Professional Documents
Culture Documents
Hekserij in de Lage Landen
Hekserij in de Lage Landen
(2000), 3),
p. 112-142.
2 Dit overzicht is een
licht herwerkte versie van
mijn lezing "Hekserij:
een Europees verschijnsel?" op het colloquium
"Tussen goden en duivels.
Over religie en heksenvervolging", gehouden
Kaart!
Heksen vervolging
ca. 1450-1480
wereldlijke rechtbanken stelden zich als doel wel degelijk het vaststellen van de schuld en het vellen van een oordeel na een bekentenis.
Nog heel wat andere factoren spelen een rol in de diversiteit van
het aantal heksenprocessen en hun afloop. We denken aan de procedure in strafzaken en vooral de invoering van de tortuur. Daarnaast
kon men het hekserij delict al dan niet als een buitengewoon delict
(crimen exceptum) beschouwen waarbij soms snelrecht mocht worden
gebruikt. Een bepalende factor was zeker de al dan niet betekenisvolle
controle van de centrale overheid.10
Kaart 2
Heksen vervolging
ca. 1480-1520/30
gebieden met
heksenvervolging
grenzen van het
H. Roomse Rijk
Hating dat er maar liefst negen miljoen vrouwen als heks de vuurdood stierven." Nu schatten vooraanstaande historici, zoals Brian
Levack, Robin Briggs en Wolfgang Behringer, dat er in Europa tussen
1450 en 1800 100.000 a no.ooo processen zijn gevoerd, waarbij iets
meer dan de helft (50.000 a 60.000) van de beschuldigden terechtgesteld werden. Het aantal vrouwen onder hen bedroeg 80%.12
ii Dworkin, Woman
Hating. New York, 1974.
iz Respectievelijk Levack, TheWitch'Hunt,
p. 19-22; R. Briggs,
Witches drNeighbours. The
Social and Cultural Context of European Witchcraft
(Londen, 1996), p. 8;
W. Behringer, '"Erhob
sich das ganze Land zu ihrer Ausrottung..." Hexenprozesse und Hexenverfolgungen in Europa', in:
R. van Duimen (red.),
Hexenwelten, Magie und
Imagination vom 16. 20.Jahrhundert (Fran kfurc
a.M., 1987), p. 131-169.
De chronologie van de hekserij bestraffing vertoont vier fasen. Vooreerst is er een voorafgaande fase (ca. 1450-1480) (zie kaart i), waarin
het hekserijgeloof zich stilaan vervolledigt en waarin hekserij ver- 333
mengd wordt met ketterij vervolging. De kerngebieden zijn het huidige Zwitserland, Savoye, de Franse Pyreneen en de streek rond
Atrecht (Arras), waar de ketters het hevigst vervolgd werden. Het is
niet toevallig dat de eerste heksen vaudois geheten werden. Het idee
van sex met de duivel paste perfect in het reeds geconstrueerde beeld
van de orgien die ketters plachten te houden. De associatie hekserijketterij verklaart wellicht waarom de doodstraf meest door verbranding voltrokken zou worden, want voor schadelijke toverij was die
straf tot dan toe ongebruikelijk. De notie van een secte van heksenketters dook op rond 1400, met name tijdens een serie ketterij processen in Zwitserland. De duivel gaf de leden van deze secte schadelijke
toverkracht. Het heksengeloof was bijna volledig.14
De eerste echte vervolgingsfase start kort voor en onmiddellijk na
de publicatie van de Malleus Maleficarum> de fameuze Heksen hamer
van Jacob Sprenger en Heinrch Institoris (Kramer), en duurt tot de
komst van de Reformatie (ca. 1480/1485 tot 1520/1530) (zie kaart 2).
Het zwaartepunt van de vervolging ligt in Zuid-Frankrijk (Guyenne,
Vivarais, Barn), Spaans Baskenland, Zuid-West Zwitserland en in
Noord-Itali (Brescia, Como, Milaan, Turijn, Lombardije, Pimont).
Er zijn echter ook meer en meer heksenprocessen in de Elzas, Lotharingen, Trier, Heidelberg en Konstanz en in de Noordelijke Nederlanden (Utrecht, Nijmegen).
