Professional Documents
Culture Documents
Oorlogskroniek Apeldoorn
Oorlogskroniek Apeldoorn
Foto omslag:
Kanaal Noord: beschoten huizen met kapotte tanks bij de Deventerbrug.
Foto: H. Stokhuyzen (Collectie CODA/Apeldoorns Archief).
EEN KRONIEK
Samengesteld
door
Cor Tijink en Peter Rouwenhorst
Inhoud
Inleiding
Kroniek
492
494
497
Bijlage 4: Razzia Verslag van B. Zwerus van de treinreis naar Rees via Bocholt
508
512
Inleiding
Hieronder volgt achtergrondinformatie over de personen, organisaties en instellingen, waarvan materiaal in
deze Kroniek is gebruikt. Tenzij anders aangegeven bevindt het gebruikte materiaal zich in het Apeldoorns
Archief. De tussen [ ] geplaatste tekst is door ons voor de duidelijkheid toegevoegd.
1. VAN HOUTUM. Het zeer uitgebreide Oorlogsdagboek van W. van Houtum (geboren 1921) bestaat uit
een verslag van de oorlogshandelingen wereldwijd. Hij heeft gedurende de hele oorlog als inwoner van
Ugchelen een indrukwekkend dagboek bijgehouden. Het is als manuscript in vier dikke banden gebonden.
Het bestaat uit een paar duizend bladzijden. Daaruit hebben wij alleen zijn opmerkingen over de
gebeurtenissen in de regio Apeldoorn gedistilleerd. Hij woonde in die tijd bij de papierfabriek van de familie
Van Houtum aan de Hoenderloseweg. De andere papierfabriek (de Brouwersmolen) stond aan de
toenmalige Brouwersmolenweg. Het dagboek verwijst vaak naar allerlei bonkaarten en ondergrondse
blaadjes. Ook deze zijn door hem praktisch compleet verzameld. Een uniek document dat gelukkig voor
onze gemeente behouden is gebleven. Wij zijn dan ook blij met de toestemming van de heer Van Houtum
voor het gebruik van zijn dagboeken voor deze publicatie.
2. HARDONK. Dagboek vanaf 1 mei 1943 van een inwoner van Apeldoorn. Hij woonde aan de Hoofdstraat
123, hoek Korenstraat - Deventerstraat. Zijn ouders hadden daar een manufacturenwinkel. Na de oorlog
was hij in dienst van de gemeente Apeldoorn als Stadsgeschiedschrijver. Het manuscript is in
ondergebracht in de documentatie (nr.596).
3. BLOEM. 'Van de Kar af gezien' is het in 1990 door de zoon W.M.Th.Bloem uitgegeven dagboek van
A.A.Bloem (1905-1976). Van oktober 1940 tot en met oktober 1945 heeft hij regelmatig aantekeningen
bijgehouden. Daarvoor putte hij uit diverse bronnen: wat hij met eigen ogen en oren zag en hoorde,
berichten uit kranten en radioberichten plus mondeling doorverteld nieuws wat uiteraard niet altijd viel na te
trekken. Dit laatste verklaart waarom veelvuldig de woorden Men zegt zijn gebruikt. Aan de schrijfstijl is zo
weinig mogelijk veranderd om de authenticiteit geen geweld aan te doen. Ter verduidelijking zijn enige
namen van een toelichting voorzien.
4. MOERMAN. Korte Kroniek van de laatste oorlogsdagen van J.D. Moerman [documentatie, nr. 517]. Hij
was gehuwd met Willemina Jacoba Sanders. Zij was huisarts. Zij woonden toen aan de Tutein
Noltheniuslaan 4.
5. LUCHTBESCHERMINGSDIENST. Maandrapporten zoals aangetroffen in het archief aanwezige archief
van burgemeester Pont. Hij was tijdens de Tweede Wereldoorlog burgemeester van Apeldoorn.
6. POLITIE. Enkele dag- en maandrapporten, portiers- en majoorrapporten. De rapportage van de
commandant van de Apeldoornse politie bevindt zich in het archief van burgemeester Pont.
7. BRANDWEER. Na afloop van de oorlog geschreven verslag van Commandant Tiethof van de Vrijwillige
Brandweer in Apeldoorn. R. Tiethof woonde aan de Asselsestraat 16 en had een handel in bouwmaterialen.
8. BURGEMEESTER. Maandverslagen en brieven van de volgende burgemeesters:
- tot 10-06-1941 en vanaf 17-04-1945 jonkheer dr. C.G.C. QUARLES VAN UFFORD. Hij woonde aan de
Waldeck Pyrmontlaan 3;
- van 10 juli 1941 tot 10 juli 1942 mr. C. DEN BESTEN. Hij woonde aan het Willem de Zwijgerpark nr. 6
[naam in de oorlog van het Wilhelminapark] en
- van 17 december 1942 tot 17 april 1945 mr. D.F. PONT. De maandverslagen van burgemeester Pont zijn
meestal compilaties van verslagen van verschillende directeuren van gemeentelijke diensten.
9. ZIEKENHUIS. Verslag over het oorlogsjaar 1944 van de geneesheer-directeur van het rooms-katholieke
ziekenhuis in Apeldoorn, de chirurg; jhr. H.L. van Vierssen Trip. Hij woonde aan de Kerklaan nr. 43.
10. STERKEN. H. Sterken was kolonel bij het Eerste Legerkorps in Apeldoorn. Later was hij wethouder in
deze gemeente. Hij reconstrueerde de bevrijding van Apeldoorn met raadpleging van Canadese
oorlogsveteranen. Zie de 'collectie Sterken' in het archief.
11. SPOORWEGEN. Verslag over de periode 1940-1945 van een aantal spoorlijnen op de Veluwe. Het
verslag is na de oorlog op 17 mei 1946 opgemaakt door de hoofdbouwkundige van de Nederlandse
Spoorwegen C. van Donselaar.
12. KRANT. Het betreft hier de Nieuwe Apeldoornsche Courant (afgekort: NAC of krant).
13. BURGEMEESTER PONT. Omdat veel materiaal afkomstig is uit het eerder genoemde Pont-archief hier
wat meer informatie over deze NSB-burgemeester. Deze is gebaseerd op een tweetal artikelen in de
Nieuwe Apeldoornsche Courant van 30 december 1989 en van 4 mei 1990.
Pont kwam na ingrijpen van hogerhand in 1942 naar Apeldoorn. Al eerder was burgemeester Quarles van
Ufford door de nazi's uit zijn ambt gezet. Zijn opvolger was Den Besten. Hij bleek contacten te onderhouden
met een joodse relatie, toen een regelrecht schandaal. Hij werd dan ook afgezet. Wethouder Stempher
tekende voor het waarnemend burgemeesterschap. Eind 1942 moest hij plaats maken voor Pont.
Pont nam zijn intrek in Huize Wiesel aan de toenmalige Eikenhorstweg 10 in Wenum. Ondanks zijn
antisemitisme hielp Pont toch tot twee keer toe joodse kennissen. Tijdens zijn burgemeesterschap deden
zich twee grote incidenten voor. Op 5 september 1944 (Dolle Dinsdag) werd het gerucht verspreid dat de
geallieerden in aantocht waren; voor NSB-ers het moment om de benen te nemen. Ook in Apeldoorn gingen
drie wethouders op de loop. Pont bleef echter op zijn post. Kort daarna ontsloeg hij het trio.
Een paar maanden later volgde het tweede incident. Op 2 december 1944 vond in Apeldoorn voor de
tweede keer een grote razzia plaats. Pont had oog voor het wel en wee van het niet-joodse deel van de
burgerij en de in Duitsland te werk gestelde Apeldoorners. Hij kreeg lucht van een derde razzia. Toen was
ook voor deze NSB-er de maat vol. Hij schreef een brief naar de rijkscommissaris Seyss-Inquart met het
verzoek om hem van zijn post te ontheffen. Het kwam echter niet tot ontslag en Pont bleef tot april 1945
burgemeester van Apeldoorn. Na de bevrijding zou hij veroordeeld zijn tot een relatief korte straf van een
jaar. Het is onmiskenbaar dat deze burgemeester ondanks zijn inzet voor een deel van de Apeldoornse
gemeenschap toch aan de kant van de vijand had gestaan.
K R O N I E K
Jaren 1936-1939
BRANDWEER. In de zomer van 1936 kreeg de commandant van de Brandweer een uitnodiging van de
Burgemeester [Quarles van Ufford] voor een bespreking op het Gemeentehuis. Dit was bedoeld om tot
oprichting van een Luchtbeschermingsdienst te komen. Ieder Hoofd van Dienst kreeg daar de opdracht om
voor zijn dienst een schema op te stellen. Ook moest een begroting gemaakt worden voor beveiliging van
have en goed van de bevolking tegen luchtaanvallen en oorlogshandelingen. Wij ontvingen daar een
handleiding waarnaar wij te werk moesten gaan. Op een volgende vergadering had ik een plan klaar met
een kostenbegroting. De plannen werden besproken en wat bijgeschaafd wat niet te verwonderen was.
Geen van ons wist iets van luchtbescherming af. We vonden het eigenlijk allen een groot paskwil [iets
bespottelijks].
De Burgemeester deelde ons mee dat wij nu wel een begroting hadden gemaakt maar er mocht nog niets
worden aangeschaft. Dit mocht niet eerder gebeuren dan nadat de Mobilisatie was afgekondigd. Wij
moesten vrijwilligers zien te krijgen om al de uitgestippelde posten samen met onze vaste
brandweermensen te bezetten. Van de 300 vrijwilligers die wij nodig hadden kregen wij er voorlopig slechts
een 200. Deze mensen werden op verschillende avonden aan de brandweerkazerne opgeleid.
In de loop van de eerste drie jaren werden wij geleidelijk meer ingelicht over luchtbescherming. Hierdoor
veranderden onze voorschriften aanmerkelijk. Wij gingen het nut van een goede organisatie voor
brandbeveiliging tegen luchtaanvallen terdege inzien. Er werden dan ook lezingen op touw gezet. Daarbij
werden de Apeldoornse ingezetenen op verschillende dingen gewezen. Onder andere wat zij te doen
hadden en wat zij laten moesten. Velen van u [in 1945] zullen zich die lezingen nog wel kunnen herinneren.
Door de veranderingen en verbeteringen in de voorschriften was de lijst van aan te schaffen materialen
aanmerkelijk uitgebreid. Daardoor was mijn kostenberekening aanzienlijk gestegen.
Op 18 augustus 1939 was de politieke spanning zo toegenomen dat ik de Burgemeester verzocht om de
nodige materialen te mogen aanschaffen. Als de Mobilisatie zou worden afgekondigd zou het anders ruzie
worden in de magazijnen van brandblusmiddelen. Hierdoor zouden we wel eens te laat kunnen komen. Het
antwoord was echter weer wachten totdat de mobilisatie is afgekondigd. Lang hoefde ik echter niet te
wachten want de volgende dag 19 augustus 1939 om 1 uur 's middags werd de Mobilisatie afgekondigd. Vijf
minuten over n had ik al toestemming van de Burgemeester om de benodigde materialen aan te schaffen.
Kwart over n was ik met de auto op weg naar Amsterdam en Krommenie. Daar kocht ik al de benodigde
materialen. Wat ik in de luxe wagen houden kon nam ik mee. De zware materialen en de brandslangen
werden de volgende dag per vrachtauto opgehaald. Op 21 augustus hadden wij de materialen voor 21
brandposten bij elkaar en kon de indeling beginnen. Alles werd genummerd en zo aan de
brandweerkazerne opgeborgen dat het in de kortst mogelijke tijd naar de Posten kon worden gebracht.
Er werden op geregelde tijden oefeningen gehouden, postgewijs en in groot verband. Onze 42 telefonisten
en 68 ordonnansen werden grondig afgericht op zuiver en snel doorgeven van berichten. Ook het snel
bezetten van de brandposten werd vaak geoefend. We hebben het zo ver gebracht dat in 7 minuten na het
luchtalarm (de janktoon) alle 21 Posten bezet waren en zich al per telefoon aan de Hoofdpost hadden
gemeld. Dat hield in dat er 4 autobrandspuiten, n ladderauto, n materialenauto, acht motorspuiten met
autotrekkers, 13 waterleidingkarren, 2 fosforrubberploegen en plusminus 400 manschappen gereed stonden
om uit te rukken.
Zo werd er geoefend, aangevuld en verbeterd tot plotseling op 10 mei 1940 des nachts de Duitsers ons land
binnen vielen. Daardoor waren wij met Duitsland in oorlog. Om 7.30 uur kreeg ik bericht om alle
brandposten te bezetten. Dat wilde zeggen dat al het benodigde materiaal nu definitief op de brandposten
moest worden gebracht. De posten bleven dag en nacht bezet in een drieploegenstelsel. Zeven dagen later
werden de posten weer ingetrokken. De oorlog was over ons heengegaan. Wij waren tijdelijk verslagen
Nederlanders zonder dat wij iets bijzonders van de oorlog gemerkt hadden. Ik bedoel dan van de gevechten.
SPOORWEGEN. Alvorens te beginnen met een overzicht voor oorlogsdocumentatie moet ik mij [van
Donselaar] vooraf verontschuldigen. Ik kan niet alle data noemen. Ik moet mij bepalen tot de feiten die in
mijn herinnering opkomen. Ze zijn genoemd zonder precies de juiste tijd te kunnen aangeven. De gegevens
zijn tijdens de spoorwegstaking zoekgeraakt. Onnodig te vermelden dat de Duitsers hieraan niet vreemd
zijn.
Mijn herinneringen bepalen zich tot het volgende. Zodra het vermoeden bestond dat een Duitse inval te
verwachten was werden middelen besproken om een dergelijke operatie zoveel mogelijk te vertragen. Voor
Apeldoorn werd mij opgedragen om in overleg met mijn ambtgenoot de Stationschef de vereiste
maatregelen te treffen. Tot deze handelingen behoorden onder meer het opblazen van wissels die tot de
vitale delen van het spoor behoorden. En ook het vernielen van omzetmechanismen van de wissels. Verder
moest een barricade gemaakt worden in de wisselstraat vanaf de Dierense lijn dwars over het
emplacement. Hierdoor konden wagons derailleren. Bovendien werden de seinhuizen verbrand,
waterkolommen [benodigd voor de toen in gebruik zijnde stoomtreinen] omgetrokken. De telefoon- en
telegraaftoestellen moesten worden vernield, waterbronnen onbruikbaar gemaakt, de spoorbrug over het
kanaal opgeblazen en de draaischijf vernield. Het opblazen gebeurde door de Genie. In de eerste jaren van
de oorlog is er weinig voorgevallen.
Jaar 1940
BRANDWEER. Wij zijn in 1940 niet nmaal uitgerukt voor een brand die door oorlogshandelingen was
veroorzaakt.
Tot nader order wordt aan winkeliers, in het algemeen aan allen, die van de verkoop van deze goederen
hun normaal bedrijf maken en een voorraad daarvan onder hun berusting hebben machtiging verleend aan
consumenten af te leveren hoeveelheden voor een gebruik van ten hoogste drie dagen.
Nadere regeling zal worden bekend gemaakt.
Overtreding van deze bepalingen zal worden gestraft volgens de in oorlogstijd geldende wetten.
POLITIE (Portiersrapport) [als illustratie van wat er op het politiebureau van de eerste oorlogsdagen
merkbaar was zijn de rapporten van de eerste dagen opgenomen].
- 06 tot 08 uur voormiddag. Geen meldingen.
- 08.30 uur. Aan de op het majoorrapport van heden vermelde arrestant een portie brood en koffie verstrekt.
Bon 68 afgegeven.
- 08.45 uur. De Boerenleenbank vraagt assistentie bij uitbetaling gelden. Hoofdagent kennisgegeven.
- 09.00 uur. De op het majoorrapport van heden vermelde arrestant is op last van de Commissaris van
Politie ontslagen.
- 09.45 uur voormiddag. G. Klinger doet aangifte dat er op de Hoofdstraat vermoedelijk twee Duitsers
(soldaten!) lopen. Hoofdagent kennisgegeven. Personeel gaat er heen.
