Een Theologisch Reisverslag Van Een Tocht Naar de Balkan

You might also like

Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 16

EEN HOBBELIGE WEG

REISVERSLAG OVER HERINNERING, VERZOENING, GEMEENSCHAP EN DIVERSITEIT IN HONGARIJE


EN VOORMALIG JOEGOSLAVI

Mein Vater, mein Vater, und siehst du nicht dort


Erlknings Tchter am dstern Ort?
Mein Sohn, mein Sohn, ich seh es genau:
Es scheinen die alten Weiden so grau.
Johann W. Von Goethe, Erlkning, 1782.

Shes really gone,


Memories keep remaining
She stole my heart and took my soul
Theres no way to weigh it
Dance, the war is over
The Handsome Poets, Dance, the war is over

Naam: Ruben van de Belt


Studentnummer: 2527093
Docenten: prof. dr. H.E. Zorgdrager en dr. C. van den Broeke
Vak: Gemeenschap & Diversiteit, 2014-2015

Inleiding
4 mei, klokslag 20:00 uur, sta ik op de Dam en ben ik stil. Ik gedenk, gedachten gaan naar
allenburgers en militairendie in het Koninkrijk der Nederlanden of waar ook ter wereld
zijn omgekomen of vermoord sinds het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, en daarna in
oorlogssituaties en bij vredesoperaties. Voorheen betekende dat voor mij WO II en oorlogen
die ik bewuster heb meegemaakt, zoals Afghanistan, Irak en Syri. Maar vandaag sta ik er
anders en zijn mijn gedachten in de buitenwijken van Sarajevo. De sporen van een etnisch
conflict, bloedrode sporen dwars door een regio, trekken als mist aan mijn zicht voorbij. Het
heeft mij veranderd en gevormd, als theoloog en als mens. Dan klinkt het Wilhelmus en sta
ik weer in Amsterdam, vergezeld door studiegenoten en docenten, of beter: reisgenoten.
Op die reis wil ik hier reflecteren door enerzijds aandacht te geven aan een tweetal regios die
we bezocht hebben: oostelijk Hongarije en Sarajevo. De reden voor die afbakening is er
vooral in gelegen dat ik op die plekken de meeste tijd heb doorgebracht en daardoor meer tijd
hebben gehad een indruk te makenal lukt het mij niet volledig me aan die selectie te
houden. Anderzijds zal ik nader ingaan op een aantal onderwerpen die verwant zijn aan het
kernthema van de reis, namelijk gemeenschap en diversiteit. Daarbij is het aardig om te
benoemen dat de Hongaarse reisgenoten dezelfde plekken zouden aandoen en dezelfde
mensen zouden spreken, maar dan rondom het thema unity in diversity. Ondanks dat het een
hoge mate van verwantschap met onze aanduiding (community and diversity) zijn er een
aantalm.i. belangrijkeverschillen waar te nemen. Zo valt op dat ondanks de etymologisch
herkomst unio en communio een andere connotatie hebben, voornamelijk wanneer dat
aangevuld wordt met een onderscheid tussen in en and. Eenheid in diversiteit lijkt veeleer
een zoektocht naar de mogelijkheden van verschil binnen bepaalde kaders, bijvoorbeeld
kerkelijk van aard. Gemeenschap en diversiteit is minder eenduidig, maar lijkt vooral een
vraag te veronderstellen: hoe verhoudt verschil zich tot het samen-zijn. Een regulatieve
motivatie blijft achterwege en de verhouding tussen beide blijft open.
Tot zover hetgeen ik vooraf wilde zeggen. In wat volgt probeer ik ervaringen en
indrukken te ordenen, en daarop te reflecteren en te relateren aan de Nederlandse context. Bij
terugkomst merkte ik wel dat het lastig is om de beleving van de ontmoetingen en
gebeurtenissen over te brengen; ik prijs mij dan ook gelukkig met twee reisgenoten als lezers
van dit stuk.

1 Hongarije: kerk en overheid in een postcommunistische context


Echt divers ben je pas als je je aan elkaar kunt ergeren. Als je de hardheid van de diversiteit
voelt, kun je erkennen dat je het absoluut niet met elkaar eens bent, maar wel de zorg bij de
ander ziet.1 De ontmoeting met de Hongaarse studenten werd vooral gedomineerd door een
wederzijds gevoel van herkenning en begrip: beide groepen waren gespannen en benieuwd
hoe het contact zou zijn. Maar later bleek dat we veel meer deelden dan op voorhand gedacht,
zoals een evangelicale spiritualiteit en een missionair verlangen om het kerkelijk belijden te
contextualiseren. Dat veranderde echter toen ik een aantal vragen stelde over de
studentenprotesten van november 2014 naar aanleiding van corruptie, een voorgestelde
internetbelasting, en aantasting van persvrijheid.2 Volgens mijn gesprekspartners wordt de
problematiek overdreven door de demonstranten en klopt ook de weergave in West-Europese
media niet. Ze geven allen vervolgens aan regeringspartij Fidesz van president Viktor Orbn
te steunenop het moment van schrijven is hij in het nieuws omdat hij in het Europees
parlement heeft beargumenteerd waarom Hongarije denkt over de herinvoering van de
doodstraf, ondanks dat het strijdt met de principes van de Europese gemeenschap.3 Later die
dag confronteer ik mijn gesprekspartners met de vraag die ik niet los kan laten: moet de
(Hongaarse) kerk niet stelling nemen tegen ontwikkelingen die trekken van totalitarisme
lijken te vertonen? Juist in het kader van deze reis rondom diversiteit acht ik die vraag uiterst
relevant, omdat het een zekere mate van uitingsvrijheid verondersteld die onder druk komt te
staan door dergelijke maatregelen, en in het verlengde daarvan de mogelijkheid tot
zelforganisatie die noodzakelijk is om diversiteit duurzaam vorm te geven.
Deze vraag had ik eerst niet willen stellen, althans niet op de eerste dag van ons
samen-zijn, maar een ander gesprek zette mij ertoe aan. Verschillende Hongaarse studenten
uitte hun liefde voor dialectische theologie in lijn van Karl Barth, maar ook Emil Brunner

