Download as doc, pdf, or txt
Download as doc, pdf, or txt
You are on page 1of 95

Mijn hemel, wat een lange nacht. Ik steek mijn sleutel in het slot en draai de deur open.

Als ik naar
binnen loop doe ik de deur achter me dicht, draai het slot wel twee keer om en loop dan direct door
naar mijn slaapkamer. Hier ontdoe ik me van mijn werkkleding en borstel de klitten uit mijn lange haar.
Met een handdoek om me heen loop ik naar de badkamer en draai de kraan open. Als het water de
goede temperatuur heeft bereikt, stap ik onder de kleine douche. Wat is dit toch heerlijk ontspannend.
Omdat ik niet voor heel lang warm water heb, stap ik al na vijf minuten de douche uit, voordat de
ijskoude waterstralen mijn lichaam doen bevriezen.
Met mijn hand veeg ik de damp die zich op de spiegel heeft genesteld weg. Donkere kringen ontsieren
mijn groene ogen. Mijn pikzwarte haar plakt op mijn voorhoofd. Eraan toegeven dat dit werk mij nekt
doe ik niet. Ik heb gewoon een beetje slaap nodig. Maar helaas ook na de douche voel ik me niet
slaperig.
Nadat ik me heb omgekleed, loop ik naar haar kamer en doe de deur heel zachtjes open. Mijn engeltje
slaapt nog als een roosje. Ik loop naar haar toe en pak het boek dat open op haar buik ligt. Ik moet
lachen als ik de titel zie. Dit boek heb ik haar namelijk al ontelbare keren voorgelezen. Op haar
nachtkasje staat een halfvol glas melk. Oei, de deugniet heeft vast haar tanden niet gepoetst. Ik strijk
haar donkere haren uit haar gezicht en geef haar een kus op haar voorhoofd. Dan loop ik haar kamer
uit. Over twee uurtjes moet ik Aya wakker maken, want dan moet ze naar school.
Ik sta voor mijn boekenkast en ga met mijn vinger langs alle titels. Ik had alle boeken al uitgelezen, die
ik had meegenomen uit Nederland. Dus ik besluit mijn lievelingsboek er maar bij te pakken. Het is een
liefdesroman en gaat over twee mensen die na allerlei vervelende gebeurtenissen toch steeds weer bij
elkaar komen. Ik kan het nu wel dromen, maar dat bederft de pret het ng eens te lezen niet.
Het is snik heet in de kamer en ik doe de deuren die naar het piepkleine balkonnetje leiden open. Het
balkonnetje is net groot genoeg om er een stoel neer te zetten. Voorzien van een mok koffie en een
dekentje laat ik me op de stoel vallen en begin te lezen. Na enkele bladzijden stop ik om te kijken naar
de opkomende zon. Op ochtenden als deze voel ik me ziels gelukkig, ongeacht al het leed dat ik al op
jonge leeftijd mee heb moeten maken. Als ik naar beneden kijk zie ik een oud mannetje met een grote
kar door de smalle straatjes lopen. Hij is donkergekleurd door de zon en draagt een bruine lange
djellaba en een tulband om zijn hoofd. Op zijn kar staan dozen met meloenen, aardappelen en
cactusvruchten. Ik heb groot respect voor de mensen die voor dag en dauw al opstaan om voor
enkele dirhams per dag in de brandende zon te staan om hun producten te verkopen.
s Ochtends vroeg is Meknes op zijn mooist. De prachtige rood/oranje lucht die wordt verlicht door de
zon. De Imam die in de plaatselijke moskee, door een luidspreker iedereen oproept voor het gebed.
Op ochtenden als deze ben ik blij. Blij dat ik hier ben om een bestaan op te bouwen. Al heeft de
situatie me zes jaar geleden gedwongen hierheen te verhuizen, ik heb er geen moment spijt van
gehad. Ik weet dat ik de goede keuze heb gemaakt voor Aya.
Zeven jaar geleden, het jaar 2002 en tevens de donkerste uit mijn leven geweest. Op n en dezelfde
dag verloor ik mijn geliefde moeder en zus. Net achttien jaar was ik en plots een wees. Mijn vader is
jaren daarvoor al bij ons weggegaan. Van de n op de andere dag heeft hij ons in de steek gelaten.
Mijn moeder, zus en ik waren de drie musketiers zoals mijn moeder altijd lachend zei. We woonden
jaren met zijn drien in een piepklein flatje en konden ontzettend goed met elkaar opschieten. Dit
kwam omdat we zoveel op elkaar leken. Zowel het innerlijk als uiterlijk. Natuurlijk waren er wel eens
irritaties, maar die werden zo bijgelegd. We hadden helemaal geen grote familie. Eigenlijk hadden we
alleen mijn oma. Oma Nana noemden we haar. En zij woonde in Marokko, in een dorpje om precies te
zijn. Net buiten Meknes.
Dat jaar zouden we vakantie vieren in Marokko. Maar omdat ik dat jaar zou afstudeerde moest ik
langer door. Daarop besloten mijn moeder en zus te vertrekken en ik zou hen een week later achterna
vliegen. Mijn zus was getrouwd met haar jeugdliefde en samen hadden ze net een dochtertje
gekregen. Dus zo gingen ze met zijn vieren naar Marokko.
Ik weet nog dat ik op school was toen ik werd gebeld. Het was mijn zus, vrolijker dan ooit. Ze vertelde
dat ze veilig waren aangekomen en dat ze nu de taxi zouden pakken naar omas huis. Ik zei nog dat
ze die kleine en mama een dikke kus moest geven en dat ik niet kon wachten tot volgende week.
Toen ik al een uurtje in college zat, kreeg ik een heel naar voorgevoel. Het is lastig te beschrijven,
maar ik werd misselijk en moest meteen aan mijn zus denken. Met een smoes dat ik naar het toilet
moest liep ik snel de gang in om haar te bellen. Ik kreeg geen gehoor en raakte in paniek. Vlug belde
ik naar omas huis. Ook daar werd niet opgenomen. Pas uren later werd ik gebeld. Snel nam ik op.

Het was Hassan, mijn zus echtgenoot. Toen ik zijn stem hoorde, wist ik dat het goed mis zat. Je moet
nu komen. Was het enige dat hij zei.
Ik weet niet eens meer hoe ik het heb opgebracht een ticket te boeken en hoe ik hierheen ben
gekomen. Toen ik in het ziekenhuis kwam en mijn oma en Hassan zag zitten brak mijn hart. Hij had
wat schrammen op zijn gezicht en een lege blik in zijn ogen. Ik rende en rende en vloog mijn oma om
de hals. Waar zijn ze? Schreeuwde ik. Mijn oma keek weg. Ze zijn heen hbiba, ze zijn heen.
Antwoordde ze huilend. Ik voelde alle leven uit mijn lichaam trekken en viel neer. Ik was een paar uur
bewusteloos, al kon ik wel om me heen horen wat er gebeurde. Ik hoorde mijn oma huilen, en met
Hassan praten over het ongeluk. Het schijnt dat de taxichauffeur iemand wilde inhalen net voor een
bocht. Hij zag de tegenligger te laat en vloog over de kop. Mijn moeder en zus waren op slag dood,
Hassan had alleen wat schrammen en de pasgeboren Aya, had haar armpje gebroken. Mijn zus had
haar heel goed vast, en had met haar lichaam alle klappen opgevangen. Een echte moeder, dat is wat
ze al vanaf dag n was.
Een traan biggelde over mijn wang. God, wat miste ik ze. Tante Safa, waarom huil je? Vlug veegde
ik mijn tranen weg en zetten mijn breedste glimlach op. Kijk die kleine meid nou staan, zo wijs al.
Kom maar even bij me zitten. Ze klom op mijn schoot en keek me met grote ogen aan. Kleine Aya
was al zeven jaar. Ik moest gewoon even aan mijn mama en jouw mama denken. Toen keek ze
verdrietig naar de horizon. Denk je dat mijn mama wel eens aan me denkt? Zei ze verdrietig. Mijn
hart brak. Natuurlijk doet ze dat liefje. Ik weet zeker dat ze elke dag bij je is en dat ze je beschermd
van al het kwade. Dat stemde haar ietwat gerust. Vertel nog eens over toen ik geboren was!
Lachend keek ik de deugniet aan. Al heb ik dit verhaal al honderd keer verteld ze blijft het leuk vinden
te horen.
Het was op een vrijdagmiddag. Dat is een heilige dag! Onderbrak ze me. Haha, inderdaad een
heilige dag. Je mama was op bezoek bij mij en je oma. Je papa was die dag in Belgi voor zijn werk.
Weet je waar dat ligt Belgi? Ze knikte hevig met haar hoofd. Ja, onder Nederland! Slimme meid.
Nou, we zaten op de bank. Dronken thee en kletsten en lachten. Ineens uit het niets zei je mama: De
kleine komt eraan! Ik raakte in paniek en wist echt niet wat ik moest doen, maar jou mama was heel
rustig. Ze wist dat het goed zou komen. Ik belde snel je papa en zei dat hij moest komen, maar hij zou
nog zeker 3 uurtjes moeten rijden. Toen pakte ik de auto om naar je mamas huis te rijden zodat ze
haar spullen kon ophalen en dan konden we meteen door naar het ziekenhuis. Mijn moeder hielp je
mama in de auto en zo reed ik super zenuwachtig naar jouw mamas huisje. Ik pauzeerde even.
Toen we er aankwamen liepen we naar binnen en je mama ging even zitten. Mijn moeder en ik
renden het hele huis door op zoek naar haar spullen. Toen riep je moeder ons vanuit de huiskamer en
zei dat er geen tijd meer was en dat je nu zou komen. Snel pakten we een emmer heet water, kussens
en lakens. Gelukkig dat je oma erbij was, want ik wist echt niet wat ik moest doen. Ik slikte even en
ging toen verder. Je was net supergirl, in vijf minuutjes was je er al. Je mama hield je zo stevig vast
en wiegde je heen en weer. En ik en je oma stonden als twee kleine kinderen te huilen. Ze giechelde.
Ik ben ook altijd de snelste met tikkertje! Ik moest mijn lachen inhouden. Ja zie je nou! Allebei
keken we voor ons uit. Ieder in eigen gedachten verzonken. Door het raam keek ik naar de klok en
zag dat het al half acht was. Nog een uurtje om haar klaar te maken. Kom op supergirl! Je moet naar
school! En lachend renden we naar binnen.
Voor de tweede keer deze ochtend kwam ik doodmoe thuis. Ik heb Aya net naar school gebracht. Zij is
echt het zonnetje in mijn leven. Haar vader gaf net na de dood van mijn zus toe dat hij niet in zijn
eentje voor haar kon zorgen. Ik vroeg of ik haar mocht meenemen naar Marokko, en hij stemde in. Het
bedroeft me, dat hij haar sindsdien nooit is komen opzoeken. De eerste drie jaar hier woonde ik bij
oma Nana in een klein dorpje. We leefden van de erfenis van mijn opa. Zij leerde me voor Aya zorgen.
Net nadat ze was overleden zijn Aya en ik naar de stad getrokken. Ik moest werk zoeken om voor
haar te zorgen. Die vond ik pas maanden later in het plaatselijke ziekenhuis. Het is heel moeilijk als
alleenstaande vrouw met kind te overleven in Marokko. Het vervelendste hier zijn al die
bemoeizuchtige mensen die hun mening al klaar hebben en je met de nek aankijken.
Ik werk al twee en een half jaar in het ziekenhuis en ik moet zeggen dat het me goed bevalt. Hier
hebben mensen je harder nodig dan in Nederland. Ik draai voornamelijk nachtdiensten. Dit omdat ik
niet altijd een oppas voor Aya heb. Eerst durfde ik haar s nachts nooit alleen te laten. Maar mijn
buurvrouw beloofde me elk uurtje bij haar te gaan kijken. Ik loop mijn slaapkamer in en ontdoe me van
mijn Djellaba, ik trek een groot T-shirt aan en spring mijn bed in. Ik was bijna vergeten de wekker te
zetten, om Aya straks op te halen. En nadat ik dit heb gedaan val ik al snel in een droomloze slaap.

Met een zingende Aya aan mijn arm loop ik door de smalle straatjes van Meknes. Ik besluit even langs
de markt te gaan om wat groenten te kopen voor het eten vanavond. Mag ik een ijsje? En ze kijkt
me met haar grote oogjes aan. Hoe kan ik jou nou iets weigeren kleine deugniet. Blij springt ze op
en neer. Tante Safa, met je vanavond weer werken? Ik keek haar even aan. Ja liefje, ik moet weer
werken. Maar omdat ik een dubbele dienst moet draaien en pas morgenmiddag thuis ben, blijf je
vandaag bij tante Layla slapen. Weer springt de kleine op en neer. Ik ben ontzettend blij dat Aya af en
toe bij Layla terecht kan. Ze is een enorme steun voor me en ik ben blij dat ik in ieder geval n
vriendin heb. Na het kopen van alle groenten en het ijsje natuurlijk lopen Aya en ik onze straat in. We
wonen in een klein appartementje en ook al is dit een armoedige wijk ik ben blij dat we wat hebben
kunnen vinden. De huur is niet erg veel, maar ik moet wel zuinig met het geld omgaan.
Je mag wel even televisie kijken, dan maak ik alvast het eten klaar. Ik waste mijn handen en begon
met de groenten snijden. De prijzen zijn weer gestegen dus ik heb niet veel gekocht. Ik besluit rijst met
een groentesaus te maken. Een half uur later zitten we zwijgend aan tafel. Daar ben ik wel streng in.
Tijdens het eten wil ik niet de hele tijd kletsen anders eet ze niet goed. Het is wel een kleine
kwebbeltante. Maar Aya eet niet door. Ze prikt met haar vork in het eten en ondersteund haar hoofd
met haar hand. Vind je het niet lekker? Vraag ik voorzichtig. Jawel. Zegt ze zonder me aan te
kijken. Tante Safa..? Na een korte zucht gaat ze verder. Waarom heb ik ook geen papa? Senae
heeft er wel n. Een hele lieve. Ik wist dat deze vraag vroeg of laat zou komen, maar niet nu al.
Liefje, je papa was heel verdrietig. Hij was nog jong en kon niet goed voor je zorgen. Ze knikte
rustig. Waarom komt hij dan nooit op bezoek? Keer op keer bewees de kleine Aya me dat ze slim
was. En waar ze zich als zevenjarige al allemaal mee bezig houdt. Ik denk dat hij dit niet durft. Maar
ik weet zeker dat hij je op een dag op zal komen zoeken. En ik aaide haar over haar bol. En nu snel
dooreten, dan gaan we zometeen naar Tante Layla. Bij het horen van deze woorden at ze alsof ze
dat in dagen niet had gedaan. Met volle mond zei ze: Klaa, gawn we noe? Ik knikte lachend.
Aya was samen met Laylas dochtertje Senae in haar kamer aan het spelen. En ik zat met Layla op de
bank. Ik vindt het zo moeilijk om haar verdrietig te zien. Ze heeft het gevoel dat iedereen haar in de
steek laat. Verdrietig keek ik door de deuropening naar Aya. Dat is onzin Safa. Jij bent haar steun en
toeverlaat. Dat Hassan niet benieuwd is naar zijn dochter is zijn probleem, maar jij zorgt al haar hele
leven voor haar. En als er iets is wat Aya niet is, is het wel ongelukkig. Ze mag echt blij zijn met jou als
suggoraat-moeder. Dat was Layla, hoe down ik me ook voelde, zij toverde me altijd een lach op mijn
gezicht. Dat is lief van je Layla. Ik stond op en omhelsde haar. Nou ik ga maar naar mijn werk. Als
er iets is bel je me meteen! Layla draaide met haar ogen. Ja mama, ga nou maar. Wij redden ons
wel. Ik riep Aya en gaf haar een kus. Zul je braaf zijn? Ja tante Safa. Zei ze lachend. Goed, geef
me een dikke kus. Toen stond ik op, zei Senae nog gedag en liep de deur uit. Dankjewel Layla.
Graag gedaan lieverd, en nu snel weg anders kom je nog te laat! Zei ze bazig. Ja baas! En ik deed
de deur dicht.
In het ziekenhuis aangekomen loop ik direct naar de garderobe, waar ik me omkleed. Mijn haar bind ik
in een staart bijeen. Dan start ik mijn ronde voor de avond. Ik ben blij dat mijn patinten altijd blij
reageren als ik bij ze langs ga. De enige die dat niet doet, kan dat ook niet. Net als ik naar hem toe wil
gaan gaat mijn pieper. Ik moet naar de spoedeisende hulp.
Beneden aangekomen zie ik Omar. Hij is arts-assistent en tevens mijn leidinggevende. Hallo Safa,
fijn dat je er bent. Er is een vrouw binnengekomen die een diepe snee heeft en ze wil graag door een
vrouw geholpen worden. Ik knik. Geen probleem, waar zit ze? Kamer 10.21. Als ik weg wil lopen
roept hij me terug. Is er nog wat veranderd aan de situatie van onze dromer? Ik trek mijn wenkbrauw
op. Ik heb liever dat je hem bij zijn naam noemt, want het is nog steeds een mens. En nee, meneer
BenNabils toestand is nog steeds hetzelfde. Goedenavond. En ik been bij hem weg. Als ik ergens
een hekel aan heb, is het als mensen onrespectvol over patinten praten. Omar is een aardige man,
maar soms ziet hij de patinten als getallen, in plaats van mensen.
Als ik kamer 10.21 inloop zie ik een vrouw zitten, die van top tot teen is bedenkt. Het enige wat ik zie
zijn haar mooie amandelvormige ogen. Naast haar zit een man met een lange baard. Ik heb groot
respect voor mensen die zich voor 100% inzetten voor hun geloof. Als ik binnenloop groet ik het paar
en stel me voor. Dan wend ik me tot de vrouw. Waar heeft u zich gesneden mevrouw? Ze kijkt van
mij naar de man. Hij begrijpt de hint en staat op. Ik ben in de wachtkamer. Zei hij. Het viel me op dat
hij een prettige stem had om naar te luisteren. Toen hij weg was vroeg ik het opnieuw. Als antwoord
deed de vrouw haar sluier af. Ik moet zeggen dat ik dat prettiger praten vond. Zeg maar Naziha. Zei
de vrouw. Toen werd ze rood. O, ik schaam me zo. Mevr... Ik bedoel Naziha. Zei ik lachend. Ik

heb werkelijk al van alles meegemaakt. U hoeft zich echt niet te schamen. Ik behandel elke patint zo
discreet mogelijk. Dus u kunt me alles vertellen. Dan staat ze moeilijk op doet haar lange gewaad uit
en kijkt me met een pijnlijk gezicht aan. Ik was me aan het scheren en toen haalde ik me open. Het
bloed al een flinke tijd en het houd ook niet op. Ik raakte een beetje in paniek vandaar dat ik hier ben.
Toen keek ze beschaamd weg. Wat ik zag was een diepe snee aan de binnenkant van haar dijbeen.
Ok, nou dit heb ik ook een keer meegemaakt. Zei ik om haar gerust te stellen. Wilt u op de
behandeltafel gaan liggen, dan kijk ik of u gehecht moet worden. Bij het onderzoeken van de wond
stelde ik vast dat het niet gehecht hoefde te worden. Ik maakte de wond schoon en plakte er een
gaasje en grote pleister op. Uit mijn ooghoeken, zag ik dat ze me nauwlettend bekeek. Het komt
goed, heb geduld Allah helpt je. Zei ze plotseling. Ik keek haar aan. Wat bedoelt u. Vroeg ik, al wist
ik heel goed wat ze bedoelde. Dat weet je. Ik zie droevigheid in je ogen. Het komt goed, je bent een
wijze vrouw. Ik was verbaasd over de kalmte waarmee ze sprak, en nog meer over hoe ze dit wist.
Wist dat ik de laatste dagen radeloos was. Angstig over de toekomst. Maar haar woorden stelden me
gerust. En al had ik de vrouw nooit eerder gezien, ik geloofde haar. Zo, ik denk dat de wond zo mooi
zal genezen. Mocht dit niet het geval zijn, twijfel dan niet maar kom direct terug. Ze knikte en deed
haar lange gewaad weer aan en haar sluier weer om. Ik bleef haar aankijken. Ze intrigeerde me. Deze
vrouw bezat een immense schoonheid. Toen ze de wachtkamer in liep stond haar man meteen op,
pakte haar hand vast en keek haar liefdevol aan. Dit is voor mij de definitie van liefde. Nog n keer
keek ze om en de blik in haar ogen zeiden meer dan een duizend woorden.
Nog helemaal in gedachten verzonken deed ik de deur van zijn kamer open. Goedenavond meneer
BenNabil, hoe gaat het vandaag met u? Die arme man wordt hier echt verwaarloosd. Ik liep naar het
raam en deed deze open. Het was hier bloed heet. Als u eens wist hoe mooi de ondergaande zon
eruitziet, zou u zeker wakker worden. Ik wist dat hij niets terug kon zeggen, maar dat hield mij niet
tegen. Fahd BenNabil ligt al bijna een anderhalf jaar in coma. De man was hier voor een zakenreis en
is tijdens een rechtzaak neergeschoten. Daarbij kwam hij ongelukkig op zijn hoofd neer. Het stond in
elke krant. BenNabil was een bekende advocaat in Nederland, maar deed ook vaak zaken in Marokko,
omdat veel van zijn klanten hiervandaan komen. De dader is opgepakt, maar het schijnt dat hij slechts
de opdracht had gekregen, maar van wie is tot op de dag van vandaag nog onbekend.
Al vanaf de dag dat hij hier binnen is gebracht verzorg ik hem. De buitenwereld denkt dat hij bij de
aanslag is omgekomen. Dit om eventuele nieuwe pogingen te voorkomen. Alleen Omar, ik en het
bestuur van het ziekenhuis weten hiervan. O en zijn ouders en twee broers uit Nederland. Die
kwamen vooral het eerste jaar heel vaak. Maar nu is hij al een half jaar alleen. Vandaar dat ik hem
tijdens mijn rondes zo vaak mogelijk bezoek. Want als er iets is dat ik weet, is het wel hoe het is om
helemaal alleen te zijn. En dat gevoel wens ik niemand toe. Ik loop naar het aangrenzende
badkamertje en pak de benodigde spullen om hem te wassen en scheren. Bewapend met een teiltje
warm water, scheerschuim, een scheermesje en een handdoek loop ik zijn kamer weer in. Ik schuif
een tafeltje richting zijn bed en leg de spullen erop. Weer kijk ik naar hem. Zijn gezicht heeft iets, iets
dat ik niet kan beschrijven. Het is gewoon prettig naar hem te kijken. Met een nat washandje ga ik
langs zijn gezicht. Dan smeer ik de helft van zijn baardje in met scheerschuim, wacht even tot het is
ingewerkt en breng dan het mesje voorzichtig richting zijn wang. Voorzichtig beweeg ik het mesje over
zijn wang, naar zijn kin en voorzichtig over zijn hals. Ondertussen zing ik zacht een liedje dat mijn
moeder altijd zong als ze aan het koken was. Dit keer voel ik me niet droevig bij het denken aan haar
en dat tovert een glimlach op mijn gezicht. Als ik klaar ben strijk ik met mijn vingers over zijn wang.
Zo zacht als babybilletjes. Denk ik hardop. Dan word ik weer ernstig. Wat moet er in hemelsnaam
gebeurd zijn dat iemand hem dood wil hebben. Ik las wel eens in de kranten dat BenNabil een goede
advocaat is, maar hij is zeker geen lieverdje. Maar lieverdje of geen lieverdje, niemand verdiend het zo
aan zijn einde te komen.
Hij heeft een ontzettend breed lichaam, ook al is hij al wat afgevallen sinds zijn verblijf hier. En ik moet
toegeven dat het een erg knappe man is om te zien. Hij heeft een lang zwart haar. Toen hij werd
geopereerd aan de bloeding in zijn hersenen hebben ze het afgeschoren, maar het is helemaal
teruggegroeid. Zijn dikke zwarte wenkbrauwen staan ernstig en zijn rechte neus en volle lippen sieren
zijn gezicht. Hij heeft een paar keer zijn bruine ogen geopend. De eerste keer dat hij dat deed schrok
ik me een ongeluk. Ik dacht echt dat hij wakker was. Maar bij het zien van de lege blik in zijn ogen
werd ik teleurgesteld. Het was gewoon een reflex. Net als de keer dat hij mijn arm greep, maar met de
kracht waarmee die dat deed! Dat gaf me vertrouwen dat het goed zou komen met hem.
Ik moet wat oefeningen met hem doen om zijn spieren en gewrichten soepel te houden en om

doorligwonden te voorkomen. Ik pak zijn linker been en buig zijn tenen n voor n. Dan trek ik zijn
knie op tot zijn buik en weer terug. Dit herhaal ik een paar keer. Zo dit is ook meteen gymnastiek voor
mij. Wat een spieren heb je zeg! Na zijn benen, moeten zijn armen eraan geloven. Ik trek zijn
rechterarm omhoog en beweeg zijn vingers. Ik doe hetzelfde met zijn linkerarm. Als ik klaar ben kijk ik
hem even aan. Zou hij ooit nog wakker worden? Dacht ik. Het is een sterke man. Vorig jaar heeft hij
een longontsteking opgelopen. De meeste comapatinten overlijden daar uiteindelijk aan, maar hij
kwam er helemaal bovenop.
Je moet wakker worden BenNabil. Je bent een sterke man en anderhalf jaar is lang genoeg
geweest. Ik deed alle spullen terug. En nadat ik nog n keer naar hem keek, liep ik de deur uit.
Die nacht was het vrij rustig. Er kwamen geen zwaar gewonden binnen en bijna al mijn patinten
sliepen. Ik had er al vier koppen koffie op zitten, maar de slaap was erg sterk aanwezig vandaag. Het
is inmiddels acht uur in de ochtend, nog vier uurtjes en ik kon lekker naar huis. Ik kwam Omar tegen,
net toen ik weer naar BenNabil wilde gaan. Hij kreeg me in het vizier en stopte. Safa, ik wil mijn
excuses aanbieden. Ik had nooit zo over een patint mogen praten. Hij keek me sip aan. Ik lachte
naar hem en stelde hem gerust. Het is al goed. Hij slaakte een zucht van opluchting. Ik wilde je
trouwens net oppiepen met nieuws. Ik keek hem nieuwsgierig aan. O, nieuws waarover? Over
BenNabil. Hier had ik wel oor naar. Zullen we het er bij een kop koffie over hebben? Ik knikte
instemmend. We zaten in de kantine en hij begon te praten. Ik ben net gebeld door een goede vriend
van me die in een privkliniek in Spanje werkt. Ze zijn gespecialiseerd in comapatinten. Ik had hem
al een tijd geleden gebeld over de toestand van BenNabil. Het zit zo, dat ze een medicijn hebben
ontwikkeld, die mensen uit een lange coma kan halen. Mijn mond viel open van verbazing. En werkt
dit medicijn ook? Vroeg ik terwijl ik op het puntje van mijn stoel zat. Dat is het nou juist. Het medicijn
is nog niet goedgekeurd. Het zit nog in de experimentele fase. Het is wereldwijd bij zeven patinten
getest en vijf van hen zijn uit hun coma ontwaakt. Ik durfde het haast niet te vragen. En wat is er met
de andere twee gebeurd? n patint ligt nog steeds in coma, en de andere is na het indienen van
het medicijn overleden. Mijn ogen werden groot. Maar er zijn wel voorwaarden voor het gebruikt
mag worden. Er moet wel nog enige vorm van hersenactiviteit aanwezig zijn bij de patint. Dat is
ook zo! Zei ik snel. En de belangrijkste.. Ging hij verder. De ouders moeten hierheen komen en
toestemming geven. Dat is ook waarom ik jou nodig heb. Ik heb ze al gebeld ze zijn onderweg. En ik
wil jou bij het gesprek hebben. Ik dacht na. Stel dat zijn ouders instemmen. Dan is er een kans dat hij
wakker wordt. En misschien kan ik ze overhalen, mochten ze het niets vinden. Hoe laat zijn ze hier?
Met een uur of vijf. Antwoordde hij ernstig. Goed, als ik me nu mag opfrissen en wat mag slapen,
dan ben ik vanmiddag scherp. Hij knikte instemmend.
Ik stond op en liep naar de off-dienst kamers. Deze waren er voor als er maar weinig uur tussen twee
diensten zat en je even wilde douchen of slapen. Ik liep naar binnen en tot mijn grote vreugde was hij
vrij. Ik liep naar binnen en deed de deur dicht. Ik besloot Layla te bellen om te vragen of ze een paar
uur langer op Aya kon passen.
Heel erg bedankt, en tot vanavond. Geef haar een dikke kus van me. Ik deed mijn telefoon uit. Ik
wist dat ik op Layla kon rekenen. Ik deed mijn schoenen uit en sprong het bed op. Het was zo warm
dat ik geen deken nodig had. Na een paar minuten viel ik in een diepe slaap.
Daar zaten we dan. Omar, ik, de heer en mevrouw BenNabil en zijn twee broers. Een van zijn broers
hield me al sinds hun komst in de gaten. En dat gaf me een ongemakkelijk gevoel. Ik schrok ook toen
hij na een lange stilte begon te spreken. Jullie willen dus zeggen dat hij wakker kan worden. Maar hij
kan ook meteen na het indienen van dat medicijn overlijden? Omar knikte. Jullie hebben zijn bed
zeker nodig voor een andere comapatint! Ik deinsde achteruit door zijn felle uitspraak. Ik begrijp
heel goed dat jullie bang zijn om zo een belangrijke beslissing te nemen, maar hij ligt al anderhalf jaar
in coma. Dat is niet niks. En hoe langer het duurt, hoe minder kans hij heeft ooit nog wakker te
worden. Ik keek naar zijn vader. Fahd had zijn uiterlijk duidelijk van hem gerfd. Hij keek verdrietig
naar zijn zoon en ik zag dat hij het moeilijk had. Toen wendde hij zich naar mij. Wanneer zou het
gebeuren als we toe zouden stemmen. Vroeg hij onzeker. Het medicijn is al onderweg, mocht u
instemmen dan gebeurd het morgenavond. Hij knikte begrijpend. Wat denk jij kind? En hij hield zijn
blik op mij gevestigd. Mijn ogen werden groot. Had hij het nou tegen mij? Omar porde me in mijn zij en
pas toen was ik terug op de wereld. Meneer BenNabil, met alle respect, maar zo een belangrijke
beslissing zult u echt zelf moeten nemen. Het is uw zoon en ik kan zien dat u veel van hem houd. Hij
knikte en zijn moeder werd emotioneel. Ik verzorg uw zoon nu al anderhalf jaar als u het eerlijk wilt
weten, denk ik, nee weet ik bijna zeker dat hij wakker wil worden, maar dat hij dit simpelweg niet kan.

Hij heeft een klein duwtje in de rug nodig. U zoon is een sterke man. En ik keek beide ouders aan.
Ja hoor, dat zustertje zal het wel weten. Zei zijn broer in het Nederlands. Ervan uitgaand dat ik dit
niet spreek. Hij kreeg een waarschuwende blik van zijn oudere broer.
Ik stel voor dat zuster Baqir en ik buiten wachten, zodat u kunt overleggen. Net toen we weg wilden
gaan hield de stem van mevrouw BenNabil ons tegen. We doen het. Zei ze met nog enige twijfel,
maar met n blik op Fahd was die twijfel weg. We doen het. Herhaalde ze zelfverzekerd.
Zijn ouders zaten op stoelen naast zijn bed. Zijn broers stonden beiden bij het raam. Ik zag dat de
jongste het er moeilijk mee had. Hij keek afwezig naar buiten. Omar liep naar het infuus. Goed dan
gaan we nu beginnen. Ik wil nog wel even zeggen, mocht het medicijn aanslaan dan nog kan het een
paar uur duren voor hij ontwaakt. En als dat gebeurd, moeten we nog zien of hij geen ernstige
hersenbeschadiging heeft opgelopen. Zijn ouders knikten langzaam. Dan dient Omar het medicijn in
via het infuus. Dit is het dan, het uur van de waarheid. Had ik gelijk en is BenNabil echt een sterke
man of houd het hier vandaag op.
Zijn vader is al een paar uur verzen uit de koran aan het reciteren. Het klonk prachtig en de hele
kamer had een serene sfeer over zich. Ik stond in een hoekje bij het raam voor het geval ze iets nodig
hadden. Zijn oudste broer Rayan stond naast me. Ik keek naar buiten en zag zijn jongste broer
Faouad op een bankje zitten. Hij heeft het er heel moeilijk mee. Hoorde ik Rayan zacht fluisteren.
Alsof hij mijn gedachten kon lezen. Ik knikte. Fahd was zijn voorbeeld, zijn steun en toeverlaat. Het
laatste anderhalf jaar is hij zichzelf niet meer. En hij keek langs me heen naar buiten. Ik begrijp het,
het is ook een heel moeilijke situatie. Fluisterde ik. Omar kwam af en toe even binnen om zijn infuus
te controleren. Hij wisselde een blik, waaruit ik kon begrijpen dat hij me op de gang wilde spreken. Ik
excuseerde me en liep achter Omar aan naar de gang. Ik heb er niet veel vertrouwen meer in. Ik heb
het vier uur geleden ingediend en hij zou nu wel gereageerd moeten hebben, al was het maar
minimaal. Ik knikte en keek deer een kier de kamer in. Iedereen was zo hoopvol, ze geloofden dat het
goed zou komen. Hoe groot zal hun teleurstelling zijn. Ik zal het ze vertellen. En ik liep de kamer in.
Dit wilde ik helemaal niet. Ik wilde hun hoop en rust niet verstoren met slecht nieuws. Ze keken me
alle drie aan. Faouad was nog steeds buiten. Nu moest ik het vertellen. Ik zocht naar de juiste
woorden.
Mijn ogen werden groot van verbazing. Fahd? Zijn ouders volgden mijn blik en ook zij stonden met
open mond te kijken. Ik liep snel naar hem toe en haalde een lampje uit mijn zak. Ik scheen in zijn
ogen en zijn pupillen reageerden op het licht. Hij ademde zwaar en zijn blik hield mijn ogen vast.
Meneer BenNabil hoort u mij? Riep ik, nog steeds geshockeerd. Dit herhaalde ik een paar keer toen
hij hier niet op reageerde. Opeens bewogen zijn lippen. Je hoeft.. Kwam er moeizaam uit zijn mond.
Ik concentreerde me op zijn ademhaling en boog naar hem toe om te horen wat hij te zeggen had. Je
hoeft niet te schreeuwen. Verbazing van mijn kant gevolgd door een lachje van zijn kant. Zijn ouders
sprongen op. Allahoe Akbar! Allah is groot! Herhaalden ze een paar keer. Zijn broer stond geluidloos
naar het tafereel te kijken. Ik piepte Omar meteen op die al na een paar seconden binnenliep.
Ongelovig keek hij naar Fahd. Meneer BenNabil welkom terug. Zei hij toen hij naar hem toeliep. Er
ontstond een klein glimlachje op Fahds gezicht. Zijn blik vond die van mij en bij het zien van zijn ogen
wist ik het zeker. Hij is wakker!
BenNabil was erg vermoeid vandaar dat hij even slaapt. Hij is onderzocht en Omar zal zo wel komen
met de uitslagen. Al vanaf het moment dat hij wakker is staan er vier stralende mensen voor me.
Faouad was door het dolle heen. Het was ook erg emotioneel. Zijn moeder heeft me bijna fijngedrukt.
Ik denk aan haar lieve woorden. Zonder jouw sterke woorden had ik het nooit aangedurfd. Moge
Allah je belonen inshAllah. Ik kon haar alleen maar aankijken. Ik stelde voor om met zijn allen in de
wachtkamer te zitten, om Fahd wat rust te gunnen.
Achter elkaar liepen ze de kamer uit om in de wachtkamer te zitten. Ik liep nog even naar het raam om
de gordijnen dicht te doen. Safa. hoorde ik zachtjes achter me. Ik draaide me om en vond zijn blik.
Hij wist mijn naam. Dacht ik verontwaardig. Ja, meneer BenNabil wat kan ik voor u doen? Hij bracht
zijn blik naar het raam. Wil je de gordijnen opendoen. Ik wil die zonsondergang waar je het altijd over
had, nu wel eens met eigen ogen zien. Mijn lach liep van oor tot oor. Ik wist het. Hij heeft me gehoord.
Al die maanden. Natuurlijk. Zei ik en ik liep naar het raam. Ik schoof de gordijnen opzij en liep toen
naar hem terug. Zo goed baas? Perfect. Zijn stem klonk erg hees. Vind je het gek, hij heeft ruim
anderhalf jaar niet gesproken. Wat is er met me gebeurd? Ik weet dat ik hier was voor zaken, maar

voor de rest weet ik niets meer. Hier was ik al bang voor. Het laatste wat ik wilde was hem van streek
brengen door te zeggen wat er gebeurd is. Ik denk dat je ouders je dat beter kunnen vertellen. Zei ik
en maakte aanstalten om weg te lopen. Hij greep me ruw bij mijn pols en keek me indringend aan.
Waar hij de kracht vandaan haalde wist ik niet, maar mijn pols begon aardig pijn te doen. Wilt u me
loslaten, u doet me pijn. Een gemeen lachje vormde zich om zijn lippen en hij vroeg het weer, dit
maal dwingender. Goed als u het zo graag wilt weten, u bent neergeschoten. Zijn ogen werden groot
en zijn blik verstarde. Meteen liet hij mijn pols los en ik wreef over de pijnlijke plek. Door wie? Vroeg
hij verbitterd. Toen ik niet antwoordde begon hij te schreeuwen. Ik vroeg door welke klootzak ik
anderhalf jaar van mijn leven heb moeten missen verdomme! Ik schrok zo van zijn geschreeuw dat ik
bij mijn stap naar achter tegen een tafeltje knalde dat daar stond. Een glas brak toen hij de grond
bereikte. Het was doodstil in de kamer. Ik raapte de scherven voorzichtig op en gooide ze in de
vuilnisbak. Toen ging ik voor hem staan en keek hem boos aan. De man is opgepakt en zit in de
gevangenis. Ik ben geen rechercheur, ik ben zuster Baqir en vanaf heden noemt u me ook zo.
Goedemiddag. En ik liep kwaad de deur uit. Wat een kwal. Ik begrijp dat hij gefrustreerd is, maar het
op mij afreageren helpt ook niet echt. Ik negeerde mijn schuldgevoel voor het uitvallen tegen BenNabil
en ik liep naar de kantine voor een kop koffie. Die heb ik wel verdiend. Ik zat net heerlijk van mijn
koffie te genieten toen mijn pieper ging. Ik keek er kort op en slaakte een zucht. Ik zag ertegenop weer
naar zijn kamer te gaan, maar ik moest wel. Langzaam slenterde ik naar boven en aangekomen bij de
deur ademde ik drie keer diep in en uit en deed toen pas de deur open.
Van de serene sfeer van vanmiddag is niets meer over. Iedereen sprak druk door elkaar. Zijn vader
had een ernstige uitdrukking op zijn gezicht. Toen ik binnenkwam viel het stil. Hij keek me niet eens
aan. Hoe iemand van het ene op het andere moment zo kan veranderen. Omar keek me verwijtend
aan. Pff, dit kan ik er ook nog wel bij hebben. Meneer BenNabil, ik heb de uitslagen van uw
onderzoeken. Pas toen iedereen naar Omar keek ging hij verder. Ik heb goed nieuws, u heeft geen
hersenbeschadiging opgelopen. Dat was nog de vraag, omdat we na de operatie niet wisten of we iets
hadden geraakt. Dat is dus niet het geval. Alleen fysiek bent u erg verzwakt. Het revalideren kan
maanden duren. Ik heb begrepen dat u terug wilt naar Nederland. Dit kan zodra u weer vast voedsel
kunt eten. Het slangetje naar uw buik, waar voedsel doorheen ging heb ik verwijderd, maar voorlopig
zult u alleen vloeibare dingen kunnen eten. BenNabil keek gerriteerd naar buiten. Ik begrijp dat dit
niet is wat hij wilde horen, maar een beetje meer respect kan wel hoor. Omar vroeg zijn ouders met
hem mee te lopen om wat formulieren te tekenen. Safa, kan jij zijn infuus loskoppelen. Die heeft hij
niet meer nodig. Zonder mijn antwoord af te wachten liep hij weg. BenNabil, zijn broers en ik bleven
in de kamer over.
Langzaam liep ik om zijn bed heen. Intussen ik zijn infuus aan het loshalen was, sprak hij met zijn
broers in het Nederlands. Het was duidelijk dat BenNabil niet wist dat ik het ook verstond. Ik wil weg
uit dit gat. Ik had hier ook nooit heen moeten komen. In Nederland zou ik nooit neergeschoten zijn. En
het personeel hier is ook irritant. Daarbij keek hij mij scherp aan. Als straf trek ik hard de pleister van
zijn pols. Zijn gezicht vertrok en zijn ogen vormden zich tot kleine spleetjes. Dat bedoel ik nou, ging
hij verder tegen zijn broers. Die geen antwoord gaven.
Ik pakte de spullen en legde die op het tafeltje. In het Nederlands zei ik: Zo, kan dit irritante
personeelslid verder nog wat voor je doen, of kan ik weg? Je had hun gezichten moeten zien. Vooral
die van BenNabil. Het was moeilijk mijn lach in te houden. Goed, nog een fijne dag. Zei ik meer
tegen Rayan dan de andere twee. Hij was de enige die me met respect behandelde. Voor ik me
omdraaide zag ik nog hoe Fahd mij verbaasd nakeek. Ik trok de deur achter me dicht en leunde er
even tegenaan. Touch BenNabil. En nu snel naar mijn kleine schat.
Ik zie haar zoekend om zich heen kijken. Als ze me in het vizier krijgt, lichten haar mooie oogjes op en
komt ze naar me toe rennen. Vlak voor mijn voeten springt ze op en vliegt me om de hals. Haha, heb
je me zo erg gemist engeltje? En ik plant een kus op haar rode wangetje. Ja! Moet je weer werken
vanavond? Ik zette haar weer terug op de grond en keek haar lachend aan. Vanavond is het jij en ik!
En morgen ben ik ook de hele dag vrij. Dus we kunnen lekker leuke dingen doen! Haar ogen werden
groot van opwinding en ze sprong blij op en neer. Vertederd kijk ik op haar neer. Wat ben ik blij met dit
engeltje.
Poeh, doodmoe komen Aya en ik thuis. We hebben de hele middag in de grote speeltuin gespeeld en
we zijn uitgeput. Gelukkig hebben we al wat gegeten, want de kracht noch de zin om te koken heb ik
niet. We liggen op de bank en staren naar de tv. Onze lievelingssoap is bezig en je kunt een speld
horen vallen, zo stil is het. Ik lijk op mijn papa. Zegt ze dan uit het niets. Ik begrijp niet goed wat ze

bedoeld en kom overeind. De tv doe ik uit. Wat bedoel je Aya, hoe weet je dat? Ik kan me niet
herinneren dat ik haar een foto heb laten zien van haar vader. Bij nader inzien, heb ik die ook
helemaal niet. Dat zei die mevrouw. Mijn hart miste een paar slagen. Ik knielde voor haar neer op de
grond en hield haar bij haar bovenarmen vast. Aya, welke vrouw? Aya, die nu heel goed zag dat ik
me zorgen maakte keek snel weg. Aya. Herhaalde ik streng. Ik mocht het eigenlijk niet zeggen.
Van wie niet? Wie was die vrouw? Ze haalde haar schouders op. Ik weet het niet. Een vrouw was
op het schoolplein en toen zei ze dat tegen mij. Ze zei dat ik het tegen niemand mocht zeggen en toen
ging ze weg. Ze keek me mierzoet aan. Mag nu de tv weer aan? Ja, doe maar. Zei ik afwezig en
stond op. De hele nacht maalde het in mijn hoofd wie de vrouw kon zijn. Misschien dat ze Aya voor de
verkeerde zag. Ik streek voorzichtig over haar slapende gezichtje. De weinige nachten die ik thuis ben,
laat ik Aya bij mij in bed slapen. Dat vindt ze altijd helemaal geweldig. Het verhaal laat me niet los,
maar na veel gepieker val ik toch in slaap.
De volgende dag zijn we pas om twaalf uur wakker. Wat ben ik blij dat het zaterdag is en ik Aya niet
naar school hoef te brengen. Ik had haar onder de douche gezet en was bezig met een uitgebreid
ontbijtje. Ik had alles op tafel gezet en wachtte even op Aya. Waar blijf je engeltje? Riep ik naar haar
kamertje. Maar het bleef stil. Ik liep naar haar kamer en duwde de deur zachtjes open. Daar zag ik
haar hardhandig een kam door haar haren halen. Als ze me opmerkt trekt ze een pruillipje. Stom
haar! Zegt ze huilend. Dat arme kind probeerde haar haren te kammen, maar er zaten allemaal klitten
in. Ik moet ook toegeven dat het een beetje aan de lange kant is. Ach lieverd. Weet je wat we doen?
Ze schudde haar hoofdje heen en weer, nog steeds verdrietig om het feit dat ze die enorme klitten er
niet uit kreeg. Wij gaan ons ontbijtje eten en dan naar de kapper. Dan kan ze je haartjes wat korter
knippen en heb je geen last meer van klitten. Afgesproken? Ze knikte lachend en gaf me de borstel.
Voorzichtig kamde ik haar haartjes door tot ook de laatste klit het moest ontgelden en maakte het vast
met een speldje. Nou kom op het eten wordt koud.
Ik kon mijn ogen niet van haar afhouden. Ze is nog mooier dan ze al was. De kapster had haar haren
in laagjes geknipt waardoor het speels om haar gezichtje viel. Volgens de kapster zou een rechte pony
ook niet misstaan, bij haar ronde gezichtje. En gelijk had ze. Wat een plaatje. Ik zag hoe ze zichzelf
zorgvuldig in de spiegel bekeek. Ze heeft de hele knipbeurt de oren van de kapsters hoofd gekletst.
Als een echt dametje sprong ze van de kruk en bedankte de vrouw. Bij de kassa kreeg ze nog een
lolly, en toen kon haar dag al helemaal niet meer stuk.
We zaten op een terrasje en nipten aan onze enorme glas limonade. Hmm, er was niets lekkerder op
een warme dag als deze. Dan gaat mijn telefoon. Met Safa Baqir. Een zucht. Safa, ik ben blij dat je
ik je kan bereiken. Met Omar. Grr, het is mijn vrije dag, dacht ik gergerd. Wat kan ik voor je doen
Omar? Ja, het spijt me dat ik je op je vrije dag bel, maar Khadija heeft een acute
blindedarmontsteking en ik heb iemand nodig voor BenNabil. Het gaat niet zo goed met hem vandaag.
Hij wil niet eten en heeft 39 graden koorts. Ik heb zelf een operatie staan waar ik echt niet onderuit
kan. Ik dacht na. En ik moest toegeven dat het nieuws over BenNabil me niet in de koude kleren is
gaan zitten. Ik heb geen oppas voor Aya. Zei ik kortaf. Neem haar desnoods mee. Ik beloof je dat ik
het goedmaak met je. Goed ik kom eraan. En ik hing op. Nu moet ik het Aya vertellen, die al
teleurgesteld haar hoofdje afwend. Aya Ja ik weet het, je moet werken. Inderdaad, maar ik heb
nog een assistent nodig, dus ik vroeg me af of je met me mee wilde. Ik moest mijn lachen inhouden
toen ik haar grote oogjes nog groter zag worden. Ik mee naar het ziekenhuis? Maar, mag dat wel?
Natuurlijk, ik heb toch een assistent nodig? Dus is het een ja? Jaaa! riep ze luid. Nou kom op
dan!
Onderweg vertelde ik Aya wat ze precies moest doen. Ze mocht niet te hard praten en niet door de
gangen lopen. Hier was ze het mee eens. Ja, want de zieken mensen moeten rusten. Haar wijze
antwoord had me versteld doen staan. Ook had ik haar een beetje uitgelegd over BenNabil. Ik zei dat
hij heel lang heeft geslapen omdat hij een beetje ziek was geworden. Dit vond ik genoeg voor nu.
Aya kon het goed vinden met Omar. Ze kon iedereen zo om de vinger winden die kleine deugniet.
Toen ik me had omgekleed liep ik met Aya, ik bedoel dokter Aya aan de hand naar boven. De deur van
BenNabils kamer stond op en kier en hierdoor kon ik zien dat iedereen was vertrokken. Ik legde een
vinger op mijn mond ter verduidelijking dat Aya heel stil moest zijn. Toen liepen we op onze tenen naar
binnen. Ik kijk naar BenNabils slapende gezicht. Aya trok me aan de mouw. Tante Safa, heeft hij niet
al genoeg geslapen? Ik schaterde het uit en hield geschrokken een hand op mijn mond. Shhttt! Had
Aya me toegesnauwd en ik moest mijn best doen, niet weer in lachen uit te barsten.

Aya is op het bankje gaan zitten en is wel even zoet met de kleurplaten die ik haar heb gegeven. De
zweetdruppels staan op BenNabils voorhoofd. Ik meet zijn temperatuur. Als ik een piepje hoor kijk ik
op het kleine schermpje. 38,5 Verschijnt er in beeld. Goed zijn koorts zakt dat is een goed teken. Ik
loop naar het badkamertje en maak een washandje nat. Dan loop ik terug en dep voorzichtig met het
washandje over zijn voorhoofd. Langzaam gaan zijn ogen open. Hij kijkt eerst verbaasd, maar dan suf
naar me. Ik besluit voortaan gewoon in het Nederlands tegen hem te spreken. Dat heb ik namelijk al
zes jaar niet gedaan. Ja, alleen tegen Aya, maar dat zijn geen hele gesprekken. Je hebt koorts. Hij
opende zijn mond. Dat had ik al begrepen ja. Ik ben uitgedroogd. Zei hij hees. Ik liep naar de
badkamer en vulde een glas met water. Ik deed er een rietje in en liep naar hem terug. Toen ik
terugkwam zag ik dat Aya op het krukje naast zijn bed stond en hem nieuwsgierig opnam. Het was
een grappig gezicht. Glas water voor meneer. En ik hielp hem overeind komen. Het rietje haalde hij
uit het glas en gooide hij door de kamer. Gulzig dronk hij het glas leeg. Er staat een prullenbak naast
je bed hoor. Zei ik doelend op het rietje dat hij door de kamer gooide. Ik ga niet uit een rietje drinken.
Ben geen klein kind. Zei hij gerriteerd. Nou zo gedraag je, je anders wel. Snauwde ik terug.
Ik wist niet dat jij getrouwd was. Zei hij verbaasd toen hij Aya opmerkte. Jij weet wel meer niet. En
vindt je het zo verbazingwekkend dat ik getrouwd ben. Net voor hij wilde antwoorden kakelde Aya
erdoorheen. GETROUWD? Riep ze verbaasd. Ze is helemaal niet getrouwd! Ik ben blijkbaar niet
de enige die het onwaarschijnlijk vind. Lachte hij. Ik voelde mijn wangen rood kleuren. En waarom is
ze niet getrouwd? Vroeg hij aan Aya. Wat een lef. Dat gaat meneer BenNabil niks aan, h Aya.
Maar zij dacht er blijkbaar anders over. Nou, tante Safa zegt altijd dat zelfstandige vrouwtjes geen
mannetjes nodig hebben. En ze heeft mij al. Volgens mij leek ik nu echt op een tomaat. O, is dat zo.
En hij keek me met samengeknepen ogen aan. Aya, de patint heeft rust nodig. Ga je weer verder
kleuren? Zei ik zo nonchalant mogelijk. Ooh, ok. Maar meneer heeft u nog steeds slaap. U heeft
toch Nog voor ze die zin kon afmaken tilde ik haar van het krukje en bracht haar naar de bank.
Kleuren. Zei ik streng. En liep vervolgens weer naar BenNabil.
Ik zou het op prijs stellen als we mijn privleven hierbuiten houden. Zei ik met scherpe tong. Een
lachje sierde zijn gezicht. Het deed mijn hart sneller kloppen. Jj neemt je privleven mee naar je
werk. Die rotzak heeft ook overal een antwoord op. Ik liep naar de gang en reed het karretje met eten
naar binnen. Ik pakte een bakje appelmoes en een schone lepel. Hij had de hele tijd zijn blik op me
gevestigd, wat me nogal op de zenuwen begon te werken. Ik ging op het krukje zitten. Ik dacht dat
het je dochtertje was. Jullie lijken als twee druppels water op elkaar. Het is een echte schoonheid. Zei
hij lachend. Ik verstijfde. Noemde hij mij nou indirect een schoonheid. Zenuwachtig wreef ik met mijn
hand in mijn nek. Dat effect heb ik wel vaker op vrouwen, dat ze het warm van me krijgen bedoel ik.
En hij lachte al zijn tanden bloot. Wat een arrogante kwal. Als antwoord duwde ik een volle lepel
appelmoes in zijn mond. Dat zal hem leren.
Wat een rust in de kamer. BenNabil was een half uur geleden al in slaap gevallen en ook Aya heeft
zich aan de slaap overgegeven. Ik ruimde de boel een beetje op en besloot dat ik best even een kop
koffie kon halen uit de kantine. Ik dronk de koffie op en besloot een stroopwafel mee te nemen voor
als Aya wakker werd. Ik liep weer terug naar boven en opende zacht de deur. Aya! Riep ik streng.
Daar stond ze, weer op het krukje naast het bed en ze stond over BenNabil neergebogen. Met een
stethoscoop luisterde ze naar zijn hart. Doe ik het niet goed? Vroeg ze geschrokken. Je doet het
heel goed kleine. Zei BenNabil in mijn plaats. En zond me een glimlach. Je assistente klaagde dat
ze zich verveelde en kwam me wakker maken. Hij doet het! Riep ze uit. BenNabil deed of hij
opgelucht was. O, gelukkig. Ik moest hier eigenlijk wel om lachen. Nu gaan we jouw hart luisteren.
Zei kleine Aya opgetogen. Nou, mijn hart doet het dus dat hoeft niet. Ach, doe niet zo flauw. Weer
die lach. Oh ok, maar daarna ga je weer kleuren en jij slapen patint. Ik ging naast Aya staan. Nu
moet je, je jasje opendoen anders kan ik er niet bij. Ook dat nog, en mijn wangen werden warm toen
ik zijn geamuseerde blik zag. Ik draaide een kwartslag zodat hij nu tegen mijn rug aankeek. Flauw
hoor. Fluisterde hij zacht. Aya legde het op mijn hart en luisterde aandachtig naar mijn hart.
Wooow! Zei ze met grote oogjes. Tante Safa, je hart klopt heeeel snel! Shit, hoe red ik me hier nou
uit. Snel deed ik de knoopjes van mijn jasje weer dicht en deed een paar stappen naar achter. Eh, ja
ik heb net op de gang gerend. Stotterde ik. En nu kleuren. Ze deed wat ik vroeg en liep naar de
bank. Ik pakte de stethoscoop en deed hem om mijn nek. Wat vreemd. Dat ik niets van je sprintje heb
gemerkt toen je binnenkwam. Zei hij grijnzend. Ik voelde de hitte weer naar mijn wangen stijgen. Wat
is er toch met me aan de hand, zo gedraag ik me nooit.
We zijn alweer een paar weken verder. BenNabil is wonderbaarlijk goed opgeknapt. Hij loopt nu zelf al
rond. Omar vond het niet nodig hem nog lang hier te houden dus heeft hij zijn ontslagpapieren in orde
gemaakt en kan hij volgende week terug naar huis. Zijn ouders en broers zijn een paar weken geleden

terug naar Nederland gevlogen. Zijn vader heeft een eigen zaak die Rayan sinds kort leidt. En Faouad
moest terug voor zijn studie. Let goed op hem, hij is een lastpak. Had zijn moeder lachend gezegd.
Eindelijk iemand die het toegeeft.
Die koppige BenNabil was in het ziekenhuis alweer begonnen met werken. Aan zijn eigen zaak om
precies te zijn. Hij wilde tot de bodem onderzoeken wie de opdracht had gegeven hem uit te
schakelen en nog belangrijker, waarom. Hij was zo er zo gefixeerd mee bezig, dat hij weinig tijd
besteedde aan zijn revalidatie. Hier konden we soms flinke ruzie om maken. Waarom bemoei je, je
zoveel met me?! Riep hij kwaad. Omdat ik je al bijna twee jaar behandel! Wat denk je nou, dat je de
almachtige bent. Je wilt toch beter worden? Riep ik op mijn beurt verontwaardigd. Weet je wat jij
moet doen, zoek lekker iemand anders om over te moederen. En laat mij met rust. Hij stond moeilijk
op, liep naar het badkamertje en sloeg de deur hard dicht. Weet je wat?! Riep ik door de deur heen.
Zoek het ook maar uit! Boos beende ik zijn kamer uit. Mijn dienst zat er toch op.
We zijn nu al drie maanden verder. Ik zit op de bank met opgetrokken knien. Bij de brand is ons hele
huisje verloren gegaan. Alles was weg, het meeste verdriet had ik om de fotos van mijn moeder, zus
en oma. Aya werd na een dag uit het ziekenhuis ontslagen. En nog een dag later was ze weer
helemaal de oude. Mijn smeekbedes werden verhoord. Ik kreeg een week vrij om bij te komen. Na die
week ging ik weer een half dagje aan het werk. Het was ook de dag dat BenNabil uit het ziekenhuis
werd ontslagen. Zijn broer Rayan was hem op komen halen en samen zijn ze teruggevlogen naar
Nederland. Ik moet eerlijk toegeven dat ik het moeilijk vond dat hij weg ging. Ik zag hem bijna twee
jaar dagelijks, maar goed het leven gaat door. Hij bedankte me voor de goede zorgen en wilde me nog
betalen ook. Dit weigerde ik beleefd. Ik heb geen hulp nodig. Al zeven jaar red ik het op eigen kracht.
Nog die volgende ochtend stond hij op de voorpagina van elke krant. Succesvolle advocaat na twee
jaar uit dood herrezen en BenNabil overleeft aanslag? zijn maar twee voorbeelden van wat kranten
koppen. s Avonds in bed moest ik vooral in het begin vaak aan hem denken, al ging dit tegen mijn
principes in. Ik heb nog nooit wat voor een man gevoeld, maar bij Fahd voelde ik me vreemd. Gelukkig
is hij vertrokken. Dacht ik dan om mezelf te overtuigen dat het zo beter was, maar het hielp niet echt.
Aya is naar school en ik ben alleen thuis. Na de brand heb ik besloten geen nachtdiensten meer te
draaien en altijd een oppas voor Aya te regelen als ik ga werken. Layla heeft aangeboden die te willen
zijn en dat stelt me gerust. Van de gedachten haar te moeten achterlaten bij een vreemde kreeg ik al
rillingen. Van de helft van mijn spaargeld, die eigenlijk bedoeld was voor Ayas studie, heb ik nieuwe
meubelen en kleren gekocht. Layla heeft me goed geholpen het huisje op te knappen en Aya voelde
zich er meteen helemaal thuis.
Ik schrok op uit mijn gedachten toen de bel ging. Ik liep naar de voordeur en opende die. Mijn ogen
stonden groot van verbazing. Hassan? Hij was werkelijk geen spat veranderd. Safa. En hij lachte
zijn tanden bloot. Bij het zien van zijn scheve voortand wist ik het zeker. Nog ietwat overdonderd vroeg
ik hem binnen. Ik had helemaal niet gezien dat er iemand achter hem stond. Het is een lange slanke
vrouw. Ze stak haar hand uit. Aangenaam Safa, ik heb al veel over je gehoord. Ik ben Lana, de vrouw
van Hassan. Ik nam haar onderzoekend op. Vrouw? Ehm, kom binnen. Verbeterde ik mezelf snel.
Een naar gevoel bekroop me. Ik ben bang dat ik weet wat ze komen doen. Ik kwam de woonkamer
inlopen met een dienblad met drie koppen koffie. Ik zag hoe ze de kamer inspecteerden. Aan hun
kleding te zien hadden ze geld, veel geld.
Wat kan ik voor jullie doen? Zei ik toen ik ieder een kopje had aangereikt. Ik ging tegenover ze
zitten. Lana keek me schijnheilig aan. Ik weet niet wat het was, maar ik kreeg de rillingen als ik naar
haar keek. Hassan begon te praten. Je weet vast wel waarom ik hier ben. Ik wil mijn dochter. Ik
moest moeite doen mijn woede te bedwingen. Waar haalt hij het lef vandaan om bijna acht jaar later
zijn dochter op te komen eisen. Hoe bedoel je? Hield ik me van de domme. Hij trok een wenkbrauw
op. Nou zoals ik het zei. Ik wil mijn dochter. Je kent haar niet eens! Riep ik verontwaardigd uit.
Nee, maar daar gaan we verandering in brengen. Ik ben haar vader en ik heb het recht haar mee te
nemen. Meenemen? Het werd glashelder wat hij hier kwam doen. Hij wilde haar niet alleen leren
kennen. Hij wilde haar meenemen, naar weet ik veel waar. Ik stond op. O, meneer heeft eindelijk na
acht jaar zijn vadergevoelens teruggevonden. De zwaarste jaren van haar leven lekker aan mij
overdragen om haar vervolgens op te eisen. Nou je kan het vergeten meneertje. Nu stond ook Lana
op. Doe niet zo belachelijk. Het is zijn dochter, we hebben veel geld en zijn in staat beter voor haar te
zorgen dan jij kunt doen. Vol ongeloof staarde ik haar aan. Hassan stond op en keek zijn vrouw aan.
Ze ging met een chagrijnige blik zitten en hij nam het woord. Luister je hebt haar acht jaar
opgevangen en daar ben ik je dankbaar voor. Maar Lana en ik kunnen geen kinderen krijgen en we

willen er heel graag n. Ik werd misselijk van zijn gepraat. Hoor je wel wat je zegt. Zei ik na een
korte pauze. Je doet alsof het om een nieuwe auto gaat. Wil je een kind, dan adopteer je er maar
n. Aya blijft bij mij. En ga nu mijn huis uit. Mijn uitbrander beviel hem niet. Zijn donkere ogen
vormden zich tot kleine spleetjes. Ook Lana stond op en ging naast haar man staan. We vertrekken
nu, maar hier ga je spijt van krijgen Safa. Mijn dochter krijg ik sowieso, maar jij kiest de moeilijke weg.
Nou dan kun je het krijgen ook. Zei hij boos. Mijn huis uit, voordat ik de politie bel. Schreeuwde ik.
Net voor ik de deur achter ze dicht wilde gooien plaatste hij zijn voet ertussen. Ik ben benieuwd wat
de rechter ervan vind als hij hoort dat Aya bijna levend was verbrand, omdat jij haar thuis had
opgesloten. En met die laatste woorden gezegd te hebben vertrokken ze hand in hand. Ik sloot de
deur met trillende handen, mijn hart ging als een razende tekeer. Ik begrijp het niet, hoe weet hij van
de brand? En wat zag mijn zus in hem. Ik heb hem nooit gemogen, vond hem nep, schijnheilig. En na
al die jaren blijkt het dat mijn gevoel gelijk had. Wat moet ik nu doen? Een traan volgde zijn weg naar
buiten. Aya.
Gespannen wacht ik af tot hij de hele brief gelezen heeft. Dan kijkt hij me aan. Mijn hoopvolle blik
verdwijnt meteen. Mevrouw Baqir, u wordt opgeroepen voor de voogdijzaak om Aya Redouani.
Baqir! Haar naam is Aya Baqir. Riep ik fel. Hij stopte even en ging toen verder. Ik raad u aan om
erheen te gaan. De zaak zal voorkomen in Nederland, omdat de vader die nationaliteit heeft
aangenomen. U zult ook in Nederland op zoek moeten gaan naar een andere advocaat. Ik neem
namelijk geen zaken aan in het buitenland. En als ik niet ga? Hij keek me indringend aan. Dan ben
je haar sowieso kwijt. Ik liet de woorden even op me inwerken en liep toen naar het raam. Buiten ging
het leven gewoon verder, terwijl het mijne met de komst van Hassan was gestopt. Aya heb ik zo goed
en zo kwaad als dat kon ingelicht over de situatie. Het enige dat ze zei, was dat ze bij mij wilde blijven.
Dat zorgde ervoor dat ik mijn oude kracht terug kreeg. Ik ga voor haar vechten.
Wat zijn mijn kansen? Vroeg ik om de stilte te verbreken. De rechter gaat een kind toch niet bij haar
moeder weghalen? En ik draaide me naar hem om. Dat is het nou juist mevrouw Baqir, u bent niet
haar moeder. Ik griste de brief van zijn bureau greep mijn tas en liep naar de deur. Ik ben meer
moeder voor haar geweest, dan hij ooit vader voor haar zal zijn. En met die woorden verlaat ik het
kantoor.
Stilletjes zitten we naast elkaar, wachtend op het te vertrekken vliegtuig. Ik kijk naar buiten en neem
de omgeving in me op. Dit is de eerste keer in acht jaar dat ik Marokko verlaat. En ik kom alleen terug,
mt Aya. Naast me zit ze stilletjes voor zich uit te staren. Ik wil haar geruststellen, zeggen dat alles
goed komt, maar ik kan het niet. Ik kan het niet omdat ik niet weet f het wel goed komt. Na enkele
minuten wordt er omgeroepen dat we onze gordels vast moeten maken, omdat het vliegtuig gaat
vertrekken. Ik klik eerst Ayas gordel dicht en dan die van mezelf. Omdat ze al de hele dag niets wil
zeggen, laat ik haar maar. Als het vliegtuig in beweging komt voel ik hoe ze mijn hand vastpakt. Ik kijk
haar aan en kan de angst in haar ogen lezen. Of het angst is voor haar eerste vliegtocht of angst mij
kwijt te raken, is voor mij een raadsel.
Het was heel raar, maar toen ik voet zette in Amsterdam voelde ik me meteen thuis. Het is wel
veranderd sinds de laatste keer dat ik hier was. Op het VVV kantoor wezen ze me op een goedkoop
hotelletje. Dit keer had al mijn spaargeld het moeten ontgelden. Ik nam alles op, in totaal drieduizend
euro. De rechtzaak was over twee weken, en dat was precies ook de tijd die ik had om een advocaat
te vinden. Aya had vanmiddag haar ogen uitgekeken. Alles is van steen hier. Had ze verbaasd
gezegd. Ik was blij dat ik haar tweetalig had opgevoed. Want al sinds we hier aangekomen zijn, praat
ze alleen maar Nederlands met me. Voor even is ze alle problemen vergeten. Nadat we wat gegeten
hadden zijn we meteen naar het hotel gegaan om te slapen. Het was een eenpersoons kamer, maar
wel n met een extra groot bed. Ze was al in dromenland voor haar hoofdje het kussen raakte. Ik
nam nog een douche, langer dan vijf minuten had ik hem de afgelopen acht jaar niet gehad. Dus ik
maakte van de situatie gebruik door er lekker lang onder te blijven. Ik heb daarna nog lang liggen
piekeren. Hoe ben ik toch in deze situatie terecht gekomen. Ik had Hassan nooit op zijn woord moeten
vertrouwen en het zwart op wit moeten laten zetten dat hij de voogdij aan mij toekende. Hoe red ik
mezelf hier nu uit? Als ik zie dat mijn vingertopjes gerimpeld zijn, stap ik uit de douche. Ik droog me
zorgvuldig af en hijs me in mijn pyjama. Dan ga ik voorzichtig naast Aya liggen. Uren kijk ik naar haar
slapende gezichtje, bang die op een dag niet meer te zien. Dan val ik in slaap, met Aya nog steeds in
mijn gedachten.
In een klein restaurantje aten Aya en ik stilletjes ons ontbijtje op. Echte Hollandse pannenkoeken. Aya
likte haar vingers erbij af. Wat gaan we vandaag doen tante Safa? Ik keek in haar pretoogjes.

Vandaag gaan we op zoek naar iemand die ons gaat helpen. Dus drink snel je melk op dan gaan
we. Ze knikte en dronk haar melk in n teug op. Ik vroeg de rekening en betaalde. Ik moest op mijn
centen letten dus gaf ik geen fooi. Het scheelde dat het zomer was want jassen, die hadden we niet.
We liepen door de drukke straten. Ondertussen was ik druk in gedachten. Waar vind ik nu in
hemelsnaam een goede advocaat. Ik stond abrupt stil voor een kleine kiosk, toen haalde ik muntgeld
uit mijn zak en betaalde de medewerker. Ik haalde de krant uit de rieten mand en keek naar de
voorpagina. BenNabil terug en betere advocaat dan ooit. Dat is het! BenNabil moet me helpen. Ik
bladerde snel naar de volgende bladzijde om te lezen in welk advocatenkantoor hij werkte. Aya keek
me alleen maar geluidloos aan. Daar zie ik het al staan. BenNabil, die het succes is van
advocatenkantoor Terpstra heeft een belangrijke zaak gewonnen Aan een voorbijganger vroeg ik
de weg naar het advocatenkantoor. Het blijkt niet heel ver weg te zijn en besluit het stukje te lopen.
Het is immers mooi weer. En de lucht is hier niet zo verstikkend als in Marokko. Voor het eerst sinds
mijn terugkeer in Nederland had ik hoop, hoop op een goede afloop. Samen met Aya sta ik voor een
imposant gebouw. Het heeft wel dertig verdiepingen gok ik. De deuren zijn van glas waardoor we naar
binnen kunnen kijken. Ik zie een grote balie waar drie dames achter zitten. Mijn gedachten zijn bij
BenNabil en mijn hart klopt in mijn keel. De gedachten alleen al om hem zometeen na bijna een half
jaar te zien. Ik trek Aya mee naar binnen en loop rechtstreeks op de balie af. Een wat oudere vrouw
kijkt me vriendelijk aan. Mevrouw wat kan ik voor u doen? Ik slikte. Ik zoek het kantoor van meneer
BenNabil. Ze nam me argwanend op. Heeft u een afspraak? Maar natuurlijk. Loog ik. Goed, u
kunt beter de lift nemen, want zijn kantoor bevindt zich helemaal bovenaan, op de 32ste verdieping.
Daar kunt u zich bij de balie melden. Vriendelijk bedankt. En met Aya aan mijn arm maakte ik dat ik
weg kwam voordat ze erachter zou komen dat ik helemaal geen afspraak heb. We stonden in de lift.
Aya zong vrolijk een liedje en ik hield het bijna niet meer van de zenuwen. Een Ping liet ons weten
dat we op de 32ste verdieping waren aangekomen. De deuren schoven langzaam opzij en
ontmaskerden een grote hal. Langzaam liepen we die in. Alles was strak ingericht. Ik zag
verschillende deuren, ik las alle naambordjes. Daar is het, de deur van BenNabils kantoor. Helaas
begaf die zich pal naast de balie waar een vrouw achter zat. Midden in de grote hal stond een bruine
lederen bank. Hier liep ik naartoe en ik beval Aya te gaan zitten. Ok, ik ga nu even naar binnen.
Beloof me dat je hier blijft zitten, met niemand praat en wacht tot ik terug ben. Ok, tante Safa. Ik
beloof het. Ik drukte een kus op haar hoofdje en liep toen op de balie af. Ik probeerde een
zelfverzekerde blik op te zetten.
Goedendag, ik kom voor de heer BenNabil. Zei ik zo netjes mogelijk. Ze nam me onderzoekend op.
Ik keek snel even achterom waar ik Aya in een tijdschrift zag bladeren. Uw naam? Was het enige dat
ze zei. Nou, ze mocht wel wat aan haar humeur doen. Baqir. Ze tikte met haar lange nagels wat in
de computer. En na een paar seconde keek ze me weer aan. U staat er niet in. U kunt elke werkdag
tussen acht en n bellen voor een afspraak. En ze ging verder met waar ze mee bezig was. Wat een
arrogant misbaksel. Nou dan heb je pech, ik ben hier nu en ik eis BenNabil te spreken. Nu! Mijn
borst ging hevig op en neer. Ze stond op en zette haar handen in haar zij. Zoals ik al zei, u staat niet
op de lijst. En nu weg hier voordat ik de beveiliging bel! Brulde ze. Het volgende moment ging de
deur met een ruk open. Wat heeft dit te betekenen!? Gromde hij. Ik slikte en deed een stap achteruit.
Zijn blik gleed over mijn lichaam. Duidelijk verbaasd over het feit dat ik hier was. Ja, meneer ze
beweert dat ze een afspraak heeft, maar ze staat niet op de lijst en nu wil ze niet weg. Jammerde de
feeks. Weer ging mijn borstkas hevig op en neer, en dit keer niet omdat ik woedend was. Het is goed
Tessa. Zei hij zonder zijn blik van me af te wenden. Baqir. Zei hij met een knikje. BenNabil. Zei ik
op mijn beurt. Hij draaide zich om en liep zijn kantoor in. Ik kon het niet laten Tessa een vuile blik te
geven voordat ook ik zijn kantoor inliep.
Hij deed de deur dicht en zwijgend stonden we tegenover elkaar. Hij was nog knapper dan ik me kon
herinneren. Hij droeg een antracietkleurige pantalon. De mouwen van zijn kreukvrije witte overhemd
had hij opgestroopt en zijn stropdas hing losjes om zijn nek. Zijn haar zat warrig. Wat zag hij er
aantrekkelijk uit, mijn hart klopte in mijn keel en even was ik bang dat hij hem zou horen kloppen. Toen
bracht hij een hand naar zijn haar. Was dit een poging mij gek te maken, want dan is dat bij dezen
gelukt. Mijn ogen werden als een magneet naar hem toe gezogen. Hoe gaat het met je revalidatie?
Vroeg ik om de nare stilte te verbreken. Een lachje sierde zijn gezicht. Ja prima, maar je hebt geen
drieduizend kilometer gereisd om te vragen hoe het met mij gaat. Ik voelde mijn wangen warm
worden.
Hij kuchte even en wees toen naar een stoel. Hier ging ik zitten en hij nam achter zijn bureau plaats.