Met de doorbraak van de Reformatie volgt een relatieve rustperiode in de heksenvervolging tussen 1520/1530 tot ca. 1560, al werden er
nog personen wegens hekserij verbrand. In de Noordelijke Nederlanden, bijvoorbeeld, vonden 50 heksen de vuurdood tussen 1533 en
I557-15
De tweede en de meest verspreide heksenvervolging - de eigenlijke
heksenwaan voltrekt zich tussen ca. 1560/1570 en 1660, met uitlopers tot de eerste helft van de achttiende eeuw naarmate we oostwaarts gaan op de kaart (zie kaart 3). Het is veelbetekenend dat we
steeds de kaart van Europa blijven tonen. Ht kerngebied bij uitstek
is het Heilig Roomse Rijk der Duitse Natie, waar er chronologisch
gezien drie grote vervolgingsgolven plaatsgrepen: de eerste, ca. 15801600, was de meest internationale. In grote delen van het Duitse Rijk
en zijn randgebieden zoals Zwitserland en Lotharingen, laaiden de
brandstapels op. De Nederlanden - Utrecht en Groningen in het
Noorden; Luxemburg, Cambrsis en de Westhoek in het Zuiden - en
C)
ij Zie de voortreffelijke
lopende reeks 'Trierer
Hexenprozesse. Quellen
und Darstellungen', onder
de redaktie van Gunther
Franz en Franz Irsigler,
waarin sinds 1996 reeds 5
delen verschenen;
G. Franz, G. Gehl en
F. Isigler (red.). Hexenprozesse und deren Gegener im
trierisch-lothringischen
Raum. Weimar, 1997 (Historie und Politik, 7); alsook W. Rammel, Bauern,
Herren undHexen. Studin zur Sozialgeschichte
Sponheimischer und kurtrierischer Hexenprozesse
1574-1664. Gttingen, 1991
(Kritische Studin zur
Geschichtswissenschaft,
94)18 W.Mahrle,'"Owehe
der armen seelen". Hexenverfolgungen in der Frstpropstei Ellwangen (15881694)', in: J. Dillinger,
Th. Friezen W. Mahrle,
Zum Feuer verdammt. Die
Hexenverfolgungen in der
Grafie haft Hohenberg, der
Reichsstadt Reutlinger und
der Frstpropstei Ellwangen (Stuttgart, 1998;
Hexenforschung, 2),
p. 325-500.
19 Behringer, '"Erhob"',
p. 162.
20 E. W. Monter, Wtchcrafi in France andSwitzerland. The Borderlands
during the Reformation.
H. Lehmann en A.-Ch.
Trepp (red.), ImZeichen
derKrise. Religiositdt im
Europa des //. Jahrhunderts(Gttingen ,1999),
p. 359-386.
22 Monter, Witchcraftin
France, p. 115-141 en p. 216220.
23 Gijswijt-Hofstra,
exclusief Franse emigranten betrokken waren.25 Verlaten we dit kerngebied, dan komen we terecht in regio's waar de heksenvervolging
relatief milder was en beperkter heeft gewoed.
1,2 De Britse Eilanden en New England. In Engeland, Schotland en de
Noord-Amerikaanse kolonies vinden we een heel ander vervolgingspatroon terug dan in het kerngebied. Er waren zeer zeker heksenprocessen in de Britse eilanden. Engeland kende een intense vervolging tussen 1645 en J647> wanneer de heksenjagers Matthew Hopkins
>?itcm(ji'flUitiiftticm/(>
25 J. Pearl, 'Witchcraft in
New France in the Seventeenth Century. The Social
Aspect', in: Historical
Reflections, 4 (1977),
p. 191-205; R.L Sguin,
La sorcellerie au Qubec
du xve au xixe sicle
(Montral, 1971), p. xxii,
178-181.
26 Naast de klassieker van
A. MacFarJane, Witchcraft
in Tudor and Stuart England. New York, 1970, verwijzen we naar I. Bostridge,
Witchcraft and lts Transformations, 1650-1750. New
York, 1997 en J.A. Sharpe,
Instruments ofDarkness.
