Professional Documents
Culture Documents
Leven Met Een Borderliner - Mason & Kreger (Leesfragment)
Leven Met Een Borderliner - Mason & Kreger (Leesfragment)
Bij de productie van dit boek is gebruikgemaakt van papier dat het keurmerk van de Forest Stewardship Counsil (fsc) mag dragen. Bij dit papier
is het zeker dat de productie niet tot bosvernietiging heeft geleid.
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, geluidsband, elektronisch of op welke andere wijze ook en evenmin in een retrieval system
worden opgeslagen zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de
uitgever.
Hoewel dit boek met veel zorg is samengesteld, aanvaarden schrijver(s)
noch uitgever enige aansprakelijkheid voor schade ontstaan door eventuele fouten en/of onvolkomenheden in dit boek.
Woord vooraf
Woord vooraf
uit dat boek in deze nieuwe uitgave verwerkt. De twee boeken vullen
elkaar goed aan, doordat ze elk een andere invalshoek bieden. Familieleden hebben alle hulp nodig die ze kunnen krijgen!
Paul Mason, mijn coauteur, is een andere weg ingeslagen. Hij is nu
hoofd zorgmanagement van de locatie All Saints van zorginstelling
Wheaton Franciscan Healthcare in Racine, Wisconsin (vs). In deze
functie heeft Paul de leiding over de afdeling geestelijke gezondheidszorg en verslavingszorg, die drie klinische en zes poliklinische behandelprogrammas biedt voor volwassenen, kinderen en gezinnen in het
zuidoosten van Wisconsin.
Zijn drie kinderen, die net naar de basisschool gingen toen ons
boek voor het eerst in de winkels lag, zijn nu 13, 17 en 18 jaar. Hij is nog
altijd gelukkig getrouwd met Monica, die, naast de zorg voor hun
drukke gezin, een kleine praktijk voor volwassenen en partnerrelatietherapie heeft in Racine.
Wij hopen dat u veel profijt zult hebben van deze nieuwe uitgave.
Inhoud
inleiding
deel 1
Borderline-gedrag begrijpen
1
17
25
38
68
88
105
130
158
184
202
16
deel 3
bijlagen
A Oorzaken en behandeling van BPS
B Mindfulness
C Meer informatie
Literatuur
227
242
254
269
275
279
291
Inleiding
Intieme vreemden:
over het ontstaan van dit boek
18
borderline-persoonlijkheidsstoornis (bps) uit de bijbel van psychologen en psychiaters, de Diagnostic and Statistical Manual (DSM ). Vijf
criteria zijn voldoende om de diagnose te kunnen stellen.
Ik wilde meer te weten komen over wat de stoornis met mij had gedaan, want ik wilde erachter zien te komen hoe ik daarvan kon herstellen. Ik kon echter maar twee boeken over bps voor leken vinden en
die boden eerder een gepopulariseerde uitleg van de stoornis dan praktische zelfhulp voor familieleden.
Daarom besloot ik zelf een zelfhulpboek te gaan schrijven. Omdat
in de Verenigde Staten zes miljoen mensen aan bps lijden (in Nederland zijn dat er naar schatting honderdduizend), berekende ik dat er
ten minste achttien miljoen familieleden, partners en vrienden moesten zijn (in Nederland ongeveer driehonderdduizend) die zichzelf
net als ik de schuld gaven van gedrag dat weinig met hen te maken
had.
Een vriendin, die wist dat ik het boek samen met een gekwalificeerde behandelaar wilde schrijven, raadde me aan contact te zoeken
met een collega van haar, Paul Mason. Paul werkte al tien jaar als psychotherapeut in klinische en ambulante behandelvormen met borderliners en hun familieleden. Zijn onderzoek naar subtypen van bps was
in een gerenommeerd tijdschrift gepubliceerd. Bovendien had hij diverse lezingen over het onderwerp gegeven voor het gewone publiek
en voor behandelaars.
Net als ik was Paul er vast van overtuigd dat vrienden, partners en
familieleden van mensen met bps er dringend behoefte aan hebben
om te weten dat ze niet alleen staan. Familieleden vertellen me dat ze
op een emotioneel slagveld leven en gewoon niet meer weten hoe ze
moeten reageren, zei hij.