Hij bleef me maar aanstaren en ik wendde beschaamd mijn blik af. Ik had niet gedacht je nog eens
terug te zien Baqir. Zo zie je maar hoe onvoorspelbaar de toekomst is. Zei ik op mijn beurt. Goed
en waar heb ik je bezoek aan te danken. Aya. Ik zag zijn blik veranderen en hij schoof zenuwachtig
over zijn stoel. Wat is er met Aya? Vroeg hij luchtig. Ik legde het verhaal uit, niet in details. Over haar
moeders plotselinge dood haar vader die mij vroeg haar te verzorgen en zijn plotselinge terugkeer om
Aya op te eisen. En ik wil jou graag als mijn advocaat. De hele tijd had hij aandachtig naar me
geluisterd, maar ik merkte dat hij me niet n keer in de ogen keek. Na mijn verhaal was het een tijdje
stil tot hij opstond en naar het raam liep. Sorry ik kan je niet helpen. Zei hij droogjes. Hij dacht
natuurlijk dat ik een armoedzaaier was zonder geld. Ik heb geld hoor om je te betalen en Het
gaat niet om het geld. Zei hij hard. Nu stond ik ook op. Mag ik dan weten waarom je mijn advocaat
niet wilt zijn. Vroeg ik boos. Hij keek me aan. Safa het is geen kwestie van willen De deur ging
open. Geschrokken keek ik hem aan. Ik dacht na over wat hij hier zou komen doen. Ik keek van hem
naar BenNabil en nu begonnen de puzzelstukjes in elkaar te vallen. Jij bent zjn advocaat? Vroeg ik
ongeloofwaardig. Hassan liep naar binnen. Ja, hij is mijn advocaat dus zoek maar een ander. Zei hij
met een vals lachje. Ik kon niets meer uitbrengen en staarde alleen maar ongelovig naar BenNabil die
mij medelijdend aankeek. Dus jij gaat hm helpen de enige persoon in mijn leven af te pakken? Ik
kon het nog steeds niet bevatten. Safa zei hij zacht. De kamer tolde voor mijn ogen en de tranen
in mijn ogen vertroebelden mijn zicht. Ik negeerde hem verder pakte mijn tas en beende het kantoor
uit. In de hal aangekomen zag ik die feeks Lana naast Aya zitten. Ik rende naar haar toe, trok zonder
wat te zeggen Aya bij haar vandaan en liep compleet van slag weg. Het is hopeloos, ik raak haar kwijt.
Ga maar televisie kijken. Ik ga even douchen. Zei ik tegen Aya. Ik kon zien dat ze helemaal in de
war was over wat er allemaal is gebeurd. En die feeks van een Lana zal haar ook wel leugens hebben
verteld, maar nu moet ik even alleen zijn. Meteen nadat ik de badkamerdeur dicht had gedaan barste
ik in huilen uit. Ik zakte op de grond en legde mijn hoofd op mijn knien. Wat moet ik doen, ik ben
radeloos. Toen ik naar hem toeging had ik sterk het gevoel dat ik de rechtzaak zou winnen. Hoe kan
hij dit doen. Hoe kan hij Hassan helpen Aya bij me weg te halen. Zijn woorden in het ziekenhuis de
nacht van de brand waren dus alleen maar om me gerust te stellen. Die rotzak. Ik moet zo snel
mogelijk op zoek naar een advocaat. Al zie ik het nu heel somber in.
Safa, luister naar me. Jij zorgt al acht jaar voor haar. Technisch gezien ben je ook haar moeder. Je
bent verantwoordelijk voor hoe ze is geworden. Een prachtmeid. En dat is allemaal dankzij jou. De
rechter houdt daar ook rekening mee hoor. Het deed me goed deze woorden van Layla te horen. Ik
ben blij dat ik haar heb gebeld. De rechtzaak is morgen al en mijn hart begeeft het bijna. Maar nu,
dankzij haar woorden voel ik de spanning uit mijn lichaam trekken. Dankjewel Layla. Je wilt niet
weten hoeveel die woorden voor mij betekenen. Het is de waarheid. En ga nu wat proberen te
slapen, zodat je scherp bent in de rechtzaal morgen. Ik bedankte haar nogmaals en beloofde haar
meteen te bellen als het achter de rug was. Van die nacht kwam er echter geen slapen.
Aya lag nog te slapen, het was nog vroeg, 06.30 om precies te zijn. Ik lag de hele nacht te woelen en
was al een uur wakker. Toen ik niet weer in slaap viel ben ik maar opgestaan en gaan douchen. We
moeten om 10.00 in de rechtzaal zijn. Hans Verstraten, mijn advocaat zegt dat ik een goede kans
maak morgen. Ik moet ook op hem vertrouwen, maar ik ben zo bang. BenNabil heeft nog nooit een
zaak verloren. Ok, Safa hou op met dat gepieker. Sprak ik mezelf streng toe.
Ik liep naar de enige kast die in de hotelkamer stond. Speciaal voor de rechtzaak had ik voor Aya en
mij een nieuwe jurk gekocht, om een goede indruk te maken. Ik pakte die van Aya en legde hem op de
stoel, haar nette schoentjes zette ik ervoor op de grond. Ik liep naar de spiegel en bekeek mezelf. Ik
had kringen om mijn ogen dus ik besloot mezelf voor de verandering op te maken. Na een kwartier
bekijk ik het resultaat. Wat mascara en rouge voor je kunnen doen zeg. Doordat ik mijn ogen donker
had opgemaakt leken ze nog groener dan ze al waren. Ik hees mezelf in de nieuwe jurk die
zwartgekleurd was en tot net over mijn knien liep. Om de taille had hij een dun ceintuurtje en de jurk
viel van daaruit wijd naar beneden. Hij had geen mouwtjes en daar voelde ik me nu erg ongemakkelijk
bij. Ik liep weer naar de kast en zocht tussen mijn kleren. Gevonden. Ik trok het marineblauwe vestje
aan. Mijn dikke golvende haar viel langs mijn gezicht. Ik besloot het aan n kant opzij te zetten met
een speldje. Toen ik klaar was keek ik goedkeurend naar mijn spiegelbeeld.
Het was nu tijd geworden Aya wakker te maken. Ik plantte kleine kusjes op haar gezicht en lachend
deed ze haar oogjes open. Eerst keek ze verbaasd en toen glimlachte ze van oor tot oor. Wouw tante
Safa, wat ben je mooi! Ik moest lachen. Jij zult zo nog mooier zijn. Nou sta op douchen en dan kleed

ik je aan. Ze sprong snel op en ontdeed zich van haar pyjama. Zingend stond ze onder de douche. Na
een kwartiertje stond ze in haar jurk voor de spiegel waar ik haar haartjes aan het borstelen was. Het
had zijn oude lengte terug en golfde tot ver onder haar schouders. Toen we helemaal klaar waren
stonden we geluidloos naar onze spiegelbeeld te kijken. We leken als twee druppels water op elkaar.
Tante Safa, ik wil bij jou blijven. Ik zakte door mijn knien en nam haar gezicht in mijn handen.
Lieve Aya, het maakt niet uit wat de rechter vandaag beslist. Ik laat je nooit in de steek. Ik ademde
rustig in en uit, maar van binnen spatte ik bijna uit elkaar van spanning. Aya zat naast me op het
bankje in het gerechtsgebouw. Mijn advocaat was buiten even een telefoontje plegen. Ik denk dat Aya
zich hetzelfde voelt als ik. Al is ze nog maar acht jaar, ze is een heel slimme meid en weet
dondersgoed wat er allemaal aan de hand is. Beide zeiden we niets. Woede borrelde in me op. Er
kwam nog net geen rook uit mijn oren, toen ik BenNabil het gerechtsgebouw binnen zag komen.
Rustig Safa, als je hem aanvliegt, kan je fluiten naar de voogdij. Loop alsjeblieft door. Loop alsjeblieft
door, dacht ik gespannen. Maar nee hoor. Precies voor het bankje stond hij stil. Ik keek naar zijn
schoenen, weigerde hem aan te kijken. Hallo Aya. Hoorde ik zijn zware stem zeggen. Ken je mij
nog? Uit mijn ooghoeken zag ik haar hevig met haar hoofdje knikken. Ja, jij bent de slapende
meneer! Hij moest hard lachen. Inderdaad. Hij gaf haar een aai over de bol en liep toen verder. Als
het niet in deze situatie was geweest, had ik er ook om kunnen lachen, maar helaas.
Mijn hart kromp ineen toen Lana en Hassan onze kant op liepen. Die grijns zou ik met alle liefde van
hun gezicht willen slaan. Toen ze wat tegen Aya wilden zeggen stond ik op en ging voor haar staan.
Loop verder en laat Aya met rust. Probeerde ik rustig te zeggen, maar de trilling in mijn stem
verraadde mijn ingehouden woede. Lana trok Hassan mee aan zijn arm. Geen zorgen liefje, na
vandaag kun je haar elke dag zien en spreken. Ze keek me nog vijandig aan toen liepen ze weg.
Waar blijft Hans nou? Een klein minuutje later kwam hij aanlopen met een koffertje in zijn rechterhand.
Hij was niet alleen zag ik. Een vrouw van middelbare leeftijd liep naast hem. Ze zag er wel vriendelijk
uit. Sorry dames, het ging over een andere zaak van me. Zullen we naar binnen gaan? We stonden
beide op. Aya, jij kunt niet naar binnen, deze mevrouw zal op je passen tot de grote mensen binnen
klaar zijn. Ik zag een ernstige blik op Ayas gezicht. Ze weet dat ze niet met vreemden mee mag. Het
is goed engeltje. Ga maar met de mevrouw mee. Zei ik met een brok in mijn keel. De vrouw pakte
haar hand en samen liepen ze weg.
Hans en ik liepen de zaal in. Ik voelde alle ogen op me prikken en vooral die van BenNabil. De kwal,
hoe hij me zo ongegeneerd stond te observeren. Nog nooit een vrouw in een jurk gezien zeker. Naast
de tafel van de tegenpartij namen we plaats. We moesten alleen nog maar wachten op de rechter. Ik
hoopte dat het een vrouw was. Maar helaas. Er kwam een man binnen van een jaar of vijftig gehuld in
een toga. Iedereen ging staan, pas toen hij plaatsnam ging iedereen weer zitten. De zenuwen werden
alleen maar erger en mijn mond was kurkdroog. Ik nam een slok water van een glas dat op tafel stond.
Goedemorgen. Zei de rechter. Na een korte pauze ging hij verder. We zijn hier vandaag voor de
voogdijzaak. En het betreft Aya Redouani. Toen hij die naam opnoemde wilde ik het bijna
uitschreeuwen. Bijna. Beide partijen worden verhoord. En naar aanleiding daarvan zal ik tot een
uitspraak komen. Mijn blik ging naar die van Hassan. Die klootzak had een bepaalde blik in zijn ogen.
Een blik dat zei dat hij ging winnen vandaag, maar mooi niet dat, dat zonder slag of stoot gaat
gebeuren. De heer Hassan Redouani. U mag plaatsnemen in de getuigenbank. Na de eed stond
mijn advocaat op en begon met zijn vragenlijst.
Meneer Redouani, hoe lang was u in Marokko voordat u mijn clinte bezocht? Een paar weken.
Reageerde hij kortaf. Een paar weken dus. En in die paar weken had u geen tijd of geen zin om uw
dochter op te zoeken? Protest, hij legt mijn clint woorden in de mond. Hoorde ik BenNabil brullen.
Toegewezen. Zei de rechter. Ik begreep niets van die woorden. Goed ik formuleer mijn vraag
anders. Meneer Redouani, waarom ging u niet eerder bij u dochter langs? Ik zag Hassans
gerriteerde blik. Omdat ik niet wist waar ze zich bevond. Pas na een paar weken had mijn priv
detective haar gevonden en toen ben ik meteen naar haar toegegaan. Ik hield het niet meer. Wat een
leugenaar, ik wist zeker dat hij al weken wist waar we waren, de schoft. Een paar vragen later was
Hans klaar en was het de beurt aan BenNabil. Hij stond op liep om de tafel en keek me vluchtig aan.
Toen ging zijn blik naar Hassan.
Meneer Redouani, verteld u even in uw eigen woorden wat er acht jaar geleden is gebeurd. Hassan
schraapte zijn keel. Langzaam begon hij aan het verhaal. Hoe mijn zus en moeder zijn omgekomen en

dat hij daardoor erg van slag was. Met moeite bedwong ik de tranen die hun weg naar buiten zochten.
Hoe durft die schoft de namen van mijn moeder en zus in de mond te nemen. Ik was helemaal in de
war. In een fractie van een minuut was ik mijn geliefde vrouw verloren. En bleef ik achter met een paar
maanden oud kind. Ik wist helemaal niet wat ik moest doen. Toen heeft Safa zo lang op me ingepraat
dat zij voor Aya zou zorgen. Ik wist helemaal niet dat ze haar mee zou nemen naar Marokko. En er
alles aan zou doen om haar bij me weg te houden. Ze gaf me namelijk ook de schuld van het
ongeluk. Mijn mond viel open van verbazing. Alles is gelogen! Wat een hufter. Hij ging verder met zijn
toneelspel. ''Toen ik hoorde dat mijn geliefde dochter bijna omkwam bij een brand wist ik dat ik haar
moest meenemen. Naar Nederland, waar zij een toekomst heeft. Maar ik ben niet zoals Safa, ik neem
niet zomaar een kind mee naar een vreemd land. Al had ik dit makkelijk kunnen doen, ik ben haar
vader. Maar ik wilde Safa nog een kans geven. Zij is echter zo verbitterd, dat ze meteen een rechtzaak
wilde. Het verhaal werd steeds mooier. Nu ben k het die een rechtzaak wilde. Mijn handen jeukten
om niet naar hem uit te halen. Als de rechter dit fantasieverhaal geloofd dan is er flink wat mis met zijn
ogen en oren. Goed, dank u wel. Ik ben klaar. Gromde de advocaat van de duivel.
Toen was het mijn beurt om plaats te nemen in de getuigenbank. Ik nam diep adem en keek strak voor
me uit. Mijn advocaat stelde me een paar vragen, maar hij vroeg me niet mijn verhaal te doen. Hier
werd ik best boos om. Ik moest ook de kans krijgen mijn verhaal, het echte verhaal, uit de doeken te
doen.

De rechter gaf BenNabil nu toestemming mij vragen te stellen. Er liep een koude rilling over mijn rug
toen hij mijn kant op kwam lopen en voor me tot stilstand kwam. Hij keek me indringend aan.
Vanbinnen deed dit veel met me, maar vanbuiten probeerde ik zo koel mogelijk te zijn. Mevrouw
Baqir. Ik wil u een paar vragen stellen over uw verblijf in Marokko. Ik knikte. Hoe verdiende u de
kost? Door zielige mannetjes als jij te verzorgen, lag er op het puntje van mijn tong. Maar ik moest
me inhouden. Ik ben verpleegster in een groot ziekenhuis. Hij knikte. En hoe vaak werkte u daar?
Vaak. Zei ik kortaf. Er verscheen een domme grijns op zijn gezicht. En hoe vaak is vaak? Mijn
bloed borrelde. Elke doordeweekse dag en na overleg soms in het weekend. Hij knikte. En wat voor
diensten waren dit? Dit waren vooral nachtdiensten. Ok, dat betekende dus dat Aya s nachts bij
een oppas was. Toch? Ik wist waar hij heen ging, die hufter probeerde me uit de tent te lokken. Het
is heel moeilijk een goede oppas te vinden. Hij keek me doordringend aan. Wat wilt u daarmee
zeggen mevrouw Baqir? Mijn hart ging als een razende tekeer. Ik liet haar s nachts thuis, alleen.
Nu ik dit zo zeg, klinkt het ook heel onverantwoordelijk. Vindt u dat niet een beetje te ver gaan voor
een meisje van Aya der leeftijd? Aya is heel wijs voor haar leeftijd. En mijn buurvrouw had mijn
huissleutel en ging elk uurtje bij haar kijken. Zei ik snel. Ok, maar stel nou dat er brand uitbreekt.
Het was net of mijn hart stopte met kloppen. Hoe durft hij dit tegen mij te zeggen. Hij weet hoe van
streek ik erover was. Er is ook brand uitgebroken, nietwaar mevrouw Baqir. Ging hij verder toen ik
niets zei. Ik kon niets meer uitbrengen. Hij had me in een hoek gedreven waar ik onmogelijk nog
uitkon. Er is zeven maanden geleden brand bij u thuis uitgebroken terwijl u op werk was en Aya lag te
slapen. Dit heeft haar bijna het leven gekost. Of heb ik het mis mevrouw Baqir? Er liep een traan over
mijn wang. Ik ben een goede moeder. Piepte ik.. Zijn harde blik veranderde bij het zien van mijn
tranen. Ik ben klaar edelachtbare. En hij liep terug naar zijn tafel.
Mevrouw Baqir u mag weer gaan zitten. De woorden hoorde ik wel, maar ze drongen niet tot me
door. Mevrouw Baqir u mag weer gaan zitten. Zei de rechter dit maal luider. Langzaam stond ik op.
Ik hield mijn blik op de vloer gericht. En ging op mijn plaats zitten. Hans zei geen woord tegen me, wat
niet veel goeds betekende. Goed, ik stel voor dat we een pauze van een half uur inlassen. Hierna zal
ik tot een uitspraak komen. Hij sloeg met zijn houten hamertje op tafel en dat deed me doen
opschrikken. Langzaam verliet iedereen de zaal. Bijna iedereen. Ik bleef zitten. Ik Wilde niet dat Aya
me zo van streek zag. Hans gaf me een klopje op mijn schouder en liep toen ook weg.
Nog voor ik er erg in had was het half uurtje voorbij. Iedereen kwam weer langzaam de zaal
binnendruppelen. Hassan en Lana met een grote lach op hun gezicht. Het was rumoerig. Ik zag
BenNabil en Hassan druk discussiren. BenNabils blik stond ernstig. Toen de rechter binnenkwam
werd het stil en stond iedereen op. Toen hij zat, namen wij ook weer plaats. Goed, ik heb een besluit
genomen. Ik moet zeggen dat ik het jammer vind dat beide partijen er niet zelf uit kunnen komen.
Mevrouw Baqir, acht jaar heeft u voor Aya gezorgd. Dit blijft niet onopgemerkt. Maar ik moet ook aan
het welzijn van het kind denken. Die er bijna niet meer was geweest. Ik ben van mening dat haar
vader gelijk heeft over haar opvoeding, die hier beter tot zijn recht komt. Hij is getrouwd en heeft een

stabiele leefsituatie voor Aya opgebouwd. Mevrouw Baqir, u bent n kostwinnaar n huisvrouw. Dit
gaat niet goed samen. Niet als u alleen bent. Daarom heb ik besloten de voogdij aan de heer
Redouani toe te zeggen. Er zal een ontmoetingsregeling zijn zodat mevrouw Baqir en Aya elkaar
kunnen blijven zien. Gejuich aan de tafel naast me. Bij mij voelde het alsof al het bloed uit mijn
lichaam trok en er een geest overbleef. Ik kon niets meer. Niet praten, niet huilen en al helemaal niet
schreeuwen.
Ik stond op en rende de zaal uit. Ik rende alsof mijn leven er vanaf hing. Op de gang hapte ik naar
adem en mijn tranen rolden over mijn wangen. Daar zat ze, mijn engeltje. Acht jaar in mijn leven en nu
wordt ze me wreed ontnomen. Toen ze me zag kwam ze naar me toe rennen en sprong in mijn armen.
Tante Safa, mag ik met jou mee? Ik hield haar zo stevig vast als ik kon. Na een paar minuten zette ik
haar weer op de grond. Ik zakte op mijn knien om oogcontact met haar te maken. Tante Safa,
waarom huil je? Ik mag toch met jou mee? Ik probeerde de brok in mijn keel door te slikken, zodat ik
mijn stem weer terug kreeg. Ik hoorde Hassan en Lana achter me lachen. Mijn engeltje. Weet je hoe
trots ik op je ben? Ik veegde een traan weg die over haar wangetje gleed. Je lijkt precies op je
moeder. Dapper en moedig. Mijn stem trilde. Engeltje, die meneer daarbinnen zegt dat het beter is
als jij bij papa gaat wonen. Ik kon het niet geloven. Hoe kon dit gebeuren. Ze kan toch niet bij hem
wonen. Maar ik moet sterk zijn. Sterk zijn voor Aya. Ik wil niet bij hem wonen, ik wil bij jou blijven. Zei
ze huilend. Dat weet ik ook liefje, maar het moet. Ik beloof dat ik je zo vaak mogelijk kom opzoeken.
Nee! Je hebt beloofd me niet in de steek te laten. Ik wil niet met hun mee! Gilde ze. Het brak mijn
hart. Hassan kwam naar ons toelopen. Aya, ik ben je papa. We zullen het heel leuk krijgen samen.
En Lana zal ook heel goed voor je zorgen. Ze keek hem niet eens aan. Hassan pakte haar hand en
wilde haar meenemen. Nee ik wil bij tante Safa blijven! Ze sprong in mijn armen. Hassan werd boos.
Je ziet haar heus wel terug, maar nu moeten we gaan. Hij trok haar bij me weg en tilde haar op. Aya
sloeg wild om zich heen. Je had het beloofd tante Safa! Je had het beloofd!
Een zaterdag. Daar moet ik het mee doen. Al bijna drie maanden zie ik Aya op de zaterdag. Ik haal
haar s ochtends om zeven uur op en moet haar zondagochtend zeven uur weer bij Hassan afzetten.
Een thuis zal het nooit zijn. Elke zaterdag is Aya dolblij me weer te zien, maar de glinstering in haar
ogen is verdwenen. Ik vraag haar heel vaak naar de situatie bij Hassan, maar daar laat ze niet veel
over los. Dit tot mijn grote verbazing. Vroeger konden we overal over praten. Ik heb besloten het los te
laten en alleen nog maar heel leuke dingen te doen met haar. Hassan woont in een belachelijk groot
huis. Ik weet niet waar hij het geld vandaan heeft gehaald, maar als Aya het goed heeft ben ik blij.
Het is donderdagmiddag. Nog twee dagen, en ik kan haar weer in mijn armen sluiten. Ik heb mijn baan
en mijn leven in Marokko opgegeven. Kort na de uitspraak ben ik erheen gevlogen om ontslag te
nemen. Dit tot grote verdriet van Omar. Hij kon het echter wel begrijpen en die gedachte stemde me
gerust. Ik heb ook mijn meubelen verkocht. Veel bracht het niet op, maar alles was beter dan niets. En
het moeilijkste dat ik heb moeten doen is afscheid nemen van Layla. Mijn allerbeste vriendin. Die me
door dik en dun heeft gesteund en geholpen waar zij dat kon. Het was erg emotioneel, maar ik heb
haar beloofd, vaak te zullen opzoeken.
Dan nog al het papierwerk regelen, bij de gemeente. Dat ik weer een Nederlandse staatsburger ben
en al die onzin. Ik mag dan wel een Nederlands paspoort hebben, ik zal me altijd het eerst
Marokkaans voelen. Ik heb nog een paar weken in het hotel gezeten, totdat ik met spoed een woning
toegewezen kreeg. Het is in de stad, niet echt dichtbij Aya, maar in die buurt, is het wonen voor mij
onbetaalbaar. Het is een klein flatje, niet dat ik in Marokko groter gewend was, maar hier in Nederland
is het anders. Benauwd voel ik me hier soms. Misschien omdat ik hier altijd alleen zit. Ik heb ook een
nieuwe baan gevonden. In de thuiszorg zit ik nu. Ik ben blij dat ik nog wat heb kunnen vinden in de
zorg, aangezien dit mijn passie is. Mensen helpen. Hier werk ik elke dag tot drie uur, behalve op
vrijdag, zaterdag en zondag. Dan ben ik vrij. Je kunt zeggen dat ik de draad weer heb opgepakt.
Hassan dacht eerst dat ik terug zou gaan naar Marokko, maar jammer voor hem. Ik ga helemaal
nergens heen.
Wat zou ik toch zonder je moeten mijn kind. In de deuropening stond mevrouw Jansma achter haar
rollator. Ik lachte naar haar. U kunt helemaal niet zonder me. Zei ik lachend. Ik was klaar met werken
en had net even de huiskamer afgestoft omdat mevrouw Jansma daar allergisch voor is. Ze bewoog
zich langzaam naar de bank en kwam met een plofje neer. Zal ik een kopje koffie voor u zetten
mevrouw Jansma? En ik liep al naar de keuken. Op n voorwaarde mijn kind, dat je een kopje met
me meedrinkt. Natuurlijk drink ik met u mee. Zei ik opgewekt en deed het koffiezetapparaat aan.

Die arme mevrouw Jansma, sinds haar man is overleden voelt ze zich vaak heel alleen.
Tien minuutjes later zaten we tegenover elkaar op de bank van ons heerlijke kopje koffie te genieten.
Mevrouw Jansma was een echte kwebbeltante. Ze deed me aan Aya denken, omdat zij ook geen
minuut haar mondje kan dichthouden. Overmorgen kun je, je kindje weer zien. Zei ze, alsof ze wist
dat ik aan haar dacht. Ja! Zei ik opgewekt en kon mijn brede grijns niet verbergen.
Met mijn handen diep in mijn jaszakken liep ik over straat naar de supermarkt. Het was herfst, en deze
kou was ik niet meer gewend. Ik had ook een heel nieuwe garderobe aangeschaft, ik kan hier niet elke
dag met een djellaba rondlopen. Ik moet nog boodschappen doen voor het eten van vanavond. Wat
zal ik vandaag eten? Ik liep de warme supermarkt in met een karretje en duwde hem vooruit naar de
zuivelafdeling. Na een paar rondjes in de supermarkt besloot ik macaroni te maken. Ik kocht ook
pannenkoekenmix. Het lievelingseten van Aya sinds we hier zijn. Dan kan ik dat zaterdagmorgen voor
haar maken. Met een vol boodschappenkarretje reed ik naar de kassa en twee volle, zware
boodschappentassen later verliet ik de supermarkt.
Het was al aardig donker geworden en ik moest nog een eindje naar huis lopen. Een oude man zat
met een stapel krantjes buiten voor de supermarkt kou te kleumen. Ik had medelijden met de man dus
gooide ik twee euro in het bakje. Hij schonk me een glimlach waarbij zijn tanden niet zichtbaar
werden. Hij had ze namelijk niet. Hij reikte me een krantje aan, die nam ik dankbaar aan. Omdat het
begon te regenen deed ik hem in mijn tas om thuis te lezen. Nu moest ik heel thuis zien te komen,
door dit noodweer.
Brrr! Wat is het koud buiten! Ik stapte snel mijn warme huisje binnen en sloot de deur achter me. Ik
zette de verwarming nog wat hoger en ging snel douchen. Mijn haar was helemaal doorweekt en mijn
kleding kleefde op mijn lichaam. Het was dan ook een hele klus om deze uit te doen.
Na de heerlijk warme douche hees ik me in een joggingbroek en groot T-shirt en liep de keuken in. De
boodschappen borg ik op en de krant legde ik neer op tafel. Het was eerst even wennen om voor n
persoon in plaats van twee te koken, maar ook dat ben ik nu wel gewend. Net als aan de
eenzaamheid s avonds. Ik zet de televisie aan op een muziekzender en zing vrolijk mee, terwijl ik het
eten klaarmaak.
Al snel ben ik klaar. Ik schenk een glas water voor mezelf in en zet deze samen met mijn bord
stomende macaroni op het dienblad. Gewapend met al het lekkers, - het water loopt me in de mond loop ik naar de woonkamer en ga op de bank zitten. Ik zap van kanaal naar kanaal en stop bij mijn
favoriete soap. Ik begin aan mijn heerlijke maaltijd, want die heb ik wel verdiend na een drukke dag als
deze. Gelukkig ben ik morgen vrij.
Mijn handen, die nog nat zijn van de afwas, droog ik af en ik ga op de bank liggen. Heerlijk
ontspannend dit. Toen bedacht ik me dat ik een reep melkchocolade had gekocht. Snel stond ik op en
liep naar de koelkast. Aaah, gelukkig hij ligt er. Ik scheur het papier open en bijt er een flink stuk af.
Dan loop ik nog kauwend, met de reep in mijn handen terug naar de woonkamer. Ik pak de krant die
op de tafel ligt. Ik blader er een beetje doorheen totdat ik bij de derde pagina kom. Ik schiet overeind.
Een foto van de man die mijn leven heeft verwoest. Lachend. Ik negeer mijn hart, dat hevig klopt bij
het zien van deze bijzonder knappe man. Groot feest ter gelegenheid van opening eigen
advocatenbureau BenNabil. Aan n stuk door lees ik het artikel die de gehele pagina bedekt uit. Zo,
dus hij opent zijn eigen bedrijf. Om nog meer families uit elkaar te trekken zeker. En hij geeft er nog
een groot feest voor ook. Het feest zal morgenavond in het gebouw plaatsvinden waar BenNabil zijn
intrek heeft genomen. Er zullen veel belangrijke zakenlieden en pers aanwezig zijn. En is alleen voor
genodigden. Terwijl ik dit las schoot me een geweldig idee te binnen. Ik liet het even tot me
doordringen. Ja, dat is het. Ik ga erheen. Ik ga erheen en maak iedereen duidelijk dat hij niet de man
is die ze denken dat hij is. De grote machtige BenNabil gaat morgenavond neer. Ik kan niet geloven
dat ik dit echt ga doen. Dit is ook echt niets voor mij, maar hij haalt het slechtste in me naar boven. Ik
kan het niet uitstaan dat iedereen maar denkt dat het zo een goede man is. Hij heeft mijn leven
verwoest! Dat kan ik niet ongestraft laten gebeuren. Nog een paar uurtjes en het feest gaat beginnen.
Ik zit op de bank met een kop thee en kijk naar de mooie jurk die ik vanochtend heb gekocht. Hij was
duur, maar aangezien ik geen uitnodiging heb, moet ik al mijn charmes in de strijd gooien en de portier
mag geen moment denken dat ik daar niet thuis hoor. Ik zet mijn kopje thee neer op tafel en besluit te
gaan douchen, om zo mijn zenuwen een beetje te bedwingen. Ik heb haast niet geslapen vannacht
van opwinding. Een paar keer besloot ik het toch niet te doen, maar dan kwam dat duivelse stemmetje

weer naar boven.


Een heerlijke douche later sta ik mijn haar te fhnen. Ik besluit het op te steken. Er gaan veel
onzichtbare schuifspeldjes in mijn haar, voordat het blijft zitten, maar het resultaat is geweldig al zeg ik
het zelf. Was Layla maar hier. Dacht ik bedroefd. Ok Safa, na vanavond voel je, je niet meer
verdrietig, maar blij. Blij dat je die kwal op zijn plek hebt gezet. En nu opschieten de tijd tikt verder. Ik
maak mijn ogen donker op. Wat donkergroene oogschaduw en mascara. Dit is nog een heel gedoe. Ik
doe nooit mascara op, dus ik zit er een paar keer naast. Lang leve de wattenstokjes! Nog een beetje
rouge en mijn lievelings parfum op en klaar is Kees. Ik kijk in de spiegel. Ben ik dat? Ik herken mezelf
bijna niet meer.
Dan pak ik mijn jurk en trek hem aan. Hij is echt prachtig saffiergroen tot net op de knien. Hij heeft
n bandje dat heel mooi afgezet is met paars gouden steentjes. De kleur van de jurk staat heel goed
bij mijn lichtgetinte huid. Ik trek een panty uit mijn linnenkast en hijs me erin. Als ik naar de hoge
hakken kijk die in het hoekje staan, krijg ik spijt dat ik hieraan ben begonnen. Ik loop nooit op hakken,
dit gaat nog moeilijk worden. Ik heb er de hele ochtend op geoefend. En pas toen ik geen enkele keer
meer door mijn enkel ging vond ik de training geslaagd. Ik deed mijn knopjes in mijn oren. Toen dacht
ik aan de gouden ketting. Hij was van mijn oma. Ze had hem aan mijn moeder gegeven, die hem altijd
droeg. Toen mijn moeder was overleden heeft mijn oma hem aan mij gegeven. Het is een simpele
gouden hanger, waar een bloem in staat gegraveerd. Je kunt hem opendoen en dan zie je een foto
van mijn oma aan de linkerkant, en een foto van mijn moeder aan de rechterkant. Omdat ik hem altijd
draag is hij niet verloren gegaan bij de brand. Ik pakte hem van mijn nachtkastje en deed hem om. Ik
wreef er nog eens overheen. Toen stapte ik in mijn martelwerktuigjes, de pumps dus en ging voor het
eindresultaat voor de spiegel staan. Een paar minuten stond ik zwijgend naar mijn spiegelbeeld te
kijken. Ok, ik ben er klaar voor. Ik deed nog snel het adres van waar het feest werd gehouden, in mijn
tasje, en pakte snel mijn jas van de kapstok toen ik getoeter hoorde. Ik rende naar het raam en zag de
taxi staan. Ok Safa, this is it.
In de taxi kon je een speld horen vallen. De chauffeur heeft een paar keer geprobeerd een gespek met
me aan te knopen, maar ik deed heel kortaf. Ik was bang dat ik anders de hele auto onder zou
spugen, zo misselijk was ik. Een paar keer stond ik op het punt het af te blazen, maar mijn
nieuwsgierigheid won het van mijn angst. Toen we de straat inreden, zag ik wat een belangstelling er
was. De rij was lang en stond vol met bekakte mensen. Ik was zo geobsedeerd naar ze aan het kijken
dat ik niet door had dat de taxi al stilstond. Wilt u misschien weer terug naar huis? Ik schrok op van
de harde stem van de chauffeur. Eh, nee sorry. Stotterde ik. Ik pakte mijn tasje en betaalde de man.
Ik stapte uit en stond van een afstandje te kijken. Haalde diep adem en liep toen naar de overkant. Ik
was blij dat ik mijn jas had aangedaan, aangezien ik nog wel even in de rij stond. Door elke vrouw in
de rij werd ik vies aangekeken. Hier werd ik zo onzeker van dat ik weg wilde, naar huis en als ik ooit
nog zo een dom idee zou bedenken, zou ik me thuis opsluiten en de sleutel uit het raam gooien. Net
toen ik me om wilde draaien werd ik tegengehouden. Goedenavond mevrouw. Uw uitnodiging?
Geschrokken draaide ik me om. Eh, ja die ben ik vergeten. Stotterde ik en zette intussen mijn
mooiste glimlach op. De grote portier was hier echter niet van gecharmeerd. Sorry mevrouw. Geen
uitnodiging? Geen feestje. Ergens was ik hier wel blij mee, ik zou mezelf compleet voor joker hebben
gezet. Sorry, maar ze hoort bij mij. Op dat moment deed de man die achter me in de rij stond een
stap naar voren en pakte me bij mijn arm. Sorry dat ik zo laat ben schat. Zei hij met een lach. Ik was
nog steeds overdonderd en kon geen woord uitbrengen. Hij gaf zijn uitnodiging aan de portier en een
korte knik gaf aan dat we verder mochten lopen.
Eenmaal binnen in de hal vond ik mijn stem terug en bedankte de man. Hij keek me lachend aan en
stelde zich voor. Ik ben Isaac Idel, officier van justitie van beroep. Ik pakte zijn hand. Aangenaam.
Hij lachte zijn rechte tanden bloot. Het was een aantrekkelijke man, dat was zeker zo. Maar hij kon
niet aan BenNabil tippen. Ik schrok van mijn eigen gedachten. Mag je redder de naam van deze
schoonheid weten? Ik voelde de hitte naar mijn wangen stijgen. Eh, ja Safa. Zei ik snel en wende
beschaamd mijn gezicht af. Een vrouw die zo beeldschoon is en dat niet weet van zichzelf maakt
haar vele malen mooier. Hij pakte mijn hand en plantte er een kus op. Fijne avond. Zei hij nog, en
liep toen de grote zaal in. Ik kreeg kippenvel van die man, maar moest er wel om lachen. Ik liep naar
de garderobe en gaf mijn jas af.
Ik moest een paar keer slikken toen ik de zaal betrad. Het was echt schitterend gedecoreerd. Groot.
De zaal zat overvol. Ik liep de steile trap af en hoopte dat ik er niet vanaf zou vallen. Mijn hand had ik

stevig om de leuning geklemd. Stiekem had ik al een beetje rondgekeken, in de hoop BenNabil te
zien, zodat ik snel weer kon gaan. Maar helaas, hij is nergens te bekennen.
De hele avond proberen mannen me te versieren. Walgelijk hoe doorzichtig deze mannen zijn. Een
beetje make-up en ze slaan al op hol. Mijn voeten beginnen te zeuren en ik beloof ze thuis te
verwennen met een lekker voetenbadje. Heb je het naar je zin mooie dame? Ik draai me snel om en
zie Isaac weer voor me staan. Ik had eigenlijk helemaal geen zin in een gesprekje, maar het was beter
dan de hele avond alleen staan. Eh, ja hoor. Zei ik snel. Je hebt helemaal geen drankje. Riep hij
verontwaardigd. De muziek stond best hard, waardoor ik heb slecht kon verstaan. Wat wil je
drinken? Doe maar een Spa blauw. Schreeuwde ik boven de muziek uit. Spa blauw voor
mevrouw. En met een knipoog vervolgde hij zijn weg naar de bar. Ik keek om me heen. Mijn knien
begonnen te knikken. BenNabil kwam de zaal binnen. Iedereen begon te klappen. Iedereen behalve
ik. Ze juichen de duivel zelfs toe, dacht ik verontwaardigd. Hij zag er ontzettend aantrekkelijk uit in zijn
smoking. Aan zijn arm hing een blonde dame met een veel te kort jurkje. Ik wed dat als ze zou bukken
je haar hele achterste kon zien. Misselijkmakend was het hoe hij haar bij haar middel vasthield. Wat is
er Safa, jaloers? Hoorde ik dat duivelse stemmetje weer zeggen. Natuurlijk ben ik niet jaloers. Op zo
een barbiepop zeker. En ik wil niks met die kwal te maken hebben. Ze liepen de trap af en al de hele
tijd had hij die grijns op zijn gezicht. Een grijns die ik met alle liefde van zijn verwaande kop wilde
slaan. Hij werd beneden al meteen door de pers belaagd.
Zo, hier is je drankje. Dankjewel Isaac. En ik dronk gulzig van mijn water. Ik had niet door dat ik zo
een dorst had. Wat vind jij van die BenNabil? Probeerde ik zo nonchalant mogelijk te vragen. Ach,
wat kan je van hem zeggen. Hij werkt hard. Maar hij heeft zo een arrogantie. Ik kan je zeggen dat
BenNabil en ik niet de beste vrienden zijn. In de rechtbank staan we vaak tegenover elkaar. Ik knikte.
O, daar zal je hem hebben. Ik draaide me om en schrok toen ik zag dat hij onze kant opliep. Ik
draaide mijn rug naar hem toe En deed alsof ik het standbeeld dat er stond aan het bewonderen was.
Isaac, wat leuk dat je er bent. Ik was vergeten hoe zijn stem klonk. Ik werd er helemaal warm van.
BenNabil, lang niet gezien. Hoorde ik Isaac op zijn beurt zeggen. Je kon aan het gesprek wel horen
dat het niet de beste vrienden zijn. Ga je me niet voorstellen aan je date? Hoorde ik BenNabil
grommen. Ik deed het bijna in mijn jurk van de zenuwen. BenNabil, dit is Safa. Safa, BenNabil. Ik
draaide me om en op dat moment stond ik oog in oog met hem.
Het leek oneindig. Hoe hij me van top tot teen aankeek met een sullig lachje om zijn lippen. Hij stak
zijn hand uit. Ik gaf hem een hand. Aangenaam Safa. Zei hij zonder zijn blik van me af te wenden.
Omdat ik niet wist of mijn stem vast genoeg zou klinken hield ik mijn mond en knikte alleen maar. Toen
hoorde ik een kuchje. Snel liet hij mijn hand los en keek naar de Barbie die zich als lijm op zijn lichaam
had geplakt. Ga je mij niet voorstellen liefje? Zei ze zo zwoel dat ik een kotszakje nodig had. Liefje?
Ehm, ja dit is Kim. En hij keek me weer indringend aan. Isaac gaf haar een hand en begon een
praatje, maar ik weigerde haar die te geven. Er was iets aan zijn blik, warm. Het bracht me in de war.
Ik moest niet vergeten waarom ik hier was.
Isaac en BenNabil waren weer in een saai gesprek verwikkeld. Af en toe vond zijn blik die van mij. Ik
dronk van mijn Spa en hield die Kim in de gaten. Die zich elke keer als ik keek tegen BenNabil
opvleide. Ik was het zat. Excuseer me. En ik liep snel weg voordat Isaac zou vragen waar ik
heenging. Ik liep naar de bar en bestelde weer een Spa blauw. Hierna ga ik naar huis. Ik ben het zat.
Achterlijk plan. De muziek stond zo hard dat mijn oren ervan gingen suizen. Ik nam net een slok toen
ik een hand op mijn onderrug voelde. Ik schrok zo dat ik me verslikte en in een hoestbui belandde.
Toen ik uitgehoest was, draaide ik me boos om. En keek ik in zijn prachtige ogen. Ik wilde je niet
laten schrikken. Zei hij met ernstige blik. Hij boog zich naar mijn oor. Ik voelde zijn warme adem in
mijn nek en een rilling liep over mijn rug. Waarom ben je hier? Het deed me snakken naar adem.
Isaac vroeg me mee. Zei ik zo zoet mogelijk. Zijn blik werd donker en hij keek gerriteerd. Hij is niet
goed voor je. Blijf uit zijn buurt. Hij doet zich anders voor dan hij is. Ik werd woedend. Jij hebt lef.
Eerst verwoest je mijn leven en dan ga je ook nog bepalen met wie ik wel of niet omga. Ik heb je
maanden verzorgd en als dank pak je mijn kindje van me af. En als er iemand is die zich anders voor
doet dan hij is dan ben jij het wel hufter! Ik was buiten zinnen en gooide mijn de volle inhoud van mijn
glas in zijn gezicht. Toen pas drong het tot me door. Het was doodstil in de zaal, iedereen keek naar
me. Ik had niet door dat de muziek was gestopt en dat bijna iedereen mijn relaas heeft kunnen horen.
BenNabil keek me nog steeds aan. Ik zag zijn ingehouden woede. Snel draaide ik me om en rende de
zaal uit. Bij de garderobe keek de vrouw achter de balie me minachtend aan. Toen ze mijn jas aangaf
rende ik het gebouw uit.

Pas toen ik de straat uit was gerend stond ik stil en hapte naar adem. Het was laat en er was niemand
op straat te bekennen. Het regende ook nog eens pijpenstelen. Ik was helemaal doorweekt, maar dat
kon me niets schelen. Ruw werd ik aan mijn arm getrokken. Ik keek in zijn ogen die op onweer
stonden. Ook hij was doorweekt. Laat me los je doet me pijn! De woede in mijn stem kon je nog
goed horen. Gelukkig regende het, want de tranen rolden over mijn wangen. En deze zak zou me niet
zien huilen. Jij gaat helemaal nergens heen. Zijn stem klonk gevaarlijk kalm. Ik stond te rillen op mijn
benen van de kou. Hij deed een stap dichterbij. Onze gezichten stonden zo dicht bij elkaar dat ik zijn
adem bijna kon proeven. Zijn ogen stonden donker, intens. Het volgende moment drukte hij zijn lippen
op de mijne. Mijn hart sloeg een paar slagen over. Ik voelde zijn greep om mijn pols verslappen. De
kus duurde nog geen vijf seconden, maar het was genoeg om mijn hele lichaam in vuur en vlam te
zetten. Geschrokken deinsde ik achteruit. Minutenlang stonden we tegenover elkaar in de regen.
Beide niet wetend wat te doen. Tot hij zich omdraaide en wegliep. Ik kon het niet geloven. Mijn voeten
stonden aan de grond genageld. Toen hij uit zicht was bracht ik mijn vingers naar mijn lippen die nog
steeds warm aanvoelden. Ik voelde zo veel tegelijk. Woede, onbegrip maar vooral verwarring. Die
nacht kon ik niet slapen. Dat was ook niet zo verwonderlijk na gisteravond. Alle gebeurtenissen
maalden door mijn hoofd. Waarom kuste hij me? Voelde hij hetzelfde als ik? Hoezeer ik hem ook
veracht, mijn vervloekte hart probeert me wijs te maken dat hij de man van mijn dromen is. Mijn ware.
Ik dacht dat ik me nu goed zou voelen, maar wie houd ik voor de gek. Ik heb ontzettend spijt van mijn
harde woorden. Hij deed toch eigenlijk ook maar zijn werk?
Ik zat in de bus onderweg naar Aya. Wat ben ik blij dat ik haar vandaag weer zie. Als de bus bij de
halte waar ik uitmoet stopt, sta ik snel op om uit te stappen. Ik heb een heel leuk dagje voor Aya
gepland. Eerst gaan we naar mijn huis, samen pannenkoeken bakken. En dan gaan we naar de
dierentuin. Het is vandaag een prachtige zonnige dag dus dat wordt vast genieten.
Als ik voor de deur van Hassans huis sta wordt die met een ruk opengemaakt. Aya springt in mijn
armen. Tante Safa! Je bent laat! Ik kijk haar strenge gezichtje aan en barst in lachen uit. Sorry
baas, ik had de bus gemist, maar het wordt een hele leuke drukke dag voor ons. Nu maakte haar
strenge blik plaats voor een glimlach van oor tot oor. Zorg je dat ze op tijd terug is? Ik keek op en
zag Hassan in de deuropening staan. Zeven uur scherp. Antwoordde ik droog en liep samen met
Aya weg.
Die kleine deugniet probeerde de hele weg te achterhalen wat de planning voor vandaag was. Maar ik
hield mijn lippen stijf op elkaar. Dat zie je zelf wel. Had ik haar gepest. Nu staan we samen in de
keuken en maken de lekkerste pannenkoeken van het land. Wil jij alvast de poedersuiker en
appelstroop op tafel zetten Aya? Ja hoor. Zei ze en sprong van het aanrecht. Inmiddels wist ze wel
waar alles stond. Ik had voor ieder drie pannenkoeken gemaakt. Aya had het beslag geroerd en haar
wangetjes zaten onder de pannenkoekenmix. Aya kom eens hier, je lijkt net een spookje. Ik maakte
een theedoek nat en wreef die over haar wangetjes. Zo je bent weer helemaal schoon. Zei ik
lachend.
Tijdens het eten was het muisstil. Dat gaf al aan hoe lekker de pannenkoeken waren. Om je vingers bij
af te likken. Aya heeft nog nooit zo snel haar eten opgegeten. Ze schoof haar bord naar achter en nam
een slok van haar melk om de boel door te slikken. Zo, heb je lekker gegeten? Deze vraag hoefde ik
niet eens te stellen. Ze knikte hevig met haar hoofdje. Ik besloot alles af te wassen als we thuis waren,
ik kon dat arme kind echt niet langer in spanning houden. Zo ben je klaar om te gaan? Ja, ja! Riep
ze luid. Haha, die arme schat. Ik zou haast denken dat Hassan nooit wat leuks met haar doet.
We liepen langs de dierentuin. Pas toen ik stilstond begreep ze dat we hierheen gingen. Gaan we
naar de dierentuin? Vroeg ze, terwijl haar oogjes groot werden van opwinding. Ik knikte en nam haar
mee naar de ingang. Hier betaalde ik de kaartjes en we konden doorlopen. Uren liepen we door de
dierentuin. Ze rende, sprong en lachte. Ik had haar in tijden niet zo vrolijk gezien. Aya, heb je zin in
een suikerspin? Vroeg ik toen we naar de apen stonden te kijken. Ja, en mag ik ook een beetje
popcorn? Ik aaide haar over der bol. Natuurlijk engeltje. Het kraampje was vlak bij de aapjes. Loop
je mee? Ze was echter helemaal op de apen geconcentreerd. Mag ik bij de aapjes blijven? Nou
vooruit. Niet met vreemden praten ik ben zo terug. Met mijn portemonnee in mijn handen liep ik op
het kraampje af. De zon scheen fel in mijn ogen en ik deed snel mijn zonnebril op. Er stond best een
lange rij, maar ik ging zo staan, dat ik Aya kon zien. Die stond nog steeds bij de aapjes. Haar lachende
gezichtje maakte mijn hele dag goed. Mevrouw, wat wilt u hebben? Ik schrok op uit mijn gedachten.

O, doe mij maar twee suikerspinnen en een zakje zoete popcorn. Ik keek toe hoe de roze suikerspin
steeds groter werd en ik kon niet wachten om mijn tanden erin te zetten. Ik betaalde en nam het
lekkers mee.
Mijn hart sloeg een slag over. Hij was het. En hij stond met Aya te praten. Hij had een zonnebril op,
maar ik herkende hem uit duizenden. Wat deed hj in godsnaam in een dierentuin en wie was dat
jongetje aan zijn hand? Hij heeft me niet gezien dus ik kan maken dat ik wegkom, shit maar Aya staat
daar. Net op dat moment wees Aya mijn kant op en ik zag BenNabil opkijken. Busted! Ik liep met de
suikerspin voor mijn gezicht naar ze toe. Tante Safa, hij is geen vreemde. Met hem mag ik praten
toch? Ik knikte alleen en ze pakte snel een suikerspin uit mijn handen. Hij moest lachen om Ayas
opmerking. En dat deed me smelten. Wil je wat van mijn suikerspin? Vroeg Aya aan het jongetje.
Zijn wangetjes werden rood en hij verstopte zich achter BenNabils been. Hier geef hem mijn
suikerspin maar Aya. Ze nam de suikerspin van me over en hield die voor het gezichtje van het
verlegen jongetje. Nu ik zo naar hem keek, leek hij wel erg veel op BenNabil. Hij deed voorzichtig een
stap naar voren en keek BenNabil met grote ogen aan. Pak maar Imrane. Het mag wel. Zei hij
zachtjes. Zijn stem deed mijn knien knikken. Imrane nam de suikerspin aan en begon ervan te
snoepen. Nu was het ijs gebroken en hij en Aya kwebbelden er een eindje op los.
Tussen BenNabil en mij hing er een gespannen sfeer. Ik wilde wat zeggen om deze verstikkende stilte
te doorbreken, maar wat moest ik in hemelsnaam zeggen? Moest ik over de kus beginnen? Nee, dat
moet hij doen. Lekker weertje h. Probeerde ik maar. Hij zei niets, en knikte alleen. Ik baalde ervan
dat hij een zonnebril ophad. Aan zijn ogen had ik kunnen zien wat hij nu dacht. Hij lijkt op je. Weer
geen antwoord, alleen dat stomme knikje. Zeg, je mag wel wat terug zeggen. Of voel je, je daar te
goed voor? Zei ik fel. Hij keek me even aan en wendde zijn blik toen weer af. Je bent heel duidelijk
geweest gisteravond. Merkte hij droog op. Waar sloeg dat nou weer op. Nou, jij anders heel
onduidelijk. Ik verzamelde al mijn moed. Waarom kuste je me? Fluisterde ik, bang dat Aya wat zou
horen. Nu deed hij zijn zonnebril af en er verscheen een gemene grijns op zijn gezicht. Dat stelde
niets voor. Was het alweer vergeten, laten we de situatie maar de schuld geven. Zei hij. Ik negeerde
de steek in mijn hart. Wat was ik blij dat ik nog wel mijn zonnebril ophad, zo kon hij mijn gekwetste blik
niet zien. Het was stil. Net toen hij wat wilde zeggen rende Imrane weg.
Pas toen hij naar ons terugliep zag ik dat het Rayan, de oudere broer van BenNabil was. Hij droeg een
klein meisje op zijn arm. Zo we zijn er weer. Zei hij opgewekt. Plasje gedaan, h Yasmine. Hij keek
de kleine meid lachend aan. Hallo Rayan. Zei ik snel. Ik had hem al bijna een jaar niet gezien. De
dag dat hij BenNabil uit het ziekenhuis kwam ophalen was de laatste keer. Dus ik wist niet of hij me
nog herkende. Hij deed zijn zonnebril af en keek me een paar tellen aan. Zuster Baqir! Riep hij uit en
stak zijn hand uit. Die nam ik lachend aan. Dat is een tijd geleden. Ik knikte. BenNabil zei niets en
keek alleen maar toe. Rayan gaf hem een por in de zij. Wat is de wereld toch klein h broertje.
Inderdaad. Zei hij droog. Ik kon zien dat zijn Rayan hem vragend aankeek. Je hebt mooie kinderen,
tbarkAllah. En wreef over het bolle wangetje van Yasmine. Haha, ze lijken op hun moeder,
Godzijdank. Ik barste in lachen uit. Nou, Aya en ik moeten gaan. We hebben nog een hele terugreis
voor de boeg. O, wij hebben het ook wel gehad. Fahd, jij bent toch met je eigen auto? Breng haar
thuis wil je? Ik stribbelde snel tegen. Nee, dankjewel. Maar wij redden ons wel. Die arrogante kwal
hoeft mij echt niet thuis te brengen. Hij keek op. Ik sta erop. Weer dat lachje. Ik durfde er niet
tegenin te gaan. Hij nam nog even afscheid van de kinderen en ik liep alvast naar Aya toe, die alweer
druk in gesprek was met Imrane. Aya ga je mee? Ze keek teleurgesteld. Maar gaf me toch een
hand. Doei Imrane. Doei Aya! Zei hij terug. Wat een dropjes. Ik nam nog even afscheid van Rayan.
Ik vond het leuk hem weer gezien te hebben.
Zwijgend liepen we naast elkaar. Aya rende voor ons uit en was van haar popcorn aan het eten. Die
kleine vreetzak. Hij was zo stil dat ik bijna vergeten was dat hij naast me liep. Nu ben ik het zat! Ik
stopte met lopen en sloeg mijn armen over elkaar. Pas na een paar minuten zag hij dat ik niet meer
naast hem liep. Hij keek zoekend om zich heen en toen hij me zag liep hij gerriteerd naar me toe.
Moet ik je op mijn rug dragen? Vroeg hij cynisch. Weet je, ik heb het helemaal gehad met dat
sarcastische toontje van je. Zei ik boos. Hij haalde het bloed onder mijn nagels vandaan. Aya stond
bij de zeehonden te kijken. Dus ik hoefde niet zachtjes te praten. Waarom kan je niet gewoon doen
en dat acteerwerk van je laten vallen. Hij keek me met opgetrokken wenkbrauw aan. Jij bent de
actrice hier, niet ik. Weet je, als je, je met die Isaac wilt inlaten moet je dat zelf weten, maar speel niet
de heilige Maria. Dit geloof je toch niet! Is dat waar je kwaad om bent? Minachting was van zijn blik
af te lezen. Boos? Wat denk je zelf. Al duik je met Jan en alleman de koffer in. Net toen ik wilde

uithalen pakte hij mijn pols vast. Ik rukte mezelf woest los en moest mijn tranen bedwingen. Ben je
getraind zo een zak te zijn of is het een gave. Ik was woedend! Ik draaide me om, liep op Aya af en
trok haar mee naar de uitgang. Een gave! Hoorde ik hem nog roepen. Slappe zak.
Ik heb een auto gekocht. Nou auto? Het is eigenlijk een heel klein autotje. Donkerblauw van kleur,
zuinig, snel en gemakkelijk te parkeren. Wat wil een vrouw nog meer? Aya is er gek op, nu hoeven we
niet meer door de regen te lopen. Regen, als ik daaraan dacht, dacht ik aan hem. En aangezien het
hier elke dag regent, denk ik ook elke dag aan hem. Ik heb hem na het dierentuinbezoek niet meer
gezien, nu twee weken geleden. De zondag na het feest kwam ik tot een verschrikkelijke ontdekking.
Ik stond in de krant. Niet n krant, maar alle kranten. Als ik aan de kopteksten denk, kan ik mezelf
wel voor mijn kop slaan.Gefrustreerde vrouw valt BenNabil aan. Exotische schoonheid gooit water in
gezicht BenNabil. En dat zijn maar twee van de vele voorbeelden. Er stonden ook fotos bij. Wat heb
ik een geluk dat ik me helemaal had opgedoft. Niemand herkent me namelijk. Ook niet de mensen bij
wie ik al maanden werk. En die gedachte stemt me ietwat gerust. Ik heb zijn telefoonnummer
opgezocht, maar elke keer als hij overging hing ik op. Ik wilde mijn excuses maken, maar eerlijk
gezegd was ik bang dat hij iets zou zeggen om mij te kwetsen. Uiteindelijk heb ik het zo vaak
geprobeerd dat ik dat nummer wel kan dromen.
Ik baal zo dat ik niemand heb om mee te praten of leuke dingen mee te doen. Ik ben echt helemaal
alleen. Soms denk ik, wat doe ik eigenlijk hier in Nederland? Maar dan denk ik aan Aya en vergeet ik
het snel. Ik besloot haar even op te bellen om te kletsen. Ik toetste het nummer in en hij ging lang over
voor er werd opgenomen. Met Lana. Hoorde ik haar droog zeggen. Met Safa, kan ik Aya even
spreken? Het bleef lang stil. Hallo? Ben je er nog? Ik hoorde haar kuchen. Ze kan niet aan de
telefoon komen, ze is ziek. Ziek? Vroeg ik bezorgd. Wat heeft ze? Buikpijn, ik moet ophangen ze
roept me. Een klik bevestigde dat ze had opgehangen. Een naar gevoel besloop me. Ik pakte mijn jas
en autosleutels en liep de deur uit. Als ze echt ziek is, heeft ze me nodig.
Tijdens het rijden kon ik mijn gedachten moeilijk bij de weg houden. Het was acht uur en al donker,
waardoor ik nog minder zicht had. Buikpijn. Misschien had ze wel een blindedarmontsteking. Gisteren
was ze nog bij me en was er niets aan de hand. Ik scheurde de straat in, zette mijn auto op de oprit en
rende naar de deur. Ik zag dat Hassans auto er niet stond. Ik belde aan. Het leek wel een eeuwigheid
te duren. Toen deed Lana de deur open. Ze keek verbaasd. Wat doe jij hier? Schreeuwde ze. Ik
kom even bij Aya kijken, ik ben zuster geweest dus misschien is het ernstig. Ik wilde naar binnen
lopen, maar ze hield me tegen. Jij gaat helemaal nergens heen tante. En nu weg voordat ik de politie
bel. Ik was haar helemaal zat en duwde haar hardhandig opzij. Aya! Aya waar ben je? Achter me
rende Lana naar de telefoon. Van mij mocht ze de politie bellen, maar ik moet weten of het goed gaat
met Aya. Ik rende de trap op naar boven. De deur van haar kamer stond open en ik zag haar op bed
liggen. Ik haastte me naar haar toe. Engeltje, wat is er met je? Toen ze me zag begon ze hard te
huilen. Ik pakte haar stevig vast. Wat is er, waar heb je pijn? Ze wreef over haar buikje. Ik tilde haar
shirtje op. Haar buik was helemaal opgezet, dit betekende geen goeds. Zijn ze helemaal gek
geworden. Ze moet hier weg, naar het ziekenhuis. Het volgende moment werd ik vanachter bij mijn
schouders gepakt. Wat doe jij hier? Wegwezen! Ik schrok van Hassans bloeddoorlopen ogen. Wat
een engerd. Hassan laat me los! Ze moet naar het ziekenhuis! Zei ik vastbesloten. Ik stribbelde flink
tegen, maar dit maakte alles nog erger. Hij smeet me de kamer door en ik kwam met mijn hoofd hard
tegen de muur terecht. Ik viel op de grond en alles draaide voor mijn ogen. Ik hoorde Aya hard gillen.
Een warme vloeistof druppelde langs mijn gezicht. Ik voelde met mijn hand en zag dat het bloed was.
Hassan boog over me heen en trok me ruw aan mijn armen omhoog. Je gaat nu mijn huis uit, ik ben
je zat. Het is mijn dochter verdomme! Ik was zo versuft dat hij me zonder moeite de trap af kreeg.
Beneden vond ik kracht terug en krabde hem in zijn gezicht. Hij werd woedend, gaf me een klap in
mijn gezicht, deed de deur open en gooide me op straat. Ik gilde zo hard als ik kon. Sloeg op de deur
en de ramen, maar hij deed niet open.
Toen hoorde ik sirenes en zag een politieauto de straat inrijden. Ik rende ernaartoe voor hulp, maar in
plaats van dat ze die gaven, gooide ze me op de grond, sloegen me in de boeien en stopten me in de
auto. Ik kon het niet geloven. Schreeuwde de boel bij elkaar en smeekte ze bij Aya te kijken, maar ze
luisterden niet. Niemand luisterde naar me. Ik werd behandeld als n of andere crimineel. Mijn jas zat
onder het bloed. Mijn wang voelde aan alsof hij in brand stond, zo hard was de klap. Ik zag een
andere politiewagen arriveren en de agenten die daar inzaten liepen naar het huis. Ik zag nog net hoe
Lana huilend de deur opendeed. Toen reden ze me weg. Weg van Aya.
Op het politiebureau aangekomen werd ik meteen door een agent gefouilleerd. Toen werden er fotos

van me gemaakt, vingerafdrukken afgenomen en werd ik in een donkere cel gestopt. Ga hier maar
afkoelen. Had een agent gezegd. Hier begon ik te huilen, en ik kon niet meer stoppen. Mijn hoofd
bonkte en voelde loodzwaar aan. Ik had zo een hoofdpijn. Maar ze wilden me niet eens eerst naar het
ziekenhuis brengen. Ik heb me nog nooit zo machteloos gevoeld als vandaag.
Geschrokken keek ik om me heen. Waar gaan we heen? BenNabil concentreerde zich op de weg en
antwoordde zonder mij aan te kijken. Je moet onderzocht worden. Zei hij rustig. Ik zei toch dat ik
naar Aya toe wilde. Zet de auto aan de kant ik ga nergens heen met jou! Ik was woedend. Hij stampte
op de rem, meteen kwamen we tot stilstand. Hij keek me nu boos aan. Jij bent zo koppig. Ik zeg net
dat je niet naar Aya toe kunt. Je mag geen contact meer met haar zoeken en dat heb je aan jezelf te
danken! Ik kromp in elkaar van schrik, zo kwaad was hij nog nooit geworden. Daarna was het doodstil
in de auto. Je kon een speld horen vallen. Ik was gekwetst door zijn harde woorden en keek uit het
raam. Ik rijd nu naar het ziekenhuis, als je, je laat onderzoeken, beloof ik daarna uit te zoeken hoe
het met Aya is. Zijn stem klonk nu rustiger, maar de spanning was nog steeds om te snijden. Ik knikte
zonder hem aan te kijken. Hij zuchtte, startte de auto en reed toen weer verder.
De dokter maakte de wond schoon. Moet het gehecht worden? Vroeg ik. Hij bestudeerde de snee
boven mijn wenkbrauw. Nee, het kan wel gelijmd worden. Hij pakte de instrumenten en ging aan het
werk. Ik voelde er niets van, mijn hoofd bonkte nog steeds en ik was ook duizelig. BenNabil stond in
de behandelkamer. Wanneer is de uitslag van die scan nou eindelijk klaar? Vroeg hij gerriteerd. Ik
haatte het als hij zich hoger voelde en met dat toontje tegen mensen sprak. De dokter die net klaar
was, zei dat hij die meteen ging halen. Een minuut later waren we alleen in de kamer. Hij stond met
zijn rug naar me toe. Ik kon er niets aan doen, maar in zijn aanwezigheid ging mijn hart als een wilde
tekeer. Hij zag er ook zo aantrekkelijk uit in zijn joggingpak. Maar zijn gedrag was erg storend. Moet
dat altijd met dat toontje? Ik keek hem kwaad aan. Hij draaide zich om en keek me met opgetrokken
wenkbrauw aan. Ja, houd je maar niet van den domme. Ik weet niet waar je het over hebt? Zei hij
koeltjes. Nou hoe je net tegen die dokter sprak. Hoe je tegen alle dokters spreekt. Je moet je niet
hoger voelen dan de rest, want dat ben je beslist niet. Hij moest nu lachen. Ach, houd toch op. Dat
heilige personage dat je speelt staat je niet. Het was nu mijn beurt om te lachen. Sorry? Hij moest
zeker niet denken dat ik nu beledigd was en me uit het veld liet slaan. Ja, waarom belde je mij
eigenlijk? Als je ook je minnaar kon bellen. Het was alsof ik een klap in mijn gezicht had gekregen. De
tweede van vandaag. Minnaar? Waar heb je het over? Hij stapte dreigend op me af. O, nu houd jij
je kennelijk van den domme. Hij stopte, en er was nog geen centimeter ruimte tussen ons over. Hij
boog zich naar mijn oor. Het leek net of ik zweefde. Isaac Idel. Fluisterde hij in mijn oor. En ik kwam
gelijk weer met beide benen op de grond. Was dat het waar hij zich zo druk om maakte. Ziedend was
ik, hoe kon hij nou denken dat ik zijn minnares was. Niet dat het jou ook maar iets aangaat, maar ik
ken die man niet eens. De dag van jouw leuke feestje werd ik door de portier tegengehouden omdat
ik geen uitnodiging had. Isaac zei dat ik bij hem hoorde zodat ik naar binnen kon. En dat was het. Zijn
ogen vormden zich tot spleetjes. Dat was niet wat hij zei. Fluisterde hij haast onhoorbaar. Nou het
is de waarheid, en als je nu een paar stappen naar achteren wilt doen. De dokter kan elk moment
terugkomen. Ik probeerde zo koel mogelijk te klinken, dit was nog een moeilijk klusje, aangezien hij
zo dichtbij stond. Een gemeen lachje sierde zijn gezicht. Ben je bang dat hij ziet hoe erg je naar me
verlangt? Mijn mond viel open van verbazing. Net voor ik iets terug kon zeggen ging zijn telefoon. Hij
keek erop en liep toen de gang op.
Vijf minuten later kwam de dokter binnen. Mevrouw Baqir, ik heb de uitslagen binnen. Moeten we
even op uw man wachten? Hij is Al terug Onderbrak BenNabil me. Hij had een lach op zijn
gezicht. De ellendeling had hier duidelijk veel plezier in. Uw hoofd heeft een zware klap gekregen,
mevrouw Baqir. Hij ging na een korte pauze weer verder. U heeft een zware hersenschudding
opgelopen. Ik denk dat het goed zal zijn u een dagje hier te houden, ter observatie. Mooi niet dat ik
hier nog een minuut blijf. Nee, dank u. Ik wil graag naar huis. De dokter deed zijn bril af. Mevrouw ik
begrijp dat u naar huis wilt, maar u moet elke twee uur worden wakker gemaakt. Dit was niet te
geloven, ik wilde naar huis verdomme. Dat kan ik ook doen. Zei BenNabil. De dokter keek van hem
naar mij. Als u het ermee eens bent mevrouw Baqir, dan mag u van mij naar huis. Ik knikte. Dat
heeft BenNabil slim gedaan. Hij weet dat ik snel naar huis wil. Dit viel me weer van hem mee. Zo erg
is hij dus niet. Goed, ik maak de papieren in orde. Dan kunt u naar huis. Vooral de eerste dagen veel
bedrust en geen stress. Dan bent u snel weer de oude. En weg was hij. Poeh, bedankt dat je voor
me wilde liegen. Zei ik. En ik meende het ook nog. Ik liet me van de behandeltafel glijden en pakte
mijn jas. Wat bedoel je? Hoorde ik hem vragen. Het begon weer voor mijn ogen te draaien. En ik

greep me vast aan een stoelleuning. Toen de duizeligheid was weggetrokken ging ik verder. Nou, dat
je tegen de dokter zei dat jij voor me zou zorgen, zodat ik naar huis kan. Hij liep naar me toe. Toen ik
dat zei Safa, meende ik het ook. Waar heeft hij het over? Waar heb je het over BenNabil? Ik red me
wel, daar heb ik jou niet voor nodig. Ach, houd toch op Safa. Hoe wil je jezelf elke twee uur wakker
maken. Jij gaat met mij mee en daarmee uit. Mijn ogen werden groot van verbazing. Ik ga helemaal
nergens heen met jou. Zei ik vastbesloten. Hij leunde nonchalant tegen de behandeltafel. Goed, dan
voel ik me verplicht het de dokter te vertellen. Mijn handen jeukten om hem geen opdonder te geven.
Dat zou je niet durven. Zei ik met ingehouden woede. O, nee? Dat vervelende lachje was weer op
zijn gezicht getoverd.
Goed, mevrouw Baqir. U kunt gaan. Hij gaf eerst BenNabil een hand. Ik zal zorgen dat mijn koppige
vrouwtje het bed niet uitkomt. Zei hij met zijn lachende blik op mij gevestigd. Ik had zin om een glas
naar zijn hoofd te smijten. De dokter knikte, schudde mij de hand en liep toen weg. Denk maar niet
dat ik het je gemakkelijk ga maken, ellendeling! En ik stormde kwaad de kamer uit. Idem dito, Safa.
Idem dito. We waren onderweg naar zijn huis. Ik kan niet geloven dat ik met hem meega. Wat had de
dokter me gegeven, dat ik ermee instemde. Het is de hele weg al doodstil. Ik weiger ook maar, een
woord tegen die arrogante kwal te zeggen. Ik staarde naar alle huizen die voorbij schoten. Op straat is
niemand te bekennen, het is ook nog heel vroeg. We zaten al bijna een kwartier in de auto en waren
de stad al uit gereden. Waar woont hij? In een gehucht? Ik zag alleen nog maar weilanden en bossen.
Geen huizen te bekennen. Maar ik ga niet vragen waar we heengaan. Na nog een kwartier werd ik
toch heel nieuwsgierig. De vraag lag op het puntje van mijn tong. In de verte zag ik een groot huis.
Een enorm huis. Ik vroeg me af of hij daar woonde. Na enkele minuten werd het duidelijk. Hij reed de
oprit op en parkeerde voor het huis. Dit was niet te geloven. Woonde hij hier echt in zijn eentje? Ik was
zo geconcentreerd het huis aan het bezichtigen, dat ik niet doorhad dat BenNabil, met mijn tas al naar
de voordeur liep. Pas toen ik hem daar zag staan, deed ik mijn gordel af en stapte uit de auto.
Haastig liep ik naar de voordeur. Hij wachtte niet eens op me. Voorzichtig liep ik het donkere huis in. Ik
zag werkelijk geen hand voor ogen. En BenNabil was nergens te bekennen. Ik taste met mijn handen
over de muren, in de hoop een lichtknopje te vinden, maar tevergeefs. Het was doodstil in dit
spookhuis, hierdoor had ik zin om heel hard te schreeuwen. Hoe zou hij daarop reageren? Dacht ik
lachend. Toen gingen de lichten aan. Ik zag nu dat ik me in een grote hal bevond. Alles was van dik
hout, wat het een authentieke sfeer gaf. Hij heeft alles in de oude stijl gelaten, en dat is maar goed
ook. Wat een prachtig huis. Het paste alleen helemaal niet bij hem. Ik had een strak ingericht
appartement verwacht. Nadat ik uitgestaard was, keek ik naar BenNabil die me vreemd aankeek.
Nooit van een lichtschakelaar gehoord? Zei hij sarcastisch. Pff, hier ga ik niet eens op reageren.
Waar heb je mijn tas gelaten? Vroeg ik toen hij met lege handen voor me kwam staan. Dit keer was
ik op mijn hoede. Hij dacht echt dat hij me maar aan hoefde te kijken met die prachtige ogen van hem,
en dat hij dan alles met me kon doen. Dit was technisch gezien ook zo, maar dat hoefde hij niet te
weten. Zodra ik dreigde te verdrinken in zijn ogen ging er een alarm af, zo wist ik dat ik moest maken
dat ik wegkwam. Zoals nu. Ik keek niet in zijn ogen. Waar heb je mijn tas gedaan? Vroeg ik dit keer
gerriteerd. Ik was moe, en wilde slapen. Kinderachtige spelletjes, waren wel het laatste waar ik zin in
had. Volg mij. Was het enige dat hij zei, en hij liep de steile trap op naar boven. Ik volgde hem snel,
bang om te verdwalen. Ik volgde elke stap, elke beweging die hij maakte. Zijn schouderbladen die met
zijn armen mee bewogen, zijn sterke brede rug. Godzijdank was het hier donker, dan kon hij mijn
gezicht niet zien, die ongetwijfeld knalrood was.
Boven aangekomen zag ik zes gesloten deuren. Ik werd nieuwsgierig naar wat zich erachter bevond.
BenNabil liep naar n van de deuren. Met veel gekraak ging die open. Hij wenkte me binnen te
komen. De kamer was heel ruim. Het had een groot raam, en ik durfde te wedden dat de zonsopgang
prachtig te zien was uit dat raam. Onder het raam stond een grote bruinleren bank. Ook stond er een
kingsize bed. Hmm, hoe zou het voelen om daar in te slapen? Ik wilde hem snel de kamer uitjagen en
het uittesten, maar hij bleef staan en keek me lachend aan. Nou zoals je kunt zien is dit mjn
slaapkamer. Ik keek hem geschrokken aan. Zjn kamer? Kwal, en ik dacht nog wel dat ik hier kwam te
slapen. Ik hoef niet te weten wat jouw kamer is. Ik wil naar mijn kamer. Haha, dit is ook jouw kamer.
Maak het je maar gemakkelijk. Zei hij met een grijns op zijn gezicht. Ik zette demonstratief mijn
handen in mijn zij. Nou sorry, maar als je denkt dat ik hier ga slapen met jou, dan heb je het mis. Ben
je gek geworden? Dit maakte hem alleen nog maar meer aan het lachen. Safa, doe niet zo preuts.
Ik keek hem ongelovig aan. Preutsheid heeft hier geen donder mee te maken. Ik ken je niet, en ga
niet met jou in n kamer, en al helemaal niet in n bed slapen. Mijn stem werd met elk woord dat ik
uitsprak harder. Tsja, dan zul je toch echt een andere verblijfplaats moeten zoeken. Dit huis heb ik

namelijk net gekocht. En dit is de enige kamer die een bed bezit. Dit was toch niet te geloven. Ok,
dan ga ik nu naar huis. Zei ik resoluut en keek om me heen op zoek naar mijn tas. Ik hoop dat je
stevige schoenen aanhebt, want het is nog een heel stuk terug lopen. Breng je me niet? Vroeg ik
geschrokken. Sorry Safa, maar het was een lange nacht. En aangezien ik je elke twee uur moet
wakker maken wil ik nu graag slapen. Mijn bloed kookte van woede. Hoe kreeg hij het toch elke keer
voor elkaar mij zo kwaad te maken. Die man haalde het slechtste in me naar boven. Ik keek radeloos
om me heen. Hoe moet ik me hier nou uitredden. Hij liep naar het bed, ging erop zitten en deed zijn
schoenen uit. Wil je toekijken hoe ik me omkleed? Zei hij met een gemeen lachje om zijn lippen. Als
ik nu wat in mijn handen had, gooide ik het naar zijn hoofd. Je hoeft me niet wakker te maken, want ik
ga hier niet slapen. Ik greep mijn tas, dat naast zijn bed stond. Toen liep ik de kamer uit en gooide de
deur met een smak dicht.
Bij elke deur die ik probeerde te openen, begon mijn bloed te koken. Deze waren namelijk allemaal
gesloten. Ik liep de trap af, en voelde de hoofdpijn weer opkomen. Toen ik beneden stond deed ik het
licht aan. Twee grote glazen deuren lieten mij zien dat zich daarachter de woonkamer bevond. Er
stond een grote bank, waar ik best de nacht op door kon brengen. Alles beter dan bij hem. De
volgende dag zou ik naar huis gaan, hem vergeten en een gelukkig leven leiden. Hij is vast gewend
dat hij elke vrouw zijn bed in kan praten, maar bij mij gaat dat dus echt niet lukken. Uit mijn tas pakte
ik mijn joggingpak. Ik ontdeed me van mijn vieze kleren. Nu pas zag ik dat er een grote scheur in mijn
jas zat. Geweldig, dat kan ik er ook nog wel bij hebben. Het was best koud, maar ik weigerde een
deken aan die martelaar te vragen. Pas toen mijn hoofd het kussen raakte, besefte ik hoe moe ik was.
Ik had verwacht snel in slaap te vallen, maar het tegendeel was waar. Ik was klaarwakker, en het zag
er ook niet naar uit dat ik snel in slaap zou vallen. Dus stond ik op en besloot een beetje rond te kijken.
Ik zag dat de woonkamer nog een deur had. Dit was een glazen schuifdeur die naar de veranda
leidde. Een lach sierde mijn gezicht toen ik zag dat er een houten schommelbank stond. Ik rende terug
naar mijn tas en haalde er een paar warme sokken uit. Die deed ik snel aan om mijn voeten tegen de
kou te beschermen. Toen begaf ik me weer naar buiten en ging op het bankje zitten. Hij wiegde
voorzichtig heen en weer. Ik keek naar de opkomende zon. De lucht was prachtig rood oranje
gekleurd. Even voelde het alsof ik terug in Meknes was. Terug in mijn oude appartementje, waar ik
samen met Aya naar de opkomende zon keek. Het leek alweer zo lang geleden, maar dit was voor mij
puur geluk.
Ik had het heerlijk warm. De zon scheen dwars door mijn oogleden heen, maar ik kon mijn ogen niet
opendoen. Het leek wel of ze vastgelijmd zaten. Na een paar pogingen was het me toch gelukt. Toen
begreep ik waarom ik het zo warm had. Hij had een deken over me heen gelegd. Ik schrok even toen
ik hem naast me zag zitten. Hij lag er niet erg gemakkelijk bij. Zijn hoofd rustte op een houten pilaar
die het bankje boven de grond hield. Ik keek naar zijn slapende gezicht. Hier had ik bijna een
anderhalf jaar tegenaan gekeken. Hij had een T-shirt en een korte broek aan. Dat zijn ledematen er
niet afgevroren waren, was voor mij een raadsel. Voorzichtig schoof ik de deken over hem heen. De
poging hem niet wakker te maken was mislukt. Hij deed zijn ogen open en keek verward om zich
heen. Toen hij mij zag liet hij zijn hoofd weer tegen de pilaar rusten. Het was stil. Maar dit keer was het
een prettige stilte. Ieder in zijn eigen gedachten gezonken keken we naar de horizon. In Meknes zijn
de zonsopgangen mooier. Ik knikte. Ik hoorde jou. Ik keek hem niet begrijpend aan. Toen ik in
coma lag. Zijn blik was nog steeds op de horizon gevestigd. Jij was de enige die tgen me sprak, in
plaats van ver me. Ik wist niet wat ik hierop zeggen moest. Dus knikte ik weer. Waarom bleef je
geloven dat ik wakker zou worden? Dit keer keek hij me aan. De vraag overviel me een beetje. Je
lag een paar maanden in coma en ik was je aan het wassen. Ik vroeg of je wakker zou worden en je
kneep in mijn hand. Toen wist ik het. Hij lachte. Soms praatte je zo veel, dat ik er gek van werd. Ik
sloeg mijn armen over elkaar. Ik moest wel. Je bent zulk saai gezelschap! Hij lachte zijn tanden
bloot. Het was een oprechte lach en het deed me smelten. Ik hield mijn adem in toen hij zijn hand naar
mijn gezicht bracht. Een pluk haar dat voor mijn ogen hing schoof hij achter mijn oor. Mijn hart klopte
hard in mijn keel, ik was ervan overtuigd dat hij het kon horen. Hij boog zijn gezicht naar me toe en
keek me diep in de ogen. Ik negeerde de alarmbellen die afgingen. Nog enkele centimeters was ik van
hem verwijderd. Ik sloot mijn ogen en voelde zijn warme adem in mijn nek. Hij plantte een kus op mijn
kin. De man maakte me gek! Toen zijn lippen de mijne beroerden leek het alsof ik zweefde. Een
gelukzalig gevoel borrelde in me op. Zijn tong vond de mijne en de zoen werd met de seconde
intenser. Hij trok me dichter tegen zich aan en ik voelde zijn hart kloppen. Of was het die van mij?
Toen ineens uit het niets, stopte hij. Geschrokken deed ik mijn ogen open. Ik was buiten adem, maar
bij hem leek het of er niets was gebeurd. Hij stond op en liep het huis weer in. En ik? Ik bleef verward
achter.