Witchcraft in England,
1550-1750. Londen, 1996.
27 Vooral Chr. Larner,
EnemiesofGod. The
Witch-Hunt in Scotland.
Baltimore, 1982.
28 Voor een uitvoerige
literatuuropgave, zie
H.C.E. Midelfort, 'Das
Ende der Hexenprozesse in
der Randgebieden: Licht
von draussen', in: S. Lorenz
en D.R. Bauer (red.), Das
Ende der Hexenverfolgung
(Stuttgart, 1995; Hexenforschung, i), p. 153-168,
vooral p. 162, noot 26.
29 Naast R F. Byrne,
Witchcraft in Ir eland.
Cork, 1979, zie E. Lapoinc,
'Irish Immunity to WitchHunting, 1534-1711', in:
Eire-Ireland, 27 (1992),
p. 76-92.
30 R.B. Davis, The Devil
in Virginia in the Seventeenth-Century', in: Davis,
Literature and Society in
p. 1087-1101; G. Zanelli,
Streghe e Societa nell'Emilia e Romagna del CinqueSeicento. Ravenna 1992
(Itali) en M.B.Arajo,
Magia, demnio eforca
De duivel en de heks.
Houtsnede uit U. Molitor
en O. Magnus, Historia
de gentibus septentrionalibus, 19550.
[Ontleend aan: Dries
Vanysacker, Hekserij in
Brugge. De magische leefwereld van een stadsbevolking, 16de-17deeeuw,
1988, p. 14].
p*
tlcumulatieve hekserij (brujerto) was geen sprake. Alhoewel het aantal
processen bleef toenemen tot diep in de achttiende eeuw, werd niemand wegens hekserij terechtgesteld.38
In Itali kenden de zuidelijke regio's praktisch enkel magie en schadelijke toverij-delicten. De eerste aanwijzingen in de sinds kort toegankelijke archieven van de pauselijke inquisitie bevestigen het Spaanse patroon. Volgens de Duitse historicus Rainer Decker werd er in de
zeventiende eeuw geen enkele doodstraf wegens cumulatieve hekserij
uitgesproken.39 Het Heilig Officie verkoos de heksen te exorciseren in
plaats van hen te verbranden. De onafhankelijk optredende Venetiaanse inquisitie verstrikte zich wel in de zaak der Benandanti van
Friuli. Deze - met de helm geboren - personen kregen door de boerenbevolking speciale gaven toegedicht, alsook de opdracht 's nachts
de gemeenschap tegen kwade tovenaars te beschermen.40
40 C. Ginzburg, The
Night Battles. Witchcraft
andAgrarian Cults in the
SixteenthdrSeventeenth
Centuries. Londen, 1983;
R. Martin, Witchcraft and
the Inquisition in Venice
1550-1650. Oxford, 1989.
41 S. Bylina, 'Magie, sorcellerie et culture populaire en Pologne aux xve et
xvie sicles', in: ActaEthnographia Hungarica, 37
(1991-1992), p. 173-190.
42 G. Klaniczay, 'WitchHunting in Hungary: Social or CulturalTensions?',
in: Klaniczay, The Usesof
Supernatural Power. The
Transformation ofPopular
Religion in Medievaland
Early Modern Europe
(Princeton, 1990), p. 151167.
43 Chr.D.Worobec,
'Witchcraft Beliefs and
Practices in Prerevolutionary Russian and Ukrainian villages', in: Russian
Review, 54 (1995), p. 165187; R. Zguta, 'Witchcraft
Trials in SeventeenthCentury Russia', in: American Historical Review, 82
(1977), p. 1187-1207.