1

Deze uitspraak is afkomstig van Maarten Wisse, opgetekend in Ons geloof in de toekomst, brochure van

faculteit der Godgeleerdheid VU: http://www.godgeleerdheid.vu.nl/nl/Images/Faculteit-der-Godgeleerdheidvu_brochure_DEF-SCHERM_tcm60-323700.pdf (geraadpleegd op 20 mei 2015).


2
3

Protests in Hungary: Opposing Orban, The Economist, 22 november (2014).


Hungarys

Orban

climbs

down

on

death

penalty

amid

EU

uproar,

Reuters:

http://www.reuters.com/article/2015/04/30/us-hungary-deathpenalty-orban-idUSKBN0NL1TP20150430
(geraadpleegd op 20 mei 2015). Overigens is het opvallend dat hij de legitimiteit van dat debat baseert op art. 10
EVRM, het aan vrijheid van meningsuiting gerelateerde artikel.

werd genoemd. Echter, beide theologen hebben zich expliciet afgezet tegen absolutistische
tendensen van overheidswege. Brunner onderscheidt een drietal redenen waarom de kerk
moet protesteren tegen dergelijke bewegingen: de autoriteit van de staat is niet absoluut en
onvoorwaardelijk, maar is het gevolg van providentia Dei; de staat moet ervan bewust zijn
dat ze niet de enige vorm van autoriteit is een seculier bestel, want zij wordt omkaderd door
een Rechtsordnungeen juridisch framework; de rechten van een individu mogen nooit
verduisterd worden door de behoeften van de staat.4
Het noemen van die theologen gaf voor mij de doorslag om de vraag toch maar te
stellen: moet de kerk geen stelling nemen? Natuurlijk moeten christenen hun geloof een plek
geven in de publieke ruimte en als kerk getuigen, zo werd geantwoord, maar de kerk ging
jaren gebukt onder het communistische regime. De huidige regering geeft haar meer ruimte en
vrijheid; een situatie die de Hongaarse kerk in staat stelt haar boodschap te verkondigen in dit
geseculariseerde land. Dat geven we niet graag op, ik hoop dat je dat begrijpt.
Gemeenschappelijke ervaringen en nationale geschiedenis kleuren hier de positie die de kerk
inneemt in de publieke ruimte; het bepaalde mij bij het contextuele karakter van kerkrecht.5 In
Hongarije wordt die context gevormd door een proces waarbij communisme wordt vervangen
door een modern-democratisch bestel, met sterke invloeden van het neoliberalisme.6 Echter,
het land heeft haar communistisch verleden nooit verwerkt en veel voormalig-leden van het
oude regime bleven in machtsposities, zij het als zelfverklaarde liberalen of socialisten.7 Een
restant daarvan lijkt te vinden in de wijze waarop vrijheid van meningsuiting wordt
uitgespeeld tegen religieuze identiteit: [D]efamation of religion has been held by the
Hungarian Constitutional Court to represent a disproportionate limitation on freedrom of
expression.8 Dat is ten minste opmerkelijke te noemen daar in het EVRM is opgenomen dat
dergelijke rechten altijd relatief zijn, i.e. aan geen andere beperkingen worden onderworpen
dan die bij de wet zijn voorzien voor de bescherming van de rechten en vrijheden van

4

Alister E. McGrath, Emil Brunner: A Reappraisal (Oxford: John Wiley & Sons, 2014), 182-185.

Cf. Leo J. Koffeman, In Order to Serve: An Ecumenical Introduction to Church Polity (Zrich: LIT Verlag,

2014), 254 vv.


6

brahm Kovcs, Whose Civilization is Europe Today? Encounters between Hungarian Reformed Faith and

Secular Worldview in Pieter Vos & Onno Zijlstra (red.), The Law of God: Exploring God and Civilization
(SRT 28; Leiden: Brill Academic, 2014), 105-132.
7

Ibid., 124.

Norman Doe, Law and Religion in Europe: A Comparative Introduction (Oxford: Oxford University Press,

2011), 147.

anderen. 9 Hoewel dit niet zozeer gaat over het publiek getuigenis van de kerk in het
hierboven beschreven debat rondom totalitaristische maatregelen door de staat, geeft het wel
een beeld van de kwetsbare positie van gelovigen in Hongarije.