Die middag belde ik naar Hassans huis. Ik was zo opgelucht te horen dat zowel hij als Lana er niet
waren. De huishoudster vertelde me dat ze met Aya weg waren. Het was alleen een verstopping
geweest in haar darmen. Ik ben zo blij te horen dat het goed met haar gaat. Nogmaals bedankt.
Opgelucht legde ik de hoorn op de haak. Goed nieuws? Hij liep de kamer in alsof er niets was
gebeurd. Al vanaf vanochtend heeft hij mij ontlopen. Inderdaad, het gaat goed met Aya. Ik draaide
me om, zodat ik hem niet hoefde aan te kijken. Dat is goed te horen. Er hing een gespannen sfeer.
Met mij gaat het ook goed, dus ik zie geen enkele reden om hier nog te blijven. Ik draaide me om en
wilde langs hem heen lopen, maar hij ging in de deuropening staan waardoor ik er niet doorkon. Wil
je aan de kant gaan, ik wil mijn tas pakken. Mijn taxi kan hier elk moment zijn. Taxi? Vroeg hij
verbaasd. Waar slaat dat op, ik kan je ook wel wegbrengen. Nee, dankjewel. Je hebt al genoeg
voor me gedaan. Het bedrag van de borg maak ik zo snel mogelijk over. Hij pakte me bij mijn
schouders vast en keek me doordringend aan. Safa, waarom doe je zo afstandelijk. Dit was
werkelijk niet te geloven. Ik doe afstandelijk? Ik ben niet degene die iemand kust en dan doet alsof er
niets gebeurd is. Voor mij betekent het namelijk iets. Ik had meteen spijt van mijn laatste woorden. Hij
liet me los en liep naar het raam. Je begrijpt het niet. Zei hij zacht. Leg het me dan uit! Er klonk
wanhoop in mijn stem. Na een lange stilte hoorde ik getoeter. Dat zal de taxi zijn. Ik verberg mijn
teleurstelling, grijp mijn tas en loop de kamer uit. Dag BenNabil. Pas als ik het gigantische huis
uitkom kan ik weer ademhalen. Als ik in de taxi zit, zie ik hem nog steeds bij het raam staan. Vlug
wend ik mijn blik af. Ik ga al het mogelijke doen hem uit mijn hart en hoofd te zetten. Nooit eerder ben
ik voor een man gevallen.
Ellende, dat is wat het is.
Ik was blij weer thuis te zijn. Ik was maar n nachtje weggeweest, maar het leek wel een eeuwigheid.
Ik besloot eerst een lekkere douche te nemen om te ontspannen, en daarna een filmpje te gaan
kijken. Ik stond in mijn slaapkamer en schrok van mijn spiegelbeeld. Mijn wang was helemaal blauw
en om het litteken boven mijn wenkbrauw lag een geel gebied. Mijn God, wat zie ik eruit. Snel draaide
ik de kraan in de badkamer open. Ik trok het elastiek uit mijn haar, deed mijn kleren uit en stapte onder
de hete waterstralen. Hier was ik echt aan toe. Even helemaal niets meer aan mijn hoofd. Na bijna
een half uur vond ik het genoeg geweest en stapte gerimpeld de douche uit.
Ik deed mijn badjas aan en ging even op bed liggen. Toen kwamen de tranen. Tranen voor Aya die ik
voorlopig niet meer mocht zien. Tranen voor Layla, die ik elke dag steeds meer mis. Tranen voor mijn
moeder en zus, die mij zo vroeg hebben verlaten. Tranen voor mijn vader, die mij allang vergeten is.
En tranen voor die-waarvan-ik-de-naam-niet-noem. Ik vraag me af waarom ik iedereen die belangrijk
is in mijn leven maar steeds kwijtraak. Misschien rust er een vloek op me. Na een tijdje zelfmedelijden
vind ik het wel genoeg en sta op om me in mijn pyjama te hijsen. Ik ben te moe om nog een film te
kijken. Morgen weer een nieuwe dag.
Ik heb een paar dagen vrij genomen van mijn werk. De mensen zouden zich doodgeschrokken zijn als
ze mijn gezicht hadden gezien. Ik had mijn leidinggevende de situatie een beetje uitgelegd, niet in
details natuurlijk. Straks raak ik mijn baan nog kwijt. Ik mocht een weekje vrij en dit was meer dat ik
had gedacht. De hele week heb ik mezelf heerlijk verwend. Ik ben naar de sauna geweest, liet me
masseren en ik ben naar de kapper geweest. Ik werd dat lange haar een beetje zat. Dus heb ik het in
laagjes laten knippen, zodat het speels en verleidelijk valt. Dat waren de woorden van de kapster. En
ze heeft gelijk. Ik voel me een stuk vrouwelijker. Over twee daagjes moet ik weer aan het werk en daar
zag ik totaal niet tegenop. Ik had er eigenlijk wel weer zin in. En ik heb ook met mezelf afgesproken
open te staan voor contacten. En dat heeft gelijk zijn vruchten afgeworpen. Bij de kapper heb ik een
heel leuk grietje leren kennen. Charlotte heet ze, en ze is journaliste van beroep. Het bleek dat we op
dezelfde middelbare school hebben gezeten. Nadat onze coupes de grondige veranderingen hadden
ondergaan zijn we een kop koffie gaan drinken. Het was echt heel gezellig en ik was vergeten hoe het
voelde om een vriendin te hebben. Iemand aan wie je alles kwijt kon. En het verbaasde me hoe snel
we dikke maatjes werden. We hebben vanavond afgesproken om samen een hapje te gaan eten in de
stad. Ik mag wel gaan opschieten en me gaan klaarmaken, want ik ben al aan de late kant.
Schuldig loop ik op het tafeltje af. Sorry, sorry, sorry! Ik was de tijd helemaal vergeten! Ze keek me
quasi boos aan. Goed, als jij trakteert ben ik het vergeten. En ze toverde een lach op haar gezicht.
Jij bent goed! Lachend schoot ik mijn stoel naar achter en ging zitten. Ik heb al een ijsthee voor je

besteld. Je bent een engel. Ik ben uitgedroogd. Al snel kwam de ober aanlopen met de drankjes.
Charlotte schonk hem haar mooiste glimlach. Ik moest moeite doen mijn lachen in te houden.
Charlotte is een mooie meid en dat weet ze. Ze windt elke man gemakkelijk om haar lange vingers. En
ook de leuke ober moet eraan geloven. Hij gaf haar een knipoog en liep toen weg. Met een glimlach
van oor tot oor keek ze hem na. Ik keek haar hoofdschuddend aan. Wat? Kijken mag toch? En ze
stak haar tong uit. Ik weet niet hoe je het doet. Ze nam een slok van haar wijn en keek me toen
vragend aan. Hoe ik wat doe? Ik boog een beetje naar haar toe. Nou je weet wel, flirten enzo. Ze
proestte het uit van het lachen. Flirten enzo? Meid jij moet er echt vaker op uit. Het is het leukste dat
er is. Ik voelde mijn wangen branden. Kijk dat is jouw probleem, je bent gewoon veel te verlegen.
Werd je ook zo rood toen je voor het eerst je-weet-wel? Ik verslikte me bijna in mijn drinken en keek
haar met grote ogen aan. Dat meen je niet? Heb je nog nooit? Ik gaf haar geen kans haar zin af te
maken. Mijn blik snoerde haar de mond. Maar je bent zesentwintig jaar! Met het stampertje drukte ik
de citroen in mijn ijsthee plat. Als ik je iets vertel, beloof je dan niet te lachen? Ze sloeg een kruis
over haar hart en stak twee vingers op. Ik zweer het. Ik moest lachen om haar serieuze blik. Twee
maanden geleden kreeg ik mijn eerste kus. Ik keek naar haar gezicht, ze lachte niet, maar haar blik
sprak boekdelen. Ze deed haar mond open om wat te zeggen. Ach, ik moet zeggen dat ik het goed
van je vind. Je hebt je duidelijk kunnen inhouden. Nou vertel, wie is het die jou heeft ontgroend? Ik
keek zenuwachtig om me heen. Haar nieuwsgierige blik dwong me het te vertellen. Fahd BenNabil.
Jij rommelt met de beste advocaat van het land en dat vertel je me niet!? Ze had een mysterieuze
blik in haar ogen. Ten eerste, het was geen rommelen en ten tweede, het is verleden tijd. De ober
kwam weer aangelopen, maar dit keer keek Charlotte hem niet eens aan. Blijkbaar is mijn uitspraak
belangrijker. Hebben de dames al een keuze gemaakt? Ik keek in de menukaart. Hmm, waar heb jij
trek in Charlotte? En ik zette mijn mooiste glimlach op. Doe mij maar sushi en nog een wijntje. Zei
ze snel en legde de menukaart weer weg. Ik zag de gerriteerde blik in haar ogen. Ze wilde alles over
mijn relatie met BenNabil weten. Doe voor mij maar hetzelfde, maar in plaats van een wijntje, nog
een ijsthee graag. De ober noteerde het, nam de lege glazen mee en liep toen weg. Ok, begin bij
het begin. Ik wil er alles over weten. De journalist in haar komt naar boven, zo te merken. Nou ik
dacht het niet Charlot. Vandaag vertel ik je er alles over en morgen staat het in de krant. Lachend
gooide ze een servet naar me toe. Ik kreeg medelijden toen ik haar nieuwsgierige blik zag. Ze ging op
het puntje van haar stoel zitten en keek me hoopvol aan. Goed, waar zal ik beginnen? Bij het
begin. Haha, ze was ook echt een geval apart. Het begon allemaal op de dag dat BenNabil
vermoord zou zijn. Tenminste dat is wat de hele wereld dacht. Je weet dat ik in het stedelijk ziekenhuis
in Meknes werkte? Ze knikte opgewonden met haar hoofd. Haar blonde krullen deinsden mee.
BenNabil werd met spoed binnen gebracht. Natuurlijk wist ik wel wie hij was, maar ik wist niet wat er
met hem gebeurd was. Toen kreeg ik dus te horen dat niemand mocht weten dat hij nog in leven was
en dat ik zijn vaste verpleegster zou worden. De ober stond weer aan ons tafeltje en zette onze
drankjes neer. De sushi komt er zo aan. Dankjewel. Zeiden we een koor. En hij vertrok weer naar
achter. Hij heeft een anderhalf jaar in coma gelegen. En een anderhalf jaar heb ik tegen hem
aangepraat. Tot hij op een dag wakker werd. Haar blauwe ogen stonden nog steeds groot. Maar, dat
is toch een wonder, dat je na zoveel tijd uit een coma kunt ontwaken? Ik knikte. Wat was het eerste
dat hij zei? Ik moest lachen. Hij zei dat ik niet zo moest schreeuwen. Ik was zo opgewonden dat ik
niet doorhad dat ik hard tegen hem sprak. Nu moest zij ook lachen. En ja, het verhaal van Aya ken
je. Ze knikte. Ja, je liet alleen steeds zijn naam weg. Maar toen je me over die situatie met Aya
vertelde, haatte je hem. Ik nam een slok van mijn ijsthee. Ken je het begrip, een haat liefde
verhouding? Dat hebben jullie? Vroeg ze zacht. Nou hebben? Nee, we hebben niets. Maar zo
denk ik over hem. Het ene moment kan hij zo liefdevol zijn en me aankijken met een bepaalde blik in
zijn ogen, en het andere moment ben ik lucht en doet hij alsof er helemaal niets gebeurd is. Maar dat
maakt mij allemaal niets meer uit. Ik wil niets meer met die arrogante kwal te maken hebben.
Ze knikte begrijpend. Weet je, ik denk dat hij gewoon bang is weer iets te beginnen met iemand. Ik
liet de woorden op me inwerken. Weer? Probeerde ik zo nonchalant mogelijk te vragen. Charlotte
keek om zich heen en boog zich toen naar me toe. Ze fluisterde, zodat niemand ons zou horen. Weet
je dat dan niet? Ik schudde mijn hoofd. Een jaar voor hij in die coma belandde vroeg hij zijn grote
liefde ten huwelijk. Ze waren verloofd! Ik kon mijn oren niet geloven. BenNabil verloofd? Met wie?
Een vreemd gevoel borrelde me in me op, was het jaloezie? Hoe heette ze nou ook alweer? Rana?
Nee Rania, dat was het. Ik heb ze een keer genterviewd. Ze waren dolgelukkig. Totdat ze vermoord
werd. Doodstil was het. Vermoord? Ik was in shock. Vermoord? Waarom? Door wie? Ik had niet
eens door dat de ober weer voor ons tafeltje stond en behendig de borden sushi voor ons neerzette.
Hij keek me een beetje vreemd aan. Na een Eet smakelijk was hij weer verdwenen. Ik keek weer
naar Charlotte, en gaf aan dat ze verder moest gaan met het verhaal. BenNabil heeft veel vijanden.

Het gebeurde in hun woning, het schijnt dat ze in zijn armen gestorven is. Dit was werkelijk niet te
geloven, het leek net of het over een film of een boek ging. Dit maak je toch niet mee? Hij heeft het
zichzelf nooit vergeven. De dader had het namelijk op hem gemunt, maar schoot haar neer toen ze
binnenkwam. Wie was het? Vroeg ik snel. Hij is nooit gepakt. Waarom heb ik nooit eerder van dit
verhaal gehoord? Ze ging weer goed op haar stoel zitten. BenNabil was ervoor nooit zo gefixeerd
met zijn werk bezig. Hij was niet echt bekend, nog een beginnend advocaat. Hij had wel wat bekende
zaken gehad, maar die haalden maar zelden de kranten. En sinds haar moord is hij hard bezig de
dader te vinden. Er schijnt een verband te zijn tussen de dader die Rania heeft vermoord en degene
die achter de aanslag op BenNabil zat. Ik liet het allemaal even op me inwerken. Het was ook erg
veel schokkende informatie tegelijk. Zullen we maar gaan eten? Ik rammel. Mijn eetlust was
helemaal weg, maar ik at toch maar wat. Anders was het zo ongezellig. Tijdens het eten was het
vrijwel stil. Charlotte had ook door, dat dit nieuws me niet in de koude kleren is gaan zitten. Volgens
mij Safa, houd je jezelf voor de gek. Ik slikte een hap sushi weg en nam een slok ijsthee. Hoe bedoel
je? Er vormde zich een lachje op haar gezicht. Volgens mij ben jij stapelverliefd op Fahd BenNabil.
Mijn hart ging tekeer. Zwakkeling, sprak het stemmetje mij streng toe. Maar ik wist dat Charlotte gelijk
heeft. Ik ben stapel op de man. Wat ik niet wist, was dat ik er meer mee te maken had, dan ik tot nu
toe dacht. Mijn leven zou nog een drastische wending nemen.
Een paar weken na het voorval bij Hassan thuis werd ik gebeld door de rechercheur. Hij deelde me
mee dat de heer en mevrouw Redouani de aanklacht tegen mij ingetrokken hadden. Ik was
verbouwereerd. Er moest ook een addertje onder het gras zitten, want die twee haatten mij, en dat
gevoel was geheel wederzijds. Ik mocht Aya zelfs weer opzoeken. Toen ik mijn vermoedens uitsprak,
wuifden zij het snel weg. En zeiden ze dat ze gewoon het beste met Aya voorhadden. Hoewel ik nog
steeds op mijn hoede was, was ik toch erg blij met dat nieuws. Ze vroegen mij of ik een weekendje op
Aya wilde passen, omdat zij er samen opuit gingen. Nou dat laat ik me geen tweede keer vragen.
Opgewonden liep Aya met een grote tas naar mijn auto. Ik nam de tas van haar over en deed die in de
kofferbak. Ik knuffelde haar helemaal fijn en lachend stapten we de auto in. Ik ben blij dat ik weer bij
jou mag logeren tante Safa. Ik klikte haar riem dicht en ging achter het stuur zitten. Ik ook kleine, ik
ook. Ik startte de auto en reed de straat uit. Wie heeft er zin in pannenkoeken? Met veel kabaal liet
ze weten dat zij dat had. En zingend reden we naar het pannenkoekenhuis.
Het was als vanouds gezellig met Aya. We hebben veel gekletst en gelachen. Na de vierde
pannenkoek begon ik toch echt misselijk te worden, maar zij at er rustig nog een vijfde bij. Heb je het
fijn bij Hassan en Lana? Ik wist dat ze niets over haar thuissituatie kwijt wilde, dus vroeg ik het zo
luchtig mogelijk. Ze kauwde langzaam op haar pannenkoek en toen ze die doorslikte keek ze me niet
aan. Ze knikte slecht. Ik besloot het maar zo te laten en vroeg niet verder. Ze hebben vaak ruzie.
Kwam er toen piepend uit haar mond. Dat was wel het laatste dat ik had verwacht. O, waarover dan.
Ze nam een slok van haar melk en ging toen weer verder. Als die mannen bij ons thuis zijn geweest,
dan is Hassan altijd boos enzo. Een opgelucht gevoel kwam in me op toen ik hoorde dat ze hem
geen papa noemt. Maar ik maakte me meteen weer zorgen. Wat voor mannen Aya? Ze keek
schichtig om zich heen. Mannen van zijn werk. Ik knikte. Maar, hij is toch nooit boos op jou
geworden h, hij doet je toch geen kwaad? Ze schudde haar hoofdje, nee. n keer is hij wel heel
boos op mij geworden. Waarom? Ik voelde de woede al opkomen, maar ik hield me in. Papa was
de krant aan het lezen, en toen zag ik een foto van die slapende meneer BenNabil? En toen zei ik
dat, dat een lieve meneer is en dat we samen in de dierentuin waren. En toen werd hij heel boos en zij
dat hij slecht is en dat ik nooit meer over hem mag praten. Ze dronk het laatste slokje van haar melk
op en stond op. Ik ga even naar de wc. Ik knikte afwezig en dacht na over haar woorden. Maar
BenNabil was zijn advocaat, waarom haat hij hem dan zo. Dankzij BenNabil heeft hij Aya nu. Een
paar minuutjes later werd ik uit mijn gedachtes gehaald toen Aya weer vrolijk voor me stond. Wat
gaan we nu doen? Door haar stralende blik, vergat ik even haar woorden en pakte onze spullen. Nu
gaan we naar mijn vriendin Charlotte, want die wil jou dolgraag ontmoeten, kleine deugniet. En hand
in hand verlieten we het pannenkoekenhuis.
Het was een lang en gezellig weekend zo met zn tweetjes. Aya en Charlotte konden het heel goed
met elkaar vinden, maar ik had ook niet anders verwacht. Het zijn twee kwebbelkonten. Ik kwam net
terug van Hassans huis, waar ik Aya weer heb afgezet. Ik zag alweer uit naar volgende week. Ik ben
van plan vandaag heerlijk te luieren en filmpjes te kijken. Net als ik in de keuken sta om popcorn klaar
te maken, gaat de telefoon. Ik zie Charlotte in het schermpje staan en neem vrolijk op. Hoi Charlot.
Safa, gelukkig je bent er. Haha, inderdaad ik ben er. Ja, ik wil je om een gunst vragen. Doordat
ze zo mysterieus deed was ik nieuwsgierig geworden. Ga je gang. Nou, ik heb je toch over Carlos
verteld? Carlos, Carlos, ik herinner me zijn naam, maar ze heeft het over zoveel mannen dat ik even

niet weet wie hij precies is. Ehm, ja ongeveer. Wat is daarmee? Nou hij heeft me mee uitgevraagd,
naar een chique restaurant in de stad. Ik moest lachen. O, en nu wil je dat ik je help een outfit uit te
zoeken? Het bleef even stil. Ehm, nee niet echt. Zijn neef uit Spanje logeert bij hem en hij vindt het
niet leuk om hem alleen te laten, dus hij vroeg of ik misschien iemand kende die ook mee wilde. Dan
wordt het een soort dubbel date. Dit kon ze vergeten. Mooi niet Charlotte! O, Safa alsjeblieft. Ik
vind hem zo leuk en wil hem zo graag zien, ik smeek het je. Echt zonder verplichtingen. Je hoeft niet
eens tegen hem te praten. Alleen zitten en lachen mag ook. Ik dacht na, ze klonk echt wanhopig. Dat
betekende dat ze die Spanjaard dus echt leuk vond. Ach, ik heb toch niets beters te doen. Nou
vooruit. Maar dit ga je goed maken! Wanneer is het? Er klonk luid gejuich aan de andere kant van de
lijn. O, je bent een schat. Ik kom je over een uur halen. Een klik bevestigde dat ze had opgehangen.
Bedoelt ze een uur als in zestig minuten? Als een gek trok ik mijn kleren uit en sprong onder de
douche.
Ik was net klaar toen de deurbel ging. Ik deed de deur open en Charlotte stond me in een sexy jurk
aan te gapen. Ze zag er werkelijk geweldig uit. Haar blonde krullen had ze opgestoken en de zwarte
halterjurk viel soepel om haar mooi gevormde lichaam. Safa? Je zou je toch al gaan omkleden!
Hysterisch liep ze langs me heen mijn huis is. Ik ben omgekleed. Ik draaide me naar haar om en zag
hoe ze me van top tot teen bekeek. Safa, we gaan uit eten niet naar een kerk. Ik bekeek mezelf in
de spiegel. Ik had een zwarte lange rok aan en een zwarte blouse, die ik tot mijn nek dicht had
geknoopt. Ok, misschien was het een tikkeltje overdreven, maar ik moest niets van een gladde
Spanjaard hebben. Charlotte liep langs me heen naar mijn slaapkamer en opende mijn kledingkast.
Ze gooide zo een beetje de hele inhoud uit op het bed. Toen hield ze breed grijnzend een zwarte jurk
omhoog. O, nee die is veel te bloot! Ze schudde haar hoofd en keek me boos aan. Niks te bloot.
Gedraag je niet als een non en trek die belachelijke kleren uit. Dit is een prachtige jurk. Ik vervloekte
mezelf. Hoe kan ik dat ding gekocht hebben? O, ja nu weet ik het weer. Ik kocht hem, omdat ik
depressief was door BenNabils afwijzing en ik wilde me sexy voelen. Die jurk was alleen niet bedoeld
om buitenshuis te dragen. Charlotte gooide hem naar me toe en na veel gemopper trok ik het ding
aan.
Vijf minuten later keken we beide naar het resultaat. Zij met een grote lach op haar gezicht. En ik met
een chagrijnige blik. Houd op met pruilen, de jurk staat je schitterend! Ik keek in de spiegel. Van
boven was de jurk van zwart kant. Hij reikte tot mijn knien. Ik voelde me er ook heel sexy in, maar dat
was voor vanavond eigenlijk niet de bedoeling. Nou vooruit, ik wil geen ouwe vrijster worden. Ik stapte
in mijn zwarte pumps. Moet ik mijn haar los dragen? Charlotte keek me even aan. Ja, o en ik heb
een heel mooie lipstick in mijn tas. Ze graaide en graaide in haar tas en hield toen triomfantelijk haar
lipstick omhoog. Ze ging vlak voor me staan en draaide de dop eraf. Tuit die mooie lippen van je. Zo
gezegd zo gedaan. Een minuut later waren mijn lippen voorzin van een glimmend rood kleurtje. Ik
droeg nooit make-up, laat staan lipstick, maar ik vond het wel mooi staan. Ik keek nog n keer in de
spiegel en vond het toen wel goed. Zullen we gaan? Ja, ik ben zo blij dat je dit voor me overhebt
Saf. Graag gedaan Charlot. Het was helemaal niet graag gedaan, maar ik wilde haar niet
teleurstellen. Hoe eerder dit verkleedpartijtje voorbij is, hoe beter.
Het was nog een hele klus geweest een parkeerplek te vinden. We hebben lekker rustig aangedaan,
omdat we aan de vroege kant waren. En we wilden niet als eerst in het restaurant zijn. We hadden
acht uur afgesproken, en het was nu tien over, fashionably late dus. Ik moest even slikken toen we het
restaurant betraden. Het was nog chiquer dan Charlotte zei. We werden ontvangen in een prachtige
hal. De vloer was van marmer en de muren waren crme geschilderd. En overal hingen prachtige
kroonluchters. Er lag een rood tapijt dat naar het restaurant leidde. Charlotte leek niet echt onder de
indruk, en liep op de gastheer af. Goedenavond, wij komen voor Pablo, die hier een tafeltje heeft
gereserveerd. De heer keek op uit het reserveringsboek en zei met een bekakte stem dat we onze
jassen bij de garderobe konden afgeven en hem daarna konden volgen. Carlos Pablo, wie heette er
nou zo. Ik zag van ver al twee mannen in pak zitten. De n had een staartje in zijn haar. Ik hoop niet
dat, dat ze zijn. Maar helaas, vermoedens werden bevestigd toen de gastheer voor het tafeltje stond,
kort knikte en weer terug naar zijn plek liep. Charlotte gaf Carlos vier zoenen en ze deed hetzelfde bij
zijn neef met het staartje. Als hij dacht dat ik hem ook ging zoenen had hij het mooi mis. Ik stak mijn
hand uit om me voor te stellen. Mijn Pablo pakte mijn hand en drukte er een kus op. Gadverdamme!
Christiano, encantado de conocerle. Kan hij geen Engels ofzo. Het enige dat ik verstond was:
Christiano en dat zal zijn naam wel zijn. Te ves hermosa desde. Kwam er zwoel uit Christianos
mond. Ik keek hem niet begrijpend aan. Ehm, hij zegt dat je er beeldschoon uitziet! Zei Carlos
lachend. We hadden nog niet eens gegeten en ik had nu al een kotszakje nodig.

Ze schoven onze stoelen naar achter en Charlotte en ik namen plaats. Ik hield helemaal niet van dat
kleffe gedoe, maar Charlotte leek in de zevende hemel. Ik kon wel begrijpen dat ze Carlos leuk vond.
Hij ziet er goed uit. Ik wou dat ik van zijn neef hetzelfde kon zeggen, maar hij is echt een typisch
gladde Spaanse casanova. Totaal niet mijn type. Ik kreeg een waarschuwende blik van Charlotte,
blijkbaar was het van mijn gezicht te lezen hoezeer ik het naar mijn zin had. Not! Ik keek maar een
beetje om me heen, Charlotte en Carlos waren diep in gesprek, maar Christiano kan geen woord
Engels, en ik kan niet meer dan drie woorden Spaans. Hola, en Hasta Nunca, dat laatste betekent
tot nooit. En dat zou ik nu met alle liefde tegen die langharige aap willen zeggen. Godzijdank kwam
de ober om onze bestellingen op te nemen. Nadat hij alles genoteerd had, liet hij ons weer alleen. Ik
verveelde me dood, maar Christiano had het zo te zien wel naar zijn zin. Hij zat me de hele tijd aan te
staren met een grijns op zijn gezicht. Hij had in ieder geval wel mooie tanden. Dat moest ik hem
meegeven.
Ik open n oog om te zien hoe laat het is. 03.17, geeft de wekker aan. Aaah! Ik val nooit meer in
slaap. Ik draaide me op mijn rug. Mijn kussen legde ik over mijn gezicht. Ik wil je Safa Baqir, en als ik
iets wil dan krijg ik het ook. Die woorden malen al de hele nacht door mijn hoofd. Wat bedoelt hij
ermee? Bedoelt hij dat hij me wil, omdat hij misschien iets voor me voelt? Bij die gedachte alleen al
werd ik misselijk. Ik weet niet wat ik nu moet voelen. Hij klonk wel erg zeker van zijn zaak. Hij moet
niet denken, dat ik hem in de armen ga springen. Pff, ik moet morgen werken en heb nog geen vijf
minuten geslapen! Zo blijf ik nog de hele nacht woelen, denken, gillen. Totdat ik rond 05.00 eindelijk in
slaap val.
Ik schrik me een ongeluk als de wekker gaat. Vlug druk ik hem uit. Mijn hoofd bonkt en mijn ogen
weigeren open te gaan. Zo kan ik toch niet gaan werken? Na lang piekeren, besluit ik me ziek te
melden. Het is schandalig, ik weet het. Maar zo hebben zo ook niets aan me. Ik sta op om mijn werk
te bellen. Nadat ik het nummer ingetoetst heb wacht ik geduldig af tot iemand opneemt. Met Marcha.
Hoi Marcha, met Safa ik ben ziek en kan niet komen vandaag. O God kindje, je klinkt inderdaad
niet best. Ziek lekker uit en kom maar weer opdagen als je echt beter bent. Dankjewel Marcha, zal ik
doen. Nadat ik heb opgehangen voel ik me nog schuldiger dan daarvoor. Maar goed, er valt nu niets
meer aan te doen. Ik werk hard en dat weten zij ook. Ik besluit even een verfrissende douche te
nemen om die hoofdpijn weg te werken.
Pff, ik heb nog steeds hoofdpijn, zelfs na twee aspirientjes. Charlotte belde me net, dat ze onderweg is
om te vertellen over de nacht van haar leven. Ze klonk zo opgewekt, dat ik er ook een lach van op
mijn gezicht kreeg. Ik zet even een kopje thee en net als ik de theepot heb gevuld gaat de bel. Ik doe
de deur open en zie Charlotte, in dezelfde kleding als gisteravond en dito dromerige blik voor me
staan. Kom binnen dirty slet! Ze moest erom lachen en liep langs me mijn woning in. Met een plof
liet ze zich op de bank vallen. Nog steeds die dromerige blik in haar ogen. Safa, ik ben verliefd! Ze
ging languit liggen en ik pakte lachend een stoel om op te zitten. Op wie? Vroeg ik expres alsof ik
niet wist wie het was. Op Carlos natuurlijk! Safa het was de nacht van mijn leven. Ze sloot haar ogen
en even dacht ik dat ze in slaap was gevallen. Hij weet gewoon precies wat een vrouw wil. Vertel mij
wat, dacht ik bitter. Doelend op BenNabil. Nadat ze haar stomende nacht tot in details uit de doeken
had gedaan, wat overigens veel gelach, gebrul en gegil opleverde was het even stil. Waarom was je
nou zo snel weg? En waarom stond BenNabil meteen op, nadat jij het restaurant uitliep? Ik wuifde het
weg. Hij wil me. Kwam er toen moeizaam over mijn lippen. Ze kwam abrupt overeind en keek me
met grote ogen aan. Hij wil je? Hoe bedoel je? Zei hij dat? Ik knikte. Daarop gilde ze het uit en
sprong op en neer op de bank. Waarom kijk je niet blij? Vroeg ze toen ze eindelijk gekalmeerd was.
Waarom ik niet blij ben? Omdat ik niet weet wat hij bedoeld? Ze begon te lachen. Lieve Safa, wat
zou hij nou bedoelen als hij tegen jou zegt, dat hij je wil? Ik stond op. Charlotte ik weet wat hij heeft
gezegd, maar wat heb ik er nou aan als het puur lichamelijk is. Ik wil alles. Natuurlijk wil je alles.
Waarom vroeg je dan niet wat zijn intenties zijn? Omdat het me overviel. Ik stond aan de grond
genageld en nadat hij het zei, liep hij weg. Ik stond zeker nog een half uur ongeroerd op mijn plek
voordat ik wakker werd en naar huis ging. Ik zag hoe Charlotte moeite deed haar lach in te houden.
Lach me niet uit! Hierop proestte ze het uit en het duurde een tijdje voor ze weer gekalmeerd was.
Ok, het spijt me. En al is het puur lichamelijk, wat maakt het uit? Heel veel. Het kwam er feller uit
dan de bedoeling was. Charlotte, ik ben in mijn leven heus wel een paar keer versierd, maar al die
keren heb ik geen moment de neiging gehad er op in te gaan, omdat ik niets voelde. Maar bij

BenNabil is het anders. Bij hem voel ik me Sexy? Ik knikte. Bel hem dan! Vraag wat het precies
is dat hij van je wilt. Dan heb je duidelijkheid. Ik wist dat ze gelijk had, maar ik wist ook dat ik
misschien wel helemaal geen duidelijkheid wilde. Bang om afgewezen te worden. Maar nog een paar
nachten als deze en ik kan mezelf opvegen. Denk er nog maar over na. Ik moet naar de redactie, als
er iets is bel me meteen! Ze stond op en drukte een kus op mijn wang. Charlotte, dankjewel. En
zodra je iets van je casanova hoort, moet je me meteen bellen! Ik beloof het!
De hele dag heb ik allemaal klusjes gedaan in huis om maar niet aan hem te hoeven denken. Je kunt
letterlijk van de grond eten, zo schoon is het. Tijdens het kloppen van de bank, vond ik Charlottes
sleutels tussen de kussens. Die waren er zeker tussen gevallen toen ze er als een klein kind op stond
te springen. Ik moest lachen als ik aan haar dacht. Dat arme kind is bijna net zo verliefd als ik. Bijna.
Ik heb het er zo warm van gekregen dat ik mijn T-shirt uittrek en mijn broek verruil voor een short.
Dansend sta ik in de keuken mijn pasta klaar te maken. Maar ik krijg die vervloekte sauspot niet open.
Na een tijdje duwen en trekken schiet het deksel eraf en beland de helft van de inhoud op mijn
hemdje. Dit is dus typisch Safa! Ik heb geen zin me nog eens om te kleden en ga door met koken. De
saus moet nog een paar minuutjes op een laag pitje verder koken.
Als de bel gaat loop ik snel naar de radio om de muziek zachter te zetten. Dat zal vast Charlotte zijn,
die er achter kwam dat ze haar sleutels miste. Iets vergeten? Zei ik toen ik de deur opentrok. Maar
tot mijn grote schrik was het Charlotte helemaal niet. Of ze moest een halve meter zijn gegroeid en in
de sportschool wonen. Met een speels lachje nam hij me van top tot teen op. Zijn blik stopte bij de
tomatenvlek. Ik schaamde me zo erg, dat mijn hoofd even rood werd als die genoemde vlek.
Verwachtte je iemand anders? En hij liep zo langs me mijn huis in. Ik was te verbouwereerd om er
wat van te zeggen. Vergat zelfs de voordeur dicht te doen. Snel deed ik hem dicht. Ehm, wat kom je
doen? En ik probeerde met mijn handen de tomatenvlek te verbergen. Ik zag hoe hij rondliep in de
woonkamer en alles zorgvuldig bekeek. Heb je over mijn voorstel nagedacht? Vroeg hij zonder me
aan te kijken. Voorstel? Het klonk meer als een bevel. Hij keek beledigd en lachte toen schamper.
Zie het hoe je wilt. Hij ging op mijn bank zitten en klopte op het plekje naast hem. Ik negeerde het en
liep snel mijn slaapkamer in om mijn ochtendjas aan te trekken. Toen ging ik tegenover hem staan met
de salontafel in ons midden. Hoe zie jij dat eigenlijk voor je? Dat je mij wilt, heb je al gezegd. Maar wat
bedoel je precies? Nu stond hij ook op. Moet ik alles voor je uitleggen. Hij stopte even en liep naar
het raam. Hij stond daar een tijdje met zijn handen in zijn zakken. Toen ging hij verder. Ik kan krijgen
wie ik wil. Ik hoef maar in mijn vingers te knippen en ze liggen op hun rug. Ik werd misselijk van zijn
gepraat. Maar bij jou is het anders. Jij bent anders. Moeilijk, dat wind me op. En het feit dat je zo
aantrekkelijk bent en dit van jezelf niet weet, wind me nog meer op. Geschrokken deed ik een paar
stappen achteruit. Hij draaide zich om en keek me aan. Even, met dezelfde blik als gisteravond. Maar
toen deed hij weer zijn masker op. Wees maar niet bang, ik bespring je niet. Tenminste nog niet. Hij
lachte zijn tanden bloot, als een wolf die zo zijn tanden in zijn prooi gaat zetten. Dan heb je pech,
want ik wil jou niet! Riep ik fel. Als dit mij moest overtuigen, is hij gezakt. Ach, houd toch op Safa. Ik
hoef je maar aan te kijken om te weten dat je mij ook wilt. En anders verraden die rode wangen van je
het wel. Ik kookte van woede! Hoe durft hij. Ik weet niet wat jij je allemaal in je hoofd haalt, maar ik
weet heel goed wat ik wel of niet wil. En jou wil ik zeker NIET! Wat denk je nou, dat je het maar hoeft
te zeggen en ik me in jouw armen stort? De botte zak! Ik liep stampvoetend naar de keuken en deed
het vuur uit. Ik proefde de saus, die overigens heerlijk was. Maar die kwal had goed mijn eetlust
bedorven.
Ik liep terug naar de woonkamer en vond hem weer op de bank. Luister BenNabil, er zijn zat vrouwen
op de wereld die zich vereerd zouden voelen, maar ik voel er werkelijk niets voor om voor jouw
behoeftes een zonde te begaan. Dus, succes met je zoektocht en laat mij verder met rust. Wie zegt
dat je een zonde begaat? Ik sloeg mijn armen over elkaar heen. Nou pardon, ik weet niet hoe
gelovig jij bent, maar ongetrouwd het bed delen, zie ik als een zonde. Hij stond lachend op.
Ongetrouwd wel ja
Goed ik zal eerlijk tegen je zijn. Ik zoek een geschikte kandidate om mee te trouwen. Deze woorden
kwamen als een donderslag bij heldere hemel. Ik zie dat je hiervan schrikt, maar dat hoeft niet. Mijn
ouders zeuren sinds mijn wederopstanding, om het zo maar even te noemen, al aan mijn hoofd. Ik
ben dertig en wordt er niet bepaald jonger op. Je zult het heel goed hebben. Ik heb genoeg geld om
jullie te onderhouden. Jullie ? Vroeg ik koel. Ja, jij en misschien een kleine BenNabil. Zei hij
lachend. Maar ik vond er niets grappigs aan. Ik draaide me om. Ik wist waarom ik teleurgesteld was.
Hij wil met me trouwen, maar niet uit liefde. Ben je klaar? Hij liep rustig naar me toe. Ik liet niet zien
dat ik bang was. Hij was wel de laatste door wie ik me liet intimideren. Ik ben klaar als jij akkoord

gaat. De bekende rilling liep weer over mijn rug. Ik ga dus niet akkoord. Ik trouw alleen met iemand
uit liefde. En als je me nu wilt excuseren, ik wil eten. Hij greep me bij mijn arm. Je trouwt ook met me
uit liefde, uit liefde voor Aya. Verward keek ik hem aan. De plek op mijn arm, waar hij me vasthoud
staat in brand. Aya? Vergeet niet dat ik haar dankzij jou ben kwijtgeraakt. En ik rukte mijn arm los.
Ja, en dankzij mij krijg je haar weer terug. Ik wist niet wat hij bedoelde. Als jij met mij trouwt, heb je
geld, en zekerheid voor de toekomst. De rechter zal niets meer zien om jou niet de gedeelde voogdij
te geven. Dan zullen de rollen omgedraaid worden. Aya is doordeweeks bij jou en in het weekend bij
haar vader. Hassan. Riep ik fel. Hassan dan. Ik was in de war, natuurlijk wilde ik Aya terug. Ze is
mijn alles, maar dit zou me wel een kans op echte liefde en geluk ontnemen.
Ik stel voor om je erover na te laten denken? Ik zei nog steeds niets. Ik neem contact met je op. Hij
liep naar de deur, draaide zich nog n keer om en opende toen de deur. Charlotte stond verbaasd
naar BenNabil te kijken. Goedendag. Zei hij en liep toen weg. Met open mond liep Charlotte naar
binnen en sloot de deur. Jij dirty slet! Waarom liep hij met een dromerige blik weg en sta jij daar in je
ochtendjas met rode wangen? Ik schraapte mijn keel. Eh, ik ga trouwen?
Ik lag languit op de bank, met mijn favoriete cd in de cd-speler. De heerlijke oosterse klanken waar ik
geen genoeg van kan krijgen vullen de stille kamer. Voor even waan ik me terug in Marokko. Daar
waar ik me echt thuis voel. Ik mis de geur. De geur van versgebakken vlees in de nauwe straatjes van
Meknes. De geluiden van spelende kinderen en marktkooplieden die hun producten met veel kabaal
aanprijzen. Het gevoel van de zachte zonnestralen op mijn huid. Ik mis het in zijn geheel, mijn
thuisland.
Het is heel gek, maar daar voelde ik me nooit alleen, terwijl ik me hier een gevangene voel. Natuurlijk
ik kies er zelf voor hier te blijven, maar op een dag ga ik terug. Dat weet ik zeker.
Zondag is mijn favoriete dag. De dag van de rust. Vanmorgen vroeg heb ik Aya teruggebracht naar
Hassan. We hebben het erg naar ons zin gehad. Ik wilde aan haar vragen wat zij ervan vond. Dat haar
tante Safa in het huwelijksbootje zou stappen om haar terug te krijgen, maar dit deed ik toch maar
niet. Zij moet opgroeien met de gedachte dat het huwelijk om de liefde draait. En dat is natuurlijk ook
zo.
Ik word al twee weken gek van het gepieker. Wel doen? Niet doen? Moet ik al mijn principes maar
overboord gooien? De voor- en nadelen heb ik met elkaar in overweging genomen en ik moet zeggen
dat de voordelen er toch uitschieten. Ik bedoel, als ik akkoord ga en met BenNabil zou trouwen zou
dat heel wat positieve gevolgen voor de toekomst hebben, en niet alleen voor mij, maar ook voor Aya.
Die zal weer opgroeien in een goede en veilige omgeving. Maar zo heb ik me mijn huwelijk nooit
voorgesteld. Bij trouwen denk ik aan een levenslange liefdesverbintenis. Niet aan een zakelijke
overeenkomst. Trouwen met de man van mijn dromen, niet dat hij dat niet zou kunnen zijn,
integendeel. Maar ik wil niet samenleven met een man die mij slechts aantrekkelijk vind. Ik wil dat hij
van mij gaat houden. En daar kom ik pas achter als ik met hem getrouwd ben, wanneer het te laat is
dus. Heel veel vragen razen door mijn hoofd, waarvan de belangrijkste: Waarom ik?
Mijn telefoon gaat, ik kijk op het schermpje en zie zijn naam staan. Vlug druk ik het gesprek weg. Die
ellendeling zei dat hij me alle tijd zou geven om erover na te denken, maar hij stalkt me al vanaf dag
n. Na lang piekeren, weet ik eindelijk wat me te doen staat. Ik ga naar hem toe, en zeg hem dat ik
me vereerd voel, maar het aanbod toch afsla. Dit is niet wat ik wil. Ik zou doodongelukkig worden in
een huwelijk vast te zitten dat niet op liefde is gebaseerd. En ik trouw maar n keer. Klaar, dit is mijn
keuze. Ik trouw niet met hem. Die laatste zin herhaal ik nog een paar keer, zodat ik er zeker van ben
dat hij me niet om kan praten. Nu ik erover nadenk is het eigenlijk ook te zot voor woorden. Hij zou
zich moeten schamen het berhaupt voorgesteld te hebben. Pff, wat denkt hij nou? Ja, hij is knap,
onweerstaanbaar, aantrekkelijk en mysterieus. Eigenlijk alles wat ik zoek in een man, minus n heel
belangrijk aspect, namelijk liefde. En als er iets is wat hij de afgelopen maanden heeft bewezen is dat
hij een hart van steen heeft.
Waar zijn mijn autosleutels, ik ga nu meteen naar hem toe voordat ik me nog bedenk. Ik zie ze op het
kasje bij de voordeur liggen. Ik pak mijn jas trek hem aan en ren de deur uit. Dan bots ik tegen een
man op. Ik wankel even op mijn benen, maar hij houd me nog net op tijd vast. Het is een wat oudere
man, een zakenman zo te zien. Bedankt. Zeg ik vlug en ik wil verder lopen. Krekeltje? Ik sta abrupt
stil. Ik durf niet om te kijken en blijf stokstijf staan. Er is maar n iemand die mij zo noemde. Dan
draai ik me om. Die ogen. O God, hij is het. Ik voel tranen achter mijn ogen prikken. Verdriet en woede
borrelen zich in me op. Mag ik alsjeblieft binnen komen? Na lang nadenken loop ik zonder een

woord te zeggen, terug naar de voordeur, maak hem open en ga naar binnen. Hij volgt me kort
daarna. Daar staat hij dan, elf jaar later tegenover me. Mijn vader, voor zover hij dat ooit geweest is.
Zwijgend stonden we tegenover elkaar. Verschillende gevoelens kwamen in me naar boven. Ik had zin
om tegen hem te schreeuwen, hem te slaan, hem te omhelzen, te huilen. Maar ik kon niets doen, niets
zeggen. Je lijkt sprekend op je moeder. Zei hij zacht. Waag het niet haar nog eens te noemen! Het
kwam er fel uit en ik zag zijn gekwetste blik. Maar ik hield me groot. Hij is oud geworden. Zijn haar is
wit met enkele grijze banen. Maar zijn wenkbrauwen zijn nog pikzwart, wat zijn gezicht een strenge
uitdrukking geeft. Zijn ogen, nog precies hetzelfde als ik me kon herinneren. Het donkerste bruin. Ik
vond mijn vader altijd een knappe man, en dat vind ik nog steeds. Het ziet ernaar uit dat hij het goed
heeft. Safa, het spijt me. Ik stond nog steeds roerloos tegenover hem. Het spijt je? Het spijt je? Ik
lachte schamper. Wat spijt je precies? Dat je elf jaar geleden vertrok zonder afscheid, zonder reden?
Maanden hebben wij ons doodongerust gemaakt. Ik hoorde hoe ze zich elke nacht in slaap huilde. En
nu, nu spijt het je? Denk je nou echt dat je er zo gemakkelijk vanaf komt! Mijn borst ging hevig op en
neer van mijn uitbarsting. Hij boog zijn hoofd. Ik wist dat ik hem gekwetst had met die woorden, maar
dat kon me nu even niets schelen. Eindelijk kon ik iemand de schuld geven voor hun dood. Jaren heb
ik hun dood gedwongen moeten accepteren, maar als hij nooit was weggegaan dan waren ze er nog.
Je bent mijn vader niet meer. Hij keek geschokken op na die woorden. Safa, dit meen je niet, ik ben
je vader. Dit zeg je omdat je kwaad bent. Jij weet niet half hoe kwaad ik ben. Wat denk je nou? Dat
ik je om de hals ga vliegen? De tranen stroomden nu rijkelijk over mijn wangen. Ik vervloekte mezelf
dat hij nu kon zien dat ik gekwets was. Hij liep naar me toe, maar ik deed snel een stap achteruit. Ik
weet dat ik dit nooit goed kan maken. Ik vraag Allah elke dag om vergiffenis. Ik heb jullie in de steek
gelaten. Ik zag dat hij moeite had zijn verdriet te verbergen. Nadat ik hoorde dat je moeder en Sarah
overleden waren, wilde ik naar je toekomen, maar ik was bang. Bang dat je me zou afwijzen. Dit is
werkelijk niet te geloven. In n klap was ik mijn moeder en zus kwijt. Ik had niemand meer, je had er
verdomme voor me moeten zijn! Er volgde een doodse stilte. Ik wist niet meer wat ik moest zeggen.
Ga weg, dit is te veel voor me nu. Hij knikte en liep langzaam naar de deur. Ik wil dat je weet dat ik
elke dag aan jullie heb gedacht. Ik moest weg, om jullie te beschermen. Na die woorden liep hij de
deur uit.
Ik liet me wederom op de bank vallen. De tranen kwamen vanzelf en ik kon niet meer stoppen. Al het
verdriet van de afgelopen elf jaar kwam eruit. Hoe durft hij? Ik had het feit dat hij nooit terug zou
komen eindelijk geaccepteerd. Ruw veegde ik mijn tranen weg. Hou op Safa, hij is je tranen niet
waard. Hij ging weg om ons te beschermen? Beschermen waartegen. Wat een lullige smoes zeg,
heeft hij in die elf jaar niets beters kunnen verzinnen?
Na een tijdje verdrinken in zelfmedelijden vond ik het wel genoeg geweest. Zijn terugkeer veranderd
niets aan mijn leven. Ik ben het grootste deel van mijn leven alleen geweest. En dat zal ik ook altijd
blijven. Aya is de zonneschijn in mijn leven. Zonder haar had ik het allang opgegeven en lag ik ergens
in de goot.
Ik had trek gekregen in een kop koffie. In de keuken zette ik het koffieapparaat aan en ik pakte een
mok uit het keukenkastje. Ik schrok zo van de deurbel dat ik mijn mok op de grond liet vallen. Hij
spatte in tien stukken uiteen. Fijn, nog eens zeven jaar ongeluk. Alsof ik dat niet al genoeg heb gehad
in mijn leven. Ik verroerde geen vin, bang dat het mijn vader weer was. De bel bleef gaan. Safa, doe
open ik weet dat je thuis bent! Zijn zware stem brulde door de deur en deed mijn nekharen overeind
staan. BenNabil? Wat moest hij nou? Ik probeerde nog te doen alsof ik niet thuis was, maar hij bleef
op de deur bonken. Ik weet dat je thuis bent, ik hoor je dus doe die deur open! Hij bezat nog steeds
de gave, me de stuipen op het lijf te jagen. Ik liep langzaam naar de deur, deed hem open en liep
meteen weer weg. Mijn ogen waren nog rood van de tranen en ik had geen zin in zijn vragen. Ik
hoorde zijn zware voetstappen. Ik zat op mijn knien in de keuken de scherven bij elkaar te zoeken.
Aan zijn glimmende schoenen te zien stond hij voor me. Ik probeerde me groot te houden, maar na
veel pogingen mijn tranen binnen te houden gaf ik het op. Ik legde mijn handen voor mijn gezicht en
begon te huilen. Eerst zachtjes, maar toen snikte ik luid hoorbaar. Safa? Wat is er met je? Ik kon niet
praten alleen maar huilen. Ik voelde hoe hij mijn handen vastpakte. Voorzichtig schoof hij ze bij mijn
gezicht vandaan. Ik sloot mijn ogen, schaamde me om mijn tranen. Hij trok me omhoog en omhelsde
me. Het voelde fijn en vertrouwd. Tot ik dacht aan die nacht in het ziekenhuis na de brand. Toen had
hij me ook getroost, maar net zo hard verraden. Snel trok ik mijn handen terug en raapte de scherven
bij elkaar. Er is niets, heb net uien gesneden. Ik stond op en gooide de scherven in de prullenbak.
Safa, je kunt veel van me zeggen, maar ik ben niet op mijn achterhoofd gevallen. Zeg nou maar wat
er aan de hand is. Het was even stil. Ik leunde tegen het aanrecht en gooide mijn hoofd in mijn nek.

Het is niet belangrijk, het gaat weer. Ik zette een gemaakte glimlach op. Helaas trapte hij er niet in.
Hij keek me aan met een gerriteerde uitdrukking. Het laatste dat ik wilde was hem opzadelen met
spoken uit het verleden. Soms heb ik van deze dagen, dan voel ik me gewoon alleen en zit ik een
beetje zielig te doen. Koffie? Ik wendde snel mijn blik af. Het was dan wel niet helemaal gelogen,
maar mijn ogen zouden verraden dat er nog iets speelde. Ik draaide de kraan open en gooide wat
koud water in mijn gezicht. Dit voelde al een stuk beter.
Pak je jas, we gaan. Ik keek hem verbaasd aan. Gaan? Waarheen? Dat zie je zo wel, schiet op.
Zijn blik gaf aan dat er geen discussie mogelijk was. Hij liep naar de kapstok, haalde mijn jas eraf en
liep ermee op me af. Trek aan. Ik deed wat hij zei. Ik had mijn laatste knoop nog niet dichtgeknoopt
of hij trok me al mee aan mijn arm. Wat is hij van plan?
Zwijgend liepen we naast elkaar. We hadden net een half uur in de auto gezeten en nu liepen we een
lang paadje op. Ik weet niet waartoe hij leidt, of hij wel ergens heen leidt. Maar het was heerlijk. De
zachte wind blies mijn haar naar achteren. Het is hier werkelijk schitterend. Alles is bos en weiland.
We namen een bochtje en ik stond abrupt stil. We stonden voor een enorm huis. Wel twee keer groter
dan dat van hem. Waarom stop je? Vroeg hij me verbaasd. Ik keek hem vragend aan. Wie wonen
daar? Mijn ouders, ze vroegen me te komen eten. Iedereen is er vandaag. Ik schrok me een
ongeluk en deed snel een stap achteruit. Ik zag niet dat er een grote wortel uit de grond stak waardoor
ik plat op mijn kont viel. Wat volgde was luid gebulder. Hij vond het kennelijk erg grappig. Ik keek hem
kwaad aan. Lachend liep hij op me af en pakte mijn arm. Met n soepele beweging had hij me
omhooggetrokken en stond ik tegen zijn brede borst geleund. Hij keek me aan, er was iets met zijn
ogen. Ik weet niet wat, maar deze blik kende ik niet. Mijn hart raasde als een gek. Fahd! Ik zag dat
hij schrok en snel een stap achteruit deed, alsof hij zich aan me had gebrand. Zijn jongere broertje
Faouad kwam onze kant uitlopen en omhelsde BenNabil. Ze lachten en praatten, je kunt zien dat ze
een goede band hebben. Ik voelde me een beetje ongemakkelijk en stond er maar bij. Kom binnen
man! Hij liep zijn broer vooruit. Kom je? Of blijf je liever hier staan? Ik was weer terug op aarde en
liep geluidloos achter hem aan. We hadden nog geen stap binnen gezet of ik hoorde iedereen zijn
naam roepen. Hij was wel erg geliefd bij zijn familie. Zijn vader en moeder haastten zich naar ons toe.
Pas nadat ze hem uitgebreid gegroet hadden merkten ze mij op.
Fahd, schaam je, zo hebben we je niet opgevoed! Wie is deze lieftallige jongedame? Riep zijn
moeder uit. Ik lachte en stak mijn hand uit. Mevrouw BenNabil, fijn u weer te zien. Ze keek me
vragend aan. Mevrouw Baqir? Vroeg ze toen verbaasd. Ik knikte. Safa, alstublieft. Zei ik lachend.
Ze negeerde mijn hand en trok me tegen zich aan. Kind, fijn je weer te zien! Die zoon van mij heeft
me helemaal niet verteld dat je hier was. Anders had ik je zelf uitgenodigd. Ik knikte lachend en zag
BenNabil naar me kijken. Toen zette zijn vader een stap naar me toe en schudde me stevig de hand.
Fijn dat je er bent, ze heeft genoeg eten gemaakt voor wel twee voetbalelftallen. Mijn kindjes
moeten goed eten! En ze kneep in de wangen van BenNabil. Hier moest ik erg om lachen, vooral bij
het zien van zijn blik. Zo stonden we nog even te kletsen totdat Faouad erdoorheen riep. Gaan we de
hele avond in de hal staan? Of komen jullie nog naar de woonkamer? Na luid gelach liepen we met
zn allen naar de woonkamer. Mijn mond viel open bij het zien van de ruime zitkamer. Een grote
openhaard verlichtte de hele kamer. Ga zitten kind. Ik ga thee zetten. En weg was zijn moeder. Daar
zat ik dan, met drie mannen in de huiskamer. Ik zat op de grote leren bank met BenNabil naast me en
Faouad daarnaast. Zijn vader zat in een leren fauteuil. Ik vroeg me af hoelang ze elkaar niet hadden
gezien, aangezien ze al sinds onze komst aan n stuk door aan het praten en lachen zijn. Het waren
ontzettend aardige, gastvrije mensen. En dat toverde een glimlach op mijn gezicht. Hoe gaat het met
je kind? Woon je niet meer in Marokko? Er ging een steek door mijn hart. Snel zette ik een gemaakte
glimlach op. Nee, wegens omstandigheden, moest ik terug naar Nederland. Omstandigheden, waar
uw zoon verantwoordelijk voor is, dacht ik bitter. Na wat over koetjes en kalfjes gepraat te hebben
kwam zijn moeder weer binnen met een groot dienblad vol lekkers. Faouad, wil jij de thee uit de
keuken halen? Hij stond op en deed wat zijn moeder vroeg. Schuif op Fahd, ik wil met Safa kletsen.
Pff, vrouwenpraat! En hij schoof snel een paar plaatsen op. De thee werd rijkelijk geschonken en ik
werd volgepropt met zelfgemaakte koekjes en cake. Die overigens heerlijk smaakten. Fahd, Faouad
en zijn vader zaten in een gesprek verwikkeld. Wat over zaken ging zo te horen.
Toen de deurbel ging stond Fahd op en liep naar de deur. Even later kwam hij terug met Imrane op
zijn arm. Ik kreeg het warm bij die aanblik. BenNabil zou zeker een goede vader zijn. Wat was hij groot
geworden sinds die keer in de dierentuin. Hij werd op de voet gevolgd door Rayan, met kleine
Yasmine in zijn armen en een knappe jongedame. Dat moet vast zijn vrouw zijn. Ik stond op en gaf
Rayan een hand. Safa, wat leuk dat je er bent. Zei hij gemeend. Imrane keek zoekend om zich

heen. Ik denk niet dat Aya mee is? Zei Rayan. Nee, ze kon helaas niet mee Imrane. Ik aaide hem
over de bol na het zien van zijn sippe gezichtje. Hallo, jou ken ik nog niet. Ik keek op in de ogen van
de mooie vrouw. Ik ben Ella. De vrouw van Rayan. Ik lachte en gaf haar een hand. Ik ben Safa.
Ze is hier met Fahd. Hoorde ik Rayan zeggen. Ella knikte en keek me toen lachend aan. Ik weet niet
of ze hier nu dachten dat ik wat met hem heb. Ik hoop het niet. De hele avond hebben we gepraat en
gelachen. Dit is werkelijk de leukste familie die ik ooit heb gezien. Een paar keer moest ik aan mijn
moeder en zus denken. Zelfs aan mijn vader, maar die gedachten schudde ik snel van me af. Ik had
geen tijd om verdrietig te zijn.
Tijdens het eten voelde ik zijn blik de hele tijd door me heen boren. Ik schonk hem een paar keer
waarschuwende blikken, maar dit vond hij wel amusant, want hij ging gewoon door met het
schaamteloos bekijken. Mag ik u complimenteren op uw kookkunsten. Het was heerlijk. Ik zag dat
zijn moeder blij was na het horen van mijn woorden. Je hebt nog niets geproefd, zij is de beste kokkin
van het land! Zei zijn vader, waarna hij haar liefdevol aankeek. Ach, houd op jullie. Ik wordt er
helemaal verlegen van! Riep ze uit. Tijdens de gesprekken die werden gevoerd tijdens het eten kwam
ik erachter dat zijn vader ook advocaat is geweest. Hij is nog maar net met pensioen. Rayan zit in de
makelaardij, en Faouad studeert nog rechten en is bijna klaar om in de voetstappen van zijn vader en
grote broer te treden. Je kunt dus zeker zeggen dat ze allemaal in het leven geslaagd zijn. Maar dat
kun je ook zien aan de manier hoe ze leven. Ik heb groot respect voor ze. Dit hebben ze namelijk
allemaal bereikt, door hard werken.
Na het eten stond ik erop zijn moeder te helpen met het afruimen. De mannen zaten in de zitkamer
aan de thee en Ella ging Yasmine verschonen. Daar stonden we dan met zn tween in de keuken. Ze
ging ermee akkoord dat ik hielp afruimen, maar ze zwoor de afwas zelf te doen. Dus zat ik op een kruk
naar haar te kijken. Ik zag heel veel van BenNabil terug in haar. Het is vrij serieus tussen jou en Fahd
h? Ik schrok van de vraag en schoof zenuwachtig op de kruk. Waarom denkt u dat? Vroeg ik zo
nonchalant mogelijk, maar ik spatte bijna uit elkaar van schaamte. Hij heeft nog nooit iemand mee
naar huis genomen. Niet sinds Ze werd onderbroken door kleine Imrane die naar haar toe rende.
Oma, ik wil een koekje! Lachend tilde ze hem op het aanrecht en pakte de schaal met koekjes. Zijn
ogen werden groot bij het zien van al dat lekkers en in twee happen belandde de eerste al in zijn
maag. Zullen we naar de huiskamer gaan Safa? Gaat u maar vast. Ik blijf nog even naar het uitzicht
kijken. Ze knikte lachend en met Imrane aan haar arm liep ze de keuken uit.
De keuken had een heel groot raam dat uitkeek op de grote stukken land achter het huis. Dit was ook
de plek waar de zon onderging. Prachtig om te zien hoe de lucht zich hier paars kleurde. Ik was zo
diep in gedachten gezonken dat ik hem niet hoorde binnenkomen. Ik heb je nog nooit zo zien lachen
als vandaag. Hoorde ik hem zeggen. Ik keek op en zag hem tegen de deurpost geleund staan. Mijn
God wat zag hij er aantrekkelijk uit. Ik moest mezelf knijpen, zodat ik weer terug op aarde kwam. Je
hebt een geweldige familie. Zei ik gemeend en draaide me weer terug naar het raam. Ze vinden jou
ook geweldig. Mijn hart verwarmde zich. Zijn voetstappen kwamen steeds dichterbij tot hij naast me
tegen het aanrecht geleund stond. Het is hier werkelijk schitterend. Zei ik zacht terwijl ik uit het raam
keek. Jij bent schitterend. Fluisterde hij. Ik keek hem aan met opgetrokken wenkbrauw. BenNabil, is
dit een poging mij te verleiden? Hij lachte en ging achter me staan. Dat ligt eraan. Ben je te
verleiden? Ik slikte, hij stond akelig dichtbij. Zijn geur drong mijn neusgaten binnen. Het leek wel alsof
ik erdoor bedwelmd werd. Hij draaide me naar zich om en steek over mijn wang. Ik sloot mijn ogen en
voelde hoe hij een kus op mijn voorhoofd plantte. Ik smolt. Zullen we terug naar de huiskamer? Ik
knikte. En op een roze wolk zweefde ik achter hem aan.
We liepen weer naast elkaar het paadje af. Het was een onvergetelijke avond. Het was echt de avond
van mijn leven. Nu weet ik echt wat ik in mijn leven mis. Familie. Bij het afscheid moest ik ze beloven
snel weer te komen. Ik durfde niet te zeggen dat, dat niet zou gebeuren dus ik knikte alleen maar. Hij
had de hele avond al een ontspannen houding. Zo heb ik hem nog nooit gezien! Waar denk je aan?
Zijn stem klonk zacht en was aangenaam om naar te luisteren. Dat ik dit helemaal niets voor jou
vind. Zei ik lachend. Hij trok zijn wenkbrauw op. Waarom niet? Vroeg hij quasi beledigd. Nou,
omdat je altijd zo Ik zocht naar de juiste woorden. Zo zakelijk bent. Zei ik toen voorzichtig. Hij
knikte. Even dacht ik hem beledigd te hebben, maar na het zien van een prachtige glimlach wist ik dat
het niet het geval was. Ik smolt bij het zien van die lach. De wind had zijn haar door de war gebracht
en hij had een stoppelbaardje. Zo vond ik hem op zijn mooist. Bevalt het aanzicht je? Ik keek in zijn
twinkelende ogen en hij had een ondeugende lach om zijn lippen. Mijn ogen werden groot van
schaamte en snel wendde ik mijn blik af. Stomkop! Sprak ik mezelf streng toe. Is niet erg hoor, ik ben

ook onweerstaanbaar. Ik barstte in lachen uit. Nou ik vind het eigenlijk wel meevallen. Zei ik
lachend.
We stonden voor mijn huis. Dankjewel, BenNabil. Ik vond het erg fijn vanavond. Hij knikte. Graag
gedaan. Ik wil het vragen. Maar weet niet zo goed hoe ik moet beginnen. Net als hij weg wil lopen doe
ik mijn mond open. Waarom ik? Hij draaide zich naar me om. Waarom jij? Ja, waarom trouwen
met mij en niet n van je vele scharrels. Hij antwoordde niet direct. Maar keek me doordringend aan.
Ik voelde me erg ongemakkelijk. Jij bent geschikt. Niet op mijn geld uit, voor zover ik weet en mijn
familie mag je. Ik wist dat hij dit zou zeggen, maar het horen is anders dan het denken. Pijnlijker. Het
ene moment doet hij me denken dat hij gevoelens voor me heeft. En het andere moment is hij weer
ijskoud. Ik kan niets zeggen en knik alleen maar. Na een kort knikje liep hij weg. Ik viste mijn sleutels
uit mijn jaszak en stak ze in het slot. Ik deed de deur open en net toen ik een stap naar binnen wilde
zetten, werd ik bij mijn schouders gegrepen. Ik draaide me geschrokken om. Hij had die blik van
vanmiddag weer in zijn ogen. Het volgende moment duwt hij me naar binnen tegen de muur en kust
me. Eerst ruw, gedwongen. Maar dan zacht en beheerst. Ik sla mijn armen om zijn hals en kus hem
terug. Hij trekt me nog dichter tegen zich aan en ik voel de opwinding. Met n hand knoopt hij
behendig mijn jas los. Dan volgen ook de knoopjes van mijn blouse. Ik houd mijn adem in. Ik kreun als
hij met zijn lange zachte vingers mijn ontblootte buik streelt. Hij reageert met een grom. Zachtjes bijt
hij op mijn onderlip. Dan, uit het niets doet hij een stap naar achter. Ik hap naar adem en verward kijk
ik hem aan. Ook hij ademde zwaar. Met bibberende vingers doe ik de knoopjes van mijn blouse weer
dicht. Hij haalde een hand door zijn haar, maar blijft me aankijken. Wat betekent dit? Ik kon geen
woord uitbrengen. Hierop haastte hij zich het huis uit en gooide de deur met een smak dicht.
Dit betekend dat ik stapelverliefd op je ben BenNabil.
Ik nipte voorzichtig aan mijn kop gloeiend hete cappuccino. Buiten regende het pijpenstelen. Ik was
net op tijd het cafeetje binnen gelopen, anders zat ik er nu als een verzopen kat. Ik heb met Charlotte
afgesproken, want ik moest mijn hoofd legen. Ik word gek van de situatie zoals die nu is. Mijn hoofd zit
vol. Stuk voor stuk problemen. Van mijn vaders plotselinge terugkeer tot het huwelijksaanzoek van
BenNabil. Ik keek op naar de ingang en zag Charlotte binnenstappen, met niet bepaald een blij
gezicht. Ik stond op om haar te groeten. Vloekend kwam ze op ons tafeltje af. Dit geloof je toch niet.
Ik zet net een stap buiten en het begint te hozen! Ik moet lachen om haar getier en geef haar snel
een kus op haar natte, plakkerige wang. Ach, je weet hoe het er hier in Nederland aan toe gaat. Heb
je het ene moment een zonovergoten hemel, het volgende moment staat die vol met donkere wolken.
Ga zitten. Ze ging op haar plek zitten en pakte de menukaart. Nadat ze een thee had besteld keek ze
me ernstig aan. Vertel tante Charlotte maar eens wat er allemaal aan de hand is Safa! Ik speelde
met het lepeltje in mijn kopje en dacht na over waar ik in hemelsnaam moest beginnen. Gisteren
Het verbaasde me dat ik het niet over mijn lippen kon verkrijgen, alsof ik het zelf amper kon geloven.
Gisteren stond mijn vader na elf jaar weer voor mijn neus. Kwam er met moeite over mijn lippen. Ik
keek meteen op om haar reactie te peilen. En die was hetzelfde als die ik had, toen hij voor mijn neus
stond. Ze deed haar mond open om wat te zeggen, maar sloot die toen weer.
Hoe voel jij je nu? Vroeg ze na een tijd van stilte. Rot! Riep ik hard en ik keek verschrikt om me
heen of iemand me gehoord had. Na jaren had ik eindelijk geaccepteerd dat hij nooit meer terug zou
komen, dat ik beide ouders was verloren. Ik waande hem dood. En nu na elf jaar komt hij doodleuk
binnenwandelen om te zeggen dat het hem spijt. Het spijt hem dat hij ons in de steek gelaten had.
Een cynisch lachje klonk uit mijn mond. Charlotte reikte over de tafel en pakte mijn hand vast. Liefje,
het is volkomen terecht dat je zo kwaad bent. Dat zou ik ook zijn! Ze stopte even toen haar thee werd
gebracht en ging verder toen de serveerster weg liep. Zei hij nog meer? Waarom hij is weggegaan?
Ik schudde mijn hoofd. Hij ging weg, om ons te beschermen, zei hij tegen me. Alsof ik hem daar
dankbaar voor zou moeten zijn. Ik nam een slok van mijn cappuccino en ging verder. O, en hij wist
dat mijn moeder en zus verongelukt waren, maar hij was te bang om naar mij toe te komen. Te bang
om gekwetst te worden. Liefje, luister naar me. Ik weet niet wat voor persoon je vader is. Maar er
moet een reden zijn waarom hij nu wel teruggekomen is. En ik wil niet goedpraten wat hij heeft
gedaan, maar misschien moet je eens met hem afspreken om alles uit te praten. Je moet niet
verbitterd raken door iets wat zo lang geleden is gebeurd. Ik liet de woorden op mij inwerken. Ik weet
dondersgoed dat ze gelijk heeft, maar ik zit nu nog in de kwade fase. Ik knikte lachend. Charlotte ik
ben zo blij dat ik jou als vriendin heb. Jij luistert altijd zo goed! Nog even en ik ga naast mijn
schoenen lopen, Safa jij bent ook een topvriendin en ik ben heel blij dat ik jou heb.
Na het derde kopje koffie keek Charlotte me geheimzinnig aan. Ze kuchte even. Trouwens, hoe staat