Paul begon onderzoek voor het boek te doen en zocht in de vakliteratuur naar relevante artikelen. Veel onderzoeken bespraken de problemen rond de behandeling van borderliners, die door sommige behandelaars worden gezien als claimende en lastige clinten die slechts
langzaam of helemaal niet herstellen. Hoewel de artikelen wel
technieken voor het omgaan met mensen met bps beschreven voor
goed opgeleide behandelaars, die de clint met bps slechts n uur per
week zien, werd in de meeste artikelen stilzwijgend voorbijgegaan aan
de behoeften van onopgeleide familieleden, die zeven dagen per week
met de persoon te maken hebben.
In onderzoeken waarin het gezin wel aan bod kwam, ging het vrij-
Inleiding
19
wel altijd over het gezin van herkomst van de persoon met bps. Ze
richtten zich op het bepalen van de rol die het ouderlijk milieu van de
patint had gespeeld bij de ontwikkeling van de stoornis. Met andere
woorden: de onderzoeken gingen over gedrag dat anderen tegenover
de persoon met bps hadden vertoond en niet zozeer over gedrag dat
die persoon zelf tegenover anderen vertoonde.
Terwijl Paul zich in vaktijdschriften verdiepte, begon ik tientallen
professionele behandelaars te interviewen over wat de niet-bp (partner, vriend of familielid van iemand met bps of kenmerken daarvan)
kan doen om zijn of haar leven weer in eigen hand te nemen, om niet
meer op eieren te lopen en toch steun te blijven geven aan de persoon
die hem of haar dierbaar is. Voor een deel waren dit bekende onderzoekers op het gebied van bps en voor een ander deel waren het plaatselijke behandelaars die mij door vrienden waren aanbevolen.
Er stond me een verrassing te wachten. Hoewel de borderline-persoonlijkheidsstoornis per definitie een negatieve uitwerking heeft op
mensen die een relatie hebben met iemand met de stoornis, werden de
meeste professionele behandelaars met wie ik sprak enkele opmerkelijke uitzonderingen daargelaten zo volkomen in beslag genomen
door de behoeften van hun clinten met bps dat hun adviezen aan
niet-bps maar weinig voorstelden. Maar ik ging door met interviewen
en onze kennis nam toe.
Paul en ik brachten essentile informatie aan het licht voor mensen
die geven om iemand met bps. Maar we hadden nog geen boek; nog
niet die gedetailleerde, ondersteunende gids die we wilden schrijven.
Toen deed het internet zijn intrede.
Bij mijn nieuwe computer, die ik had gekocht ten behoeve van
mijn bedrijf voor public relations, marketing en tekstschrijven, zat een
diskette voor America Online (aol). Ik was benieuwd naar het internet en installeerde het programma.
Ik ontdekte een complete wereld waarvan ik het bestaan voorheen
niet kende. Nieuwsgroepen en discussiefora op aol zijn eigenlijk gigantische lotgenotengroepen. De mensen die ik daar tegenkwam zowel bps als niet-bps bleven niet zitten wachten tot professionele behandelaars met antwoorden kwamen. Ze wisselden strategien en
inhoudelijke informatie uit en boden emotionele steun aan intieme
vreemden die precies begrepen wat ze doormaakten.
Ik begon met het lezen van de berichten die honderden bps en
niet-bps de afgelopen jaren op aol hadden geplaatst. Ik stuurde e-
20
mails naar mensen die kort geleden een bericht hadden geplaatst en
vroeg hun om aan ons onderzoek deel te nemen. De meesten van hen
deden dat en waren blij dat er eindelijk iemand was die zich bezighield
met de behoefte aan meer informatie over bps.
Terwijl we heen en weer mailden, begon ik de grootste zorgen van
familieleden, partners en vrienden te inventariseren. Vervolgens vroeg
ik mensen met bps naar hun gezichtspunt. Wanneer niet-bps bijvoorbeeld over hun machteloosheid ten overstaan van de woede van iemand met bps spraken, vroeg ik de bps om te beschrijven wat ze tijdens een woede-uitbarsting dachten en voelden en hoe anderen
daarop het beste konden reageren.