- 09.45 uur. Deden aangifte van vermissing van distributie- en stamkaarten P. Deurloo wonende Beekstraat
16, drie stuks van huisgenoten; H.G. Silfhout Wolweg 28, n stuks en K. Heidelberg Koperweg 11, twee
distributiekaarten. Bewijs verstrekt. Geboorteakte verloren. A. van Veluwe Oude Beekbergerweg 133
stamkaart.
- 10.30 uur. Aan het personeel (agent wacht) brood en koffie verstrekt. Bon 70 afgegeven.
- 10.30 uur. Dames v.d. Kooij wonende Zwolseweg 33 [nu Koninginnelaan] delen mee dat op de Zwolseweg
twee Duitsers rijden die de weg vroegen naar Zwolseweg 561. Hoofdagent kennisgegeven.
- 11.10 uur. Door de Nederlandse Spoorwegen wordt assistentie gevraagd voor het publiek dat aanwezig is
bij de ophaalbrug tijdens het aanbrengen van springstof. Hoofdagent kennisgegeven.
- 12.45 uur. Aan de militaire arrestant vermeld op het majoorrapport van heden een portie warm eten
verstrekt. Bon 71 afgegeven.
- 15.00 uur. Assistentie wordt verzocht bij de Overweg. Daar hebben de [Nederlandse] militairen last van
belangstellende burgers. Hoofdagent kennisgegeven.
- 15.05 uur. Een sergeant die zich met twee vreemdelingen bevindt op de Deventerstraat pand 131, vraagt
deze op te halen. Hoofdagent en hoofdagentverkeer kennisgegeven.
- 15.30 uur. Het Vakhoofd te Loenen geeft kennis dat hem kennis is gegeven dat er twee in Nederlands
soldatenuniform geklede militairen reden per rijwiel, voorzien van oranje spatborden, in de richting
Apeldoorn met een geweer bij zich! Getracht werd een paniekstemming te veroorzaken. Inspecteur
kennisgegeven. Personeel gaat er heen. Deze 2 militairen zijn aangehouden. Het waren gevluchte
Nederlandse soldaten die na beschieting uit Dieren gevlucht zijn. Geen bijzonders.
- 16.15 uur. T. en R. Riet, wonende Parkweg 7, en A. de Jonge, 1e Wormenseweg 25, doen aangifte van
vermissing van hun stamkaarten. Bewijs afgegeven.
- 17.00 uur. Als boven G. Oostenbroek Soerenseweg 23. Bewijs afgegeven.
- 17.20 uur. Aan majoor Boels overgegeven 4 personen van Duitse nationaliteit ter overgave aan de Duitse
bezetting, te weten:
1. Sigmund Bola, geboren 29-07-1923 te Hamborn
2. Frans Haidinger, geboren 15-07-1904 te St. Plten
3. Johann Smid, geboren 23-10-1908 te Stein
4. Magdalena Schmid, geboren Vosen 10-03-1917 te Duisburg, echtgenote van sub 3 genoemd.
- 18.00 uur. Op verzoek van majoor Boele zes porties brood en koffie verstrekt aan arrestanten. Bon 72 en
73 afgegeven.
- 19.25 uur. Mevrouw M. Seringenlaan geeft kennis dat bij haar gelogeerd zijn twee nichtjes beide van
Duitse oorsprong. Alle twee gehuwd en een met twee kinderen.
- 21.50 uur. Wordt door een commandant uit villa Swinemunde kennisgegeven dat in het pension Elvira
Bosweg hoek Burglaan volop licht brandt. De dames wensen het licht niet te doven. De adjudant, inspecteur
van politie neemt maatregelen. Er is iemand heen.
- 22.00 uur. A. Termaat, Vlijtseweg 28 alhier, doet aangifte van diefstal van zijn damesrijwiel dat geplaatst
was bij zijn woning. Politieverslag opgemaakt.
POLITIE (Majoorrapport).
- 06.00 uur voormiddag. Twee arrestanten aangetroffen waarvan er een werd heengezonden.
- 08.45 uur. De andere arrestant ook ontslagen.
- 09.15 uur. Door de Militaire Politie vanuit Deventer naar hier overgebracht deze in voorarrest zittende
militaire arrestant J.B. van A., verdacht van spionage. Geplaatst in cel II en fouillering. De commandant
verzoekt of de Politie voorlopig de verzorging van die arrestant op zich wil nemen.
- 01.30 uur namiddag. Door van Dassen, sergeant I motordienst, wordt de militaire arrestant bovengenoemd
afgehaald.
- 02.00 uur. Niemand in cellen of nachtverblijflokaal aangetroffen.
- 22.00 uur. Overgenomen de in mutatie 17.20 uur van het Portiersrapport genoemde personen:
1. Siegmund Bola, kamer 15
2. Frans Haidinger, kamer 17
3. Johann Schmid, cel I en Magdalena Schmid cel I.
Allen van Duitse nationaliteit ter overgave aan de Duitse bezetting.
KRANT. Brief van de redactie van de Nieuwe Apeldoornse Courant aan het Hoofd Persdienst NSB Kringen
34 Apeldoorn en 81 Veluwe, Waltersingel 85 over een door de krant geweigerde ingezonden brief van de
heer M.
Een vraag is, welke vraag voor geen enkele redactie een kwestie uitmaakt, of een redactie het recht heeft
zonder voorkennis van de schrijver een ingezonden stuk ter inzage te geven aan de een of andere officile
instantie waarop in het ingezonden stuk kritiek wordt uitgeoefend. We raken hier het beschikkingsrecht van
een redactie. De opvatting schijnt te bestaan, al nu bij de heer M. en de zijnen dat een redactie verplicht is
een ingezonden stuk op te nemen zo als het haar ter plaatsing aangeboden wordt. Zij heeft niet een
onderzoek in te stellen naar de juistheid ervan, noch ligt het op haar weg een officile instantie gelegenheid
te geven voor een onderschrift waardoor eventuele misverstanden kunnen worden opgeheven. Kortom, zij
heeft alleen maar te aanvaarden met terzijdestelling van haar eigen inzichten, over de wijze waarop de krant
geredigeerd zal worden.
De schrijver van ingezonden stukken is koning en een redactie heeft niet anders te doen dan het
ingezonden stuk eerbiedig te aanvaarden. U houdt mij ten gegoede, maar dat betekent de zaak op haar kop
zetten. In de praktijk zou een dergelijke gedragslijn hierop neerkomen dat de redactie van een krant gevoerd
zou worden buiten de redactie. Daarop zou neerkomen de plaatsing van een serie ingezonden stukken
bedoeld als campagne waarop in het onderhoud van zaterdagmorgen gezinspeeld werd.
In dit verband moge ik opnieuw op een onjuiste voorstelling van zaken de aandacht vestigen. Ik heb geen
inzage gevraagd van alle stukken waarover de Heren, die de campagne wensen te voeren, beschikken. Ik
heb alleen de wenselijkheid betoogd dat de heren in een rustig uurtje, vooraf bepaald, zouden komen
uiteenzetten wat hun plan en hun grieven waren. Dan zou, aan de hand daarvan, kunnen worden
beoordeeld of er al of niet aanleiding zou zijn voor een serie ingezonden stukken, welke wij - aldus de
heren van zaterdagmorgen - zouden plaatsen.
Ik heb gevraagd wie die wij waren maar op die vraag werd geen antwoord gegeven. Zo staat de zaak.
Ik kan U daarbij de verzekering geven dat de redactie er niet aan denkt, tenzij zij door hogere bevoegde
instantie daar toe gedwongen wordt, een serie ingezonden stukken te aanvaarden waarvan zij niet tevoren
in de gelegenheid is gesteld die te beoordelen. U houdt van duidelijke definities, wij ook. Welnu: een
redactie welke zich haar verantwoordelijkheid bewust is, accepteert geen inmenging van derden, wanneer
het er om gaat vast te stellen, hoe de krant samengesteld zal worden. De beslissing daarover berust bij de
redactie. In gevallen van twijfelachtige aard vraagt zij het oordeel van haar Directie. Die omstandigheid was
in het geval - M. niet aanwezig. U brengt de democratie in het geding en de periode van voor de tiende mei
1940. Het is mij niet recht duidelijk wat een en ander met deze concrete gevallen te maken heeft.
Resumerend moge het volgende worden opgemerkt. Het ingezonden stuk van M. kan niet voor plaatsing in
aanmerking komen. Tot deze conclusie ben ik gekomen na het onderhoud dat ik met de leiding van de
Distributiedienst ter zake mocht hebben. Wanneer de heer M. zich daardoor bezwaard voelt dan kan hij
nader overleg plegen met onze Redactie. Over de serie ingezonden stukken, waarvan het schrijven van M.
blijkbaar de inleiding moest vormen, handhaaf ik mijn opvatting dat de redactie vooraf op de hoogte gesteld
behoort te worden en bij haar de beslissing berust over de opname. Ik hoop duidelijk genoeg geweest te zijn
in niet al te veel woorden.
Tenslotte een persoonlijk woord tot u. U dreigt met verdere stappen bij bevoegde instanties en
veronderstelt dat ik verstandig genoeg ben mij rekenschap te geven van het feit dat de tijd van voor 10 mei
definitief voorbij is. Ik kan u dankbaar zijn voor deze voor mij vriendelijke veronderstelling. Laat ik u
overigens de verzekering mogen geven dat ik mij zeer bewust ben van de veranderingen welke bezig zijn
zich te voltrekken. Maar dat betekent geenszins dat ik mij maar nederig buk voor wie zich als rechter over
mij meent te moeten stellen. Voor mij geldt inderdaad het recht, maar dan Recht met een hoofdletter. De
beslissing van bevoegde instanties zie ik met belangstelling tegemoet.
[getekend] de Hoofdredacteur
Nadat de chauffeur ze uitgeladen had, stapten de drie heren weg waarna de chauffeur even later een
vliegtuig op zag stijgen, waarmee deze drie heren zeker hun reis mee hebben voortgezet.
Op het bedrijf is het met het meel zuinig gesteld. We hebben nu een zeug, vijf schrammen van 100 pond,
een geit met 7 biggen en 8 biggen van tien weken. Hiervoor krijgen we nu 100 pond (in de week) nogal licht
voer, haver en gerst afval. Voor de andere krijgen we iets zwaarder meel maar de portie is te klein. Voor de
5 melkkoeien en een pinkkalf krijgen we maar 825 kg, dat is voor de gehele staltijd. Voor de 60 jonge en +
30 oude kippen, krijgen we nu 30 pond ochtendvoer en 30 pond gemengd graan in de week. Van de jonge
kippen hebben we 25 eieren en de oude leggen niet meer.
Slakkenmeel is er niet meer, hiervoor zal een samengestelde meststof die plaats moeten innemen. Kali is er
wel evenals kalk.
De veeprijzen zijn hoog, f 350,- voor een neurende koe, ruim f 200,- voor een guste pink, een kalf van 8 of 9
maand. f 80,- tot f 90,- ,een goed werkpaard f 700,- - f 800,- . De varkens worden nu niet best uitbetaald 26,
27 en 28 cent per kilogram. De eieren betaalt men per kilo, de laatst uitbetaalde prijs was voor de jonge
eieren 5 cent en voor de iets zwaardere eieren 6 1/2 cent. Consumptieaardappels f 3,- en zaadprijzen rond f
11,50 per 100 kilogram. Voederbieten f 6,- per 1000 pond. De distributie van levensmiddelen is voor ons wel
overleggen maar geen gebrek. De kleding is al aardig duurder (nog een regenjas gekocht voor f 47,50). Men
zegt dat in Diepenveen een Engels vliegtuig is gedaald en in brand geraakt waarbij de bemanning op n na
in de vlammen omkwam.
Jaar 1941
BRANDWEER. Dit jaar is voor ons een rustig jaar geweest. Wij blusten in totaal 97 brandjes en wel 18
uitslaande branden, 12 binnenbranden, 36 schoorsteenbranden, 2 autobranden, 4 heidebranden en 25
buitengewone brandjes.
SPOORWEGEN. In het begin van 1941 deden zich de eerste pogingen tot sabotage voor. Nabij kilometer
82 werd een spoorstaaf over beide spoorlijnen gelegd. Dit had echter geen stremming van het spoorverkeer
tot gevolg. Ik kon het geval voor mij zelf houden. De moffen kregen er dus niets van te horen. Daarna werd
nabij de Oude Waterloseweg een lasplaat aangebracht. Vermoedelijk schuin op de spoorstaaf. Dit had een
zelfde gevolg als hierboven vermeld. In het land kwamen zeker meer van dergelijke gevallen voor. Al
spoedig kwam de opdracht om alle losse voorwerpen langs de baan te verwijderen. In de loop van 1941
namen de sabotagegevallen toe.
In de omgeving van Doorn hadden de Duitsers herfst 1940 in een weiland munitie verborgen. De Engelsen
kregen daar lucht van en bombardeerden deze opslagplaatsen waarbij gaten geslagen werden van 18
meter breed en 7 meter diep. De Duitsers die bij het afweergeschut stonden vluchten maar werden
doodgeschoten omdat ze gingen lopen. Een 7-tal hierover gebelgd schoten andere manschappen en de
commanderende officieren neer. Ook deze manschappen moesten het met de dood betalen. Ook een 25 a
30 tal tenminste. Men moest de ziekenauto's uit de stad rekruteren om de lijken te vervoeren. Men zegt dat
de Duitsers half maart weer een overtocht naar Engeland zullen proberen.
BLOEM. Men zegt dat in Brabant veel scholen en ook kloosters ontruimd moesten worden omdat er zeer
veel Duitsers, naar men zegt, ingekwartierd moesten worden. Men beweert dat de autobussen voorzien van
benzine gereed staan evenals de locomotieven die ook op stoom zouden staan.
Hetzelfde gebeurt met Tivoli en de Zuiderkerk [voormalige Gereformeerde kerk aan de Arnhemseweg].
Volgens geruchten zouden wij dan les krijgen op de Koninklijke HBS (wij 's morgens, de anderen
's middags) of in het hotel Oranje Nassau in Hoog Soeren.
In Hoenderloo gaan enkele Duitsers nog verder en brengen het clandestiene vlees zelfs bij de mensen aan
huis. De talrijke bomen die nu roekeloos omgehakt moeten worden voor de Duitse Weermacht zouden voor
het grootste gedeelte tot roeispanen worden verwerkt. Misschien moeten de Nederlanders de Duitsers dan
nog overroeien (denk aan de burgerdienstplicht).
BLOEM. Nu nog staat men geregeld op post. Ja de eerste van toen staan nu alweer voor de tweede keer en
die nu staan zijn van wijk C, maar ook wijk E zou er bij genomen worden. Op de 15e maart is er weer een
paardenvordering op het Holthuis geweest. Deze paarden zijn voor die boeren die geen paard meer hebben
wegens de vorige levering. Ook in Apeldoorn is 19-3-41 keuring geweest echter onder de sleperspaarden.
Men zegt er een 70-tal nodig te hebben. Voor hooivordering niet in aanmerking gekomen.
Men ging in de kelder en was er net 5 minuten toen een granaat het huis trof en deze met haar inhoud
vernielde. De jongens in de kelder zijn behouden gebleven.
1941 ----- 26 maart woensdag.
VAN HOUTUM. In Milligen arriveert een groot aantal Duitse soldaten. De marechaussees (met hun
gezinnen) moeten binnen een zeker aantal uren hun huizen daar verlaten. Alles wat zich daarna nog in die
huizen bevindt gaat over in het bezit van de Duitse Weermacht! De melkfabrieken die de laatste tijd alle
melk voor de verkoop moeten afromen houden 25% van de melkhoeveelheid achter. Volgens geruchten zou
de volgende week de melk gedistribueerd worden. Daarbij zou men op n bon slechts 1/4 liter krijgen. Het
is dan ook geen wonder dat de winkeliers zoveel gecondenseerde melk verkopen. Een winkelier
bijvoorbeeld verkoopt binnen twee dagen 300 van deze blikjes. Vier politieagenten onderzoeken gedurende
vijf uur het huis van de directeur van het postkantoor. De reden is onbekend. De agenten nemen alle
levensmiddelen, ook die op de bon verkregen zijn, mee. Van verraad is geen sprake. Over het algemeen
denkt men dat dit een tegenmaatregel van de NSB is. Deze man heeft namelijk niets aan de laatste
Winterhulpcollecte gegeven.