het met de zaak BenNabil. Ik had net een slok van mijn koffie genomen en verslikte me erin bij het
horen van zijn naam. Mijn gezicht liep helemaal rood aan en Charlotte keek me geschrokken aan.
Safa, gaat het. Na enkele keren diep adem gehaald te hebben, ging het weer. Ik wist niet dat je zo
heftig op hem zou reageren Safa. En ze proestte het uit van het lachen. Ik keek haar quasi boos aan.
Ik wil alles weten! Zei ze en schoof haar stoel dichter naar me toe. Hij maakt me gek Charlotte. Hij
doet dingen met me die ik nooit eerder heb gevoeld. Ik staarde dromerig uit het raam. Ik ben
smoorverliefd op de man. Charlotte begon te klappen in haar handen. Zie je nou, ik wist het! Stil jij,
straks hoort iemand het nog! Zei ik snel.
Nadat ik haar het hele verhaal verteld had, staarde ze me met open mond aan. Maar wat is het
probleem? Vroeg ze verbaasd. Hij is verschrikkelijk rijk, schandalig knap en hij wil met je trouwen!
Ik zuchtte. Maar hij houdt niet van me. Ik voelde me weer verdrietig worden bij die gedachten. Wat
niet is, kan nog komen Safa. Dan wil ik liever dat het komt wanneer ik nog niet met de man ben
getrouwd. Ik heb er echt lang over na gedacht, maar ik zou doodongelukkig worden. Wat moet ik met
een man die niet van me houd, maar puur om het verlangen met me wil trouwen. Sorry, maar daar kan
ik niet mee leven. En later kan hij misschien van me gaan houden, maar dat zou dan onder dwang
zijn. Omdat hij niet anders kan, omdat ik zijn vrouw ben. En stel dat hij echt niet van me gaat houden?
Wat dan? Nadat ik uitgeraasd haalde ik diep adem en wachtte op Charlottes advies. Meid, je hebt
helemaal gelijk. Een man als hij kan nooit van iemand als jij houden. Kijk nou naar jezelf. Die groene
ogen verschrikkelijk lelijk en je haar, poeh je mag wel eens een kapper opzoeken. En dan heb ik het
nog niet eens over je innerlijk gehad. Een verschrikkelijk mens ben je! Dit maakte me weer aan het
lachen. Safa, je bent veel te onzeker. Ik dacht na, heel diep. Ik zou nu meteen een keuze maken.
Wel of niet trouwen. Gelukkig of ongelukkig worden. Ik kies het eerste. Ik doe het niet. Zei ik
vastbesloten tegen Charlotte. Weet je dit heel zeker? Ik knikte. Ja, ik ga niet met Fahd BenNabil
trouwen. Ze knikte. Aan de ene kant was ik opgelucht dat ik een keuze had gemaakt, maar aan de
andere kant had ik nog helemaal geen reden opgelucht te zijn. Aangezien ik het hem nog moest
vertellen. En daar stond ik nou niet bepaald om te springen.
De hele inhoud van mijn kledingkast lag uitgespreid op het bed. Ik had al tientallen setjes aangehad,
maar ik vond niets geschikt. Ja, wat is nou geschikt, als je iemand gaat afwijzen. Ik moest al over een
anderhalf uur in de stad zijn. Ik heb hem gisteren opgebeld en gezegd dat ik een keuze had gemaakt.
Hij klonk koeltjes, wat me niet verbaasde. Dit deed hij altijd als er iets tussen ons was voorgevallen.
De lafbek. Na vandaag ben ik voorgoed van hem af. Ik koos voor een kokerrok en een nette blouse.
En mijn haar zou ik opsteken. Nadat ik het aangedaan had keek ik naar het resultaat in de spiegel. Zo,
prima. Nog even wat mascara op en dan kan ik gaan. Ik hoorde de bel. Pff, dit heb ik weer. Altijd als ik
op het punt sta weg te gaan krijg ik bezoek. Ik haastte me naar de deur en deed hem open. Eigenlijk
wilde ik hem meteen weer dichtknallen toen ik zijn gezicht voor me zag. Ik ga net weg. Zei ik droog
en deed een stap naar voren. Ik doe de deur dicht en draai het slot erop. Safa, ik vroeg me af of we
misschien ergens kunnen praten? Hou vol Safa, laat je niet misleiden door zijn zielige stem. Zoals ik
al zei, ik heb een afspraak. Ik liep langs hem heen naar mijn auto. Ik ergerde me dood aan het feit,
dat hij achter me aanliep. Ik vraag maar vijf minuten van je tijd. Het is belangrijk! Riep hij. Ik draaide
me kwaad om. Vijf minuten, die ik niet voor jou heb. Ik stapte mijn auto in en scheurde weg. Waar
haalt hij het lef vandaan.
Ik stapte de lunchroom binnen waar BenNabil en ik afgesproken hadden. Ik keek om me heen. Het
zag er goed uit en zo te zien kwamen hier alleen maar zakenlieden. Ik zag hem niet zitten en koos dus
zelf maar een plekje uit bij het raam. De woede borrelde in me op toen ik zag dat mijn vader de
lunchroom in kwam lopen. Hij kreeg me in het vizier en liep op mijn tafeltje af. Ik stond snel op. Ik zei
toch dat ik een afspraak had! Zei ik knarsetandend. Hij keek naar de lege stoel tegenover me en toen
weer naar mij. Je afspraak is er nog niet, mag ik zitten? Zonder mijn antwoord af te wachten ging hij
zitten. Boos plofte ik op mijn stoel. Je vijf minuten gaan nu in. Zei ik boos. Hij knikte en staarde me
eerst een tijdje aan. Safa, ik wil je uitleggen waarom ik ben weggegaan. Dat heb je al gedaan, je
moest ons beschermen. Doe me een plezier en ga weer weg. Hij schudde zijn hoofd. Nee, dit keer
ga ik nergens heen.
Twaalf jaar geleden kreeg ik een zaak toegewezen. Ik moest iemand veroordeeld zien te krijgen.
Ventano was zijn naam. Hij stond terecht voor het chanteren en liquideren van enkele belangrijke
zakenlieden, waaronder een collega van mij. Ik zag dat hij het moeilijk had en luisterde aandachtig
naar de rest van het verhaal. Ventano had een goede advocaat. De beste van die tijd, maar ik deed
mijn best de man achter de tralies te krijgen. Vooral voor de familie van mijn vermoordde collega. Pas
later kreeg ik door dat het om een hele grote criminele organisatie ging. Tijdens de zaak werd ik

meerdere malen met de dood bedreigd. Ik ging echter door, maar verloor de zaak. Dus ging ik in
hoger beroep, dit maakte Ventano nog kwader. Mezelf kon ik nog wel beschermen, maar ik kon jullie
niet vierentwintig uur per dag in de gaten houden. Daarom, Safa, daarom ben ik weggegaan. Als er
iets met jullie zou gebeuren zou ik het mezelf nooit vergeven hebben. Er rolde een traan over zijn
wang en deze veegde hij snel weg. Ik had medelijden met hem. Al vind ik het verschrikkelijk was er is
gebeurd, ik had er niet veel begrip voor. Hij had het ook anders aan kunnen pakken. Waarom heb je
ons niet allemaal meegenomen? Hij keek me doordringend aan. Hij zou ons vinden, hij heeft overal
mannetjes zitten. Ik knikte. Ok, maar er is dan n ding dat ik niet begrijp. Van de ene op de
andere dag ben je weggegaan. Zonder afscheid, al was het maar een brief. Jaren hebben we je
gezocht. Met de grootste vraag of je nog in leven was of niet? Ik voelde de woede weer opkomen.
En waarom ben je nu ineens wel terug? Zoekt hij je niet meer? Hoe heb je me eigenlijk gevonden?
Hij keek op. Ik zag je in de krant. Je naam stond er niet bij, maar de foto Je lijkt zo veel op je
moeder! Ik dacht na. De krant? Dat was waar ook, de avond van BenNabils feest. Dat is ook
waarom ik terug ben gekomen. Om je te behoeden voor een hele grote fout. Mijn ogen werden groot
van verbazing? Wat voor fout, was ik in gevaar? Die BenNabil. Blijf uit zijn buurt. Ik kon mijn oren
niet geloven, waar haalt hij het lef vandaan zich met mijn leven te bemoeien? Het gaat jou niets aan
met wie ik wel of niet omga. Riep ik fel. Hij sloeg met zijn vuist op tafel. Ik verbied het je! Ik schrok
van zijn uitbarsting en stond op. Ik wil dat je weggaat en nooit meer terugkomt. Hij stond nu ook op.
Luister heel goed naar mij jongedame. Die BenNabils zijn allemaal hetzelfde. Blijf uit zijn buurt zeg ik
je! Ik werd zo kwaad dat er rook uit mijn oren kwam. Dan heb je pech gehad. Fahd BenNabil en ik
zijn verloofd! Het kwam eruit voor ik er erg in had. We schrokken allebei, toen we gekuch achter ons
hoorden. BenNabil stond daar met zijn handen in zijn zakken en een geamuseerde blik. Hij keek van
mijn vader naar mij. Mijn vader had zijn blik strak op BenNabil gericht, die zijn hand naar hem uitstak.
Fahd BenNabil, aangenaam. Ik weet wie je bent. Was het enige dat mijn vader zei. Hij keek me
nog n keer aan. Denk aan wat ik gezegd heb. En met die woorden liet hij BenNabil en mij
verbaasd achter. Wie was dat? Vroeg BenNabil, met zijn blik nog steeds op mijn weglopende vader
gericht. Een spook uit het verleden. Zei ik snel en wilde gaan zitten. Hij hield me echter tegen door
mijn hand vast te pakken. En keek me indringend aan. Malek El Radni Fluisterde ik bijna
onhoorbaar. Mijn vader.
Ik wil het er niet over hebben. Waarom niet? We gaan trouwen, dus je mag me wel wat over hem
vertellen. Shit, dit was verdomme niet de bedoeling. Ja, sorry. Dat zei ik alleen om hem af te
wimpelen. Ik was bang voor zijn reactie. Wat bedoel je? Ik zag dat hij moeite deed zijn woede in te
houden. Daarmee bedoel ik dat ik besloten heb, niet met je te trouwen. Zei ik zacht. Zijn ogen
werden donker van woede. Maar toch ontsnapte er een lachje uit zijn mond. Je denkt toch niet dat ik
genoegen neem met een nee? Ik keek hem met grote ogen aan. Sorry? Hij had nog steeds die
grijns op zijn gezicht. Je kunt me niet dwingen. Ik wil het niet. Safa, speel niet de domme onschuld.
Je wilt me, dat weet je dondersgoed. Ik hoef je maar aan te raken en je begeeft je in de hemel. Ik
sloeg mijn armen over elkaar heen en keek hem minachtend aan. Sorry BenNabil, maar ik denk dat
je mij verward met n van de honderd scharrels. Probeer die dreigementen maar bij hun uit te
voeren, bij mij kom je er niet ver mee. Ik pakte mijn tas en stond op. Arrogante kwal, wie denkt hij wel
niet dat hij is. Safa, sorry. Wil je alsjeblieft weer gaan zitten? Gerriteerd nam ik weer plaats. Luister,
ik denk dat je een grote fout maakt. Ik zag toch hoe je bij mijn ouders thuis was. Ik heb je nog nooit zo
zien lachen. Ik boog mijn hoofd. Hij reikte over de tafel en met een hand onder mijn kin, dwong hij me
om hem aan te kijken. Ik kan je zoveel geven. Alles wat je maar wilt. Alles wat ik wil, behalve je
liefde. Dacht ik bitter. Ik dacht aan Charlottes woorden. Wat niet is, kan nog komen. Ik keek hem
lang aan. Je kunt me garanderen dat ik Aya terug krijg? Hij knikte. Als we een paar maanden
getrouwd zijn, kunnen we een zaak beginnen. Dan komt het ook geloofwaardiger over. Ik knikte.
Goed. Dus je doet het? Vroeg hij opgewekt. Ik knikte. Maar juich niet te snel. Ik heb namelijk
enkele voorwaarden. Ga je er niet mee akkoord? Geen bruiloft. Zijn lach stierf van zijn mond. En dat
zijn, mevrouw Baqir? Ik stond op. Die zal ik zo snel mogelijk naar je toe faxen. Het zijn er namelijk
nogal wat. Toen liep ik weg. Pas toen ik buiten was durfde ik weer adem te halen. Zwakkeling. Als ik
nu een knuppel bij de hand had, had ik die op mijn hoofd gemept.
Na een lange werkdag lag ik eindelijk weer in bed. Mijn vader had ik na die dag in de lunchroom niet
meer gezien of gesproken. Evenals BenNabil, die ik vanmorgen, mijn voorwaarden heb gefaxt. Ik had
zijn blik wel willen zien toen hij die fax aan het lezen was. De gedachte alleen al deed me lachen. Mijn
telefoon ging en ik keek snel op het schermpje. BenNabil. Als we het over de duivel hebben. Ik besloot
niet op te nemen en morgen maar de confrontatie met hem aan te gaan. Ik drukte mijn telefoon uit,
klopte mijn kussen nog eens op en viel meteen in een heerlijke slaap.

Ik schrok wakker van hard gebonk. Vlug wreef ik de slaap uit mijn ogen en keek op mijn wekker. Half
zeven? Wie is er nou zo vroeg wakker? Ik raapte mijn ochtendjas van de grond en deed die snel aan.
Met de slaap nog in mijn ogen liep ik naar de voordeur. Ik plantte mijn oor tegen de deur om luisteren
wie het kon zijn. Maar dit hoefde ik me niet eens af te vragen, het kon maar n iemand zijn. Snel
fatsoeneerde ik mijn haar en deed toen de deur open. Hij had een pak aan met een lange overjas. Aan
zijn gezicht kon ik zien dat hij niet bepaald vrolijk was. Waarom staat je telefoon uit? Vroeg hij nors.
Omdat ik op mijn rust gesteld ben. Antwoordde ik met een mierzoet stemmetje. Hij vond het echter
niet grappig en bleef me kwaad aankijken. En als je nu zou willen vertrekken, je hebt mijn heerlijke
nachtrust onderbroken. Ik gooide de deur dicht, maar hij plaatste zijn voet ertussen, waardoor de
deur weer open zwaaide. Hij begon me te irriteren. Denk maar niet dat ik je verder laat slapen. Hij
deed een stap naar binnen en sloot de deur achter zich. Wat denk je dat dit te betekenen heeft?
Hierbij hield hij een vel papier omhoog. Ik kon wel raden dat het mijn fax was, waar hij zo mee
rondzwaaide. Je bedoelt mijn fax? Hij knikte. Vanbinnen moest ik hard lachen. Eindelijk had ik hem
eens op zijn plekje gezet. Wat is daarmee? Vroeg ik, eveneens met een brede grijns. Je kunt beter
vragen wat er niet mee is! Wat zijn dit voor belachelijke eisen? Hij was echt boos. Ik deed mijn armen
over elkaar en keek hem vragend aan. Wat is er dan zo belachelijk, o grote BenNabil? Hij plaatste
het blaadje onder zijn neus en begon voor te lezen. Punt n: Eigen achternaam behouden. Punt
twee: Een eigen kamer. Hij keek toen weer naar mij. Nou volgens mij zijn dat redelijke regels. Wat
staat je niet aan BenNabil, dat ik weiger bij je in bed te slapen? Of dat ik mijn eigen achternaam wens
te behouden? Hij vormde het blaadje tot een propje en gooide het door de kamer. Hij deed een paar
stappen dichterbij en stond nu gevaarlijk dichtbij. Zijn aftershave drong mijn neusgaten binnen en even
dacht ik dat ik bedwelmd zou worden door zijn heerlijke geur. Je hebt gelijk, het zijn redelijke eisen. Ik
geef je namelijk een maand. Ik trok mijn wenkbrauw op. Een maand? Vroeg ik verbaasd. Hij knikte.
Inderdaad, een maand en dan beland je vrijwillig bij me in bed. Zijn blik ging over mijn hele lichaam
en ik trok mijn ochtendjas dichter tegen me aan. Geen kledingstuk kan je dan nog beschermen,
binnen een maand ben je helemaal van mij. Zei hij zacht. Ik trilde. Zijn zelfverzekerdheid deed me
huiveren. Dat zullen we dan nog wel eens zien BenNabil. Probeerde ik zo luchtig mogelijk te
zeggen. Ik kijk er al naar uit Baqir. Met zijn hand zette hij een verdwaalde pluk haar terug achter mijn
oor, gaf me een tikje op mijn neus en liep naar de deur. Ik kom je vanavond zeven uur ophalen, we
gaan een hapje eten.
Toen de deur weer dicht viel werd ik wakker uit mijn trance. Ik trilde over mijn hele lichaam. Jammer
Safa, maar je hebt deze slag verloren. Zei het stemmetje in mijn hoofd. Deze strijd wel, maar de
oorlog zeer zeker niet.'' We zullen zien of ik binnen een maand zal bezwijken. En of hij zal bezwijken.
Hij kan het dan wel ontkennen, maar hij voelt wat voor me. Het is misschien niet veel, maar zeker iets.
Ik was klaarwakker en zou toch niet meer in slaap kunnen vallen. Dus ik besloot maar te gaan
douchen om vervolgens de stad in te gaan. Ik ga een nieuwe jurk uitzoeken voor mijn plannetje. Ik
moest nu al lachen bij het idee.
En wat is het voor plannetje? Vroeg Charlotte lachend. We liepen arm in arm door de drukke
winkelstraten. Nou, ik heb eens nagedacht. En ik mag er best wezen, al zeg ik het zelf. Charlotte
kon duidelijk haar lach niet inhouden en proestte het uit. Ok, mevrouw big ego! Ga verder
Lachend vervolgde ik mijn verhaal. Volgens die egotripper van een BenNabil, bezwijk ik binnen een
maand onder zijn aanraking en spring ik bij hem in bed. Ik stopte even om haar reactie te peilen.
Een maand? Roept ze verontwaardigd uit. Ik knikte. En dat gaat je lukken? Ik stopte met lopen en
keek haar verbaasd aan. Natuurlijk gaat mij dat lukken! Ze knikte. Nou, als ik het was geweest,
hield ik het nog geen minuut uit. Hij is zo ongelooflijk aantrekkelijk. Ik schonk haar een quasi boze
blik, en dat was voor haar duidelijk, dat ze hem niet zo de hemel in moet prijzen. Ok, en nu ga jij je
dus helemaal opdoffen om hem te verleiden? Ja, zoiets, maar ik ga niet in op zijn avances. Hierdoor
zal hij helemaal gek worden. Dat zal die kwal leren. Charlotte klapte in haar handen. Bravo, en ik
trakteer op een etentje als je dit een maand kunt volhouden. Resoluut stak ik mijn hand uit. Deal.
Na de zoveelste winkel uit te zijn gelopen, besloten we dat het genoeg is geweest voor vandaag.
Bepakt en bezakt liepen we terug naar de garage, waar onze autos stonden. Alle tasjes verdwenen in
de kofferbak, die hierna met enige moeite dicht viel. Nadat ik Charlotte plechtig beloofde, haar morgen
meteen te bellen om verslag uit te brengen reed ik terug naar huis om me klaar te maken voor
vanavond. En eerlijk is eerlijk, ik keek er naar uit.
Ik draaide een rondje voor de spiegel en was blij met het resultaat. Ik had een jurk aan die ik vandaag
gekocht had. Het was een strapless exemplaar, zwart van kleur en liep tot mijn middel strak. Vanuit

mijn middel viel hij met een wijde boog om mijn lichaam. Ik had er een leuk kort jasje bij gekocht, want
zo was hij natuurlijk veel te bloot. Om mijn taille deed ik een dun, zwart lak riempje en ik had er ook
zwarte lak pumps bij gekocht. Mijn haar had ik los laten hangen en het golfde mooi langs mijn gezicht.
Ik had me naturel opgemaakt. Ik pakte het collier, dat van mijn moeder was geweest van het
nachtkastje en deed hem om, nadat ik hem open had gemaakt en vluchtig op de fotos van mijn
moeder en oma had gekeken. Een traan biggelde langs mijn wang naar beneden. Ik wenste dat mijn
moeder trots op me zou zijn en vond dat ik het goede deed. Want deed ik ook het goede? Veel tijd om
daarover na te denken had ik niet, want de bel ging. Snel veegde ik mijn traan weg en keek nog n
keer in de spiegel. Waarna ik me voldaan naar de deur begeef.
Mijn adem stokte in mijn keel toen ik zijn verschijning zag. Blijkbaar was ik niet de enige die er werk
van had gemaakt. Hij zag er ontzettend goed uit. Nu ik erover nadenk heeft hij er nog nooit zo goed
uitgezien. Hij droeg een prachtig, op maat gesneden, pak. Antraciet van kleur. Daaronder droeg hij
een roze hemd en een roze/grijs gestreepte stropdas. Minutenlang bleven we elkaar zwijgend
aanstaren. Totdat ik die stilte verbrak. Goedenavond. Mijn stem klonk niet zo zelfverzekerd als ik zou
willen dat hij was. Hij knipperde met zijn ogen. Goedenavond. Het klonk zacht en vriendelijk. Ik pak
even mijn tas en dan kunnen we gaan. Zei ik snel en liep haastig mijn slaapkamer in. Mijn hart
bonsde in mijn keel. Nadat ik mijn tas had gepakt liep ik weer terug naar de deur. Hier stond hij nog
steeds op precies dezelfde plek. Ik sloot de deur, draaide hem twee keer in het slot en gaf aan dat we
konden vertrekken. Onderweg naar de auto was het stil. Ik durfde niets meer te zeggen. Ineens stond
hij stil. Ben je wat vergeten? Vroeg ik verbaasd. Hij kuchte even. Nee, ik wilde alleen even zeggen
dat je er prachtig uitziet. Het klonk gemeend en zijn blik was nog steeds zacht. Dankjewel. Zei ik
lachend. Bij de auto aangekomen hield hij de deur netjes voor me open en sloot die ook weer toen ik
ingestapt was. Ik kneep mezelf vlug in mijn arm om te kijken of ik niet droomde. Wat was er met hem
gebeurd? Zo ken ik hem helemaal niet.
Uit de boxen klonk zacht de stem van een beroemde Marokkaanse zanger. Hij was n van mijn
favorieten. In mijn hoofd zong ik het gehele liedje mee. BenNabil had in ieder geval smaak. Mijn
ouders komen ook. Zei hij toen. Zijn ouders? Had hij dat niet eerder kunnen zeggen dan had ik wel
wat anders aangetrokken. Ik hield me in, want ik wilde de goede stemming niet verpesten. Waarom
vertel je dat nu pas? Vroeg ik overdreven vriendelijk. Hij blikte even vluchtig mijn kant op en
concentreerde zich toen weer op de weg. Zou dat wat uitmaken? Ik kon niet tegen die gemakzucht.
Ja, eigenlijk wel ja. O, en waarom dan wel? Klonk er cynisch uit zijn mond. Nou dan had ik wel
wat anders aangetrokken. Zijn blik gleed langzaam over mijn lichaam. En weer had hij die grijns op
zijn gezicht. Let op de weg wil je! Ik kon er niet tegen als hij zo naar me keek. Er is niets mis met
hoe je eruit ziet. Mijn ouders zijn niet zo ouderwets als het daarom gaat. Ik knikte. De verdere rit was
het stil totdat we aangekomen waren op plaats van bestemming. Hij parkeerde de auto gemakkelijk in
een vak, hier was ik normaliter een minuut of tien mee bezig. Maar goed, daar ben ik ook een vrouw
voor. Klaar om te gaan? Vroeg hij opgewekt. Ik knikte weer en stapte uit. Ik wist nog niet eens waar
we gingen eten.
Samen liepen we het chique restaurant binnen. Ik moest even slikken toen ik zag hoe het er van
binnen uitzag. Mijn God, hier kwamen de rijkste van de rijkste. Ik voelde me nogal ongemakkelijk toen
ik iedereen in de zaal onze kant op zag kijken. Is er iets Baqir? Fluisterde hij in mijn oor. Snel
schudde ik mijn hoofd. Hij was het blijkbaar al gewend in het middelpunt van de belangstelling te
staan. Goed dan, ik zie mijn ouders al. Gedraag je verliefd. Dat zal geen probleem zijn BenNabil.
Dacht ik bitter. Hij pakte mijn hand vast en we liepen naar het tafeltje. Mijn hele hand stond in vuur en
vlam en mijn hart ging weer als een razende tekeer. Dit werd nog erger toen zijn ouders ons
opmerkten en lachend opstonden. Ik vond het naar om een toneelstukje op te moeten voeren tegen
zulke vriendelijke mensen. Ik voelde de greep om mijn hand verstrakken toen we een tafeltje
langsliepen waar een paar heren aanzaten en mij schaamteloos bekeken. BenNabil keek, not
amused.
Safa, meisje wat leuk dat je er bent. Zijn moeder kneep me bijna fijn. Ik kon echter niet vrolijk doen
bij de gedachte dat ik deze mensen in de maling aan het nemen was. BenNabil schonk me een
waarschuwende blik toe. Die zak bekijkt het maar. Had hij maar moeten vertellen dat zijn ouders ook
zouden komen, dan had ik me erop kunnen voorbereiden. Zijn vader gaf me een hand. Leuk je weer
te zien Safa. Zijn glimlach was gemeend. Ik knikte lachend. Insgelijks meneer BenNabil. Hij stak
een hand de lucht in. Zeg maar Rayan, alsjeblieft. Ik lachte. Wat grappig, zijn oudste zoon was dus
naar hem vernoemd. Nadat ook BenNabil zijn ouders had gegroet, namen we plaats. Ik zat naast zijn

moeder en BenNabil zat tegenover me. Zijn vader zat weer naast BenNabil en tegenover zijn moeder.
Mijn handen trilden nog steeds. We bestelden alle vier wat te drinken en alvast wat te eten. Ik was
werkelijk uitgehongerd. En na die schopsessie van vanmiddag had ik geen hap door mijn keel
gekregen.
Toen het eten eindelijk werd geserveerd at ik alsof mijn leven ervan af hing. Wel zo netjes mogelijk
natuurlijk. Al de gehele avond voelde ik zijn ogen in me prikken. Ze waren alle drie druk aan het
praten, maar ik hield me er een beetje buiten. Mijn bord was in een mum van tijd leeg. Een tijd later
was de rest ook klaar. Ik schrok toen ik iets tegen mijn been voelde. Mijn ogen schoten naar BenNabil.
Snel zette ik een gemaakte glimlach op en negeerde hem verder. Mam, pap ik moet jullie wat
belangrijks vertellen. Mijn maag draaide zich om. O God hij gaat het ze vertellen. Nu kan ik niet meer
terug. Zijn moeder kneep in mijn hand, alsof ze wist wat hij ging zeggen. BenNabils blik boorde zich in
de mij. Safa en ik gaan trouwen. Voor even stond de tijd stil. Het was eruit, definitief. Klaar ik kon
niet meer terug. Al wist ik dat hij dit zou zeggen, pas toen ik de woorden ook daadwerkelijk hoorde
drong het pas tot me door. Zijn moeder slaakte een hoge kreet en stond op. Ze pakte me weer vast en
drukte me weer stevig tegen zich aan. Als ze me niet snel los zou laten, zou ik alles wat ik net gegeten
heb uitkotsen. Gelukkig was ik binnen een paar seconden al uit de wurggreep. Met beide handen
omringde ze mijn gezicht. Hbiba, je bent prachtig en jullie passen perfect bij elkaar. Mijn zoon zal heel
goed voor je zorgen. En als hij dat niet doet, dan zwaait er wat. Alle vier moesten we lachen. Fahd,
mijn zoon ik ben trots op je! Zijn vader gaf hem een schouderklop en liep vervolgens naar mij toe om
me te feliciteren. Welkom in de familie Safa. Ik was verbaasd over het feit dat hij me omhelsde. Het
voelde echter heel fijn. Vaderlijk haast. Iets wat ik al zolang heb moeten missen. Vlug probeerde ik
mijn vader uit mijn gedachten te halen.
Het hele restaurant had mee kunnen genieten en daar voelde ik me erg ongemakkelijk bij. BenNabil
had dit blijkbaar door, want hij reikte over de tafel en kneep zachtjes in mijn hand. Toen ik naar hem
opkeek zag ik een geruststellend lachje op zijn gezicht. Hier werd ik wat rustiger door. Zijn moeder had
honderden vragen op mij afgevuurd en gelukkig hielp hij me ook met het beantwoorden ervan. Waar
is je verlovingsring!? Vroeg zijn moeder verontwaardigd en ze keek naar BenNabil. Ik zag dat hij met
een mond vol tanden stond. Die hebben we naar de goudsmid gebracht, om hem te verkleinen. Zei
ik snel. Ik zag dat hij opgelucht was. Het is toch wel een mooie mag ik hopen. Ik knikte snel. Hij is
prachtig. Net zo prachtig als mijn aanstaande schoondochter. Ik moest lachen om zijn vaders
opmerking. Ik voelde het schaamrood naar mijn wangen stijgen en boog snel mijn hoofd voordat ze
het op zouden merken.
Een tijdje later verkondigden zijn ouders dat ze ervandoor gingen. Het was namelijk nog een hele rit
terug naar huis. Eerlijk gezegd vond ik dit wel jammer. Zijn ouders zijn zulke liefdevolle mensen en al
voelde ik me nu nog niet voor honderd procent bij ze op mijn gemak. Iets zegt me dat, dat niet lang
meer zal duren. Zijn vader stond er op om de rekening te betalen. Dit is wel het minste dat ik kan
doen voor het aanstaande bruidspaar. Had hij lachend gezegd. Hij betaalde en we liepen met zn
vieren naar buiten. Hier namen we afscheid. Een blinde kan zelfs zien dat jullie dolverliefd zijn. Zei
zijn moeder nog voordat ze wegliepen. Weer voelde ik de hitte naar mijn wangen stijgen. Zo, dus jij
bent smoorverliefd op me? Gromde hij zelfvoldaan toen zijn ouders uit het zicht verdwenen waren.
Dat kan ik beter aan jou vragen, aangezien je moeder jou het beste kent. Zei ik zo serieus mogelijk.
Hij lachte zijn tanden bloot en haalde een hand door zijn haar. Wie weet. Zei hij lachend
Ok, hoe ga ik haar dit in Godsnaam vertellen. Ik ijsbeerde door de kamer en oefende in mijn hoofd
een paar strategien. Aya, je weet dat ik altijd tegen het huwelijk ben geweest, maar ik zet nu al mijn
principes opzij en ga toch trouwen. Of nee, Aya je krijgt er een oom bij! Pff, dat klinkt al helemaal
nergens naar. Ik haalde een hand door mijn haar en keek toe hoe ze netjes haar kommetje muesli
leeg at. Ok, Safa doe normaal. Ik liep rechtstreeks op haar af. Ze keek me vreemd aan toen ik voor
haar stond. Tante Safa, is er iets? Ik slikte en probeerde te lachen. Ehm, ja ik moet je iets
belangrijks vertellen. Hier had ze wel oren naar en ze schoof het kommetje voor zich uit. Ik besloot
het maar gewoon te vertellen. Aya, Ik ga trouwen. Pats boem. Het hoge woord was eruit. Vol hoop
keek ik naar de verbaasde uitdrukking op haar gezicht. Het leek wel alsof ze het nog tot zich door
moest laten dringen. Voorzichtig verscheen er een ondeugend lachje om haar lippen. Met die
slaapkop? Mijn mond viel open van verbazing. Hoe weet je dat!? Ze begon te schateren van het
lachen. Er zit een jongen bij mij in de klas, en als ik hem zie wordt ik altijd rood want ik ben verliefd op
hem. Haar gezichtje stond serieus. Nu deed ik mijn best om mijn lach in te houden. Ok, en hoe
weet je dan dat het Fahd is met wie ik ga trouwen? Vroeg ik snel. Nou omdat jij ook altijd heel rood
wordt als je hem ziet. En weer barste ze in lachen uit. Dus je bent verliefd op hem! Keer op keer

verbaasde dit ratje me van haar wijsheid. Ik knikte beschaamd. Ik zeg niks, als jij ook niks zegt.
Fluisterde ze toen, alsof iemand ons kon horen. En ze stak haar handje uit. Belooft! Antwoordde ik
en schudde haar ferm de hand. Hierna tilde ik haar op, gooide haar op de bank en trakteerde haar op
een kieteldood! Ze schaterde het uit.
Na een tijdje viel ook ik uitgeput op de bank. Ik woelde door haar haartjes. Tante Safa?... Ja, liefje?
Ik zag dat ze niet meteen durfde te zeggen wat er was. Als jij gaat trouwen, kan ik dan nog wel op
bezoek komen? Ik kwam overeind en hield haar gezichtje tussen mijn handen. Jij kunt komen
wanneer je wilt. Jij komt nog steeds op de eerste plaats Aya. Niets zal dat veranderen. Ik gaf haar
een dikke zoen en trok haar tegen me aan. Ik zeg maar niet tegen haar dat ze heel waarschijnlijk weer
bij mij komt wonen. Als er iets is dat ik heb geleerd, is het wel dat alles mis kan gaan. En ik wil haar
niet weer teleurstellen. Nou sta op kleine. Het zwembad wacht op ons! Dat waren de magische
woorden, want ze schoot overeind en rende naar haar kamertje om haar tas te pakken. Die kleine
deugniet. Voor het eerst in mijn leven was ik trots op mezelf. Ik was toch verantwoordelijk voor het
prachtige meisje dat ze geworden is. Ik hoop dat mijn zus trots op me is.
Het was bloedheet in het zwembad. Persoonlijk hield ik er niet van hier te zwemmen, al die bacterin.
Geef mij maar zon, zee en strand. Heerlijk. Aya had de grootste lol, ze was al een stuk of dertig keer
van de glijbaan gegleden, maar zat nog boordevol energie. Er werd omgeroepen dat het zwembad
binnen een half uur zou gaan sluiten. Ik wenkte haar te komen zodat we snel naar een kleedkamer
konden, voordat die allemaal bezet zouden zijn. Als een waterrat kwam ze naar de kant gezwommen.
Zo kleine, genoeg gezwommen? Ze knikte hevig met haar hoofd. Ik moest haar helpen uit het bad te
komen, want ze was uitgeput. Dat betekende dus dat ze straks meteen in slaap zou vallen.
Gelukkig, we hadden een kleedkamer kunnen bemachtigen. Ik droogde haar goed af, opdat ze geen
kou zal vatten. Op haar arm zag ik een blauwe plek die me nog niet eerder was opgevallen. Wat is er
gebeurd Aya? En ik wees naar de plek op haar arm. Ze keek er kort naar. Gevallen op school. Zei
ze zonder me aan te kijken. Ik liet het maar voor wat het was, maar ik zal in de toekomst vaker
opletten. Het zal Hassan bezuren als hij haar ook maar met n vinger aanraakt.
Op de terugweg naar huis waren we naar de Macdonald geweest. Aya had honger en ik wilde haar
niet langer op eten laten wachten. Ze had maar liefst twee Happy Meals naar binnen gewerkt. Zelf at
ik niets, ik hield helemaal niet van fast food. Als ik thuis was zou ik wel wat voor mezelf klaarmaken.
Ik had de deur nog niet geopend of ze viel al uitgeput op de bank. Haha, die arme schat was echt
moe. Lieverd wil je nog wat eten? Vroeg ik vanuit de keuken. Toen ik geen gehoor kreeg liep ik terug
naar de woonkamer. Hier zag ik dat ze al in dromenland was. Ik liep naar haar toe en trok zachtjes
haar jas en schoenen uit. Gelukkig had ze haar joggingpakje aan, daar kon ze best in verder slapen.
Ik liep naar haar kamertje en sloeg het dekbed opzij zodat ik haar erin kon leggen. Ik boog over haar
heen om haar op te tillen. Poeh, die kleine was niet zo klein meer. Voorzichtig droeg ik haar naar haar
bedje. Ze lag als een engeltje te slapen. Ik gaf haar een kus op haar warme wang en liep toen haar
kamer uit. De deur hield ik op een kiertje.
Met mijn joggingpak en dikke wollen sokken aan, lag ik op de bank naar mijn favoriete film te kijken. Ik
had een diepvries pizza in de oven gegooid en wachtte met water in de mond tot die klaar zou zijn.
Toen ik gepiep hoor haastte ik me naar de keuken om hem eruit te halen. De heerlijke kaasgeur drong
mijn neusgaten binnen en ik kon niet wachten om mijn tanden in deze verrukkelijke pizza te zetten. Ik
schonk een glas water in en zette alles op een dienblad voor me op tafel. Ik sneed de pizza in stukken
en net toen ik een hap wilde nemen ging de bel. Gefrustreerd legde ik het stuk weer op het bord. Dit
was toch werkelijk niet te geloven. Wat moet een vrouw doen om wat rust te krijgen. Ik haastte me
naar de deur, voordat Aya wakker zou worden.
Hmm, wat ruikt het hier lekker! Hij stond tegen de deurpost aangeleund en keek geamuseerd naar
mijn geitenwollen sokken. Ik schaamde me dood, ik zag er niet uit. Mijn voornemen er altijd perfect uit
te zien in zijn bijzijn is de tweede dag al mislukt. Hij keek me lachend aan. Mijn hart reageerde als
altijd: Als een razende! Mag je verloofde nog binnenkomen? Daar is die welbekende arrogante
houding weer. Ik deed een stap opzij en sloot de deur toen hij binnen stond. Wat eten we? Ik kookte
van woede. IK stond net op het punt om te gaan eten. Het zou fijn zijn als je van tevoren had gebeld.
Hij deed een stap naar me toe en boog zich naar mijn oor. Ik wilde je verassen. Fluisterde hij. En of
dat was gebeurd. Snel deed ik een stap opzij voordat ik knikkende knien kreeg en keek hem koel

aan. Hij was hier duidelijk verbaasd over, vanbinnen lachte ik. Ik was dus wel degelijk bestand tegen
zijn zoete woorden en aanrakingen. Ik liep naar de woonkamer en ging weer op mijn plekje zitten. Hij
volgde me en nam naast me plaats. Gergerd keek ik hem aan. Hij pakte het bord van tafel en zette
zijn tanden in mijn pizza! Waar haalt hij het lef vandaan. Meteen daarna trok hij een vies gezicht. Hij
is koud! Door wie zou dat nou komen. Dat is je verdiende loon BenNabil. Nou, nou je hoeft niet zo
vijandig te doen. Ik word je man, dus dan mag je elke avond voor me koken. Ik stond snel op en
sloeg mijn armen over elkaar. Daar huur je maar iemand voor in. Ik ben niet je slaafje. Hij trok zijn
wenkbrauw op en keek me vragend aan. O, ja dat stond in je eisen pakket. Sorry, het was even aan
mijn aandacht ontsnapt. Antwoordde hij sarcastisch. Ik pakte het dienblad en bracht het naar de
keuken. Ik moest mijn geduld bewaren. Je bent duidelijk niet in een goede bui vandaag. Hij stond in
de deuropening en keek toe hoe ik de pizza in de prullenbak kieperde en de boel ging afwassen.
Zou je wat stiller willen zijn, Aya slaapt. Zei ik zonder hem aan te kijken. Ik voelde me inderdaad
schuldig dat ik zo gemeen tegen hem deed. Maar ik moest wel, anders zou ik bezwijken. Hij hoeft
alleen maar te lachen en mijn zwakke lichaam reageert al op volle toeren. Ongelooflijk wat hij met een
vrouw kan doen.
Ik hoorde hoe hij zich in mijn richting bewoog. Achter me stond hij stil. Dit wist ik omdat al mijn
nekharen overeind stonden en de alarmbellen in mijn hoofd luid afgingen. Ik hield mijn adem in. Zal ik
je helpen? Mijn handen trilden en ik voelde rare dingen in mijn onderbuik. Ik vervloek die man. Nee,
dank je het gaat prima. Mijn stem klonk hees. Zou je een paar stappen naar achter willen doen? Ik
hoorde hem lachen, maar hij deed wat ik vroeg. Waar ben je bang voor Safa, dat je lichaam toegeeft
dat je me wil? Met een ruk draaide ik me om. Ik ben nergens bang voor. Ik heb je alleen door. Waar
kom je eigenlijk voor? Hij wreef over zijn stoppelbaardje en gleed met zijn blik over mijn lichaam.
Nou? Toen leunde hij nonchalant tegen de koelkast met zijn handen in zijn zakken.
Maandagochtend hebben we een afspraak bij de notaris. Notaris? Waarvoor? Hij keek een beetje
gerriteerd. Wat doe je meestal bij een notaris Safa? We gaan in ondertrouw. Ik schrok. Dan al? Ik
bedoel, waarom zo snel? Zenuwachtig friemelde ik aan mijn mouw. Hier had ik nog helemaal niet
over na gedacht. Waarom wachten? De afspraak staat vast. Hij ging overeind staan en liep toen de
keuken uit. O voor ik het vergeet. Hij deed zijn hand in zijn jaszak en haalde er een klein doosje uit.
Was dat wat ik dacht dat het was? Hij liep naar het aanrecht en legde het doosje neer. Het antwoord
op de vraag weten we al. Hij schonk me nog een knipoog en hij vertrok zonder nog een woord te
zeggen.
Ik pakte het rood fluwelen doosje voorzichtig op en opende het. Ik viel bijna achterover toen ik de
prachtige ring zag. De enorme diamant gaf bijna licht! Ik streek er voorzichtig met mijn vinger
overheen. Ik durfde hem bijna niet om te doen. Toch haalde ik hem uit het doosje en schoof hem om
mijn vinger. Prachtig. Waarom geeft hij me nou zo een prachtige ring. Ik voel het schuldgevoel weer
langzaam opborrelen. Waardom deed ik ook zo gemeen? Omdat je een gemene trut bent! Zei het
stemmetje in mijn hoofd. Fijn.
Jeetje! Wat een joekel van een ring zeg! Ik zag dat Charlotte de ring nauwkeurig onderzocht. Ik
weet ook niet waarom hij me zo een overdreven ring heeft gegeven. Ik durf hem niet eens om, bang
om hem te verliezen. Toen Charlotte de ring helemaal had genspecteerd, gaf ze hem aan me terug.
Ik schoof hem om mijn vinger en leunde weer achterover op de bank. Als dit geen liefde is? Zei ze
lachend. Charlotte, ik weet niet meer wat ik moet doen. Dat etentje met zijn ouders was geweldig, ik
had het echt naar mijn zin. Ze zijn zo liefdevol. Ze keek me vragend aan. Wat is dan het probleem
lieve schat? Ik stond zuchtend op. Dit! Al die leugens. Ik draaide me weer naar haar om. Ik weet
dat je niet van liegen houd, maar zo moet je het ook niet zien. Ik wist niet wat ze bedoelde. Als het
geen liegen is, wat dan wel? Ze stond op en lachte. Nou, zwijgen? In ieder geval niet liegen. En
zodra jullie getrouwd zijn gaan jullie van elkaar houden en dan is er geen probleem meer. Ik knikte.
ALS hij van me gaat houden ja.
Het was toch nog een gezellige avond geworden bij Charlotte thuis. Ze heeft heerlijk voor me gekookt,
en me alle details over haar relatie met Carlos vertelt. Die twee zijn echt stapel gek op elkaar. En ik
ben blij voor haar, eerlijk waar. Alleen een heel klein beetje jaloers. Maar dat is gezond volgens mij. Ik
zat in de auto en was op weg naar huis, totdat ik een ingeving kreeg. Wat nou als ik naar BenNabils
woning ga, ik weet nog wel waar hij woont. Gewoon om hem te bedanken voor de ring. Eigenlijk om
hem te zien, maar dat hoeft hij natuurlijk niet te weten. Ik twijfelde nog even of ik het echt zou doen,
maar zette toch door. Ik leef tenslotte maar n keer.
Hoe donkerder het werd, hoe stommer ik mijn plannetje vond. Het was nu al pikkedonker, en ik reed al

zeker een uur rond op een zandweg. Ik keek om me heen. Alles leek op elkaar. Bomen, weiland en
nog meer bomen. Ik ben toch niet verdwaald? Ik werd een beetje angstig. Hij woont ook echt in een
gehucht. Geen mens te bekennen om me de weg te wijzen. Na nog een kwartier eindeloos
rondgereden te hebben begon ik de moed te verliezen. Hoe kom ik hier in Godsnaam weg? Zodra ik
een geasfalteerde weg zie, race ik terug naar huis. Daar sla ik mezelf voor mijn kop, voor het
verzinnen van zo een ondoordacht idee.
Mijn hart maakte een sprongetje toen ik in de verte een huis zag waar nog licht brandde. Gelukkig,
dan kan ik de weg terug vragen en snel naar huis. Toen ik dichterbij kwam, zag ik dat het, het huis van
BenNabil was. Aarzelend reed ik de oprijlaan op, maar stapte niet meteen uit. Ik ademde een paar
keer diep in en uit en opende toen het portier. Langzaam liep ik het grindpaadje op naar zijn huis. V
oor de deur stond ik stil. Ik keek om me heen, wat doe ik hier in Godsnaam zo laat! Ik draaide me om,
om terug naar huis te gaan. Dit is te gek voor worden. Net op dat moment ging de deur open. Safa?
Shit, wat nu? Ik draaide me om en zag hem in zijn joggingpak met een vreemde uitdrukking op zijn
gezicht. Ik dwong mezelf een lach op mijn gezicht te toveren. Eh, hoi. Dat was het enige dat ik kon
uitbrengen. Hij zei niets terug, keek me alleen maar aan. Ik stak mijn hand omhoog en wees naar de
ring. Hij past precies en is prachtig! Ik kon mezelf wel voor mijn kop slaan. Ik klonk helemaal niet als
Safa, maar als een dom blondje. Weer zei hij niets. Ik wilde je alleen even bedanken. Hij trok zijn
wenkbrauw omhoog en er ontstond een grijns op zijn gezicht. Ik heb mezelf al genoeg voor schut
gezet. Snel maakte ik dat ik wegkwam. Met grote passen liep ik naar mijn auto. Ik haalde mijn sleutels
uit mijn zak en met trillende vingers probeerde ik de sleutel in het slot te steken. Ik werd gek toen dit
niet meteen lukte. Dus je bent helemaal hiernaartoe gereden, alleen om mij te bedanken? Hij stond
achter me, dichtbij, want mijn hart ging tekeer. Nu hij het zo zei, klonk het ook belachelijk. Ik draaide
me om en knikte zonder hem aan te kijken. Wil je binnenkomen? Vroeg hij zacht. Ik kreeg klamme
handjes en wist even niet wat ik moest zeggen. Nee, het is al laat. Ik ga maar naar huis. Mompelde
ik.
Inderdaad, het is al laat en donker. Je vindt nooit de weg terug. Ik plantte mijn handen in mijn zij en
keek hem beledigd aan. Nou ik denk dat, dat geen enkel probleem zal zijn hoor. Met een ruk draaide
ik me weer om en probeerde de sleutel weer in het slot te krijgen. BenNabil leunde op mijn motorkap
en nam me geamuseerd op. Als je de deur al niet open krijgt, hoe wil je dan thuiskomen? Ik
negeerde hem en sprak mezelf rustig toe. Na wat een eeuwigheid leek, lukte het me toch de sleutel in
het slot te krijgen. Een grote lach verscheen op mijn gezicht. Ik kon het niet laten nog een opmerking
te laten vallen. Ga jij maar over iemand anders vaderen BenNabil. Ik draaide de sleutel om. Krak!
Geschrokken keek ik op de grond. Er lag een halve autosleutel. Dat betekende dat de andere helft in
het slot zat. O God, dit heb ik weer. BenNabil begon oorverdovend te lachen. Het ziet ernaar uit dat
het je toch niet gaat lukken. Ik keek hem kwaad aan. Houd die stomme opmerkingen maar bij je.
Blijkbaar vind je dit erg amusant, maar ik kan er niet om lachen. Hij ging weer rechtop staan. Kom
nou maar naar binnen, het is koud. Nee, ik red me prima! Riep ik fel. Mooi niet dat ik eraan toegeef.
Dat zou zijn ego alleen nog maar meer strelen. Goed, zelf weten. Ik ga lekker voor de warme
openhaard zitten. Ik wens je veel succes, met de deur openmaken. Hij draaide zich om en liep weer
terug naar huis. Mijn handen jeukten. Ik wilde hem een klap verkopen, maar bedacht me toen dat ik
mijn energie beter kon gebruiken om die deur open te maken.
Ik gaf een trap tegen de deur van mijn auto en vervloekte mezelf om het feit dat ik mijn tas niet uit de
auto had gehaald. Daar zit namelijk een pincet in waar ik de halve sleutel, vast mee had kunnen
omdraaien. Mijn handen waren ijskoud en ik vertoonde al onderkoelingsverschijnselen. Ik ademde
rookwolkjes zo koud had ik het. Mijn handen had ik diep in mijn zakken gestoken, om ze te
beschermen tegen de ijzige kou. Gefrustreerd ging ik op een laag muurtje zitten voor zijn huis. Ik
dacht na, heel diep. Ik kon hem vragen mij naar huis te brengen, maar mijn trots was me te dierbaar.
Ik haalde mijn hand uit mijn zak en schoof de mouw van mijn jas opzij om op mijn horloge te kijken.
Toen ik zag dat het al half n was raakte ik in paniek.
Met lood in mijn schoenen liep ik naar de voordeur. Ik klopte op de deur, maar kromp meteen ineen.
Doordat mijn handen onderkoeld waren deed het verschrikkelijk pijn. Ik wreef voorzichtig over mijn
zere hand en wachtte ongeduldig totdat de kwal des huizes open zou doen. De deur ging langzaam
open. Daar stond hij met die sarcastische grijns op zijn gezicht. Koud? Ik slikte een opkomend
scheldwoord weg en keek hem aan. Zou ik even gebruik mogen maken van je telefoon? Vroeg ik
met een mierzoet stemmetje. Wie ga je zo laat nog bellen? Vroeg hij ernstig. Charlotte, vragen of
ze me komt halen. Doe niet zo belachelijk Safa, ik ben je verloofde. Ik breng je. Het was inderdaad

absurd om Charlotte wakker te bellen. En voor deze ene keer was ik bereid mijn trots opzij te zetten.
Ok. Hij knikte tevreden. Kom binnen. Even twijfelde ik, maar ging uiteindelijk toch naar binnen.
Met een deken om me heen zat ik op de bank voor de openhaard van de koffie te genieten die
BenNabil voor me heeft gemaakt. Hij zat tegenover me en keek zwijgend naar het knisperende
houtvuur. Ik moet toegeven dat het aangenaam warm is hierbinnen. Als ik nog even buiten was
gebleven, was ik in een ijspegel veranderd. Er hing dit keer geen onaangenaam sfeertje in de lucht.
Misschien was dat waarom ik het durfde te vragen. Of had de kou mijn hersenen aangetast? Wat is
er met je vorige verloofde gebeurd? Mijn vraag sloeg in als een donderslag. Hij keek met een ruk op.
Zijn ogen waren bijna zwart van woede. Dat gaat je niets aan! Brulde hij. De grond beefde ervan. Ik
stond meteen op, omdat ik me geen houding wist te geven. Ik liet me echter niet uit het veld slaan.
Waarom gaat mij dat niets aan? Je laat geen kans onbenut om mij eraan te herinneren dat we gaan
trouwen, maar ik weet verdomme bijna niets van je. Ik weet niet waar ik het lef vandaan haalde zo
tegen hem uit te vallen. Hij stond nu ook op en kwam gevaarlijk dichtbij me staan. Hij torende hoog
boven me uit, ik was bang, maar mooi niet dat ik dit liet zien. Vastberaden bleef ik hem aankijken met
mijn handen in mijn zij. Zijn blik was nog even donker, hij deed zijn mond open om wat te zeggen,
maar sloot die toen weer. Nou? Het zag er niet naar uit dat hij wat ging zeggen. Woedend was ik.
Maar waarom? Omdat hij zo reageerde? Mijn handen trilden. Ik keek naar mijn ring. Ik deed
voorzichtig de ring af die hij me had gegeven en liep naar de tafel. Ik legde de ring neer, pakte mijn jas
en liep weg. Ze is vermoord. Ik stopte meteen met lopen. Hoewel ik dit al wist, deed het me nog
meer het uit zijn mond te horen. Ik draaide me om en zag niet meer de grote, sterke, onverwoestbare
Fahd BenNabil staan, maar een gebroken man. Ik zag dat zijn ogen betraand waren en hij nam plaats
op de bank. Ik wist niet zo gauw hoe ik hierop moest reageren en stond daar maar. Totdat ik mezelf
ertoe aanzette naar hem toe te gaan. Ik liep langzaam naar hem toe en nam een eindje van hem
vandaan plaats op de bank. Hij had zijn hand voor zijn ogen. Ik voelde me schuldig dat ik erover
begonnen ben. Het doet hem zo te zien nog veel pijn. Hij stond op en liep naar het raam. Afwezig keek
hij naar buiten. Het erge is nog wel, dat ze mij wilden hebben. Ze kwam toevallig binnen. Een bitter
lachje ontsnapte uit zijn mond. Niets gebeurd met toeval Fahd. Hij draaide zich om en keek op me
neer. Al meer dan drie jaar ben ik bezig die schoften te vinden die hier verantwoordelijk voor zijn.
Weet je niet meer hoe hij eruit ziet? Vroeg ik voorzichtig. Hij schudde zijn hoofd. Hij had een
bivakmuts op. En was snel weer weg. Ik knikte. Moet je het niet laten rusten? Ik bedoel, je wordt hier
ongelukkig van. Hij nam naast me plaats op de bank. Ik wil die klootzak vinden die opdracht heeft
gegeven. Pas dan zal ik rust vinden. Ik knikte, ik voelde me naar, hem zo van streek te zien. En
besloot niet meer over haar te beginnen.
Je kunt hier overnachten. Morgenvroeg breng ik je thuis. Ik knikte. Het zou absurd zijn nu nog de
weg op te gaan. En al helemaal hier, dat zandweggetje was namelijk niet verlicht. Ik stond op en pakte
de deken van de grond. Nee, ik slaap hier. Ik keek hem niet begrijpend aan. Ga jij maar in mijn bed
slapen. Ik wilde nog tegensputteren, maar bij het zien van zijn blik wist ik dat dit geen zin had. Hij liep
me voor de trap op en ik volgde hem geluidloos. Boven in zijn slaapkamer aangekomen klikte hij het
licht aan. Hij liep naar de kast en haalde er lakens uit en een handdoek. Als je nog iets nodig hebt
moet je het zeggen. Ik bedankte hem. Hij liep de kamer uit en sloot de deur achter zich. Toen ik om
me heen keek, viel het me op dat hij nergens fotos had hangen. Het was een steriele kamer. Wit en
strak ingericht. Ik ontdeed me van mijn laarzen, spijkerbroek en bloesje. Omdat ik niet in mijn
ondergoed wilde slapen deed ik de deuren van zijn kast open op zoek naar een oud T-shirt waar ik de
nacht in kon doorbrengen. Na lang graaien vond ik een wit shirt en een joggingbroek. Ik trok het aan
en keek goedkeurend in de spiegel. Toen ik mijn gezicht had gewassen in de aangrenzende badkamer
dook ik het grote bed in.
Dit was al de vijfde keer dat ik op de klok keek. Het was inmiddels al kwart voor vier en ik had nog
geen oog dichtgedaan. Blijkbaar was ik de enige, want het was doodstil in huis. Dit had ik altijd in een
vreemd bed. Na eindeloos woelen was ik het zat. Ik sloeg de dekens van me af en gleed het bed uit.
Op mijn tenen sloop ik de trap af. Het was pikdonker in huis en ik moest goed kijken waar ik liep en
niet al teveel geluid maken anders zou ik BenNabil wakker maken. Ik sloop de keuken in om een kop
thee te zetten. Ik kon alleen het lichtknopje niet vinden. Ik draaide me om en botste keihard tegen iets
aan. Ik slaakte een gil en viel ik op mijn achterwerk. Op dat moment ging het licht aan. Ik sloot mijn
ogen, die gewend waren aan het donker en niet aan het felle licht. Voorzichtig opende ik ze weer en
keek recht in de ogen van BenNabil. Daar stond hij me vragend aan te kijken met ontbloot bovenlijf.
Wat doe je hier? Vroeg hij zacht. En liep naar me toe om me overeind te helpen. Toen hij me

omhoogtrok kwam ik tegen zijn borst aan. Beschaamd deed ik een stap naar achter. Eh, ik kan niet
slapen. Hij knikte. Ik ook niet. Ik kon mijn ogen niet van hem afhouden. Hij zag er zo aantrekkelijk
uit. Hij sloeg zijn armen over elkaar en keek me lachend aan. Zoek je iets? Geschrokken keek ik
naar hem op. Nee, ja. Nee, ik bedoel nee. Snel draaide ik me om. Ik voelde me zo dwaas. Ik ga
thee zetten, wil jij ook? Zei ik om het gesprek op een ander onderwerp te brengen. Zonder zijn
antwoord af te wachten pakte ik de waterkoker en vulde hem met water. Ik zette hem op zijn
standaard en klikte hem aan. Ik pakte twee mokken en de suikerpot. Ik kon alleen de theezakjes niet
vinden. Waar zijn de theezakjes? Hij zei niets maar liep naar me toe. Ik stond met mijn rug naar het
aanrecht. Er zat nog geen centimeter ruimte tussen ons. Gaat hij me kussen? Zijn hand bracht hij
langzaam naar het keukenkastje. Hier haalde hij een kistje uit en overhandigde me die. Al die tijd had
hij zijn blik op mij gevestigd. Ik kuchte een dankjewel en schoof weer een eindje bij hem vandaan.
Toen het water de kooktemperatuur had bereikt, vulde ik de mokken met heet water en depte het
theezakje erin. Suiker? Hij schudde zijn hoofd. Ik overhandigde hem zijn mok en hij ging aan de
keukentafel zitten. Ik volgde zijn voorbeeld en keek zwijgend naar de damp die van de hete thee
afkwam. Het was zo stil dat je een speld kon horen vallen. Geluidloos dronken we onze thee op. Het
was een gespannen stilte.
Waarom kon je niet slapen? Vroeg hij toen. Vreemd bed. Zei ik snel zonder hem aan te kijken. Mijn
ogen zouden dan weer naar zijn lichaam dwalen en dat was wel het laatste dat ik wilde. En jij?
Vroeg ik en nam een slok van mijn thee. Bang om niet meer wakker te worden. Ik keek hem
verbaasd aan. BenNabil die zijn angst toegeeft? Hij lachte. Angst zou ik het eigenlijk niet willen
noemen. Het is heel normaal dat ex-comapatinten moeite hebben in slaap te komen Ik wilde
nog verder gaan, maar zag de laconieke uitdrukking al op zijn gezicht. Ik houd al op met zustertje
spelen. Ik had mijn thee op en stond op. Ik ga weer proberen te slapen. Hij knikte.
Ineens pakte hij mijn hand vast. Hij stond op en trok me tegen zich aan. O, nee. De alarmbellen
klonken luider dan ooit tevoren. Ik moest maken dat ik wegkwam. Maar het had geen zin. Hij had me
stevig vast en het zag er niet naar uit dat hij me los zou laten. Hij boog zich naar mijn oor. Verzet je
niet. Fluisterde hij. Mijn nekharen stonden overeind en mijn hart ging tekeer. Ik streek met mijn
vingers over het litteken op zijn borst. Met zijn handen omvatte hij mijn gezicht en langzaam kwam hij
dichterbij. Ik sloot mijn ogen en wachtte op wat er komen ging. Zijn zachte lippen beroerden de mijne.
Het leek wel of ik zweefde. Hij liet me dingen voelen die ik nooit eerder heb gevoeld. De kus was niet
te vergelijken met de eerdere. Deze was gemeend, intens, hartstochtelijk, maar vooral passievol.
Ik volgde de soepele beweging van zijn hand. Zijn houding was uiterst beheerst, zijn blik
geconcentreerd. In tegenstelling tot mij. Over mijn gehele lichaam beefde ik als een rietje. Toen hij
klaar was legde hij de pen naast het document neer. Ik deed niets, maakte geen aanstalten om
hetzelfde te doen en keek ook niet op. Mijn handen had ik tussen mijn knien geklemd, zodat niemand
zou zien dat ik het bestierf. Ik wist al zeker dat zijn beheerste, geconcentreerde blik, plaats had
gemaakt voor woede en ongeduld. Maar nog maakte ik geen aanstalten om te tekenen. Was dit niet
mijn grootste angst geweest. Me binden aan een man. Of hij nou van me houd of niet. Ik heb altijd
gedacht dat het Aya en ik zouden zijn voor de rest van mijn leven. Misschien een beetje naef, maar
dat was ik ook. Ik voelde me misselijk worden en ik had al de hele ochtend steken in mijn buik. Ik denk
van de zenuwen. De notaris schraapte zijn keel. Mevrouw Baqir?, kwam er twijfelend over zijn
lippen. Nog steeds keek ik niet op. Ik trok mijn hand vrij en pakte trillend de pen op. Ik keek nog eens
naar zijn handtekening, haalde diep adem en zette mijn handtekening ook neer. Met ogen dicht, dat
dan weer wel. Dan kan ik later als het misgaat zeggen dat ik er helemaal niet bij was. Ik legde de pen
neer en keek neer op het document. Dat was het dan. Dat stukje papier was het bewijs van ons
levenlang samenzijn. Tenminste als we het zolang volhouden. Met bonkend hart keek ik op naar
BenNabil. Zijn gezicht stond niet bepaald vrolijk. Dan verklaar ik jullie nu, man en vrouw. Ik perste er
een zuur lachje uit en ik kon wel raden dat BenNabil de moeite niet eens nam. Zo, dan zijn nu de
getuigen aan de beurt., zei de notaris ietwat ongemakkelijk. Ik schrok op. Natuurlijk, Charlotte en
Rayan waren de hele tijd al hier. Charlotte weet wel hoe het zit, maar wat moet Rayan nu wel niet van
me denken. Ik keek voorzichtig zijn richting op en zag hoe hij een krabbel neerzette. Hij keek toen
naar me op en schonk me een knipoog. Ik was meteen gerustgesteld. Nadat ook Charlotte haar
handtekening gezet had, werd ik door allebei de getuigen gefeliciteerd. Nadat ook BenNabil de
felicitaties in ontvangst had genomen vertrokken we uit het gemeentehuis.
Had je er niet nog iets langer over na kunnen denken? Nog even en de notaris zou denken dat ik je
onder schot hield. Het sarcasme droop ervan af. Ik had niet eens zin om erop te reageren. Hij startte
de auto en reed weg. Bij elke hobbel in de weg kromp ik ineen van de pijn. Waar kwam dit vandaan, ik

moest ook niet ongesteld worden. Ik deed moeite niet te laten zien dat ik verging van de pijn. Wil je
nog wel trouwen? Ik knikte alleen maar zodat ik van het gezeur af zou zijn. Zodra ik thuis ben spring
ik onder een warme douche en ga slapen. De verdere rit zei hij geen woord meer tegen me. Hij stopte
de auto voor mijn huis en zette de motor af. Speel ook niet de heilige onschuld Safa. Ik dwing je
nergens toe. Ik schudde met mijn hoofd. De pijn was bijna ondragelijk geworden en ik moest mijn
tranen in bedwang houden. Bedankt voor het brengen. Ik stapte snel de auto uit en liep naar de
voordeur. Hij scheurde met piepende banden weg. Ik snap ook wel dat hij boos is. Ik maak het hem
echt moeilijk. Snel deed ik de deur open en liep naar binnen. Eigenlijk waggelde ik naar binnen. Ik had
nog nooit zoveel pijn gehad. Na de douche zal ik me vast beter voelen.
Ik lig op mijn zij. Mijn benen heb ik tot mijn kin opgetrokken. Het is n uur in de nacht en nog verga ik
van de pijn. Ik ben drijfnat van het zweet. Mijn voorhoofd voelt gloeiend heet. Dit houd ik niet vol. Met
moeite ging ik rechtop zitten en pakte de telefoon van het nachtkastje. Ik draaide het nummer van
BenNabil. Hij ging ontelbare keren over, maar hij nam niet op. Ik raakte een beetje in paniek. Ok,
Safa denk na, wie kun je nog bellen? Dacht ik hardop, om mezelf een beetje gerust te stellen.
Charlotte! Ik draaide snel haar nummer en bad tot God dat ze op zou nemen. Nadat hij een keer of
vijf keer over was gegaan hoorde ik een slaperige stem opnemen. Safa? De tranen liepen over mijn
wangen. Charlotte, ik moet naar de dokter. Huilde ik. Safa, wat is er? Haar stem klonk nu
klaarwakker. Ik heb zo een buikpijn. Piepte ik. Safa, ik kom er nu meteen aan. Een klik bevestigde
dat ze had opgehangen.
Na wat uren leek te duren, maar in werkelijkheid maar een kwartiertje was, ging de bel. Ik strompelde
naar de deur en deed deze open. Ik keek naar Charlotte die met grote ogen naar me keek. Safa, o
mijn God! Wat is er met je? Je ziet er doodziek uit! Ik was niet in staat te reageren. Ze greep me vast
en ondersteunde me. We gaan nu meteen naar het ziekenhuis. Ik wist dat tegen stribbelen geen zin
had. Bij elke stap schreeuwde ik het haast uit van de pijn. En hoe lief ik het ook vond dat Charlotte alle
verkeersregels aan haar laars lapte en door de straten scheurde, het maakte mijn situatie er niet beter
op. Charlotte, ik denk dat ik doodga! Ze stopte de auto voor het ziekenhuis en holde naar binnen. Ik
was zo verschrikkelijk bang. Vooral toen ik aan Aya dacht. Wat moest ze zonder mij? De tijd om
daarover na te denken had ik niet. Er renden twee verplegers en een dokter met een brancard richting
de auto. Met gemak werd ik erop getild en kreunend van de pijn werd ik richting ziekenhuis gereden.
Lieverd ik zet de auto weg en dan kom ik meteen! Ik zag de bezorgde blikken van de verplegers.
Zag ik er zo ziek uit? En als dat zo is, wat is er dan in hemelsnaam mis met mij?
Een fel wit licht scheen in mijn ogen. Safa? Kun je me horen? Bromde een zware stem. Ik knikte,
maar zag niet naar wie. Ik ben dokter Bouma. Ik probeerde wat te zeggen, maar mijn mond was
kurkdroog. Mijn hand ging vanzelf naar de pijnlijke plek op mijn onderbuik. Ik voelde het verband
zitten. Safa, je bent zojuist geopereerd aan een blindedarm ontsteking. De operatie is goed gegaan.
Pas nu mijn ogen gewend zijn aan het felle licht, zie ik waar de zware stem vandaan komt. Een grote
kale man met een snor staat over me heen gebogen. Ik deed nog een poging wat uit mijn mond te
krijgen. Dorst. Kwam er met moeite over mijn lippen. Hij knikte, maar maakte geen aanstalten een
glas water te halen. De zuster zal je zo naar je kamer brengen en je wat te drinken geven. Zei hij
nors en liep de uitslaapkamer uit. Ik stond perplex, voelde hij zich nou werkelijk t goed om een glas
water voor me te halen? Dus niet alleen de doktoren in Marokko hebben last van arrogantie.
Gulzig zoog ik met al mijn kracht het water door het rietje. Ik was werkelijk uitgedroogd. Charlotte
bekeek me met een bezorgde blik. Het maakte me aan het lachen. Toen het glas leeg was zette ze
hem om het nachtkastje naast mijn bed. Ik deelde de kamer met een man van midden dertig. Hij sliep
alleen al sinds ik hier binnen was gereden, dus ik wist niet of hij aardig was. Mijn buik was nog pijnlijk
en bij de minste beweging kon ik het wel uitschreeuwen van de pijn. Dit liet ik alleen niet aan Charlotte
merken. Die moest namelijk meteen huilen toen ik de kamer in werd gereden. Arm kind, ik had haar
echt laten schrikken. Wanneer mag je naar huis? Over twee dagen pas. Ik word gek hier Charlotte.
Ik kan echt niet zo lang in een ziekenhuis blijven. Maar je hebt jaren in een ziekenhuis gewerkt!, riep
ze verbaasd uit. Gewerkt ja, maar als patint moet ik er niet aan denken. Ik word verwaarloosd hier.
Ze knikte begrijpend. Het was al vroeg in de ochtend en ik zag aan de donkere kringen rond haar
ogen dat ze echt vermoeid was. Wil je nog iets Safa? Ik knikte. Ik wil dat jij naar huis gaat. Ze
schudde hevig met haar hoofd. Denk maar niet dat ik je hier alleen ga laten Safa! Lieverd, ik ga
toch slapen. Ik ben echt moe en trouwens wie zegt dat ik alleen ben. Ik wees naar mijn slapende
buurman en beide barstten we in lachen uit. Weet je het zeker?, vroeg ze aarzelend. Heel zeker!
Riep ik resoluut. Als je iets nodig hebt, dan bel je me meteen op toch? Ik knikte. Charlotte, ik wil

niet dat je Fahd belt. Ze keek me vragend aan. Ik heb geen zin in zijn overbezorgdheid, het was
maar een kleine ingreep. Ik bel hem morgen wel. Na lang aarzelen knikte ze, gaf me een dikke kus
en liep toen weg. Op wat piepjes van de apparatuur dat aan mijn buurman was bevestigd na, was het
doodstil in de kamer. Nu kan ik in alle stilte nadenken over mijn leven.
Twee meisjes. Ze zitten op een schommel. Allebei twee staartjes in hun haren, ze zijn bijna identiek.
Sproetjes en grote groene ogen. Allebei worden ze voortgeduwd op de schommel. Het ene meisje
door een vrouw die in het bezit is van dezelfde gifgroene ogen als die van de meisjes. En de andere
door een man, helemaal in het wit gekleed en een brede grijns op zijn gezicht. Ik herken de man en ik
herken de vrouw. Het zijn mijn ouders in gelukkige tijden. Naarmate de schommels hoger gaan,
worden de meisjes ouder. Ik ben het, met naast me mijn lieve zus. Dan stopt de schommel. Mijn zus
stapt ervan af en pakt de hand van mijn moeder vast. Samen lopen ze weg. Ik roep naar mijn vader
dat hij ook moet stoppen, omdat we achter ze aan moeten. Maar hij doet het niet. Hij duwt me alleen
nog maar harder. Een oorverdovend gelach komt uit zijn mond. Ik huil en schreeuw als ik mijn moeder
en zus uit het zicht zie verdwijnen.
Ik uit een kreet van schrik. Het is aardedonker in de kamer. Ik veeg mijn handen over mijn wangen die
ook drijfnat zijn van de tranen. Jaren heb ik last van dezelfde nachtmerrie. En jaren word ik huilend
wakker. Ik probeer mijn adem weer onder controle te krijgen, wat pas lukt als ik een slok water heb
gedronken. Gaat het? Geschrokken keek ik naar het bed naast me. Daar kwam het geluid vandaan
toch? Of droom ik nog steeds? Na enkele tellen ging er een lampje aan. Ik sloot snel mijn ogen die al
aardig gewend waren aan het donker. Voorzichtig opende ik n oog. De slapende man zat nu
rechtop in bed. Hij had een vriendelijk gezicht, dat nu bezorgd stond. Ik vroeg of het met je gaat? Zei
hij zacht. Ik knikte en keek beschaamd de andere kant op. Ik heb hem vast een hartaanval bezorgd
met mijn gegil. Had je een nachtmerrie?, zijn stem klonk me als muziek in de oren. Zoiets ja. Zei ik
snel. Ik had geen zin in een leuk gesprekje en wilde weer gaan slapen. Ik liet me weer in mijn kussen
vallen en draaide mijn rug naar hem toe. Gelukkig begreep hij de hint en zei verder niets meer.
Ik had net een tijdschrift van mijn nachtkastje gepakt toen de deur met een zwaai open ging. In de
deuropening stond BenNabil, ziedend van woede! Ik hield mijn adem in en deed een schietgebedje.
Hoe haal je het in je hoofd mij niet op de hoogte te stellen van je operatie!? Hij beende naar mijn bed
en keek me aan met ogen die op onweer stonden. Charlotte had haar mond weer eens niet kunnen
houden. Mijn buurman kuchte. Zou je niet zo tegen haar willen schreeuwen. Ik keek geschrokken
naar het bed naast me. Hij keek BenNabil met opgetrokken wenkbrauw aan, en had zijn armen over
elkaar heen geslagen. Ik weet dat hij het aardig bedoeld, maar hij kan zich er maar beter buiten
houden. Ik durfde bijna niet naar BenNabil te kijken maar deed dit toch. Zijn gezicht stond op
ontploffen. Ik had hem werkelijk nog nooit zo kwaad gezien. Hoe en wat ik met mijn vrouw bespreek,
gaat je geen donder aan. Siste hij kwaad. Hij liep naar het gordijn dat ons van elkaar onderscheid en
trok die met een ruk dicht. Alsof hij ons nu niet meer kon horen. BenNabil stond met zijn rug naar me
toe. Zijn handen had hij tot vuisten gebald. Toen hij zich omdraaide zag ik dat hij wat rustiger was
geworden. Dit tot mijn grote opluchting. Het leek wel of hij me levend wilde villen. Hij liep rustig naar
me toe. Ik had je gebeld, maar jij nam je telefoon niet op. Zei ik kwaad. Ik had je teruggebeld, wel
honderd keer verdomme! Er had van alles met je gebeurd kunnen zijn. Ik zag tranen in zijn ogen. Of
verbeelde ik me dat maar? Er is niets aan de hand ik voel me prima. Hij deed zijn handen in zijn
zakken en keek op me neer met een blik die ik niet eerder bij hem had gezien. Het had iets van
bezorgdheid, alleen dan nog tien keer intenser. Je bent geopereerd, hoe kun je, je nou prima
voelen? Je gaat nu met me mee naar huis. Ik keek hem verbaasd aan. Ik mag morgen pas naar
huis. Zijn blik vertelde me dat er geen discussie mogelijk was. Hij beende de kamer uit en gooide de
deur met een smak dicht. Emotionele man heb je. Ik keek naar het gordijn en zuchtte. Ik weet het.
Bedenkelijk keek ik naar de rolstoel die naast mijn bed stond. Hoe kwam ik in Godsnaam in dat ding,
zonder het uit te schreeuwen van de pijn? De dokter zei dat het verstandig zou zijn als ik hier nog een
nachtje bleef, maar aangezien ik zelf verpleegster ben, laten ze me zelf kiezen. Dat laat ik me geen
twee keer zeggen. En al helemaal niet na het zien van BenNabils verwoestende blik. Iets zegt me dat
hij nog een appeltje met me te schillen heeft. Vrouwelijke intutie zullen we maar zeggen. Je kunt ook
nog een nachtje blijven, dan hoef je ook niet bang te zijn voor die rolstoel. Ik keek naar mijn buurman.
Ik zag alleen zijn ogen die boven de krant uitstaken die hij aan het lezen was. Toen ik niets terug zei
legde hij de krant weg. Ik weet je naam niet eens. Zei ik maar, om het gesprek op een ander
onderwerp te brengen. Ik weet de jouwe wel. Zei hij pestend en lachte zijn tanden bloot. En
waarom lig jij hier? Vroeg ik nieuwsgierig. Dezelfde reden als dat jij hier ligt. Alleen was ik te koppig
om naar de dokter te gaan. Het was dus kantje boord. Maar Elhamdoulilah, ik ben er nog. Vol

verbazing over het woordje dat hij net uitsprak keek ik hem aan. Wat is er? Vroeg hij met gefronste
wenkbrauw? Laat me raden, je had niet gedacht dat ik Marokkaans was? Ik schudde langzaam mijn
hoofd. Bij deze dan. Karim, aangenaam. Hij stak zijn hand uit. Met moeite nam ik die aan en
BenNabil had geen slechter moment kunnen kiezen binnen te komen. Zijn blik hield niets te raden
over, en het maakte me boos dat hij zo koppig en bevooroordeeld was. Excuus, dat ik jullie
onderonsje moet verstoren, maar het is tijd om te gaan. Mijn bloed kookte van woede en als ik kon
had ik het dienblad dat op het nachtkastje stond naar zijn hoofd gegooid. Helaas.
Eindelijk. De rit leek wel uren te duren. In werkelijkheid was het maar een half uur. De pijn viel me
gelukkig mee. Dit kwam vooral omdat BenNabil tamelijk rustig reed. Hij deed de motor uit en keek me
aan. Ik was nog steeds kwaad over het feit dat hij zich zo kinderachtig gedraagt en had de hele weg
naar huis niets tegen hem gezegd. Hij probeerde wel steeds een gesprekje aan te knopen, maar mijn
stilzwijgen deed zijn pogingen staken. Ik had Karim nog snel gedag kunnen zeggen, het was een erg
aardige man met gevoel voor humor. Ga je nu niets meer tegen me zeggen? Ik gooide mijn armen
over elkaar. De spanning was duidelijk waar te nemen. Het is maar dat ik niet kan lopen, anders was
ik zo de auto uit gerend. Zonder nog iets te zeggen stapte hij de auto uit en smeet de deur met een
knal dicht. Ik schrok ervan. Hij opende de kofferbak en haalde mijn tas eruit. Ik hield hem goed in de
gaten, hij zat namelijk vol verassingen. En dan vooral onaangename verassingen. Mijn blik verstijfde
toen hij naar de voordeur liep. Hij zal mij toch niet in de auto laten zitten? Mijn gedachte werd gelukkig
geen werkelijkheid, want hij kwam weer naar buiten lopen. Chagrijnig liep hij op de auto af en opende
het portier. Langzaam gleed zijn ene hand onder mijn benen en zijn andere onder mijn rug. De
rillingen liepen over mijn hele lichaam. Het was ongelooflijk dat hij nog steeds zo een impact op me
had. Hij tilde me voorzichtig op alsof ik niets woog. Ik voelde zijn blik op mijn gezicht gevestigd, maar
ik zou niet voor mezelf in kunnen staan als hij mijn blik gevangen kreeg. Zijn heerlijke geur drong mijn
neusgaten binnen. Ok, niet kijken Safa. Niet kijken! Sprak ik mezelf streng toe. Voorzichtig liep hij het
trappetje op. Zo mevrouw BenNabil, dan draag ik je toch nog over de drempel. Zijn blik stond speels
en zijn prachtige ogen twinkelden, maar ik wist heel goed waar hij mee bezig was. Hij was me aan het
uitdagen, zodat ik terug zou praten. Daarom noemde hij me mevrouw BenNabil, maar ik moet hem
teleurstellen. Ik trap er niet in. Hij loopt meteen door naar boven en even was ik bang dat hij me naar
zijn slaapkamer zou dragen, gelukkig had ik het weer mis. Hij schopte met zijn voet de deur van de
kamer naast die van hem open en liep naar het bed. Deze kamer had ik nog niet eerder gezien. Ik
rook de verf nog, dus hij was vast net klaar. Zachtjes legde hij me op bed. Ik had geen enkel pijntje
gevoeld. Of dat nou door de vele pijnstillers kwam, of omdat ik werd betoverd door zijn prachtige
ogen.. God mag het weten.
Huilend werd ik wakker. Alweer dezelfde nachtmerrie. Met mijn twee wijsvingers streek ik over mijn
slapen. Na zo een nachtmerrie stond het al vast dat ik een flinke hoofdpijn zou krijgen. Langzaam
kwam ik overeind. Ik keek op de wekker, die aangaf dat het acht uur was. Ik keek naar buiten en zag
dat het al schemerig werd. Ik heb de hele middag geslapen, maar nog voelde ik me beroerd. Het liefst
wilde ik ook verder slapen, maar het erge is dat ik moet plassen. Heel nodig. Maar hoe ga ik dat
doen? Ik keek om me heen op zoek naar iets dat ik als kruk kon gebruiken, maar die vervloekte kamer
was zo steriel, ik was nog beter af in dat ziekenhuisbed. BenNabil moet echt wat aan de styling doen
in dit huis. Maar aangezien ik hier toch kom wonen, zal dat wel goed komen. Daar gaat ie dan. Ik
sloeg het dekbed van me af en gleed langzaam van het bed af. Ik was trots op mezelf toen ik met
beide benen op de grond stond. Maar het deed ontzettend veel pijn als ik rechtop stond dus liep ik
maar voorovergebogen, met heel kleine stapjes naar de deur. Dus zo voelen bejaarden zich.
Hopeloos. De afstand naar de deur leek wel kilometers ver. Na een tijdje bereikte ik die uitgeput. Toen
ik de deur open had gedaan, bleef ik geruisloos staan. Ik probeerde erachter te komen waar in
BenNabil zich bevond. Toen ik niets hoorde vervolgde ik mijn weg naar het toilet. Stapje voor stapje
liep ik erheen. Gelukkig was het aan de overkant van de hal. Als ik nog een trap op had gemoeten had
ik het in mijn broek gedaan.
Ik kon wel juichen toen ik het toilet had bereikt en ging snel naar binnen. Ik plofte neer op de pot en
deed mijn behoefte. De pijn was onbeschrijflijk. Die pijnstillers waren natuurlijk allang uitgewerkt.
Voorzichtig streek ik met mijn vingers over de wond op mijn onderbuik. Toen ik klaar was stond ik
voorzichtig op. Maar dook weer in elkaar van de pijn. Naar huis gaan was toch niet zo een goed idee
geweest. Had ik maar nooit naar die arrogante kwal geluisterd. Dan werd ik lekker verwend in het
ziekenhuis, in plaats van verwaarloosd in dit huis. Na een paar tellen voelde ik de pijn wegtrekken en
ik probeerde weer rechtop te staan. Ik hees mijn broek op en trok door. Onbewust liepen de tranen
over mijn wangen. Zo een pijn had ik. Ik opende de deur en stapte het toilet uit. Wat doe jij uit bed?
Ik schrok zo van de diepe stem dat ik een gil slaakte. Nog net op tijd hield ik me vast aan de deurklink.