2 Hongarije: ecclesiologische pluraliteit en eenheid


Als Nederlandse protestant kijk ik toch met enige jaloezie naar de Hongaarse kerk, die in er
wel in geslaagd is een institutionele eenheid te bewaren; het land kent n gereformeerde
kerk, terwijl mijn thuisland vele denominaties herbergt. Wanneer ik gevraagd wordt uit te
leggen wat de oorzaak is van die veelheid aan kerkgenootschappen, verval ik onmiddellijk in
theologische haarkloverij. Anderzijds geven de presentaties van de Hongaarse studenten een
indruk van veelkleurigheid en spirituele verscheidenheid binnen die ene Reformtus
Egyhzak. Een mogelijke verklaring voor het behouden van institutionele eenheid lijkt
gelegen in de kerkelijke structuur, waarbij een lokale kerkenraad ontbreekt maar met de
aanwezigheid van een episcopale structuur. 10 De aanwezigheid van die structuur voert
volgens MacCulloch terug een afwijzing van Habsburgse overheersing door de het
gereformeerd protestantisme in Transsylvani, waarbij het sterk leunde op feodale
magistraten.11 De aanwezigheid en invloed van die leiders, aangeduid als episcopi, zorgde
voor een episcopaal model in navolging van Heinrich Bullinger: De Hongaarse context leert
mij dat gereformeerd protestantisme niet per definitie samenvalt met het calvinisme, maar dat
er binnen die traditie tevens pluraliteit is waar het gaat om kerkbestuur.

Een traditie-

overstijgend kenmerk van een dergelijke structuur is de bisschop zowel de eenheid als de
continuteit belichaamt in het ambt.12 Hoewel ook in de Protestantse Kerk in Nederland
stemmen opgaan om het ambt van bisschop te introduceren, verbaasde die structuur mij toch
in enige mate.13 Bij voorbaat zou ik een dergelijke structuur niet uitsluiten en zie dan ook de

9

Adriaan Overbeeke, De betekenis van de vrijheid van godsdienst in EVRM en Grondwet voor

geloofsgemeenschappen in L.C. van Drimmelen & T.J. van der Ploeg, Geloofsgemeenschappen en recht (Den
Haag: Boom Juridische Uitgevers, 2014), 237-265:242.
10

Koffeman, In Order to Serve, 49-52.

11

Diarmaid MacCulloch, The Reformation: A History (London: Penguin Group, 2003), 457-464.

12

Koffeman, In Order to Serve, 52.

13

Daarvan is m.i. het pleidooi van Bram van de Beek het meest prominent. Cf. Lichaam en Geest van Christus:

De theologie van de kerk en de Heilige Geest (Zoetermeer: Meinema, 22012), 246-254.

voordelen ervan, voornamelijk waar het gaat om de publieke functie van de kerk en een
middelende rol van binnenkerkelijke conflicten die om personele redenen niet binnen de
classis opgelost kunnen worden,14 maar mijn vraag zit veeleer op het vlak van de persoon van
de bisschop. Koffeman verwoordt het standpunt contra een episcopale structuur als volgt:
[T]he strong awareness of the moral vulnerability of Christians, including those responsible for church
leadership. Both highly institutional and more charismatic types of leadership can never be beyond
suspicion of the abuse of power. Neither the sanctity of the church nor the sainthood of re-born
Christians is sufficient to tackle this challange.15

Die kanttekening gemaakt hebbend wil ik nogmaals onderstrepen dat ik onder de indruk was
van de kerk die erin slaagde eenheid te bewaren en pluraliteit in geloofsverwoording en
geloofsexpressie ruimte te biedenvolgens de Reuver een kwetsbare vorm van pluraliteit
omdat ze grenst aan het veld van de heresie.16 Koffeman spreekt in dat kader van enerzijds
een uitdaging voor het kerkrecht om te voorzien in additional instruments om een weg te
vinden in de toenemende pluraliteit en toch inclusief te blijven, en anderzijds over een balans
tussen vrijheid en verantwoordelijkheid voor de betrokkenen om trouw te blijven aan het
instituut.17 In de door de Hongaarse studenten geschetste geloofspraktijken lijkt dat inderdaad
het geval, en er werden beelden geschetst van missionaire projecten en lokale
geloofsgemeenschappen die hun omgeving en het belijden van hun kerk serieus namen. De
realiteit

bleek

echter

weerbarstiger:

voornamelijk

de

studenten

afkomstig

uit

plattelandsdorpen gaven aan weerstand te ervaren wanneer ze als voorganger vernieuwing


wilde doorvoerenzelfs wanneer je bedenkt dat de predikant in de Hongaarse context
volledig verantwoordelijk is voor het functioneren van de kerk, daar een raad van ouderlingen
ontbreekt. Daarbij werd een aantal keer opgemerkt dat het vooral de groepen waren die het

14

Leon van den Broeke, Classis in crisis: om de classicale toekomst (Zoetermeer: Boekencentrum, 2009), 116-

122.
15

Koffeman, In Order to Serve, 58.