Want iedereen wil nu toch nog een klein voorraadje inslaan nu de aardappels nog verkrijgbaar zijn. Veel
mensen gaan nu zelf, door de nood gedwongen, aardappels verbouwen om aan dit zo echte volksvoedsel
geen gebrek te zullen krijgen. Door de distributie van aardappels is men in de Centrale Keuken in Apeldoorn
niet meer in staat om stamppot te verstrekken. Men zal nu genoegen moeten nemen met soep. 's Middags
wordt in Ugchelen een straatarme NSB-er begraven. Deze man, die in normale tijd van de armen zou
worden begraven, wordt nu op kosten van de NSB in een tweede klas graf ter aarde besteld. Na de lijkstoet
van deze man volgt nog een grote optocht van NSB-ers.
Onderweg raakt de olieleiding lek en door deze vertraging wordt de auto niet op het aangewezen marktplein
maar in een zijstraat geparkeerd. Door allerlei smoesjes keuren de controleurs de auto af zonder deze te
zien. Gelukkig kan de wagen nu in een houtgasauto worden veranderd zoals wij van plan zijn.
Er gaan geruchten dat de kazernes zijn gebombardeerd. De politie(?) zou er alles afgezet hebben. 's
Morgens fiets ik er langs maar van enige vernieling of afzetting is niets te merken. 's Middags ga ik de
bomkraters van bovengenoemde twee bommen zoeken. Ik volg nauwkeurig de richting waarin deze volgens
de nachtwacht zijn gevallen. Tenslotte rij ik de Nassauweg in Spelderholt in. Daar zie ik een grote ravage. Er
zijn nog weinig mensen geweest. De kraters zijn moeilijk te vinden door de vele afgeknapte eiken- en
dennenbomen die erover liggen. Bij de geringste windstoot vallen nog bomen om. Scherven zijn er bijna niet
te vinden, alleen stukken van de vleugels. Op n staat duidelijk het gewicht en ander kenmerken. Hieruit is
op te maken dat de bom 250 kilo weegt en van Engelse oorsprong is. De politie beweert echter dat het twee
brandbommen van 75 kilo zijn. Dit is grote dwaasheid. Er komen nog enige burgers naar de verwoestingen
(150 meter in omtrek) kijken. Het is tamelijk afgelegen zodat de politie het terrein niet afzet. 's Avonds om 10
uur drijven zes wolkjes van afweergeschut langs de heldere hemel. Menigeen denkt al aan de zolang
verwachte Engelse parachutisten.
Dit kon niet want in het voorjaar (opening kerkhof) mochten er nog geen stoffelijke overblijfselen van
Nederlandse soldaten van het ene naar het andere graf worden overgebracht. Door toedoen van de
Gelderse Vrouwenvereniging kon het lijk, ook uit financieel oogpunt, vervoerd worden. Hoewel deze
plechtigheid alleen in het bijzijn van de familie mag plaatsvinden zijn toch honderden inwoners van
Ugchelen aanwezig.
Jaar 1942
BRANDWEER. In het jaar 1942 kregen wij meer te doen ook al doordat de luchtaanvallen op Duitsland
heviger werden. Vele boerderijen, hooi- en strobergen brandden af.
Twee uur later zijn er weer anderen bezig. 's Avonds om 9 uur horen wij in de huiskamer een zwaar gekraak
gevolgd door een doffe slag. Ruim tien burgers zijn bezig met het omhakken van een hele berkensingel met
bomen van 30 40 cm dik. Met behulp van de politie worden twee jongens op heterdaad betrapt. Al spoedig
liggen twee berken van negen meter lengte bij de fabriek. Het omzagen van een dun boompje is niet zo erg
maar dit is verregaand brutaal. Vooral als men bedenkt dat het hout (alleen berken worden omgezaagd) niet
voor eigen gebruik dient maar voor de verkoop. Iedereen op de Keienberg gaat berken omzagen die door
anderen worden verkocht. Daarna verdeelt men de winst. Het is n van de misdadige uitvloeisels van de
nieuwe orde.
De NSB-burgemeester van Apeldoorn wilde een stuk van het vliegtuig oprapen en werd daarna door de
Duitsers in het been geschoten. Was dat maar waar!
Alle rijtuigen waaronder de prachtige landauers, zijn naar de kazernes vervoerd. De Duitsers laten zich nu
met deze rijtuigen, waar zij de kroon nog op laten zitten, rondrijden. Vele kamers op het paleis zijn aaneen
getrokken. Het is aldus bekenden niet meer van binnen te herkennen. Het postkantoor, de kamers van de
houtvester enz. zijn afgebroken. Alle geweien en andere bijzonderheden zijn weggevoerd (wagens vol) of
onder de moffen verkocht. In n zaal bevinden zich al gewonden. Deze mogen alleen nog maar in de
tuinen een luchtje scheppen. Het is voor hen nog verboden zich in het openbaar te vertonen.
BLOEM. Ook bij het Troelstraoord is een brandend vliegtuig gevallen. Gedurende verscheidene nachten
komen Engelse vliegtuigen in drommen over ons been om de steden in West-Duitsland te bombarderen.
BRANDWEER. Vandaag maakten we kennis met de gevolgen van het afwerpen van enige honderden
brandstaven door een in nood geraakt vliegtuig in de nabijheid van het Kampeer Centrum Vale Ouwe te
Beekbergen. Een oppervlakte van plusminus 50.000 m3 heide met vliegdennen ging hierbij verloren.
Een partij flessen geweckt vlees, circa 450 stuks, werd door de Marechaussee in beslag genomen. Dit werd
mij door de Brigadecommandant (lid van de NSB) ter beschikking gesteld. Deze worden morgen door de
NSVO onder behoeftige ingezetenen verdeeld.
[getekend] C. den Besten.
Iedereen wil de resten van deze jager zien en is verheugd over de afloop van dit luchtgevecht. Een boer uit
de omgeving neemt 's morgens de kans waar en slacht clandestien een koe. Weer anderen gaan op diefstal
uit. Zo worden onder anderen bij mij alle konijnen op n na gestolen.
BRANDWEER. Om 3.55 uur kwam een Duitse tweemotorige nachtjager naar beneden die door een Engelse
bommenwerper was afgeschoten. Deze kwam terecht voor het perceel Casimirlaan 15-17 in Ugchelen. Een
motor kwam boven in de kap van perceel 17 terecht. Gelukkig bleef hij hangen. In het kamertje daar onder
lagen 4 jongens te slapen. Een van de jongens sprong uit het raam van de verdieping op de grond en werd
aan de hand gewond. De overigen kwamen met de schrik vrij. De olie uit de motor liep met dikke stralen
langs de muren naar beneden. Het plafond van het kamertje was diep doorgezakt onder de zware last van
de motor. Door het dak van perceel nr.15 was de schoorsteen naar beneden gekomen en kwam terecht op
een bed. In dat bed sliep een meisje dat zwaar aan het hoofd en de borst gewond naar het ziekenhuis
moest worden gebracht. De beide Duitse piloten kwamen om het leven. De ene verbrandde en de andere
viel te pletter. Ondanks de grote Duitse kentekenen op de vleugels vertelden de moffen ons dat het een
Englnder was. Deze was door een Duitse nachtjager neergeschoten.
Het is zeker dat de moffen een ondergedoken Nederlandse Vrijwilliger voor het Oostelijk Front hebben
gevangengenomen. Bovendien zouden nog meer onderduikers zijn gearresteerd. Hierover is geen
zekerheid. De Ugchelse Portugese jood, die op 13 augustus vergif heeft ingenomen, is nu pas bij zijn
bewustzijn. Volgens geruchten zou een hoge Duitse officier in Apeldoorn dood op zijn bed zijn gevonden.
Zijn adjudant is sinds enige dagen spoorloos verdwenen. Alle vijvers in het bijzonder die van het Koninklijk
Park werden afgedregd maar zonder resultaat
Deze hangen aan ballonnetjes (pakken van duizenden). Zij vallen overal, voornamelijk in Hoenderloo,
Otterlo, Harskamp, Kootwijk, Ugchelen, Beekbergen, Loenen en Eerbeek. Bij ons liggen er duizenden. Het
strooibiljet bevat de toespraak van Harris tot het Duitse volk over verzwaring van de luchtaanvallen. Duitse
soldaten moeten de pamfletten verzamelen. 's Avonds komen er drie voorbij. Zij dragen een jutezak vol met
strooibiljetten. Waar zij deze hebben gevonden is niet bekend. Er liggen er nog massa's in onze omgeving.
Een spoorwegarbeider bemerkt dat de rail op de lijn Deventer - Apeldoorn in een bocht is losgeschroefd.
Door zijn optreden gebeuren er geen ongelukken. Daardoor zullen er ook geen gijzelaars voor boeten.Voor
n september aanstaande moeten enige gebouwen in Apeldoorn worden ontruimd. Daaronder de
Christelijke HBS. Deze school wordt waarschijnlijk weer een lazaret. Zes arbeiders van onze fabriek in
Apeldoorn krijgen bericht dat zij morgen voor de keuring moeten verschijnen. Dat is natuurlijk voor
tewerkstelling in Duitsland.
Wij weten nu al zoveel dat er zich bij een invasie Duitse troepen in de bossen bevinden met het oog op
parachutisten. Nadat de auto vertrokken is, belt de Weermacht mijn oom van Brouwersmolen op en zegt dat
de oefening niet doorgaat(!). De chauffeur krijgt bij de Gedenknaald een pluimpje. Als het werkelijkheid is
moet hij de auto naar Amersfoort brengen. In dat geval moet hij maar zien om op eigen gelegenheid terug te
komen (!)
BLOEM. De Koerier van maandag 23 november vermeldt de namen van 15 gefusilleerden, te weten:
Gerrit 't Einde (voormalig gemeenteraadslid) Terwolde,
Frans Teelen (schoenmaker) Twello,
Jan Rodert,
Carnelus Lugtbart Voorst,
Antoon Siedenburg (leerling Koloniale Landbouwschool) Twello,
Willem van de Weerdt Terwolde,
Klaas Bakker Terwolde,
Gerrit Nieuwenhuis Terwolde,
Willem van de Maten Voorst,
Willem Lenssen (elektricien) Voorst,
Hendrik Eekhuis Terwolde,
Gerrit van Werven Terwolde,
Jan Eekhuis Terwolde,
Frederik de Weerdt Terwolde,
Bernhard Immerzeel (Koloniale Landbouwschool) Twello.
SPOORWEGEN. In november 1942 vielen tussen Stroe en Barneveld 4 bommen van 480 kilo en 10
brandbommen. Hiervan ontploften 3 bommen terwijl de 4e tot explosie gebracht moest worden. Dit kon
echter wachten tot de volgende dag. Bij het exploderen werd het spoor vernield met als gevolg een
vertraging van 's middags 4 tot 's morgens 12 uur. De brandbommen zijn door de Duitsers weggehaald.
Jaar 1943
BRANDWEER. De rest van het jaar 1942 verliep rustig. Het jaar 1943 bracht iets meer werk aan de winkel.
BURGEMEESTER PONT. Totaal aantal inwoners gemeente Apeldoorn: 80.000 (buiten de evacus uit
onder andere Arnhem). Van de mannelijke inwoners van de jaargangen 1927-1894 (in totaal 16.200) zijn:
- 4000 voortdurend werkzaam in Duitsland
- 800 regelmatig werkzaam bij Weermachtsinstanties en andere Duitse Dienststellen
- 1100 werkzaam bij openbare diensten, gemeentebestuur, politie enzovoort
- 5200 werkzaam bij de stellingbouw en in welke 'Abschnitt'
- 500 werkzaam bij industrile bedrijven die nu nog in werking zijn
- 3000 werkzaam in de landbouw
- 1600 blijvend invalide.
Voorts bevinden zich in de gemeente 6.000 mannelijke evacus van elders van de jaargangen 1927-1894.
Daarvan zijn 120 blijvend invalide
Een vijfde zit gekneld tussen het verwrongen metaal van de cabine. Het zijn alle jongens van naar schatting
22-24 jaar. En maakt een forse indruk. De anderen zijn fijn gebouwd. Het schijnt dat tijdens de val nog
bommen ontploft zijn. Tot negen uur ontploften nog patronen en granaten van de boordwapens. Een
brandbom vloog ook nog in brand. Tot de resten van het vliegtuig behoort een gaaf bommenrek. Er zijn al
spoedig veel mensen op het toestel afgekomen. Men raapte van alles op. De burgers die onder allerlei valse
opgaven door de Duitse wacht werden doorgelaten ontvreemden veel, de luchtbescherming en brandweer
niet uitgesloten. Zo onderzocht men bijvoorbeeld de lijken zeer nauwkeurig. Er werden geen wapens
gevonden maar wel noodrantsoenen en sigaretten.
BLOEM. Heden melden de bladen dat er weer 12 personen gefusilleerd zijn voor het verspreiden van
geschriften tegen de Duitse weermacht. Namen onbekend.
1943 ----- 21 januari donderdag.
VAN HOUTUM. In de bossen bij Ugchelen zijn strooibiljetten neergekomen. Ik heb zelf nog op enige
plaatsen gezocht maar niets gevonden. Tenslotte ga ik naar een boswachter. Tot mijn grote verbazing krijg
ik zomaar elf van die boekjes. Alle ruiken nog naar de drukinkt. Het is tot nu toe het mooiste boekje dat ik
ooit gezien heb.
BLOEM. Hedenavond veel vliegtuigen in de lucht. Lichtkogels en veel afweergeschut in de richting van de
Duitse grens.
Wat een ontgoocheling toen zij donderdagsavonds zonder enige bagage op transport naar de kampen
werden gebracht.
Daarom nemen zij zulke voorzorgsmaatregelen. Een groot aantal Duitse meisjes, zogenaamde Blitzmdel
gekleed in een uniform dat op die van de Duitse luchtmacht lijkt, komen in Apeldoorn aan. Zij worden in
kazernes ondergebracht.
De afdelingschefs schrijven de minuten van stukken met de hand. Daarna laten ze het overtikken. Het
dicteren van brieven schijnt hier onbekend te zijn. Dit heeft tot gevolg dat de jonge dames de routine in het
opnemen van stenogrammen verliezen. Na heel veel moeite ben ik er tenslotte in geslaagd een flink meisje
te vinden dat haar vak verstaat. Het zal duidelijk zijn dat het voor mij in de eerste maanden zonder
secretaris en zonder stenotypisten vrijwel ondoenlijk was om door de bergen arbeid heen te komen.
4: De belangrijkste door mij genomen algemenen maatregelen is wel dat ik aan wethouder Gosker,
behoudens goedkeuring van de commissaris, zijn ontslag heb gegeven op grond van het feit dat hij de
vergaderingen van het college van Burgemeester en Wethouders niet meer wenste bij te wonen zolang
kameraad Stempher daarin zitting had, althans als loco-burgemeester optrad. Ik heb deze gelegenheid
benut om in overleg met de Beauftragten voor de provincie Gelderland en na deze aangelegenheid met de
commissaris te hebben besproken tot een algehele reorganisatie van het college over te gaan. Met
inachtneming van de wensen van de Generalkommissar Dr. Wimmer, die geen prijs stelt op uitsluitend
partijgenotenwethouders, heb ik besloten het aantal wethouders te brengen van 4 op 5. Van deze 5 zullen 3
van de wethouders ambtelijk zijn en 2 niet-ambtelijk. Als wethouder zullen optreden:
1. voor sociale zaken kameraad Stempher junior, tevens loco-burgemeester,
2. voor openbare werken kameraad Buitenhuis,
3. voor onderwijs kameraad Van de Roer,
4. voor bedrijven, technische bedrijven en financin wethouder Groeneveld,
5. voor grondbedrijven, plantsoenen, begraafplaatsen Boschbad [nu Kristalbad] enzovoort wethouder Klein
Lankhorst.