Aanvankelijk vertrouwden de mensen met bps me niet, maar na
verloop van maanden kregen ze meer vertrouwen in me en onthulden
ze hun diepste gevoelens over zichzelf, waarbij ze de ongelooflijke ellende beschreven die de stoornis met zich meebrengt. Velen van hen
vertelden me afschuwelijke verhalen over seksueel misbruik, zelfverwonding, depressie en pogingen tot zelfdoding. Als je bps hebt, voelt
het echt alsof je constant in een hel leeft, schreef een vrouw. Pijn,
woede, verwarring. De ene minuut niet weten hoe je je de volgende
zult voelen. Verdriet, omdat ik de mensen van wie ik houd pijn doe.
Heel af en toe voel ik me helemaal gelukkig, en vervolgens maak ik me
daar ongerust over. Dan verwond ik mezelf. Vervolgens schaam ik me
daarvoor. Ik heb het gevoel dat mijn leven een eindeloos Hotel California is, waar ik alleen uit kom door er definitief uit te stappen.
Sommige therapeuten hadden weinig hoop dat mensen werkelijk
van bps konden genezen. Maar bij aol en op het internet ontmoette
ik veel mensen die flink vooruit waren gegaan door een combinatie
van therapie, medicijnen en emotionele steun. De tranen sprongen me
soms in de ogen vanwege hun blijdschap over het feit dat ze zich voor
het eerst in hun leven normaal voelden. En ik begreep voor het eerst
hoe de borderliner in mijn eigen leven moet hebben geleden. Gedrag
waar ik indertijd niets van begreep, begon nu betekenis te krijgen.
Voor de eerste keer drong het echt tot me door dat al die jaren van
niet-uitgelokte emotionele aanvallen eigenlijk niets met mij te maken
hadden. Ze kwamen waarschijnlijk voort uit zijn eigen schaamte en
zijn intense angst in de steek te worden gelaten. Door de ontdekking
dat ook hij een slachtoffer was, veranderde mijn woede deels in mededogen.
De verhalen van familieleden op het internet waren al even afschu-
Inleiding
21
welijk. Partners vertelden me dat hun man of vrouw schadelijke en gnante leugens over hen rondstrooiden, of zelfs valse aanklachten over
mishandeling indienden. Liefhebbende, verbijsterde ouders van kinderen die de diagnose bps kregen, gaven al hun spaargeld uit om hun
kinderen te helpen, alleen om impliciet of expliciet te worden beschuldigd van misbruik en mishandeling.
Volwassen kinderen van bps spraken over hun nachtmerrieachtige
jeugd. Een man zei: Zelfs mijn lichamelijk functioneren kreeg kritiek.
Mijn moeder, die bps had, beweerde dat ik niet goed at, liep, sprak,
dacht, zat, rende, plaste, niesde, hoestte, lachte, bloedde of hoorde.
Broers en zussen van bps vertelden dat ze moesten knokken om de
aandacht van hun ouders en bang waren dat hun eigen kinderen de
stoornis ook zouden krijgen.
Met behulp van vrijwilligers die ik op de discussiefora vond, richtte
ik een website op over bps (www.bpdcentral.com) en organiseerde ik
op het internet een lotgenotengroep voor niet-bps, genaamd Welcome to Oz. Veel mensen ontdekten tot hun verbijstering dat er een heleboel anderen waren met dezelfde ervaringen, terwijl zij dachten dat
ze de enige waren. Zo waren er bijvoorbeeld drie leden van Welcome
to Oz die vertelden dat zich op het vliegveld heftige ruzies hadden
voorgedaan. En vier leden zeiden dat de bp in hun leven dagenlang
woedend op hen was geweest om iets wat ze in zijn of haar dromen
hadden gedaan.
Paul en ik begonnen heel langzaam wat structuur aan te brengen in
deze immense hoeveelheid informatie. We ontwikkelden een systeem:
ik bracht ideen en suggesties te berde, gebaseerd op discussies op het
internet, en gaf ze aan Paul, die ze bestudeerde, uitwerkte en in een
theoretisch kader plaatste.