BenNabil beende op me af en ondersteunde me. Waarom huil je Safa? Hoe kon hij nou zo een
domme vraag stellen. Omdat ik pijn heb. Siste ik. Toen pas ging bij hem het belletje rinkelen. Kom
ik til je naar je bed. Zei hij besluitvast. Ik schudde hevig met mijn hoofd. Nee, ik heb pijn. Raak me
alsjeblieft niet aan! De tranen vloeiden uit mijn ooghoeken. Geschrokken liet hij me los en zette een
paar stappen achteruit. Ik probeerde een paar keer diep adem te halen en veegde toen mijn tranen
weg. De pijn trok weg en ik ging weer rechtop staan. BenNabil stond nog op dezelfde plek en hij keek
me medelijdend aan. Gaat het weer? Vroeg hij zacht, alsof hij bang was dat zijn stem de pijn weer
wakker zou schudden. Ik knikte. Ja, het gaat. Voorzichtig deed ik een paar stappen naar voren. Hij
snelde naar me toe pakte mijn hand vast. Het was een lief gebaar. Samen liepen we weer naar mijn
kamer.
Zachtjes ging ik op het bed zitten. Heb je nog wat nodig? Nee dankjewel, ik red me wel. Zei ik
snel. Dat heb ik gemerkt ja. Zei hij sarcastisch. Het was me nog steeds een raadsel, hoe hij het ene
moment zo vriendelijk kon zijn en het volgende moment zo afstandelijk. Ik besloot het op de man af te
vragen. Waarom ben je zo? Hij keek me niet begrijpend aan? Hoe ben ik? Ik slikte even en ging
toen verder. Het ene moment zorgzaam en attent en het andere moment weer de bekende
afstandelijke kwal die ik leerde kennen. Hij antwoordde niet direct, maar bleef me een poos
aankijken. Ik wist dat hij mijn vraag niet kon beantwoorden, want hij wist het zelf niet. Wat kan ik
zeggen, je haalt het slechtste in me naar boven. Onzin, als ik je met je neefje en je nichtje zie. Of
met je ouders dan zie ik een heel andere man dan nu op dit moment. Hij draaide zijn hoofd weg en
keek uit het raam. Dit is wie ik ben Safa, accepteer het. Ik knikte, maar accepteren zou ik het nooit.
Zijn ware aard moet en zal naar boven komen, en of dat nou de duistere of de liefdevolle kant is? Het
kan me niet schelen. Toen draaide hij zich om en liep naar de deur. Ik raakte in paniek bij de
gedachten dat ik weer alleen zou zijn in de kamer en dat dezelfde nachtmerrie me zou achtervolgen.
Fahd, wil je alsjeblieft bij me blijven tot ik in slaap ben gevallen? Het was eruit voor ik er erg in had.
Hij stond stil. Met zijn rug naar me toe en met zijn hand op de deurklink. Wat ging hij doen? De deur
uitlopen, of bleef hij bij me? Hij liet de deurklink los en draaide zich om. Mijn hart maakte een
sprongetje. Zonder iets te zeggen liep hij naar me toe. Hij pakte het dekbed vast en deed hem
omhoog zodat ik er gemakkelijk onder kon kruipen. Toen ik goed lag, klopte ik op de plek naast me. Hij
liep om het bed heen en ging naast me op het bed liggen. Op het dekbed weliswaar. Want je kon veel
van BenNabil zeggen, maar een heer, dat was hij zeker. Daar lagen we dan. Geluidloos naar het
plafond starend, ieder in zijn eigen gedachten. Een nieuwsgierig gevoel bekroop me, waar zou hij aan
denken? Ik durfde het niet te vragen.
Ik klikte het nachtlampje aan. Ik was in slaap gevallen en het was duidelijk dat ik niet de enige was. Ik
keek opzij naar zijn slapende gelaat. Zou hij het koud hebben? Ik kwam overeind en pakte het laken
dat op het bed lag. Voorzichtig spreidde ik het over hem heen. Ik bestudeerde zijn gezicht. Elke
centimeter sloeg ik op in mijn hoofd. Hoe zou zijn huid aanvoelen? Zal ik? Voorzichtig bracht ik mijn
hand naar zijn gezicht. Met mijn vingertoppen beroerde ik zijn gezicht. Door zijn wenkbrauwen, over
zijn neus en langs zijn wang. Ik hield mijn adem in toen hij zich bewoog. Gelukkig werd hij niet wakker.
Ik schoof zachtjes naar hem toe en legde mijn hoofd op zijn borst. Zijn hart klopte op het ritme van zijn
ademhaling. Mijn hele lichaam ontspande zich en voor het eerst was ik niet bang om te gaan slapen.
Hij was hier, hij was hier om me te beschermen tegen boze geesten uit het verleden. Verveelt staar ik
naar buiten. BenNabil en zijn ouders zijn druk in gesprek over de grote bruiloft. Ze hebben mij nog
niets gevraagd. En eerlijk gezegd kan het me ook niet zoveel schelen, ze regelen het maar lekker. Ik
had dit het liefst met mijn moeder en zus gedeeld. Samen mijn jurk uitzoeken, de taart, zelfs de kleine
bedankjes voor de gasten, maar zonder de twee belangrijkste mensen uit mijn leven, kan die hele
bruiloft me gestolen worden. Liefje, wat voor taart wil je? Ik keek in de vragende ogen van BenNabil.
Jeetje, ik besta blijkbaar toch nog wel. Wat jullie lekker vinden. Zei ik koel en ik stond op om de
kamer uit te lopen. Excuseer me, ik ga naar bed. Voel me niet zo lekker. Ik nam afscheid van zijn
ouders en ontweek BenNabils blik. Die was ongetwijfeld niet erg gecharmeerd van mijn houding,
maar ik kon niet meer tegen deze poppenkast. Doen alsof ik dit heel leuk vind, terwijl hij net zo goed
als ik weet dat, dat niet zo is.
Ik zat in mijn kamer in een heerlijke luie stoel. Of moet ik zeggen hing. Dit was mijn favoriete plek in
het hele huis. Heerlijk bij het raam een boek lezen en even alles om me heen vergeten. Morgen heb ik
Aya weer, en God wat verlang ik ernaar haar te zien. Sinds mijn operatie twee weken geleden heb ik
haar al niet gezien. Ik loop nog best moeilijk en ik wilde niet dat ze de hele tijd verveeld in dit huis zou
zitten. Maar morgen neem ik haar mee. Samen met Charlotte en haar nichtje gaan we picknicken in
het park.

Ik sloeg de bladzijde om in mijn boek. En net op dat moment werd er op de deur van mijn kamer
geklopt. O, nee hier had ik dus echt geen zin in. Mijn antwoord duurde waarschijnlijk te lang, want de
deur ging al open. Uit mijn ooghoeken zag ik dat hij met zijn armen over elkaar tegen de deurpost
geleund stond. Met bibberende handen legde ik mijn boek weg, ging rechtop zitten en keek op. Hij had
net gedoucht zag ik, want zijn haar was nog nat en hij had een short en een T-shirt aan. Zijn baardje
had hij echter niet geschoren. Zo zag ik hem het liefst. Hij was er duidelijk op uit mij te verleiden. En ik
moet eerlijk zeggen, dat ik dat niet heel erg zou vinden. Mijn God wat is hij toch aantrekkelijk. Ik kneep
mezelf stiekem in mijn arm, om weer terug op aarde te komen. Zijn je ouders al weg? Ik baalde
ervan dat je aan mijn stem kon horen dat ik gespannen was. Hij zei niets, knikte alleen. Was hij nou
boos? Uit zijn blik kon ik niets op maken. Dit maakte me nog zenuwachtiger. Ik weet dat de hele
bruiloft je niets kan schelen, maar kan je dan ook niet een beetje doen alsof? Je hebt me net
belachelijk gemaakt. Zijn blik stond koel. Dit maakte mij kwaad, maar ik hield me in om de sfeer hier
in huis niet te verpesten aangezien ik hier nog wel een week of twee logeer. Je hebt gelijk. De
volgende keer zal ik meer mijn best doen. Zijn wenkbrauw vloog omhoog en hij sloeg me verbaasd
gade. Waarom keek hij me zo stom aan. Wat is er? Vroeg ik gerriteerd. Nou meestal krijg ik
allemaal beschuldigingen en beledigingen naar mijn hoofd geslingerd. Hier moet ik even aan
wennen. Zei hij geamuseerd. Nou als je het wil kun je die alsnog krijgen hoor. Ik stond op ten teken
dat ik wilde gaan slapen en hij dus weer kon vertrekken, jammer genoeg begreep hij de hint niet. Was
er verder nog iets, anders wil ik gaan slapen. Hij deed een paar stappen naar me toe. En net voor me
stond hij stil. Ja er was nog iets. Mijn ogen werden groot van schrik toen hij zijn hand over mijn
gezicht streek. Ik voelde mijn wang gloeiend heet worden op de plek die hij zojuist had gestreeld.
Heb je koorts? Je voelt gloeiend heet. Uit schaamte wendde ik mijn blik af en deed een stap naar
achter. Er klopt hier iets niet. Hij doet t aardig tegen me. Ik heb geen koorts, ik wil slapen. Siste ik
boos. Boos om het feit dat hij zoveel in me teweeg bracht, door slechts een enkele aanraking. Daar is
de echte Safa weer, je bent bloedmooi als je boos bent, wist je dat? En hij lachte zijn tanden bloot. Ik
kon hier niet echt om lachen. Toen hij uitgelachen was werd zijn blik serieus.Ik ga je kussen Safa
Baqir. Mijn hart klopte in mijn keel. Nog geen seconde later pakte hij me vast en drukte me tegen zich
aan. Langzaam, alsof het zich in vertraagd tempo afspeelde. Zijn blik ging van mijn ogen naar mijn
lippen en weer terug. Zijn handen gleden over mijn lichaam. Een vreemd gevoel van opwinding
baande zich een weg door mijn lichaam en nestelde zich in mijn onderbuik. Hij haalde de klem uit mijn
haar, dat meteen als een waterval naar beneden viel. Hij haalde een hand door mijn haar en bracht
zijn gezicht dichterbij. Al die tijd hield ik mijn adem in. Ik sloot mijn ogen. Heel zachtjes beroerden zijn
lippen de mijne. Wat is dit voor gevoel? Liefde? Houdt hij misschien van me? Mijn hersenen draaiden
overuren, maar dit wilde ik niet. Ik wilde alleen maar voelen. Voelen hoe hij me beminde. Ik sloeg mijn
armen om zijn hals en kuste hem terug. Ik kuste hem met alles dat ik in me had. Hij trok zacht aan
mijn haar en haalde zijn lippen van de mijne. Verlangend keken we elkaar aan. Allebei snakkend naar
adem. Zachtjes duwde hij me op het bed en met n soepele beweging had hij alle knoopjes van mijn
blouse opengetrokken. Hij keek begerig naar mijn decollet en streelde met zijn handen over mijn
buik. Hij boog zich over me heen en plantte kleine kusjes in mijn nek. Ik werd gek van opwinding en
trok zijn shirt over zijn hoofd. Denken ging allang niet meer. Ik kon alleen nog maar voelen. En dit
voelde goed. Weer kuste hij me. Hartstochtelijk, zoals twee geliefden elkaar kussen. Net toen ik dacht
dat ik het zou besterven, stopte hij en stond abrupt op. Verdwaasd kwam ik overeind. We stonden als
twee vurige pubers naar adem te happen, die hij al na enkele seconden had hervonden. Bij mij duurde
het echter iets langer. Ik kon mijn blouse zo snel even niet vinden. Dus raapte ik zijn T-shirt van de
grond en trok die aan. Ik schaamde me werkelijk de ogen uit mijn kop. Ik Hij ging niet verder. Ik
kon alleen zien dat hij in de war was. En hij was zeker niet de enige. Dit had niet moeten gebeuren.
De woorden kwamen nog harder aan dan een klap in mijn gezicht. Met moeite hield ik mijn tranen
binnen, maar toen die toch dreigden te ontsnappen draaide ik me snel op en haastte me naar de
badkamer. Ik gooide de deur met een klap dicht en draaide het slot erop. Ik ademde drie keer diep in
en uit en ging op de grond zitten. Mijn tranen kwamen niet. Gelukkig, het laatste waar ik zin in had was
een potje janken. Ik snoof aan het shirt dat om mijn lichaam hing. Zijn shirt, dat minstens 4 maten te
groot was. Zijn heerlijke geur drong diep mijn neusgaten binnen en een suf lachje sierde mijn lippen.
Safa, wat ben je toch een stomkop! Ademloos bekeek ik mezelf in de spiegel. Ik zonderde me
helemaal af van het gekakel buiten de paskamer en keek alleen maar naar de prachtige roomwitte jurk
die mijn lichaam sierde. Ik streek met mijn vingers heel voorzichtig over het kanten borduursel. Heb je
hem nou al aan? Hoorde ik Charlotte vanuit het pashokje roepen. Ik moest lachen om haar ongeduld
en bewoog me naar de deur. Ik deed de deur open en een paar seconden later stond ik voor drie paar
grote geworden ogen. Niemand die iets zei, en dat maakte me een beetje nerveus. En wat vinden
jullie ervan? Bracht ik zachtjes uit. Kleine Aya was de eerste die wat zei. Tante Safa, je ziet eruit als

een prinses! Charlotte en BenNabils moeder knikten langzaam ter bevestiging. Charlotte deed een
stap naar voren en gaf me een zoen op mijn wang. Als hij niet verliefd op je wordt de dag dat hij je zo
ziet, dan is het een ezel. Fluisterde ze zacht. Ik kreeg een hoofd als een boei. Ik wilde helemaal niet
aan hem denken. Al was dat natuurlijk onmogelijk, aangezien we over een week trouwen. Safa, al
vanaf dag n beschouw ik je als een dochter, en ik kan je niet vertellen hoe blij ik ben dat jij mijn zoon
huwt. Hij kan soms erg lastig zijn, maar daar weet jij wel raad mee. Je bent prachtig. Ik was ontroerd
door haar lieve woorden en bukte me naar haar toe om haar hoofd te kussen. Even dacht ik aan mijn
moeder en zus. Ik zou de hele wereld willen geven om hen erbij te hebben op de belangrijkste dag
van mijn leven. Een traan biggelde langzaam naar beneden, snel draaide ik me om zodat ze mijn
verdriet niet op zouden merken en veegde de ontsnapte traan weg. Dus dit wordt de jurk? We riepen
allemaal een volmondig, JA, naar de verkoopster. Ze moest lachen. Charlotte, kun jij me helpen deze
jurk uit te krijgen? Ze knikte en liep met me mee. Aya, blijf jij hier wachten met mevrouw BenNabil?
Maar ze hoorde me allang niet meer. Ze had haar oog op een miniatuur, van mijn jurk gevestigd en ik
kon wel raden wat ze op dit moment dacht. Die gaat haar prachtig staan. Ik keek naar de verkoopster
en knikte naar de jurk die Aya in het vizier had. Ze begreep de hint en lachte. In het pashokje
aangekomen plofte ik neer op de stoelen liet mijn verdriet de vrije loop. Lieverd, wat is er met je?
Vroeg een geschrokken Charlotte na het zien van mijn tranen. Ik wilde wel praten, maar dit lukte niet
door de gigantische brok in mijn keel. Ik Ik mis mijn moeder en mijn zus! Wist ik er toen met
moeite uit te krijgen. Dat ze hier niet zijn, mij niet kunnen zien. Ik vind dat gewoon zo moeilijk.
Charlotte knikte begrijpend, pakte mijn hand vast en kneep hier geruststellend in. Lieverd, jouw
moeder en je zus die zien jou wel. Ze zijn altijd bij je, in je hart. En ik weet zeker dat ze niet zouden
willen dat je op zo een belangrijke dag ik je leven om hen gaat treuren. Je moet juist aan ze denken,
om hoe ze waren en dan wordt je allesbehalve verdrietig. Ik knikte langzaam en toverde een lach op
mijn gezicht. Mijn zus zou nu hebben gezegd. H huilebalk, je gaat trouwen, niet naar de
slachtbank! Hier moesten we allebei om lachen door onze tranen heen. We bleven nog enkele
minuten geruisloos zitten en toen de jurk begon te knellen, vond ik het wel genoeg geweest.
Een paar kilo lichter wandelde ik de paskamer uit. De jurk was inderdaad prachtig, maar o wat was hij
zwaar! Aya lieverd wil je mijn tas even aangeven, dan kan ik gaan betalen. Dat is al gebeurd hoor.
Hoorde ik de verkoopster zeggen. Geschrokken keek ik naar BenNabils moeder, die me lachend
aankeek. Je denkt toch niet dat ik je die jurk zelf laat betalen. Ik stapte op haar af. Mevrouw
BenNabil, ik vindt het heel erg lief van u, maar dit kan ik onmogelijk aannemen, heeft u enig idee hoe
duur die jurk is! Ze moest lachen en wuifde mijn woorden weg. Alles om mijn schoondochter en Aya
gelukkig te zien. Ik keek om me heen op zoek naar die kleine. Toen ik haar gevonden had en de
gelukzalige glimlach op haar gezicht zag wist ik al hoe laat het was. Ze had ook haar jurk betaald!
Mevrouw BenNabil Maar mijn mond werd gesnoerd. Ze keek me streng, maar toch vriendelijk aan.
Ik vloog haar om de hals en bedankte haar wel duizend keer. Had BenNabil, maar wat meer
eigenschappen van zijn moeder gerfd.
Ik draaide de sleutels in het slot en draaide de deur zachtjes open. Zijn auto stond er, wat automatisch
betekend dat hij thuis is. Bepakt en bezakt met allerlei tasjes en d jurken, liepen Aya en ik geruisloos
naar binnen. Tante Safa, waarom moeten we fluisteren? Ik keek haar aan en plaatste een vinger
voor mijn lippen. Omdat Fahd ons niet mag horen. Kom op, naar boven. Ze knikte en samen liepen
we stap voor stap de trap op. Bij mijn kamer aangekomen, renden we haast naar binnen en sloten de
deur. Waar gaan we dit allemaal verstoppen? Dacht ik hardop. Ik liep naar de ingebouwde kast en
klikte het licht aan. Dit is perfect. Nadat we alles in de kast gepropt hadden gingen we met zijn tween
weer naar beneden om het eten klaar te maken. Van al dat passen krijg je een ontzettende honger!
Net toen ik begonnen was met het snijden van de uien kwam BenNabil de keuken ingewandeld. Hij
had een speelse lach om zijn lippen en keek me aan met een blik die mijn knien deed beven. Ik keek
snel weg voor ik in elkaar zou storten en ging door met het snijden van de uien. Dag Aya, dat is een
tijd geleden. Hij ging op de kruk naast Aya zitten aan de keukentafel. Ze praatten en praatten alsof
het oude bekenden van elkaar waren. Ik vond het vertederend om te zien dat hij en Aya het zo goed
met elkaar konden vinden. Af en toe voelde ik zijn ogen op me gericht, maar ik keek niet op. En God
weet hoeveel moeite me dat kostte. Ik was zo gefixeerd naar hun gesprekken aan het luisteren, dat ik
niet doorhad dat de ui al helemaal fijn gesneden was, en met n beweging sneed ik zo in mijn hand.
Ik uitte een kreet van schrik en het mes viel met een harde knal op de marmeren vloer. BenNabil
sprong op en liep naar me toe. Mijn hand begon al aardig te bloeden. Het was ook zo een scherp mes.
Tante Safa! Je bloedt! Schreeuwde Aya. Er is niets aan de hand Aya rustig maar, wil je naar de
bijkeuken lopen en een verbandtrommel pakken? Zijn stem was uiterst beheerst, waardoor Aya al

behoorlijk gerustgesteld was. En ik ook, want bij het zien van die diepe snee was ik ook wel even
geschrokken.
Met gebogen hoofd liet ik mijn hand door hem verzorgen. Ik durfde hem niet aan te kijken. De tranen
biggelden over mijn wangen. Of dat door de pijn of de uien kwam, dat weet ik niet. Hij had Aya naar de
woonkamer gebracht en de televisie voor haar aangedaan, zodat ze een beetje afleiding kreeg. Ze
was erg geschrokken dat arme kind. Ik keek naar hoe hij wat jodium op een gaasje deed en dit over
de snee wreef. Het prikte en ik beet op mijn onderlip. Waar was je met je gedachten? Zei hij uiterst
kalm. Mooi niet dat ik hem dat ging vertellen. Ik hield me stil en gaf geen kik. Die zak verdiende het
niet. Dit was de eerste keer sinds een week dat hij weer een woord tegen me zei. Sinds dat voorval,
die mijn gezicht al rood deed kleuren bij de gedachten eraan, hadden we elkaar steevast ontweken.
Hoeveel moeite mij dat ook kostte, ik had het volgehouden. Hij stopte met zijn handelingen, schoof zijn
vinger onder mijn kin, en beval me op die manier hem aan te kijken. Met mijn andere hand veegde ik
de tranen van mijn wangen. Waarom huil je? Vroeg hij zacht. Omdat ik net uien gesneden heb!
Riep ik fel. Dat was niet het enige wat je gesneden hebt. Riep hij op zijn beurt weer. Die zat. Ik
wendde mijn blik weer af. Hij rolde verband om mijn hand, behendig, alsof hij dit al meerdere keren
had gedaan. Toen hij helemaal klaar was bedankte ik hem en ik wilde weglopen, maar hij liet mijn pols
niet los. Ik keek hem vragend aan en voelde mijn hart steeds sneller kloppen. Die avond Begon
hij. Hier kon ik niet naar luisteren. Je hoeft niets te zeggen. Zei ik zacht. Jawel, ik heb je slecht
behandeld. Ik vond het fijn, maar Ik rukte mijn hand los. Dat laat je dan op een rare manier zien.
Zei ik boos. Hij deed weer een stap naar voren en kuste me. Snel, alsof het een gewoonte was. Even
dacht ik dat ik het me verbeeld had, maar mijn steeds warmer wordende lippen verrieden dat het wel
degelijk was gebeurd. Zijn jullie weer verliefd? Beiden schrokken we op bij het zien van Aya in de
deuropening. Ze had een glimlach van oor tot oor op haar gezicht. Snel deed ik een stap bij hem
vandaan. Hartstikke verliefd Aya! Zei hij lachend, zonder zijn blik van me af te wenden. Mijn hoofd
werd zo rood als een boei. Genoeg grapjes, ik ben weer heel. Kom op, de macaroni wacht.
Zijn ruwe handen glijden langzaam over mijn schouders. Dwingend, maar toch beheerst. Hier heb ik
weken naar uitgekeken. Ik voelde hoe zijn handen zich steeds meer naar mijn onderrug bewogen. De
zachte olie in combinatie met zijn ervaren mannelijke handen, deden mij huiveren. Ik sluit mijn ogen
en geef me helemaal aan hem over.
''Safa?... Mevrouw Baqir?'' Ik schrik en kijk op. Voor me stond Henk. De masseur van 130 kilo. ''Is de
massage nu al afgelopen?'' Hij keek me lachend aan en knikte. ''Uw uurtje is voorbij.'' Ik knikte
beteuterd en bedankte hem. Hierna liep hij het kamertje uit zodat ik me om kon kleden. Ik voelde me
heerlijk. Mijn lichaam was helemaal uit de knoop gehaald. Hij was dan wel niet de meest
aantrekkelijke man, maar mijn hemel, masseren kon hij! En stiekem fantaseerde ik, dat BenNabil me
die massage gaf. Bij de gedachten aan hem voelde ik me weer warm worden, en dit keer niet alleen
mijn wangen, maar over mijn hele lichaam! Langzaam stond ik op.
Eigenlijk wilde ik me helemaal niet omkleden, maar ik moet over anderhalf uur in de stad zijn, waar ik
ga eten met BenNabil. Ik kan nog steeds niet geloven dat overmorgen de grote dag is. De dag dat ik
voor de rest van mijn leven verbonden zit aan een man. Niet zomaar een man, nee, de man van mijn
dromen. De laatste dagen is hij erg stil en op zichzelf. Ik denk dat, nu het steeds dichterbij komt, hij
zich afvraagt waar hij in hemelsnaam aan begonnen is. Ik besluit hem vanavond te vragen of dit echt
is wat hij wil. Mocht dit niet zo zijn, dan wil ik het liever vandaag weten dan morgen.
Het is ook altijd een ramp hier een parkeerplek te vinden. Ik was al rood aangelopen en mijn oksels
klotsten van het zweet. Verdomme, waarom wilde hij ook hier eten. Ik kreeg eindelijk iemand in het
vizier die op het punt stond te vertrekken, ik scheurde op het plekje af, van plan niemand voor te laten.
Vijf tellen later, stond ik voldaan op mijn plek en fatsoeneerde mijn haar even, alvorens ik uitstapte.
Het restaurant waar we vanavond zouden eten, was hetzelfde als waar we met zijn ouders hadden
gegeten op de dag dat we bekend maakten dat we zouden trouwen. Ik haalde even diep adem en
stapte toen zelfverzekerd het restuarant in. Tenminste, ik deed 'alsof' ik zelfverzekerd was.
Ik keek zoekend om me heen. Mijn blik bleef haken bij een tafeltje waar een vrouw zat die buitenaards
mooi was. Tegenover haar zat een breedgebouwde man. Wat zeg ik? MIJN breedgebouwde man. Wat
moest hij in hemelsnaam met haar aan een tafel? Ik voelde mijn hart in mijn keel kloppen van woede
en beende op het tafeltje af.

Toen ze me eindelijk opmerkten stond BenNabil meteen op. Het leek wel of hij schrok van mijn
aanwezigheid, terwijl hij me toch echt zelf gevraagd had te komen. Ook de langbenige schone stond
op en keek me onderzoekend aan. Niets vriendelijks aan haar te zien. ''Zou je me niet even
voorstellen?'' Ik probeerde de woede in mijn stem niet kenbaar te maken, en camoufleerde deze met
een charmante lach. Hij kuchtte. ''Natuurlijk, Dounia dit is Safa, mijn verloofde. Safa dit is Dounia.'' Ze
stak haar hand uit en met tegenzin nam ik deze aan. ''Ja, ik ben de zus van zijn vorige verloofde.'' Van
schrik liet ik haar hand los. ''Nou ik moet er weer eens vandoor. Het was leuk je weer eens gezien te
hebben Fahd. Ze boog zich naar hem toe en gaf hem een kus op zijn wang. Mijn maag keerde zich
om, ik rende naar de toiletten voordat ik op haar schoenen mijn volledige maaginhoud zou dumpen.
En dat zou niet onterecht zijn!
Safa? Ik bleef doodstil zitten toen ik hem aan de andere kant van de toiletdeur mijn naam hoorde
roepen. Hoe durft die zak nog tegen me te praten, na wat ik net heb gezien. Safa, gaat het? Ben je
ziek? Was hij nou echt zo dom, of lijkt dat alleen zo. Ik draaide het slot om en gooide de deur open.
Hij stond tegen de muur geleund en ging meteen rechtop staan. Zwijgend liep ik naar de wasbak en
waste mijn handen af. Hij sprak tegen me, maar ik deed net of hij lucht was. Safa, wat is er met je
aan de hand? Praat tegen me. Ik pakte mijn tasje, die ik naast de wastafel had gezet en wilde langs
hem heen naar buiten lopen, maar hij hield me tegen. Laat me los. Siste ik tussen mijn lippen door.
Niet voor je verteld wat er met je aan de hand is. Ik rukte mijn hand los en keek hem vernietigend
aan. Wat er met me aan de hand is? Dat je me dat nog moet vragen! Ik maakte dat ik wegkwam. Uit
de toiletten en uit dat vervloekte restaurant. Ik hoorde hem roepen, maar ik luisterde niet. Het enige
dat ik wilde was mijn bed induiken en er de komende week niet meer uitkomen. Eigenlijk klonk dit
allemaal wel heel dramatisch, en misschien maakte ik er wel een groter probleem van dan het is, maar
ik kan er niet tegen als hij doet of er niets aan de hand is. Terwijl het tegendeel duidelijk is. En hij weet
dat. De boom in met hem en die hele nepbruiloft!
Een harde knal bevestigde dat hij thuis was gekomen. Zelf was ik al enkele uren thuis. Ik weet niet
waar hij gezeten heeft en gek genoeg interesseert me dat ook niet. Ik heb mijn tas ingepakt. Mooi niet
dat ik vannacht onder n dak slaap met die flirtende zak. Ik pakte mijn tas en liep de woonkamer in.
Bij het zien van zijn blik bleef ik even staan. Hij keek van mijn tas naar mij en weer terug. Waar ga je
heen? Ik zag dat hij moeite deed zijn woede in te houden. Dat gaat jou geen donder aan! Hij deed
dreigend een stap naar voren. Dat gaat me wel degelijk aan, aangezien jij over minder dan 48 uur
mijn vrouw wordt. Ik keek eens goed naar hem. God wat houd ik van die man. Ik snap mezelf niet. Ik
ken hem niet. En nog houd ik van hem. Ik gooide mijn tas op de grond en liep naar het raam. Ik sloeg
mijn armen over elkaar heen en dacht diep na. Ik moet eens even goed met hem praten.
Als ik in mijn hoofd heb uitgedacht wat ik wil zeggen, draai ik me weer om. Ik wordt onder jouw neus
vernederd, jij doet daar nuchter over en dan vraag je wat er met MIJ aan de hand is? Hij sloeg zijn
armen over elkaar heen en fronste zijn wenkbrauw. De vlinders in mijn buik begonnen weer druk rond
te fladderen. Waar heb je het over? Bedoel je Dounia? Ik wendde mijn blik af. Hij liep naar me toe en
pakte mijn hand vast. Safa, je bent toch niet jaloers? Ik kwam haar toevallig tegen. Heb haar al jaren
niet gezien. Ik voelde me schuldig. Schuldig om het feit dat ik meteen de verkeerde conclusie heb
genomen. Ik ben helemaal niet jaloers. Ik wens alleen niet vernederd te worden. Ik trok mijn hand
terug en ging op de bank zitten. Op wat voor manier heb ik je in hemelsnaam vernederd? Ik stelde je
toch verdomme voor als mijn verloofde. Zijn luide stem deed de ruiten trillen. Geschrokken keek ik
hem aan.
Het spijt me, ik ben alleen erg gespannen de laatste tijd. Ik durfde hem niet aan te kijken. Ja, je
bent niet de enige. Fluisterde ik. Nog steeds geschrokken van zijn uitbarsting. Hij zuchtte. Luister
Safa ik had je laatst niet zo mogen afwijzen en daarom wilde ik vanavond met je gaan eten. Om het
goed te maken. Moest hij het meest beschamende moment uit mijn leven nu echt weer oprakelen. Ik
voelde mijn wangen gloeien. Wat had ik het fijn gevonden. Hoe hij me aanraakte, beminde. Nooit
eerder had ik me gevoeld zoals hij me deed voelen die dag. Totdat hij het afkapte en me weer met
beide benen op de grond deed staan. Dat was ik allang weer vergeten. Zulke gevoelens hebben we
helemaal niet voor elkaar en ik ben blij dat je het hebt afgekapt voordat er nog misverstanden zouden
ontstaan. Ik stond er zelf van versteld hoe ik deze leugen zonder aarzelen uit mijn mond heb
gekregen. Want natuurlijk vond ik het erg dat hij stopte. Hij heeft me diep gekwetst. Hij knikte en stond
op om de kamer uit te lopen. Toch? Hij draaide zich om en keek me vragend aan. Zulke gevoelens
zijn er niet, toch? Even bleef het stil. Geen moment week mijn blik van de zijne. Je zegt het. En met
die laatste woorden gezegd te hebben liep hij de kamer uit. Wat bedoelde hij daar nou weer mee? Ik
word soms gek van die man! Waarom zegt hij gewoon niet wat hij voelt?

Ik voelde een zachte kriebel in mijn nek, maar het leek bijna onmogelijk mijn ogen open te krijgen. De
kriebel bewoog zich naar mijn arm en kwam tot stilstand op mijn hand. Langzaam deed ik mijn ogen
open. Ik zag hoe een vlieg vastzat in de henna en alle mogelijke moeite deed zijn pootjes hieruit te
krijgen. Die kleine viezerik kan mijn henna verpesten. Ik bracht mijn hand naar mijn mond en blies zo
hard als ik kon om de vlieg van mijn hand af te krijgen. Dat was nog moeilijker dan ik dacht. Net toen
ik mijn mond met adem had gevuld en mijn wangen bol deden staan kwam BenNabil binnen.
Vermaak je je? Vroeg hij grijnzend. Hij zag er waanzinnig uit in zijn pak. Ik kon hem wel bespringen,
maar na n blik op de nog natte henna, leek me dat niet zo een goed idee. Ik kuchte. Ontzettend.
Zei ik op mijn beurt arrogant terug. Hij stapte mijn kant op en bestudeerde de henna op mijn handen
en voeten. Ik snap niet waarom al die moeite wordt gedaan. Door die troep kun je niet eens
bewegen. Ik keek hem boos aan. Die moeite wordt gedaan, omdat het traditie is. En die troep is wel
henna en toevallig vind ik het erg mooi. Hij keek me lachend aan. O is dat zo. Heb je al gegeten mijn
liefste? Meteen nadat hij het wordt eten had uitgesproken liet mijn maag zich weer horen. BenNabil
keek me vreemd aan en begon toen luid te lachen. Dat is dus een nee. Nou succes met het lopen
naar de keuken en iets te eten te maken met die mooie henna. Hij stond op en wilde de kamer
uitlopen. Nee wacht! Hij stond abrupt stil en draaide zich naar me toe. Ik dacht misschien wil jij wat
te eten voor me halen? Een gemeen lachje sierde zijn lippen. O dat dacht jij dus h? Zonder verder
nog wat te zeggen liep hij de kamer uit. Ik kon wel gillen van woede.
Na enkele minuten in mezelf gemopperd te hebben kwam BenNabil de kamer weer ingelopen. Hij had
zijn jasje uitgedaan en de mouwen van zijn hemd opgestroopt. In zijn rechterhand hield hij een bord
vast. En naar ik kon ruiken lag daar een heerlijk stuk kip op. Ik werd meteen vrolijk en grijnsde breed.
Ik wist wel dat je me niet zou laten verhongeren! Riep ik lachend. Juich maar niet te vroeg. Ik wil er
wel wat voor terug hebben. Vol ongeloof staarde ik hem aan. Mijn bui was meteen omgeslagen. En
dat is? Hij boog zich naar me toe, tuitte zijn lippen en wees er met zijn vinger naar. Ik verhonger nog
liever! Riep ik boos. Hij begon te lachen. Zelf weten, dan eet ik deze heerlijke kip met olijven zelf wel
op. Hij ging naast me zitten en plaatste het bord op tafel. Hij begon gulzig van de kip te eten. En aan
de snelheid hoe hij alles naar binnen werkte te zien, zou er na twee minuten niets meer over zijn.
Aaaaaaaaah ok! Ik was woedend. Die kwal had het weer voor elkaar. Hij keek me vragend aan.
Ok wat? Mijn handen jeukten. Het liefst wilde ik hem voor zn kop slaan, henna of geen henna.
Ok, een klein kusje. Hij lachte geamuseerd en boog zich weer naar me toe. De geur van kip
vermengd met aftershave drong mijn neusgaten in. Waarna ik meteen zijn zachte lippen op de mijne
proefde. De kus duurde niet lang, maar lang genoeg om me weer in een andere wereld te wanen.
Was dat nou zo moeilijk? Fluisterde hij. Beschaamd keek ik naar mijn voeten. Mondje open! zei hij
lachend. Ik deed mijn mond open. Gulzig nam ik een hap van de overheerlijke kip. Eindelijk!
In het bord lagen alleen nog maar stukjes bot. Ik had echt alles opgegeten. Zo jij was echt
uitgehongerd. Ik knikte, nog op mijn laatste hap kauwend. Je bent aandoenlijk als je eet, weet je
dat? Ik voelde mijn wangen weer warm worden. Verdomme, waarom word ik altijd zachtzinnig na een
opmerking van hem. Je bent ook aandoenlijk als je bloost. Ik bloos niet! riep ik resoluut.
Belachelijk, want ik wist dat mijn wangen nu al zo rood als een tomaat waren gekleurd. En je kunt
ook slecht liegen. Hij lachte, maar zijn blik werd daarna meteen serieus. Morgen is het dan zover.
Ik knikte en keek langs hem heen, uit het raam naar buiten. Morgen is de dag dat mijn oude leven
voorbij is en mijn nieuwe leven met BenNabil begint. En God mag weten hoe die zal verlopen.

________________
Hatshoe! Ik blies de make-up dame bijna omver. Maar ik moest altijd niezen als ik poeder opdeed.
En nu was ik het niet, maar een troela die niet wist wat mate was. Ik hoop niet dat ik eruit ga zien als
een barbiepop. Het is nog niet eens negen uur in de ochtend, maar ik heb het gevoel alsof ik er al een
hele dag op heb zitten. Ik hoorde de deur van mijn slaapkamer dichtvallen, maar ik kon me niet
omdraaien om te kijken wie er binnen was gekomen. Totdat ik haar stem hoorde. Lieverd, wat wordt
je mooi! Ik lachte breed. Charlotte! Wat ben ik blij dat jij er bent. Ze lachte. Natuurlijk ben je blij dat
ik er ben. Ik heb ook nog een verstekeling meegenomen. Bij het zien van Ayas nieuwsgierige blik kon
ik mijn lach niet inhouden. Liefje, je mag wel dichterbij komen hoor. Met kleine stapjes kwam ze op
me aflopen. Ze zag er geweldig uit in haar jurk. Haar prachtige haar viel in pijpenkrulletjes over haar
schouders en in haar handen had ze een mandje vast met rode rozenblaadjes erin. Ik keek haar trots
en vol liefde aan. Mijn kleine meid, en toch al zo groot. Vind je het eng? Vroeg ze me zacht. Nee
joh, we gaan er een leuk feestje van maken. Snel draaide ik me om voordat mijn ogen mijn leugen
zouden verraden. Ze moest eens weten hoe bang ik was. Het is maar dat ik zat, anders hadden mijn
knien het allang begeven. Elke minuut dat de tijd voorbij streek, leek mijn hart sneller te kloppen. Via

de spiegel keek Charlotte me bemoedigend aan. Ze boog zich naar mijn oor. Vergeet niet voor wie je
dit allemaal doet. Ik knikte en keek naar Aya die op een stoeltje zat en met de strikjes op haar jurk
aan het spelen was. Ik doe het voor jou Aya, voor jou en je lieve moeder.
Nu was het wachten geblazen. Ik was helemaal opgemaakt en aangekleed. Over enkele minuten komt
hij me ophalen en rijden we in een stoet naar de feestzaal. Ik ijsbeerde door de kamer. Safa, ga zitten
en doe rustig. Zei Charlotte dwingend maar toch vriendelijk. Ik deed wat ze zei. Al ging dat rustig
doen niet van harte. Toen er op de deur werd geklopt begaf mijn hart het bijna. Ik keek naar Charlotte
die opstond en naar de deur liep. Ik probeerde mezelf bij elkaar te rapen en ademde rustig in en uit.
Nadat ik een tijdje nog niemand had horen binnenkomen draaide ik me om. Abrupt stond ik op en liep
naar de deur. Wat doe je hier?! Vol woede en minachting keek ik naar de man die ik ooit papa
noemde. Ik laat jullie even alleen. Charlotte liep langs hem heen de kamer uit. Ik draaide me om en
ging weer op mijn bed zitten. Ik weet dat je me er niet bij wilt hebben vandaag en dat begrijp ik ook, ik
wil alleen dat je heel even naar me luistert. Ik zei niets en draaide mijn rug naar hem toe. Hoe durft hij
zich nog te laten zien. Ik dacht dat hij allang weer terug was naar waar hij vandaan kwam en nooit
meer terug zou komen. Ik weet dat ik je een paar weken geleden probeerde te overtuigen niet met
die BenNabil te trouwen. Je hebt niet geluisterd, maar dat geeft niet. Het verleden is het verleden en
daar wil ik jou niet meer mee opzadelen. Vergeet was ik op onze laatste ontmoeting heb gezegd. Ik
kom je alleen maar mijn zegen geven en ik hoop dat je gelukkig wordt mijn dochter. En dat hij je nooit
zoveel pijn zal doen als ik heb gedaan. Uit alle macht heb ik geprobeerd mijn tranen in te houden.
Tevergeefs. Ze stroomden rijkelijk over mijn wangen. Hoe heeft het zo kunnen lopen. Ik ben niet alleen
mijn moeder en zus kwijtgeraakt, maar ook mijn vader. Ook hij is met hen gestorven. De man die nu
achter me staat kan ik onmogelijk ooit weer papa noemen. En pas nu, na al die jaren komt dat besef.
Ik wil niets met deze man te maken hebben. Hij heeft mijn leven kapot gemaakt. Hij heeft ervoor
gezorgd dat mijn moeders laatste jaren een hel waren. En nu komt hij hier mij zijn zegen geven? Net
toen ik op wilde staan om hem een uitbrander te geven hoorde ik de deur dichtvallen. Ik keek om en
zag alleen een dichte deur. Hij was voor de tweede keer uit mijn leven gewandeld. En iets in me zei,
dat hij nooit meer terug zou komen.
Liefje, gaat het? Charlotte haastte zich naar me toe en nam me in haar armen. Ik huilde als een klein
kind. Hij is weg Charlot, hij komt niet meer terug. Snikte ik. O Safa, dit wil je toch? Ooit komt er een
dag dat je hem zult vergeven, maar nu moet je aan jezelf denken. Aan jezelf en Aya, die gelukkig met
je zal leven. Ik knikte en veegde de uitgelopen mascara van mijn wangen voordat die op mijn witte
bruidsjurk terecht zou komen. Wacht maar even. Met een doekje depte ze mijn tranen weg en al
snel maakte ze me weer aan het lachen. Wat ben ik blij dat ik zo een goede vriendin heb.
Ik werd uit mijn gedachten gehaald, door luid getoeter, dat steeds dichterbij kwam. Nu begon ik het
toch echt te voelen. Inmiddels waren we al in de woonkamer gaan zitten. Charlotte en Aya zorgden
voor de morele steun. En om heel eerlijk te zijn.. die had ik ook echt nodig. ''Vergeet niet te ademen
Safa.'' Ik keek Charlotte dankbaar aan. Zonder haar, had ik me opgesloten in de badkamer en was ik
er niet meer uitgekomen.
Vlak voor de deur hield het getoeter op. Charlotte was naar de voordeur gelopen om iedereen binnen
te laten en Aya zat netjes naast me op de bank. Als eerst kwam Fahd binnen. En bij het zien van zijn
blik kreeg ik knikkende knien. Hij zag er schitterend uit in zijn beige, 3-delige pak. Ik zag dat hij naar
de kapper is geweest. Nog steeds had ik moeite te geloven dat hij mijn man is. Een man van zijn
kaliber die nota bene met een verpleegstertje trouwt.
Hij kwam rustig op me aflopen. ''Je ziet er beeldschoonuit mevrouw Baqir.'' Ik keek hem lachend aan.
''U mag er anders ook best wezen meneer BenNabil.'' Hij boog zich voorover en plantte een zachte
kus op mijn voorhoofd. Niet lang daarna kwam zijn hele familie binnenvallen. Ik schrok zo van al die
mensen dat ik bijna achterover viel. BenNabil kon me nog net vastgrijpen. ''Je gaat nu toch niet
twijfelen?'' Zei hij lachend. Ik schudde mijn hoofd en zocht naar Charlotte. Gelukkig ik zag haar al. Ze
stond met mijn schoonzus te praten. Toen keek BenNabil omlaag naar Aya. ''Was ik jou bijna
vergeten? Aya, je ziet er prachtig uit.'' En hij lachte zijn perfecte tanden bloot. Aya werd verlegen, haar
wangentjes kleurden zachtroze. ''Hmmm, van wie zou ze dat nou hebben?'' Zei BenNabil
geheimzinnig en keek me spottend aan. ''Zoals ik al zei, ik bloos niet!'' Siste ik tussen mijn lippen door.
''Safa! Wat zie je er prachtig uit mijn kind. Ik hoop maar dat je goed voor haar zult zorgen Fahd, als je
maar weet dat ik overal achterkom.'' Beide moesten we lachen om zijn moeders uitspraak en stiekem
stak ik mijn tong naar hem uit. Hier moest hij nog meer om lachen. Nadat we de felicitaties in
ontvangst hadden genomen was het toch echt tijd om te gaan.

Toen we naar buiten liepen werden we aangenaam verrast door de Daka Marrakchia die begon te
spelen. Het was erg vermakelijk om naar te kijken en BenNabil ging helemaal uit zijn dak met zijn
broers. Hilarisch. Nadat ze klaar waren stapten we de auto in en reden we al toeterend naar de zaal.
In de auto was het doodstil, totdat BenNabil de stilte verbrak. ''Ik kreeg vandaag nog een bezoekje'.''
Vragend keek ik hem aan. ''Je vader.'' Mijn mond viel open van verbazing en mijn handen begonnen
alweer te trillen. ''Hij is mijn vader niet.'' De woede was duidelijk te horen in mijn stem. ''Hij wilde me
zijn zegen geven, zei hij. En die heb ik ook geaccepteerd.'' Ik knikte. ''Safa, vandaag ben ik erachter
gekomen dat ik eigenlijk heel weinig over je weet.'' Ik keek hem verbaasd aan. Waar kwam dit ineens
vandaan. ''Waarom zou je meer over me willen weten? We weten allebei dat dit een verstandshuwelijk
is. Als je iets wilt weten dan vraag je het maar.'' Ik zag dat ik weer irritaties bij hem opwekte. ''Juist.''
Zei hij nors. Ik ontweek zijn blik en keek naar buiten. De stemming was geheel omgeslagen, maar dit
deed ik voor mijn eigen veiligheid. Zodra we weer dicht naar elkaar toe zouden groeien zou hij me op
een gegeven moment weer wegduwen en dat zou mijn hart, hoe zwak ook, niet aankunnen. ''Auw,
waar was dat goed voor?'' Met moeite kon ik een lach opzetten. ''Je kijkt alsof je zometeen naar de
slachtbank geleidt word Safa. Lach, het is de mooiste dag van je leven.'' En hij wendde zijn hoofd
weer richting publiek en zette zijn mooiste lach op. De mooiste dag van mijn leven? Hah, laat me niet
lachen. Het kost hem maar vier kleine magische woordjes om het tot de mooiste dag van mijn leven te
maken. Een 'Ik hou van je.' En ik zou hier zitten met een grijns van oor tot oor. Helaas. Eerlijk gezegd
vind ik het nu welletjes geweest. Ik zit hier nu al uren en heb me al drie keer verkleed. Afwezig keek ik
naar de dansvloer, waar enkele meiden stonden te dansen. Het irriteerde me dat een enkeling steeds
keek of Fahd haar wel zag. En aan zijn blik te zien, vond hij dat he-le-maal niet erg. Soms zou ik hem
wel kunnen wurgen met mijn blote handen!
Op een gegeven moment ging iedereen zitten en de band begon met het spelen van een mooi
langzaam nummer. Plots liet Fahd mijn hand los en ging hij voor me staan. Hij stak zijn hand uit en
grijnsde breed. ''Mevrouw BenNabil, mag ik deze laatste dans van u?'' Mevrouw BenNabil? Voor zover
ik wist had ik mijn naam niet veranderd, maar daar zal ik hem later wel op aanspreken. Ik stond
onwennig op en pakte zijn hand. Mijn hele lichaam werd week door de blik in zijn ogen. Hij begeleidde
me naar het midden van de dansvloer. Zijn ene hand had hij om mijn zij gelegd en met de andere had
hij mijn hand vast. Iedereen staarde ons aan en dat maakte me zenuwachtig. Blijkbaar had hij dit door.
''Safa, ze kijken alleen maar omdat je prachtig bent.'' Mijn wangen kleurden alweer rood. ''En omdat je
absoluut niet kan dansen.'' Hij schaterde het uit en ik kon het niet laten hem een duw te geven. Ik wou
dat ik de tijd kon stil zetten. Dit moment voelt zo goed. Maar helaas, het liedje liep op zijn einde.
Iedereen stond op en klapten in hun handen. Ik wilde weer gaan zitten, maar BenNabil blijkbaar niet.
Hij genoot van de aandacht en maakte een buiging. Wat is het eigenlijk toch ook een jochie, dacht ik
lachend. Hand in hand liepen we weer naar de bruidsbank. We namen plaats en nog geen tel later
boog hij zich nonchalant naar me toe. ''Ik ben nog lang niet klaar met jou Safa. Vanavond ben je van
mij.'' Er liep een rilling over mijn ruggengraat. Ongelovig staarde ik hem aan. Hij deed alweer alsof er
niets is gebeurd. Had hij dat nou echt gezegd. Hij wil me vast alleen bang maken. Ik was namelijk niet
van plan om met hem het bed in te duiken. En als hij denkt dat het gaat gebeuren, heeft hij dikke
pech. Ik keek naar zijn mooie lach. Allah, geef me de kracht hem te weerstaan.
Nadat we ringen hadden uitgewisseld, de taart hadden aangesneden en met iedereen op de foto
waren geweest, was het voor ons echt tijd om te gaan. We stonden op en liepen naar de uitgang met
de hele familie achter ons, om ons uit te zwaaien. Ik voelde de tranen opkomen toen ik Charlotte en
Aya, hand in hand bij de uitgang zag staan. Aya vloog me al meteen huilend om de hals. ''Tante Safa,
ik kom snel bij je wonen.'' Die woorden maakten het voor mij ook onmogelijk om het droog te houden.
''Natuulijk kom jij bij mij wonen. Snel, ok lieverd?'' Ze knikte en vlug veegde ik haar wangetjes droog.
Al die tijd had BenNabil mijn hand niet losgelaten. Toen ook Charlotte begon te huilen, hield ik het niet
meer. Ik snikte luid en was niet van plan snel op te houden. ''Lieverd, heel veel geluk, maak er wat
van. Niet huilen, we zien elkaar nog vaak genoeg.'' Ik knikte lachend. ''Bedankt voor alles Charlotte.''
In de auto kon je wederom een speld horen vallen. Steeds als ik aan Aya dacht, liep er een traan over
mijn wang. Ik hoop maar dat BenNabil zich aan zijn belofte houd en ervoor zorgt dat Aya bij ons komt
wonen. Ik heb het dan niet kunnen bewijzen, maar Hassan doet iets niet helemaal pluis. En ik wil niet
hebben dat Aya wordt blootgesteld aan iets dat wellicht een gevaar kan zijn. Snel keek ik uit het raam
toen ik voelde dat de auto vaart minderde. Dat was snel, we waren alweer thuis. Toen we voor het
grote huis stilstonden moest ik even slikken. Het was midden in de nacht en alle lichten stonden uit.
Zo donker had ik het nog nooit meegemaakt hier. BenNabil schudde me wakker uit mijn

overpeinzingen. ''Wil je in de auto overnachten?'' Ik hoorde aan zijn stem dat hij gerriteerd was. Had
ik nou weer wat verkeerds gezegd? Ik schoof snel naar de deur. Hij stak zijn hand uit om me de auto
uit te helpen. Dankbaar nam ik die aan. Hij bedankte de chauffeur die daarna langzaam wegreed. Het
enige dat nog te horen was, was een krekel. Het was een prettig geluid en zorgde ervoor dat ik me
niet zo alleen voelde hier. BenNabil liep naar de voordeur en draaide de sleutels in het slot, deed de
deur open en ging naar binnen. Ik moest mezelf dus over de drempel dragen.
Hij deed zijn jasje uit en hing hem netjes over de stoel in de woonkamer. Daar stond ik dan. In mijn
bruidsjurk. De spanning was duidelijk voelbaar. Hij stroopte zijn mouwen op en deed zijn stropdas af.
Nonchalant leunde hij tegen de eettafel, en nam me schaamteloos op van top tot teen. Ik werd
nerveus onder zijn dreigende blik. Ik kuchtte alvorens ik aan mijn zin begon. ''Ehm, ik ga douchen.'' Hij
zei niets, staarde alleen maar. Mijn handen trilden. ''Goed dan ga ik maar. Naar boven.'' Nog steeds
niets. Alleen zijn ogen, die zich maar niet van me losmaakten. Ik draaide me op mijn hielen om en
rende bijna naar boven. Arrogante zak!
Nee, verdomme! Waarom had ik geen langere armen?! Ik stond nu al een half uur in de badkamer en
manouvreerde me in alle mogelijke posities om mijn jurk uit te krijgen, maar niets hielp. Ik kon het wel
uitschreeuwen van frustratie. 'Vraag of je echtgenoot je jurk losmaakt.' Zei een gniffelend stemmetje in
mijn hoofd. 'Over mijn lijk!' Zei het andere stemmetje. Uitgeput liet ik mijn armen vallen. Er zat dan
toch niets anders op dan de hulp in te schakelen van die kwal, tenzij ik de nacht wilde doorbrengen in
de niet confortabel zittende jurk.
Op mijn tenen sloop ik de gang op en spitste mijn oren om erachter te komen waar hij was. Ik sloop
naar zijn kamer en plantte mijn oor op de deur. Maar ik hoorde niets. Wat vreemd, hij zou toch niet al
slapen? ''Kan ik je helpen?!'' Ik schrok zo van zijn harde stem dat ik een kreet slaakte en naar mijn
hart greep. Na een paar keer diep in en uit geademd te hebben kon ik pas weer rechtop staan. Toen
pas zag ik dat hij halfnaakt was. Kennelijk was hij net de badkamer uitgelopen, want zijn haar was nog
nat. Ook gleden er druppels vanaf zijn borstkas naar beneden. Mijn God, wat is hij aantrekkelijk. De
vlinders in mijn buik gingen hevig tekeer en ook mijn lichaamstemperatuur steeg behoorlijk.
Gebiologeerd volgde ik de druppel die in de weg naar beneden in zijn navel verdween. ''Ben je
uitgestaard?'' Een gemeen lachje sierde zijn lippen. Snel herstelde ik mezelf. ''Ehm, ja. Ik eh, krijg mijn
jurk niet uit en ik vroeg me af of je me zou kunnen helpen?'' Mijn hart klopte nu in mijn keel en
zenuwachtig wachtte ik zijn antwoord af. Dat maar niet kwam. Nee, in plaats van iets te zeggen kwam
hij geluidloos naar me toelopen. Hij ging achter me staan en streek met zijn vingers over mijn
schouderbladen. Weer een rilling, en mijn nekharen stonden overeind. Langzaam bewoog hij zijn
vingers naar de rits die, als hij die open zou doen, me zou bevrijden uit dit harnas n deze gevaarlijke
positie waarin ik me bevond. Maar de rits ging niet naar beneden. Hij plaatste beide handen op mijn
heupen en langzaan draaide hij me naar zich toe. We stonden nog geen centimeter van elkaar af. Nog
even en ik zou uit elkaar knallen van verlangen. Hij boog zich naar me toe. Zijn warme adem streelde
mijn gezicht. ''Jij wilt dit net zo graag als ik. Waarom ontken je dat steeds?'' Je kon mijn hart duidelijk
horen kloppen. Zijn hand ging naar mijn rits. Langzaam bewoog hij die naar beneden. Ik huiverde.
''Alsjeblieft.'' Nog geen tel later, liet hij me los, liep zonder nog om te kijken zijn kamer in en sloot de
deur. Als versteend bleef ik staan totdat mijn hart weer op normaal tempo sloeg. Dit overleef ik geen
tweede keer. En toen?! Ik zuchtte en durfde haar haast niet aan te kijken. Toen draaide hij zich om,
liep zijn kamer in en sloot de deur achter zich. Alsof er niets was gebeurd. Ik wachtte haar reactie af.
Ze trok een moeilijk gezicht en nog geen tel later barstte ze in lachen uit. Dit is niet grappig
Charlotte! Riep ik quasi boos. Ik weet het lieverd, het spijt me, maar jij doet ook zo moeilijk. Als ik jou
was, was ik allang bovenop hem gesprongen. En hoe vaak heb je hem al niet afgewezen!? Ze nam
een slok van haar koffie. Ik hm afgewezen? Hij mij zul je bedoelen. Elke keer als ik maar iets te
dichtbij dreig te komen, kapt hij alles af en negeert me daarna volkomen. Dat is een vast patroon. Nu
nam ik een slok van mijn koffie en luisterde naar haar antwoord. Lieve schat, nou moet je eens goed
naar me luisteren. Jj wijst hem keer op keer af, alleen je hebt het niet door. Elke keer als hj dichterbij
dreigt te komen, klap je dicht. En dan heb ik het niet over de fysieke kant. Keer op keer vertelde je dat
hij iets over je vroeg. Je echt wilde leren kennen. Hij hoeft maar iets te vragen en je stelt dat
verstandshuwelijk op als excuus. Een excuus omdat je bang bent Safa. De hele tijd had ik met
ingehouden adem naar haar geluisterd. Wat ze zojuist vertelde is waar. Ik heb het niet willen
toegeven, maar ze heeft gelijk. Het ligt ook aan mij. Je hebt gelijk. Maar ik ben zo bang. Bang dat als
hij me leert kennen en ik me kwetsbaar opstel tegenover hem, hij daar op den duur misbruik van zal
maken. Ze knikte begrijpend. Even was het stil en waren we beiden diep in gedachten verzonken. Ik
moet ook gewoon meer met hem communiceren. Misschien kunnen we zelfs leuke dingen doen om

elkaar echt beter te leren kennen. Ik stond op. Charlotte keek me verbaasd aan. Wat ga je doen? Ik
had een lach van oor tot oor. Ik ga lasagne maken! Ik bel je. Dat is je geraden! Riep ze erachter
aan. Snel gaf ik haar een kus en holde het cafeetje uit.
Ik zette de glazen op tafel en vulde die met water. Toen ik het gepiep van de oven hoorde haastte ik
me naar de keuken. Ik opende de oven en de heerlijke geur van de pissige lasagne drong mijn
neusgaten binnen. Ik zette de ovenschaal op het aanrecht om af te koelen en ik besloot nog een lichte
salade te maken. Ik moest wel opschieten want hij zou enkel moment thuis kunnen komen. Thuis? Zo
voelde het echt al. Er miste alleen nog een belangrijk iemand, maar daar zou ik het vanavond met
BenNabil over hebben. Immers heeft hij me beloofd dat ik Aya spoedig na ons trouwen terug zou
krijgen.
Alles stond op tafel, ik had me nog snel kunnen omkleden en zat ook al klaar. De enige die er nog niet
was, is BenNabil. Ik keek op de klok die boven de haard stond. Half zeven. Waar blijft hij? Zal ik
kaarsen aansteken? Nee Safa, straks denkt hij nog dat je jezelf aan hem opdringt, zei het welbekende
stemmetje in mijn hoofd weer. Eigenlijk moest ik ook wel lachen om de hele situatie. Als iemand me
een jaar geleden had verteld dat ik zou trouwen met BenNabil en zijn liefde probeerde te winnen met
lasagne, had ik diegene voor gek verklaard.
Onbewust gingen mijn ogen weer naar de klok. Kwart over zeven. Van mijn vrolijke bui was niets meer
over. Ik stond chagrijnig, maar vooral teleurgesteld op en ruimde alles van tafel. Een traan liep
onbeholpen naar beneden. Ruw veegde ik die weg. Je had hem ook gewoon moeten bellen om te
vragen hoe laat hij thuis zou zijn. Dan had je, je ook niet hoeven uitsloven keukenprinsesje. Grrr, was
er ook een uitknop voor dat irritante stemmetje?
Ik had net de lasagne in de koelkast gedaan toen ik de voordeur hoorde dichtgaan. Snel droogde ik
mijn tranen en blies de brok uit mijn keel. Hij mag niet weten dat ik verdrietig ben om het feit dat hij
niet op tijd thuis was voor het eten. Ik ging afwassen zodat ik zijn kwallenkop niet hoefde te zien. Wel
spitste ik mijn oren. Ik hoorde zijn voetstappen al richting keuken komen. Hmm, wat ruikt het hier
heerlijk. Ik deed net of ik hem niet hoorde en ging doodleuk verder met de afwas. Ik hoorde hem weer
enkele stappen zetten. Mijn nekharen die nu overeind stonden, vertelden me dat hij achter me stond.
Wat heb je gemaakt? Ik schraapte mijn keel. Lasagne. Ik vloekte in mezelf over het feit dat de
afwas op was en ik me dus moest omdraaien. Dit deed ik dan ook zonder hem aan te kijken. O, daar
ben ik dol op. Waar staat het? Zijn onschuldige toontje irriteerde me mateloos. In de koelkast. Ik
hoop dat je weet hoe de magnetron werkt. Met grote passen liep ik de keuken uit. Ik hoop dat hij stikt
in het eten. Plots wordt ik bij mijn arm gepakt. Boos keek ik op. Wil je me loslaten, je doet me pijn!
Aan zijn blik te zien, was hij niet van plan te doen wat ik vroeg. Zeg, is er misschien wat? Waarom
doe je zo tegen me? Ik kookte werkelijk. Nou heel misschien doe ik zo tegen je omdat, dat ik me een
uur heb staan uitsloven in de keuken om een lekkere maaltijd voor meneer te maken. Dezelfde
meneer op wie ik daarna nog een uur aan tafel heb gewacht, om die lekkere maaltijd te nuttigen. Maar
meneer is te lui om de telefoon te pakken en door te geven dat hij later thuis is en ik me dus niet voor
Jan met de korte achternaam hoef uit te sloven! Ik rukte mijn arm uit zijn ijzeren greep en liep boos
de trap op. Ik hoorde hoe hij achter me aan de trap op stormde. Binnen drie tellen was hij al bij me.
Weer greep hij me vast, dit keer niet ruw, maar voorzichtig alsof ik breekbaar was. Ik stopte, maar
keek hem niet aan. Het spijt me, je hebt gelijk. Ik heb totaal geen rekening met je gehouden, maar ik
had ook helemaal niet verwacht dat je zou koken vanavond. Ik knikte. En je hebt me ook niet
gevraagd, waarom ik zo laat ben.. Mijn nieuwsgierigheid won het van mijn koppigheid en ik keek hem
vragend aan. Nou? Hij lachte. En die lach zorgde ervoor dat mijn woede als sneeuw voor de zon
verdween.
Vol spanning opende ik de mooi ingepakte doos die hij me zojuist overhandigde. Het liefst wilde ik het
inpakpapier openscheuren net als een klein kind dat doet. Maar ik wilde hem niet afschrikken. Toen ik
de doos open had gekregen wist ik niet wat ik moest zeggen. In de doos lach een pakje. Daarop stond
een strandbed afgebeeld. Kennelijk was mijn reactie lachwekkend, want hij schaterde het werkelijk uit.
Safa, je had je gezicht moeten zien! Til het pakje er eens uit. Ik deed wat hij vroeg. Wat ik toen zag
deed me in de lucht springen van opwinding. Twee tickets naar de Malediven? BenNabil moest nog
harder lachen dan hij zojuist deed. Maar wanneer vertrekken we? En je werk dan? Kan je wel vrij
krijgen? Hij legde me het zwijgen op door zijn lippen op die van mij te drukken. Zacht kuste hij me. De
vlinders in mijn buik dwarrelden rond en de adrenaline gierde door mijn lijf. Ik opende mijn mond en
beantwoorde zijn kus. Het duurde veel te kort. Hij keek me grijnzend aan. Je praat teveel Safa Baqir.

