordt binnen een ordetermijn van tien dagen en per beveiligde zending bezorgd aan de aanvrager en
aan de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar. De gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar ontvangt
ook een afschrift van het vergunningendossier, behoudens indien hij omtrent de vergunningsaanvraag een advies
heeft verstrekt.
Een afschrift van de uitdrukkelijke beslissing of een kennisgeving van de stilzwijgende beslissing wordt tevens
bezorgd aan:
1

de adviserende instanties, vermeld in artikel 4.7.16, 1, eerste lid;

de toezichthoudende architect, indien deze daarom verzoekt.

De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin ontvoogde gemeenten geen afschriften of kennisgevingen
moeten overmaken aan de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar omwille van de beperkte ruimtelijke
impact van de vergunde handelingen of de eenvoud van het dossier.
2. Een mededeling die te kennen geeft dat de vergunning is verleend, wordt door de aanvrager gedurende een
periode van dertig dagen aangeplakt op de plaats waarop de vergunningsaanvraag betrekking heeft. De aanvrager
brengt de gemeente onmiddellijk op de hoogte van de startdatum van de aanplakking. De Vlaamse Regering kan,
zowel naar de inhoud als naar de vorm, aanvullende vereisten opleggen waaraan de aanplakking moet voldoen.
De gemeentesecretaris of zijn gemachtigde waakt erover dat tot aanplakking wordt overgegaan binnen een
termijn van tien dagen te rekenen vanaf de datum van de ontvangst van de beslissing van het college van
burgemeester en schepenen.
De gemeentesecretaris of zijn gemachtigde levert op eenvoudig verzoek van elke belanghebbende, vermeld in
artikel 4.7.21, 2, een gewaarmerkt afschrift van het attest van aanplakking af.
[Typ hier]

3. Van een vergunning mag gebruik worden gemaakt als de aanvrager niet binnen vijfendertig dagen, te
rekenen vanaf de dag van aanplakking, op de hoogte werd gebracht van de instelling van een administratief
beroep. Indien een administratief beroep wordt ingesteld, geldt artikel 4.7.21, 8. Deze bepaling geldt
onverminderd artikel 4.5.1, 2, van deze codex en artikel 4.2.6, 2, eerste lid, van het decreet van ()
betreffende het grond- en pandenbeleid.
4. Een door de gemeente gewaarmerkt afschrift van de vergunning en het bijhorende dossier ligt tijdens de duur
van de werkzaamheden in uitvoering van de vergunning ter beschikking op de plaats die het voorwerp uitmaakt
van de vergunning.
Beroepsmogelijkheden
Art. 4.7.21. 1. Tegen de uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissing van het college van burgemeester en
schepenen omtrent de vergunningsaanvraag kan een georganiseerd administratief beroep worden ingesteld bij de
deputatie van de provincie waarin de gemeente is gelegen. Bij het behandelen van het beroep onderzoekt de
deputatie de aanvraag in haar volledigheid.
2. Het beroep, vermeld in 1, kan door volgende belanghebbenden worden ingesteld:
1

de aanvrager van de vergunning;

elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die rechtstreekse of onrechtstreekse hinder of nadelen kan
ondervinden ingevolge de bestreden beslissing;

procesbekwame verenigingen die optreden namens een groep wiens collectieve belangen door de
bestreden beslissing zijn bedreigd of geschaad, voor zover zij beschikken over een duurzame en
effectieve werking overeenkomstig de statuten;

de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar, behoudens in de gevallen, vermeld in artikel 4.7.19,


1, derde lid;

de adviserende instanties aangewezen krachtens artikel 4.7.16, 1, eerste lid, op voorwaarde dat zij
tijdig advies hebben verstrekt of ten onrechte niet om advies werden verzocht.

3. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen, die
ingaat:
1

voor wat betreft het beroep ingesteld door de aanvrager : de dag na deze waarop het afschrift of de
kennisgeving, vermeld in artikel 4.7.19, 1, eerste lid, werd betekend;

voor wat betreft het beroep ingesteld door de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar of door de
adviserende instanties aangewezen krachtens artikel 4.7.16, 1, eerste lid : de dag na deze waarop het
afschrift of de kennisgeving, vermeld in artikel 4.7.19, 1, tweede lid, werd betekend;

voor wat betreft het beroep ingesteld door elke andere belanghebbende : de dag na deze van
aanplakking.

4. Het beroepschrift wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingediend bij de deputatie.
De indiener van het beroep bezorgt gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan
de aanvrager van de vergunning en aan het college van burgemeester en schepenen, in zoverre zij niet zelf de
indiener van het beroep zijn. Aan de deputatie wordt, op straffe van onontvankelijkheid van het beroep, een
bewijs bezorgd van deze beveiligde zending aan de aanvrager en aan het college.
5. In de gevallen, vermeld in 2, eerste lid, 1, 2 en 3, dient het beroepschrift op straffe van
onontvankelijkheid vergezeld te zijn van het bewijs dat een dossiervergoeding van 62,50 euro betaald werd,
behalve als het beroep gericht is tegen een stilzwijgende weigering. De dossiervergoeding is verschuldigd op
rekening van de provincie.
6. De daartoe aangewezen provinciale ambtenaar maakt een afschrift van het beroepschrift over aan de
gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar.
7. Het college van burgemeester en schepenen maakt het vergunningsdossier of een afschrift daarvan over aan
de deputatie, en zulks onverwijld na de ontvangst van het afschrift van het beroepschrift.
8. Het indienen van een beroepschrift schorst onmiddellijk de uitvoering van de vergunning tot aan de
betekening van de beroepsbeslissing aan de aanvrager.
Uittreksel uit het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009
[Typ hier]

Art. 1. 1. Het beroepschrift, bedoeld in artikel 4.7.21 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, wordt
gedagtekend en bevat:
1

de naam, de hoedanigheid en het adres van de indiener van het beroep, en, in voorkomend geval, zijn
telefoonnummer en mailadres;

de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed dat het voorwerp uitmaakt van
deze beslissing;

een inhoudelijke argumentatie in verband met de beweerde onregelmatigheid van de bestreden


beslissing.