44 Gijswijt-Hofstra,
'Hoofdlijnen en interpretaties', p. 274-275,
en eens te meer over de Noordelijke Nederlanden. Chronologischgeografisch gezien is er een duidelijke verschuiving van West naar
Oost te bemerken. Het totaal ontbreken van het cumulatieve hekserijgeloof in Rusland, het eigenlijke Ottomaanse Rijk en de niet Europese wereld kan ons misschien brengen tot een verfijning van de titel
van deze paragraaf: cumulatieve hekserij, een Latijns christelijk Europees verschijnsel.45
2 . TOVERIJ- E N H E R S E N P R O C E S S E N I N D E Z U I D E L I J K E
34O N E D E R L A N D E N (1450-1685)
De heksenvervolging in de Zuidelijke Nederlanden laat zich chronologisch gezien grotendeels inpassen in het bovenvermelde Europese
overzicht, hoewel de algemene fasering van 2 en 3 hier niet kan worden onderscheiden. Dit neemt niet weg dat er ook in de Zuidelijke
Nederlanden hoofdfasen in de vervolging te onderscheiden zijn, maar
dan wel met duidelijk regionale variaties en accenten. Binnen de vervolgingsfasen zelf zijn er differentiaties te onderkennen. De taalgrens
blijkt hierbij een beslissende rol te spelen. Terwijl de gebieden ten zuiden ervan een eerste vervolgingsfase kenden, was er in de regio's benoorden de taalgrens nog geen sprake van heksenprocessen.
2.1 Voorafgaande fase (14^0-1480).^ De blijvende invloed van het
spraakmakende toverij- en ketterij proces tegen de Waldenzen in de
stad Atrecht van 1459 kan moeilijk worden overschat. Vijftien personen kwamen op de brandstapel terecht nadat ze bekend hadden, deelgenomen te hebben aan obscene sabbats waar ze ook hulde brachten
aan een zwarte bok. De steeds frequenter voorkomende toverijprocessen in de gebieden ten zuiden van de taalgrens waren op eenzelfde
leest geschoeid: sorcherie (toverij) en vauderie (ketterij) waren onlosmakelijk en zelfs synoniem. Bovendien vermengde het toverijdelict
zich meer en meer met de middeleeuwse demonologie. Het pact met
de duivel en zijn verering door een secte was een van de ingredinten
geworden. Op korte termijn waren de gevolgen van het proces van
Atrecht aanzienlijk: reeds in 1460 werden in Doornik, Dowaai en
Kamerijk grootscheepse onderzoeken gestart naar mogelijke heksen.
Dit leidde tot overdreven vervolgingsijver, waartegen van hogerhand
al vlug werd opgetreden. De inquisiteurs van de betrokken bisdommen waren er zich terdege van bewust dat ze met een nieuw fenomeen te maken hadden. Het ene traktaat volgde na het andere en in
1477 liet Jean Tinctor in Brugge een vertoog tegen de Waldenzen uit
het Frans naar het Latijn omzetten. Ook predikanten benvloedden
tijdens de laatste decennia van de vijftiende eeuw de gewone man en
vrouw met nieuwe demonologische interpretaties van toverij. Omstreeks die periode was het geloof dat tovenaressen lid waren van een
georganiseerde secte in dienst van de duivel reeds aanwezig: de cumulatieve hekserij was geboren. In Nijvel bijvoorbeeld werd in 1459 een
vrouw verbannen op verdenking van een vaudoise ou sorcire te zijn.
45 Vergelijk met
J.E. Toussainc-Raven,
Heksenvervolging (Bussum, 1972; Fibulareeks,
23),p. 13.
46 Zie het zeer in teressante en bibliografie-rijke
artikel van W. de Blcourt
enH.deWaardt.'Das
Verdringen der Zaubereiverfolgungen in die Niederlande Rhein, Maas und
Schelde entlang', in:
A. Blauert (red.), Ketzer,
Zauberer, Hexen. Die
Anfdnge der europischen
Hexenverfolgungen (Frankfurt a/M., 1990), p. 182.216.
47 Dit was in 1468/1469
zowel te Veurne, Brugge,
Diksmuide als leper het
geval (zie Monballyu, 'De
houding van de rechters',
p. 14-16, en Monballyu,
'Schadelijke toverij te
Brugge en te leper in de
I5deeeuw', in: Handelingen van het Genootschap
voorgeschiedenis, m
(1984), p. 266-267, en
Monballyu, 'Diksmuide,
'de' Westvlaamse heksenstad', in: Biekorf, 99
(i999)'P-556, noot 32).
48 E. Brouette, 'La sorcellerie dans Ie comt de
Namur au dbut de l'poque moderne (15091646)', in: Annales de la
Socit archologique de
Namur, 47 (1953-1954).
p. 359-42.0.