Door de druk die het opstijgen met zich meebracht werden we in onze stoelen gedrukt. Opstijgen en
landen vond ik altijd het leukst van de hele vliegreis. Iedereen die ik dat vertel verklaart me voor gek,
aangezien die onderdelen juist voor veel mensen de engste zijn. Zowel ook voor BenNabil. Het is
aandoenlijk te zien hoe hij zijn ogen dicht houdt en de stoelleuning bijna breekt in zijn wurggreep.
Voorzichtig leg ik mijn hand op de zijne. Hij opent n oog. Heb ik dan eindelijk de grootste angst van
de nog grotere BenNabil ontdenkt? Vermakelijk keek ik naar zijn geschrokken gezicht. Ik boog me
naar hem toe en fluisterde in zijn oor. Shhh, het blijft ons geheimpje. Pas toen we de gewenste
hoogte bereikt hadden en we weer recht vlogen, deed BenNabil zijn ogen weer open. Als iemand dit
komt te weten, zul jij heel toevallig vermist raken op de Malediven en nooit meer terug komen. Ik keek
hem aan met opgetrokken wenkbrauw. Dat zou jij nooit doen, jij kunt me namelijk helemaal niet
missen. Hij lachte zijn tanden bloot. Ik zoek wel iemand anders die lasagne kan maken! En hij
wendde zijn blik af. Vanbinnen vervloek ik hem, hij moet ook altijd het laatste woord hebben.
Een langbenige, kortgerokte stewardess kwam naar ons toelopen om te vragen wat we wilden
drinken. De toon waarop ze het vroeg en tegelijkertijd mjn man aankeek deden mijn bloed koken. Aan
BenNabil te zien had hij niet door dat ze ongegeneerd met hem stond te flirten. Wat zijn mannen toch
dom. Doe mij maar een jus de Orange. En hij schonk haar een lach. Mjn lach. Kan dat mens niet
maken dat ze wegkomt. Wat wil jij drinken Saf? Water. Zei ik droogjes. Goed, n jus de Orange
voor meneer en een watertje voor mevrouwtje. Komt eraan! Het blonde haar maakte haar nog
dommer. Watertje voor mevrouwtje? BenNabil hield het niet meer en barste in lachen uit. Wat zit je
nou stom te lachen, moet je haar niet achteraan om haar te helpen? Dit maakte hem nog harder aan
het lachen. Hij pakte mijn hand vast en keek me aan. Wat ben je toch schattig als je jaloers bent.
Jaloers? Ik? Het spijt me dat ik je moet teleurstellen, ik ben totaal niet jaloers, maar domme mensen
tasten mijn goede humeur aan. Hmm, dat zal wel. Hoorde ik hem nog mompelen.
We waren nog niet eens op de helft van de vliegreis of BenNabil was al in slaap gevallen. Ik verveelde
me dood en staarde maar uit het raam. Het was al diep in de nacht, maar voor mij was het onmogelijk
in slaap te vallen. Hoe dat kwam? Die snurkende baby naast me. Kun je ook al niet slapen? Ik keek
om me heen om te zien waar de vreemde stem vandaan kwam. Een vriendelijke man keek me
lachend aan. Iets in me zei dat ik hem ergens van kende en ik pijnigde mijn hersenen om erachter te
komen of dat ook zo was. Karim? Zei ik toen verbaasd. Hij moest lachen en knikte. Safa, ik ben blij
te zien dat het goed met je gaat. Jeetje, wat was de wereld toch klein. Het was zeker maanden
geleden dat ik hem in het ziekenhuis had ontmoet. De dag dat ik werd geopereerd aan mijn
blindedarmontsteking. Ja, het gaat heel goed. Met jou ook zo te zien? Hij knikte en lachte weer
vriendelijk naar me. Die slaapt gelukkig. Hij zou me vermoorden als hij me met je zag praten.
Onbewust keek ik naar BenNabil. Ik was al bijna vergeten dat hij naast me lag te slapen. Hij had gelijk.
Blij zou hij in elk geval niet worden. Wat brengt jou naar de Malediven? Vroeg ik nieuwsgierig.
Werk. En hij deed of hij moest gapen. Wat een vreselijke baan. Zei ik lachend. Nou inderdaad.
Maar liefst n week werken en daarna moet ik nog een hele week op die verschrikkelijke eilanden
verblijven. Ik wens het niemand toe. Lachend schudde ik mijn hoofd. Hij had gevoel voor humor en in
een andere situatie had ik hem zeker willen leren kennen.
Hij knikte naar iets achter me en toen ging het kwartje vallen. Ik draaide me snel om voordat BenNabil
zou zien dat ik met hem heb zitten kletsen. Normaal zou het me niets kunnen schelen, maar ik weet
hoe aanvallend BenNabil op iemand kan reageren en het laatste wat ik wil is een vechtpartij in een
vliegtuig op drieduizend meter hoogte. Hoe lang heb ik geslapen? Ik keek naar zijn slaperige gezicht
en moest lachen om zijn wangen die rood waren gekleurd door de warmte. De hele reis. Antwoordde
ik lachend. Als je me maar niet wakker gaat houden als we er zijn. Want de eerste twaalf uur wil ik
daar slapend doorbrengen. Zijn blik nam me op van top tot teen. Je wilt niet eens meer slapen als ik
klaar met je ben. En een geheimzinnig lachje verscheen op zijn gezicht. Geschrokken keek ik om me
heen om er zeker van te zijn dat niemand het had gehoord. Mijn wangen die zich weer rood kleurden
verrieden mijn preutsheid. Wat ben je toch een vies mannetje. Fluisterde ik. Wie ik? Zijn
onschuldige blik maakte me aan het lachen. Ja jij! Toen we na bijna tien uur eindelijk voet zetten op
het hoofdeiland kon ik mijn geluk niet op. Het zag er nog schitterender uit dan op de plaatjes in de
reisbrochure. BenNabil had kennelijk door dat ik gefascineerd was door de prachtige omgeving, want
hij trok me lachend mee. Waar gaan we nu heen? Vroeg ik opgewekt. Ik had geen moment geslapen
in het vliegtuig, maar daar was niets van te merken. De energie schoot door mijn lijf. Ik keek op naar
BenNabil die zichtbaar op zijn gemak was. Hij straalde een bepaalde rust uit, die ik tot nu toe nog
nooit bij hem heb gezien. Arme man, ik heb echt zijn hand moeten vasthouden bij de landing, anders
was hij flauwgevallen. Hoewel ik het van binnen uitschaterde, vond ik het echt ontzettend aandoenlijk

te zien hoe hij zijn ogen stijf op elkaar hield en mijn hand bijna fijnkneep. We moeten nog even verder
reizen, want we gaan naar een ander eilandje. Ik zuchtte en keek BenNabil zielig aan. Alweer in het
vliegtuig zitten? Hij schudde zijn hoofd en wees naar een speedboot die vast stond aan de kade.
Denk maar niet dat ik binnen nu en een week nog n keer in een vliegtuig stap. Het is maar dat je
niet per auto naar de Malediven kan.
Hij liep pratend door, maar ik hield halt. Toen hij na een tijdje doorhad dat ik niet meer naast hem liep
keek hij zoekend om zich heen. Wat is er? Vroeg hij toen hij me zag staan. Ik friemelde aan mijn
vingers, maar gaf geen antwoord. Hij kwam naar me toelopen. Wonderbaarlijk genoeg was hij niet
gerriteerd geraakt. Liefje, wat is er? Ik keek langzaam op naar de speedboot die klaar stond voor de
hellerit. Ik ben zeeziek. Piepte ik er toen uit. Meteen keek ik naar hem op om zijn reactie te zien. Die
bleef uit. Hij keek van de boot naar mij. Hoe kun je nou zeeziek worden in een speedboot? We zijn er
binnen een half uur! Ik keek geschokken naar hem op. Binnen een half uur ben ik dood! Hij lachte
om mijn overdreven reactie. Safa, zo erg zal het toch niet zijn? Ik keek naar zijn schoenen en toen
weer naar hem. Goed, dan gaan we met de boot. Hij lachte voldaan. Tenminste als jij je dure
schoenen graag ondergekotst ziet..
Ik was helemaal gefascineerd door het raampje van het watervliegtuigje aan het kijken, naar alle
schoonheid die deze eilanden te bieden hadden. Ik was best trots op mezelf dat ik het voor elkaar had
gekregen BenNabil weer in het vliegtuig te krijgen. Eerlijk gezegd had ik helemaal geen last van
zeeziekte, maar ik moest wat verzinnen om weer met het vliegtuig te gaan. Dit was voor hem de enige
manier om van zijn angst af te komen. Ik keek naar hem op, hij was zo te zien diep in gedachten
verzonken. Dat hij dit voor me overhad bezorgde me vlinders in mijn buik. Ik boog me naar hem toe en
gaf hem een kus op zijn wang. Hij schudde met zijn hoofd, alsof ik hem zojuist had wakker geschud.
Waar heb ik dat aan te danken? En er vormde zich een speels lachje om zijn lippen. Omdat je zo
dapper bent.
We wish you a pleasant stay on our Island. Zei de vriendelijke jongen die onze bagage naar de hut
kwam brengen. Thank you. Zei ik opgewekt terug. En hij vertrok. Dat zal wel lukken, dacht ik toen ik
om me heen keek. Wat een prachtige hut. En groot! BenNabil lag languit op het bed met zijn ogen
dicht. Hij is ook niets gewend. In de tijd dat ik in het ziekenhuis werkte in Meknes draaide ik bijna
alleen maar nachtdiensten, vandaar dat ik ook heel gemakkelijk wakker kan blijven en moeilijk in slaap
kan komen. Ik sprong op het bed en keek quasi boos naar zijn slapende gelaat. Hij deed langzaam
zijn ogen open en keek naar me op. Wat is er? Vroeg hij slaperig. Wat er is? Je hebt de hele vlucht
geslapen en nu wil je weer slapen? Ik verveel me, kom we gaan wat doen! Hij keek me aan met
gefronste wenkbrauw en kwam half overeind. Waar haal je die energie vandaan? We kunnen toch
ook morgen wat doen? Het is tien uur! Nu was ik degene die mijn wenkbrauw optrok. Juist het is tien
uur. De avond is nog jong. Ik ga douchen en me omkleden, als ik klaar ben en je ligt hier nog, dan zal
ik iemand anders moeten zoeken om me te vermaken. En zonder zijn reactie nog af te wachten
raapte ik mijn koffer van de grond en sleepte hem mee de badkamer in. Zo hoefde ik straks niet
halfnaakt in de kamer naar mijn kleren te zoeken. We zijn dan wel getrouwd, maar schaamte heerst er
van mijn kant nog wel.
De douche was heerlijk verfrissend na die lange vlucht. Ik was razend benieuwd of BenNabil echt was
opgestaan en kon dan ook niet wachten om te gaan kijken, maar eerst moest ik nog wat aan. Ik hees
me in een fris zomerjurkje en gooide er een vestje overheen omdat het al best frisjes was. Mijn
sandaaltjes lagen in de kamer die zou ik zo wel pakken. Ik fhnde mijn haren droog en besloot het los
te laten hangen. Aan de zijkant schoof ik een bloem in mijn haar. Zo als ik nu niet feestelijk gekleed
ben weet ik het ook niet meer. Ik heb besloten op dit eiland al mijn remmen overboord te gooien en
eens een keer gek te doen. Ik lijk net een oud wijf, denk altijd na voor ik iets doe. Maar no more. The
new Safa is born!
Toen ik de kamer in liep kon ik mijn ogen niet geloven. Hij is er echt op uit mij woedend te maken. Hij
lag op precies dezelfde plek op het bed. Weer met zijn ogen gesloten. Ik sloop naar hem toe, klom
zachtjes op het bed en bracht mijn mond naar zijn oor. Fahd? Fluisterde ik zacht. Geen reactie. Ik
herhaalde zijn naam, maar dan iets harder. Hmmm. Nog steeds werd hij niet wakker. Klaar, mijn
kookpunt was bereikt. Ik stond kwaad op, pakte mijn tasje en liep naar de deur. Goed als jij niets wil
doen, ga ik wel alleen. Saai mens! En ik gooide de deur met een smak dicht. Toen ik buiten stond
haalde ik drie keer diep adem en keek toen om me heen. Zo wat is er voor leuks te doen? In de verte
zag ik een strandtentje waar het aardig druk was en waar leuke muziek te horen was. Ik besloot daar

maar heen te gaan. Ik wilde niet te ver gaan, omdat ik het best eng vond helemaal alleen op een
vreemd eiland.
Toen ik er aankwam had ik geen moment spijt meer dat ik zonder BenNabil ben weggegaan. De sfeer
in de strandclub was zeer ontspannen. Er waren alleen maar leuke mensen. Een beetje onwennig
ging ik aan de bar zitten. Goed wat nu? Ik zag dat de barman al naar me toekwam. What can I get for
this lovely young woman. Ik voelde mijn wangen alweer warm worden. En dacht snel na over wat ik
wilde drinken. A non-alcoholic cocktail please. Hij knikte en lachte zijn prachtige witte tanden bloot.
Ik zag ook dat hij n gouden tand had, wat hem een beetje een bad boy uiterlijk gaf. Maar hij was in
elk geval erg vriendelijk. Vol bewondering keek ik toe hoe hij flessen in de lucht gooide een saai
cocktailglas omtoverde tot een waar kleurenparadijs. The first drink is on the house pretty. Thank
you very much. Zei ik lachend. En hij schonk me een knipoog. Hier zou ik wel aan kunnen wennen.
Met mijn cocktail in de hand draaide ik me om op de barkruk en keek naar de dansende mensen. Het
toverde als vanzelf een lach op mijn gezicht. Deze mensen hadden allemaal de tijd van hun leven. Ze
dansten en zongen ongegeneerd mee op de muziek. Hier mogen de nuchtere Hollanders wel wat van
leren. Plots werd ik op mijn schouder geklopt. Er vanuitgaand dat het BenNabil was, toverde ik meteen
een boze blik op mijn gezicht. Zo jij bent blij me te zien. Ik herkende zijn stem en meteen draaide ik
me om. Karim! Sorry, ik dacht dat je iemand anders was. Hij knikte lachend en ging op de barkruk
naast de mijne zitten. Ik dacht al dat jij het was. Waar is die man van je? Beteuterd keek ik naar de
dansende menigte en ontweek zijn blik. Hij was moe, dus hij ligt te slapen. Moe? Hij heeft de hele
vlucht liggen snurken! Ik weet het, maar het is een ontzettende slaapkop. Wat toevallig dat we op
hetzelfde eiland zitten. Zei ik snel om het gesprek op een ander onderwerp te brengen. Hij knikte. Ja
inderdaad. Ik zit hier een weekje, daarna ga ik naar het hoofdeiland. Hij ziet er wel goed uit zeg,
dacht ik bij mezelf. Ik gaf mezelf meteen een standje. Je bent getrouwd Safa, gedraag je daar ook
naar. Ik wist niet dat ik dat irritante stemmetje ook had ingepakt. Wat voor werk doe je eigenlijk als ik
vragen mag. Jij mag me alles vragen. Wat een charmeur. Ik ben projectontwikkelaar. Ik ben hier
dus een week om samen met plaatselijke architecten een nieuw recreatiecentrum te bouwen. Of in
ieder geval te ontwerpen. Ik was erg onder de indruk en luisterde dan ook aandachtig naar zijn
verhaal. Zo aandachtig dat ik niet doorhad dat BenNabil achter me stond. Ik zou bijna gaan denken
dat je ons stalkt. Geschrokken draaide ik me om. BenNabil stond daar met zijn handen over elkaar.
En zijn blik voorspelde niet veel goeds.
Bijna en ik zou hetzelfde over jou denken. Het was overduidelijk dat Karim, BenNabil niet als een
bedreiging zag. Terwijl hij dat eigenlijk wel moest doen. Want als je BenNabil boos kreeg, dan kwam je
niet gemakkelijk meer van hem af. Ik heb dat aan levende lijve ondervonden. Karim ging ook staan en
de sfeer was om te snijden. Ik voelde me erg ongemakkelijk zo tussen hen in. Safa, het was fijn je
weer eens gezien te hebben. Ik wens je nog een fijne vakantie. Ik knikte. Nadat hij nog n blik op
BenNabil had geworpen, liep hij weg.
Woedend was ik! Maar ik hield me in. Dit voorval moest niet mijn hele vakantie verpesten. Ik besloot
hem te negeren. Dat lulletje komen we ook overal tegen. Ik draaide me weer om naar de bar en nam
een slok van mijn cocktail. Vanuit mijn ooghoeken zag ik dat BenNabil naast me plaatsnam. Hij seinde
de barman. What can I get for you, sir? The same as this beauty. Ik voelde de vlinders weer
ronddartelen, maar nog steeds reageerde ik niet. Dit was duidelijk een poging het goed te maken.
Maar voordat het zover was, moest die slijmbal door het stof kruipen.
Die rotzak wist wel hoe hij het moest spelen. Ik kon er niet tegen dat hij daar zo op zijn gemak zat. Het
maakte hem namelijk verschrikkelijk sexy. Ik dronk mijn drankje op en stond op. Ik maakte dat ik
wegkwam voordat ik dingen ging doen waar ik spijt van zou krijgen. Hem zomaar zoenen bijvoorbeeld.
Ik deed mijn sandaaltjes uit en nam ze in mijn handen. Ik vond het heerlijk om met mijn blote voeten
door het zand te lopen. De muziek klonk steeds verder weg. Safa! Fijn een stalker achter me aan. Ik
liep stevig door en deed net of ik hem niet hoorde. Hey, wacht op mij! Buiten adem stond hij naast
me. Waarom negeer je me? Ik stak mijn neus in de lucht en liep gewoon door. Dit zal hem leren.
Safa, het spijt me dat ik niet opstond, maar ik was zo moe! Pas toen ik wakker werd zag ik dat je
wegwas. Ik ben meteen onder de douche gesprongen en je achterna gegaan. Nog steeds gaf ik hem
geen aandacht. Safa, ik zei toch dat het me spijt. Ik stopte en keek hem boos aan. Dat is niet de
reden dat ik zo kwaad ben. Waarom moet je nou zo gemeen doen tegen Karim. Hij lachte spottend.
Ach kom op Safa, het was overduidelijk dat hij met je aan het flirten was. Een blinde kon dat zien.
Zelfs in het ziekenhuis was hij je aan het versieren. Ik plaatste mijn handen in mijn zij en keek nog
bozer dan ik al deed. Karim is gewoon erg vriendelijk, daar zou jij nog een voorbeeld aan kunnen
nemen. Je ziet hem gewoon als een bedreiging. BenNabil begon luid te lachen. Ach kom op, dat

lulletje? Als een bedreiging? Weet je wat jij doet BenNabil, zoek maar een grotere hut om te
overnachten. Want iemand met zo een groot ego, past er bij mij niet bij. ''Safa, kom op doe niet zo
kinderachtig.'' Stilletjes stond ik achter de deur. Zo kwaad als ik was had ik BenNabil buiten gesloten.
En ik ben niet van plan hem binnen te laten voor hij oprechte excuses heeft aangeboden, voor zijn
onvolwassen gedrag. ''Ik kinderachtig? Jij bent degene die altijd zo overdreven op mensen reageert.
Een beetje zelfverzekerd mag, maar mijn God wat een ego heb jij!'' ''Safa!'' Siste hij. ''Ik wordt hier
vreemd aangekeken, doe de deur open, dan praten we binnen verder!'' Stiekem moest ik lachen. ''Niet
voordat je het goed hebt gemaakt. En houd nu je mond, want ik ga slapen.'' Ik klikte het licht uit en
wachtte zachtjes af. Diep in mijn hart kreeg ik medelijden met die schurk, maar hij moet maar een keer
leren dat hij mensen normaal moet behandelen. Vreemd genoeg hoorde ik niets meer. Was hij dan
echt een andere hut gaan boeken? Al zijn kleren liggen hier. Ach, opgeruimd staat netjes. Ik liep naar
het bed en sprong erin. Slaap lekker BenNabil.
Ik schrok van zacht geklop op de deur. Ik trok het laken op tot mijn neus. Wie kon dat zijn? Ik keek
naar de klok, het was nog geen half twaalf. Zou het BenNabil zijn? Op mijn tenen sloop ik naar de
deur en luisterde aandachtig. ''Safa?'' Hoorde ik zacht. Mijn hart maakte onbewust een sprongetje.
''Safa, kun je de deur opendoen ik wil je iets laten zien.'' Ik twijfelde even, dit kon ook een list zijn om
weer binnen te komen. Maar ik gaf hem het voordeel van de twijfel en deed de deur langzaam open.
Vreemd keek ik naar BenNabil die helemaal onder het zand zat. ''Waar heb jij in hemelsnaam
gezeten?'' Hij deed een stap opzij. Grote letters in het zand werden zichtbaar. Ik deed mijn best het te
lezen, wat niet al te gemakkelijk ging omdat het al vrij donker was. ''Safa ik heb spijt van mijn
onvolwassen gedrag. Vergeef je me?'' Las ik hardop. Dit was werkelijk ontroerend. Had hij dat al die
tijd zitten doen? Ik keek naar BenNabil die mij met zijn pretoogjes aankeek. ''Laat het niet weer
gebeuren.'' Zei ik nors en wilde weer naar binnen lopen. Hij pakte mijn hand en hield me tegen. ''Krijg
ik geen goedmaak-kusje?'' Zijn ogen twinkelden. Nog voordat ik kon antwoorden had hij zijn lippen al
op de mijne gelegd. Mijn hart begon ongenadig hard te kloppen. Wat doet die man toch met me? Toen
ik mijn lippen weer terugvorderde veegde ik ze af met mijn mouw en trok een vies gezicht. BenNabil
keek me bevreemd aan. ''Zandkorrels.'' Zei ik lachend. De dagen die volgden op het prachtige eiland
waren eveneens prachtig. Fahd en ik zijn zoveel naar elkaar toegetrokken de laatste dagen. We
hebben nog nauwelijks ruzie gehad. Waar denk je aan? Ik keek opzij in zijn prachtige ogen die me
meteen kippenvel bezorgden. O, nergens aan. Loog ik. Wat zullen we vandaag doen? Ik was dat
zonnen nu wel een beetje zat geworden. We lagen al een uur te bakken. Ik deed mijn zonnebril af en
keek naar mijn armen en benen. Ik ben aardig bruin geworden, maar ik vergelijking met Fahd stelt het
niets voor. Omdat het de n na laatste dag is dat we hier nog zijn, heb ik een verassing voor je. Ik
sprong meteen op. Verassing? Voor mij? Hij begon te lachen en kwam zelf ook half overeind. Omdat
hij op zijn ellebogen leunde, stonden zijn spieren gespannen wat hem nog extra sexy maakte. O, God
ik moet hier echt mee ophouden. Niet alleen bezorg ik mezelf rode oortjes, maar ook veel problemen
als ik op die manier blijf denken. Lust is nou niet bepaald de basis voor een goede relatie. Ja, een
verassing voor jou. Of zie jij een andere Safa? Ik schudde lachend mijn hoofd en liet mezelf in het
zand vallen. Maar deze keer is de verassing niet gratis. Ik keek hem verbaasd aan. Hoe bedoel je?
Zijn blik had iets ondeugends. Hij raapte iets van de grond en reikte het me aan. Zonnebrandcrme?
Ik heb me al ingesmeerd, dankjewel. Hij begon weer te lachen. Ja, maar ik niet. Aan jou de eer om
me een lekkere massage te geven. Ik stond snel op. Ja dag! Dat kun je op je buik schrijven! Zie ik er
soms uit als je slaafje? Hij keek me aan en trok zijn wenkbrauw op. Goed, dan mag je die verassing
op juw buik schrijven. Hij deed zijn zonnebril op en ging weer achterover liggen. Die vuillak! Hij
heeft het allemaal maar goed bedacht. Mooi niet dat ik hem ga insmeren. Je hebt gelijk Safa, wie wil
nou zo een onaantrekkelijke man, met zo een onaantrekkelijk lichaam insmeren. Daar moet je wel gek
voor zijn. Ik baalde, voor het eerst zou ik naar het welbekende stemmetje in mijn hoofd luisteren. Ik wil
die verassing!
Stampvoetend liep ik op hem af en greep de fles zonnebrandcrme van de grond. Ik wist wel dat je
me niet kon weerstaan? Ik moest lachen om zijn opmerking. Haal je maar niets in je hoofd, de enige
reden waarom ik dit doe, is omdat ik die verassing wil. Aan zijn blik te zien geloofde hij er niet veel
van. Tuurlijk Safa, je hebt gelijk. Ik drukte de halve inhoud van de tube leeg op zijn buik. Zo, dat zal
hem de mond snoeren.
Ik moest nog lachen toen ik het bad uitstapte. Wat een zwoele massage voor hem had moeten worden
is uitgelopen tot een zonnebrandcrme gevecht. Dankzij de crme plakte elk korreltje zand op ons
lichaam. Na nog geen minuut leken we op zandmonsters. Lachend renden we de zee in om ons nog

enigszins vertoonbaar te maken. Veel strandbezoekers moesten lachen om ons kinderachtige gedoe,
maar er zaten er ook een paar tussen die het gegil, vooral van mijn kant, niet erg konden waarderen.
Kennelijk hebben we voor zo een overlast gezorgd, want ze hebben er zelfs een strandwachter bij
gehaald, die ons, vriendelijk (NOT) verzocht het strand te verlaten. En de toegang tot dit strand is ons
vanaf heden ontzegd. Je kunt dus wel zeggen dat we een misdaad hebben gepleegd. Fahd en ik
kwamen niet meer bij van het lachen, en in tijden heb ik me niet zo vermaakt. En hij ook niet.
Safa, schiet op ik wil ook douchen. Het zand zit op plaatsen, waarvan ik niet eens wist dat ik ze had!
Ik begon hard te lachen. Zo snel als ik kon kleedde ik me om. Nog geen vijf minuten later stond ik
alweer buiten. Ik was best trots op mezelf, want zo snel had ik me nog nooit aangekleed. Fahd stond
midden in de kamer in zijn zwembroek. Bij elke beweging die hij maakte viel er een kilo zand van zijn
lichaam. Hilarisch! De badkamer is helemaal van jou schat! Hij liep mijn richting op. Wat nou als ik
je een stevige knuffel geef, ga je dan mee in bad? Haha, jij grapjas. Dan geef ik je ervan langs.
Schiet op en ga douchen. Ik wil mijn verassing, nu! Mopperend liep hij de badkamer in. Ik laat de
deur open voor als je je bedenkt! Hij weet ook van geen ophouden dacht ik lachend.
Zingend stond ik voor de spiegel mijn haar te doen toen ik een telefoon hoorde afgaan. Ik stond stil en
luisterde aandachtig, naar waar het geluid vandaan kwam. Aan de ringtone te horen was het zijn
telefoon. Ik liep naar het nachtkasje waar de telefoon op lag en keek op het schermpje. Ik zag de
naam van zijn broer verschijnen. Hij stopte al met rinkelen. Net toen ik weer naar de spiegel wilde
lopen ging hij weer af. Hij zal het vast niet erg vinden als ik opneem. Met Safa. Het was een tijd lang
stil aan de andere kant van de lijn. Hallo? Rayan? Het was nog steeds stil. Op de achtergrond
hoorde ik Fahd zingend onder de douche. Eindelijk zei hij wat. Safa, ja met mij. Zijn stem was
gebroken. Rayan wat is er aan de hand?! Ik begon me nu echt zorgen te maken. Hij zou ook niet
bellen als het niet belangrijk was. Mijn ogen werden groot van schrik toen hij me vertelde waarvoor hij
belde. Ik nam plaats op het bed. Ik kon geen woord uitspreken. De tranen stonden in mijn ogen.
Rayan, we komen er meteen aan. En ik hing op. Hoe moet ik hem dit in Godsnaam vertellen?
Ik stond op en ijsbeerde door de kamer. Ik wist me werkelijk geen raad. Honderden vragen dwaalden
in mijn hoofd rond. Snel raapte ik al onze spullen bij elkaar en propte alles in de koffers. Tijd om iets
op te vouwen had ik niet. Ik zat op de grond met moeite een koffer dicht te ritsen toen Fahd zingend
de badkamer uit kwam lopen. Ik veegde snel mijn tranen weg, maar durfde hem niet aan te kijken.
Liefje, volgens mij ben je een beetje in de war, we gaan morgenavond pas weg. Met tegenzin stond
ik op en keek in zijn pretoogjes. Dit maakte mij nog meer aan het huilen. Ik zag dat hij schrok, hij
kwam naar me toelopen en nam me in zijn armen. Safa, wat is er met je aan de hand? Mijn hart ging
tekeer, maar ik vermande me en deed een stap naar achter. Ik moet sterk zijn. In gedachten zocht ik
naar de juiste woorden om hem te vertellen wat Rayan mij in alle paniek had verteld. Fahd je moet
even zitten. Zei ik snikkend. Hij keek me niet begrijpend aan. Safa, ik ga niet zitten vertel wat er aan
de hand is. Ik knikte. We moeten nu naar huis. Rayan belde. Bij het horen van zijn naam werden
zijn ogen nog groter dan ze al waren. Hoezo, is er iets met de kinderen? Huilend schudde ik mijn
hoofd. Hij pakte me bij mijn bovenarmen vast en schudde me door elkaar. Wat is er gebeurd! Ik
schrok zo van zijn luide stem dat ik het er meteen uitgooide. Je vader heeft een hersenboeding
gehad! Zijn greep verslapte meteen en hij trok zijn armen terug. Ik zag de schrik in zijn ogen. Hij
probeerde te praten, maar er kwam geen zinnig woord uit zijn mond. Ze zijn hem aan het opereren.
Zei ik zacht. Alle spullen zijn gepakt, we gaan nu naar het vliegveld. Hij knikte, maar leek niet te horen
wat ik zei. Er stonden tranen in zijn ogen, maar hij weigerde zich eraan over te geven. Hij weigerde
aan het ergste te denken. Dat er een mogelijkheid is dat zijn vader het niet haalt.
Waar we het geduld vandaan hebben gehaald zo lang in het vliegtuig te zitten is mij onduidelijk. Ik
weet bijna niets meer. Alleen dat we met grote moeite van ticket hebben gewisseld met een ander
paar uit hetzelfde hotel. Aanvankelijk wilde de vliegmaatschappij de tickets niet omzetten, maar nadat
ze de reden hoorden werkten ze alsnog mee. Daardoor was het mogelijk meteen te vertrekken.
Godzijdank.
Geen woord, geen woord heeft BenNabil gezegd sinds ik hem heb verteld wat er met zijn vader is
gebeurd. Ik durf ook niets tegen hem te zeggen. Bij het opstijgen heeft hij mijn hand vastgepakt en die
heeft hij tot de landing niet meer losgelaten. Toen we Schiphol eindelijk verlieten hielden we meteen
een taxi aan. Ik was helemaal van slag. Op het eiland was het net middag geworden en hier is het al
nacht. BenNabil gaf opdracht zo snel mogelijk naar het ziekenhuis te rijden. De eerste woorden die ik
in uren uit zijn mond had horen komen.
Huilend viel hij zijn broers in de armen. Ik zag dat ze het er ontzettend moeilijk mee hadden. Met name

Faouad, dit is de tweede keer dat hij zoiets meemaakt en nog zo jong. Eerst zijn broer en nu zijn
vader. Hij staarde maar voor zich uit. Ik liep naar hem toe en gaf hem een knuffel. Hij huilde uit op mijn
schouder. Het komt goed Faouad. Jullie BenNabils zijn sterk. Hij knikte. Rayan en Fahd waren druk
in gesprek. Nu pas merkte ik op dat zijn moeder nergens te bekennen was. Waar is je moeder?
Faouad keek om zich heen, alsof hij het ook niet wist. Het schoot hem blijkbaar weer te binnen, want
hij wees naar de wachtkamer. Ik gaf hem een schouderklopje en haastte me naar zijn moeder. Die
arme vrouw zal er kapot van zijn. Alvorens ik de wachtkamer inliep droogde ik mijn tranen af om haar
niet nog meer van streek te brengen. Ik haalde een paar keer diep adem en stapte toen de kamer in.
Ik schrok bij het zien van zijn moeder. Ze zag er werkelijk gebroken uit. Lijkbleek alsof al het leven uit
haar gezogen was. Ik liep naar haar toe, bij het zien van mijn bezorgde blik barstte ze in tranen uit. Ik
nam haar in mijn armen en kon het zelf ook niet droog houden. Hoeveel tegenslagen moet deze
familie nog verwerken. Wanneer is het genoeg? Het komt goed, alles komt goed. Suste ik haar. Ya
Allah, laat alles goedkomen.
Ik schrok wakker toen ik een hand op mijn schouder voelde. Ik ga koffie halen, wil je ook? Ik was
allang blij dat hij tegen me sprak en knikte snel. Ga jij maar zitten, ik haal het wel. Arme schat, hij
was doodop! Voordat ik koffie ging halen liep ik naar het toilet. Ik schrok me dood bij het zien van mijn
spiegelbeeld. Ik waste mijn gezicht. Onbewust vloeiden er weer tranen uit mijn ogen, die ik
wegspoelde met het water. Kon ik maar hetzelfde doen met de pijn die zij hadden. Wegspoelen met
water.
Ik kwam terug met een dienblad met voor iedereen een kopje koffie. Fahd was op de bank in slaap
gevallen. Ik overhandigde iedereen een kop koffie en ging naast Fahd op de bank zitten. Ik nam zijn
hand in de mijne en streelde die zacht. Het was het enige dat ik nu voor hem kon doen. Familie
BenNabil? We werden wakker geschud door de behandelend arts die de wachtkamer in liep.
Iedereen stond met een ruk op. Nog steeds had ik zijn hand vast. De arts had zijn operatiekleren nog
aan. Ik probeerde uit zijn blik op te maken hoe het gegaan is, maar die liet niets los. Hij haalde de
muts van zijn hoofd en het viel me op dat hij met niemand oogcontact maakte. Mijn hart sloeg bijna uit
mijn borstkas. Fahd kneep in mijn hand. We hebben alles gedaan wat we konden, maar meneer
BenNabil is helaas overleden. Het drong niet tot me door. Ik kon het niet geloven. Zijn moeder slaakte
een kreet en viel Rayan in de armen. Faouad rende de wachtkamer uit en Fahd ging erachteraan. De
dokter verontschuldigde zich en liep de wachtkamer uit. Zijn moeder was ontroostbaar. Bij elke kreet
die ze slaakte, kromp mijn hart ineen. Alles kwam weer naar boven. De dag dat mijn leven in duigen
viel. Dat mijn familie uit elkaar was gevallen. Ik stond daar midden in de kamer te huilen. Niet alleen
om mijn moeder en zus, maar ook om mijn schoonvader, Nasir BenNabil . De meest liefhebbende
vader en echtgenoot, die ik ooit gekend heb.
De volgende dag schrok ik wakker. Ik keek om me heen en eventjes waande ik me op het eiland en
was al deze ellende niet gebeurd. Ik keek opzij naar zijn slapende gezicht. Zijn blik stond onrustig.
Waar zou hij over dromen? Konden we de tijd maar terug draaiden. Deze ellende, waar hebben ze dat
toch aan verdiend? Hij bewoog, ik hield mijn adem in. Langzaam opende hij zijn ogen. Ze stonden nog
steeds leeg. Alsof ook bij hem al het leven uit zijn lichaam was gezogen. Ik wilde er voor hem zijn,
maar ik wist niet hoe. Hij praat niet, kropt alles op. Net zoals ik jaren heb gedaan. Maar uiteindelijk
was ik er bijna aan onderdoor gegaan. Ik ging op mijn buik liggen en probeerde zijn blik te vangen,
maar hij ontweek die steevast. Ik ga ontbijt maken. Fluisterde ik zacht. Teleurgesteld stond ik op ging
me opfrissen om daarna aan het ontbijt te beginnen.
Net toen ik alles op tafel had gezet kwam BenNabil naar beneden gelopen. Hij was helemaal
aangekleed en liep naar de kapstok om zijn jas te pakken. Kom je niet eten? geen reactie.
Fahd? Je moet iets eten. Hij negeerde me en liep naar de voordeur. Ik haastte me achter hem aan.
Waar ga je naartoe? Zonder wat te zeggen liep hij de deur uit en sloeg de deur achter zich dicht. Ik
kneep mijn ogen samen. Hij heeft tijd nodig. Een traan liep over mijn wang en belandde op mijn lippen.
Ik proefde het zout. Meteen gingen mijn gedachten naar het eiland. Hoe we in de zoute zee aan het
stoeien waren en ik een mond vol zeewater doorslikte. Met een zucht draaide ik me om naar de
ontbijttafel. Opruimen dan maar.
Het hele huis was in rouw. Er waren veel mensen. Faouad, zijn moeder. Sommige mensen herkende
ik van de bruiloft. In een hoekje zaten Rayan, zijn vrouw en kinderen. Hij hield zijn vrouw stevig vast.
Mijn hart brak toen ik dat zag. Waarom kon Fahd mij niet vastpakken, met me praten. Waarom liet hij
me niet toe hem te troosten? Ik keek om me heen op zoek naar Fahd, waar kon hij zijn. Rayan kreeg
me in het vizier en kwam naar me toelopen. Hij is in de studeerkamer. Hij wil met niemand praten. Ik

knikte. Allahie rahmoe. Hij is bij Allah nu. Moge hij rusten in vrede. En na die woorden gezegd te
hebben liep ik de woonkamer uit op zoek naar Fahd.
Voor de deur van de studeerkamer van zijn vader stond ik mezelf moed in te spreken. Ik klopte op de
deur en opende die voorzichtig toen ik niets hoorde. Ik zag Fahd voor het raam staan. Fahd, ik weet
dat je niet met me wilt praten, maar als ik wat voor je kan doen, moet je het zeggen. Ik hoorde gesnik.
Nooit eerder heb ik hem zien huilen. Ik sloot de deur achter me en liep naar hem toe. Achter hem bleef
ik stil staan. Ik legde mijn hand op zijn schouder. Met een ruk draaide hij zich om en stortte zich in mijn
armen. Hij zakte door zijn knien. Mijn hart brak in duizenden stukken. Hij was kerngezond Safa. Ik
weet het lieverd. Fluisterde ik zacht. Safa, ik heb mijn vader nodig! Ik wist als geen ander hoe hij
zich voelde op dit moment. Ook ik was mijn vader van de n op de andere dag kwijt. Tranen vielen
uit mijn ogen als druppels regen uit de hemel, toen ik dacht aan hoe ik hem behandeld had toen hij het
probeerde goed te maken. Het kan zomaar afgelopen zijn. Dat realiseer ik me nu meer dan ooit. Ik
hield Fahd stevig vast, niet van plan hem ooit nog los te laten. Hij huilde om zijn vader. Hij huilde en ik
huilde met hem mee. Ze gaf me een flinke knuffel en keek me medelijdend aan toen ze me weer
losliet. Gecondoleerd, lieverd. Ik knikte en wenkte dat ze moest gaan zitten. Gecondoleerd, hoe
vaak had ik dat ellendige woordje wel niet gehoord in mijn leven. En hoe vaak zal ik die nog horen? Ik
ben heel blij dat je hier een paar daagjes wil blijven. Ik moet er niet aan denken alleen in dit huis te
zitten. Ze knikte. Ik doe het graag lieverd. Hoe lang blijft Fahd in Marokko? Ik plaatste mijn twee
wijsvingers op mijn slapen in de hoop dat zo de hoofdpijn voorbij zou gaan die me al de hele week
terroriseerde. Twee dagen, maar als zijn moeder langer wil blijven, blijft hij ook. Ik kreeg weer tranen
in mijn ogen als ik aan hem dacht. Hoe hij de afgelopen dagen heeft doorgebracht. Hoeveel tranen er
zijn gevloeid. Praten doet hij niet veel, maar dat is zijn aard. Hij is geen prater. Arme vrouw. Eerst alle
ellende omtrent haar zoon, en nu is ze haar soulmate kwijt. Ik knikte. Zo was het ook. Ik heb nog
nooit een echtpaar ontmoet die al zo lang getrouwd was, maar nog zo liefdevol met elkaar omging.
Ze heeft al sinds zijn dood niet meer gesproken. Ze huilt en slaapt alleen maar. Mijn hart ging naar
haar uit.
Voorzichtig stapte ik in het gloeiend hete water. Ik had het bad tot de nok vol gevuld. Van de slapeloze
nachten had ik vreselijke spierpijn gekregen. Ik kon me haast niet meer bewegen. Toen ik eindelijk lag,
slaakte ik een zucht. De afgelopen dagen waren een regelrechte hel. Alles maakte ik opnieuw mee.
Fahd vroeg me mee te gaan, om zijn vader te begraven. Ik heb hem uiteindelijk weten te overtuigen
dat hij dit alleen moet doen. Alleen met zijn familie. Jij bent mijn familie! Had hij geantwoord, maar ik
bleef bij mijn standpunt. Als hij dit ooit wil verwerken moet hij praten. Praten met mensen die hem het
best kenden. Zijn familie.
Ik schrok wakker toen ik geen lucht meer kreeg. Snel schoot ik overeind en hoestte het water uit mijn
luchtwegen. Ik was in slaap gevallen. Ik keek naar mijn vingers die helemaal gerimpeld waren. Hoe
lang lig ik hier al? Dacht ik hardop. Ik stond op en pakte een handdoek uit het kastje. Ik gooide hem
om me heen en trok de stop uit het bad. Ik ging op de rand zitten en keek naar hoe het water in het
putje verdween. Het water nam ook mijn tranen mee, maar helaas niet de pijn.
Ik had me net aangekleed toen ik mijn telefoon hoorde. Snel nam ik op toen ik zijn naam in het
schermpje zag staan. Lieverd? Nam ik fluisterend op. Ik hoorde niets alleen zijn gesnik. Ik greep
naar mijn hart, bang dat die zou breken. Ik hield me stil. Safa, ik mis hem zo. Zijn stem brak door
een opkomende huilbui. Voor het eerst in mijn leven wist ik niet wat ik moest zeggen. Wat moet je hier
ook in hemelsnaam op zeggen. Dat het minder wordt naarmate de tijd vordert? Nee, dat is niet waar.
Ik mis jou Safa. Ik wou dat je hier was Hij snikte en ging verder. Ik kan het niet zonder jou.
Fahd, ik mis jou ook. Maar je bent sterk. Wees sterk voor je moeder en je broertje. Ik weet hoe hij
zich op dit moment voelt. De dag dat mijn moeder en zus stierven, wilde ik alles opgeven. In bed
liggen en er nooit meer uitkomen, maar ik moest sterk blijven voor Aya. Zorgen dat zij een thuis zou
krijgen. En dat bracht me rust. En op een gegeven moment heb ik het ook geaccepteerd.
Geaccepteerd dat ze weg zijn en niet meer terug komen. Ik kan alleen bidden tot Allah dat ik ze eens,
op een dag terug zal zien. Amin.
Uitgeput liet ik mezelf op de bank vallen. Hoe voel je je nu? Ik keek opzij naar Charlotte die met haar
handen in haar zij stond. Moe. Moe, maar vooral opgelucht. Ze lachte en plofte naast me neer op
de bank. Missie voltooid. Zei ze lachend. Ze heeft me overgehaald te gaan rennen om mijn hoofd
leeg te maken. Ik had een hekel aan alles wat maar met sport te maken had, maar dit was echt een
opluchting. Heerlijk was het zelfs. Pas nu realiseer ik me hoe mooi het landschap hier is. Buiten was
het ijskoud omdat de zon al een paar uur geleden onder was gegaan.

Ineens hoorden we een ontzettend kabaal. Geschrokken kwamen we overeind en keken we van een
afstandje door het grote raam naar buiten. Een keiharde donderslag die enkele tellen later werd
gevolgd door een lichtflits deed ons opschrikken. Een paar minuten later viel de regen met bakken uit
de hemel. We keken elkaar aan en begonnen te lachen. We zijn aan een longontsteking ontsnapt!
Zei Charlotte lachend. Als we nog even door waren gegaan, waren we zeiknat geworden. Dit heb ik
het meest gemist aan Nederland toen ik in Marokko woonde. Ik stond op en liep naar het raam. De
regen. Gefascineerd bleef ik kijken naar de lichtflitsen die het hele landschap deden oplichten om het
een moment later weer aardedonker te maken. Jij bent gek! Doe mij maar de oneindige zon!
Lachend keek ik om. Charlotte haatte regen, wind, bliksem en onweer. Kortom het hele Nederlandse
klimaat. Wat ze hier nog deed was voor mij een raadsel. Lieverd, ik ga douchen en slapen. Morgen
ga ik weer aan het werk. Ik knikte en liep naar haar toe. Ik omhelsde haar stevig en bedankte haar
voor de afgelopen twee dagen. Onbewust heeft zij er toch voor gezorgd dat ik even ergens anders
aan dacht. Ga nu maar douchen, want je stinkt! Ik trok een vies gezicht en kneep mijn neus dicht. Ze
stak haar tong uit en lachend ging ze naar boven. Wat was ik blij met een vriendin als zij. Ik was
verdrietig over het feit dat ze morgen weer naar huis zou gaan, maar zielsgelukkig omdat Fahd
morgen thuiskomt. Ik mis hem namelijk verschrikkelijk!
Slaperig deed ik n oog open en keek door het raam naar buiten. Enkele zonnestralen schenen naar
binnen. De hele nacht heeft het nog doorgeregend. Het zal buiten wel een modderpoel zijn geworden.
Ik wreef de slaap uit mijn ogen. Een gelukzalig gevoel bekroop me meteen toen ik aan Fahd dacht. Hij
komt vandaag thuis. Al was hij maar twee dagen weg, het voelde als een eeuwigheid. Onbewust was
ik me al heel erg aan hem gaan hechten. Een paar weken geleden had ik mezelf een standje
gegeven, maar nu maakt het me niet meer uit. Ik was er zeker van dat dit huwelijk zal slagen. Ons
huwelijk.
Ik was boven met de was bezig toen ik de deur hoorde dichtslaan. Mijn hart sloeg een slag over.
Meteen stond ik op en rende naar de trap. Vreemd, maar een angstig gevoel bekroop me. Langzaam
liep ik de trap af en stond een paar treden boven de begane grond stil. Daar stond hij dan, de liefde
van mijn leven. Hij had zijn tas in zijn handen. Hij was helemaal nat geworden door de regen.
Desondanks zag ik toch de tranen in zijn ogen toen hij mij in de gaten kreeg. Hij liet zijn tas vallen en
kwam op me af lopen. Ik liep de laatste treden af naar beneden en nog geen tel later vloog ik hem om
de hals. Het kon me niet schelen dat hij nat was, niets kon me meer schelen. Hij was terug. Ik huilde
uit op zijn schouder, waarom wist ik niet precies, maar ik kon haast niet meer ophouden. Ook hij gaf
zijn tranen de vrije loop. Ik maakte me los uit zijn greep en keek hem aan. Zachtjes veegde ik zijn
tranen weg met mijn vingertoppen. Zijn blik liet de mijne niet los. En mijn blik liet de zijne niet los. Als
gehypnotiseerd bleven we elkaar aankijken. Hij bracht zijn handen naar mijn middel en drukte me
tegen zich aan. Ik sloeg mijn handen om zijn hals. Nog steeds keken we elkaar smachtend aan. Hij
boog zich naar me toe. Ik sloot mijn ogen. Mijn hele lichaam sidderde toen zijn lippen de mijne
beroerden. Ik kuste hem terug en voelde hoe hij me nog dichter tegen zich aantrok. De kus werd
vuriger toen ik mijn mond iets opende waardoor zijn tong de vrije loop had. De kriebels in mijn hele
lichaam nestelden zich in mijn onderbuik. Hij haalde zijn lippen van de mijne af en deed een stap naar
achteren. Ik moest naar adem happen en ook hij ademde zwaar. Vragend keek hij me aan. Ik wil dit, ik
wil hem. Dacht ik vastbesloten. Hij pakte me weer vast en zoende me hartstochtelijk. Het voelde alsof
ik vloog. Met gemak tilde hij me op en bracht me naar de bank. Mijn lippen had hij geen moment
losgelaten. Hij legde me neer en kwam bovenop me liggen. Zijn handen voelde ik overal. Hij kuste me
in mijn nek, het bracht me naar een andere wereld. Zijn handen verdwenen onder mijn blouse. Ik
kronkelde van genot. Ik kwam half overeind. Met trillende vingers deed ik de knoopjes van mijn blouse
open. Hij ontdeed zich van zijn natte trui. Ik ademde zwaar, omdat ik bijna uit elkaar knalde van
verlangen. Tergend langzaam streelde hij me over mijn rug en met gemak had hij mijn bh losgemaakt.
Al onze kleren vlogen door de kamer. Zijn ogen gleden over mijn hele lichaam. Ik voelde de blos
alweer naar mijn wangen stijgen en sloeg mijn armen beschamend over elkaar heen. Hij kuste me en
haalde mijn armen weg. Je bent beeldschoon. Fluisterde hij hees tegen mijn lippen aan. Zijn handen
streelden me over mijn hele lichaam. Hij dwong me weer te gaan liggen. Hij kuste mijn nek, mijn
borsten, mijn buik. Hij liet werkelijk geen plekje op mijn lichaam onbenut. Je bent prachtig Safa.
Weer zijn lippen op de mijne. Er ontsnapte een grom uit zijn mond wat me opgewonden maakte. Zijn
warme handen gleden naar beneden en bleven rusten op de binnenkant van mijn dijen. Langzaam
schoof hij mijn benen uit elkaar. Ik schrok, mijn hart klopte in mijn keel. Alsof hij mijn angst kon ruiken
stopte hij met kussen en keek me aan. Ik doe je geen pijn. Fluisterde hij. En hij streek een pluk haar

uit mijn gezicht. Het was de blik in zijn ogen die me gerust stelde en waardoor ik me helemaal aan
hem overgaf.
Mijn hoofd bewoog heel zacht op en neer op het ritme van zijn ademhaling. Hij sliep. Maar voor mij
was het onmogelijk in slaap te vallen. De geluksstofjes raasden door mijn lichaam. Een flauw lachje
verscheen op mijn gezicht toen ik aan ons liefdesspel dacht. Met mijn vinger tekende ik hartjes op zijn
borst. Ik had me helemaal aan hem gegeven. Aan de enige man van wie ik ooit zal houden. Ik keek op
naar zijn slapende gelaat en liet mijn hoofd toen weer op zijn borst rusten. Ik hou van je. Fluisterde ik
zachtjes. Ik trok het laken op tot mijn kin en sloot gelukzalig mijn ogen. Ik houd van hem. Boos gooide
ik de hoorn op de haak. Dit kan toch niet waar zijn! Ik ging zitten en leunde met mijn kin op mijn
hand. Wat kan niet waar zijn? Lezend kwam hij binnenlopen en nam tegenover me plaats op de
bank. Mijn woede jegens Hassan verdween als sneeuw voor de zon, toen ik Fahd zag. Zonder met
mij te overleggen is Hassan met Aya op vakantie. Ze zijn eergister vertrokken. Ik heb niet eens even
afscheid van haar kunnen nemen. Ik wachtte zijn reactie af. Officieel is hij haar vader en mag hij
bepalen wat hij doet. Hij keek niet op van zijn krant. Ik trok mijn wenkbrauw op en gooide mijn armen
over elkaar heen. Na een tijdje keek hij op. Ik bedoel, waar haalt hij het lef vandaan! Ik moest lachen
om zijn gedrag en ging naast hem zitten.
Lang keek ik hem aan. Fahd, hoe is het met je moeder? Hij staarde voor zich uit en legde toen de
krant weg. Ze zegt nog steeds niets. We weten niet wat we ermee aan moeten. Ik knikte. Het drama
heeft zich drie weken geleden afgespeeld en sindsdien heeft zijn moeder geen woord gezegd. Ik ben
verschillende keren bij haar langs geweest, en het doet me keer op keer pijn haar te zien. Net nadat
mijn vader zomaar was vertrokken lag mijn moeder net als zijn moeder op de bank voor zich uit te
staren. Ze dacht dat hij haar had verlaten omdat ze was tekortgeschoten als echtgenote. Ongelooflijk,
dat hij haar dat jaren heeft doen geloven. Tot aan haar dood toe.
Het is ongelooflijk hoe Fahd met het verlies van zijn vader omgaat. Ik had dit nooit verwacht. Hij is
open, praat met me over zijn gevoelens, maar elke avond als we gaan slapen hoor ik hem. Soms
praat hij in zijn slaap tegen zijn vader. Het bezorgd me keer op keer kippenvel. Er is trouwens nog
een brief voor je bezorgd. Er staat geen afzender op. O, waar ligt ie? Hij keek even zoekend om
zich heen. Op de eettafel. Zei hij toen hij de brief zag liggen. Ik liep er nieuwsgierig naartoe. Mijn
hart begon als een razende te kloppen toen ik het handschrift zag. Het handschrift dat ik herken uit
duizenden. Ik griste de brief snel van tafel en vouwde hem dubbel. Ik zoekend om me heen, waar ik
de brief van die ellendeling in kon doen. Ik pakte mijn tas van de grond, ritste hem open en stopte hem
diep weg. Van wie is ie? Vroeg Fahd afwezig zonder van zijn krant op te kijken. O, een oude
vriendin uit Marokko. Ik ga, heb met Charlotte afgesproken. Nog voordat hij kon antwoorden haastte
ik me de deur uit. Ik legde mijn hand op de tas. Zal deze brief het laatste zijn wat ik ooit van hem zal
horen? Als een zombie zat ik bij Charlotte op de bank. Ik staarde maar voor me uit en dacht aan hem.
Ik voelde aan mijn tas, op de plek waar de brief in zat. Ik durfde hem gewoon niet open te maken.
Bang voor mijn zwakte. Sinds de dood van Fahds vader kijk ik heel anders tegen de hele situatie aan.
Ik zou hem zelfs kunnen vergeven. En juist daar was ik bang voor. Dat mijn hart te zwak zal zijn nog
langer boos op hem te blijven, juist omdat hij dat nog verdiend. Jaren heeft hij de tijd gehad zijn fouten
te herstellen, maar hij deed dit niet. Zo jij bent ver weg! Ik schrok op uit mijn gedachten en keek
Charlotte vreemd aan. Gewapend met twee dampende mokken koffie ging ze naast me zitten. Lekker
Char, daar ben ik echt even aan toe. Ze lachtte. Ja dat zie ik. Waag het niet nog een keer zo lang
niets van je te laten horen. Ik hield mijn hand op mijn hart. Ik beloof het. Riep ik plechtig. Ze
grinnikte. Vertel tante Truus nu maar wat er allemaal met je aan de hand is. Want je ogen verraden
dat je hoofd een zooitje is. Ik knikte en ontweek haar blik. Denkend aan waar ik in Godsnaam moest
beginnen. We hebben de liefde bedreven. Gooide ik er maar in n keer uit. Voorzichtig keek ik haar
richting op om haar reactie te peilen. Haar mond stond wagenwijd open en haar ogen glinsterden. Na
een tijdje gilde ze het uit en schudde me hevig door elkaar! Hoe was het! O MY GOD SAFA, je bent
eindelijk een echte vrouw! Schreeuwde ze uit. Ik keek haar quasi beledigd aan. Ik voelde mijn oren
alweer gloeien toen ik aan de bewuste dag dacht. Nu heb je eindelijk de bevestiging dat hij ook van
jou houd! Ik zei niets, nam eerst een slok van mijn koffie en keek haar toen weer aan. Nou niet
echt. Ze fronsde. Hoe bedoel, niet echt? Ik zuchte. Hij heeft niet gezegd dat hij van me houd.
Voor hem was het pure lust. Ik zag het in zijn ogen. Ze ging meteen in de aanval. Hoe kun je nou
aan zijn ogen zien dat hij net van je houd. Ik bedoel, heb jij het wel tegen hem gezegd? Ik knikte.
Hmm, maar niet tegen Fahd Fahd, ik zei het tegen de slapende Fahd. En ik zette mijn zoetste
glimlach op. Ze zuchtte en fronsde nogmaals haar wenkbrauw. Safa, waarom zeg je het niet gewoon
tegen hem? Daar had ik nog niet echt over na gedacht. Waarom zeg ik het eigenlijk niet. Wat heb je

te verliezen!? Vroeg ze verwonderd. Mijn trots Charlotte. Mijn trots en mijn hart. Die zal het niet
kunnen verdragen als hij de woorden niet uitspreekt. En bovenal wil ik niet dat hij zich verplicht voelt
het terug te zeggen als hij het niet zo voelt. Waarom ben ik nou zo verdomde onzeker? Dacht ik
jammerend.
Ik stak de sleutel in het slot en opende de deur. Ik luisterde aandachtig of Fahd thuis was voordat ik de
deur achter me sloot. Het huis was muisstil. Mooi. Ik gooide de deur dicht, schopte mijn schoenen uit
en ging in de woonkamer zitten. Nog een keer keek ik om me heen alvorens ik mijn tas pakte. Ik griste
de brief eruit en legde hem voor me neer op de salontafel. Zo bleef ik een tijdje zitten. Kijkend naar de
sierlijke letters op de envelop. Ik had mijn vader altijd al benijd om zijn mooie handschrift. Hij moest
daar altijd om lachen. Ik schudde hevig mijn hoofd. Dit is niet het moment om gelukkige vader-dochter
momenten op te rakelen Safa, maak die brief open! Ik luisterde naar het stemmetje en pakte de
envelop op. Met mijn nagel scheurde ik hem open. Er viel me meteen een klein langwerpige brief in
het oog. Ik viel bijna flauw toen ik doorhad wat het was. Een cheque. Meer dan verbaasd keek ik naar
het riante bedrag dat er op stond gedrukt. Hoe kwam hij aan zoveel geld en nog belangrijker, wat moet
ik er in hemelsnaam mee? Nadat ik van de schrik was bekomen haalde ik de brief uit de envelop. Ik
slikte een opkomende brok weg toen ik de eerste zin las.
Mijn liefste dochter,
Waar ik moet beginnen? Ik heb geen idee. Allereerst wil ik zeggen dat het me spijt. Het spijt me
verschrikkelijk. Alle pijn die ik jou, je zus en je moeder heb aangedaan. Het spijt me, je zult me vast
niet geloven, alleen de almachtige weet dat ik het meen. Maar je weet waarom ik weg ben gegaan.
Om jullie te beschermen. Als ik bij jullie bleef, liepen jullie gevaar. Geloof me als ik het zeg Safa, maar
die criminelen waren allesbehalve lieverdjes. Als n van jullie iets zou overkomen, zou ik het mezelf
nooit vergeten. Egostisch, weet ik nu. Ik had gewoon bij jullie moeten blijven, jullie met mijn eigen
leven beschermen. Dat heb ik je moeder namelijk beloofd. Maar ik heb gefaald, als echtgenoot, maar
vooral als vader voor jou en je zus.
Safa, ik ben weer uit je leven verdwenen, voorgoed dit keer. Ik weet namelijk dat je mij nooit meer wilt
zien. Daarvoor is er teveel gebeurd. Vrede zal ik er nooit mee hebben, maar respecteren dat doe ik
wel. Ik respecteer je mijn lieve dochter. Hoe ver je het hebt geschopt. Geen vader is zo trots als ik ben
op jou. Je zult vast de cheque hebben gevonden die ik hierbij heb gestuurd. Die is voor jou en Aya,
zodat jullie samen een goed leven op kunnen bouwen. Zodat jij haar kunt geven, wat ik jou niet heb
kunnen geven.
Ik hoop dat je gelukkig zal worden in je huwelijk en dat je nieuwe familie je met open armen zal
ontvangen, want jij verdiend niet minder. Maar niet alles is wat het lijkt. Pas dus goed op jezelf. Ook ik
mis ze elke dag. En zal ze nog elke dag missen zolang als ik zal leven. En jou bovenal.
Ik houd van je mijn lieve dochter.
Je vader.
Ik huilde hard. Hard en onophoudelijk. De brief las ik nog drie keer over. En keer op keer storte er
weer een tranenvloed naar beneden. Hoe kan hij me nu weer in de steek laten? Hij had moeten
blijven, blijven en voor me moeten vechten.
Ik schrok me wezenloos toen ik de voordeur hoorde dichtklappen. Snel propte ik de brief tussen de
zitkussens en veegde mijn tranen weg. Hey, je bent terug? Vlug zette ik een gemaakte glimlach op,
maar ik ontweek zijn blik. Hij zal meteen zien dat ik heb gehuild. Ik heb gereserveerd voor vanavond.
Ik hoop dat je zin hebt om uit eten te gaan.. Eigelijk was dat wel het laatste waar ik zin in had, maar ik
wilde hem niet teleurstellen. Ja, ik ga meteen naar boven om me om te kleden. Snel liep ik langs
hem heen, maar ik voelde alweer hoe ik teruggetrokken werd. Ik deed een schietgebedje. Je hoeft je
niet om te kleden, je ziet er al schitterend uit. Ik lachtte flauwtjes en gaf hem een kus op zijn wang.
Snel liep ik weg. Ik ga me omkleden en jij gaat je scheren. Ik kon hem nog net horen lachen. In de
badkamer aangekomen liet ik mezelf tegen de deur vallen. Pff, that was close. Een beetje onwennig
zaten we tegenover elkaar aan het tafeltje. Geen van ons sprak. Ik keek hem aan. Kon ik zijn
gedachten maar lezen, dat zou alles een stuk makkelijker voor me maken. Hij nam een hap van het
lamsvlees. Zijn kaken spanden zich tijdens het kauwen. Elke keer keek ik met zo een grote

bewondering naar hem. Het feit dat hij zijn vader nog geen maand geleden heeft verloren en er zo
mee omgaat. Soms ben ik bang, dat het maar schijn is. Dat hij niet laat zien wat er cht in hem
omgaat. Wat ben je stil. Ik legde mijn vork neer. Van eten zou niets terecht komen dat weet ik nu
wel. Ik heb al de hele dag een misselijk gevoel. Ik voel me niet zo lekker. Zei ik, zonder hem aan te
kijken. Waarom zei je dat niet? Dan bleven we thuis. Ik trok mijn schouders op. Het is niet erg. Ik
ben alleen erg moe. Ik nam een slok van mijn glas water en lachte naar hem, om hem niet ongerust
te maken. Ik vond het heel lief dat hij me had meegenomen naar dit nieuwe Marokkaanse restaurant.
Zullen we morgen naar je moeder gaan? Hij stopte abrupt met het snijden in het vlees en legde het
bestek weg. Ik moet werken. Merkte hij droog op. Zijn stemming was meteen omgeslagen en even
had ik spijt dat ik erover begonnen was. Hij heeft het er ook heel moeilijk mee, dat zijn moeder kapot
gaat van verdriet. Ik stelde voor om haar in huis te nemen, omdat ze anders zo alleen is. Maar Rayan,
zijn vrouw en kinderen waren me voor. Totdat ze weer op eigen benen kan staan, dan gaat ze weer
terug naar huis. Naar het grote, lege huis. Ik kreeg rillingen als ik eraan dacht. Waarom zeg je niet
wat je op je hart hebt? Even wilde ik het doen. Vragen, of hij van me houd. Even maar. Toen kwam ik
weer bij mijn positieven. Er is niets, echt niet. Hij keek me nog even bezorgd aan en wenkte toen
een ober. De rekening. Eindelijk'.
Nadat ik me had omgekleed liep ik de slaapkamer in. Ik was zo moe, van alle inspanningen van
vandaag dat ik wel een week kon slapen. Door alle tranen die ik heb gelaten heb ik een fikse hoofdpijn
gekregen. Hopen dat die hoofdpijn, na een aspirientje verdwijnt. Ik vroeg me af waar Fahd was, sinds
we thuis zijn heb ik hem al niet meer gezien. Maar ik kon wel raden waar hij kon zijn. Na de dood van
zijn vader heeft hij zich vol op zijn werk gestort. Misschien dat hij het daardoor een beetje kan
vergeten.
Zachtjes klopte ik op de deur van zijn werkkamer. Toen ik niets hoorde deed ik de deur open. Ben je
al bijna klaar? Hij knikte zonder op te kijken van de stapels papier die over zijn bureau verspreid
lagen. Kom je slapen? Hmm, zo meteen. Hier nam ik geen genoegen mee. Ik liep op hem af en
trok zijn stoel van het bureau vandaan. Nee, nu. Zei ik dwingend, toen hij mij verbaasd gade sloeg.
Als antwoord hierop trok hij me naar zich toe. Lachend liet ik me op zijn schoot vallen. Zijn ogen
twinkelden vrolijk en zijn prachtige glimlach deden me zweven van geluk. Die had ik namelijk al een
tijdje niet gezien. Hij hield mijn gezicht tussen zijn handen en keek me toen wat serieuzer aan. Je
bent beeldschoon als je lacht. Hij sprak de woorden zo zacht uit, dat ik er kippenvel van kreeg. Uit
schaamte draaide ik mijn hoofd weg, maar hij dwong me weer naar hem te kijken. En ook als je
bloost. Ik lachte flauwtjes. Langzaam kwam hij dichterbij, totdat zijn zachte lippen de mijne kusten. Op
momenten als deze voelde ik me door hem geadoreerd. En momenten als deze waren sinds de
'daad', zeldzaam geworden. Weer sloeg de twijfel toe toen hij stopte. Nog vijf minuten en dan kom ik
echt. Fluisterde hij tegen mijn lippen aan. Ik stond op en liep zonder om te kijken de kamer uit. Sinds
we de liefde hadden bedreven, heeft hij haast geen lichamelijk contact meer gezocht. Hij had vast
spijt.
Zo snel als ik kon rende ik naar de badkamer. Nog geen seconde later kwam mijn hele maaginhoud
naar boven. Het overgeven was een ontzettend naar gevoel. De tranen stonden in mijn ogen en mijn
keel brandde onophoudelijk door alle zuren. Ik haatte overgeven. Toen ik klaar was trok ik door. Ik liep
naar de wasbak om mijn tanden te poetsen. Ik schrok van mijn spiegelbeeld. Ik was hartstikke bleek.
Pff, volgens mij heb ik iets verkeerds gegeten. Nadat mijn mond weer fris was sloop ik naar de
slaapkamer waar Fahd nog steeds lag te slapen. Muisstil kroop ik in bed en deed nog een poging in
slaap te vallen.
Nog geen uur later stond ik weer boven de wc pot. Ik dacht dat de eerste keer mijn maag al leeg was,
maar er kwam nog veel meer uit. Ik kreunde van de pijn. Ik zakte neer op de grond, want ik had
werkelijk geen kracht meer om op mijn benen te staan. Wat een verschrikkelijke nacht!
Safa? Ik hoorde mijn naam heel ver weg. Voorzichtig deed ik n oog open. Toen ik zijn bezorgde
blik zag, deed ik ook mijn andere oog open. Liefje, je bent ziek! Goh, hij meent het. Ik voelde me te
beroerd om overeind te komen. Ik blijf thuis vandaag, om je te verzorgen. Snel kwam ik overeind.
Nee, dat hoeft niet. Ik heb gewoon wat verkeerds gegeten. Ik ga nog even slapen en dan is het over.
Hij schudde beslist zijn hoofd. Fahd, voel maar aan mijn voorhoofd. Ik heb geen koorts. Ga nou maar,
als ik me toch te ziek voel, bel ik je. Dit stelde hem ietwat gerust. Weet je het zeker? Vroeg hij
zacht. Ja echt. Hij gaf me een kus op mijn voorhoofd en stond toen op. Meteen bellen! Ik knikte en
liet me weer in het kussen vallen. Het enige dat ik nog wilde was slapen!

Toen ik wakker werd voelde ik me al een stuk beter. Ik wist wel dat het niet ernstig was. Ik stond op om
te gaan douchen, daarna zou ik naar kantoor gaan om Fahd een lunch te brengen, maar met name
om mijn gelijk te tonen.
Gewapend met twee zakken sushi liep ik de hal in. Ik moest lachen toen ik de secretaresse zag.
Kennelijk werkt ze hier nog steeds. Maanden geleden had ze me nog proberen tegen te houden toen
ik Fahd nodig moest spreken met betrekking tot de voogdijzaak. Ik grinnikte toen ik haar blik zag. Ze
had me duidelijk herkent. Hoi, is hij op kantoor? Ze knikte beleefd. Ja, zal ik hem bellen mevrouw
BenNabil? Ik lachte en liep steevast door. Nee, dank je. En het is Baqir.
Ik opende de deur en zag hem verstoord opkijken. Maar die blik verdween meteen toen hij zag dat ik
het was. Ik voelde me schuldig, want hij was duidelijk in bespreking. O, sorry. Ik wacht buiten wel
even. Ik wilde snel weglopen, maar Fahd stond al op. Nee, schat dat is nergens voor nodig. Wij
waren klaar? Hij keek de man aan die nu lachend opstond.Inderdaad, ik stuur je de papieren
vandaag nog op. Hij pakte zijn tas en knikte vriendelijk toen hij langs me liep. Ik zei toch dat ik me al
beter voelde. Hij lachte. Inderdaad, je had helemaal gelijk. Ik zette een hand in mijn zij. Ik heb
altijd gelijk! Hij fronste. Ja, vast. Zijn blik ging naar de tassen in mijn hand. Hij sloop naar me toe.
Wat heb je voor lekkers meegenomen? Snel hield ik de tassen achter mijn rug. Vergeet het maar
meneertje. Niet alles is voor jou! Plotseling greep hij me vast. Ik uitte een kreet van schrik. Lachend
gooide hij de deur dicht en probeerde de tassen in handen te krijgen. Dit lukte hem gemakkelijk,
aangezien hij drie meter langer is dan ik. Een lach van overwinning verscheen op zijn gezicht. Quasi
boos liep ik achter hem aan. Hij stak zijn hoofd in het tasje en snoof de geur op. Ik wil ook wat
hebberd! Hij gooide zijn hoofd in zijn nek en lachte luid. Ik een hebberd? Leer eerst maar lief voor
mij te zijn. Ongelovig staarde ik hem aan. Sorry, maar is een lunch naar je man op kantoor brengen
soms niet lief? Hij ging zitten. Nee, dat is een verplichting. En hij zette zijn zoetste glimlach op.
Schurk! Neurind liepen we naar buiten. Hij was duidelijk in een erg goede bui. En ook ik was vrolijk,
dolgelukkig zelfs. Ineens voelde ik hoe hij mijn hand pakte en zijn vingers de mijne verstrengelden.
Verbaasd over het gebaar keek ik naar hem op, maar hij hield zijn blik strak voor zich. Toen we mijn
auto waren genaderd stonden we stil. Hij stond erop me naar de auto te brengen. Jammer genoeg
had hij nog veel werk te doen, waardoor hij niet mee naar huis kon. Nog steeds had hij mijn hand vast.
Nou, ik ga maar weer eens. Zei ik zo luchtig mogelijk. Hij knikte, maar hij zag er gespannen uit. Hij
keek me diep in mijn ogen aan en opende zijn mond om wat te zeggen. Safa, ik Verder kwam hij
niet. Zijn telefoon ging en hij haalde verstoord het ellendige ding uit zijn zak. Ja. Bromde hij kortaf.
Na een kort gesprekje hing hij op en zuchtte. Ik moet gaan. Bedankt voor de sushi. Hij bukte zich
naar me toe en kuste me. Daarna liep hij lachend weg. Wat deed hij vreemd. Ik schudde de gedachte
van me af en stapte de auto in om naar huis te rijden.
Alle gordijnen in de woonkamer had ik gesloten. Het was pikdonker in de kamer. Maar dit was de
enige manier om mijn hoofdpijn te stillen. Ik had een nat washandje op mijn voorhoofd gelegd. En dit
voelde erg aangenaam. Al was het voor maar vijf minuten. Ergens maakte ik me zorgen. Ik heb nog
nooit last gehad van zulke hoofdpijnen. Het zal toch niets ernstigs zijn?
Na een tijdje voelde ik hoe de hoofdpijn langzaam wegtrok. Ik kon mijn ogen weer openen zonder te
vergaan van de pijn. Ik besluit morgen een afspraak te maken bij de huisarts. Net toen ik opstond om
de gordijnen te openen ging mijn telefoon. Ik rende ernaartoe hopend dat het Fahd was. Er verscheen
dan ook een lach op mijn gezicht toen ik zag dat het inderdaad Fahd was die belde. Lachend nam ik
op. Ik wist dat jij het was. Het was stil aan de andere kant van de lijn. Ik hoorde hoe hij zijn keel
schraapte. Kom nu naar Rayans huis. Nog voor ik kon antwoorden had hij al opgehangen. Een
angstig gevoel sloop mijn lichaam in en deed een rilling over mijn rug lopen. Er zal toch niet weer iets
ergs zijn gebeurd?
Buiten adem kwam ik de huiskamer in gestrompeld met Rayan achter me aan die de deur voor me
had geopend. Hij zag er gespannen uit. Faouad en Fahd zaten op de bank, met tussen hen in hun
moeder. Ik groette iedereen, maar niemand die iets terug zei. Zijn moeder was in tranen. Ik wilde naar
haar toelopen om haar te troosten en te vragen wat er in hemelsnaam aan de hand is, maar iets in me
hield me tegen. Was het de angst die mijn lichaam in was geslopen? Gespannen keek ik naar Fahd
die nu opstond en naar me toe kwam lopen. Wanneer heb je voor het laatst iets van hem gehoord?
Ik kon de haat in zijn blik zien. Waar had hij het in hemelsnaam over? Niet begrijpend keek ik hem
aan. Ik stelde je een vraag! Hij schreeuwde zo hard dat mijn oren ervan gingen suizen. Snel nam ik
een stap achteruit. Fahd, hou op. Zij kan er ook niets aan doen! Rayan kwam tussen ons instaan en

keek zijn broer waarschuwend aan. Fahd draaide zich om en liep naar het raam. Safa, je vader?
Wanneer was de laatste keer dat je iets van hem hebt gehoord? Niet begrijpend keek ik hem aan. Ik
kon haast niet denken door de hoofdpijn die zich weer in mijn hoofd had genesteld. De brief! Maar als
ik dat nu ga zeggen zal Fahd woedend worden dat ik iets voor hem heb verzwegen. Op de bruiloft.
Zei ik zacht. Hij knikte en ging zitten. Mag ik nog weten wat er aan de hand is. Jullie maken me een
beetje bang. Zenuwachtig friemelde ik aan de mouw van mijn vest. Fahd draaide zich om. En kwam
naar me toegelopen. Dat zal ik je vertellen. Jouw vader heeft mijn vader vermoord! Zijn moeder
begon hard te huilen. Faouad pakte haar hand en troostte haar. Met grote ogen staarde ik Fahd aan.
Maar, het was toch een hersenbloeding? De trilling was duidelijk in mijn stem te horen. Een
hersenbloeding die jouw vader heeft veroorzaakt! Hij schreeuwde hard. Ik werd er bang van. Het
liefst was ik nu in een hoekje gekropen. Rayan nam het woord over. Safa, je vader had jullie lang
geleden in de steek gelaten. Heeft hij je ooit verteld waarom? Ik dacht hard na, maar dit was haast
onmogelijk door de verschrikkelijke hoofdpijn en alle emoties die door mijn lichaam raasden. Ik
plaatste mijn wijsvingers tegen mijn slapen aan. Eh, ja hij vertelde dat we in gevaar waren. Hij was
destijds advocaat en er zaten criminelen achter hem aan omdat hij ze in de gevangenis probeerde te
krijgen. Ze keken elkaar n voor n aan. Maar wat heeft dat hiermee te maken? Jouw vader
heeft mijn vader opgezocht, een paar dagen voor Hij maakte zijn zin niet af. Nog steeds begreep ik
er niets van. Zijn moeder huilde nog steeds onophoudelijk. Mijn moeder, ze praat weer. En heeft ons
verteld hoe mijn vader zijn laatste dagen heeft beleefd. Zei Fahd. Er was geen enkele emotie meer in
zijn ogen te zien. Twee dagen voor mijn vader overleed, heeft jouw vader hem bezocht. Ik schrok.
Mijn vader? Maar hij kent hem helemaal niet. Toch? Hij was hier en schreeuwde dat mijn vader de
oorzaak was dat hij zijn gezin voor altijd kwijt is. Plotseling ging er een belletje rinkelen. Nu begrijp ik
het. Mijn vader, maanden geleden in het caf. Hij vertelde mij het hele verhaal. Waarom hij wegging.
Daarom wilde hij niet dat ik met Fahd zou trouwen. Fahds vader was de verdedigend advocaat die de
zaak had gewonnen, waardoor die criminelen vrijkwamen! Fahd knikte zacht, alsof hij wist dat zojuist
alle puzzelstukjes in elkaar waren gevallen in mijn hoofd.
Maar ik heb er toch niets mee te maken? Ik liep snel op zijn moeder af en knielde voor haar neer
zodat ik haar kon aankijken. Geltie, ik heb mijn vader in jaren niet gezien. Ik veracht de man. Dit is
niet mijn schuld! De tranen rolden over mijn wangen. Zijn moeder pakte mijn hand vast, ze kon niets
uitbrengen. Faouad schoot overeind. O ja, en wie verteld ons dat jouw vader je niet stuurde om later
mijn vader te kunnen aanvallen? Dit was werkelijk te belachelijk om aan te horen. Ik keek naar Fahd,
en wachtte tot hij het voor me op zou nemen. Iets in me zei, dat ik dan lang kon wachten. Zijn mama
en ik de enige die niet ons verstand verloren zijn? Riep Rayan kwaad uit. Fahd, praat met je vrouw
verdomme! Huilend stond ik op en veegde ruw mijn tranen weg. Dus jij denkt ook dat ik een spion
van mijn vader was? Hij ontweek mijn blik. Ik haalde diep adem en rechtte mijn rug. Jij, van alle
mensen acht mij tot zoiets in staat? Ik draaide me om en liep de kamer uit. Het huis uit. Hij kwam me
niet achterna. Dit was voor mij de bevestiging dat hij het inderdaad zo zag.
Huilend lag ik in bed. Uren heb ik beneden op hem gewacht,maar hij is niet thuis gekomen. Ik kan het
niet geloven. Dit kan ik niet geloven. Zelfs nu hij weg is verpest hij mijn leven. Eindelijk had ik een
familie. Eindelijk had ik mijn leven weer op de rit, ergens wist ik wel dat het te mooi was om waar te
zijn. Er rust duidelijk een vloek op me, dat elk sprankje geluk in mijn leven wegneemt.
Ik werd wakker. Mijn nek zeurde van de spierpijn. Al een week is het voor mij onmogelijk om te slapen.
Ik heb mijn intrek in de logeerkamer genomen. Hij negeert me steevast en weigert me ook maar aan
te kijken. Hij heeft tijd nodig. Als ik niet van hem had gehouden had ik allang mijn koffers gepakt. Maar
helaas. Ik houd van hem, met heel mijn hart. Hetzelfde hart, waar hij hard op had getrapt door mij de
dood van zijn vader in de schoenen te schuiven. Ik moet met hem praten dat weet ik, maar ik ben
bang voor de confrontatie. Stel dat hij wil dat ik wegga. Wat moet ik dan doen? Waar moet ik heen? Ik
kan onmogelijk terug naar Marokko. Ik kan Aya hier niet alleen laten.
Nadat ik me had opgefrist liep ik naar beneden waar ik hem op de bank aantrof. In zijn handen hield
hij een krant die hij aan het lezen was. Ik liep naar hem toe. We moeten praten. Geen reactie. Hij
keek niet eens op. Ik voelde de tranen alweer achter mijn ogen prikken. Ik voelde me zo machteloos.
Je kunt me op zn minst aankijken! Ik trok de krant uit zijn handen en gooide hem op de grond. Ik
heb er verdomme niets mee te maken. Ik weet dat je je vader mist, en dat je woedend bent, maar die
woede moet je niet op mij afreageren. Nog steeds zei hij niets. Hij stond langzaam op, zonder mij aan
te kijken. Met grote stappen liep hij de kamer uit en sloot de voordeur hard achter zich dicht. Kwaad
smeet ik alles van tafel. Het gekletter van gebroken glas weerklonk door het hele huis. Huilend liet ik
mezelf op de grond vallen. Mama, wat moet ik doen?