Daarnaast deed Paul op basis van zijn onderzoek aanbevelingen,
die ik vervolgens bewerkte en verspreidde onder de leden van Welcome to Oz voor hun commentaar vanuit het echte leven. We stonden
allebei versteld van de technologie: door slechts een toets in te drukken, konden we via het internet feedback krijgen van honderden mensen over de hele wereld.
Wanneer we beiden tevreden waren over ons werk, legden we het
voor aan collegas van Paul, andere professionele behandelaars en bekende onderzoekers op het vlak van bps die al jarenlang patinten met
bps en hun familieleden begeleidden. Zij bevestigden dat hun patinten en familieleden tegen dezelfde problemen aanliepen als onze corres-
22
DEEL 1
Borderline-gedrag begrijpen
1
Op eieren lopen:
lijdt iemand die je dierbaar is aan
de borderline-persoonlijkheidsstoornis?
26
Ben je het mikpunt van heftige, gewelddadige of irrationele woedeaanvallen, afgewisseld door volkomen normaal en liefdevol gedrag? Gelooft niemand je wanneer je uitlegt dat dit gebeurt?
1 Op eieren lopen
27
28
Het verhaal van Larry, ouder van een kind met BPS
Toen Rick, onze geadopteerde zoon, anderhalf jaar oud was, wisten we dat er iets met hem aan de hand was. Hij was humeurig,
huilde veel en krijste soms wel drie uur achtereen. Toen hij twee
was, had hij diverse driftbuien per dag, die soms uren duurden. Onze dokter zei alleen maar: Zo zijn jongens nu eenmaal.
Toen Rick zeven was, vonden we een briefje in zijn kamer waarop stond dat hij een eind aan zijn leven zou maken als hij acht
werd. Zijn leerkracht verwees ons naar een psychiater, die ons vertelde dat hij meer structuur en een consequentere aanpak nodig
had. We probeerden het met belonen, liefdevol maar streng zijn en
zelfs verandering van zijn eetpatroon. Maar niets hielp.
Toen Rick pas op de middelbare school zat, loog hij, stal hij, spijbelde hij en had hij onbeheersbare woedeaanvallen. Hij kwam in
aanraking met de politie toen hij een zelfmoordpoging deed, zichzelf begon te verwonden en dreigde ons te vermoorden. Hij belde
telkens de kindertelefoon als we hem voor straf naar zijn kamer
stuurden. Onze zoon manipuleerde zijn leraren, zijn familieleden en
zelfs de politie. Hij kon bijzonder gewiekst zijn en mensen volkomen inpakken met zijn gevatheid, knappe uiterlijk en gevoel voor
humor. Iedere therapeut was ervan overtuigd dat zijn gedrag onze
schuld was. En wanneer ze zijn bedrog doorzagen, weigerde hij terug te gaan. Geen enkele nieuwe therapeut nam de tijd zijn dossier
door te lezen, dat inmiddels centimeters dik was.
Ten slotte belandde hij, na een leraar te hebben bedreigd, in
een centrum voor kortdurende therapeutische behandeling. We
kregen afwisselend te horen dat hij ADHD had of aan een posttraumatische stress-stoornis leed, veroorzaakt door een of ander onbekend trauma. Een van de psychiaters zei dat hij leed aan een depressie met een psychotische stoornis. En van heel veel mensen
kregen we te horen dat hij gewoon een rotjongen was. Na vier opnames deelde onze verzekeringsmaatschappij ons mee dat de kosten niet meer vergoed zouden worden. In de inrichting werd gezegd dat hij te ziek was om naar huis te gaan. En de plaatselijke
psychiaters adviseerden ons om ons door de rechtbank uit de ouderlijke macht te laten zetten. Op de een of andere manier vonden
we een andere inrichting, waar voor het eerst de diagnose borderline-persoonlijkheidsstoornis werd gesteld. Hij kreeg allerlei medicijnen, maar men zei dat er weinig hoop was dat hij zou herstellen.
1 Op eieren lopen
Rick slaagde er ondanks alles in om zijn eindexamen te halen en
naar een hogeschool te gaan, wat uiteindelijk op een ramp uitliep.