De drie eerstgenoemde zijn leden van de Beweging.
De desbetreffende voorstellen zijn door mij aan de Commissaris voorgelegd. Zijn beslissing ben ik
wachtende.
Ik meen hiermede voor dit maal te kunnen volstaan en verblijf inmiddels, met de meeste hoogachting en
Hou Zee. Uw dienstwillige, getekend D.F. Pont.
Wij verdwijnen opnieuw. Overdag zijn we nog wel op de fabriek maar blijven zeer voorzichtig. Er gaan
geruchten dat Van Genechten en de zoon van Posthuma zijn doodgeschoten.
BLOEM. Moordaanslag in Haarlem op een man die van de begrafenis van bovenvermelde persoon kwam,
hij is op straat doodgeschoten. Naar aanleiding van de moord op de generaal is men de scholen afgegaan
en de aanwezige studenten opgepikt en naar kampen overgebracht. Naar men zegt zijn velen er vandoor
gegaan.
Een Ugchelse jongeman sterft te Berlijn zogenaamd aan hersenvliesontsteking. Zijn vader reist naar deze
stad en ziet hem gelukkig nog een moment levend.
De afdeling Onderwijs en het plaatselijk Bureau BARA zijn nog steeds overbelast met werkzaamheden, door
evacuatie en overbrenging van regeringsbureaus.
In de loop van februari werden 11 openbare en bijzondere scholen, die door de Duitse Wehrmacht waren
gevorderd, opnieuw vrijgegeven met uitzondering van de gemeentelijke en Christelijke HBS en de
bijzondere school aan de Parkweg. Evenwel werd school 29 in Berg en Bos vanaf 15 februari gevorderd
voor het departement van Opvoeding. Sindsdien werden in de maand maart opnieuw enige scholen
gevorderd.
Apeldoorn werd in de algemene actie waarbij jongelui uit de hoogste klassen van HBS en gymnasium
werden opgepakt vrijwel ongemoeid gelaten. Een 20-tal werd tijdelijk vastgehouden maar vrijwel meteen
weer losgelaten.
Het heeft in hoge mate mijn bevreemding en ergernis opgewekt dat in deze arrestaties de burgemeester op
geen enkele wijze werd gekend. Het aanwijzen van individuen die door partij-instanties onder
represaillemaatregelen vallen, acht ik uit den boze. De burgemeester behoort hiervoor de
verantwoordelijkheid te dragen.
Door in januari ontdekte fraude moesten 12 ambtenaren op staande voet worden ontslagen. Deze personen
werden gearresteerd en een justitioneel onderzoek is tegen hen lopende.
Verschillende ruiten bij kameraden werden stuk gegooid en ook overigens nam de baldadigheid van de
manlijke jeugd toe. Zodra de commissaris het ogenblik gekomen acht zal door mij worden overgegaan tot
tijdelijke verwijdering van de jeugd van de openbare weg tussen 7.00 uur namiddag en 4.00 uur
voormiddag.
Tegen het aanschrijven van de procureur-generaal te Arnhem waarbij dringend werd geadviseerd om, als
de verzekeringsmaatschappijen de schade wegens bij partijgenoten ingegooide ruiten hebben vergoed,
deze toch voor rekening van de gemeente te nemen en dus aan de assuradeurs terug te betalen, heb ik met
redenen omkleed verzet.
Van de NSB-leden van het korps moesten er 3 in bewaring worden gesteld voor het onrechtmatig toeeigenen van joodse eigendommen.
Badhuizen hebben volop werk en kunnen het aantal gegadigden vrijwel niet meer verwerken. Bij het
Sportfondsenbad, een particuliere instelling, waarvan het tekort door de gemeente wordt gedekt, werd
praktisch het gehele personeel opgevorderd voor uitzending naar Duitsland. Men is van oordeel dat hier met
oudere personen en vrouwelijk personeel kan worden volstaan.
Persoonlijk ondervind ik moeilijkheden bij het terugkrijgen van door mij gedeclareerde onkosten. Ook
verlang ik een toelage voor representatiekosten en extra bonnen voor ditzelfde doel en een behoorlijke
benzinetoewijzing per maand (nu 10 liter). Hierover heb ik mij al schriftelijk in verbinding gesteld met de
voorzitter van de commissie van Advies.
De voorman zou gisteren naar de Arbeidsbeurs zijn geweest om ons zogenaamd vrij te krijgen. Hij zou
zoveel al bereikt hebben dat een afgekeurde niet door een ander vervangen hoeft te worden. Er zal
vanmiddag opheldering komen. De voorman heeft smoesjes genoeg. Even voor het sluiten van de fabriek
heeft de directie een onderhoud met de voorman. Hij zegt dat hij er niets van weet. Hij kan liegen alsof het
gedrukt staat. Zijn gehele karakter en manier van doen versterken bij ons de veronderstelling dat hij de
verrader is. Het zal wel een nieuwe manier van het NAF zijn om leden te werven. De arbeiders die een
oproep hebben ontvangen komen maandag niet werken en zijn van plan zich ook niet te laten keuren. Zij
zullen echter 's middags wel even op het kantoor komen om te horen hoe het staat.
Zij houden veel oproepingskaarten achter en zien de slachtoffers uit Duitsland te houden. En gaat met het
transport (de arbeiders zijn dus op weg naar Duitsland) mee en laat enkele van hen in Deventer uitstappen.
Deze moeten dan natuurlijk onderduiken. Zo wordt er gesaboteerd. Deze ambtenaren verdienen na de
oorlog een zeer hoge onderscheiding.
's Middags komt een tweede lijst van de voorman op de Arbeidsbeurs. Hierop staan twee namen met
adressen van arbeiders van Brouwersmolen. Wat dit weer te betekenen heeft is nog onbekend. Er wordt
hardnekkig beweerd dat n arbeider van de Ugchelse fabriek ook een oproep heeft ontvangen. Waarom de
chauffeur er geen heeft gekregen is ook een raadsel. Beide zijn vrijgezel en lid van het NAF, vooral de
chauffeur. Onder de twaalf die vanmiddag gekeurd zijn bevinden zich echter vier NAF-leden. 's Avonds
komen we allemaal bij mijn oom en vertellen onze wederwaardigheden. De goedgekeurden willen met alle
geweld weten waarom er nog n arbeider is die ook een oproep heeft ontvangen en niet verschenen is. Zij
denken aan omkoperij omdat een voorman al zoiets heeft laten blijken. Dit is voor ons natuurlijk
oncontroleerbaar. De Ausweis wordt nog niet erkend. Maar de arbeiders worden opnieuw gerustgesteld. Zij
komen morgen weer werken. Het onderzoek moet eerst hebben plaatsgevonden. Na hun vertrek komt de
voorman bij mijn oom aan huis zijn huur betalen. Hij gooit het op het onderwerp en beledigt mijn oom op
vreselijke wijze. Het dreigt in een vechtpartij over te gaan. Het wordt hem voortaan verboden het Ugchelse
fabrieksterrein te betreden. Een ander zal de huur dan wel innen. Het geschreeuw gaat in gegil over en wij
(mijn vader en ik zitten daar ook) vliegen allemaal naar buiten. Wij zijn zo opgewonden dat mocht er
geslagen zijn dan zouden de drie jongelui hem hebben afgeranseld dat hem morgen de ogen dicht zaten.
Het is eigenlijk niet goed maar wij wilden hem door zijn minne praktijken en zijn grote mond tegen mijn oom
wel doodslaan.
BLOEM. Bij een luchtgevecht is de boerderij van Jan Willem Gerritsen aan de Lochemsestraat te Terwolde
door brandbommen afgebrand. Zeven koeien en een paard en alle huisraad is verbrand. De mensen
konden zich in veiligheid stellen.
Vervolgens horen we niets meer. De n denkt aan mitrailleurvuur, de ander aan het overfluiten van
granaten. Wij blijven echter nog even binnen omdat in de richting Koolsprengen een geknetter is te horen.
Plotseling zien we op tientallen plaatsen branden. Iedereen denkt aan een neergestort vliegtuig. Het is
dichtbij. Het blijken brandbommen te zijn. Het is maar gelukkig dat het 's middags geonweerd heeft gepaard
gaande met hevige slagregens. Anders zou de brand niet te overzien zijn geweest. Terwijl wij naar de
brandbommen lopen fluit een granaat van het afweergeschut over. Later blijkt dat deze bij een hotel in
Ugchelen in de grond is geslagen. De hotelhouder stond op een meter afstand en schrok geweldig. Wij
lopen van de ene brandstaaf naar de andere en komen tenslotte bij een fosforbom terecht. Intussen
arriveert de brandweer die door Caesarea is opgeroepen. Rondom het gebouw liggen veel brandstaven
echter zonder schade aan te richten. Er breken geen branden uit. Wij zien in de hei van de Bakenberg
overal lichtpunten (brandstaven). Bij de fosforbom ligt de fosfor meters in de omtrek verspreid. Het geeft licht
wanneer het niet brandt. Het is zeer gevaarlijk. Overal waar men loopt ontstaat brand als men fosfor aan de
schoenen heeft. Men kan de brand in huis halen. Fosforwonden zijn ongeneeslijk. Op de terugweg horen wij
een gefluit gevolgd door een knal. Het is van een granaat.
Die bommenwerper zou nu in botsing geweest zijn met een Engelse jager. Kijk die lag daar ginder te
branden. Achter een heuvel was een lichtvlek te zien. Jammer genoeg voor die moffen verliep die lichtvlek
om al spoedig te verdwijnen. Het was een auto die in de richting van Kootwijk kwam aanrijden. Wij lieten de
moffen met het totaal verbrande toestel en de vier verbrande moffen aan hun lot over om een onderzoek in
te stellen naar de oorzaak. Toen wij bij de Radiotoren kwamen werd het ons duidelijk dat het zich als volgt
had afgespeeld. Een zware bommenwerper was van het vliegveld Deelen opgestegen om Engeland te
bombarderen. Het toestel was echter te zwaar beladen en kon geen hoogte krijgen. Daardoor vloog het
tegen n van de Radiomasten op in plaats van er over heen. Het gevolg was dat 75 meter van het
bovengedeelte van de mast afknapte als een luciferhoutje. De tuidraden en ankers lagen overal verspreid.
Het was een janboel van je welste. Wij togen ditmaal vergenoegd huiswaarts. De brisantbommen en
brandbommen waren tenminste niet op Engeland terechtgekomen en hier waren vier moffen om zeep
gegaan.
De grote moeilijkheid is dat de verhouding tussen het aantal beschikbare en het aantal benodigde klompen
uitermate ongunstig is en steeds ongunstiger wordt.
- Verschillende leden van het jongere vrouwelijke personeel ontvingen aanbiedingen van hier onlangs
gevestigde departementen op een aanmerkelijk hoger salaris dan bij deze dienst wordt genoten. Als
voorbeeld werd door het departement van Justitie een juffrouw, die volgens haar leeftijd bij de
Distributiedienst een maandsalaris van 45 gulden ontving, 65 gulden per maand aangeboden. Een
dergelijke concurrentie onder overheidsinstellingen is ongewenst en bovendien verboden. Er wordt echter
van departementszijde aan dit verbod niet de hand gehouden wanneer men zelf personeel nodig heeft.
- Door het Bureau Aardappelverbouw te Arnhem werd circa 2 1/2 hectare gescheurd weiland ter beschikking
gesteld voor uitbreiding van de verhuring van volkstuinen in 1943. Hierdoor is nu in totaal voor volkstuinen
circa 10 1/2 hectare grond in gebruik. Aan 423 volkstuinders werd een volkstuin van 200 m toegewezen. In
1942 was dit aantal 318, voor 1943 dus een toename van 105 volkstuinders.
- De werkzaamheden verband houdende met de inkwartiering en huisvesting van Nederlandse en Duitse
ambtenaren (BARA) vonden voortgang. Hierdoor bleef nog steeds hetzelfde aantal ambtenaren van
Gemeentewerken voor het verrichten van deze werkzaamheden aan de dienst onttrokken.
- In nauw verband met de verlaging van het vleesrantsoen staan het aantal slachtingen dat steeds minder
wordt. Het vleesrantsoen van de landbouwende bevolking (huisslachting) van 750 gram per hoofd, per gezin
en per week, steekt gunstig af met dat van de burgerlijke bevolking. Tijdsomstandigheden maakten het
noodzakelijk voor de burgerbevolking het rantsoen in maart opnieuw te verminderen en te brengen op 125
gram per week, per hoofd en per gezin. Been is daarbij inbegrepen.
Ook in dezelfde nacht is aan de Ugchelseweg nabij de Smittenberg in of nabij het bos van Ooster een bom
gevallen. Men zegt een luchttorpedo die wel 50 meter in de omgeving alle bomen (sommige 25 cm en
andere 50 cm dik) boven de grond deed afknappen. De verwoesting van deze bom of torpedo was
merkwaardig groot.
Enkele van de Geneeskundige Dienst van de Luchtbescherming worden geroepen. Tenslotte gaat Quartel
met me mee. En van de andere is naar Hamer gegaan en beide leven gelukkig nog. Zij zijn ongedeerd en
zijn van schrik op zolder gekropen. Nu het daar zo gevaarlijk is gaan we ook naar dr. Ooster zelf. De regen
en het afknappen van bomen houdt niet op. Wij gaan over de grote weg en komen al spoedig tot de
ontdekking dat deze geheel versperd is. Wij zetten de fietsen aan de kant en gaan lopend verder. Ik kan niet
voldoende beschrijven wat ik daar zie. Berkenbomen van 40 tot 50 centimeter liggen dwars over de weg.
Weer anderen hangen of staan op het punt te vallen. Hier moet een zware bom zijn ingeslagen. Wij lopen
door en klimmen voortdurend over boomstammen. Totdat we in een open ruimte aankomen. Wij zien in het
duister overal korte witte strepen tot een zekere hoogte. Het zijn de stronken van afgeknapte bomen.
Hierdoor denken we opnieuw aan een vliegtuig totdat n van ons een vrij grote krater naast de weg vindt.
De krater is naar de uitwerking gering maar toch denken we nog aan een bom van twee ton. Overal in de
omtrek liggen fosforbommen te branden. Door de regen is hun uitwerking gelukkig tot een minimum beperkt.
Wij lopen door en moeten over meer bomen klauteren voordat de weg weer te zien is. We durven niet buiten
de weg te lopen niet wetende wat daar nog kan liggen.
L. Quartel en ik gaan naar dr. Ooster. Daar zijn alle ruiten kapot. De ravage is niet zo groot. Zij zijn ook
ongedeerd en schijnen minder onder de indruk want hij verkoopt genoeg grappen. We gaan weer terug en
kijken op zijn verzoek nog naar de stallen of daar iets vernield is. Er zijn slechts drie ruiten stuk. Terwijl we
op de weg lopen ontmoeten we de eerste mensen uit Beekbergen namelijk een dokter en de hoofdopzichter
van de Heide-Maatschappij. Deze staan ook machteloos. Wij lopen nogmaals over de bomen en kunnen
onze ogen haast niet geloven zoveel er vernield is. Hamer en zijn vrouw zijn intussen weer naar bed
gegaan. Eerst kan ik hun niet vinden en loop automatisch naar boven maar vind tenslotte de kamer door
hun hond. Ik vertel hun wat er precies gebeurd is en breng een boodschap van dr. Ooster over. Hun
slaapkamer toont binnengestoven zand. Voor het vernielde raam hangt een vloerkleed. Ook zij zitten zonder
licht. L. Quartel en ik willen daarna weer naar huis gaan maar blijven nog omdat er van richting Ugchelen
twee auto's naderen. Door het zwaaien met mijn dynamolampje komen de auto's langzaam dichterbij. De
voorste is een vrachtwagen van de Apeldoornse Luchtbescherming. De manschappen zullen de weg vrij
maken. Daarachter bevindt zich een luxe auto met onder andere de Commissaris van Politie. Deze vraagt
ons direct of er een boerderij is getroffen. Vervolgens moet ik hem de krater wijzen. Later arriveert ook een
inspecteur van politie. Terwijl de opruimingsdienst een begin maakt met het werk staan wij nog met de
chauffeur te praten. Totdat n van ons naar een boom wijst. Een zware berk valt om en dreigt op ons en de
vrachtauto te vallen. Wij lopen weg maar de boom blijft gelukkig achter een ander steken. Hieruit blijkt
voldoende hoe gevaarlijk het daar in de storm en regen is. Wij besluiten nu maar naar huis te gaan. Het is al
half twee en ik ben vrij moe. Alle kleren zijn doornat.