Snikkend snoot ik mijn neus in het zakdoekje dat Charlotte me had aangereikt. Zij was net zo
verbouwereerd door dit hele verhaal als ik ben. Hoe kan hij zoiets van je denken? Alsof jij
verantwoordelijk bent voor je vaders daden. Toen ik uitgesnoten was keek ik haar weer aan. Haar blik
stond vol medelijden. Jij blijft bij mij slapen. Ik keek haar dankbaar aan. Het laatste dat ik wilde was
naar huis gaan. Alhoewel ik er niet zeker van was of het nog wel mijn huis was. Hoe heeft mijn leven
zo kunnen lopen. Na alles wat ik al heb meegemaakt is het nog niet genoeg. Als ik wist dat het zoveel
pijn deed van iemand te houden. Dan had ik mezelf hier voor behoed.
Ik hoorde mijn telefoon onophoudelijk afgaan. Ik vervloekte dat ding. Ik stond op, pakte hem van tafel
en keek op het scherm. Een nummer dat ik niet kende verscheen. Ik nam op. Safa? Een zware stem
was te horen. Wie het was? Ik had werkelijk geen idee. Met wie spreek ik? Zei ik nors, boos dat
diegene mijn slaap heeft verstoord. Hassan. Ik was meteen klaar wakker. Er is toch niets met Aya?
Het was even stil aan de andere kant van de lijn. Nee, ze maakt het goed. Ik zuchtte van opluchting.
Maar werd meteen nieuwsgierig. Waarom belde hij. Safa, we moeten praten. Kunnen we elkaar
ontmoeten? Zijn stem klonk niet zo zelfverzekerd als hij altijd was. Nadat we een plek en tijd hadden
afgesproken hing ik op. Wat zou er zijn? Zou hij zich eindelijk realiseren dat hij niet voor Aya kan
zorgen? Ik was allang blij dat ze terug waren van vakantie en kon niet wachten Aya in mijn armen te
sluiten. Vlug kleedde ik me om. Toen ik op de klok keek zag ik dat het al na middernacht was. Ik wilde
Charlotte niet wakker maken, dus schreef ik snel een briefje, mocht ze wakker worden en me niet
aantreffen. Was BenNabil maar bij me. Hij had met me mee kunnen gaan. Ik stond namelijk niet te
popelen midden in de nacht naar Hassan toe te gaan. Dezelfde Hassan die me enkele maanden
geleden zo had toegetakeld.
Voor het caf zette ik mijn auto tot stilstand. Ik vond het raar dat we niet gewoon bij hem thuis
afspraken, aangezien dat niet ver hiervandaan is. Toen ik het caf binnenliep, waar de muziek luid
hoorbaar was keek ik zoekend om me heen. Hassan was nergens te bekennen. Net toen ik weer naar
buiten wilde lopen hoorde ik mijn naam. Het kwam van helemaal achter het caf. Ik zag iemand met
een pet op die ver over zijn gezicht was getrokken. Twijfelend liep ik op hem af. Wat kan er nu
gebeuren met al die mensen hier. Zei ik om mezelf niet nodig ongerust te maken. Pas toen ik plaats
nam zag ik dat het Hassan was. Hij had een baard laten groeien en zijn ogen waren bloed doorlopen.
Wat is er in Godsnaam met hem aan de hand. En nog belangrijker, waar is Aya! Waar is Aya? Vroeg
ik bezorgd. Ze slaapt. En hij keek me aan. Zijn ogen schoten zenuwachtig heen en weer. Alsof hij
bang was dat we werden bekeken. Als je Aya ooit nog terug wilt zien zul je moeten dokken.
Ongelovig staarde ik hem aan. Jij gore klootzak! Wat heb je met haar gedaan! Hij beval me mijn
mond te houden en nadat hij de omgeving weer had geobserveerd ging hij verder. Ze zitten me op de
hielen Safa, ik heb schulden en ze willen me dood hebben. Ik kon het niet geloven. Die klootzak heeft
Aya in gevaar gebracht. Ik heb snel vijftigduizend euro nodig! Ik proestte het uit, omdat ik ervan
uitging dat hij een grapje maakte, maar na het zien van zijn doodserieuze blik stierf de lach op mijn
lippen. Jij bent gek! Zoveel geld heb ik niet. Hij haalde zijn hand door zijn baard. Houd op met de
onzin, je mannetje heeft het veelvuldige. Ik dacht na. Dat had hij inderdaad, maar ik kan hem niet om
zo veel geld vragen en al helemaal niet op dit moment. Toen schoot het me weer te binnen. DE
CHEQUE! Als je betaald, mag je haar houden, ik ga weg en je ziet me nooit meer terug. Ik vormde
mijn ogen tot spleetjes en observeerde hem goed. Hij heeft me al eerder in de maling genomen. Wie
zegt me dat je later niet weer terug komt om haar op te eisen? Hij keek weer schichtig om zich heen.
Geloof me Safa, als ik weg ben kom ik niet meer terug. En stap terug in dit land en ze vermoorden
me. Ik werd bang en onbewust had ik medelijden met hem. Hoe erg ik hem verafschuwde, ik wenste
hem niet dood. Ik zorg voor het geld. Morgenmiddag n uur zie ik je hier terug. Met Aya. Hij knikte
en stond op om weg te gaan. Safa, bedankt voor het redden van mijn leven.
Zachtjes stak ik mijn sleutel in het slot en draaide hem om. De deur kraakte toen hij openging. Ik
stapte naar binnen en keek om me heen. Zijn auto stond er gelukkig niet, wat betekende dat hij niet
thuis was. Snel liep ik de woonkamer in naar de zitbank. Ik gooide alle kussens van de bank en haalde
opgelucht adem toen ik de envelop zag liggen. Precies op de plek waar ik hem achter had gelaten.
Snel haalde ik de cheque uit de envelop. Ik zou zelfs geld overhouden, maar hier wilde ik niets van
hebben. Alles wat ooit van hem is geweest, daar wil ik niets mee te maken hebben. Vanaf vandaag is
het definitief. Ik heb geen vader en zal er ook nooit n hebben. Ik propte de cheque in mijn tas en
haastte me weer naar mijn auto. Om op weg te gaan naar de bank, waar ik de cheque ging
verzilveren. Een lach verscheen op mijn gezicht. Na vandaag had ik eindelijk mijn engeltje weer terug.
Met de zware tas in mijn hand loop ik het caf weer in. Mijn hart klopte in mijn keel. In vergelijking met
gisteravond is het een stuk rustiger hier. Iedereen is vast zijn roes aan het uitslapen. Toen ik om me
heen keek, zag ik Hassan nergens zitten. Ik besloot om op dezelfde plek te zitten, waar we

gisteravond zaten. Ongeduldig wachtte ik af. De tijd streek voorbij en met de minuut werd mijn angst
groter. Wat als ze hem te pakken hebben gekregen en Aya erbij!? Maar gelukkig waren mijn
vermoedens geen werkelijkheid geworden. Ik zag hoe Hassan en Aya zoekend om zich heen keken.
Toen Aya mij in de gaten had rende ze naar me toe en sprong in mijn armen. Een traan biggelde over
mijn wang. Pas nu ik haar weer vast had realiseerde ik me hoe erg ik haar gemist had. Ik was ook zo
druk met andere dingen bezig. Terwijl juist zij, de belangrijkste is in mijn leven.
Hassan zuchtte opgelucht toen hij de tas zag staan. Aya zat aan de bar aan haar chocolade melk te
nippen en de barman de oren van zijn hoofd te kletsen. Ik had nog even een appeltje met Hassan te
schillen voordat ik hem het geld zou geven. Ironisch eigenlijk, dat je op het punt gekomen bent hulp
in te roepen van de vrouw die je veracht. Hij boog zijn hoofd. Voordat ik je het geld geef, wil ik dat je
weet dat je mijn leven hebt vergalt. Door het enige dat ik liefhad in mijn leven van me af te nemen.
Zonder blikken of blozen. Je bent allang niet meer de man waar mijn zus mee trouwde. En ook niet de
man die zijn dochter liefdevol in zijn armen hield de dag dat ze ter wereld was gekomen. Je bent een
man zonder geweten. Mijn zus zou zich omdraaien in haar graf als ze wist dat dit was wat er van je
geworden is. Ik zag hoe zijn ogen vochtig werden. Mijn woorden hadden duidelijk impact. Nu pas, nu
het te laat was. Ik gooide de tas over het tafeltje naar hem toe. Hij keek niet op, pakte de tas en stond
op. Het spijt me Safa, het spijt me echt. Zei hij snikkend. Dit was niet de Hassan die de touwtjes
maandenlang in handen had. Dit was een zielige man, die niets meer had om voor te leven. Het ga je
goed Hassan. Hij draaide zich langzaam om en liep naar Aya toe die aan de bar zat. Ik zag hoe hij
zijn vinger op haar neusje legde en naar haar lachte. Onbewust zag ik mezelf in haar. Op bijna
dezelfde leeftijd verdween ook mijn vader uit mijn leven. Maar in dit geval, weet ik dat het voor Aya het
beste is.
Nadat ik Aya bij Charlotte had afgezet reed ik naar huis om mijn spullen op te halen. Ik wilde niet dat
Aya de situatie zou zien waar Fahd en ik in verkeren. Ik was opgelucht toen ik zag dat zijn auto er nog
steeds niet stond. Nu kon ik met een gerust hard mijn kleren halen. Ik opende de deur en rende
meteen naar boven. Daar aangekomen opende ik de slaapkamerdeur. Meteen drong zijn geur mijn
neusgaten binnen. God wat miste ik hem. Ik schudde mijn hoofd om wakker te worden uit mijn droom
en haalde een koffer vanonder het bed vandaan. Toen ik de kast had geopend en ik mijn kleren in de
koffer had gedaan liep ik de slaapkamer weer uit.
Voor zijn werkkamer hield ik halt. De deur stond op een kier en ik duwde hem verder open. Het was
hier n grote puinhoop. Mijn oog viel op een album dat op het bureau lag. Ik liep er langzaam
naartoe. Het fotoalbum lag open en een breed grijnzende Safa staarde me aan. Ik weet het nog als de
dag van gisteren. Het was op onze huwelijksreis, net nadat we die chaos op het strand hadden
veroorzaakt. Onze gezichten die onder het zand zaten stonden dicht tegen elkaar aan op de foto. Hij
had een kus op mijn wang gepland net toen hij de foto schoot. Ik trok de foto los uit het album en deed
hem in mijn tas. Er liep een traan over mijn wang. Dit was de foto waar het overduidelijk was hoe
gelukkig we waren.
In gedachten verzonken liep ik weer naar beneden. Ik kreeg de schrik van mijn leven toen ik zag dat
hij in de woonkamer stond. Hij had iets in zijn handen. Mijn ogen werden groot van ongeloof. O God,
de brief van mijn vader. In alle haast was ik hem vergeten mee te nemen. Ik zette mijn koffer neer. Zijn
gezicht schoot omhoog toen hij het opmerkte. Uit zijn ogen kon ik opmaken dat hij woedend was.
Furieus zelfs. Dus de laatste keer dat je iets van hem hoorde was op onze bruiloft? En hij hield de
brief omhoog. Ik durfde niets te zeggen. Stond hem alleen maar aan te gapen. Hij scheurde de brief
in honderden stukjes en keek me toen aan. Zijn kaken had hij stevig op elkaar geklemd. Ik durfde het
niet te zeggen. Hij lachte spottend. Het maakte me bang. Langzaam liep hij naar me toe. Ik stond aan
de grond genageld. Wie was dit? Dit was niet de Fahd die ik kende. Toen hij nog geen centimeter bij
me vandaan stond stopte hij. Mijn angst kon ik niet meer verbloemen en ik ademde snel. Wat is er?
En een lach sierde zijn lippen. Ik begon te huilen en deed een stap naar achter. Fahd hou alsjeblieft
op je maakt me bang. Mijn gesnik was luid te horen. Hij hield op met lachen. Zijn blik was veranderd.
Hij knikte naar de koffer in de gang. Je hebt je spullen al gepakt zie ik? Goed, dan zijn we klaar. Ik
schrok van zijn harde woorden. Boos liep ik naar hem toe en pakte hem bij zijn arm. Nee wij zijn niet
klaar! Hou op, doe gewoon tegen me. Ik ben je vrouw. Mijn harde woorden weerklonken door de
kamer. Hij leek niet onder de indruk van mijn geschreeuw. Ik sloeg met mijn vuisten tegen zijn rug.
Verdomme we hebben de liefde bedreven! Betekende dat dan niets voor jou! Hij draaide zich om en
greep mijn polsen vast. Spijt! Dat heb ik. Jij bent al ellende sinds de dag dat je in mijn leven kwam.
Rania verdiende het niet te sterven! Mijn ogen werden groot van schrik. Hij was zelf ook geschrokken
van wat hij zojuist had gezegd. Ik trok mijn polsen los. Het was doodstil in de kamer. Zij verdiende het
niet te sterven, maar ik wel? Zo bedoelde ik het niet. Fluisterde hij haast onhoorbaar. Ik wou dat ik

je nooit had ontmoet. Ik pakte mijn koffer, rechtte mijn rug en zonder nog om te kijken liep ik, voor de
laatste keer, het huis uit.
De tranen vertroebelden mijn zicht op de weg, maar dat kon me niets schelen. Ik wilde zo snel en zo
ver mogelijk bij hem vandaan zijn. Herhaaldelijk veegde ik de tranen uit mijn ogen. Tevergeefs, want
ze keerden steeds weer terug. Het was een mirakel dat mijn hart nog niet was gestopt met kloppen na
alle pijn en ellende. Ik haalde opgelucht adem toen ik het huis van Charlotte naderde. Toen ik stopte
keek ik in de achteruitkijkspiegel. Ik zag eruit alsof ik maanden geen slaap heb gehad. Vlug
fatsoeneerde ik me een beetje alvorens ik uitstapte. Ik wilde niet dat Aya me zo zou zien. Na enkele
minuten stond ik met mijn koffer voor de deur en klopte ik met lood in mijn schoenen- aan.
Charlotte deed de deur open. Zonder haar aan te kijken liep ik naar binnen. Waar is Aya? Mijn stem
trilde. Ze slaapt lieverd, gaat het? Ik draaide me om, liet mijn koffer vallen en vloog haar in de
armen. Het is voorbij Charlotte. Ze hield me stevig vast. Het is over. Herhaalde ik alsof ik het zelf
amper kon geloven. Over. Tante Safa? Ik voelde hoe ze haar hand op mijn rug legde en me zachtjes
heen en weer schudde. Ik was zo ontzettend moe, maar desondanks opende ik toch mijn ogen en
keek recht in het bezorgde gezichtje van Aya. De hoofdpijn was de afgelopen week alleen maar
toegenomen. Charlotte heeft me eergisteren gedwongen naar de huisartsenpost te gaan, waar ik een
bloedonderzoek heb ondergaan. Helaas duurt het een paar dagen voor de uitslagen binnen zijn. En
dus duurt het ook een paar dagen voor ik gepaste medicijnen kan krijgen. En de vele huilbuien
bevorderen de genezing ook niet echt. Goedemorgen engeltje. Met mijn hand streel ik haar warme
wang. Morgen? Het is al middag hoor! Verbaasd draaide ik mijn hoofd naar de wekker die naast me
op het nachtkastje stond. Vier uur! Ik schrok me een ongeluk. Wie heeft haar in Godsnaam
opgehaald van school? Je kwam maar niet, dus ben ik komen lopen. Ik schoot overeind. Alleen?
Langs die twee drukke straten? Ik kon mezelf wel voor mijn kop slaan. Hoe heeft het zo ver met me
kunnen komen. Ik wreef de slaap uit mijn ogen. Liefje, ga maar alvast televisie kijken, ik ga douchen
en daarna gaan we heerlijke pannenkoeken bakken! Gillend sprong ze van het bed en rende naar de
huiskamer. Voor het eerst sinds een week verscheen er een lach op mijn gezicht. Ok Safa, get your
lazy ass out of bed!
Nu moet je de melk erbij gieten, voorzichtig h. Het was aandoenlijk te zien hoe geconcentreerd ze
de melk bij het beslag goot. Al sinds dag n dat we terug in Nederland zijn is ze verzot op
pannenkoeken, en dan vooral het bereiden ervan. Ik weet nog dat mijn moeder, mijn zus en ik elke
vrijdagmiddag na school in de keuken stonden om ze te maken. Meel dat over de grond bezaaid lag,
deeg dat in de lucht gegooid werd en ja, ook melk die naast de schaal belandde. Het was dan ook
altijd een verschrikkelijke puinhoop achteraf, maar het was het driedubbel waard geweest. Tante
Safa Ze zei het zacht en het viel me op dat ze mijn blik ontweek. Ja, wat is er? Wanneer gaan
we weg? Ik keek haar vragend aan. Vind je het niet meer leuk bij Charlotte? Nog steeds keek ze
me niet aan. Met een soeplepel schonk ik de eerste lading beslag in de koekenpan. Jawel, maar bij
jouw huis had ik een eigen kamer. Ik hield mijn adem in. Ze bedoelde bij Fahd thuis. Snel slikte ik een
brok weg. Elke dag werd ik wel aan hem herinnerd. Ik haalde de pannenkoek uit de koekenpan die
ondertussen al een mooie goudbruine kleur had. Ik draaide me naar haar om. Lieverd, kijk me eens
aan. Ze gehoorzaamde. Tussen mij en Fahd Ik moest even slikken voordat ik verder ging. Het is
niet helemaal goed gegaan tussen ons. Rustig wachtte ik haar reactie af. Bedoel je dat we daar niet
meer wonen? Ik knikte langzaam. Was hij gemeen tegen je? Ik hield het bijna niet meer. Nee hoor,
helemaal niet schat. Wil je even snel de televisie uitdoen engeltje? Net toen ze weg was barstte ik in
snikken uit. Dit kan zo niet langer.
Aan tafel was het reuze gezellig. Voor even heb ik Fahd uit mijn gedachten verbannen. En ik moest
zeggen dat ik me daardoor beter voelde dan alle dagen dat ik wl aan hem dacht. Aya kwebbelde
weer als gewoonlijk de oren van Charlottes hoofd terwijl zij van het lachen bijna in een stukje
pannenkoek stikte. Het werd doodstil toen de deurbel ging, waarna we weer alle drie in lachen
uitbarstten. Ik kijk wel! Aya sprong van tafel en holde naar de deur. Na enkele seconden kwam ze
buiten adem terug rennen. Tante Safa, mag ik beneden met Tineke spelen? Ik knikte lachend.
Maar Niet met vreemden praten, ik weet het! En ze rolde met haar ogen. Wonderbaarlijk hoe
snel ze groeide. Met haar jas nog niet eens aan rende ze de deur uit en gooide de deur dicht. Zij
heeft energie! Zei Charlotte nog nalachend om Ayas gedrag. Dat heeft ze niet van mijn kant van de
familie. Zei ik trots. Ik zag hoe haar blik serieus werd. Je bent geweldig weet je dat. Ik voelde me
alles behalve geweldig. Hoe je overeind krabbelt bedoel ik. Ik zou nu ergens in de goot liggen. Ik
slikte mijn hap weg en dronk mijn glas water in n teug leeg. Geloof me Charlotte, zonder jou en

Aya lag ik daar nu ook. Ze schudde haar hoofd. Dat denk ik niet Saf. Je bent sterker dan je denkt. En
hier kom je vroeg of laat, helemaal overheen. Ik wist ook wel dat ze gelijk had, maar diep, heel diep in
mijn hart, hoopte ik dat alles toch nog goed zou komen.
Ik kwam binnenlopen en gooide de huissleutels op tafel. Ik was vandaag al vroeg op. Ik heb namelijk
met Aya afgesproken dat ik vanaf heden elke ochtend op tijd opsta op haar naar school te brengen.
Dit heeft ze niet verdiend. Al is ze blij dat ze weer bij mij is. Ergens zie ik wel dat ze haar vader mist. Ik
hoop voor hem , dat hij zijn problemen heeft opgelost en er zonder kleerscheuren vanaf is gekomen,
maar ergens betwijfel ik het. Ik deed mijn jas uit en begon van de ontbijttafel af te ruimen. Het was net
als gisteravond ontzettend gezellig aan tafel. Aya was echt de sfeermaker hier in huis. Maar ik wist dat
ik niet lang op Charlottes goedheid kon leunen. Het was tijd om op eigen krachten te leven. Ik sprak
met mezelf af om deze week nog naar een huisje op zoek te gaan. Ik was net klaar toen de deurbel
ging. Ik liep naar de deur en opende deze. Voor me stond een koerier. Is mevrouw Baqir hier ook
aanwezig? Ik nam hem onderzoekend op. Daar spreekt u mee Uit zijn tas haalde hij een grote
bruine envelop tevoorschijn. Zou het weer een brief van mijn vader zijn? Ik tekende ter bevestiging dat
ik de brief in ontvangst had genomen, bedankte de koerier en liep naar binnen. Ik draaide de envelop
op in de hoop er een afzender op te vinden, maar helaas. Ik wilde net de brief openmaken toen mijn
telefoon ging. Ik haalde hem uit mijn jaszak en nam op. Met Safa.. Een kuch. Goedemorgen
mevrouw Baqir, u spreekt met de assistente van dokter Jacobs. Ik was meteen klaarwakker.
Onbewust begon mijn hart sneller te kloppen. De afgelopen dagen had ik op internet een beetje
opgezocht wat die hoofdpijnen zouden kunnen zijn. En helaas was het niet veel goeds. Ze ging verder
toen ik niets terugzei. We hebben de uitslagen van uw bloedonderzoek binnen en de dokter wil graag
dat u langskomt. Ik dacht na. Nu meteen? Ik raakte een beetje in paniek. Als het kan heel graag,
want na twaalven moet hij rondes lopen. Ik ademde een paar keer diep in en uit. Goed ik zal er zijn.
Met trillende vingers hing ik op. Ik ging al meteen van het ergste uit. Want als het niet ernstig was,
hoefde ik niet langs te komen. Toch? Met een hart die in mijn keel klopte, zat ik gespannen in de
wachtkamer. Mijn been trilde hevig op en neer en ook mijn handen gingen aardig tekeer. Toen ik zag
dat een wat oudere vrouw mij vreemd aankeek, klemde ik mijn handen tussen mijn benen. Ik zag er
waarschijnlijk ook uit als een volslagen idioot. Een afkickende junk misschien wel door al dat getril,
maar ik kon er werkelijk waar niets aan doen. De tijd kroop voorbij en ik betrapte mezelf erop elke
minuut op de klok boven de ingang te kijken. Het was vrij druk in de wachtkamer. We waren dus
allemaal mensen die waarschijnlijk iets mankeren. Ik werd uit mijn overpeinzingen gehaald door een
oude man die de deur van de behandelkamer opende. Hij strompelde langzaam vooruit en even had
ik de neiging om hard weg te rennen. Maar toen ik mijn naam hoorde, wist ik dat er geen weg meer
terug was. De oude vrouw schonk me een bemoedigende knik toen ze mijn angstige gezicht zag. Ik
lachte dankbaar. Nog langzamer dan de oude man liep ik de behandelkamer in. Ik sloot de deur achter
me en ging zitten. Dokter Jacobs was druk bezig in zijn computer te tikken, waardoor ik de tijd had
hem eens goed te observeren. Hij had zich duidelijk niet geschoren vanmorgen. Zijn bril had hij op het
puntje van zijn neus gelegd, wat hem een strenge uitstraling gaf. In een ruk draaide hij zijn gezicht
naar me toe. Mevrouw Baqir. Uw testuitslagen zijn binnen. Ik knikte zenuwachtig. Hij keek me lang
aan alvorens hij verder ging. Ik kon het wel uitschreeuwen. Verlos me uit mijn lijden!
Uw bloedwaarden zijn opmerkelijk gedaald. U heeft last van bloedarmoede. Ik haalde opgelucht
adem. Bloedarmoede, een paar stevige porties spinazie en ik ben weer de oude. Godzijdank. Ik
dacht dat ik iets ernstigs onder de leden had. Zei ik lachend. Ernstig? Nee in tegendeel,
gefeliciteerd, u bent zwanger! De lach stierf van mijn lippen. De wereld stopte met draaien en de klok
stopte met tikken. Voor een paar minuten waande ik me in een droom. Totdat ik in lachen uitbarstte.
Echt waar ik kwam niet meer bij van het lachen. Gaat het wel met u? Toen ik een beetje was
bekomen en de tranen weg had geveegd die waren ontstaan door mijn lachbui, keek ik hem weer aan.
Ik kan helemaal niet zwanger zijn, ik ben namelijk vorige week nog ongesteld geworden. Zo wat had
die ongeschoren grapjas daar op terug. Uit uw bloedonderzoek blijkt echt dat u zwanger bent. U kan
last hebben gehad van prenatale bloedingen, waardoor u dacht dat het uw menstruatie was. Ik
luisterde maar half. Ik kan helemaal niet zwanger zijn. Uw bloedingen, waren die zoals altijd, of
minder? Ik dacht diep na. Ja goed, het was iets minder dan altijd, maar dat hoeft niet meteen te
betekenen dat ik zwanger ben. Of? Ik verwijs u door naar de gynaecologe, zij kan het dan met
zekerheid vaststellen. Ik knikte afwezig en nam het kaartje in ontvangst. Hij wenste me nog een fijne
dag, maar ik was niet in staat te reageren. Als een zombie liep ik de praktijk uit. Pas toen ik buiten
stond en de frisse lucht in mijn gezicht waaide was ik pas terug op aarde. Ik legde mijn handen op mijn
onderbuik, alsof ik die zogenaamde baby zou kunnen voelen. Ik? Zwanger? Van Fahd? Ik slikte.
Onmogelijk.

Als een zombie liep ik over straat op weg naar de parkeergarage, waar ik mijn auto geparkeerd heb. Ik
kon nog steeds niet bevatten wat mij zojuist was verteld. Dit is toch raar. Ik neem aan dat als een
vrouw zwanger is zij dat toch wel voelt. Of ben ik nou gek? Toen ik langs een drogisterij liep hield ik
halt. Wacht eens even, als ik nu zelf een zwangerschapstest doe, dan hoef ik niet nog langer in
spanning te blijven. Aangezien mijn afspraak bij de gynaecologe, morgen pas plaats vind. Ik stapte
naar binnen en struinde de paden af op zoek naar die vervloekte test. Ah, gevonden. Zoekend stond ik
voor de vele schappen zwangerschapstests. Hoeveel moet een vrouw er doen voor ze er zeker van
is? Er lagen wel zeven verschillende tests. Ik besloot ze allemaal uit te proberen, zodat er geen twijfel
over mogelijk was. Met een vol winkelmandje liep ik naar de kassa om af te rekenen. Er stond een wat
oudere dame bij de kassa die me lachend aankeek toen ze een test uit het mandje viste. Toen ze de
tweede eruit pakte schonk ze me een knipoog. Dan weet je het in ieder geval zeker h. Zei ze
lachend. Ik lachte maar een beetje flauwtjes mee. Toen ze haar gezicht boven het mandje boog keek
ze verbaasd op. Ik schaamde me werkelijk kapot. Ik bedacht snel iets om me in te dekken. Ehm, ik
doe een onderzoek naar welke test het meest betrouwbaar is. Loog ik snel om van haar vragende
blik af te zijn. Ze knikte goedkeurend, noemde het bedrag en deed ze langzaam in een tasje. Ik kreeg
de neiging ze uit haar handen te trekken en weg te rennen, want als ze op dat tempo doorgaat, sta ik
hier morgen nog.
Na wat een eeuwigheid leek te duren sta ik buiten. Met het tasje, waar mijn lot in zit. Mijn toekomst.
Vandaag zou alles duidelijk worden. In de verte was een lichtflits te zien, wat aangaf dat er een flinke
bui op komst was. Ik liep wat sneller door naar mijn auto, het laatste waar ik zin in had was als een
verzopen kat thuiskomen.
Toen ik de deur dicht hoorde klappen, stormde ik er naartoe. Een verbaasde, zeiknatte Charlotte sloeg
me gade. Zo jij hebt haast. Normaal zou ik in lachen uitbarsten als ik haar zo zou zien. Haar haren
plakten op haar voorhoofd en haar mascara was helemaal uitgelopen. Maar niet nu. Niet nu ik op het
punt stond wellicht moeder te worden! Charlotte, schiet op. Ga je opfrissen en kom dan weer naar
beneden. Ze stond op het punt iets te zeggen, maar daar gaf ik haar de kans niet voor. Ik stormde op
haar af, en duwde haar richting trap. Charlotte alsjeblieft geen vragen. Ze zag de wanhoop in mijn
blik en vroeg niet verder, maar ging meteen naar boven. Ik zuchtte en keek naar de klok. Ik moest
vandaag niet vergeten Aya van school te halen.
Goed, ik ben helemaal aangekleed. Vertel me nu maar eens wat er met e aan de hand is. Helemaal
aangekleed kwam Charlotte de woonkamer binnengelopen. Juist. Ja. Ok, ga zitten. De vreemde
uitdrukking op haar gezicht was nog steeds niet verdwenen. Langzaam deed ze wat ik vroeg.
Bibberend van de zenuwen ging ik naast haar zitten. Nee, liever staan! Ik schoot overeind. Charlotte
deed hetzelfde. Saf, nog even en ik ga denken dat je gek geworden bent. Wat is het dat je me niet
durft te vertellen? Ik staarde bedenkelijk voor me uit. Goed, Safa. Vertel het haar gewoon, ze is je
beste vriendin! Ze pakte me vast bij mijn bovenarmen en dwong me haar aan te kijken. Ik ben naar
de dokter geweest. Haar ogen werden groot van schrik. O God, Saf. Vertel me alsjeblieft niet dat het
ernstig is. Ik pakte haar hand vast om haar gerust te stellen en trok haar mee op de bank. Ach, het
was allemaal niet zeker. Ze speculeren maar wat. Volgens de uitslag van het bloedonderzoek, haha, je
gaat het niet geloven, haha, volgens de test ben ik zwanger. Ik lachte flauwtjes verder en hield op
toen ik zag hoe Charlotte me met open mond stond aan te gapen. Ja, ik weet het, be-la-che-lijk! Mijn
handen begonnen weer een eigen leven te leiden en voor de tweede keer vandaag klemde ik ze
stevig tussen mijn benen. Charlottes blik was nog steeds onveranderd. Charlotte, alsjeblieft zeg dat
het belachelijk is en dat de bloedonderzoeken verwisseld zijn met een door hormonen doordrenkte
gelukkige aanstaande moeder. De tranen stonden me in de ogen. Lieverd, ik Stamelde ze, maar
verder kwam ze niet. Het was duidelijk dat ze niet wist wat ze zeggen moest. Ik sprong op, pakte het
tasje en gooide de inhoud op tafel. Beiden keken we bedenkelijk naar de tests. Gewoon voor de
zekerheid. De opmerking was bedoeld om me gerust te stellen. Wat eigenlijk onmogelijk was. Ik zal
pas gerust gesteld zijn, als de uitslagen negatief zijn. Ik knikte. Maar eerst moet ik Aya van school
halen. Nee nee, jij gaat heel veel water drinken en als ik terug ben gaan we ze samen doen. Ik kon
haar wel knuffelen. Ze zorgde altijd dat ik me beter voelde. Of in dit geval minder angstig.
Na mijn vierde flesje water kwamen de twee eindelijk binnenstormen. Aya kwam meteen al naar me
toe gerend. Ze zal toch niets gezegd hebben? Dacht ik angstig. Tante Safa! Ik mag van Charlotte bij
Tineke thuis spelen. Charlotte knikte me bemoedigend toe. My lifesaviour! Natuurlijk mag dat liefje.
Ik kom je straks ophalen goed? Ze gaf me een knuffel en even had ik geen zin om haar los te laten.
Dit is mijn kleine meid. Als ik er nu over nadenk, heb ik haar altijd beschouwd als mijn dochter.

Herhaaldelijke keren vroeg Aya me, of ze me mama mocht noemen. Maar voor mijn gevoel voelde dit
niet goed. Het zou betekenen dat ik mijn zus der plek innam, en dat is het wel het laatste dat ik wil. De
herinnering aan haar blijft altijd voortbestaan en dat heb ik Aya ook uitgelegd, sindsdien heeft ze er
vrede mee. Toen ik mijn blaas voelde tegensputteren liet ik haar los en zwaaide haar uit. Charlotte
sloot de deur. Ben je er klaar voor? Vroeg Charlotte zacht. Ik knikte zelfverzekerd en verdween
samen met alle tests het toilet in. Moment of truth. Hoe lang moet je wachten? Ik pakte een
bijsluiter en las zorgvuldig de regels af. Vijf minuten! Vijf ellenlange minuten. Ik spatte bijna uit elkaar
van de zenuwen. Drie van de zeven tests lagen plat op tafel. Ik had niet genoeg plas om ze er
allemaal onder te houden, maar ik bedacht me dat drie ook meer dan genoeg zou zijn. Ik durfde er
nog niet naar te kijken. Dus stond ik op en ijsbeerde door de kamer. Charlotte zat op de bank en ik kon
zien dat zij ook erg gespannen was. Ok, wanneer ben je wel zwanger? Ik greep weer naar de
bijsluiter. En streep betekend NIET zwanger en twee strepen betekend WEL zwanger. Ze knikte en
keek weer voor zich uit. Ik staarde naar de klok. De wijzer tikte langzaam vooruit. Van mij mocht de tijd
nu wel stilstaan. Ik wilde het ook helemaal niet weten! Saf, het is tijd. Ik schrok op uit mijn
gedachten. Goed, Safa verman je. Nee! Ik durf niet te kijken! Charlotte, kijk jij maar en vertel me dan
wat de uitslagen zijn. Ze knikte wel, maar ik zag dat ze het zelf ook niet durfde. Twijfelend stond ze op
en liep naar de tafel. Ze raapte ze n voor n op en keer er toen op. Ik leunde van de ene op de
andere been. En? Ze keek op. Safa je bent zwanger. Ik voelde de grond onder mijn voeten
verdwijnen. En mijn benen werden zo slap als riet. Charlotte stormde naar me toe en greep me vast.
Kom zitten! Gewillig liep ik mee,maar ik was nog steeds niet in staat, iets te zeggen. Al mijn energie
was verdwenen.
Ik lag op de bank met in mijn handen de test, waarop inderdaad twee blauwe lijnen te zien waren. Ik
kon het nog steeds moeilijk bevatten. Ik zwanger! BenNabils kindje groeide in mijn buik. Een traan
rolde over mijn wang toen ik aan hem dacht. Wanneer ga je het hem vertellen? Ik keek niet op.
Safa, je moet het hem vertellen, hij is de vader! Ik sprong overeind. Ik weet dat hij de vader is
verdomme! Ik weet het, maar hij heeft het recht niet. Hij heeft me zomaar uit zijn leven verbannen!
Mijn borst ging hevig op en neer. Het geschreeuw had me een hoop energie gekost. Het spijt me.
Fluisterde ik, toen ik Charlottes gekwetste blik zag. Het spijt me, maar ik weet gewoon niet meer wat
ik moet doen. Mijn hele leven is een puinhoop! Ik snikte luid hoorbaar, en zelfs de stevige knuffel van
Charlotte brachten me niet tot bedaren. Ik wil Fahd, Charlotte ik hou van hem. Ze hield mijn huilende
gezicht tussen haar handen. Ik weet dat je van hem houd. Juist omdat je zoveel verdriet hebt. Hij
heeft je vreselijk behandeld en dat verdien je niet. Maar je weet dat hij moet weten dat ook zijn kindje
in je groeit. Ik liet haar woorden langzaam tot me doordringen. Ze heeft gelijk.
Het was muisstil aan tafel. Zelfs Aya hield haar mondje wijselijk dicht. Ze had namelijk een gave. Ze
rook spanningen van een afstand. Dat trok ze zich dan heel erg aan, waardoor ze nu dus met een sip
gezichtje in haar spinazie roerde. Vind je het niet lekker Aya? Ze keek geschrokken op en propte
een vork spinazie in haar mond, als antwoord. De lieverd. Ik legde mijn vork neer en keek van
Charlotte naar Aya. Aya Ze slikte snel de hap weg en keek me toen vragend aan. O God, hoe
moest ik haar dit vertellen. Ik kon het zelf nog maar net geloven. Weet je nog dat ik je het verhaal
vertelde over hoe je geboren was? Ze knikte hevig met haar hoofd. Dat kon ook niet anders,
aangezien ik het haar bijna elke avond in Meknes vertelde. Ik vertelde dat je in mamas buik zat en
daar langzaam in groeide Ze trok een wenkbrauw op. Langzaam? Ik was toch heel snel! Zowel
Charlotte als ik barstten in lachen uit. Die kleine deugniet had ook altijd haar woordje klaar. Je hebt
gelijk, sorry Aya. Ik kuchte. Nou, nu heeft tante Safa ook een baby in haar buik. Ze stond me met
open mond aan te kijken. Wat zou er in dat kleine hoofdje van haar omgaan dacht ik gespannen. Het
volgende moment sprong ze van tafel en rende de hele kamer rond. Gillend vloog ze me in de armen.
Wij krijgen een baby, wij krijgen een baby! Charlotte zong vrolijk mee. En voor het eerst sinds ik dit
onverwachte nieuws voor mijn kiezen kreeg, kon ik erom lachen.
Stilletjes ruimde ik de huiskamer een beetje op. Het leek wel of er een orkaan in had gewoed. Dat krijg
je met drie vrouwen in n huis. Aya ligt lekker te slapen. Na alle opwinding viel ze als een blok in
slaap. Vanavond heeft Charlotte een date. De lieverd wilde het afzeggen om bij me te blijven, maar ik
wilde er niets van horen. Ze heeft het verdiend. Ik hoop alleen dat dit wel de ware Jacob voor haar is.
De Spaanse Carlos heeft al een paar maanden geleden het toneel moeten verlaten. Ik moest lachen
als ik aan die dubble date dacht, met zijn gladde neef. Jakkie! Ik raapte lachend haar jurk van de
grond. Arme vrouw, ze heeft zich wel tien keer omgekleed voordat ze er zeker van was dat ze er
schitterend uitzag. Dat was al zo na de eerste jurk, maar helaas heb ik haar er niet van kunnen
overtuigen. Ik liep naar de televisie om hem aan te zetten, toen mijn oog viel op de bruine envelop die

ik vanmorgen in ontvangst had genomen. O, ja dat is waar ook, in alle hectiek was ik die helemaal
vergeten.
Nieuwsgierig scheurde ik de envelop open. Toen ik de stapel papieren eruit trok, wist ik al meteen wat
ik in mijn handen hield. Deze stapel betekende het einde van mijn huwelijk. Met bibberende vingers
ging ik globaal de bladzijden af. Mijn hart sloeg een slag over bij de laatste bladzijde. Zijn naam stond
dikgedrukt, met daaronder zijn handtekening. Ik wilde de tranen die kwamen tegenhouden. Ik wilde
niet langer om hem huilen, maar dit ging verdomde moeilijk. De eerste tranen hadden hun weg naar
buiten al gevonden. Hoe kan hij zomaar in zijn eentje beslissen dat het over is? We waren dan niet zo
lang getrouwd, maar ik kan me niet voorstellen straks niet meer in zijn aanwezigheid te leven. Ik kan
niet zonder hem. Hij heeft me familie gegeven, en die pakt hij me nu net zo hard weer af. Ik kon de
papieren niet tekenen, niet nu. Morgen ga ik naar hem toe en vertel hem over de baby. Als hij de
scheiding dan nog door wil zetten, so be it. Ik stopte de papieren weg en deed de envelop in mijn tas.
Snel veegde ik de resterende tranen van mijn wangen en stond op. Tijd om mijn bed op te zoeken. De
slaap zal wel wegblijven vannacht, maar mijn lichaam heeft rust nodig. Ik hoorde de voordeur
dichtklappen. Ik keek op mijn wekker. Zeven uur alweer. Aya lag nog heerlijk te slapen. Ik keek opzij
naar haar slapende gezichtje. Ze had een ernstige uitdrukking op haar gezicht, wat me aan het lachen
maakte. De gehele nacht heb ik naar het plafond liggen staren. En gedroomd, over hoe een leven zou
zijn met een baby. Mijn baby. Ik streelde over mijn buik. Dit is het lot. Met een zucht sloeg ik het
dekbed van me af. Ik kromp ineen van de kou! Ik baalde van het feit dat ik er nu al uit moest.
Mopperend stond ik op en hees me in mijn ochtendjas. Op mijn tenen sloop ik de kamer uit en maakte
koers richting Charlottes slaapkamer. Ze is de hele nacht weggeweest, en dat kan maar n ding
betekenen. STORYTIME! Ik gooide de deur met een zwaai open en daar vond ik Charlotte, nog
aangekleed, languit op haar bed liggen. You dirty slet! Ik stormde op haar bed af en sprong erop.
Geschrokken kwam ze overeind. Ik lach helemaal in een kreuk. Ze was dus blijkbaar echt in slaap
gevallen. Toen ze zag dat ik het was, en niet n of andere moordenaar, liet ze zich weer in haar
kussen vallen. Als je denkt dat je kunt slapen heb je het mis, ik wil alle details! Meteen verscheen er
een gelukzalige glimlach op haar gezicht. Safa, ik had de nacht van mijn leven. Haar stem klonk
zwoel en even dacht ik dat ze dronken was. Technisch gezien was ze dit ook, dronken van liefde. Ze
kwam weer half overeind en had weer een serieuze blik op haar gezicht. Gaat het wel goed met jou?
Lachend wuifde ik haar vraag weg. Natuurlijk, ik heb heerlijk geslapen en kijk nu met hele andere
ogen naar de situatie. Ik vond het vreselijk tegen haar te moeten liegen, maar ze is mijn beste
vriendin en ik gun haar, haar geluk zonder dat ze zich steeds zorgen moet maken om mij. Ze knikte,
als blijk dat ze gerustgesteld was en begon aan haar liefdesverhaal. De hele tijd had ik met kromme
tenen naar haar geluisterd. Af en toe voelde ik een steek in mijn hart als ze omschreef hoe liefkozend
hij haar behandelde. Dat deed me denken aan de fijne momenten met Fahd. Maar ook heel vaak
schaterden we het uit van het lachen, totdat Aya haar hoofd om het hoekje stak en ons vragend gade
sloeg.
Aya ben je klaar? Riep ik naar boven. Met een boterham in mijn tas pakte ik mijn tas en deed daar
mijn sleutels in. Het nare gevoel van gisteravond was terug toen ik de scheidingspapieren in mijn tas
zag liggen. Ik voelde me betrapt toen Aya de kamer binnen kwam rennen. Snel ritste ik mijn tas dicht.
Klaar om naar school te gaan? Ze knikte lachend en liep naar me toe. Als de baby er is, kan zij ook
mee om me naar school te brengen toch? Mijn hart vulde zich met liefde en ik aaide haar over haar
bol. Natuurlijk gaat ze mee. Antwoordde ik dapper zonder een traan te laten. De schat is er van
overtuigd dat het een meisje wordt. Dat zullen we over een paar maanden wel merken.
Hoe dichter ik bij het ziekenhuis kwam hoe zenuwachtiger ik werd. Ik merkte dat ik steeds langzamer
begon te lopen. Vandaag zou ik mijn baby zien. Mijn hart begon al sneller te kloppen bij de gedachte
hieraan. Laat staan wanneer ik de baby over een paar maanden in mijn armen kan houden. Mijn
stemming sloeg meteen om toen ik aan Fahd dacht. Hij had hier vandaag bij moeten zijn. De eerste
echo. Hoe zal hij reageren als ik hem vertel dat hij vader wordt. Na wat er allemaal is gebeurd de
afgelopen dagen weet ik niets meer zeker.
Ik liep de enorme schuifdeuren door en kwam in de gigantische lobby van het ziekenhuis. Gespannen
liep ik naar de balie. Een aardig ogende vrouw keek me lachend aan. Wat kan ik voor u doen? Ze
had een aangename stem. Ja, ik moet naar de afdeling gynaecologie. Ze knikte en zette haar bril
op. Als u langs de liften loopt en de linkertrap neemt, is het op de eerste verdieping. U kunt de borden
volgen. Ik luisterde aandachtig naar de wegwijzing, aangezien ik al verdwaal in een supermarkt, en
bedankte haar. Ik zette koers naar de trap. Toen ik boven was volgde ik de borden en na nog geen

drie minuten was ik op de afdeling. Toen ik binnenstapte voelde ik me een beetje onwennig en
bekeken. E r zaten bijna alleen maar vrouwen met flinke buiken, en naast elke vrouw zat een man. De
aanstaande vaders, dacht ik bitter. Ik nam plaats en pakte een tijdschrift van tafel. Het was een
tijdschrift voor aanstaande moeders. Niet dat de woorden die ik las tot me doordrongen, maar het
stond dan tenminste niet zo zielig. Mevrouw Baqir? Geschrokken keek ik op. Ik legde het tijdschrift
weg, stond op en liep achter de zuster aan naar de behandelkamer. Ik ga mijn kindje zien! Dacht ik
opgewonden. Tenminste als ik onderweg niet zou bezwijken aan een hartaanval.
Toen ik de kamer binnenliep werd ik al meteen overvallen door allerlei posters van zwangere vrouwen
en babys. Er hing een gigantisch prikbord, dat volgehangen was met geboortekaartjes.
Indrukwekkend h! Ik knikte en wendde mijn blik naar waar de stem vandaan kwam. Een kleine
vrouw van rond de veertig keek me aan met haar pretoogjes. Ik gokte dat ze uit China kwam. Ze
maakte een gebaar dat ik kon gaan zitten en tikte toen even wat in haar computer. Zo, u bent
doorverwezen door dokter Jacobs. Vertelt u maar even waar u precies last van heeft. Ik legde mijn
tas op de stoel naast me en klemde zoals gewoonlijk weer mijn handen tussen mijn benen. Ik heb
een bloedonderzoek gehad omdat ik al meerdere weken last had van hoofdpijnen, lusteloosheid en
duizeligheid. Daaruit is gebleken dat ik in verwachting ben, alleen ik geloofde het niet omdat ik in de
tussentijd herhaaldelijk bloedingen heb gehad. Ik was er dus vanuit gegaan dat ik gewoon heb
gemenstrueerd. U denkt dus dat u niet zwanger bent. Ik schudde mijn hoofd. Nou, dat dacht ik.
Gisteren heb ik een zwangerschapstest gedaan, nou eigenlijk drie, en alle drie gaven ze dus aan dat
ik wel zwanger ben. Dus vandaar dat ik hier nu zit. Zo dat was eruit. Ze knikte bedenkelijk. Goed, ik
ga u even onderzoeken en dan zullen we ook een echo maken om te kijken hoe ver het kindje is. Ik
knikte en stond op. Weet u ongeveer hoe lang u zwanger bent? Ik knikte. Zeven en een halve
week. Ik ging op de behandeltafel liggen terwijl zij alle spullen klaarlegde en haar handen waste.
Ok mooi, dan is er al hartfunctie. Mijn ogen werden groot van verbazing. U bedoeld dat ik het
hartje kan horen? Jazeker, spannend h. Lachte ze. Nou, zeg dat wel. De vader van het kind?
Die moest werken. Gelukkig ging ze er niet verder op in. Toen ze alles had klaar gelegd keek ze me
vriendelijk aan. Ben je er klaar voor? Het was muisstil in de behandelkamer. Zowel de gynaecologe
als ik spitsten onze oren om het hartje te kunnen horen. Met haar blik op de monitor gevestigd bewoog
ze over mijn, nu nog platte buik. Een heel klein mensje werd belicht. Ik glunderde, maar werd meteen
weer serieus toen ik naar haar keek. Haar blik stond ernstig, wat mij bijzonder ongerust maakte.
Waarom duurt het zo lang? Vroeg ik angstig. Ze reageerde niet meteen. Na wat een eeuwigheid
leek te duren, hoorden we ineens een hoop kabaal. Aaah, daar hebben we hem. Kort daarna hoorde
ik het. De hartslag, er leefde dus echt een mensje in me. Ik had een lach van oor tot oor.
Gefeliciteerd. Ik bedankte haar wel duizenden keren. De tranen rolden rijkelijk over mijn wangen. Ik
wordt moeder!
Met mijn hoofd in de wolken liep ik een half uur later het ziekenhuis uit. Het is een wonder. Een
wonder van Allah. Na alle pijn en ellende in mijn leven is er dan eindelijk een sprankje geluk. Nu nog
heel klein, maar het betekende alles voor me. Opeens was iedereen zwanger, of had iedereen een
baby. Waar ik ook liep zag ik vrouwen met kinderwagens. Er ging een heel nieuwe wereld voor me
open. Toen ik een stelletje achter de kinderwagen zag lopen werd ik meteen met mijn neus op de
feiten gedrukt. Het feit dat hij van me wil scheiden. Hij weet dan niet dat ik zwanger ben, maar ik wil
ook niet dat hij bij me blijft omwille van de baby. Hij moet bij me blijven omdat hij van me houd. Ik
stapte de auto in en wist wat me te doen stond. Ik ga naar hem toe. Ik vertel het hem, vandaag nog.
Het kostte me bijna een half uur mijn auto ingeparkeerd te krijgen. Hier was ik al geen held in, maar nu
de zenuwen door mijn lijf gierde, bakte ik er al helemaal niets van. Dit tot grote ergernis van de rij
automobilisten die was ontstaan. Toen ik er eindelijk instond scheurden de autos langs me heen.
Nou ja zeg, wat een haast. Ik stapte uit en slikte een paar keer toen ik voor het riante
advocatenkantoor stond. De laatste keer dat ik hier was, hebben we zo een heerlijke middag gehad. Ik
kreeg kippenvel als ik eraan dacht. Ik raapte alle moed bij elkaar en stapte naar binnen. Ik had geen
zin me bij de balie te melden, dus liep ik meteen door naar de liften.
Een ping gaf aan dat ik op de gewenste verdieping was. Mijn zelfverzekerdheid werd met de minuut
minder. Ik probeerde mezelf moed in te spreken, maar dit werkte juist averechts. Ik wilde net weer
terug naar beneden toen ik mijn naam hoorde. Mevrouw Baqir, u kunt doorlopen. Verbaasd keek ik
naar de balie medewerkster. Ik dacht dat ze een hekel aan me had, maar ze deed bijzonder vriendelijk
tegen me. Wat onwennig liep ik haar voorbij. Ik lachte nog even naar haar en stond toen voor de

massieve deur. O Allah, sta me bij. Prevelde ik zachtjes. Ik legde mijn hand op de deurklink en heel
zachtjes opende ik de deur.
Zijn stoel stond met zijn rug naar me toe. Hij had me dus niet zien binnenkomen. Ik zag zijn hoofd
boven de leuning uitsteken. Mijn hart klopte nu zo snel, dat ik bang was dat hij het zou begeven. Hij
staarde uit het raam. Zou hij aan me denken? Ik kuchte. Praten was in deze toestand onmogelijk. De
stoel bewoog zich langzaam naar me toe. Ik zag de verbazing in zijn ogen. Even waande ik me in een
andere tijd. Maanden geleden, toen ik zijn kantoor binnen was gestormd. Hij had me even verbaasd
aangekeken als hij nu deed. En ook nu gleed zijn blik over mijn hele lichaam. Beschermend legde ik
mijn hand op mijn buik. Alsof hij kon zien dat zijn kindje in mijn buik groeide. Mijn knien knikten. Nu
pas realiseerde ik me hoe erg ik hem heb gemist. Hij is mijn grote liefde. Een leven zonder hem kan ik
me niet eens voorstellen. Zo bleven we elkaar stilzwijgend aankijken, totdat ik mijn stem weer terug
had gevonden. Hallo. Kwam er zachtjes over mijn lippen. Hij zei niets, keek alleen maar. Ik voelde
me erg ongemakkelijk onder zijn blik en leunde van mijn ene op mijn andere been. Ik.. We moeten
praten. Kreeg ik er toen met moeite uit. Ik wilde dat mijn stem hard, zelfverzekerd had geklonken.
Maar helaas, meer dan gepiep kreeg ik er niet uit. Hij stond op, liep om zijn bureau heen en leunde er
toen tegenaan. Zijn handen stak hij nonchalant in zijn zakken. Hij behandelde me als een vreemde. En
dit kwetste me diep. Heb je mijn post niet ontvangen? Ik beet op de binnenkant van mijn wangen om
de opkomende tranen tegen te houden. Ik opende mijn tas en haalde de envelop eruit. Je bedoeld
dit? Hij knikte langzaam. Begreep je de moeilijke woorden niet? De sarcasme droop er vanaf. Ik
kon niet geloven dat hij me zo behandelde. Ik voelde de brok zich al in mijn keel nestelen. Even
haalde ik diep adem. Fahd, alsjeblieft. Ik had je moeten vertellen van de brief dat weet ik, maar ik
durfde het niet. Ik was bang. De eerste tranen vonden hun weg naar buiten. Door mijn verhaal heen
veegde ik ze weg. Hij zei helemaal niets. Staarde me alleen maar aan. Zeg iets, alsjeblieft, waarom
maak je het zo moeilijk? Mijn stem brak. Mijn trots had ik helemaal weggecijferd. Het kon me niets
meer schelen, hij moet weten wat ik voel. Ik ben niet degene die het moeilijk maakt. En krabbel en
je bent van me af. Ik begon hard te huilen. Ik wil niet van je af. Ik ademde moeilijk door mijn
tranen heen. Hij verroerde geen vin. Daar stond ik dan. Midden in zijn kantoor, hartverscheurend te
huilen, ik wilde wegrennen, maar ik stond aan de grond genageld. Hij liep naar me toe en nam me in
zijn armen. Mijn hele lichaam schokte. Het voelde zo goed, om na zo een lange tijd weer zijn armen
om me heen te voelen. De man van wie ik ongelooflijk veel houd.
Na een paar minuten was ik weer wat gekalmeerd. Waarom ben je hier Safa? Had hij dat nu nog
niet door? Ik kom vechten voor ons huwelijk. Hij zuchtte en ging weer achter zijn bureau zitten. We
zijn niet uit liefde met elkaar getrouwd Safa, en ik had van tevoren moeten weten dat het niet zou
slagen. Ik voelde een steek in mijn hart. De woedde borrelde in me op. Ik stapte naar zijn bureau en
gooide alles wat erop lag met twee handen op de grond. Verdomme Safa! Wat wil je van me! Hij
stond op en ging voor me staan. Zijn gezicht stond op ontploffen. Safa, vertel het hem! Ik voerde een
strijd met mezelf en net toen ik wilde uitschreeuwen dat ik zwanger van hem was, ging de deur open.
Gaat alles goed? Ik volgde zijn geschrokken blik. In de deuropening stond een vrouw die ik niet
eerder had gezien. Hooggehakt liep ze op ons af en ging naast Fahd staan. Wat is hier aan de
hand? Ik schraapte mijn keel. Een ongelukje. Ben jij zijn nieuwe secretaresse? Ze keek verbaasd
naar Fahd, die zijn blik niet van me afwendde. Ik ben zijn vriendin. Mijn hart stopte met kloppen. Mijn
bloed stopte met stromen en mijn longen stopten met ademen. Ik deed een paar stappen naar
achteren. Kun je ons even alleen laten? Zonder verder te vragen liep ze langs me heen het kantoor
uit. Ik werd misselijk. Zoekend keek ik naar de puinhoop op de grond. Ik bukte en raapte de envelop
van de grond. Geruisloos haalde ik de papieren eruit. De tranen vertroebelden mijn zicht. Ik sloeg de
bladzijden om naar de laatste pagina. Hij had me de gehele tijd onafgebroken aangekeken. Ik bukte
nogmaals om een pen van de grond te rapen. In n beweging maakte ik voorgoed een eind aan ons
leven samen. Ik liep naar zijn bureau en legde de papieren erop. Safa Dit is het beste voor ons
allebei. Ik rechtte mijn rug en liep naar de deur. Nog n maal draaide ik me om. Ik veegde een traan
van mijn wang en keek hem recht in de ogen aan. Voor mij zal dit nooit het beste zijn. Vaarwel Fahd.
Een zacht, maar koud briesje streek langs mijn gezicht. Het bevroor de tranen die op mijn wangen
lagen. Mijn handen had ik diep in mijn jaszakken gestoken tegen de kou. Ieder normaal mens zat nu
thuis, waar het warm was. Het was al laat. Hoe laat, wist ik niet, maar wat ik wel wist, is dat ik al uren
op dit bankje in het park zit. Een lantaarn gaf me zicht op het meer waar enkele eenden dicht tegen
elkaar dreven. Hier op dit bankje heb ik mijn hele leven overdacht. Hoe heeft het zo ver kunnen komen
met mij? Was ik dan niet altijd zeker van mijn zaak? Hield ik mannen niet bewust op afstand om dit te
voorkomen? Waarom ben ik dan toch bezweken? Is dit mijn straf? Het waren tientallen vragen, waar ik
nu op dit moment het antwoord niet op had. Of ik die antwoorden ooit zou kunnen vinden? God mag
het weten. Ik uitte een zucht. Nooit heb ik me zo vernederd gevoeld. Nog nooit ben ik zo behandeld.

Hij is nog erger dan mijn vader. Ik haalde mijn handen uit mijn zak en plaatste deze op mijn buik. Mijn
lieve kindje, ik doe je een belofte. Ik zal je tegen ieder kwaad beschermen. Jij, Aya en ik. De drie
musketiers.
Ik had de deur nog niet achter me gesloten of Charlotte was al naar me toe gerend. Ze omhelsde me
stevig, ik wilde huilen, schreeuwen, schelden en gillen. Maar de tranen waren op en mijn stem was
weg. Als een zombie stond ik daar. Mijn handen waren ijskoud. Het enige dat ik wilde was een lang,
warm bad. Lieverd, waar was je? Ik schopte mijn schoenen uit en ritste mijn jas open. Aya? Ze
ligt te slapen. Ik knikte. Kan ik wat voor je doen, iets voor je halen? Ik schudde mijn zware hoofd en
probeerde een lach op te zetten. Dit mislukte toen de tranen weer kwamen. Die vervloekte tranen. Ik
ga in bad. Ze knikte begrijpend. Langzaam liep ik naar de trap, maar draaide me toen om.
Charlotte? Ze keek op. Hmm. Dankjewel, voor alles.
Met mijn nog bevroren handen kleedde ik me langzaam uit. Ik had kippenvel over mijn hele lichaam. Ik
haalde de klem uit mijn haar, het viel meteen als een waterval naar beneden. Ik stapte het bad in en
voelde mijn huid ineen krimpen door de plotselinge hitte. Ik ging languit liggen en ontspande. Voor het
eerst sinds weken probeerde ik even helemaal nergens aan te denken. Mijn hart heeft genoeg pijn
geleden. Vandaag zou ik rouwen, rouwen om het feit dat ik hem heb verloren. En dag. Morgen sla ik
de bladzijde om. Dan zal hij verleden tijd zijn en zal ik de toekomst tegemoet gaan. Ik dacht terug aan
het wonder van vanmiddag. Een klein wonder dat in me groeide. Ik gleed dieper het water in. Totdat ik
er met mijn oren in lag. Totale stilte. Alleen mijn hartslag, gevolgd door een kleine trilling. Op mijn
gezicht vormde zich een glimlach van oor tot oor. Hoe klein ook, het leefde. En dit wonder zou me uit
dit diepe dal trekken.
Laatste doos! De inmiddels rood aangelopen verhuizer strompelde de woonkamer binnen, met in
zijn handen, zoals hij al zei, de laatste doos. Ik bedankte hem voor het harde werken en gaf hem een
fooi. Die had hij dubbel en dwars verdiend. Een paar tellen later was ik alleen. Voldaan keek ik om me
heen. Ik was dolblij dat ik eindelijk mijn eigen huisje had. Begrijp me niet verkeerd, ik vond het heerlijk
bij Charlotte, maar ik wilde haar niet elke dag bij mijn problemen betrekken. Onzin, vond ze, en eiste
dat ik zou blijven. Ik zou niets liever willen, maar ze is verliefd en het wordt aardig serieus tussen ze.
Het laatste dat ze nodig heeft, zijn logees. Ik was zo door het dolle heen. Dit rustige plaatsje in het
oosten is een heerlijke plek voor kinderen om op te groeien. Het was ver buiten de stad en nog verder
bij hem vandaan. Ik vond het wel vervelend om weer te moeten verhuizen met Aya, sinds de brand
leven we echt als nomaden. Elke keer als ze zich een beetje gesetteld heeft, ruk ik haar weer uit haar
vertrouwde omgeving. Maar het was onmogelijk daar te blijven. Ik zou hem tegenkomen, misschien
wel met zijn nieuwe aanwinst. En ik zou niet voor mezelf instaan als dat gebeurde. Aya vraagt vaak
naar hem, ze was ook dol op hem. Ik vind het nu nog wel moeilijk over hem te praten, maar ik hoop
echt dat dit over een paar maanden anders is.
Charlotte heeft me veel geholpen in het huis. Samen hebben we alle muren geschilderd. Iedere muur
een felle kleur om meer vrolijkheid in mijn leven te brengen. Zoals zij dat zo mooi zei. Ayas kamer is
helemaal roze en dat vond ze schitterend. Ik moest natuurlijk allerlei nieuwe spullen kopen voor het
huis. Nieuw servies en de hele inboedel was ik gedwongen te kopen van mijn vaders geld.
Aanvankelijk wilde ik dit helemaal niet gebruiken, maar ik kon Aya niet op de grond laten slapen. Waar
ik het meest blij mee ben is het tuintje. Ik zag mezelf al helemaal zitten, vroeg in de ochtend met een
goed boek, een warme deken en een nog warmere kop thee. Het liefst had ik koffie, maar teveel is
schadelijk voor de baby. Geweldig vond ik het dat mijn buik zijn vorm al begon te krijgen. Ik heb de
drie maanden net gepasseerd. Af en toe, voel ik de baby ronddansen in mijn buik. Dat gevoel is
onbeschrijflijk. Elke avond voor het slapen gaan, als ik bij Aya in bed lig om een verhaaltje voor te
lezen, legt ze haar hoofdje op mijn buik. Ik moet hard praten van haar, zodat de baby het ook kan
horen. Hilarisch.
Ik besloot te beginnen met het uitpakken van de dozen. Als ik goed doorwerk, zal ik klaar zijn als Aya
thuis komt uit school. Die is hier schuin aan de overkant. En ze heeft me toevertrouwd dat ze best
alleen kan gaan. Na een lange discussie ging ik akkoord. Ik moet ook oppassen dat ik niet te
beschermend wordt. Ze is al oud genoeg om veel dingen zelf te doen. Als ze thuis komt zal ik haar
verassen met heerlijke pannenkoeken. Die heeft ze na alle geduld wel verdiend.
Hmm, lekker h Aya. Ze knikte met haar hoofdje en propte nog een stuk pannenkoek in haar mond.
Sinds ze thuis was had ze al geen woord gezegd. Ik weet niet wat er met haar aan de hand is.
Normaal raakt ze niet uitgesproken. Misschien wordt ze ziek. Ik keek haar bezorgd aan, ik zag hoe ze

mijn blik ontweek. Soms had ze dit soort dagen, dan wilde ze gewoon met rust gelaten worden. Ik nam
nog een hap van mijn pannenkoek. Ik had er al vier op, maar nog steeds trek. Sinds een paar weken
heb ik echt een flinke eetlust ontwikkeld. Als ik straks nog maar door de deur pas, dacht ik lachend. Ik
hoorde een bekend toontje door de huiskamer galmen. Zoekend keek ik om me heen, waar had ik dat
ellendige ding nou gelaten? Eindelijk kreeg ik hem in t vizier. Ik rende er naartoe en nam snel op
voordat ik te laat was. Met Safa. Aan de andere kant van de lijn was het stil. Hallo? Probeerde ik
nog maal, maar nog steeds zei degene aan de andere kant van de lijn niets terug. Gerriteerd hing ik
op. Hier heb ik echt een hekel aan. Waarom iemand bellen, als je toch niet van plan bent te praten.
Wie was dat? Ik liep weer terug naar tafel om aan pannenkoek nummer vijf te beginnen. Ik heb
geen idee, vast verkeerd verbonden. Hmm, wat is dit toch heerlijk. Samen met mijn kleine meid
genieten van zo iets kleins. Zal de baby later ook van pannenkoeken gaan houden? Nou als hij mijn
genen heeft, dan zeker wel.
Ok, toch bedankt voor de moeite. Boos legde ik de hoorn op de haak. Dit was al het vierde bedrijf
waar ik had gesolliciteerd die afbelde. Elke keer weer hetzelfde smoesje. We zoeken iemand met
meer ervaring. Ik heb bijna vijf jaar in een ziekenhuis gewerkt. Maar nee, een ziekenhuis in Marokko
telt niet mee. Asociale zakken! Dit frustreerde me echt. Het plaatsje was duidelijk t rustig, want ze
hebben nergens in de stad mensen nodig. Desnoods ga ik in een kledingzaak werken, er moet toch
brood op de plank komen. Nu realiseer ik me pas weer, hoe belangrijk geld is. Er zat maar n ding
op. Mijn oude werkgever bellen en vragen of ik terug mag komen. Dit zal wel betekenen dat ik elke
dag bijna drie uur in de auto zit. En dat Aya tussen de middag op school moet overblijven, maar ik kan
er niet veel aan doen. Gefrustreerd raapte ik mijn tas van de grond om mijn adressenboekje te
pakken. Ik graaide en graaide. Waar kon dat vervloekte ding nu zitten? Plots viel mijn oog op een foto.
Ik haalde hem uit mijn tas om beter te kunnen zien wat erop stond. Mijn hart miste een slag bij het zien
van zijn gemeende glimlach. De foto vol prachtige herinneringen. Ik was helemaal vergeten dat ik hem
die dag in mijn tas had gestopt. Die dag dat hij me de deur wees. Ik kreeg rillingen over mijn hele
lichaam als ik dacht aan zijn blik. Vol woede en minachting. Het liefst wilde ik de foto verbranden,
maar ik kon het niet! Mijn hart liet het niet toe. Dit was namelijk het bewijs dat we wel degelijk gelukkig
waren.
Is goed, ik breng Aya naar school en dan kom ik naar je toe! Ik hing op en keek op de klok. Aya!
Schiet op we moeten gaan! Mijn adresboekje lag nog bij Charlotte thuis. Dit komt eigenlijk wel goed
uit, dan kan ik meteen langsgaan als ik mijn oude werkgever gebeld heb. Ik hoop zo dat ik een tweede
kans krijg. Dat zal toch wel? De mensen die ik verzorgde waren dol op me. Mijn hart ligt ook echt bij
het verzorgen van mensen die daar niet toe in staat zijn. Ik lachte spottend. Niet te geloven dat ik hem
bijna twee jaar dagelijks heb gewassen en verzorgd en hij mij op zo een walgelijke manier aan de kant
zet. Aya! Kom op nou! Ik spitste mijn oren, zodat ik kon raden waar ze was, maar ik hoorde niets.
Stampvoetend liep ik naar boven. Dit was haar eerste week op haar nieuwe school. Het zal wel erg
stom zijn als ze nu al te laat komt. Ik liep op haar kamer af en opende de deur. Mijn mond viel open
van verbazing toen ik haar in bed zag liggen. Aya wat doe je in bed! Je moet naar school. Ik merkte
aan mezelf dat ik mijn stem verhief. Ik telde tot tien om mezelf weer rustig te krijgen. Ik hield helemaal
niet van schreeuwen en al helemaal niet tegen haar. Langzaam liep ik naar haar bed toen ze geen
kick gaf. Haar dekbed had ze over haar gezicht getrokken. Zachtjes schoof ik het weg. Wat ik aantrof
was een huilende Aya. Ik schrok me wezenloos. Wat is er met haar aan de hand? Liefje, waarom huil
je? Nadat ik dit zei barstte ze in snikken uit. Ik.. wil niet naar school! Stotterde ze. Haar kleine
lichaam schokte van de tranen. Dit viel me echt rauw op me dak. Ik dacht juist dat ze het erg naar
haar zin had. Waarom niet Aya? Ze kwam overeind zitten en veegde ruw haar traantjes van haar
gezicht. De kinderen hier zijn stom! Ze lachen me uit omdat ik op een schaap lijk! Huilde ze en ze
legde haar handen voor haar huilende gezicht. Lieverd, kijk me eens aan. Ze schudde hevig met
haar hoofd. Voorzichtig pakte ik haar handen vast en schoof ze bij haar gezicht vandaan. Die
kinderen zijn hartstikke jaloers, weet je waarom? Nee. Piepte ze. Het was t aandoenlijk te zien dat
haar neusje rood was gekleurd door de vele tranen die ze had gelaten. Omdat jij, het aller, aller
mooist meisje bent die, die stomme boeren ooit in hun levensdagen hebben gezien. Nog steeds was
ze diep bedroefd, maar wel enigszins gerustgesteld. Hoe kunnen ze haar nu een schaap noemen? Ze
is prachtig! Kinderen kunnen echt verschrikkelijk zijn. Nu moest ik haar zeggen dat ze op moest staan
om naar school te gaan, maar ik kon het niet over mijn hart verkrijgen. Nou sta op. Haar blik werd
meteen weer droevig. We gaan naar Charlotte! Ik barstte in lachen uit toen ik haar verbaasde
gezichtje zag. Vandaag meld ik je ziek, maar maandag moet je echt weer naar school! Ze knikte en
sprong meteen uit bed. Stomme kinderen! Ik zal een hartig woordje met haar juf spreken.