Hij heeft nu ongeveer de rijpheid van een jongen van achttien, al is
hij drientwintig. Het volwassen worden heeft wel iets geholpen,
maar hij is nog steeds bang om in de steek te worden gelaten, kan
geen langdurige relaties onderhouden en heeft in twee jaar tijd vier
baantjes versleten. Zijn vrienden komen en gaan, want hij kan erg
bazig, onhebbelijk, manipulatief en dwars zijn. Dus hij is voor financile en emotionele steun van ons afhankelijk. Hij heeft niemand
anders meer.
Het verhaal van Ken, zoon van iemand met BPS
Mijn moeder hield alleen op bepaalde voorwaarden van me. Als ik
niet deed wat er van me werd verwacht klusjes of zo , ging ze tegen me tekeer, snauwde ze me af en zei ze dat ik een verschrikkelijk kind was dat nooit vrienden zou maken. Maar wanneer ze liefde
nodig had, werd ze hartelijk, knuffelde ze me en zei ze dat we het
zo goed konden vinden samen. Je kon haar stemmingen nooit
voorspellen.
Mijn moeder werd nijdig als ze vond dat iemand anders te veel
van mijn tijd en energie in beslag nam. Ze was zelfs jaloers op
Snoopy, onze hond. Ik dacht altijd dat ik iets verkeerd deed, of dat
ik zelf verkeerd was.
Ze probeerde iets beters van me te maken door me voortdurend te vertellen hoe ik moest veranderen. Mijn haar zat niet goed,
er was iets mis met mijn vrienden, mijn tafelmanieren en mijn houding. Ze overdreef en loog om haar beweringen te rechtvaardigen.
Als mijn vader protesteerde, maakte ze zich daar met een handgebaar vanaf. Ze moest en zou gelijk hebben. Al die jaren probeerde
ik aan haar verwachtingen te voldoen. Maar als ik dat deed, veranderden ze weer. En ook al kreeg ik jarenlang bijtende kritiek te verduren, ik raakte er nooit aan gewend. Ik vind het nog steeds moeilijk mensen dichtbij te laten komen. Ik kan niemand volledig
vertrouwen, zelfs mijn vrouw niet. Als ik me sterk met haar verbonden voel, zet ik me schrap voor de onvermijdelijke afwijzing die, zo
denk ik, zeker zal komen. En als ze dan niets doet waarop ik het etiket afwijzing kan plakken, stoot ik haar zelf op de een of andere
manier af. Dan word ik bijvoorbeeld boos op haar om iets onbenul-
29
30
Helaas wordt bps niet altijd herkend, zelfs niet door psychologen of
psychiaters. Er zijn verschillende factoren die dit kunnen verklaren.
1 Op eieren lopen
31
1. De American Psychiatric Association heeft bps pas in 1980 officieel erkend en opgenomen in de Diagnostic and Statistical Manual
(DSM , 1994), een standaardhandboek voor de diagnose en behandeling van psychiatrische stoornissen. Veel behandelaars zien tekenen van bps over het hoofd omdat ze simpelweg niet genoeg over
de stoornis weten.
2. Sommige behandelaars zijn het niet eens met de informatie in de
DSM en enkele geloven zelfs niet dat bps bestaat. Sommige wijzen
de diagnose van de hand, omdat er te veel onder valt of omdat ze
het een prullenbakdiagnose voor moeilijke patinten vinden.
3. Sommige behandelaars vinden de diagnose bps zo stigmatiserend
dat ze patinten een dergelijk etiket niet willen geven uit angst dat
ze de verschoppelingen van de geestelijke gezondheidszorg zullen
worden. Ook schrijven veel behandelaars bps wel als officile diagnose in het dossier van de patint, maar bespreken deze niet met de
patint zelf. Of ze noemen de diagnose wel kort, maar geven er
geen uitleg bij.
Wel of niet vertellen?
Nu je dit boek leest, wil je misschien dolgraag over bps praten met de
persoon die er volgens jou aan lijdt. Dat is begrijpelijk. Horen dat deze
stoornis bestaat, kan een ingrijpende ervaring zijn waardoor veel verandert. In je fantasie zie je voor je dat de persoon je dankbaar is en zich
naar de therapeut haast om zijn of haar demonen de baas te worden.
