Professional Documents
Culture Documents
Inertiemomenten
Inertiemomenten
HOOFDSTUK 4
TRAAGHEIDSMOMENTEN
+ OPLOSSINGEN VAN OPGAVEN
1.
Lijntraagheidsmoment
1.1.
Definitie
Ix =
y dA
A
A
dA
y
x
Uit de definitie volgt :
- Een traagheidsmoment is steeds positief (eenheid : lengte tot de 4-de macht).
- Het traagheidsmoment van een samengestelde doorsnede is de som van de
traagheidsmomenten van de onderdelen.
Wanneer de x-as het zwaartepunt van het oppervlak bevat spreken we van het eigen
traagheidsmoment.
IV - 2
1.2.
y dA met dA = b dy
A
h
2
dy
x
h
2
h
2
y
Ix = y b dy = b
3
h
2
Ix =
h
2
h
2
b
3
h
h
b h
( ) ( ) =
2
2
3 4
b h
12
dy
x
b
IV - 3
y b dy = b
Ix =
0
y
3
=b
0
h
3
b h
3
Ix =
dy
h
b'
x
b
b'
b
y
h y
=1
h
h
b' = b (1
y
)
h
dA = b' dy = b (1
y
) dy
h
Ix =
y dA =
A
Ix =
y b (1
b h
12
y
y
) dy = b
h
3
y4
4h
= b
0
h
3
h4
4h
IV - 4
2.
Polair traagheidsmoment
2.1.
Definitie
Ip =
dA
A
A
dA
P
Vermis
is
= x + y
Ip =
dA =
A
x dA +
A
y dA
A
Ip = Ix + I y
2.2.
dA met dA = 2
IP =
A
r
IP =
= 2
0
IP =
r4
2
= 2
=
0
r4
2
4
IV - 5
2.3.
ru
ri
IP =
dA met dA = 2
A
ru
IP =
ru
ri
IP =
= 2
= 2
ri
ru
(ru4
4
ri
ri4 )
(ru4 ri4 )
2
Het polair traagheidsmoment van een ring is dus gelijk aan het verschil van het
polair traagheidsmoment van de buitencirkel en het polair traagheidsmoment van
de binnencirkel.
3.
3.1.
Het traagheidsmoment van een figuur met oppervlakte A t.o.v. een rechte x is gelijk
aan het traagheidsmoment van die figuur t.o.v. een evenwijdige rechte x' door het
zwaartepunt, vermeerderd met het product van oppervlakte A met het kwadraat
van de onderlinge afstand a tussen beide rechten.
Ix = Ix' + a A
y'
A
dA
x'
Z
a
x
IV - 6
Ix =
y dA =
A
( y' a) dA =
y' dA
2 a y' dA
a dA
Ix = Ix' + 0 + a A
y' dA is het statisch moment van oppervlak A t.o.v. rechte x'. Deze rechte x' gaat echter
a
hier door het zwaartepunt Z, en dus is het statisch moment gelijk aan 0.
Het statisch moment t.o.v. een rechte is het product van de oppervlakte van een
doorsnede met de afstand van het zwaartepunt van die doorsnede tot die rechte. Wanneer
die rechte door het zwaartepunt gaat is het statisch moment dus 0.
Dus :
Ix = Ix' + a A
Vermits x' door het zwaartepunt Z gaat stelt men I x' ook voor door IZ, en dus :
Ix = IZ + a A
3.2.
Voorbeeld
Gevraagd het traagheidsmoment I x van een rechthoek t.o.v. de basis (zie ook art. 1.2.2.)
x'
x
b
Ix = IZ + a A =
h
b h
+
2
12
bh =
b h
b h
b h
+
=
12
4
3
IV - 7
4.
y
500 x 50 (1)
400 x 40 (2)
x
500 x 50 (1)
Ix,1 = IZ + a A =
Ix,2 =
500 x 50
+ 225 x 500 x 50 = 1 270 800 000 mm 4
12
40 x 400
= 213 330 000 mm 4
12
50 x 500
400 x 40
+
= 104 170 000 + 2 133 333
12
12
IV - 8
5.
5.1.
5.2.
Vermits
Ix = Iy
en
is
Ix = Iy = IP/2 =
IP = I x + Iy
r4
4
Ix van een halve cirkel is de helft van het traagheidsmoment van een volledige
cirkel, dus :
r4
Ix =
8
Iy van een halve cirkel is de helft van het traagheidsmoment van een volledige
cirkel, dus :
r4
Iy =
8
IV - 9
5.3.
z
Z
a
x
A =
r
2
Ix = IZ + A a
IZ =
4r
3
r4
8
IZ = Ix - A a
r 4 r
8
4
4
(
) = (
) r = 0,11 r
3
9
2
8
IV - 10
6.
Opgaven
1.
20
20 mm
120
20
120
Ix =
120 . 160 3
12
Iy = 2
20 . 120 3
12
100 . 120 3
12
120 . 20 3
= 5 840 000 mm 4 = 584 . 104 mm 4
12
IV - 11
2.
27
27
y
15
170
15
110
200 mm
Ix = Ix,profiel - 4 Ix,gat
Ix =
200 . 200 3
12
191 . 170 3
27 . 15 3
- 4
12
12
92,5 2. 27 . 15
Iy = Iy,profiel - 4 Iy,gat
Iy = 2
15 . 200 3
12
170 . 9 3
15 . 27 3
-4
12
12
55 2. 27 . 15
IV - 12
3..
50 mm
30
x
60
Ix =
60. 30 3
3
30
30 . 80 3
3
0,11 . 15 4
(80
4 . 15 2
) .
3
15 2
2
Iy =
30. 60 3
3
80 . 30 3
3
15 4
8
15 2.
15 2
2
IV - 13
4.
40
20 mm
40
x
20
Ix =
20. 80 3
3
60
60 . 40 3
3
10 4
4
20 2 10 2
= 4 560 000 mm 4
Iy =
80. 20 3
3
40 . 60 3
3
= 2 803 000 mm 4
10 4
4
30 2
10 2
IV - 14
5.
60
180 mm
x
120
Ix =
120 . 180 3
3
0,11 . 120 4
120
(180
4 . 120 2
) .
3
Iy =
180 . 120 3
3
. 120 4
8
30 4
4
30 2. 60 2
120 2
2
30 4
4
180 2 30 2
IV - 15
6.
v
20
180 mm
x
Z
20
u
120
We moeten eerst de ligging van het zwaartepunt Z bepalen in het assenkruis u-v.
Dit gebeurt op basis van volgende eigenschap : Het statisch moment van een
figuur is gelijk aan de som van de statische momenten van de onderdelen van die
figuur, berekend rond dezelfde as. M.a.w. : het product van de oppervlakte van een
figuur met de afstand van zijn zwaartepunt tot een as, is gelijk aan de som van de
producten van de oppervlakte van de respectieve onderdelen van de figuur met
telkens de afstand van het zwaartepunt van de oppervlakte van dat onderdeel tot
die as.
Dus :
en dus : vZ =
180 . 20 . 90 100 . 20 . 10
= 61,43 mm
180 . 20 100 . 20
180 . 20 . 10 100 . 20 . 70
= 31,43 mm
180 . 20 100 . 20
IV - 16
Nu kunnen we Ix en Iy vinden :
Ix =
20. 180 3
12
61,43 ) 2
100 . 20 3
12
100 . 20 (10
20 . 100 3
12
180 . 20 (90
61,43 ) 2
= 18 015 000 mm 4
Iy =
180 . 20 3
12
= 6 415 000 mm 4