16

Ren de Reuver, En Kerk in meervoud: Een theologisch onderzoek naar de ecclesiologische waarde van

pluraliteit (IRTI Research Publication 3; Zoetermeer: Boekencentrum, 2004), 303 v. Over de legitimiteit van
deze vorm van pluraliteit zegt de Reuver: Beslissend is of deze meervoudige geloofsexpressies de lofprijzing
van de Heilige dienen, gelovigen samenbrengt aan de ene tafel van Christus en Hem, in verschillende talen,
belijdt als Heer.
17

Koffeman, In Order to Serve, 168.

overgrote deel van de begroting droegen die invloed probeerden uit te oefenen op eventuele
veranderingen binnen de gemeenschapook hier lijken concepten als centrum, marge en
macht onmisbaar om een beeld te schetsen van de situatie.18 Toen ik langer nadacht over de
positie van de studenten, zag ik het benauwende van de wijze waarop het ambt daar wordt
vormgegeven: daar de predikant daar verantwoordelijkheid draagt voor alle beslissingen,
zullen belanghebbenden hem of haar ook als zodanig benaderen. Waar in een presbyteriaalsynodaal systeem de kerkenraad het hoogste gezag heeft, waardoor er een vorm van shared
leadership en daarmee shared responsibility ontstaat, is het minder voor de hand liggend
dat de predikant onder druk gezet zal worden. Of anders: in hun functioneren kregen mijn
gesprekspartners vermoedelijk rechtstreeks te maken met belangen en macht, zo mogelijk
gericht

op

hun

eigen

persoon

als

enige

in

de

geloofsgemeenschap

met

beslissingsbevoegdheid. Overigens zou ik met Russell willen onderstrepen dat power issues
in elke vorm van kerkbestuur aanwezig en relevant zijn: even in a group ministry where
everyone is equal, one needed to be a pastor in order to carry out reforms that connected
education and action with the worship life of the church.19 Macht speelt altijd in een rol,
geen structuur kan dat volledig ondervangen, en de meeste mensen zullen in hun leven zowel
het subject als het object van de uitoefening daarvan zijn, ook ikzelf.
Dat laatste werd me duidelijk toen tijdens de lange busreisdie ik vanwege het
gezelschap voor het gemak schaar onder Hongarijeseksuele ethiek, en dan in het
bijzonder relaties tussen mensen met hetzelfde geslacht, ter sprake kwam. Ondanks dat er in
Nederland ook kerken zijn waar dergelijke relaties niet getolereerd worden, heeft eenieder de
mogelijkheid zich los te maken van de geloofsgemeenschap en een andere kerk te zoeken
waar zijn of haar seksualiteit wel gewaardeerd wordt zoals diegene dat wenst.20 In Hongarije
is dat echter niet het geval, daar Hongarije in de meeste regios naast de Reformtus Egyhzak
enkel evangelicale baptistengemeenten en de Rooms-Katholieke Kerk kent, waar relaties
tussen mensen met hetzelfde geslacht ook problematisch zijn. Naar het voorbeeld van een
postkoloniale interpretatie, waarbij autobiografische elementen als history from below het


18

In dat kader spreekt Letty Russell o.a. over paying attention to the power quotient. Letty M. Russell, Just

Hospitality: Gods Welcome in a World of Difference (Louisville: Westminster John Knox Press, 2009), 42-45.
19

Ibid., 10.

20

T.J. van der Ploeg, De verhouding tussen het interne recht van geloofsgemeenschappen en het burgerlijk

recht in Geloofsgemeenschappen en recht, 335-347:343.

uitgangspunt zijn vormen voor theologische reflectie,21 zeg ik graag wat meer over mijn eigen
betrokkenheid bij de thematiek. Ondanks dat ik mijzelf als hetero beschouwal heb ik daar
als tiener aan getwijfeldvoel ik me zeer verbonden met homoseksuele mensen in de kerk. In
mijn nabije omgeving heb ik meerdere vrienden zien worstelen met hun seksuele geaardheid
en hun geloof, waarbij de kerk meestal bijdroeg aan een intensivering van die strijd. Een
openheid richting relaties tussen mensen van hetzelfde geslacht is voor mij dan ook een
belangrijk punt geweest bij de keuze voor de geloofsgemeenschap waar ik momenteel naartoe
ga, ook al heb ik zelf een heteroseksuele relatie. Echter, aangezien ik, en met mij velen van
mijn vrienden, me verbonden voel met een evangelicale spiritualiteit en een confessionele
theologie, is het lang niet altijd makkelijk om je aan een gemeenschap te onttrekken en van
overtuiging te veranderen.22 Of anders: als spiritueel evangelisch, theologisch orthodox
maar ethisch vrijzinnig christenwat die naamwoorden ook mogen betekenenzitten veel
mensen een levensbeschouwelijk spagaat. Ook daar lijkt macht weer een belangrijke rol te
spelen, want ondanks dat er in dit opzicht verschuiven waar te nemen zijn, blijkt in veel
geloofsgemeenschappen nog steeds een heikel punt te zijn.23 Echter, terwijl dat in Nederland
al een problematisch aspect is, lijkt me dat in Hongarije nog acuter. Vooral wanneer ik denk
aan door Viktor Orbn en zijn Fidesz partij genitieerde aanpassing van de Hongaarse
Grondwet waardoor het huwelijk voorbehouden werd aan heteroseksuele stellen. Dat
wetgeving altijd voortkomt uit en gevormd wordt door de Zeitgeist werd mij duidelijk in
gesprekken met de Hongaarse studentendaarbij denk aan zowel de Hongaarse context als
aan de Nederlandse. Waar bij de Nederlandse studenten verdeeldheid heerst over de
thematiek, is dat bij de groep uit Debrecen niet het geval: in de gereformeerde kerken is er
geen ruimte voor relaties tussen van gelijk geslacht. Voor mij kwam dat ergens als een schok,
want in gesprekken over andere vormen van vernieuwing herkende ik veel van mijzelf in de
ander, zoveel dat ik mijn eigen idealen en principes begon te projecteren op hen; na een
gerichtheid op verbondenheid merkte ik hier een zekere verscheidenheid. Of anders: wellicht,
om met de woorden van Wisse te blijven spreken, ergerde ik me aan mijn gesprekspartners.