Helaas verloopt het in werkelijkheid
Geen enkele beroemdheid heeft
meestal anders. Van familieleden hebben we
ooit toegegeven aan de stoornis te
vaak gehoord dat hun geliefde in plaats daarlijden (hoewel de sensatiepers en
van reageerde met woede, ontkenning en een
biografien er uitgebreid over spestortvloed van kritiek. Vaak beschuldigen
culeren), maar vele vertonen wel
mensen met kenmerken van bps hun famide kenmerken. Problemen als eetlieleden ervan dat zij degenen zijn met de
stoornissen, huiselijk geweld, aids
stoornis.
en kanker treden pas op de voorMaar het kan ook anders lopen: de pergrond in ons nationale bewustzijn
soon met kenmerken van bps schaamt zich
als iemand die beroemd is erdoor
zo en voelt zich zo wanhopig dat hij of zij
wordt getroffen.
probeert zichzelf iets aan te doen. Of de in-
32
De uitzondering
Er bestaan een paar situaties waarin je het onderwerp BPS voorzichtig zou kunnen bespreken met iemand die volgens jou de
stoornis heeft:
Als de persoon actief op zoek is naar antwoorden op de vraag
waarom hij of zij zich zo voelt.
Als jullie elkaar niet de schuld geven van de situatie.
Als je het gesprek op een zorgvuldige, liefdevolle manier kunt
voeren en de ander ervan kunt verzekeren dat je van plan bent
gedurende een jarenlange behandeling bij hem of haar te blijven. (Beloof dit echter niet te snel. De belofte doen en die
vervolgens verbreken kan erger zijn dan helemaal niets beloven.)
1 Op eieren lopen
33
Misschien krijg je nog meer het gevoel dat je op eieren loopt als jij wel
weet dat de diagnose bps tot de mogelijkheden behoort, en de ander
niet. Zo zegt Sam dat hij er niet met zijn vrouw, Anita, over kan praten
dat ze mogelijk bps heeft en dat ze daarom geen verantwoordelijkheid
neemt voor haar gedrag en klaagt dat ze altijd het slachtoffer is. Over
therapie beginnen is duidelijk niet aan de orde. Hij heeft bovendien
het gevoel dat hij oneerlijk is, want hij gebruikt een apart postadres
om informatie over bps te ontvangen.
Sinds ik heb ontdekt dat BPS bestaat, ben ik milder en meer meelevend geworden, maar het contact is nog steeds even frustrerend. Soms heb ik het
gevoel dat ik word bedolven onder de enorme hoeveelheid informatie die
ik heb ingewonnen.
Wesley
34
stoornis of in zijn of haar bereidheid toe te geven dat daar sprake van
is.
Bedenk dat het niet zeker is dat de ander bps heeft. En ook al is dat
wel zo, dan hoeft dat zijn of haar gedrag nog niet volledig te verklaren.
Verplaats je aandacht van het zoeken naar mogelijke oorzaken van het
gedrag van de ander naar het oplossen van problemen die daaruit
voortkomen.
We raden je aan dit boek vanaf het begin tot het einde te lezen en er
niet zomaar wat in te grasduinen. De kennis die je in het ene hoofdstuk verzamelt, heb je bij het volgende hoofdstuk nodig. Dit geldt
vooral voor deel 2. We herhalen een aantal basisconcepten in verschillende hoofdstukken om je te helpen ze te integreren in een nieuwe manier van denken over jezelf en jullie relatie.
Begrijp de terminologie
1 Op eieren lopen
35
Borderliner ( BP )
Een diagnose hoort niet gesteld te worden op basis van informatie uit
een boek. Een diagnose kan uitsluitend worden gesteld door een psycholoog of psychiater die ervaren is in het beoordelen en behandelen
van mensen met bps. Misschien zul je nooit zeker weten of degene die
je dierbaar is werkelijk bps heeft. De persoon kan weigeren zich door
36
BPS
Al lezend kun je de indruk krijgen dat wij de persoon met bps verantwoordelijk houden voor alle problemen in de
Alleen al het lezen van dit boek
relatie, maar eigenlijk hebben we het helekan je het gevoel geven dat je de
maal niet over de relatie als geheel. We conpersoon waarvan je houdt vercentreren ons in feite alleen op het omgaan
raadt, maar dat is niet terecht.
met borderline-gedrag.
1 Op eieren lopen
37