Indien de indiener van het beroep een natuurlijke persoon of rechtspersoon is die rechtstreekse of onrechtstreekse
hinder of nadelen kan ondervinden ingevolge de bestreden beslissing, omvat het beroepschrift tevens een
omschrijving van deze hinder of nadelen.
Indien de indiener van het beroep een procesbekwame vereniging is, vermeld in artikel 4.7.21, 2, 3, van de
Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, omvat het beroepschrift tevens een beschrijving van de collectieve
belangen welke door de bestreden beslissing zijn bedreigd of geschaad.
De vereisten van deze paragraaf zijn voorgeschreven op straffe van onontvankelijkheid.
2. Indien de indiener van het beroep de aanvrager is van de vergunning, of indien het beroepschrift uitgaat van
de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar of een adviserende instantie, vermeld in artikel 4.7.16, 1, eerste
lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, wordt het beroepschrift zo mogelijk vergezeld van een kopie
of afdruk van de bestreden uitdrukkelijke vergunningsbeslissing respectievelijk van de kennisgeving van de
bestreden stilzwijgende vergunningsbeslissing.
Indien de indiener van het beroep de aanvrager is van de vergunning, en het beroep gericht is tegen een
stilzwijgende weigeringsbeslissing die door de gemeente ten onrechte niet ter kennis werd gebracht, voegt de
indiener van het beroep een kopie of afdruk toe van de beveiligde zending waarmee de vergunningsaanvraag
werd ingediend evenals een kopie van het resultaat van het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek,
vermeld in artikel 4.7.14, 2, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, in zoverre dat beschikbaar is.
Indien het beroep niet wordt ingesteld door de aanvrager van de vergunning, de gewestelijke stedenbouwkundige
ambtenaar of een adviserende instantie, vermeld in artikel 4.7.16, 1, eerste lid, van de Vlaamse Codex
Ruimtelijke Ordening, wordt aan het beroepschrift het attest van aanplakking, vermeld in artikel 4.7.19, 2, derde
lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, toegevoegd, in zoverre dat beschikbaar is.
Indien de indiener van het beroep een procesbekwame vereniging is, vermeld in artikel 4.7.21, 2, 3, van de
Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, wordt aan het beroepschrift een afschrift van de statuten van de
vereniging toegevoegd.
Indien de provincie vaststelt dat aan de verplichtingen van deze paragraaf niet is voldaan, stelt zij de indiener van
het beroep in staat om het dossier aan te vullen. De ontbrekende stukken moeten bij het provinciebestuur
toekomen binnen een vervaltermijn van vijftien dagen, die ingaat de dag na de betekening van het bericht waarin
wordt meegedeeld dat niet aan de verplichtingen van deze paragraaf is voldaan. Indien de beschikbare
ontbrekende stukken niet of niet tijdig worden aangeleverd, dan leidt dat tot de onontvankelijkheid van het
beroep.
Art. 2. De indiener van het beroep kan aan het beroepschrift de overtuigingsstukken toevoegen die hij nodig
acht. De overtuigingsstukken worden door de indiener van het beroep gebundeld en op een inventaris
ingeschreven.
De indiener van het beroep en de aangewezen provinciale ambtenaar mogen zich bij het overmaken van de
afschriften van het beroepschrift op grond van artikel 4.7.21, 4, tweede lid, en 6, van de Vlaamse Codex
Ruimtelijke Ordening beperken tot het eigenlijke beroepschrift en de inventaris, zonder de overtuigingsstukken,
indien het kopiren van de overtuigingsstukken niet toegelaten is op grond van de regelgeving inzake
auteursrechten of indien het formaat of de aard praktische problemen stelt.
Verval van de vergunning
Art. 4.6.2. 1. Een stedenbouwkundige vergunning voor onbepaalde duur vervalt van rechtswege in elk van de
volgende gevallen:
1

de verwezenlijking van de stedenbouwkundige vergunning wordt niet binnen twee jaar na de afgifte
van de vergunning in laatste administratieve aanleg gestart;

[Typ hier]

de werken worden gedurende meer dan twee jaar onderbroken;

de vergunde gebouwen zijn niet winddicht binnen drie jaar na de aanvang van de werken.

De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in het eerste lid, worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging
van de stedenbouwkundige vergunning aanhangig is bij de Raad voor vergunningsbetwistingen, behoudens
indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vr de definitieve uitspraak van de Raad van kracht
geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschade desalniettemin
behouden.
Indien de stedenbouwkundige vergunning voor onbepaalde duur uitdrukkelijk melding maakt van de
verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee of drie jaar, vermeld in het eerste lid,
gerekend per fase. Voor de tweede en volgende fasen worden de termijnen van verval dientengevolge gerekend
vanaf de aanvangsdatum van de betrokken fase.
2. Onverminderd 1 vervalt een stedenbouwkundige vergunning voor onbepaalde duur waaraan een sociale
last, vermeld in artikel 4.1.16 van het decreet van () betreffende het grond- en pandenbeleid, is verbonden, van
rechtswege indien de sociale last uitgevoerd wordt in natura en de werken niet zijn voltooid binnen de
vijfjarentermijn, vermeld in artikel 4.1.20, 1, eerste lid, 2, van voormeld decreet.
3. Het verval van een stedenbouwkundige vergunning voor onbepaalde duur geldt slechts ten aanzien van het
niet afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt indien het, desgevallend na
sloping van de niet afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet
aan de bouwfysische vereisten.
Mededeling
Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de
gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd
voor de ruimtelijke ordening. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt
worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw
gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.
Gezien en goedgekeurd in zitting van 19 maart 2015.
de secretaris,

de voorzitter,

Peter Verheyden

Patrick De Klerck

[Typ hier]

You might also like