Daardoor werd een geweldige rook ontwikkeld. De boer haalde het paard direct van stal waardoor erger
werd voorkomen. Hij durfde er echter niet meer naar te gaan kijken daar de brandstaaf zo lag te sissen en te
spatten. Gelukkig dat de mest in de stal goed nat was waardoor de boerderij behouden bleef. Van de 90
fosforrubber-bommen waren er 48 niet gexplodeerd, dus blindgangers. De volgende dag hebben wij ze
allemaal uitgegraven en onschadelijk gemaakt. 's Middags kwam een boer bij de brandweermannen kijken
naar wat ze daar deden. Toen de jongens hem vertelden hoe gevaarlijk die dingen waren krabde hij zich
eens achter het oor. Hij vroeg wat zenuwachtig of er misschien ook even een met hem naar huis kon gaan.
Het bleek al gauw dat hij een niet gexplodeerde fosforrubberbom op een schap in de deel had staan. Hier
stonden zeven koeien, een paard en enige varkens op stal. Gelukkig dat de bom niet gevallen was of dat er
een jongen met een hamer tegenaan geslagen had. Dat wordt zo gauw gedaan en dan was de ramp voor
de familie niet te overzien geweest.
Het is er n met een kleine springlading. En persoon krijgt een scherf onder de kaak en bloedt dood door
het doorsnijden van de halsslagader. Een aanwezige verpleegster krijgt snijwonden over beide bovenbenen.
Het is een ernstige waarschuwing voor iedereen die zulke grappen wil uithalen.
BLOEM. Zwaar geronk in de nacht van zeer veel vliegtuigen. Het duurde wel 3 uur voor ze voorbij waren. Ze
hebben Duisburg en 2 andere steden zwaar gebombardeerd.
BRANDWEER. In de vroege morgen deponeerde een Engelse bommenwerper zijn lading in Ugchelen. Voor
de villa van de heer A. van Houtum kwamen 2 zware brisantbommen terecht. Geen enkele ruit in de villa
bleef heel. Ook in de fabriek aan de overkant van de weg moesten vele ruiten het ontgelden. In de
omgeving kwamen nog 8 van die zware jongens terecht. Ook werden nog vele fosforrubber-bommen en
enige duizenden brandstaven afgeworpen. Hierdoor brandde nog een schuur aan de Brouwersmolenweg af
terwijl een fosforrubberbom een hooiberg in brand zette. Verder nog enige kleine bos- en heidebrandjes die
spoedig geblust waren. Doordat het zo donker was, was het een fantastisch gezicht, al die honderden kleine
brandjes in de bossen.
Het doel van de vergadering is arbeiders die in militaire dienst zijn geweest en dus opgeroepen zullen
worden op Duitse papierfabrieken te werk te stellen. Het doel wordt niet bereikt. De arbeiders gaan liever
achter het puntdraad dan voor de vijand te werken. In Apeldoorn is het half oproer. De chauffeur is nog net
op tijd met de vrachtauto in Ugchelen teruggekeerd anders had men de ruiten ingegooid. De voormannen
van beide fabrieken zijn actief. Zij gaan het gehele personeel rond. De arbeiders van Brouwersmolen zullen
om 5.30 uur vergaderen. Wij moeten nog voor zes uur het aantal personen opgeven die in militaire dienst
zijn geweest. Het is op beide fabrieken samen acht waaronder mijn broer. 's Avonds gaat de politie vele
huizen rond en zegt dat de bevolking zich tussen 20 en 6 uur niet op straat mag bevinden. Na acht uur
zullen de Duitsers overal patrouilleren en op groepjes groter dan vijf personen schieten. Het werpen met
handgranaten is niet uitgesloten. Er verschijnt geen krant. In Apeldoorn wordt een bulletin huis aan huis
bezorgd. De Duitsers patrouilleren de hele avond over de weg voor ons huis.
BLOEM. Overal is staking uitgebroken. Men zegt dat in de grote steden in Holland en de Achterhoek deze
staking vrij algemeen was. Stork en de Heemaf, die voor de weermacht werken, zouden de 29e april al in
staking zijn gegaan. Men zegt dat in Amsterdam 30 man spoorwegpersoneel doodgeschoten zijn omdat ze
niet wilden werken. Hier en in de omtrek lopen tot nu toe de treinen nog wel geregeld. Overigens hebben de
fabrikanten hier en in de omtrek een last gekregen te moeten werken daar ze anders meegenomen
zouden worden.
BURGEMEESTER PONT. De op de laatste dag van de maand optredende stakingspogingen werden door
mij energiek tegengegaan en snel de kop ingedrukt. Zowel enkele gemeentediensten als ook particuliere
bedrijven legden het werk neer. Zelfs van het secretariepersoneel verdwenen omstreeks 10.30 uur enkele
ambtenaren. Door mij werd - na telefonische bespreking met de Beauftragten voor de Provincie Gelderland aan de hoofden van dienst, chefs van afdelingen, directeuren van bedrijven enzovoort per rondschrijven
kennis gegeven dat zij persoonlijk hoofd voor hoofd aansprakelijk gesteld werden voor het in staking gaan
van de onder hen ressorterende ambtenaren en gemeentewerklieden. Ik wenste van hen per omgaand een
opgave met vermelding van en het uur van diegenen die het werk neergelegd hadden en eveneens
wanneer deze hun arbeid weer hervat hadden. Dit had tot resultaat dat het secretariepersoneel 's middags
bij de hervatting van het werk weer geheel compleet was.
- Enkele gevallen van zelfmoord vonden plaats. Twee personen overleden door het drinken van
methylalcohol.
- In verband met de terugvoering in krijgsgevangenschap van beroepspersoneel van de voormalige
Nederlandse Weermacht beneden de rang van officier werd de alarmtoestand afgekondigd ter zake
verstoring van de openbare orde onder de bevolking.
- De wethouder van Sociale Zaken keurde goed dat etensoverschotten van de keuken gratis ter beschikking
gesteld werden aan de voor rekening van de gemeente verpleegde kinderen in de Enkstichting. Op 30
april werd een overschot van plusminus 400 liter voedsel gratis uitgedeeld aan bewoners van de Vogelbuurt
en de Metaalbuurt.
Hij is groot en fors en de Duitser maakt een nietige indruk iedereen wil de Brit zien. Hij blijkt een Canadees
te zijn. Hij lacht zo nu en dan tegen de mensen. Na het ontbijt ga ik naar het vliegtuig dat niet verder dan de
Waterberg blijkt te liggen. De resten liggen overal in het bos verspreid. Van een rubberboot is de helft
afgesneden en de noodrantsoenen zijn verdwenen Hier liggen twee motoren. Deze zitten helemaal in elkaar
en hebben bijna geen gat in de grond geslagen. Rondom liggen tientallen brandbommen, ja zelfs complete
houders met brandstaven. Een gering percentage is verbrand. We worden plotseling door de politie
weggejaagd. De Commissaris van Politie komt het bos uit. Hij duldt geen burgers bij het vliegtuig. Wij
besluiten het toestel van de andere kant te naderen. Onderweg zien we tegen een heuvel een groene
verhoging liggen dat op een groot stuk aluminium lijkt. Bij nadering blijkt het een dode vlieger te zijn. Hij is
met het hoofd op de grond gevallen en heeft zijn nek gebroken. Hij heeft een gat van circa drie centimeter in
zijn hoofd. Uit zijn mond hangen dikke draden gestold bloed. Ik schrok wel even toen ik hem zag liggen. Wij
melden deze vondst aan een Duitse wacht met de bedoeling het vliegtuig beter te kunnen zien. Dit lukt. We
lopen er met een Duitser naar toe. Deze bekijkt hem maar raakt niets aan. De schildwacht laat ons bij het
grootste wrakstuk toe. Er ligt de romp met de beide wielen. In de resten zijn stukken van fosforbommen te
herkennen. Een grote band is al leeggelopen. De tweede wordt langzaam slapper. Er zouden pakken
pamfletten zijn verbrand. Het is een viermotorige bommenwerper type Halifax. Op dit punt zijn we ruim 500
meter van de resten van de rubberboot. Naar we later horen ligt er elders in het bos nog de verwrongen
cockpit met een verminkt lijk dat bekneld zit. Intussen vindt men een derde lijk. Deze ligt evenals degene die
wij gevonden hebben ruim n kilometer van het toestel. Zijn parachute hangt in de bomen. Zijn hoofd is
zwaar verminkt en bijna in tween. De naam van deze vlieger is Hawkins. Even later arriveert de politie met
een doodskist. Het lijk wordt met de parachute gekist. Hierna ga ik naar huis. Onderweg zie ik talrijke
pamfletten die maandagnacht zijn uitgeworpen. Bij de Ugchelse Berg zijn enige strooibiljetten en een groot
aantal kaarten uit het neergestorte vliegtuig gevonden. Onder de kaarten is er n waarop de vliegroute
tijdens de vlucht moet worden aangetekend. Deze route is tot een punt tussen Deelen en Apeldoorn
bijgehouden. 's Middags komen nog twee Duitsers het terrein om ons huis afzoeken. Er worden twee
Engelse vliegers vermist. De burgemeester maakt bekend dat een verblijf langer dan acht dagen als
vestiging wordt beschouwd. Nu het standrecht [snelle berechting door militairen met als regel de doodstraf
door de kogel] over het gehele land van kracht wordt mogen de sportwedstrijden niet doorgaan. Bioscopen
geven nog alleen middagvoorstellingen. Een groot aantal vergaderingen wordt afgelast. Enkele fabrieken
staken nog de hele morgen. Brouwersmolen begint om tien uur weer te werken. De Ugchelse fabriek hervat
het werk om elf uur. In opdracht van de burgemeester gaat iemand de bedrijven rond om zich te overtuigen
of deze werken. Hij komt niet in Ugchelen maar wel op Brouwersmolen. Daar vraagt hij nog speciaal aan
een arbeider of deze het werk heeft hervat. Wij moeten nog deze dag de namen van ons personeel opgeven
ter verkrijging van een Ausweis voor de speruren. Men mag zich dan alleen van huis naar de fabriek
begeven. 's Middags worden alle papierfabrikanten uit Eerbeek gevangengenomen Onder hen bevindt zich
mijn oom. Deze arrestatie staat in verband met de stakingen.
BLOEM. Men zegt dat een gedeelte van de politietroepen van Schalkhaar die naar Belgi moesten
vertrekken om daar de orde te handhaven ook dienst geweigerd hebben en weer geboeid in Deventer
aangekomen zijn.
LUCHTBESCHERMINGSDIENST. Engels vliegtuig neergestort in het bos gelegen tussen Ugchelen en
Hoenderloo aan de Noordweg, fosfor en andere brandbommen. Totaal 5 doden en 150 m bos verwoest.
BRANDWEER. Er stortte een Engelse bommenwerper aan de Waterberg te Hoenderloo neer en
explodeerde op de grond. De brokstukken lagen wijd en zijd verspreid evenals de lijken van de 7
inzittenden.
BURGEMEESTER PONT. Vandaag stortte in het bos gelegen tussen Ugchelen en Hoenderloo aan de
Noordweg een Engels vliegtuig neer. Daarvan vonden de 5 inzittenden de dood en plusminus 150 m bos
werd verwoest.
POLITIE (Proces Verbaal). Ter aanvulling van het proces-verbaal van 1 mei 1943 werd op 7 mei het
volgende geconstateerd. Bedoeld vliegtuig was een 4-motorige bommenwerper die voordat hij op de grond
kwam is gexplodeerd. In de cabine was nog aanwezig het lijk van de bestuurder. Zijn bovenlichaam was
verbrand. In de omgeving werden nog twee lijken aangetroffen. Deze zijn naar de Algemene Begraafplaats
Heidehof te Ugchelen vervoerd. Daar zijn ze ter aarde besteld. Op 10 mei werd in dit verband gemeld dat
het vliegtuig was neergekomen ongeveer 2 1/2 kilometer oostelijk van de weg van Ugchelen naar
Hoenderloo en ongeveer 1 kilometer zuidelijk van de Noordweg.
De berging van het wrak met de lijken van A. Cambrun, R. Hawkins, Th. Jardine en J. Hendry werd door
militairen van het vliegveld Deelen ter hand genomen.
VAN HOUTUM. Mijn vader komt 's morgens uit Den Haag terug. De heenreis werd vertraagd doordat de
trein Apeldoorn - Amersfoort niet reed (tijdbommen langs de rails bij Stroe). De spoorlijn naar Deventer was
eveneens versperd. Het doel van de reis is het verkrijgen van Ausweise voor het mannelijke personeel
boven 28 jaar. Dit is voor allen op twee na gelukt. De arbeiders van Brouwersmolen krijgen ook een
vrijstelling.
Volgens twee personen hebben deze Engelsen op 1 mei nog geleefd. Zij zijn 's middags dichtbij hen
geweest en hoorden in dat bosvak gekreun. Ze dorsten door de vele moffen dat bos niet in te lopen. Het is
jammer. Misschien hadden deze Engelsen nog gered kunnen worden. Over de gevonden sigaretten
(hoogstens honderd) gaan allerlei geruchten. Men fantaseert zelfs het getal duizend en maakt de wegwerker
voor een grote sufferd uit. Dergelijke praatjesmakers hielden hun mond wanneer zij ook plotseling een lijk
zouden vinden. Zoiets is me nu zelf overkomen. Dan denkt men door de schrik heel anders. Het posten
langs de spoorlijn is al niet zo'n grote straf meer. Wij moeten ons nu wel voor en na de diensttijd melden.
Maar de politie werkt mee. We lopen veel minder dan gisteren langs de rails en zitten lange tijd achter een
schuurtje uit de wind. Een marechaussee drinkt bij twee jongens een fles melk leeg. Daarna gaat hij rustig
op de grond liggen totdat de aflossing komt. De Nederlandse Bank probeert het personeel van onze fabriek
[dat bankpapier maakt] vrij te krijgen. Want er moeten dertien arbeiders posten. Er worden al vrijstellingen
gegeven. De brandweer is geheel vrij en de Luchtbescherming mag 's nachts niet posten. De Duitsers
proberen het spoorwegpersoneel te lijmen. Ze krijgen een extra rantsoen van 100 gram thee of 125 gram
koffie te 'beloven'.
De politie heeft de vernieling van het schuurtje onderzocht. De daders blijven onbekend. Daardoor ziet de
politie af van strafmaatregelen om de Duitsers niet in de kaart te spelen. Volgens geruchten zou het posten
langs de spoorlijn morgen om twaalf uur worden gestaakt. Alle radiotoestellen zouden door de Duitsers
worden gevorderd. Het standrecht zou zaterdagavond worden ingetrokken. Slechts het gerucht over de
radiotoestellen wordt bevestigd. Niemand denkt er nog over zijn radiotoestel in te leveren. Velen verstoppen
of verkopen het toestel.
BLOEM. Bij het posten in Twello in de nacht van 13 op 14 mei van 2-4 uur bij de export slachterij zagen we
zeer veel afweer geschut in actie van Deelen bij Arnhem op de in groten getale in de lucht bevindende
Engelsen. Die gooiden een 10-tal lichtkogels uit. Het geronk duurde 3 uur. Ze hebben Duisburg en wat
kleinere steden zwaar gebombardeerd melden de kranten. Krantenberichten melden het einde van een 55
weken durende strijd in Afrika door de val van Tunis. In Rusland blijft de strijd op n hoogte. Wel melden
de kranten van zware aanvallen bij het bruggenhoofd van Coeban.