In kleermakerszit zat ik bij Charlotte op de bank. Ik wachtte op Charlotte die nu Aya aan het uitleggen
was hoe ze een spel moest spelen op de computer. Na een tijdje nam ze lachend plaats. Wat is zij
slim zeg. Ik knikte lachend. Ze is inderdaad erg wijs voor haar leeftijd. Ik uitte een zucht. Charlotte,
heb ik er wel goed aan gedaan, hier weg te gaan? Ze legde haar kopje op tafel en keek me vragend
aan. Aya had het hier ontzettend naar haar zit, op school en met haar vriendinnetjes. Het is de
zoveelste keer dat ik haar uit haar vertrouwde omgeving trek, alleen maar om mijn eigen welzijn. Dat
is onzin Safa, je moest wel. Hier is de kans groot dat je hem tegenkomt. En wat denk je dat hij doet als
hij erachter komt dat je zwanger bent van hem? Haar laatste zin bezorgde me kippenvel. Hij zou me
levend villen. Antwoordde ik afwezig. Maar dit heeft hij aan zichzelf te danken. Wie verteld mij niet dat
hij tijdens ons huwelijk al niet vreemd is gegaan. De schoft! Ik moet echt werk vinden Charlotte. Ik
dacht dat ik met gemak een baantje kon vinden, maar daar werd ik bij de supermarkt zelfs afgewezen.
Aya wordt gepest, was ik maar nooit uit Marokko vertrokken. Ze keek me geschrokken aan. Safa, je
doet net of je gefaald hebt. Je hebt hier een fantastische tijd gehad. Je hebt toch geen spijt van je
kindje? Ik knikte afwezig en wreef over mijn buikje. Het is het mooiste wat me ooit is overkomen.
Met een glimlach van oor tot oor liep ik het kantoor van mijn oude werkgever uit. Ik heb haar altijd al
echt een schat gevonden. Zij was ook erg blij met mij, vertelde ze me. Ze was dan ook blij dat ik terug
ben gekomen. Mijn geluk kon niet op. Dit betekend dat alles toch weer goed komt. Want zonder een
inkomen, ben ik nergens. Ik besloot om de stad in te gaan. Aya was toch bij Charlotte en ik had ineens
ontzettend veel zin om baby spulletjes te kopen. Ik zette koers naar een baby winkel en bedacht in
mijn hoofd al wat voor schattige pakjes ik voor mijn kindje zou kopen.
Vanaf het moment dat ik de winkel inliep begon mijn hart al sneller te kloppen. Al die zwangere
vrouwen, die zochten naar de perfecte kinderwagen of het liefste knuffelbeertje bezorgden me een
gevoel van herkenning. Ik ben n van hen, dacht ik grinnikend. Ik wreef in mijn handen en bedacht
me wat ik zou veroveren. Toen ik de knuffelberen hoek zag liep ik daar snel heen. Mijn mond viel open
van verbazing. Een hele wand gevuld met alleen maar knuffels! Hoe moet ik hier in Godsnaam de
leukste uit vissen? Na lang zoekwerk viel mijn oog op een klein, zacht hondje met lange oortjes. Die is
perfect. Ik deed hem in mijn mandje en zocht nog even tussen de rekken. Ik pakte een donkerblauw
rompertje uit het rek. Mijn papa is stoer! Stond er met koeienletters op. Ooit dacht ik er precies zo
over. Ik hing het rompertje terug. Mijn stemming was helemaal omgeslagen. Hoe kreeg hij het voor
elkaar me verdriet te doen, zelfs nu hij er niet was. Met het mandje in mijn handen liep ik naar de
kassa waar ik het schattige knuffeltje afrekende. De verkoopster overhandigde me het tasje en wenste
me alvast een fijn weekend.
Net toen ik met n voet de winkel uit was botste ik hard tegen een enorm gestalte op. Ik viel bijna op
de grond maar kon me nog net vasthouden. Boos om het feit dat ik wel had kunnen vallen, en hiermee
mijn kindje in gevaar kon brengen keek ik op, klaar om een flinke preek op hem los te laten. Twee
verbaasde ogen keken me aan. Mijn hart ging tekeer. Safa? Ik kuchte. Hallo Rayan. Sinds het
voorval bij hem thuis, had ik hem al niet meer gezien. Voorzichtig verscheen er een glimlach op zijn
gezicht. Hoe gaat het met je Safa? Ik keek hem niet aan. Prima. Merkte ik droogjes op. Ik weet
niet waarom ik zo tegen hem deed. Hij was de enige die het destijds voor me had opgenomen. Toen ik
opkeek zag ik hoe hij naar me staarde. Eerst dacht ik dat hij naar het tasje in mijn handen keek, maar
hij keek naar mijn buik! Uit alle macht probeerde ik die in te houden, maar het lukte niet. Ik sloeg mijn
vest dicht en hoopte vurig dat hij niets merkte. Uit zijn blik kon ik niets opmaken. Hij keek naar de
winkel waar ik voor stond en ik kon zien dat voor hem het kwartje was gevallen. Rayan het was leuk
je te zien. Ik moet nu gaan. Ratelde ik aan n stuk door. Op mijn hielen draaide ik me om, zodat ik
kon maken dat ik wegkwam. Safa, wij gaan een kop koffie drinken. Voor ik het wist had hij zijn arm in
de mijne geslagen en nam hij me mee naar een rustig tentje.
De meest verschrikkelijke scenarios speelden zich af in mijn hoofd. Hoe hij het Fahd verteld. En hij
buiten zinnen van woede, mijn baby komt opeisen. Ik schudde mijn hoofd om op die manier ook die
nare gedachten uit mijn hoofd te halen. Zwijgend zaten we tegenover elkaar. Hoe gaat het met je
vrouw en kinderen? Hij knikte kort. Hamdoulilah. Hoe gaat het met jou Safa? Ik wendde mijn blik af
en beantwoorde zijn vraag met een glimlach. Een neppe weliswaar, maar ik hoopte dat het genoeg
zou zijn. Ik probeerde hem zo min mogelijk aan te kijken. Hij leek teveel op Fahd. Het gaat niet goed
met hem Safa. Ik keek naar zijn handen die om de kop koffie geklemd waren. Ik wist dondersgoed
wie hij met hij bedoelde. Het liefst wilde ik een hele vragenlijst op hem afvuren, maar ik deed dit niet.
De tijden dat ik me om hem bekommerde zijn voorbij. Toch? Heeft zijn nieuwe vriendin hem
gedumpt? Hij fronste zijn voorhoofd. Safa, het spijt me. Daar wist ik niets van. Ik knikte en met

moeite kon ik een opkomende traan terug duwen. De pijn die ik voelde toen ze zich als zijn vriendin
voorstelde zal ik nooit meer vergeten. Hij heeft zich helemaal op zijn werk gestort. Ik had hem weken
niet gezien, tot gisteren. Hij zag er echt ongelukkig uit Safa. Ik slikte. Verdomme waarom deed dit
nieuws nog zo veel met me. Rayan, ik heb maanden niets van hem gehoord. Hij heeft me van de ene
op de andere dag op straat gezet voor iets waar ik niets aan kon doen! Nog nooit ben ik in mijn leven
zo behandeld. Het is wel duidelijk voor me dat hij nooit iets voor me heeft gevoeld. Hij schudde zijn
hoofd. Wat een onzin Safa! Sinds jij in zijn leven bent is hij een ander mens geworden. De blik in zijn
ogen als hij naar je keek. Een traan biggelde langs mijn wang naar beneden. Vlug veegde ik die weg,
maar ik durfde hem niet aan te kijken. Ik denk dat hij spijt heeft. Ik lachte cynisch. Ach kom op
Rayan, jij kent hem nog beter dan ik. Hij knikte. Inderdaad en daarom vertel ik je dit. Na de dood van
mijn vader Allahie Rahmoe is hij de weg een beetje kwijt. Je moet niet vergeten hoe hecht ze waren
Safa. Ik knikte. Ik weet hoeveel verdriet hij heeft gehad, ik was degene die hem troostte, maar hij
heeft misbruik van me gemaakt Rayan. Mijn gedachten gingen terug naar de dag dat hij terug was uit
Marokko. Hoe we de liefde bedreven hadden en me de dagen erna steevast negeerde. Het was voor
mij wel duidelijk dat hij spijt had. Lange tijd was het stil. Tegelijkertijd draaiden mijn hersenen overuren.
Hoe zou het met hem zijn?
Wanneer ben je van plan het hem te vertellen? Geschrokken keek ik op. Ik perste mijn lippen stijf op
elkaar. Safa? Je gaat het hem toch wel vertellen? Ik schudde mijn hoofd. Een paar dagen nadat ik
erachter was gekomen dat ik zwanger ben, ben ik naar hem toegegaan. Ik ging het hem vertellen.
Maar hij gaf me de kans er niet toe. Hij zei dat ik een grote fout was geweest en eigenlijk al wist dat
ons huwelijk niet ging slagen. En nog wilde ik het hem vertellen, omdat ik vond dat hij daar recht op
had. Tot zijn nieuwe aanwinst binnenkwam, hij ontkende het niet eens! Nog tijdens ons huwelijk heeft
hij me bedrogen Rayan, en dan wil je me vertellen dat hij echt van me hield? Het was duidelijk dat hij
was geschrokken van mijn verhaal, maar hij moest de waarheid weten. Rayan ik heb een nieuw
leven opgebouwd. Hij wil niets met me te maken hebben, dat heb ik nu eindelijk geaccepteerd. Je hebt
misschien de blik in zijn ogen gezien toen we nog gelukkig waren, maar niet de blik vol haat en
verwijten van de laatste dagen. Hoe kan ik vertellen dat hij een kind krijgt als hij me haat? Piepte ik.
Weer die vervloekte tranen. Hij deed zijn mond open om wat te zeggen, maar deed hem toen weer
dicht. Als hij mij werkelijk terug wil, dan moet dat zo zijn omdat hij van me houd en niet omdat ik zijn
kind draag. Hij knikte. Rayan, alsjeblieft beloof me dat je hem niets zult vertellen. Ik smeek het je!
Een lange tijd zei hij niets. Totdat hij opstond. Ik heb er vertrouwen in dat je doet wat het beste is. Het
is jouw leven, maar ook zijn kind. Van mij zal hij niets horen, maar Safa, denk alsjeblieft na over wat je
hem aandoet als je hem niets verteld. Hij schonk me nog een knikje en liep toen het koffiehuis uit. Ik
keek hem na. Hoe heb ik zo stom kunnen zijn. Ik had beter op moeten letten verdomme! Siste ik
tegen mezelf. Ik hoopte dat hij zich aan zijn belofte zou houden, want was dat niet zo, dan had ik een
groot probleem.
Bij Charlotte aangekomen gedroeg ik me zo koel mogelijk. Dit was nog een hele opgave, aangezien
mijn hele lichaam in uiterste stress verkeerde. Ik wilde haar niets vertellen over het voorval. Zij zou me
namelijk proberen over te halen het Fahd te vertellen. En in deze toestand zou het haar nog kunnen
lukken ook. Gelukkig had ze niets door en nadat we nog even bij gekletst hadden en ik haar mijn
nieuwe aanwinst liet zien, het schattige hondje, was het tijd om naar huis te gaan. Het was al vrij laat
en we moesten nog zeker een anderhalf uur rijden.
Toen ik in mijn achteruit spiegel keek zag ik dat Aya in slaap was gedommeld. Gelukkig is het morgen
zaterdag. Dan ze kan lekker uitslapen, en dat geldt ook voor mij. Ik plaatste mijn hand voor mijn
gapende mond. Mijn gedachten dwaalden weer naar Fahd. Ik kon dan wel makkelijk tegen Charlotte
en Rayan liegen, maar niet tegen mezelf. Ik mis hem verschrikkelijk. Hoeveel pijn hij me ook heeft
gedaan, het is en blijft de liefde van mijn leven. De hoop dat het weer goed komt tussen ons heb ik
laten varen. Al zou hij aangeven dat hij een enorme fout heeft gemaakt en met me verder wil. Ik zie
het niet gebeuren, daarvoor is er gewoon veel te veel gebeurd tussen ons. Met name de laatste
negatieve gebeurtenissen. Want het is wel duidelijk hoe hij over mij en mijn vader denkt. Zal hij me
ooit nog recht in de ogen kunnen aankijken zonder me als medeschuldig te zien aan zijn vaders dood?
Nee, niet Fahd. Vergevingsgezindheid zit niet echt in zijn bloed. En dat geldt ook voor logisch
nadenken.
Ik reed mijn woonplaats binnen. Toen ik langs het plaatselijke meer reed besloot ik te stoppen. Ik zette
de auto aan de kant en keek naar achter. Ze slaapt nog. Mijn engeltje. Ik stapte uit en liep naar de
rand van het meer. Behalve de volle maan, was er geen enkele verlichting. Langzaam schoof ik de
ring van mijn vinger. De ring die hij slechts een paar maanden geleden bij me om had gedaan, als

teken van ons levenlang samenzijn. Ik hield hem nog even in mijn hand. Met mijn vinger streek ik over
de binnenkant van de ring. Waarin zijn naam en onze trouwdatum gegraveerd stonden. In n
beweging gooide ik de ring zo ver als ik kon het water in. In de verte verscheen er een plons. Ik werd
meteen door verdriet overmand en huilde hard. Het was ongelooflijk dat mijn tranen nog niet op
waren, aangezien ik de laatste weken niets anders doe dan huilen. Maar ik beloofde mezelf dat hier,
vannacht, de laatste traan was gelaten voor Fahd BenNabil.
Zij wordt uitgemaakt voor schaap, en dan ben ik degene die overdrijft? Ik was ziedend van woede.
En de domme blik, van de nog dommere stagiaire maakte me nog kwader. Mevrouw Baakier, het
zijn kinderen. Ik kan hun mondjes niet allemaal afplakken met tape. En ze grijnsde haar gele tanden
bloot. Die grijns verdween direct toen ze zag dat ik niet mee kon lachen. Als het klaslokaal niet gevuld
was met kinderen, inclusief een nieuwsgierig kijkende Aya, dan had ik haar een mep verkocht. Ik telde
in mijn hoofd tot tien. Ik wil je leidinggevende spreken. Zei ik zo beheerst mogelijk. Ik zag aan haar
gezicht dat ze was geschrokken, maar dat kon me niets schelen. Hoe haalt ze het in haar hoofd zo
met mensen om te gaan. Haar stilzwijgen zei genoeg. Ik moest mezelf inhouden geen brede grijns van
victorie op mijn gezicht te toveren. Ze draaide zich om en liep naar Aya toe, met mij op de voet
gevolgd. Ik sloeg mijn armen over elkaar heen en luisterde aandachtig naar wat ze te zeggen had.
Aya, ik hoorde van je tante dat je wel eens wordt gepest. Wel eens? Ik hield me in. Ik zag hoe Aya
verlegen haar hoofdje op en neer knikte. Het gebaar was nauwelijks zichtbaar. Ik zal vandaag voor
de hele klas een thema pesten behandelen. Ik denk dat de pestkoppen er daarna mee ophouden,
maar is dit niet zo, dan moet je het me meteen komen vertellen, ok? Nu keek Aya op. Ze knikte
zichtbaar en op haar gezichtje verscheen er zelfs een lach. Mijn dag kon niet meer stuk. Ik moest
toegeven dat ze het toch goed heeft aangepakt. Nadat ze zich naar me omdraaide bedankte ik haar
daarom ook voor haar tijd. Ik schonk Aya een knipoog en wandelde toen het lokaal uit. Ik kon niet
wachten haar vanmiddag uit te horen.
Op mijn gemakje liep ik terug naar huis. Het was aardig fris, maar dat deerde me niet. Ik hield van de
herfst, en nog meer van de winter. Dat is ook het enige dat ik gemist heb in de tijd dat ik nog in
Marokko woonde. De echte koude winterdagen. Waarbij je thuis heerlijk onder een warme deken ligt
en de takken verstopt zitten onder een laagje ijs. Prachtig. De baby zal ook in de winter geboren
worden, ik ben benieuwd of zij ook zo van de winter gaat houden. Ik moest lachen om mezelf. Aya had
me duidelijk aangestoken met haar voorspelling, dat het een meisje wordt. Toen ik voorbij het meertje
liep hield ik even halt. Ik dacht aan vrijdagavond en meteen verscheen er een voldane glimlach op
mijn gezicht. Ik ben trots op mezelf.
Ik gooide de sleutels op het kastje en liep naar de woonkamer. Ik plofte neer op de bank en probeerde
mijn laarzen uit te schoppen. Dit lukte niet in een zittende positie dus stond ik zuchtend op. Ik ontdeed
me meteen van mijn jas en liep door naar de keuken om een lekker kopje thee te zetten en een
broodje te maken. Ik was blij dat ik vandaag nog vrij was. Dit wordt een heerlijk luierdagje voor mij en
de baby. Er verscheen meteen een lach van oor tot oor op mijn gezicht. Het is zo vreemd. Je bent zo
gewend alleen te zijn, maar dat is nu gewoon niet meer zo. En hoe raar het ook klinkt, ik voel haar
gewoon in mijn buik zitten. s Avonds als ik in bed lig en de slaap niet wil komen, vertel ik haar hele
verhalen. Net als ik dat vroeger voor Aya deed in Marokko, toen we nog bij oma woonden. Heerlijk
vond ze het om helemaal dicht tegen me aan te kruipen en te luisteren naar de sprookjes die ik vaak
ter plekke verzon.
Ik schaterde het uit van het lachen en stikte bijna in mijn broodje kaas. Hij was niet voor niets mijn
lievelings cabaretier. Zo mijn humor! Toen ik de brievenbus hoorde dichtklappen stond ik op om te
kijken wat voor post er op de deurmat lag. Nog na lachend van de goede grap die Najib daarnet
maakte, raapte ik de post van de grond en neusde nieuwsgierig door het stapeltje. De rekeningen
gooide ik ergens in een hoekje. Er zaten twee dikke enveloppen tussen. Ik maakte eerst de grootste
open en lachte mijn nieuwe contract tegemoet. Wat ben ik blij dat ik weer aan het werk ga. Ik legde het
contract weg, die lees ik later wel goed door. Ik opende de andere envelop. Ik haalde er een pak
papier uit en even moest ik aan de scheidingspapieren denken. Mijn ogen vlogen over de regels op de
eerste pagina. En bij elk woord dat ik las werd mijn blik geschokter. Mijn bloed kookte en de rook
kwam nog net mijn oren niet uit. Ik sloeg de bladzijden om en viel bijna steil achterover toen ik las om
wat voor bedrag het ging. Dacht hij nu werkelijk dat ik geld van hem ging aannemen. Eerst zet hij me
zonder pardon op straat om vervolgens met een afkoopbedrag op de proppen te komen. Ik gilde het
nog net niet uit. Woedend pakte ik de stapel vast en scheurde uit alle kracht het hele boekje in
honderden stukken uiteen. Mijn borst ging hevig op en neer van alle inspanning. Ik liep naar het

bureau en trok in n ruk de la open. Ik haalde een envelop tevoorschijn en schreef het adres van zijn
kantoor op de voorkant. Ik zocht snel naar een postzegel en was dan ook blij toen ik die in het hoekje
van de la had gevonden. Ik likte de zegel nat en plakte hem in de hoek van de envelop. Ik pakte de
gescheurde stukken papier op en propte ze in de envelop waarna ik hem voldaan dicht likte. Die gaat
zo meteen op de post. Het liefst had ik met koeienletters SLAPPE ZAK op de envelop geschreven,
maar dit leek me bij nader inzien toch niet zo een goed plan. Hoe haalt die klootzak het in zijn hoofd
om mij dit te sturen. Mijn handen begonnen te trillen. Hoe wist hij in Godsnaam mijn adres? Alleen
Charlotte weet waar ik woon. En voor zover ik weet heb ik het Rayan vrijdag niet verteld. O, God. Hij
zal Fahd toch niets over mijn zwangerschap hebben verteld. Ik raakte in paniek. Als hij werkelijk wist
dat je zwanger was van hem, dan had hij vrijdag al voor je deur gestaan. Ik wist dat het stemmetje
gelijk had. Dat zou inderdaad zo zijn geweest. Maar nog steeds was het voor mij niet duidelijk hoe hij
aan mijn woonadres komt. Ik zal Charlotte er meteen over bellen! Misschien heeft hij haar wel
gedwongen het te vertellen. Als dat zo is, is hij nog niet jarig!
Dit is de voicemail van Gerriteerd hing ik op. Ik haatte het, dat als ik iemand nodig moest spreken,
diegene onbereikbaar was. Nou ja, er zat niets anders op dan het morgen maar te vragen. Na mijn
werk zal ik wel even snel naar haar toe gaan. Ik keek op de klok. Daar ging mijn dagje heerlijk
ontspannen. Dacht ik teleurgesteld. Ik liet mijn voeten weer in mijn laarzen glijden en trok ondertussen
ook mijn jas aan. Gauw griste ik de envelop van tafel en slenterde daarna het huis uit. Hij heeft de
gave, zelfs zonder zijn aanwezigheid, mijn hele dag te vergallen!
Mijn handen had ik zo stevig om het stuur geklemd, dat mijn knokkels spierwit kleurden. Ik was er
bijna. De radio stond aan, maar ik hoorde de muziek niet. Verdomme! Niet geslapen, ochtendhumeur
en misschien wel te laat op mijn eerste werkdag. Ik wurg hem nog eens.
Met piepende banden parkeerde ik de auto voor het verzorgingstehuis. Ik keek op mijn horloge en
haalde opgelucht adem. Ik heb nog tien minuten. Ik deed mijn gordel af, pakte mijn tas en stapte toen
de auto uit. Ik had nog geen stap in het verzorgingstehuis gezet of mijn stemming was al meteen
omgeslagen. Daar stond mevrouw Jansen, al klaar om me te groeten. Ze begon meteen te lachen en
te roepen toen ze me ook in het oog kreeg. Ik heb haar altijd al zo een lieve vrouw gevonden. Het was
voor mij ook een groot raadsel waarom haar kinderen haar haast nooit op kwamen zoeken. Ik had
haar het liefst bij me in huis genomen, maar helaas dat kan niet. Mijn lievelingszuster, wat ben ik blij
dat je terug bent. Lachend sloot ze me in haar armen. Ik ben ook heel blij terug te zijn. Zei ik
lachend.
Het was weer als vanouds gezellig bij mevrouw Jansen. Ze had me een hele hoop te vertellen. En ik
luisterde dan ook aandachtig naar haar verhalen. Ze liet doorschemeren dat haar kinderen nog steeds
niet vaak langskwamen, maar ze nam het ze niet kwalijk. Ze hadden nu eenmaal allemaal een drukke
baan. Dit was iets dat ik niet begreep aan de Nederlandse mensen. Heel hun leven worden ze met
liefde verzorgd door hun ouders. En als daar de tijd is gekomen dat er voor hun gezorgd moet worden,
stoppen ze, ze met alle gemak in een tehuis. Ongelooflijk. Ze zullen zichzelf voor hun kop slaan als ze
er niet meer is. En meteen dacht ik aan mijn moeder. Hoe vaak het schuldgevoel bij mij naar boven
kwam en maar aan me bleef knagen. De laatste maanden dat ze er nog was, ben ik alleen maar met
mijn studie bezig geweest. Terwijl familie het aller belangrijkste is. En dat schuldgevoel zal ik de rest
van mijn leven bij me dragen. Na het zoveelste kopje thee was het toch echt tijd om op te stappen.
Mevrouw Jansen, ik beloof u dat ik morgen het eerst bij u langskom voor een heerlijk kopje thee. En
een stroopwafel. Ik knikte lachend. En een stroopwafel.
Met een goed gevoel stapte ik de auto weer in. Het was heerlijk om weer lekker aan het werk te gaan.
Alhoewel werk? Ik had de hele ochtend alleen maar thee zitten leuten met mevrouw Jansen.
Schandalig eigenlijk, maar ze vond dat ik eerst weer helemaal ingewerkt moest worden. Thee drinken
en roddelen was haar idee van ingewerkt worden. Ik moest al lachen als ik eraan dacht. Ik was bijna
vergeten dat ik bij Charlotte langs zou gaan. Ik keek op mijn horloge. Oh, ik had nog bijna drie uur de
tijd voordat Aya uit school zou komen. Ik startte de auto en reed de straat uit op weg naar Charlotte.
Toen ik voor het stoplicht stond hoorde ik keiharde Arabische muziek. Ik keek om me heen, naar waar
het vandaan kon komen. Toen ik opzij keek naar de auto die naast me stond barstte ik in lachen uit.
Een man, die blijkbaar helemaal in de ban was van de oosterse klanken en hevig heen en weer
schudde deed me happen naar adem. Ik schaterde het werkelijk uit. Hij keek op, snel draaide ik mijn
hoofd weg. Ik hoopte dat hij me niet had gezien. Toen ik stiekem weer keek vielen mijn ogen bijna uit
mijn kassen. Karim! Hij zwaaide een beetje sullig en ik zag hoe zijn wangen rood kleurden, een

aandoenlijk gezicht. Hij opende zijn raampje en ik volgde zijn voorbeeld. Hallo stalker! Zijn stem
klonk nog even vriendelijk als maanden terug. Lachend zwaaide ik terug. Ik wist niet dat je
buikdanser was in je vrije tijd. Hij moest lachen om mijn grap. Hij wees naar het stoplicht, dat zojuist
op groen was gesprongen. Ik hoorde luid getoeter. Jeetje, wat hebben mensen toch haast. Rij achter
mij aan! Hoorde ik hem nog roepen alvorens hij weg reed. Ik tuurde in de achteruitkijkspiegel, en toen
de weg vrij was, scheurde ik achter hem aan. Ik voelde de adrenaline door mijn lijf gieren. Zo iets wilds
had ik nog nooit gedaan.
Ik heb altijd gezegd, toeval bestaat niet. Dit is het lot. Lachend schudden we elkaar de hand. Het lot?
Zo zou je het wel kunnen noemen ja. Dit is onze tweede toevallige ontmoeting. We stonden in een
klein straatje, waarnaar ik hem gevolgd ben. Hij zag er nog beter uit dan ik me kon herinneren. Zeg,
ik heb pauze, als je honger hebt kun je met me gaan lunchen? Of duikt je bodyguard dan weer op.
Lachend om zijn eigen grap, wachtte hij op mijn antwoord. Ik rammel.
Een beetje onwennig zat ik tegenover hem aan een veel te klein tafeltje. Safa, hoe is het met je? Ik
knikte en schonk hem een glimlach. Ja, prima hoor. Bij die zin keek ik weg, aangezien ik een erg
slechte leugenaar was. Hmm. Was het enige dat hij zei. Ik betrapte mezelf erop hem te observeren
terwijl hij de menukaart aan het bekijken was. Hij was eigenlijk een erg knappe man om te zien. Hoe
heb ik dat destijds niet kunnen zien? De enige waar jij toen oog voor had was de duivel, in plaats van
de engel die hier voor je zit. In gedachten sprak ik het stemmetje streng toe. Het laatste waar ik
behoefte aan had, was een nieuwe liefde. Ik schrok van mijn eigen gedachten. Waarom plaatste ik
Karim en nieuwe liefde in dezelfde context? Safa! Verbaasd keek ik op. Hij barstte in lachen uit.
Een beetje dommig staarde ik hem aan. Waarom lach je? Kwam er onzeker over mijn lippen.
Omdat ik je al drie keer riep, maar jij was blijkbaar heel ergens anders. Hij bewoog zijn
wenkbrauwen op en neer. Vertel . Ik moest lachen om zijn grappige manier van doen. Hij is echt
iemand die je in alle mogelijke situaties kon laten lachen. Een soort van persoonlijke Najib Amhali. Zo
n wil ik er thuis ook wel. Ik grinnikte. O, sorry. Ik ben er weer. Hij knikte en legde de menukaart
weg. Ik neem een broodje mozzarella, pesto. Wil jij hetzelfde? Lekker. Hij schonk me een knipoog
en het effect was in mijn tenen te voelen. Wat gebeurd er met me?
Ik plaatste mijn handen op mijn buik. O, hou op, mijn buik! Stoppen met lachen was haast
onmogelijk. Als ik wist dat je me dit zou aandoen, was ik nooit achter je aangereden. Hij deed alsof
ik hem met die uitspraak beledigd had en trok een quasi sip gezicht. Maar vertel jij eens Safa, na de
Malediven. Wat heb je allemaal uitgespookt? Mijn adem stokte. Deze vraag had ik namelijk niet zien
aankomen en ik twijfelde of ik het hem wel wilde vertellen. Tot nu toe was Charlotte de enige bij wie ik
mijn hart heb kunnen uitstorten. Ik was nog steeds stil en prakte de citroen in mijn ijsthee fijn. Weet je
wat, ik moet terug naar de zaak. Je levensverhaal hou ik nog van je tegoed? Lachend keek ik op. Het
was net of hij mijn gedachten kon lezen. Hij stond op en graaide in zijn zak. Hier haalde hij een kaartje
uit die hij me overhandigde. Karim Jadid. Daaronder stond zijn telefoonnummer dikgedrukt. Loop je
altijd zo te zwaaien met je telefoonnummer? Zei ik pestend. Dat moet wel als ik na ieder eerste
afspraakje gedumpt wordt. Ik lachte om zijn uitspraak en borg het kaartje op in mijn tas. Tot ons
eerste afspraakje Safa, het was leuk je gezien te hebben. Hij schonk me een knipoog en vertrok.
Insgelijks Karim Jadid.
Maar wie is dat dan? Pas toen ik er zeker van was dat elk wimpertje in de mascara gedoopt was
draaide ik me om. De grijns was niet van mijn gezicht te slaan. Gewoon Karim. Haar wenkbrauwen
bewogen snel op en neer en ik barstte in lachen uit. We zijn vrienden, meer niet. En zo voelde ik het
ook echt. Ok, misschien had ik wel gevoelens voor hem, maar heel veel stelde dat niet voor. Nog niet
tenminste. Weet hij alles? Ik draaide mijn hoofd weer naar de spiegel. Een paar weken geleden heb
ik hem globaal alles verteld. Niet in details, maar wel dat ik zwanger ben. Ik had gedacht dat hij daarna
niets meer van zich zou laten horen, maar het tegendeel was waar. Ja, hij is een echte vriend. Toen
ik er helemaal van verzekerd was er tip top uit te zien vond ik het tijd om te gaan. Ik kom Aya
vanavond halen goed? Weer die dansende wenkbrauwen. Haar blik werd daarna weer serieus. Saf,
ik ben blij dat het beter met je gaat. Maar pas je op dat je hart niet weer wordt gebroken? Ik keek op
in haar bezorgde blik. Lieverd, dat laat ik niet gebeuren. Je kent me toch? Ik gaf haar snel een kus
op haar wang. Geef Aya een kus van me, als ze achter die computer is weg te slaan, haha.
De straten waren vrijwel verlaten. Op het getik van mijn hakken na was het doodstil. Ik weet niet eens
waarom ik die aan heb getrokken. Dat weet je wel Safa, het is om indruk te maken op de heer Jadid.
Ik wuifde het weg. Wat een onzin, ik wil er gewoon mooi uitzien voor mezelf. Ja vast. Ik moest lachen
om mezelf. Ik gedroeg me werkelijk als een puber. Nog n straatje en ik ben er. Waarom ik heb

besloten te gaan lopen, God mag het weten, maar ik had er nu al spijt van. Morgen heb ik vast flinke
blaren op mijn voeten.
Toen ik binnenliep zag ik Karim al bij de receptie staan, druk in discussie met een baliemedewerker.
Het was een lachwekkend tafereel dus bleef ik van een afstandje kijken. Karim bewoog zijn armen
wild heen en weer en de man achter de balie had een hoofd zo rood als een tomaat. Mijn
blooskwaliteiten liet hij ver achter zich. Toen de situatie dreigde te escaleren kwam ik tussenbeide.
Karim leek geschrokken te zijn van mijn aanwezigheid. Safa, ik heb hier gereserveerd voor ons, maar
deze snotneus achter de balie, probeert me wijs te maken dat er nooit een reservering is gemaakt. Ik
moest echt lachen, maar hield die toch met moeite in. Ik wilde hem niet belachelijk maken. Nou, dan
gaan we toch lekker ergens anders heen? Hij fronste zijn wenkbrauw. Maar vind je dat niet erg? Ik
stak mijn hand in de lucht. Natuurlijk niet, zat restaurantjes waar je lekker kan eten. Zonder de
baliemedewerker nog een blik waardig te gunnen liep hij mee het restaurant uit. Fahd zou net zolang
in discussie zijn gegaan totdat we samen aan het beste tafeltje in het restaurant zaten. Ik schrok van
mijn eigen gedachte.
Gearmd liepen we door de drukke straten van de stad. Hier waren alle mensen dus gebleven. Hij
sprak honderduit over wat een onrecht hem is aangedaan en dat de reservering al zeker een week
stond. Ik vond het grappig hem opgefokt te zien. Dit is hij als ik me goed kan herinneren nog nooit
geweest. Hij is juist het tegenovergestelde. Rustig, afwachtend en heel vriendelijk. Als ik er nu over
nadenk is hij exact het tegenovergestelde van Fahd. En dat is maar goed ook.
Hij trok me mee een restaurant in, ik kon nog net zien welke dit was. Snel trok ik mijn arm terug.
Verbaasd bleef hij staan. Ik keek naar de letters die op de pui van het pand stonden. Hier hebben we
met zijn ouders gegeten. De avond dat we bekend maakten te gaan trouwen. Meteen gingen mijn
gedachten naar zijn vader. Hoe blij hij was en hoe hij mij liefdevol in zijn armen had gehouden. Fahd
was n belangrijk feit vergeten de dag dat hij me vol walging had aangekeken en ik de
beschuldigingen in zijn ogen kon lezen Dat hij een vader voor me is geweest. Iets dat ik voor zolang
had gemist. En nog steeds mis ik hem elke dag. Wil je hier niet eten? Ik schudde mijn hoofd, om
weer terug op aarde te komen. Jawel, dat is het niet.. Hij keek me vragend aan. Ik sloot mijn arm
weer om die van hem en zette mijn mooiste glimlach op. Het laatste dat ik wilde was de avond
verpesten.
Enkele minuten later zaten we keurig aan een tafeltje in het hoekje van het restaurant. Goed het was
dan niet de ideale plek om te zitten, maar we mochten al blij zijn dat die nog vrij was, aangezien het op
zaterdag avond overal retedruk is. Al was ik niet echt meer in de stemming, ik deed mijn best toch
gezellig te doen. Voel je, je wel goed Saf? Ik knikte. Ja prima joh, ik ben alleen een beetje moe dat
is alles. Hij knikte, maar ik zag dat hij het niet echt geloofde. Ik ben echt blij met onze vriendschap
Safa. Zei hij serieus, waarna hij zijn mooie tanden bloot lachte. Nou, ik ben ook erg blij met jou als
vriend. Hij knikte tevreden. Zeg eens Karim, hoe komt het dat jij nooit getrouwd bent? Hij draaide
zijn hoofd weg en ik zag dat ik een gevoelige snaar had geraakt. Ik vervloekte mezelf om het talent dat
ik bezit, namelijk: domme vragen stellen. Ik ben wel eens van plan geweest te trouwen, telt dat ook.
Hij krulde zijn lippen tot een lach, die zijn ogen niet bereikte. Sorry Karim, ik wist niet Hij liep me
mijn zin niet afmaken en stak zijn hand in de lucht. Hou op, het stelde niets voor joh. Ik was erachter
gekomen dat ze alleen maar op mijn geld uit was en toen heb ik de hele boel afgeblazen. Met open
mond heb ik hem zitten aanstaren. Al probeert hij me wijs te maken dat het hem niets doet, ik zie dat
toch heel anders. Maar ben je daarna niemand tegengekomen die de moeite waard was dan? We
werden gestoord door de ober die onze bestelling kwam opnemen. En even baalde ik hiervan. Nu pas
drong het tot me door, dat we alle vijf de weken die onze vriendschap telde het alleen maar over mij
hebben gehad. Ik kon dan ook niet wachten tot de ober vertrok zodat ik mijn vragenvuur op hem los
kon laten. Wat neem jij Saf? Ik las snel een gerecht van de menukaart en gaf die toen aan de ober
mee.
Vanonder mijn wimpers gluurde ik naar Karim die net een hap wegslikte. Het was een mooie man om
te zien. Maar het was vooral zijn karakter die indruk op me maakte. Toen mijn maag begon te
protesteren schoof ik het bord bij me vandaan. Ik heb genoeg gehad. Zuchtte ik en plaatste mijn
handen op mijn ronde buikje. Van het ene op het andere moment barstte Karim in lachen uit. Hoe
vreemder ik keek, hoe harder hij lachte. Bijna het hele restaurant kon meegenieten en ik voelde mijn
wangen al rood kleuren. Stt, iedereen kijkt naar ons. Siste ik hem toe. Hij gooide zijn hoofd in zijn
nek en begon nog harder te lachen. Pas toen ik hem onder de tafel een schop had verkocht bedaarde

hij een beetje. Zo en vertel me nu eens wat er zo grappig was. Hij knikte. Het grappige was hij
moest even diep ademen. Oh Safa het zag er zo grappig uit. Toen je dat bord spaghetti voor je neus
kreeg, at je alsof je leven er van af hing. En toen er precies nog n spaghettisliert in het bord lag, had
jij genoeg. Hij begon weer oorverdovend te lachen en verbaasd keek ik naar het bord. Warempel, hij
had nog gelijk ook. Nu ik eindelijk begreep wat er zo grappig was begon ik ook te lachen. Dat komt
door de hormonen ja! Hij knikte. Tuurlijk Safa, blame it on the hormones!
Bij de garderobe aangekomen nam Karim mijn jas aan en hield hem voor me open. Een echte heer.
Ik moest lachen toen hij een overdreven buiging maakte. Achter me was luid handgeklap te horen.
Lachend draaide ik me om. Waarna de lach meteen van mijn gezicht stierf. Ik slikte. Fahd.
Karim volgde mijn geshockeerde blik en ging beschermend voor me staan toen hij zag wie er
tegenover me stond. Hierdoor kwam ik weer terug op aarde. Met trillende vingers probeerde ik mijn jas
dicht te ritsen. Toen dit niet lukte trok ik mijn jas voor mijn buik en hield hem stevig vast. Nee, maar.
Die clown heeft je toch weten te strikken? Ik had wel wat meer van je verwacht Safa. Zijn woorden
drongen niet tot me door. Ik bleef hem maar aanstaren. Mijn God was is hij veranderd. Er stond een
vrouw naast hem. Toen ik goed keek zag ik dat zij het was. De vrouw die zich voor had gesteld als zijn
nieuwe vriendin. Het was dus redelijk serieus tussen ze. Het liefst wilde ik de meest verschrikkelijke
woorden naar zijn hoofd gooien, maar ik kon het niet. Mijn stembanden werden fijngeknepen. Ik kreeg
er geen woord uit. Waar bemoei jij je eigenlijk mee? Safa is niet meer in je leven. Ik zag hoe Fahd
zijn kaken spande. Met de seconde werd ik angstiger. Karim, ik wil naar huis. Piepte ik. Hij sloeg een
schouder om me heen en droeg me als het ware naar buiten. De kracht om te lopen had ik niet.
Toen we net een stap buiten hadden gezet hoorde ik een gil. Ik draaide me om en voor ik het wist had
hij zijn vuist op Karims gezicht gepland. Hij viel meteen op de grond. Ik uitte een kreet van schrik.
Fahd hou op! Ik duwde hem van Karim af die zichtbaar pijn had. Maar de blik in zijn ogen was vol
woede. Hij stond op en rende naar Fahd toe. De twee raakte in een gevecht verwikkeld. Het blonde
grietje hield niet op met gillen. Ik wist niet wat ik doen moest. Straks sloegen ze elkaar nog de
hersenen in. Karim lag op de grond en Fahd zat bovenop hem. Je moet van andermans vrouw
afblijven klootzak! Ik wist niet wat ik hoorde. Ik haastte me naar ze toen en met alle kracht die ik bezat
probeerde ik Fahd van hem af te duwen. Ik trok aan zijn arm. De tranen gleden over mijn wangen.
Hou op, je vermoord hem nog! In n ruk trok hij zich los waardoor ik mijn evenwicht verloor. Met
een smak viel ik op de grond. Een pijnscheut trok door mijn rug. Auw. Was het enige dat ik kon
uitbrengen. Fahd kom we gaan! Hoorde ik de griet roepen. Hij negeerde haar volkomen en bleef me
maar aangapen. Ook Karim keek geschrokken. Ik probeerde overeind te komen, maar dat lukte niet.
Karim duwde Fahd van zich af en haastte zich naar me toe. Safa gaat het? Ik knikte. Er kwam bloed
uit zijn neus en er zat een scheur in zijn wenkbrauw. Ik voelde me ongelooflijk schuldig. Ik deed weer
een poging overeind te zitten. Gelukkig had ik geen pijn. Fahd stond op en bleef me aanstaren. Ik
veegde de tranen van mijn wangen. Je bent zwanger? Mijn hart klopte in mijn keel. Geschrokken
keek ik naar mijn buik die vol trots omhoog stak. O God, hij weet het.
Mijn handen had ik stevig om de leuning geklemd. Stilletjes bad ik tot Allah. Ik bad dat alles goed was
met mijn kindje. Het geluk dat ik voelde toen het hartje luid en duidelijk hoorbaar was, is onbeschrijflijk.
De tranen vloeiden en ophouden was onmogelijk. De gynaecologe keek me medelijdend aan. Het
was even schrikken, maar hij is er nog hoor! Ik bedankte haar door mijn tranen heen. Safa? Ik keek
op. Toen ik een bezorgde Charlotte binnen zag komen rolden de tranen weer over mijn wangen.
Lieverd, wat is er gebeurd? Ik probeerde een beetje te kalmeren en dronk uit het glas water dat de
gynaecologe me zojuist had aangereikt. Safa, ik moet naar een andere patint. Probeer zo min
mogelijk met stress in aanraking te komen en hou een dag goed bedrust. Ik knikte en bedankte haar
nogmaals. Charlotte nam plaats op de stoel naast het bed en hield mijn hand stevig vast. Waarom
zitten Karim en Fahd in de wachtkamer en zien ze eruit alsof ze zijn overreden door een
vrachtwagen? Lachend veegde ik mijn tranen weg. Wat doet Fahd hier nog in Godsnaam. Ik hoef
die twee kleuters allebei even niet te zien. Mijn stem beefde nog na van de angst die ik zojuist had
gevoeld. De angst dat er misschien iets met mijn kindje was gebeurd. Charlotte knikte begrijpend. Hij
weet het dus? Fluisterde ze zachtjes. Bang om mij weer van streek te maken. Ik knikte afwezig. Dat
is ook de enige reden waarom hij hier is, maar ik kan hem niet onder ogen komen. De verwijten, ik kan
ze er nu even niet bij hebben. Charlotte, wil jij ze alsjeblieft vragen weg te gaan? Ze knikte en stond
meteen op. Ik slikte een opkomende brok op. Elke keer als ik denk, mijn leven eindelijk weer op de
rails te hebben, gaat het mis.
Ik moest van Karim doorgeven dat het hem spijt. Ik knikte. Hij had nergens schuld aan. Het is
allemaal mijn eigen schuld. En dat van Fahd. Wanneer laat hij me nu eindelijk met rust? Voorzichtig

stond ik op. En liep samen met Charlotte de behandelkamer uit. De schrik zat er goed in. Waar is
Aya? Ik heb haar even bij Tineke afgezet. Ik wist niet of ik haar mee kon nemen. En na het zien van
die twee is het eigenlijk maar goed dat ik dat niet heb gedaan. Ik knikte. Wat zou dat arme kind
daarvan hebben gezegd? Ik loop even naar de balie om je papieren af te geven. Ga daar maar zitten
ik ben zo terug. Ik nam plaats en legde mijn hoofd in mijn handen. Mijn hoofd voelde warm aan.
Safa? Bij het horen van zijn stem was ik als versteend. Ik keek niet op. Ik zou niet voor mezelf in
kunnen staan. Het liefst wilde ik hem bespringen. Door zijn schuld had mijn kindje wel dood kunnen
zijn! Ik hoorde zijn voetstappen naderen. Voorzichtig haalde ik mijn gezicht uit mijn handen en keek
recht in zijn bezorgde ogen. Zijn shirt was gescheurd en om zijn hand zat verband gewikkeld. Ik zei
geen woord tegen hem. Safa het spijt me. Ik slikte mijn tranen weg en keek hem aan met een blik
vol haat. Ik wil dat je weggaat Ik nam een hap adem. Ik haat je. Ik haat je zo erg en ik wil je nooit
meer zien. Hij schrok zichtbaar van mijn harde woorden, maar dat kon me niets schelen. Ik haatte
hem ook, ik wilde hem ook nooit meer zien. Hij stond op en keek op me neer. Het spijt me Safa, voor
alles. Ik hoopte datHij zuchtte en streek met zijn hand door zijn haar. Het maakt niets meer uit. Je
hebt een nieuw leven. Hij draaide zich op en liep verstrooid weg. Nu pas liet ik mijn tranen weer
komen. Ik haat hem! Zo erg. Maar ik hou nog meer van hem.
Dat weekend ben ik wel honderd keer door Karim gebeld. Ik durfde niet op te nemen en eerlijk gezegd
wilde ik dat ook niet. Het hele weekend heb ik alleen maar nagedacht over Fahds woorden. Wat
hoopte hij? Ik voelde een steek in mijn hart als ik dacht aan zijn laatste woorden. Hij dacht dus echt
dat ik verder ben gegaan met Karim. Verdomme! Ik had terug moeten gaan naar Marokko. Daar had ik
in alle rust verder kunnen gaan met mijn leven. Tante Safa? Wil je ook een glaasje sap? Ik keek op.
Daar stond mijn grote meid. God, wat hou ik van haar. Hmm, wat voor sapje heb je voor me in de
aanbieding? Ze rende naar de keuken, waar ze ongetwijfeld voor de koelkast stond. Het volgende
moment dreunde ze alle merken sapjes op die in de koelkast lagen. Hmm, doe mij de mango maar!
Daarna was het doodstil, op wat dichtslaande keukenkastjes na. Ik moest lachen toen ik Aya heel
geconcentreerd, met twee tot de nok toe gevulde bekers, binnen zag lopen. Voorzichtig zette ze de
bekers op tafel en kwam naast me op de bank liggen. Haar handje legde ze beschermend op mijn
buik. Straks is je buik zo groot, dan is er geen plaats meer voor mij! Zei ze lachend. Er is altijd plek
voor jou Aya, jij bent mijn prinsesje weet je nog? Ze knikte. Ieder in onze eigen gedachten verzonken
staarden we naar het plafond. Tante Safa? Ze fluisterde. Hmm. Mis jij iemand? Door de brok in
mijn keel kon ik geen antwoord geven. Dus ik knikte maar. Enkele minuten later had ik mijn stem weer
terug gevonden. Ik mis mijn moeder en jouw moeder heel erg. Ze knikte. Maar je mist oom Fahd
ook, toch? Mijn hart miste een slag. Ik knikte. Liegen tegen Aya was onmogelijk. Wordt je boos als ik
zeg dat ik papa soms mis? Geschrokken kwam ik overeind. Aya volgde mijn voorbeeld. Natuurlijk
wordt ik niet boos. Je mag hem missen. Heel erg zelfs. Ze knikte. Hij was niet zo goed, maar toch
hou ik wel van hem hoor tante Safa. Ik knikte en streek over haar wang. Maar als jij oom Fahd mist,
waarom ga je dan niet naar hem toe. Je weet toch waar hij woont? Hoe verdrietig ik ook was. Die
kleine kreeg het altijd voor elkaar, mij aan het lachen te maken. Zoals zij het zegt klinkt het ook heel
simpel en vanzelfsprekend. Maar dan komt de trots weer om het hoekje kijken. Maanden geleden heb
ik hem gesmeekt de scheiding niet door te zetten. Maar luisterde hij naar me? Nee.
Ik tikte met mijn vingers op mijn telefoon. Als bezeten staarde ik naar de naam op het schermpje. Ik
mis hem. Mijn vinger drukte op het groene telefoontje en gespannen hield ik de telefoon tegen mijn
oor. Hij ging lang over voor er werd opgenomen. Safa. Ik was blij zijn stem te horen. Karim. Het spijt
me. Eventjes was het stil. Safa, jij bent de laatste die haar excuus moet maken. Wij waren degenen
die ons als kinderen gedroegen. Ik lachte. Zin in pannenkoeken?
Je weet het misschien niet, maar Aya hier is wereldkampioene pannenkoeken eten! Zijn mond viel
open. Hij sprong van zijn stoel en knielde voor haar neer. Koningin pannenkoek het is een eer met u
aan n tafel te zitten. Hij pakte haar hand vast en plantte er een kus op. Ze schaterde het uit. Hij kon
echt heerlijk met kinderen omgaan. Was het in een andere situatie dan zou ik er alles aan doen hem
voor me te winnen. Tante Safa, mag ik in de ballenbak spelen? Ik knikte en samen met wat andere
kinderen rende ze naar de enorme bak met ballen in alle kleuren van de regenboog.
Ik prikte met mijn vork in een poffertje. Ik had helemaal geen eetlust. Waar denk je aan? Ik keek op.
Wat ik nu in hemelsnaam verder moet. Hij knikte. Bij die keuze kan ik je niet helpen dat weet je,
maar ik hoop dat je weet dat je me altijd lastig kunt vallen. Al is het midden in de nacht. Ik lachte
dankbaar. Een traan ontsnapte uit mijn ooghoek. Hij heeft me zo een pijn gedaan, maar nog houd ik
van hem. Ik voelde me zo vreselijk stom. Safa, dat is heel normaal. Je vergeet dat je een verleden
met hem hebt. Jullie zijn getrouwd geweest. Natuurlijk houd je van hem. Ik was zo blij om zijn

geruststellende woorden. Hij denkt dat jij de vader van mijn kind bent. Zijn ogen werden groot. Dat
meen je niet? Ik knikte. Ik heb het niet ontkent. Op dat moment wenste ik ook dat het zo was. Dat hij
niet de vader was. Hij knikte en pakte mijn hand vast. Lieverd, je weet dat ik geen fan ben van
BenNabil. Joh! Hij lachte, maar zette toen zijn serieuze blik weer op. Ik heb dan wel geen
kinderen, maar de gedachten het niet te weten als het wel zo zou zijn Hij maakte zijn zin niet af. Ik
wist dat hij gelijk had en dan Fahd de waarheid moet weten, maar op de n of andere manier kon ik
het gewoon niet vertellen. Ik wilde dat hij door het stof zou kruipen. Net zoveel pijn zal voelen als ik al
maanden doe! Ik begrijp het ook als je het niet wilt vertellen, hij heeft je veel pijn gedaan. Ik knikte.
Maar dan moet je het me wel even laten weten, dan kan ik alvast oefenen met baby born! Ik
schaterde het uit van het lachen. Nu op dit moment realiseerde ik me n ding. En dat is dat ik nog
nooit zo een goede vriend heb gehad.
Ik ga het hem vertellen. Ik vertel het hem, vandaag nog. Heel zelfverzekerd klonk het niet. Weet je
het zeker lieverd? Nee, ik wist het niet zeker, maar het moet. Over een paar weken is de baby er al.
Hij moet het weten. Ik weet het zeker. Ze knikte en legde geruststellend haar hand op mijn schouder.
Je doet hier goed aan Safa. Ik knikte. Ik hoop echt dat je gelijk hebt Charlot.
Gespannen reed ik na maanden weer naar zijn huis. Ik hoopte dat ik nog wel zou weten waar het is. In
gedachten speelde alles zich af in mijn hoofd. Hoe boos hij zal zijn als ik het hem vertel. Maar niets
van die enge voorspellingen maakte het, dat ik omdraaide en naar huis ging. Ik was niet bang voor
hem. Dat stadium ben ik voorbij. Sinds mijn zwangerschap ben ik een ander mens geworden.
Volwassen. Ik tuurde naar alle borden die voor me tevoorschijn sprongen. Toen ik het zandpaadje
opreed wist ik het zeker. Ik ben er bijna. Naarmate ik dichterbij kwam, ging mijn hart sneller kloppen.
Mijn linkerbeen trilde onophoudelijk. Vanachter de bomen doemde het huis op in het zicht. Alles zag er
nog precies hetzelfde uit. Mijn gedachten gingen als vanzelf naar de mooie momenten die we hebben
gedeeld in dit huis.
Voor het grindpad dat naar de voordeur leidde zette ik de auto stil. Dit is het dan Safa. Onzeker stapte
ik uit de auto. Mijn enige veilige omgeving hier. Ik slikte en ademde rookwolkjes uit. Het was hartje
winter en ijskoud! Met lood in mijn schoenen liep ik naar de voordeur. Bij elke stap die ik zette leek het
wel of het huis steeds verder weg ging staan. Ik sloot mijn ogen en liep verder. Bij het trapje
aangekomen plaatste ik mijn hand op de leuning, die ijskoud aanvoelde. Ik trok mijn hand echter niet
terug. Mijn hele lichaam was verdoofd. Enkele minuten bleef ik voor de deur staan met mijn handen op
mijn buik, pratend tegen mijn kindje tot ik eindelijk genoeg moed had verzameld aan te bellen. Het
leek een eeuwigheid te duren voor er open werd gedaan. Maar toen hoorde ik eindelijk het slot van de
deur vallen. En met veel gekraak opende de zware deur zich. Ik staarde naar zijn borst. Ik was te bang
hem aan te kijken, maar ik kon wel raden dat ik de laatste was die hij verwachtte. Na een lange tijd
durfde ik eindelijk mijn hoofd naar hem op te tillen. Hallo Fahd. Hij slikte, zei niets en deed een stap
opzij. Twijfelend stapte ik over de drempel. Ik liep door tot ik in het midden van de gang stond. Ik
hoorde de zware deur met een klap dichtvallen. Mijn nekharen stonden overeind. Je kan nu niet meer
terug Safa.
Onberoerd stonden we tegenover elkaar. Het was schemerig in de hal. Ik keek om me heen. Net als
aan de buitenkant was er van binnen ook haast niets veranderd. Ik keek naar de trap. Zou ze er ook
zijn? Ik vond het stom van me dat ik daar nog niet aan had gedacht. Er is niemand. Antwoordde hij,
alsof hij mijn gedachten kon lezen. Zijn stem klonk zwaar en echode na in de grote hal. Ik draaide me
om en liep verder de huiskamer in. Met mijn hand streek ik over de mahoniehouten meubelen. Ik
hoorde zijn voetstappen achter me aankomen en zijn blik in mijn rug prikken. Alles stond op de zelfde
plek. Vreemd genoeg hing er geen ongemakkelijke spanning in de kamer. Ik draaide me weer naar
hem om en schraapte mijn keel. De planten zijn weg. Hij lachte een beetje ongemakkelijk. Ik ben
bang dat ik niet zo goed voor ze heb gezorgd. Ik ritste mijn jas open. In tegenstelling tot buiten, was
het hier bloedheet. Je ziet er fantastisch uit. Fluisterde hij haast onhoorbaar. Ik voelde mijn wangen
alweer rood kleuren. Het was grappig dat hij na al die maanden nog steeds hetzelfde effect op me
had. Dankjewel. Goed Safa, concentreer je. Je bent hier niet gekomen om over koetjes en kalfjes te
praten. Ik wil je mijn verontschuldigingen aanbieden Safa, ik had nooit zo uit mijn slof mogen
schieten, maar Hij maakte zijn zin niet af. Ik zag woede in zijn ogen en hij balde zijn vuisten.
Maar? Hij haalde een hand door zijn haar. Dit was zijn gewoonte. Als hij radeloos was of zich rot
voelde deed hij dit altijd. Ik kon er gewoon niet tegen hem me jou te zien. Mijn hart klopte in mijn
keel. Waarom niet? Ik probeerde zo beheerst mogelijk te klinken, maar het liefst wilde ik het
uitschreeuwen. Hij is niet goed voor je Safa! Daar gaan we weer! O, en jij bent wel goed voor me
geweest? Hij draaide zich om en leunde met zijn armen tegen de tafel. Hij heeft me niets verweten
waar ik geen schuld aan had. Hij heeft me niet uit huis gegooid als n of ander waardeloos stuk vuil.

Nee Fahd, dat was jij. Ik schreeuwde. Nu hij met zijn rug naar me toestond durfde ik het. Ik durfde te
schreeuwen. Ik ademde een paar keer diep in en uit. Wat doe ik hier in Godsnaam? Het is alsof ik
tegen een muur praat! Met stevige stappen liep ik langs hem heen de woonkamer uit. Tegen de tijd
dat ik in de hal was, rende ik. Ik opende de rotdeur, van dat rothuis en maakte dat ik wegkwam. Toen
ik in mijn auto stapte zag ik hem naar buiten komen. Hij rende en riep mijn naam, maar ik wilde niet
luisteren. Ik startte de auto en scheurde weg. Huilend. Hoe heb ik zo dom kunnen zijn. Ik ga naar huis,
pak onze spullen en verlaat dit vervloekte land.
Ik rende de trap op naar de slaapkamer. Ik trok twee koffers uit de kast en begon hier alle kleding in te
proppen. De tranen stroomden uit mijn ogen. Verdomme! Ik gaf de koffer een zwaai en met veel
gekletter kwam hij tegen de kast tot stilstand. Ik huilde oorverdovend en begroef mijn gezicht in mijn
handen. Mijn hele lichaam schokte op het ritme van mijn snikken. Mama, wat moet ik doen?
Alsjeblieft vertel me wat ik moet doen. Ik kan dit niet meer alleen. Ik schaamde me. Als mijn moeder
me nu zou zien zou ze diep teleurgesteld zijn. Ik weet dit, maar ik ben lang genoeg alleen en sterk
geweest. Ik wil dit leven niet meer. Ik wil mijn moeder, mijn zus. Ik wil zelfs mijn vader. En ik wil die
klootzak die mijn leven heeft verpest. Ik wil alles! Voorzichtig stond ik op en liep tree voor tree naar
beneden. Mijn hele lichaam voelde zwaar aan. Toen ik net beneden was hoorde ik een luide klop op
de deur. Ik bleef als versteend staan. Safa! Doe de deur open! Mijn ogen werden groot van schrik.
Hij was het! Ik wil hem niet zien. Nooit meer. Safa doe de deur open! Hij sloeg zo hard tegen de deur
dat ik er bang van werd. Nee, ik wil niet opendoen. Fahd ga weg! Ik snikte luid en hapte naar adem.
Safa doe open! Eerder ga ik niet weg! Op mijn tenen sloop ik naar de deur. Ik deed het kettingslot
erop en opende de deur op een kier. Ik keek in zijn ogen die op onweer stonden. Hij gaf de deur een
enorme schop waardoor hij openvloog. Geschrokken deinsde ik achteruit. Ga mijn huis uit
verdomme! Hij kwam op me aflopen en pakte me ruw bij mijn bovenarmen. Het volgende moment
perste hij zijn lippen op de mijne. Ik was zo in shock, wist niet wat me overkwam. Pas toen ik weer bij
positieven kwam duwde ik hem van me af en hief mijn hand op. Hij schrok zo van de harde klap die ik
hem gegeven had, dat hij meteen mijn armen losliet. Jij rotzak, hoe durf je. Ik was buiten zinnen van
woede. Sloeg keihard met mijn vuisten op zijn borst, maar hij gaf geen kik. Je hebt mijn leven
verpest, me in de steek gelaten toen ik je het hardst nodig had! Hij pakte mijn handen en trok me
naar zich toe. Je hebt gelijk, sla me, scheld me uit. Ik heb het verdiend! Ik trok mijn armen weg en
deed een paar stappen naar achter. Ik veegde ruw alle tranen van mijn gezicht. Ik wil dat je
weggaat. Hij schudde zijn hoofd. Ik ga helemaal nergens heen. Safa het spijt me! Ik reageerde niet.
Verdomme Safa, ik houd ook van jou! Met een ruk keek ik op. Het volgende moment was het
doodstil. Je kon alleen mijn ademhaling horen. Hoorde ik dat nu goed. Hij deed een paar stappen naar
voren en viel neer op zijn knien. Zijn ogen gevuld met tranen. Die dag, we hadden de liefde
bedreven. Je dacht dat ik sliep. Je zei dat je van me hield. Ik wilde het uitschreeuwen Safa, ik wilde
uitschreeuwen dat ik ook van jou houd, maar ik durfde niet. Ik was bang. Dat ben ik nog steeds. Ik hou
zoveel van je, dat ik er bang van wordt. Hij haalde weer een hand door zijn haar. Zijn gezicht was nat
van de tranen die hij had gelaten. Ik huilde met hem mee. Ik geloof mijn oren niet. Hij houd van me. Hij
houd van meen daar komt hij nu pas mee? Het spijt me zo erg, ik had verdriet om mijn vader. Ik wist
niet wat ik met die gevoelens aanmoest. Ik wilde je vergeten. Daarom behandelde ik je zo. Ik wilde dat
je me ging haten, zodat het voor mij makkelijker was jou te vergeten Safa, maar dit lukte niet. Nog
steeds niet. Ik kan je niet vergeten. Hij schraapte zijn keel. Toen ik in coma lag was jij de enige die ik
hoorde. Jouw stem heeft me erdoorheen gesleept. Jij bent de liefde van mijn leven. Safa ik houd van
je. Alsjeblieft ik kan niet zonder je. Mijn tranen liepen over mijn wangen en druppelden op de vloer. Ik
kon dit niet aanzien. Ik kon het niet aanzien hem met zoveel pijn te zien. Langzaam liep ik naar hem
toe. Ik pakte hem vast en hield hem tegen me aan. Ik troostte hem. Net als toen hij zijn vader had
verloren. Safa ik weet dat ik het verpest heb, maar ik wil er voor je zijn. Ik liet hem los en stapte weer
achteruit. Ik veegde mijn tranen weg. Ik plaatste mijn handen op mijn buik en voelde de baby
schoppen. Hij stond op. De o, zo machtige Fahd? Daar was niets meer van over. Wat ik zag, was een
gebroken man. Ik voelde weer een enorme trap tegen de binnenkant van mijn buik. Ik bukte voorover
en haalde diep adem. Safa wat is er? Gaat het wel? Ik schudde wild met mijn hoofd. De pijn was
onbeschrijflijk. Dit heb ik niet eerder gehad. Hij liep naar me toe en pakte me voorzichtig vast. Kom je
moet zitten. Dit keer duwde ik hem niet weg. Ik liep mee, maar net voordat ik ging zitten voelde ik iets
raars. Geschrokken keek ik Fahd aan. Mijn vliezen zijn gebroken!
Puffend zat ik op de bank. Mijn voorhoofd was kletsnat van het zweet. Mijn God wat een pijn. De
ween kwamen zo snel achter elkaar dat ik bijna geen tijd kreeg om adem te halen. Het is te vroeg,
het is te vroeg. Bleef ik maar herhalen. De baby moet nog zeker drie weken in mijn buik blijven. O
God ik was zo bang. Fahd rende als een kip zonder kop door de kamer. Safa, wat moet ik doen? Hij
haalde zijn hand door zijn haar. Het teken dat hij ieder moment een zenuwinzinking kon krijgen. Ik
moet Karim bellen. Waar is je telefoon? Hij keek zoekend om zich heen. Ik schudde wild mijn hoofd

heen en weer. Safa, hij is de vader. Hij moet er toch bij zijn? Op dat moment kwam er weer een wee
aan. Ik moest me inhouden het niet uit te schreeuwen. Verdomme Fahd, jij bent de vader! De wee
trok langzaam weg en nam de pijn mee. Ik hapte naar adem. Fahd stond me als versteend aan te
kijken. Een traan biggelde uit mijn ooghoek. Als ik wist dat dit zo een pijn deed Ik? Vader? Hij
stond daar maar een beetje onnozel. Verdomme, sta daar niet zo. Help me! Ik had hem duidelijk
wakker geschud. Wat hoe? Ik haalde diep adem en wees naar mijn telefoon die op tafel lag. Bel
de vroedvrouw. Hij knikte en rende naar de tafel. Hij tikte zenuwachtig op de knopjes. Gevonden!
Hij hield de telefoon tegen zijn oor. Hallo, mijn vrouw is aan het bevallen u moet nu komen! Het zou
me niets verbazen als ze nu doof was. Hij schreeuwde letterlijk door de telefoon heen. Hij was een
tijdje stil en luisterde aandachtig naar wat ze zei. Ja, maar haar ween komen heel snel achter
elkaar. Hoe kan ik haar naar het ziekenhuis brengen? Ik schudde wild met mijn hoofd. Nee! Ik kan
niet weg! Ik zag dat hij in paniek raakte. Ok, haast u! Hij legde de telefoon weg en rende naar me
toe. Lieverd ze komt eraan. Ze is er met een half uurtje. Hou vol. Ik knikte en probeerde adem te
halen. Ik ben zo terug Safa. Geschrokken pakte ik zijn hand. Nee! Laat me niet alleen, alsjeblieft!
Hij schudde zijn hoofd en plantte een kus op mijn voorhoofd. Ik ga even handdoeken pakken en water
voor je. Ik ben zo terug. Boven. En ik wees naar de trap. Hij knikte en rende de trap op. Het klonk
alsof er een bulldozer door het huis reed. Ik moest lachen om zijn klunzigheid. De bevalling was nog
niet eens begonnen en ik was nu al uitgeput.
Een paar minuten later kwam hij, gewapend met een teiltje water en handdoeken de kamer in
gestrompeld. Het was een aandoenlijk gezicht. Hij kwam naast me zitten en zette het teiltje voor ons
neer op tafel. Hij doopte er een washandje in, wrong het water eruit en depte hem over mijn natte
voorhoofd. Ik zag hoe hij geobsedeerd naar mijn buik staarde. Ik pakte zijn hand en legde hem op mijn
buik. Het volgende moment werden zijn ogen groot van verbazing. Ik voel haar. Safa ik voel ons
kindje! Ik moest lachen om zijn reactie. Haar? Hij knikte. Ik voel dat het een meisje wordt! Hij
plaatste zijn oor op mijn buik en kwam even later weer overeind. Ja, nu weet ik het zeker. Ze heeft
het me zelf gezegd. Nu moest ik nog harder lachen. Ik pakte zijn hand vast en kneep hem fijn toen er
weer een wee aankwam. Deze was anders dan alle andere. Fahd! O God, ze komt eraan! Wat moet
ik doen? Radeloos stond hij op en keek zoekend om zich heen.
Op dat moment ging de bel. Hij haastte zich naar de deur en kwam terug met de vroedvrouw en nog
een vrouw die ik niet eerder had gezien. Hallo Safa, de baby zet er wel vaart achter hoor ik. Bedrukt
keek ik haar aan en knikte hevig met mijn hoofd. Ze zette haar spullen neer en kwam naast me zitten.
De wee trok weg en ik kon weer adem halen. De laatste wee voelde anders. Hijgde ik. Dat is een
perswee Safa. Ik ga kijken hoeveel centimeter ontsluiting je hebt. Ik knikte. Trek haar er dan ook
meteen uit alsjeblieft. Ze lachten allemaal om mijn grap. Je doet het heel goed, houd nog even vol.
Nog even, en ik zou dood neervallen. Ik ben de vader. De vroedvrouw keek naar hem op. Als ik
geen helse pijn voelde zou ik nu in een deuk hebben gelegen om de onnozele blik die hij op zijn
gezicht had. Goed, ga achter Safa zitten zodat ze tegen je aan kan leunen tijdens het persen. Hij
knikte en deed wat ze zei. Voorzichtig tilde hij me overeind en ik leunde tegen zijn brede borst aan. Ik
snoof zijn geur op, die ik zo lang had gemist. Lieverd, alles komt goed. Hij had makkelijk praten. Ik
pakte zijn handen stevig vast toen ik weer een wee voelde aankomen. Safa, het is zover. Je moet nu
persen. Kom op met alle kracht die je in je hebt. Ik knikte en deed wat ze zei. Ik perste, ik perste alsof
mijn leven er vanaf hing. Aaaah! Ik hapte naar adem. Safa het gaat heel goed. Het hoofdje is eruit.
Je moet nu goed doorpersen! Ik probeerde de woorden tot mee door te laten dringen, maar door de
pijn ging dit verdomde moeilijk. Safa, kom op! Je bent sterk. Ik schudde mijn hoofd. Ik kan niet meer
Fahd! Hij kneep in mijn handen. Jawel Safa je kunt het. Nog een paar tellen en we kunnen ons
kindje zien! Ik concentreerde me op zijn woorden. Daar kwam een wee. Ik perste, perste en gilde.
Volgens mij heeft de hele straat me kunnen horen.
Het volgende moment hoorde ik luid gekrijs. Ik lachte door mijn tranen heen. Het is je gelukt Safa!
Uitgeput liet ik me tegen zijn borst vallen. De tranen rolden over mijn wangen. Ik wil haar zien! Riep
ik uit. Ik wil eindelijk mijn kindje in mijn armen houden. Safa, ik heb hier toch echt jullie zoontje in mijn
handen.Mijn ogen werden groot van verbazing. Een zoontje! De vroedvrouw overhandigde me een
klein pakketje, gehuld in een handdoek. De gevoelens die op dat moment door me heen gingen waren
onbeschrijflijk. Toen hij in mijn ogen keek stopte de tijd voor even. Toen ik opkeek zag ik Fahd vol
tranen. Hij had zijn armen om me heen geslagen. Fahd, dit is ons zoontje! Hij veegde zijn tranen
weg en keek me aan met een blik vol liefde. Ik heb nog nooit zo een sterke vrouw als jij gezien
lieverd. Ik ademde diep in en streek over zijn wang. Dit is wat men bedoeld met puur geluk.

Ik opende mijn ogen. De zonnestralen schenen fel in mijn ogen. De eerste die ik zag was Charlotte.
Goedemorgen kanjer! Ik lachte breed. Noem me maar oervrouw! Zei ik schoor. Ze lachte. Nog
nooit in mijn leven heb ik me zo uitgeput gevoeld. Waar zijn mijn mannen? Ze wees naar de
overkant. Langzaam draaide ik mijn hoofd opzij. Er verscheen een gelukzalige glimlach op mijn
gezicht bij het zien van het de drie mensen waar ik het meest van houd. Fahd zat op een stoel met de
baby in zijn armen. Aya zat ernaast op het puntje van haar stoel en praatte zoals gewoonlijk de oren
van zijn hoofd. Kwebbeltante? Verbaasd keek ze op. Tante Safa! Ze sprong van haar stoel en
haastte zich naar me toe. Oom Fahd belde dat de baby er was en toen zijn we meteen hiernaartoe
gekomen. Ik knikte lachend. Het is alleen geen meisje. Fluisterde ze in mijn oor. O, dat is waar ook.
Ik hoopte niet dat ze teleurgesteld zou zijn. Dat vind je toch niet erg? Wild schudde ze haar hoofd.
Nee! We kunnen dan niet samen met de barbies spelen, maar wel voetballen enzo. Ik pakte haar
stevig vast en gaf haar een flinke knuffel. Je blijft nog steeds mijn engeltje. Fluisterde ik in haar oor.
Charlotte stond op. Ik ga beschuit met muisjes halen, ga je mee Aya? Hmm, daar hebben we wel
trek in h. De blik op Ayas gezichtje zei genoeg. Ze sprong van het bed en liep samen met Charlotte
al kwebbelend de kamer uit.
Ik liet mijn hoofd weer in het kussen vallen en keek naar de twee mannen in mijn leven. Mijn hart miste
een slag toen Fahd opkeek en me vertederd aankeek. Kom zitten. Fluisterde ik en klopte naast me
op bed. Heel geconcentreerd stond hij op en liep langzaam naar me toe. Hij legde de baby voorzichtig
tussen ons neer. Hij lijkt als twee druppels water op zijn vader. Zei ik zacht, terwijl ik mijn vinger in
zijn piepkleine handje legde. Maar hij heeft de koppigheid van zijn moeder. Quasi beledigd keek ik
hem aan. Nou beter mijn koppigheid, dan jouw driftbuien. Touch. Ik smolt bij het zien van zijn
glimlach. Langzaam boog hij zich naar me toe. Ik sloot mijn ogen en voelde zijn lippen op de mijne. De
vlinders in mijn buik zijn weer aangewakkerd. God wat houd ik van deze man. Een brul deed ons
stoppen en verbaasd keken we naar de kleine. O, sorry. Ik mag ook helemaal niet alle aandacht van
mama opeisen. Ik schaterde het uit. Hoe gaan we hem eigenlijk noemen? Ik wendde mijn blik naar
de hemel. Enkele minuten staarde ik naar de strakblauwe lucht. Ongetwijfeld had hij geholpen. Had hij
zijn koppige zoon een duwtje in de rug gegeven. En zaten we hier dankzij hem met zijn drietjes. Ik
keek weer naar de kleine, die zijn ogen heeft gerfd. We noemen hem Nasir. Nasir BenNabil. Fahds
ogen vulden zich met tranen. Zijn vader voelt zich vast vereerd.

You might also like