21

Een treffend voorbeeld daarvan is te vinden in het eerste hoofdstuk van Russell, waarin het doel van haar

theologie van hospitality wordt onderbouwd met autobiografische fragmenten. Cf. Russell, Just Hospitality, 122.
22

Art. 9 EVRM.

23

Cf. Joep de Hart, Geloven binnen en buiten verband: Godsdienstige ontwikkelingen in Nederland (Den Haag:

Sociaal Cultureel Planbureau, 2014), 41 v.

Toch gebeurde er meer op de achterste stoelen van de bus. Natuurlijk, de douane


kwam paspoorten controleren en we reden Bosni-Herzegovina binnen, maar daarnaast stond
er ook een ronde tafel in het gangpad: ondanks verschillen in theologische ethiek, waren we
gelijkwaardig aan elkaar en verbonden in iets dat groter was dan de verschillen. Ik denk dat
Russell dat the Church in the Round zou noemen, a community of Christ, bought with a
price, where everyone is welcome.24 Toegegeven, ondanks dat zij ruimte wil geven aan
verschillendie ze niet als essentia van de schepping wil zien25maar niet wanneer die
andere groepen buitensluiten, waardoor de vorm van een ronde gemeenschap niet voldoet was
op dat moment een plek om elkaar grenzen te verkennen en elkaar echt te ontmoeten door in
alle eerlijkheid en gelijkwaardigheid over deze thematiek te spreken. Wellicht vind ik dan een
voor de hand liggender partner in Koffeman, wanneer hij zegt: Boundaries are areas where
people are able to really meet in spite of existing diversity, and to seek actively for mutual
understanding and acceptance. 26 Hier lijkt het woordpaar ideal en real helderheid te
verschaffen: met Russell zou ik willen stellen dat een volledige gelijkwaardigheid in Christus
het idele is, waarbij ze mij voorhoudt dat in Christ, unity is an impossible possibility,27
maar met Koffeman probeer ik reel te zijn en het gesprek voort te zetten over hermeneutiek
van Bijbel, confessionele teksten en traditie, waarbij ik niet loslaat dat inclusivity, in terms
of equality that respects diversity, a quality marker [is] of church life and church polity.28
Op elkaars grenzen ontmoetten we elkaar, maar inmiddels waren we dwars door de
nacht een andere grens overgestoken en aangekomen in een leeg en stil Sarajevo; op dat
moment kon ik nog niet beseffen hoeveel die stad met me zou doen.

3 Bosni: verzoening en herinnering in een postoorlog situatie


Waar ik in Hongarije gemeenschap en diversiteit leerde kennen als intraconfessionele
categorien, kregen die woorden in Bosni een veel bredere betekenis: in een land waarvan de
recente geschiedenis is gedomineerd door een etnisch conflict met een duidelijk religieuze

24

Russell, Just Hospitality, 16.

25

Ibid., 72 vv.

26

Koffeman, In Order to Serve, 166.

27

Russell, Just Hospitality, 68 v.

28

Koffeman, In Order to Serve, 166 v.

componentde exacte rol van religie werd door verschillenden anders geduid, al was men
unaniem over een gelijkstelling tussen religieuze identiteit en etniciteitheeft diversiteit in
Sarajevo een sterk interreligieuze connotatie en gemeenschap een sociale en maatschappelijke
dimensie. Door de duisternis van de nacht zag ik daar bij aankomst nog niets van, maar toen
ik de volgende ochtend de gordijnen opzij schoof was ik overweldigd en waande me in het
Midden-Oosten; prachtige moskeen en oosterse architectuur tekende mijn uitzicht. Later die
dag kwam ik in aanraking met twee andere gezichten van deze wereldstad: de statige
gebouwen van Habsburgse stijl grensden aan wijken met flats die deden denken aan het
communisme, met daarnaast een zakelijk centrum wat het meest deed denken aan de Zuidas.
Sarajevo bleek ik een ware meltingpot aan culturen te zijn, diversiteit spatte van de wijken af,
maar ook haar verschrikkelijke geschiedenis kreeg ik daardoor onder ogen. Gemeenschap en
diversiteit in een land waar de littekens van die samenleving verscheurende oorlog nog elke
dag zichtbaar waren.
De eerste dag betekende een eerste kennismaking met Sarajevo en haar geschiedenis,
maar bovenal met de verscheidene interpretaties daarvan. Uit verschillende gesprekken bleek
dat inwoners een andere visie hadden op wat er in de jaren 90 gebeurd was; veelal betrof het
conflicterende perspectieven. Dat was niet de eerste keer dat ik daar tegenaan liep, want een
soortgelijke ervaring had ik opgedaan in Novi Sad, waar bleek dat de Hongaarse studenten
een ander beeld van de geschiedenis van de regio hadden dan de Servische gastheer- en
vrouw. Ook in Sarajevo bleek dat weer het geval: geschiedenis bleek een construct te zijn,
niet verteld zonder belangen,29 gekleurd door de eigen ervaringen en gevormd door het eigen
al dan niet theologische referentiekader. Onwillekeurig gingen mijn gedachten naar het
gedicht Erlkning van Goethe, waarin een vader zijn zoontje naar een herberg wil brengen
omdat hij ernstig ziek is. De jongen echter beschrijft hoe hij in handen dreigt te vallen van een
elvenkoning. De dynamiek van het gesprek is dat beiden de wereld willen verklaren:
Mein Vater, mein Vater, und siehst du nicht dort
Erlknings Tchter am dstern Ort?
Mein Sohn, mein Sohn, ich seh es genau:
Es scheinen die alten Weiden so grau.