49 M.-S. DupontBouchat, 'La rpression de
la sorcellerie dans Ie duch
de Luxembourg aux xvie
hertogdom (Bastogne, Chiny, Durbuy, Virton, Marche, SaintHubert en Bouillon) kenden hun vervolgingspiek eerder tussen 1615
en 1630. Na 1630 stopten de vervolgingen, met uitzondering van
Sugny, waar n processen plaatsgrepen tussen 1657 en 1661. De laatste
heks van het hertogdom en meteen ook van de Zuidelijke Nederlanden, werd te Anloy (Bouillon) in 1685 terechtgesteld door het vuur.57
Naast het rumoerige Namen waar nog eens bijna 100 heksen de
vuurdood stierven tussen 1560 en 1646 - kende ook Waals-Brabant
zijn executies. Vooral Nijvel en Genappe werden in de jaren 1572-1587
geteisterd met minimum 20 heksendoden. Tussen 1594 en 1601 werden nog eens acht personen terechtgesteld.58
Ook in het Henegouwse werd de brandstapel opnieuw aangestoken. In 's-Gravenbrakel werden tussen 1581 en 1613 28 processen
gevoerd, waarbij uiteindelijk 13 vrouwen de vuurdood stierven.
Nadien volgden nog sporadisch vervolgingen tot in 1640, het jaar
waarin de 87-jarige Anna Faulconnier in de gevangenis stierf.59
56 L. Galesloot, 'Le
proces d'une sorcire au vlage de Casterl, 1565-1572',
in: Messager des sciences historiques ou archives des arts
et de la bibliographie de Belgique(i%6<)), p. 350-354.
57 Dupont-Bouchat, 'La
rpression', p. 132-136, en
Dupont-Bouchat, 'Dmonologie, dmonomanie,
dmonolatrie et proces de
sorcellerie a Saint-Hubert
auxviie sicle', in: L. Knapen (red.), La bibliothque
de l'abbaye de Saint-Hubert
enArdenne au dix-septime
sicle, vol. i (Leuven, 1999),
p. 237-252.
58 Vanhemelryck, Het gevecht, p. 115; De Waardt,
'Open en gesloten', p. 152
en 156, noot 36.
59 E. Roland, 'Proces de
sorcellerie a Braine-leComte, 1585-1607', in: Annalesdu Cerde archologique de Soignies, 13 (1953),
p. 57-98; Dupont-Bouchat,
"Tourapaiserla justice ..."
Proces de Jeanne De Ie
Consiste a Braine-le-Comte (1601)', in: Les sorcires
dans les Pays-Bas Mridionaux (xvie-xviie sicles)
(Brussel, 1989), p. 74-77;
R. Doms, 'Chronologie du
proces', in: Les sorcires dans
les Pays-Bas Mridionaux,
p. 78-79, en Doms, '"Afin
de connaitre la vrit d'elle
...".Analyse du proces', in:
Les sorcires dans les PaysBas Mridionaux, p. 80-93.
60 Muchembled, 'Sorcires du Cambrsis', p. 172182; Muchembled, 'Sorcel-
Artesi, Waals-Vlaanderen en Cambrsis kenden twee piekperioden: 1590-1600 en 1610-1620, met een merkwaardige alternatie in de
vervolging van de twee geslachten. Na een relatieve rust in het decennium 1630-1640, werden de vuurhaarden weer aangestoken. Twintig
jaar lang werden dan weer vooral vrouwen geviseerd, waarna de mannen aan de beurt kwamen (1650-1660). De heksen van de jaren 16701680 waren weer exclusief vrouwelijk. In het totaal zouden in de
periode 1550-1700 minstens 245 personen - onder wie 203 vrouwen
en 42 mannen - wegens het hekserij delict vervolgd zijn.60 Hoeveel er
uiteindelijk de vuurdood stierven, is wegens het ontbreken van het
ierie, culture populaire et
essentile bronnenmateriaal - met name de vonnissen of becommen- 343
christianisme au xvie sitarieerde officiersrekeningen - moeilijk te schatten. In elk geval wercle, principalement en
den zeker 17 mannen en 30 vrouwen gexecuteerd. In de Artesische
Flandre et en Artois', in:
dorpen Oisy en Arleux waren er minstens 8 en misschien wel 13 exeAnnales. Economies. Socuties in de jaren 1612-1614, onder wie cistercinzerinnen van de abdij
cits. Civilisations 28
(1973)^.264-284.