LUCHTBESCHERMINGSDIENST. Projectiel Flak ingeslagen in perceel Koudhoornlaan 42 Ugchelen.
Enige schade en geen persoonlijke ongevallen.
VAN HOUTUM. Volgens geruchten zou de arbeidsplicht van 15 tot 65 jaar worden uitgebreid. Een tweede
gerucht houdt in dat de bankbiljetten van 100 gulden waardeloos zijn verklaard. Dit geeft menigeen grote
zorgen.
BLOEM. De tijd van 's avonds thuis zijn is verlengd tot 11 uur.
De door het vuur verlichte vensters boden een zeldzame aanblik. Tussen 5 en 6 uur waren de vlammen
gedoofd en was een groot deel van het gemeentehuis een prooi van het vuur geworden. Overdag leek het
wel feest in de Hoofdstraat en op het Achtermarktplein. Iedereen wilde het afgebrande gemeentehuis zien.
Eigenaardig dat het grote glas in lood raam met het portret van onze Koningin gespaard bleef en tijdens de
brand hel verlicht door de vuurgloed. Het kwam daardoor prachtig uit. Trouwlustige paartjes kunnen nu in de
Poort van Kleef terecht. Een gashaardje schijnt de oorzaak van de brand te zijn.
VAN HOUTUM. 's Nachts om 3.15 uur belt familie uit Apeldoorn op dat het Gemeentehuis in brand staat.
Iedereen denkt direct aan sabotage maar er schijnt geen sprake van te zijn. De politie veronderstelt dat de
gaskachel is ontploft. De daarboven hangende gordijnen hebben vlam gevat. De op de zolder
ondergebrachte papieren vliegen brandend de lucht in. Ze komen zelfs nog in de Nieuwstraat terecht. De
brand grijpt snel om zich heen. Eerst spuit de brandweer met alle stralen op het Gemeentehuis maar houdt
later alleen de omliggende gebouwen nat. Iedereen gaat 's morgens kijken. Allen staan er lachend bij. Aan
de achterzijde is het glas-in-lood raam veel duidelijker dan vroeger. De afbeelding van hare Majesteit
Koningin Wilhelmina is zodoende goed zichtbaar. Slechts NSB-ers waaronder ook de directeur van het
Arbeidsbureau staan met een zuur gezicht naar de resten van het stadhuis te kijken. Het is van voren
geheel uitgebrand. Het dak stortte om 3.30 uur in. De vier muren staan nog overeind. Het bevolkingsregister
schijnt geheel verbrand te zijn. Met het oog op de arbeidsplicht is het de vraag of er nog duplicaten elders
liggen. 's Middags belt het Arbeidsfront op en vraagt wie van het personeel naar de 'Kundgebung' te
Hengelo gaat. De man weet zelf niet eens goed wat Kundgebung betekent. Het schijnt niet in het
Nederlands te kunnen. De voorman is ziek en zijn plaatsvervanger vraagt aan de leden of zij willen gaan.
Allen weigeren. Brouwersmolen moet er echter voor stilstaan. Van die fabriek geven zich namelijk 20
arbeiders op. De grote spiegelruiten worden in de kozijnen van ons huis gezet. Het huis is nog niet geheel
uitgewerkt. In de vloer van de garage springt een grote barst. Bij mijn oom scheurde onlangs de granieten
gang over de volle lengte. Wij geven het direct op en al spoedig komt een deskundige van de gemeente
kijken.
BRANDWEER. 's Morgens te 2.45 uur kreeg ik melding dat er een zware binnenbrand was in het
Gemeentehuis. Ik maakte groot alarm en arriveerde binnen 5 minuten met de eerste wagen. Het plafond in
de Raadzaal brandde hard. Stukken brandend hout vielen al naar beneden. De gordijnen lagen al op de
vloer te branden. We zetten hier 2 stralen op. Een derde slang liet ik uitrollen om tegen de trap op naar de
zolder te brengen. Gelukkig kreeg ik mijn enigste NSB-brandweerman bij me die ik met de straalpijp tegen
de trap op zond. Al spoedig kwam hij weer naar beneden en deelde mee dat het daar niet uit te houden was
(hij maakte zich een beetje benauwd). Het knetterde en brulde daar zo hard. De vlammen joegen door de
kap naar boven. Het papier vloog brandend de zolder over en zette in een ommezien de hele zolder in
vlammen. Doordat mijn NSB-spuitgast daar ging lopen kon ik het vuur op de zolder rustig zijn werk laten
doen.
De brandende zolder van de Raadzaal kwam bij stukken naar beneden en deed daar zijn werk. Hier waren
de kaartsystemen van het Bevolkingsregister opgeborgen waar het natuurlijk op gemunt was. Van vele van
deze kasten werden de laden nog zogenaamd voorzichtig op de gang van het trappenhuis neergezet. Al
spoedig moesten wij ons terug trekken daar ook dit plafond begon door te branden terwijl de brandende
stukken hout op de registerladen terechtkwamen. We hebben ons toen beperkt tot het nat houden en
beschermen van de omliggende gebouwen. Inmiddels joegen de vlammen door het dak naar buiten en
weldra was de toren een brandende fakkel. Binnen een kwartier kwam de toren met een donderend geraas
naar beneden. Het haantje draaide zich voor de laatste maal om en sloeg een spiegelruit van Caf Vloon
aan stukken. Dit was de enige schade die aan de omliggende percelen is toegebracht. Het vuur had
inmiddels goed werk gedaan. Het grootste gedeelte van het bevolkingsregister was verbrand. Een uur na
het begin van de brand arriveerde uit Arnhem een Duitse brandweerdeskundige. Nadat hij de zaak had
opgenomen kwam hij naar mij toe en zei dat wij de brand prachtig gelokaliseerd hadden. Even inwendig
lachen want we waren er nog lang niet. De beide Marechaussees, die de wacht hadden, werden aan een
scherp verhoor onderworpen. Ze werden toch weer losgelaten. De volgende morgen was er een
spoedvergadering van Burgemeester en Wethouders met de Hoofden van Dienst in de Roskam. Hier werd
mij opgedragen een rapport uit te brengen over het verloop van de brand en mijn oordeel over het ontstaan
van de brand. Ik belde majoor Roelofsen, chef van de Recherche Dienst voor het opsporen van
brandoorzaken (een handige jongen). Ik deelde hem in het kort mee wat er aan de hand was en verzocht
hem spoedig hier te komen. De volgende morgen was hij er al vroeg. Nadat ik hem had ingelicht over het
verloop van de brand begreep hij de situatie volkomen. We gingen samen naar het Gemeentehuis om de
brandoorzaak op te zoeken. Onder het raam waarvoor een dik pluche gordijn gehangen had stond of liever
had een gaskachel gestaan [doorgestreept: Ploeger zal wel weer denken, hij begint alweer met mijn
gaskachel, maar heuselijk Ploeger, mijn vaste overtuiging is: die gaskachel heeft het NIET gedaan].
Dat moest natuurlijk de oorzaak zijn geweest. We bouwden een oorzaak op en gingen nog even kijken naar
een andere gaskachel in de trouwzaal. En ja een pracht bewijs, bij de uitlaat van de kachel was duidelijk
verkoling en bruining van het hout in de 2e en 3e graad te zien. Vervolgens gingen wij naar de twee
Marechaussees om een verhoor af te nemen. Majoor Roelofsen begon hen te vertellen hoe het gegaan
was. Vervolgens nam hij ze een verhoor af. Zij begrepen elkaar volkomen. De verklaringen van de beide
verdachten waren eensluidend. Het stond nu voor de heer Roelofsen vast dat de gaskachel de oorzaak van
de brand was. Een rapport dat klonk als een klok en waar geen speld tussen te krijgen was werd door hem
opgesteld en bij de Burgemeester ingediend. Ook werd een afschrift aan de Duitse brandweerdeskundige te
Arnhem gestuurd. Deze sloot zich volkomen bij het rapport aan en stelde voor de beide verdachten van
rechtsvervolging te ontslaan. De burgemeester kon uit het rapport niets wijs worden. Hij vroeg de heer
Roelofsen voor Burgemeester en Wethouders en de Hoofden van Dienst dit rapport mondeling te willen
komen toelichten. Alzo geschiedde. Roelofsen hield een betoog over brandstichting door hitte-uitstraling en
verkoling in de 1e, 2e en 3e graad. Na afloop werden enige vragen gesteld waarna de Burgemeester zich
met het rapport van majoor Roelofsen akkoord verklaarde. De beide Marechaussees waren vrij en het
bevolkingsregister zo goed als geheel vernield. Daar hebben velen profijt van kunnen trekken en de
omliggende percelen waren behouden gebleven.
BURGEMEESTER PONT. In de nacht van 18 op 19 mei werd het gemeentehuis te Apeldoorn goeddeels
door brand vernield. Het proces-verbaal hiervan, opgesteld door de Inspecteur van Politie (Joh. de Groot)
gaf mij aanleiding tot de volgende opmerkingen.
1. Uit het rapport blijkt niet duidelijk op welk ogenblik de brand is ontstaan. De marechaussee van der Heyde
zegt daarover in zijn verhoor in het geheel niets. De marechaussee Munnik spreekt van 2.45 uur. De
marechaussee Veldhuis, die op post stond bij de Boerenleenbank, verklaarde zeer nadrukkelijk dat hij
tussen 2.35 en 2.38 uur al een vuurgloed van 2 3 meter breedte boven het dak van het Raadhuis zag uit
komen. Vermoedelijk is de brand daarom al om ongeveer 2.30 uur uitgebroken. Hierbij rijst de vraag wat de
marechaussee van der Heyde en Munnik, die wacht hadden in het raadhuis, in dit zeer belangrijke kwartier
hebben gedaan.
2. Uit het rapport blijkt niet duidelijk of en zo ja hoe laat de dienstdoende marechaussees, althans 1 van
deze, telefonisch melding van de brand hebben gemaakt, hetzij aan de politie, hetzij aan de brandweer zelf.
De hoofdagent van der Veen, als getuige gehoord, verklaart daaromtrent dat bij hem als de hoogst
aanwezige in nachtdienst eerst om 2.50 uur een mondelinge melding is binnengekomen en wel van de
adjunct-commies van de Nederlandse Spoorwegen A. Wonink. Hij zou toen onmiddellijk de Brandweer
opgebeld hebben die order gaf alle brandweerlieden te alarmeren.
De ondercommandant van de brandweer verklaart dat hij om 2.45 uur een melding heeft ontvangen en dat
de brandweer al om 2.49 uur op de plaats van de brand was. Al deze verklaringen zijn duidelijk met elkaar in
strijd.
3. Aan de Directeur van de Technische Bedrijven Ploeger en/of de adjunct-directeur Wenink moet de vraag
worden voorgelegd of de gaskachels in de 8 jaar dat zij op het raadhuis stonden ook op brandgevaar
werden gecontroleerd. Zo ja wanneer is dit voor het laatst gebeurd en welke bevindingen zijn daarbij
opgedaan. Zo nee waarom is dit nagelaten?.
4. De vraag rijst waarom de brandweer, die toch toezicht houdt, althans dient te houden op
brandblusapparaten, rookkanalen, schoorstenen enzovoort niet de gaskachels aan een regelmatige controle
heeft onderworpen.
5. Eveneens is het onbegrijpelijk waarom de dienst van Publieke Werken, waaronder de dienst Gemeenteeigendommen valt, geen maatregelen heeft genomen waardoor de veiligheid van het gemeentehuis onder
alle omstandigheden was gewaarborgd. Bepaaldelijk, toen de afdeling Bevolking door uitbreiding van haar
werkzaamheden naar de voormalige raadzaal verhuisde en op last van de hogere politieautoriteiten de
bevolkingsregisters dag en nacht moesten worden bewaakt om verlies en beschadiging te voorkomen, was
dit een vanzelfsprekende plicht.
6. Hoogst onverantwoordelijk schijnt bovendien dat de Chef van de afdeling Bevolking, de heer Groeneberg,
niet de minste aandacht heeft geschonken aan het feit dat het branden en/of het te hard stoken van de
gaskachels brandgevaar zou kunnen opleveren. Dit niettegenstaande hij er door ambtenaren is op gewezen
dat deze kachels te heet waren.
7. Uit het rapport blijkt niet of de instructies, die de in het Raadhuis dienstdoende marechaussee van den
Commissaris van Politie of van de Hoofdinspecteur hebben ontvangen, voldoende waren. De
marechaussee Munnik heeft mij persoonlijk verklaard dat hij niet bekend was met de plaats waar de
brandblusapparaten zich bevonden en evenmin met die van de brandslangen binnen het gebouw.
Bovendien en dit geldt weer de Directeur van Publieke Werken en/of de Commandant van de Brandweer
zouden de brandslangen in het gebouw toen deze eenmaal met behulp van de concirge waren
aangesloten slechts een kort ogenblik een weinig water hebben gegeven en daarop de dienst hebben
gestaakt.
8. De wachtmeester Jansink verklaart in zijn verhoor dat hij vermoedelijk op 11 april 1943, toen hij dienst
had met wachtmeester Rensing, aan de controlerende Smorenburg en aan de opperwachtmeester de Vries
er kennis van had gegeven dat de gaskachels in de Raadszaal bijzonder warm waren en dat dit naar zijn
mening gevaar opleverde met het oog op de gordijnen. De adjudant Smorenburg heeft dit bericht nimmer
doorgegeven. Hij verklaart in zijn verhoor ook geen maatregelen te hebben genomen daar dit naar zijn
mening een aangelegenheid was die hem niet aanging. Bovendien zou hij niet bevoegd zijn over het gevaar
te oordelen. Deze houding voor een politieman is hoogst laakbaar en verdient te worden bestraft. Als
hiervan melding was gemaakt dan zou zowel de Commissaris van Politie als ik door opname van deze
melding in het politierapport daarvan kennis hebben genomen. Er zouden terstond maatregelen getroffen
kunnen zijn.
9. De concirge Wentzel blijkt wel in alle opzichten te zijn kort geschoten. In de eerste plaats blijkt uit het
verhoor van de wachtmeester van de marechaussee Naardin dat deze hem op 18 mei 1943 al had gezegd
dat de gaskachels geweldig warm werden en dat dit met het oog op de gordijnen gevaar opleverde. De
concirge verklaart zich dat niet te kunnen herinneren maar daar hij er belang bij heeft zijn lei schoon te
vegen kan mijns inziens aan deze verklaring geen waarde worden gehecht. Bovendien blijkt uit het rapport
dat hij niettegenstaande de ontvangen opdracht om regelmatig dinsdagsavonds, dus juist op een avond
waarop de brand uitbrak, de raadzaal een grote beurt te geven. De uitvoering van deze opdracht heeft hij
'stiekem' achterwege gelaten zogenaamd omdat hij teveel werk had. Om dezelfde reden maakte hij de
pijpen van de gaskachels nooit schoon. Ook werd het stof daar nooit achter vandaan gehaald. Klaarblijkelijk
heeft hij ook nooit geconstateerd, en dit wordt door de werkster Wansink getuigd dat zich achter een van de
gaskachels flesjes olie voor schrijfmachines bevonden.
10. De Directeur van Publieke Werken dient te verklaren waarom het gebouw slechts voor 133.000 gulden
en de inventaris voor het ongelukkige bedrag van 20.000 gulden was verzekerd.
Met de officier van Justitie te Zutphen werd door mij al overleg gepleegd. Ik verzocht hem het rapport zeer
grondig te bestuderen en na te gaan of hier aanleiding bestaat tot strafrechtelijke vervolging van een of
meerdere personen die door schuldige nalatigheid oorzaak kunnen zijn geweest van de brand.
Bij de brand in het Raadhuis zijn grotendeels vernietigd:
registers, dossiers en kaartsystemen betreffende de begrotings-, lening-, pensioen- en loonadministratie, het
archief van de Financile Commissie en diverse andere stukken en voorwerpen, onder andere de bijlagen
van de gemeenterekening 1940.