29

Russell, Just Hospitality, 23-38.

10

Ich liebe dich, mich reizt deine schne Gestalt;


Und bist du nicht willig, so brauch ich Gewalt.
Mein Vater, mein Vater, jetzt fat er mich an!
Erlkning hat mi rein Leids getan!
Dem Vater grausets; er reitet geschwind,
Er hlt in Armen das chzende Kind,
Erreciht den Hof mit Mhe un Not;
In seinen Armen das kind war tot.
Wanneer de vader aankomt in het huis is het te laat en ligt het kind dood in zijn armen. Een
aangrijpend gedicht, maar wat mij vooral treft is dat Goethetoch schrijvend in de bloeitijd
van de Verlichtinggeen eenduidige verklaring wil geven voor het sterven van de jongen.
Aan het einde weet ik als lezer niet of hij is gestorven door een ziekte, of echt is meegenomen
door de Erlkning. Terug in Sarajevo probeer ik net als Goethe geen oordeel te geven over de
verschillende verklaringen voor het hoe en het waarom van de oorlog. Of het primair een
etnisch conflict was, zoals de gevestigde godsdiensten lijken te stellen, of voornamelijk een
religieuze strijd was, laat ik in het midden.30 Waar het mij nu omgaat is de rol van herinnering
bij het verwerken van traumas en komen tot verzoening. Juist die themas blijken centraal te
staan bij theologen die gevormd zijn door dit conflict, zoals de Kroaat Miroslav Volf die in
nadrukkelijk aandacht besteed aan remembering rightly als voorwaarde voor coping met de
geschiedenis. In de komende alineas wil ik nader aandacht besteden aan deze noties, maar ze
ook bekijken vanuit een juridisch perspectief daar verzoening in een postoorlog situatie ook
een rechtelijke component in zich heeft. Vervolgens sluit ik af met een praktijk van
verzoening die mij diep getroffen heeft toen ik daar getuige van mocht zijn.
Waar in Nederland de reflectie op verzoening en herinnering aan kan voelen als een
onderhoudende academische bezigheid, proefde ik in gesprek met de decaan van Baptisten

30

Over de rol van buitenlandse regeringen bij de escalatie van het conflict zou ik zelfs volledig willen zwijgen.

Naar aanleiding van het bezoek aan de Balkan heb ik mij verdiept in het drama rondom Srebrenica en kwam ook
daar de neiging tot het construeren van een eigen geschiedenis tegen om als responsible outsider
verantwoordelijkheid te ontlopen. Cf. Mient Jan Faber, Genocide, Responsible Outsiders, and the Truth:
Srebrenica or Why Politicians Stick to Their Lies in Fernando Enns & Annette Mosher (red.), Just Peace:
Ecumenical, Intercultural, and Interdisciplinary Perspectives (Eugene: Pickwick Publications, 2013), 73-92.

11

Seminarium, Tomislav Dobutovic, in Sarajevo dat het in de Bosnische context een absolute
noodzakelijkheid is om die woorden inhoud te geven die relevant is voor het publieke debat in
het geseculariseerde land, en haar verder helpt. Geboeid door de content en gefascineerd door
zijn gedrevenheid praatten we verder; zelden was ik zo snel overtuigd van de
maatschappelijke relevant van theologische reflectie. Hoe spreken we over verzoening
wanneer we dat niet meer gewend zijn? Wat is vergeving als het meer is dan voldoening langs
juridische weghoewel dat laatste absoluut een legitiem element is waar ik later over te
spreken kommaar gaat over hoe we samen verder kunnen?
De vragen die Dobutovic opwierp zette me aan het denken en kwam weer in mij naar
boven toen ik Volfs Exclusion and Embrace las en daar een aangrijpende passage
tegenkwam over de relatie tussen vergeving en herinnering:
It was a difficult book to write. My thought was pulled in two different directions by the blood of the
innocent crying out to God and by the blood of Gods Lamb offered for the guilty. How does one
remain loyal both to the demand of the oppressed for justice and to the gift of forgiveness that the
Crucified offered to the perpetrators? I felt caught between two betrayalsthe betrayal of the suffering,
exploited, and excluded, and the betrayal of the very core of my faith. In a sense even more
disturbingly, I felt that my very faith was at odds with itself, divided between the God who delivers the
needy and the God who abandons the Crucified, between the demands to bring about justice for the
victims and the call to embrace the perpetrators.31

In deze indringende taal verwoordt Volf de moeite die meekomt bij christelijk-theologische
reflectie op vergeving in een postoorlog situatie. Het gaat mij er nu niet om zijn benadering
samen te vatten, maar wil hier vooral wijzen op de oneindige complexiteit die verzoening en
vergeving met zich meebrengt. Volf, die als inspiratiebron geldt voor de baptistische
theologen in Sarajevo, kiest daarin een zeer radicale weg wanneer hij het kruis als metaherinnering beziet:32 [S]ince the memory of the Passion is an eschatological memory of the
anticipated final reconciliation, I will remember every wrongdoing in the light of that hopeful
horizon of future reconciliation with the wrongdoer.33 Wanneer het kruis de herinnering
kleurt komt er een nieuwe dimensie, namelijk het toekomstig kader van het eschaton: I

31

Miroslav Volf, Exclusion and Embrace: A Theological Exploration of Identity, Otherness, and Reconciliation

(Nashville: Abingdon Press, 1996), 9.