Oisy-le-Verger.61 In Cambrsis waren vooral Quivry, Bazuel, Rieux,
61 A. Lottin, 'Sorcellerie, Pressies en Hem-Lenglet vuurhaarden. Verder waren ook Dowaai,
possessions diaboliques et
Bouvignies (in 1679), Valenciennes, Bouchain en Saint-Amand niet
crise conventuelle. La
vrij
van heksenprecessen en heksendoden.62
"dplorable tragdie" de
Ten noorden van de taalgrens breekt de eigenlijke heksenvervoll'Abbaye du Verger en Artois (1613-1619)', in: Lotging pas echt door vanaf 1589. In het hertogdom Brabant openen het
tin, tre et croire a. Lille et
Lierse heksenjaar (1589) met de executie van Cathelyne van den Bulen Flandre, xvie-xviiie sicke63 en de processen tegen vrouwen en meisjes te Breda en 's-Hertocle (Atrecht, 2000), p. 315genbosch in datzelfde jaar de rij,64 terwijl in het graafschap Vlaande339ren Veurne met de vuurdood van Lievine Morreeuws deze rol op zich
62 Th. Luise, De la sorcellerie et de lajustice crineemt.65 Voor Brabant66, Peelland67 en Maastricht68 lijkt de waan
minelle a Valenciennes aux
zich chronologisch te beperken tot ongeveer 1612 met wellicht een 46xvie et xviie sicles. Sain t
tal executies. Vooral het jaar 1595 was er bloedig: van juni tot en met
Pierre de Salerne, 1977;
september
1595 zouden er in het Nederlandstalig deel van Brabant 29
Muchembled, Les derniers
vrouwen en 3 mannen ter dood gebracht zijn. In het graafschap
bchers. Un village de
Flandre etses sorcires sous
Vlaanderen daarentegen, loopt het eerste hoogtepunt tot 1628 met
LouisXIV. Parijs, 1981
minstens 161 executies.69 Vooral de Westhoek, met Veurne, Nieuw(over Bouvignies); P. Vilette, 'La sorcellerie a
Douai', in: Mlanges de
sciences religieuses, 18
(1961), p. 123-173; P. Vilette, 'La sorcellerie dans Ie
nord de la France du milieu du xve a la fin du xviie
sicle', in: Mlanges de
sciences religieuses, 13
(1956), p. 39-62 en 129-156;
P. Vilette, La sorcellerie et
sa rpression dans Ie Nord
de la France. Parijs, 1976.
63 E. Aerts en M. Wynants, 'Heksenprocessen
te Lier in 1589-1590', in:
Heksen in de Zuidelijke
Nederlanden (i6de-i?de
eeuw) (Brussel, 1989),
p. 39-68; J. Monballyu,
Haardplaat met
heksentafereel,
1589.
[Ontleend aan:
Dries Vanysacker,
Hekserij in Brugge
p. 112].
3- V O O R L O P I G E B A L A N S
senvlaanderen/heksen
index.hcm) en zijn te verschijnen artikel 'Die
Hexenprozesse in der
Grafschaft Flandern
(1495-1692): Chronologie,
Geographie und Verfahren', in: Eiden, Franz, Irsigler en Voltmer, Trierer
Hexenprozesse. Voor een literatuuroverzicht, zie
Monballyu, Van hekserij
beschuldigd. Heksenprocessen in Vlaanderen tijdens
de i6de en lyde eeuw (Kortrijk/HeuIe, 1996); p. 6
noot 9. Interessant is Penneman, Heksenprocessen,
p. 30-45.
70 Monballyu, 'Diksmuide', p. 546-559 en
F. Lampaert, Heksenvervolging en hekserij in de
kasselrij Veurne, 1580-1660.