De in ondertrouw zijnde paren welke die dag (woensdag 19 mei) in het huwelijk zouden treden kwamen al
vroeg in de morgen informeren of dit alsnog doorgang kon vinden. Daarbij deden zich vermakelijke
incidenten voor. Toen men tenslotte nog door het water wadende in de benedenverdiepingen van het
Raadhuis bij de kluis kon komen bleek dat de registers van de Burgerlijke Stand nog onbeschadigd.
Meegedeeld werd dat die dag de huwelijken voltrokken werden in Hotel-restaurant DE POORT VAN
KLEEF.
Vooraf werd de Officier van Justitie hiervan in kennis gesteld die zijn goedkeuring hieraan hechtte onder
voorwaarde dat de burgemeester bij verordening de bovenzaal van DE POORT VAN KLEEF tijdelijk tot
trouwzaal, nog enkele andere vertrekken waarvan een bestemming als burgemeesterskamer, een kamer
als verblijf voor de Gemeente Secretaris en een vertrekje voor de secretaresse van de burgemeester, zo het
geheel tot tijdelijk gemeentehuis promoveerde.
De trouwlustigen waren gerust gesteld en verschillende paren werden die dag in DE POORT VAN KLEEF
in de echt verbonden. Toen men 's middags nogmaals het Raadhuis binnendrong om te proberen bij de
kluis te komen bleek dit niet meer mogelijk omdat de vloer van een bovengelegen verdieping naar beneden
gekomen was juist voor de deuren van de kluis. Daardoor waren deze versperd. Tot 31 mei is door
bovengenoemde afdelingen gebruik gemaakt van DE POORT VAN KLEEF en nog dagelijks worden daar
huwelijken voltrokken,
In de Nieuwe Apeldoornsche Courant staat een overzicht van de data waarop de inwoners van Apeldoorn
hun radiotoestel moeten inleveren. Zo moeten bijvoorbeeld wij ons toestel inleveren op 22 juni aanstaande.
Volgens geruchten zouden er donderdagnacht in de omgeving van Arnhem zeven Britse bommenwerpers
zijn neergestort. Daarvan twee bij Deelen.
BLOEM. Men spreekt nu nog van de staking toen men om 8 uur van de weg moest zijn, dat in Arnhem iets
over 8 uur een jongen van l2 jaar op de stoep aan het spelen was met knikkers. Deze zou door de Duitser
zijn dood geschoten. Zijn ouders hadden toen een brief met 2000 handtekeningen naar Seyss Inquart
geschreven over deze daad. Daarop was er een bericht terug ontvangen dat als er maar een 25-tal
handtekeningen op gestaan hadden ze alle tegen de muur gezet zouden zijn en dood geschoten.
's Nachts hebben weer 2 uur lang veel vliegtuigen gevlogen die Essen voor de 4e maal hebben
gebombardeerd.
respectievelijk het Departement van Sociale Zaken de vakgroepen er op te worden gewezen dat zij de
burgemeesters in de eventuele vrijstelling voor uitzending NIET hebben te betrekken. Ook het publiek dient
dan van overheidswege door een duidelijke uiteenzetting in de kranten daarop te worden attent gemaakt.
De taak van de Burgemeesters is verantwoordelijk en veelomvattend genoeg. Wat hij wel heeft te doen
wordt hem in een stroom van lastgevingen enz. kenbaar gemaakt. Wordt niet duidelijk gepubliceerd
waarmee hij zich NIET heeft in te laten dan ontstaat noodgedwongen maar volkomen nodeloos een
verwijdering tussen hem en de burgerij. Immers men verwacht van hem dat hij zal optreden, althans zijn
invloed zal doen gelden en een negatief resultaat zal hem worden verweten. Daarbij zal vermoedelijk
meestal gemeesmuild worden dat men van een NSB-er natuurlijk niets heeft te verwachten. Ik zal het op
prijs stellen indien deze mijns inziens zeer acute moeilijkheid door U ten spoedigste aan de
Adviescommissie-Bestuurszaken ter behandeling zal worden voorgelegd. Dit onderdeel van mijn
maandrapport heb ik rechtstreeks aan de Leider Adviescommissie-Bestuurszaken voornoemd, toegestuurd.
In de loop van deze maand werd door mij een verordening regelende de distributie van klompen vastgesteld
terwijl in het bestuur van Het Ziekenhuis de navolgende kameraden benoemd zijn: H.J.B., P. vd R. en L.O.
De afdeling Algemene Zaken had bij de plaats gehad hebbende brand in het Raadhuis wel veel
waterschade. Van verlorengaan of vernietiging door het vuur kan ten aanzien van deze afdeling niet
gesproken worden.
De cursussen van de Luchtbeschermings-voorlichtinggroepen voor de bevolking van Apeldoorn van 15 tot
65 jaar vinden nu regelmatig voortgang met inschakeling van de Blokhoofden. De opkomst is goed.
Praktisch komen 100% van de opgeroepenen en zijn de resultaten voorlopig dus uitstekend te noemen.
Tenslotte gaan ze nog een droge sloot om een weide en de groentetuin langs. Zij vertrekken weer na een
half uur vergeefs zoeken. Zij hebben hier bot gevangen en gaan nu naar Brouwersmolen. Intussen bellen wij
de familie daar op en lichten deze in bedekte termen in. Mijn oom wacht hen op en bekent direct. De
stukken koper (120 kilo) liggen in de oude vijver en zijn goed te zien. D. is in het bezit van een ruwe
plattegrond van de fabriek. Hij wijst twee plaatsen aan waar olie en drijfriemen verstopt zouden zijn. De
verrader heeft zijn ogen niet goed open gehad en ziet hars voor olie aan. De drijfriemen staan echter alle
beschreven. Deze kunnen dus niet in beslag worden genomen. D. vindt het nog niet zo erg. Volgens hem
zal de boete niet overdreven hoog zijn. Het koper is echter in beslag genomen. Dit zal onder politietoezicht
uit de vijver worden gehaald. 's Middags komen twee van de vier SD-mannen terug. Het zijn rechercheurs.
Wij moeten nu afwachten hoe dit zal verlopen. Het is een typisch staaltje van verraad. Het is maar gelukkig
dat geen van de directie in de cel is gestopt. Wij allen dachten direct aan Vught.
BLOEM. Krantenberichten melden dat het 2e, 3e, 9e en l1e regiment infanterie zich moet melden in
Amersfoort en Assen. Vandaar worden ze getransporteerd in veewagens per trein naar men zegt naar grote
gevangenkampen aan de Poolse grens. Voeg hierbij dat de mannen van 18 t/m 25 jaar worden opgeroepen
voor, zo als dat heet, arbeidsinzet in Duitsland dan gaan nu zeer veel jonge mannen de grens over.
VAN HOUTUM. Kort na middernacht passeren de eerste vliegtuigen. Het zijn er niet veel. Ze blijven in de
buurt rondcirkelen. Vanaf 1.45 uur horen wij in de verte luchtafweer. Het schijnt van Deelen afkomstig te
zijn. De kanonnen staan naar het zuiden gericht. Om 2.15 uur is het afweervuur duidelijker. Er fluiten ook
weer enige granaten over. Ik ben gedurende een kwartier aangekleed en denk aan een invasie. Maar het is
niet zo. De radio zwijgt over alle zenders. Wij zien in richting Arnhem een langzaam dalend rood lichtpunt.
Dit is ongetwijfeld een brandend vliegtuig. Een half uur later komen vliegmachines over. We horen nog tot
twee maal toe mitrailleurvuur. Daarna is het stil. Tot de neergeschoten vliegtuigen behoren de
bommenwerpers die bij Teuge en Terwolde zijn gevallen. Van de bemanning van het vliegtuig bij Teuge zijn
er vijf dood. Twee anderen zijn zoek. Dit heeft tot gevolg dat de politie overal huiszoeking doet. Daardoor
komen enkele ondergedoken joden te voorschijn. De politie vindt echter geen vliegers. In Nederland is de
verkoop van meubelen verboden. 's Middags vinden een neef en ik op een wandeling nieuwe pamfletten. Zij
zijn in het Duits gedrukt. Naar schatting liggen er 200. Er zijn steeds twee strooibiljetten samengevouwen.
Het zijn tot nu toe grootste pamfletten (43 x 27 centimeter) die ik ooit gezien heb. Zij zijn waarschijnlijk niet in
de afgelopen nacht gevallen. Deze strooibiljetten zijn enige dagen geleden ook al in het Kroondomein
gevonden. Mijn broer gaf met er gisteren n die afkomstig was uit Amersfoort. Zij zijn vermoedelijk door
een verkenningstoestel uitgeworpen. Want ze lagen de dag na de aanval op Wuppertal (30 mei) daar nog
niet. Het pamflet handelt geheel over Tunis.
BLOEM. Heden zijn G. Boschker en B. Boergondin uit het kamp teruggekeerd na 6 weken verblijf daar. Ze
werden feestelijk ontvangen en er was veel belangstelling.
BURGEMEESTER PONT. Een drietal vrachtwagens (wagens 18, 20 en 21) ingedeeld bij de
luchtbescherming werden gevorderd. Zij dienen voor 12 juli 1943 te zijn ingeleverd. Pogingen om de
vordering te doen opheffen hebben gefaald. De overige al vroeger gevorderde auto's (wagens 17, 24, 25 en
26) behoefden nog niet te worden ingeleverd.
Hij belt direct naar huis op. In Assen heerst een anti NSB stemming. Zodoende hebben de landverraders er
deze dagen ook geen praatjes meer. De productiecommissaris voor Tuinbouw en Ooftteelt maakt bekend
dat het vervoer van bosbessen is verboden. De Duitsers leggen ook hier voor 100% beslag op de
opbrengst.
Even later zakt een witte lichtmassa in richting Hoog Soeren omlaag. Het is nu zeker een vliegtuig.
Inmiddels gaat het geronk door. De meeste formaties zijn op de terugtocht. Enkele toestellen blijven in de
buurt rondcirkelen. In de richting van het Ruhrgebied is een groot rood schijnsel te zien. Het schijnt er hard
te branden. Plotseling verlicht een groene fakkel onze omgeving verlicht een groene fakkel onze omgeving
met scherp wit licht. Misschien neemt een vliegtuig een foto. We zien in richting Harskamp opnieuw een stip
aan de hemel. Misschien is het al weer een brandend vliegtuig. Op dat moment worden we afgeleid door
mitrailleurvuur uit richting Beekbergen. De lichtstrepen zijn duidelijk te zien. Er wordt driemaal onderling
geschoten. Direct daarna stort een vliegtuig brandend in de richting van het Ugchelse Bos neer. Wij horen
zelfs de slag tegen de grond. De rookwolken zijn boven de bosrand duidelijk zichtbaar. Het versterkt dan
ook de mening dat het vliegtuig niet ver weg kan liggen. De motoren razen nog even waarna alles stil is. 's
Morgens ga ik met twee arbeiders op de fiets naar het vliegtuig zoeken. Wij denken dat het in het Leesten is
neergestort. Maar we vinden niets anders dan pamfletten. Op de terugweg vraagt een jongen mij of ik ook
het vliegtuig heb gevonden. Hij heeft zelfs nog een Wervelwind [= strooibiljet] gevonden. Het is een grotere
uitgave dan voorheen. Aan de achterzijde staat een afbeelding van onze koninklijke familie. 's Avonds
verspreidt zich het gerucht dat vijf Apeldoorners die de dag voor Hemelvaartsdag naar Engeland zijn
vertrokken zich bij de Amerikaanse consul in Spanje zouden hebben gemeld. Het is te hopen maar ik geloof
het niet. Zij zouden na Parijs met 20 personen naar het Zuiden vertrokken zijn. Zij schijnen veel steun van
de Rooms-katholieke kerk te hebben gehad.
Taxaties werden verricht inzake de inventaris van het Raadhuis vr en na de brand. Het huis Marialust
werd onderzocht in verband met de plannen voor de vestiging van een gedeelte van de secretarie in dit
gebouw. Voortgegaan werd met het herstellen van door de brand beschadigde meubelen van het Raadhuis.
BURGEMEESTER PONT. Telegram aan de geneesheren in dienst van de gemeente Apeldoorn: als
behorende tot de geneesheren in dienst van deze gemeente gelast ik u terstond aan verzoeken om
assistentie uitgaande van patinten van collega's die hun praktijk hetzij vrijwillig hetzij onvrijwillig niet
uitoefenen gevolg te geven -stop- niet nakoming van dit bevel zal tot uw arrestatie voeren ongeacht
verbreking van uw relatie met de gemeente die daaruit noodzakelijkerwijs voort vloeit.
Burgemeester van Apeldoorn (getekend Pont)
Bovenstaand telegram is te zenden aan de navolgende geneesheren:
P. Dethmers, huidarts, Mariannelaan 29
C. Hemmes, controlerend geneesheer, Zwolseweg 449
J. Hermanides, geneesheer-huisarts, Wilhelminapark 3
M. de Jong, geneesheer-huisarts, Beekbergerweg 30 (Loenen)
A. Meinders, internist, van Hasseltlaan 16
F. Piekema, geneesheer-huisarts, Ugchelseweg 88
M.C.J. Pilaar, chirurg, van Hasseltlaan 17
H.Th.M. v.d. Poll, geneesheer-huisarts, Staverdenseweg 105 (Elspeet)
D. Pont, geneesheer-huisarts, Loenenseweg 2 (Beekbergen).
Telefonisch doorgegeven aan Rijkstelefoniste rond 1.45 namiddag
(getekend door de secretaresse van de Burgemeester).
VAN HOUTUM. De burgemeester van Apeldoorn maakt een nieuwe regeling over de groenteverdeling in
onze gemeente bekend. De telers moeten alle producten op de aangewezen veiling brengen. De burgers
zijn verplicht een vaste groentehandelaar te nemen. Directe verkoop van de teler aan de verbruiker is
verboden. Een nader te publiceren verordening zal de straffen voor overtreding bepalen. Zover is het nu al
in Nederland! De Nederlanders komen niet meer voor hun eigen oogst in aanmerking. Wij moeten met afval
tevreden zijn. Op de veiling zitten natuurlijk ook Duitsers. Zij zullen zoals altijd het beste van het beste
nemen en met vreemd kapitaal betalen.
BURGEMEESTER PONT (krant van 10 juli 1943). Bekendmaking. De burgemeester brengt ter openbare
kennis dat voor personen die zich bij het sein luchtalarm op straat bevinden en zich daarvan terstond
moeten verwijderen. Als zij in de onmiddellijke omgeving waar zij zich bevinden geen onderkomen bij de
bewoners van de huizen kunnen vinden staan de navolgende schuilkelders en schuilloopgraven ter
beschikking.
Plaats waar gelegen - plaatsruimte voor.
- SCHUILKELDERS.
Asselsestraat 49: 20 personen
Deventerstraat 15: 50 personen
Deventerstraat 184: 25 personen
Hoofdstraat 131: 15 personen
Hoofdstraat 155: 50 personen
Korenstraat 2: 10 personen
Korenstraat 6: 25 personen
Marktplein 17: 30 personen
Raadhuisplein 4: 15 personen
- SCHUILLOOPGRAVEN.
Arnhemseweg hoek Reigersweg: 20 personen
Deventerstraat 23: 40 personen
Eendrachtstraat hoek Jachtlaan: 40 personen.
Hij dreigt hem op transport naar Duitsland te stellen. Tenslotte (het is al over twaalf uur) vertelt mijn neef de
naam. Daarna wordt hij vrijgelaten. Jaap is de hele dag onder de indruk. Dit wordt nog vergroot door het feit
dat hij zich niet op de Arbeidsbeurs heeft gemeld (hij is in 1922 geboren). Eerst is er nog onenigheid met de
ouders van zijn vriend. Maar dit wordt 's avonds bijgelegd.