32

Volf, The End of Memory: Remembering Rightly in a Violent World (Grand Rapids: Eerdmans, 2006), 94-101.

33

Ibid., 123.

12

remember it trusting that we already are, in a sense, reconciled, and I do so in the hope that
we will one day be seated together at the eternal table of friendship, with Christ as our host.34
Juist zijn eschatologische orintatie zorgt ervoor dat hij zijn herinneringen los wil laten en
uitziet naar de dag dat verdrukten en misdadigers bijeengebracht en verzoend zijn in a dance
of love in the embrace of the Triune God.35 Wat mij treft in deze teksten is dat ik bekend ben
met het verhaal van de auteur, en in het verlengde daarvan de Bosnische theologen en
voorgangers, die ondanks alles zo wil en kan blijven spreken over vergeving en vooruit durft
te kijken.
De taal die Volf daarbij gebruikt doet sterk denken aan Russells ecclesiologie van
hospitality en aan inclusiviteit als het eerste kenmerk van de Una Sancta volgens
Koffemann. Bij de eerste gaat die gastvrijheid verder dan wat het ontvangen van anderen in
het eigen huis, maar is het the practice of Gods welcome by reaching across difference to
participate in Gods actions bringing justice and healing to our world in crisis.36 Wat mij
opvalt is dat zij gerechtigheid en genezing in dezelfde adem noemt, en zo een voor mij
prangende vraag aansnijdt: hoe kunnen inwoners van Bosni-Herzegovina spreken over
verzoening en vergeving met de Balkanoorlog nog vers in gedachten? Welke rol speelt
rechtvaardigheid en schuld in dat proces? En tot slot: is het wel altijd mogelijk voor een
persoon om zijn of haar schuldenaar te vergeven?37 Voor Russell is er geen andere weg om te
genezen van geweld, terreur, en in het geval van voormalig Joegoslavi van etnisch geweld en
rassenzuivering, dan het onrecht wat daartoe heeft geleid aan te pakken.38 Dat is natuurlijk
een nobel streven, maar wat mij elke keer weer overviel was de oneindige complexiteit van
het conflict en de aanleiding ertoe, aangevuld met wat ik eerder zei over de constructie van
histories, waardoor het een onmogelijke onderneming lijkt te zijn. Toch zou ik zeggen dat de
regio een stap in de goede richting heeft gezet door de benadering van de Nuremberg trials

34

Ibid., 124.

35

Ibid., 181.

36

Russell, Just Hospitality, 19.

37

Hoewel ik deze vraag instemmend zou willen beantwoorden, of thans de redeneerlijn van Volf volg, blijft dit

voor mij een heikel punt. Psychologisch onderzoek wijst uit dat het vooral voor third parties moeilijk is te
vergeven, bijvoorbeeld wanneer hun geliefde het slachtoffer is geworden van moord. Ik zou dit willen zien als
een reden om vergeving en gerechtigheid nauw op elkaar te blijven betrekken, vooral in een postoorlog
situatie. Cf. Julie J. Exline et al., Forgiveness and Justice: A Research Agenda for Social and Personality
Psychology, Personality and Social Psychology Review vol. 7.4 (2003), 337-348.
38

Russell, Just Hospitality, 112.

13

toe te passen op de Balkanoorlog, door oorlogsmisdadigers door een internationaal tribunaal


te laten berechten op verdenking van verantwoordelijkheid voor massamoorden en
genocide.39 Door die high profile cases wordt ruimte gemaakt voor inwoners om elkaar te
ontmoeten, zonder per se over vergeving te hoeven praten, en samen na te denken over de
stappen die ze met hun land en omgeving willen zetten. Wanneer ik vervolgens Koffeman
lees over inclusiviteit wordt mij duidelijk dat de kerk een leidendei.e. een aansporende rol
waarbij het tempo wordt bepaald door de participantenrol hoort te spelen in dat proces: It
is a goal of the church to embrace to world en daarin een voortdurend dialectische
verhouding aanneemt ten opzichte van identificatie op basis van politieke, culturele of
etnische kenmerken.40 Dat brengt mij bij het laatste element van verzoening, namelijk het
constitutieve aspect van kunst als midden tot verzoening.
Na een intensieve dag vol boeiende ontmoetingen loop ik door een donker en verlaten
Sarajevo naar dito gebouw. Een grauw trappenhuis, bedwelmd door sigarettenrook, leidt mij
naar boven. Niet veel later sta ik te midden van een koor, waar ik eerlijk gezegd niet veel van
verwachtte: mijn beeld werd geschetst door alle goedbedoelde kerkkoortjes die ik regelmatig
hoor op een willekeurige zondag. Zodra ze beginnen te zingen verandert mijn wereld
volkomen: naast dat het een ontzettend hoog niveau haalden en haarzuiver klonk, zie vooral
passie en overgave, aan de muziek maar vooral aan elkaar. Wat er gezongen werd waren niet
zomaar liederen, maar in dit koor waren verschillende religies vertegenwoordigd en daarmee
de etnische groepen die elkaar twintig jaar geleden intens bevochtend, maar nu in een guur
theater elkaars religieuze liederen zongen met ongekende klasse maar bovenal een volledige
toewijding aan het lied van de ander. Kunst is hier werkelijk een stap uit het alledaagse leven
en haar bekijken vanuit een nieuw perspectief.41 Door het zingen van het lied van de ander
kwam zijn of haar persoon op een vernieuwde wijze in beeld, en daarmee de eigen persoon. In
een gesprek met een aantal koorleden zij twee meisjes dat over elkaar, de ene ServischOrthodox en de ander Islamitisch: we hebben elkaar leren kennen door liederen te zingen die