Gent, 1982 (onuitgegeven
licentiaatsverhandeling
UG).
71 Respectieve! ij k Vanysacker, Hekserij in Brugge
en M. Eerens, Toverij in de
stad Gent en in de kasselrij
van de Oudburg tijdens het
laatste kwartaal van de
i6de en de eerste helft van
de ijde eeuw (1^0-16^0).
Gent, 1978 (onuitgegeven
licentiaatsverhandeling
UG).
72 W. de Blcourt, 'Mangels Beweisen. berdas
TABEL I
Bezuiden taalgrens:
- Graafschap Vlaanderen:
- Hertogdom Brabant:
*'Vlaams-Brabant':
*Peelland:
^Maastricht:
- Limburg met Overmaas:
- Gelre met Roermond:
- Totaal:
202
57
33
18
6
9
46
314
- Graafschap Artesi,
Cambrsis, Waals-Vlaanderen
Doornikse:
- Graafschap Henegouwen:
- Hertogdom Brabant
* 'Waals-Brabant':
- Graafschap Namen:
- Hertogdom Luxemburg:
- Totaal:
47
28
345
144
358
608
Toch dient dit absolute cijfer - ook al zou het door toekomstig onderzoek nog toenemen genuanceerd te worden. Binnen de Zuidelijke
Nederlanden is er een duidelijk onderscheid waar te nemen tussen de
vervolgingen in de gebieden ten noorden van de taalgrens en deze ten
zuiden ervan. Terwijl Namen, Luxemburg, Waals-Vlaanderen, Artesi en Cambrsis een eerste serieuze golf van heksenprocessen in de
eerste helft van de zestiende eeuw kenden, kort daarop gevolgd door
Henegouwen, moesten het graafschap Vlaanderen - zonder een eerste korte vervolgingsfase rond het decennium 1530-1540 te vergeten
en het Nederlandstalig gedeelte van het hertogdom Brabant nog hun
grote processen krijgen. De echte heksenwaan benoorden de taalgrens brak pas aan rond 1589 met een eerste piek tot 1612 (Brabant) of
1628 (Vlaanderen), een tweede opflakkering rond 1630-1645 en althans voor Vlaanderen de laatste executies na 1650. Wellicht gaat
het benoorden de taalgrens grosso modo om minstens 308 slachtoffers, waarvan het graafschap Vlaanderen, het hertogdom Brabant
(met Peelland en Maastricht), het Overkwartier Gelre met Roermond
en Limburg met Overmaas, respectievelijk 202., 57, 46 en 9 heksen
voor hun rekening nemen. Voor wat betreft deze regio's van de Zuidelijke Nederlanden kan men gerust stellen dat het wezenlijke verschil
met de Noordelijke Nederlanden eerder op het chronologische vlak
lag dan op het gebied van de vervolgingsintensiteit.
Helemaal anders lag de situatie ten zuiden van de taalgrens. Daar
woedde de vervolging duidelijk heviger. Na de vroege eerste fase, kenden de meeste gebieden van rond 1570 tot 1630 een tweede vervolgingspiek. Sommige regio's, zeker Artesi en Cambrsis, bleven tot
en Vanhemelryck, Hetgevecht,^. 116-117.
76 We zij n ons heel be-
34^
D I S QVIS ITI O N VM
MAGICARVM
IN
MARTINO DELB.IO SOCIETATIS
M O G V N T I AE(
ApudloANNEM ALBINV&.
77 Dupont-Bouchat, 'La
rpression', p. 78-86.
78 Monballyu, Van hekserij beschuldigd, p. 12.5126.
79 Monballyu, 'Chronologische lijst' (website).
80 Vanhemelryck, Het
gevecht, p. 32.1; de Waardt,
'Open en gesloten', p. 152162.
81 Dupont-Bouchat,
'"Pour apaiser ...', p. 74.
82 Brouette, 'La sorcellerie', p. 359-420.
83 Dupont-Bouchat, 'La
rpression', p. 127.
84 Van de 268 processen
door Muchembled vermeld voor de periode
1500-1700, waren er 82%
tegen vrouwen gericht
('Sorcires du Cambrsis',
p. .1:72-182).