39

Cf. Faber, Genocide, Responsible Outsiders, and the Truth, 74 v.

40

Koffeman, In Order to Serve, 149.

41

Br. Ivo Markovic vertelde hierover tijdens het avondeten. Hoewel ik het een boeiende stelling vond, kon ik op

dat moment niet beseffen dat die zin een paar uur later, luisterend naar het koor, volledig tot leven was gekomen.
Vervolgens kon ik de herinnering aan het interreligieuze koor niet meer loslaten tijdens het lezen van het essay
waar Markovic naar verwees. Cf. Hans-George Gadamer, The relevance of the beautiful: Art as play, symbol,
and festival, in The Relevance of the Beautiful and Other Essays, vert. Nicholas Walker, Robert Bernasconi
(red.), (Cambridge: Cambridge University Press, 1986), 3-53.

14

gaan over het diepste in de ander. Zang als kunst opent de weg tot de ander, die je op een
vernieuwde manier beziet in al zijn of haar oprechtheid in overtuiging, en zo oog krijgt voor
het infini van het eigen verhaal en voor het eigen zelf.42 Op die manier opent zingen letterlijk
de ogen en brengt mensen samen, ook wanneer koorleden elkaar in het begin niet aan wilden
kijken of met elkaar spreken. Een waarlijk hoogtepunt van een onvergetelijke kennismaking
met Sarajevo en de geschiedenis van de Balkan, na veel over verzoening te hebben nagedacht
en gesproken, kwam het daar in dat grauwe theater tot leven en in beweging; heeft onder ons
gewoond. Geraakt liep ik terug, napraten met mijn reisgenoten, die inmiddels vrienden waren
geworden en waarmee ik naast dagen ook op nachtelijke tijdstippen in alle eerlijkheid en
openheid had gesproken. Allemaal waren we diep onder de indruk van wat we hebben
gezien, een waardig einde van ons verblijf in de stad waar culturen en wereld zichtbaar
samenkwamen, en ook samenleefden, een gemeenschap in diversiteit.

4 Afsluitende opmerkingen
Met duizenden sta ik op een grasveld, voor ons een groot podium en een brandende fakkel.
Uit de boxen klinkt de stem van een zanger: Dance, the war is over! De drummer geeft het
ritme aan en de gitarist laat zijn gitaar janken, iedereen begint te springen. Een grote deinende
massa, dansend op een lied wat surrealistisch in de oren klinkt. Natuurlijk geldt het voor ons,
in Nederland, maar het voelt zo onecht om het te zingen terwijl er nooit eerder op de wereld
zoveel vluchtelingen zijn geweest als gevolg van oorlog en geweld. Even schiet een gedachte
door mijn hoofd: kan ik wel mijn vrijheid vieren terwijl anderen dat niet kunnen? Dance, the
war is over, klinkt het weer. Dan denk ik terug aan een paar weken eerder en ben ik weer in
Sarajevo, in een grauw theater en zie wat muziek en kunst kunnen doen: ze vieren niet enkel
verzoening en vrijheid, maar kunnen het ook scheppen. Dance, the war is over, en ook ik
begin te springen.


42

Het vocabulaire is onmiskenbaar afkomstig van Emanuel Levinas, waarbij ik vooral moest denken aan zijn

metafoor van closeness of war en de metafoor van ontmoeting en overgave aan oneindigheid en andersheid.
Deze woorden helpen mij uit te drukken wat ik die avond heb gezien. Cf. Emanuel Levinas, Totality and
Infinity: An Essay on Exteriority, vert. Alphonso Lingis (Pittsburgh: Duquesne University Press, 1969), 21.

15

In het voorgaande heb ik geprobeerd te laten zien hoe ik de reis naar Hongarije en de Balkan
heb ervaren en wat het met mij heeft gedaan, als theoloog en als mens. Ik heb me daarbij
beperkt tot de herinneringen aan Hongarije, en dan vooral de Hongaarse reisgenoten, en
Sarajevo. Het mooie aan die twee perspectieven is dat ze mij hebben geholpen de breedte van
de thematiek van gemeenschap en diversiteit te vatten, zowel in ecclesiologisch als in
maatschappelijk opzicht. Daarin ligt wat mij betreft dan ook de rijkdom van deze onrustige en
uitdagende reis, spiritueel, fysiek, en gevoelsmatig een hobbelige weg.

16

You might also like