85 De Waardt,'Openen
gesloten', p. 166, noot 35
met vermelding van de bedoelde literatuur.
86 Monballyu, 'Die
Hexenprozesse in der
Grafschaft Flandern, 14951692' (te verschij nen).
87 Caspers, 'Toverijprocessen in Peelland', p. 177182; De Waardt, 'Open en
gesloten', p. 161.
Bruges', te verschijnen in
Humanistica Lovaniensia
(2001).
94 Een mooi voorbeeld
hiervan is Baudewijn
Waelspeck die zowel in het
Gentse als in Kortrijk,
Wakken, Tielt en Gottem
actief was. Zie Monballyu,
'WasTanneken Sconyncx
een heks? Een analyse van
haar proces in 1602-1603',
in: De Roede van Tielt, 25
(1994), p. 94-140 (vooral
noot 60).
95 Monballyu bereidt
een nieuw boek voor over
toverij- en heksenprocessen in het graafschap
Vlaanderen en dat op basis
van een archieventocht
doorheen het huidige
Vlaanderen en NoordFrankrijk. Het zal beslist
of met de 'primitieve' heksenleer van hun stadsgenoot Joos De Damhouder (1507-1581), maar ook met demonologische traktaten van
Paolo Grillando, Jean Bodin, Nicolas Remy, en Martin Delrio.93 In
de verspreiding van die moderne demonologische denkbeelden en
praktijken, zoals het doorprikken van de duivelstekens op het
lichaam van de heks, speelden ook rondtrekkende scherprechters een
actieve rol. Zij waren vaak echte professionelen die van de ene regio
naar de andere trokken. In hun spoor zou misschien een eventuele
chronologie van processen kunnen waargenomen worden.94 Biografische studies van dergelijke hoofdrolspelers (stadsschepenen en
scherprechters) zouden wellicht heel verhelderend kunnen zijn.
349
Eens te meer wordt het duidelijk dat het vaak misprezen archiefonderzoek naar het precieze aantal heksenprocessen en terechtgestelde
heksen nog dient aangemoedigd te worden.9* In het spoor van de in
1982, opgerichte studiegroep "Hekserij en toverij in Nederland",96 en
de Duitse onderzoeksentiteiten "Arbeitsgemeinschaft Hexenprozesse
im Trierer Land" (Trier)97 en "Arbeitskreis Interdiziplinare Hexenforschung (AKIH)" (Stuttgart-Hohenheim)98 moeten onze historici
weer ad fontes, vooraleer enig synthesewerk aan te vatten. Alsof de
duivel en de heks ermee gemoeid zijn!
Summary
This article deals with two major issues. First of all,
we give a general overview of the history of witch
trials in Europe between 1450 and 1800. Secondly,
we focus on witch hunts in the Southern
Netherlands to determine the position of that region
within this dark page in Western history. According
to the present state of research, our estimate is that
from 1450 until 1685 at least 922 'witches' were
executed in the Southern Netherlands. Compared to
the 160 witches burnt at the stake within the regions
that in 1579 belonged to the 'Unie van Utrecht', the
foundation of the future Dutch Republic, that figure
is rather high. Within the Southern Netherlands we
may discern chronologically as well as in terms of
the intensity of prosecutions - a clear difference
between the Flemish-speaking part and the Frenchand German-speaking parts. As in most European
witch-trials, the witches burnt at the stake in our
regions were almost exclusively women. Although
many good books and review articles have been
Personalia
Dries Vanysacker (geb. 1962) studeerde moderne
geschiedenis aan de Katholieke Universiteit Leuven.
Momenteel is hij er als doctor-assistent verbonden
aan het departement geschiedenis. Zijn hoofdtaak
bestaat uit het opmaken van de bibliografie van de
Revue d'histoire ecclsiastique. Zijn publicaties betreffen naast hekserij, de kerk- en cultuurgeschiedenis
van de Nieuwe Tijd en negentiende- en twintigsteeeuwse missie- en sportgeschiedenis. Hij is redactielid van De Achttiende Eeuw.
Adres: Bergestraat 30, 6-3220 Holsbeek.
E-mail: dries.vanysacker@arts.kuleuven.ac.be