In de gehele gemeente werden duizenden zwarte smalle strookjes papier gevonden. Naar ingewonnen
inlichtingen zijn deze strookjes in geheel Gelderland gevonden. Volgens bewering had men deze strookjes
in de lucht zien branden. Anderen beweerden dat de strookjes gedurende 1 uur licht afgaven. Voorlopige
conclusie is dat de strookjes gedurende n uur fosforescerend zijn en wellicht gebruikt worden om later
volgende vliegtuigen de weg te wijzen. Deze voorlopige conclusie is niet officieel. Den Haag wist ook geen
verklaring te geven.
VAN HOUTUM. De beheerder van het pension Eljo-Zamy blijft in de gevangenis. Hij zal er niet gauw
uitkomen. Zijn vrouw wordt vrijgelaten terwijl zijn zoon wordt gearresteerd. De beheerder zegt tegen de
politie dat hij geheel Ugchelen zal verraden. Hij is er trouwens al druk mee bezig. Een fietsenmaker wordt
genoemd omdat deze aan zijn vrouw een fiets voor 800 gulden heeft verkocht. Agent D. doet een inval bij
een Rijksduitser in Ugchelen. Deze wil niets met de partij te maken hebben. De politie neemt hem gevangen
omdat hij negen joden onderdak verschafte. Zeven worden er gearresteerd. De Overige zijn onvindbaar. D.
zoekt het hele bos af. Hij gaat 's avonds onder het eten naar het pension Eljo-Zamy in Ugchelen en vraagt
alle gasten naar de persoonsbewijzen. Deze worden met een loep onderzocht. Hij kijkt ook naar het
watermerk. D. vindt geen joden en besluit dan maar huiszoeking te doen. Hij vindt onder een bed 400
eieren. Deze worden meegenomen. D. hoort echter van een 'goede' inspecteur dat hij niet het recht heeft
eieren in beslag te nemen. Een goede bak! Mijn oom komt uit Den Haag terug. Het doel was stempels op de
nieuwe Ausweise te krijgen. Dit is niet nodig. Op alle oude komen stempels met het woord Spezialkraft. Wij
zijn dus allen vrij. Het zal niet gemakkelijk houdbaar zijn want op het Arbeidsbureau zit een grote ploert. Er
wordt een nieuwe distributieregeling getroffen. Alle bonnen zullen per 14 dagen worden bekendgemaakt.
Het is natuurlijk een reden om de rantsoenen in de toekomst te kunnen verminderen. Alle landbouwers
moeten de eindjes touw verzamelen die bij de zelfbinders vrijkomen.
In deze kerkdiensten zal iets over wereldvrede gesproken worden. Hierover moet rapport worden
uitgebracht aan bovengenoemde Heineman. Ook moet worden waargenomen hoe de kerkbezoekers hierop
reageren.
BURGEMEESTER PONT. Met betrekking tot de groente- en fruitvoorziening in deze gemeente die aan
redelijk gestelde verwachtingen voldoet kan nader worden gemeld dat van de Secretaris-Generaal van het
Departement van Binnenlandse Zaken een schrijven werd ontvangen. Daarbij wordt in verband met de
Groenteverstrekkingsbeschikking gevraagd te besluiten tot intrekking van de bij mijn besluit van 7 juli 1943
vastgestelde verordening tot regeling van de groente- en fruitvoorziening in de gemeente Apeldoorn. Aan dit
verzoek is gedaan.
Er wordt gesaboteerd zoals nergens anders. De auto rijdt per dag slechts twee keer. De Duitsers bouwen
rondom het zendstation massieven voor luchtdoelgeschut, bunkers en schuilkelders. Volgens geruchten zou
er de komende nacht een razzia worden gehouden.
VAN HOUTUM. De Overheid verhoogt voor de industrie de toewijzingen voor steenkool en elektriciteit.
Brouwersmolen krijgt ongeveer het dubbele rantsoen stroom. De grondstoffenpositie wordt ook gunstiger.
Maar er blijft gebrek aan personeel. Misschien staat het in verband met de regeringswisseling in Itali. De
BBC geeft 's avonds om 6.45 uur een uitzending in het Engels en in het Nederlands. De omroeper deelt
mee dat Itali gecapituleerd heeft. Daarna roep ik mijn vader (deze is in de tuin aan het appels plukken) en
we lopen zo hard we kunnen naar de radio zonder ook maar te denken aan geheimhouding. Mijn vader
hoort nog juist de verklaring die op dat moment voor de derde keer wordt voorgelezen. Itali heeft zich
onvoorwaardelijk aan de Geallieerden overgegeven. De strijd wordt gestaakt en Itali verneemt door
ondertekening van het document de wapenstilstandsvoorwaarden. Deze worden nog voor de wereld
geheimgehouden. Het grote nieuws gaat als een lopend vuur door Nederland. Iedereen deelt het aan zijn
vertrouwden mee. Velen tonen weinig lust meer tot werken. Er zijn enkelen die al een oranjebloem dragen.
Enige tijd later is men zo enthousiast dat men elkaar op straat toeschreeuwt. Men voegt er vaak het woord
gefeliciteerd aan toe.
VAN HOUTUM. Tante Ad uit Arnhem (zie onder 31 augustus 1943) moet vandaag haar huis ontruimd
hebben. Zij levert volgens voorschrift de sleutel bij het stadhuis in. Nu zal het er van afhangen wat er van het
huis overblijft. Veel goeds zal het niet zijn.
2. De onmogelijkheid om een antwoord opgenomen te krijgen en daarmee aantasting van het zogenaamde
droit de response.
3. Ondermijning van het leiders- en verantwoordelijkheidsprincipe.
Het zal mij aangenaam zijn te vernemen welke stappen de Leider Adviescommissie-Bestuurszaken in deze
denkt te ondernemen. Een overzicht, tevens uittreksel, van de gevoerde correspondentie te dezer zake kan
desgewenst door mij worden ingezonden.
De Vakgroep zal Mijnhardt [directeur van het Arbeidsbureau Arnhem] en Van der vossen [directeur
Arbeidsbureau Apeldoorn] nog opbellen met de mededeling dat aan hun zelfstandig optreden direct een
einde moet komen. 's Avonds om 20 uur horen wij een zware ontploffing. De echo daarvan houdt enige tijd
aan. Op dat moment zijn er geen vliegtuigen te horen. Later blijkt dat een Duitse bommenwerper, die van
het vliegveld Deelen wilde opstijgen zijn bommenlast verloor. Daarbij werden toestel en startbaan vernield.
Om toch te doen voorkomen dat er Britse vliegtuigen in de lucht zijn (hiervan is geen sprake) geven de
Duitsers in Arnhem gedurende 20 minuten luchtalarm. Later op de avond passeren enige Engelse
vliegtuigen. Deze komen verspreid over.
Deze distributiestamkaarten dienen tevens voor controle om te zien of de betrokken personen al dan niet
evacus zijn. Voor het distribueren van het voedsel in de scholen kan het personeel van alle in gebruik te
nemen scholen worden ingeschakeld.
Bij evacuatie van de bevolking van APELDOORN naar andere gemeenten worden de transportcolonnes van
het Rode Kruis ingeschakeld zo mede de zogenaamde helpsters van het Rode Kruis. In elke wijk worden
gemiddeld drie leden van de transportcolonne ingedeeld. Zij zijn voorzien van brancards en het beschikbare
materiaal als ook het benodigde aantal helpsters waarvan in totaal op het ogenblik 94 beschikbaar zijn Ook
de beide bestaande EHBO-verenigingen zullen de nodige hulp verlenen. Deze verenigingen beschikken
over een hoeveelheid materiaal als brancards en dergelijke. Voorts is het de bedoeling bij evacuatie een zo
groot mogelijk aantal voertuigen te vorderen voor de begeleiding van de marcherende colonnes. Tenslotte
mag worden aangenomen dat de eveneens evacuerende artsen, waar nodig de helpende hand zullen
bieden. Door mij werd de Evacuatiecommissaris opgedragen zich met het Plaatselijk Bureau WHN in
verbinding te stellen ter bepaling van de wijze waarop deze dienst ingeval van noodevacuatie kan worden
ingeschakeld.
Door het tijdelijk onderbrengen van de van Kinsbergenschool in het schoolgebouw van de bijzondere UL0school aan de Kerklaan werd bereikt dat het schoolgebouw Nieuwstraat geheel vrij kwam voor de
gemeentelijke Hogere Burger School zodat de leerlingen van die school weer op normale tijden onderwijs
ontvangen. Aangezien enkele leraren van deze school tevens aan het gymnasium zijn verbonden zijn de
schooltijden van deze twee inrichtingen van onderwijs aan elkaar gekoppeld. De normale schooltijden
werden met ingang van 16 september dus weer ingevoerd voor het Gymnasium.
Ik maak van deze gelegenheid gebruik om opnieuw te protesteren tegen de navolgende feiten:
1. De post voor representatiekosten, suppletoir op de begroting uitgetrokken, werd nog steeds niet
goedgekeurd.
2. Mijn verhuiskosten, gemaakt eind januari 1943, heb ik nog steeds niet vergoed gekregen.
3. Het mij voor mijn benoeming toegezegde salaris 11.000 gulden [zal wel per jaar zijn] werd mij nog
steeds niet uitbetaald ofschoon de gemeente nu nagenoeg 80.000 (per 1-9-1943, 79.454) zielen telt dus ver
boven de als criterium gestelde 75.000 zielen, bedraagt mijn salaris nog steeds slechts 9.053 gulden.
4. Sinds december 1942 door mij uit hoofde van mijn functie gemaakte reiskosten zo mede de kosten
veroorzaakt doordien ik aanvankelijk wegens het ontbreken van een woning in een hotel moest vertoeven
werden mij nog steeds niet uitbetaald. In totaal heb ik aldus meerdere duizenden gulden van de gemeente
te vorderen. In het bedrijfsleven zouden dergelijke toestanden onbestaanbaar zijn. Ik acht het eenvoudig
een schandaal maar daar ik nog steeds geen kans zie het mij rechtmatig toekomende te verkrijgen en wel
door een tegenwerking van de Provinciale Griffie, respectievelijk het Departement van Binnenlandse Zaken,
die ik niet anders dan als bewuste sabotage kan beschouwen, moet ik wel gedogen door de Staat te worden
benadeeld. Hoelang moet deze toestand nog voortduren? Ik ben bovendien benieuwd of men zo fatsoenlijk
zal zijn mij te zijner tijd gederfde interest te vergoeden.
Blijkens een brief van de Burgemeester van 30 september 1943 nr. 517/567 heeft de Duitse Weermacht
gevorderd het park van de gemeente, gelegen tussen de Oude Beekbergerweg en de Arnhemseweg
(Kadastraal bekend gemeente Apeldoorn, Sectie L No. 3926).
De hoofdwachtmeester D. 1 is overleden tengevolge van de bekomen verwondingen van een op hem
gepleegde moordaanslag.
Alleen deze feiten zijn al voldoende om hem te weigeren. Zo'n tijd is het dat men afhankelijk is van het
schuim van de maatschappij. Wij moeten de invaller ontslaan.
VAN HOUTUM. Mijn vader wordt 's morgens om acht uur door de telefoon uit bed gebeld. Het is een goede
tijding. Er is gisterenavond een aanslag op de beruchte D. gepleegd. Hij heeft een schot door zijn buik en
n door de arm. Later horen wij dat de aanslag door twee personen is uitgevoerd. D. verliet op dat moment
zijn woning om op nieuwe buit uit te gaan. Deze verrader moet nog hebben geschreeuwd
Sluipmoordenaars! Zij vermoorden mij! Volgens eigen wil zou hij in een Duits lazaret verpleegd willen
worden, maar dit wordt niet bevestigd. Hij werd naar het Julianaziekenhuis overgebracht. Een Hollandse
chirurg opereerde hem in bijzijn van een Duitse chirurg. De operatie duurde van ongeveer 9 tot 12 uur 's
nachts. Hij heeft minstens 16 gaten in de darm. De kogel is echter nog niet gevonden en dit is voor de
Duitser aanleiding om hem nogmaals te opereren, maar tevergeefs. Natuurlijk gaan er geruchten over zijn
dood, maar deze zijn voorbarig, want er is nog geen sprake van. Er zouden al enige personen in verband
met de aanslag zijn gearresteerd. Wij horen 's morgens zo nu en dan vliegtuiggeronk. Maar men schenkt er
weinig aandacht aan. Dit is echter 's middags anders. Om 3.15 uur gaan we naar buiten. We zien eerst twee
later nog eens vier en tenslotte nog 14 strepen die in oostelijke richting worden getrokken. Door de
verrekijker is te zien dat bij iedere streep slechts n vliegtuig hoort. Deze toestellen vliegen snel en het
lijken ons dan ook jagers. Even later (ik kom van de fabriek) horen we een onafgebroken geronk. De
vliegtuigen zijn door de diepblauwe hemel en de felle zon niet te zien. Plotseling horen we met tussenpozen
mitrailleurvuur. Kort daarop (3.35 uur) zien we een bommenwerper. Deze komt uit zuidelijke richting. En
motor staat in brand en laat een rookstreep na. Duitse jagers cirkelen om het toestel heen. Onmiddellijk
hierop verlaten zwarte stippen het vliegtuig. Ik denk aan bommen maar het worden witte schijfjes. Gelukkig
zijn het parachutes. Eerst zien we er drie en later nog n. Daarna houdt het branden van de motor op en
het vliegtuig komt weer in evenwicht. Het schijnt dat de piloot weer meester is over zijn toestel. Het verdwijnt
al zwevend (het verliest weinig hoogte) in de richting van Radio Kootwijk. De parachutes zijn nog steeds
recht boven ons. De 4e komt het snelst naar beneden. In al onze verbazing blijven we kijken zonder de fiets
gereed te houden. De parachutes drijven iets naar het westen af. Al spoedig zijn de vliegers goed te
onderscheiden. Ze slingeren in bijna over 180 graden. De laatste is al dicht bij de grond. Daardoor begeeft
iedereen zich in zijn richting. Heel Ugchelen is op de been. Hij komt in het Van der Huchts bos terecht bij de
boswachterwoning. Onderweg hoor ik de sirenes (3.45 uur) en trek me weinig aan van het luchtalarm. De
vliegenier heeft zich intussen al van de parachute losgemaakt. Twee Duitsers zijn bezig de parachute die
drie boomkruinen beslaat los te maken. Deze moffen hielden oefeningen op de Bakenberg en waren dus
heel snel ter plekke. Zij vorderen fietsen en nemen van velen die sympathie voor de vlieger tonen de
persoonsbewijzen af. Daarom ga ik terug. Ik moet toch naar het blokhoofd voor het luchtalarm. Ik ben er nog
geen minuut of het 'Alles veilig' weerklinkt (4 uur). Zelf heb ik geen van de parachutisten op de grond gezien.
Dit is eigen nalatigheid want na het luchtalarm is het nog mogelijk. Nu volgt wat anderen gezien en
meegemaakt hebben. Voordat de vlieger in de bomen zou verdwijnen zwaaide hij naar zijn kameraden Hij
kwam niet op de grond terecht omdat de parachute in de hoge bomen bleef hangen. Hij schijnt een sprong
van twee drie meter te hebben gemaakt. Mijn broer heeft alles goed vanuit zijn huis gezien. Hij was n
van de eersten die met de vliegenier sprak. Het is een Amerikaan. Jaap stelt hem enige vragen die hij niet
alle wil beantwoorden. Hij wil onder meer het aanvalsdoel niet meedelen. Het schijnt een onderofficier te
zijn. Hij trekt direct na de sprong zijn rangtekens van het uniform. De Amerikaan spreekt voortdurend over
onderduiken. De omstanders maken hem duidelijk dat dit onmogelijk is. De vlieger is erg zenuwachtig. Dit is
te begrijpen. Naar schatting is hij 30 40 jaar. Snel komen twee Duitsers met een knuppel bewapend. Deze
willen de fiets van mijn broer hebben maar dit mislukt hen. Kort daarna komen meer Duitsers. Deze lopen
later met de Amerikaan naar de grote weg. De vlieger biedt hen ondertussen een sigaret aan. Karakteristiek
voor de Duitse mentaliteit grijpen zij hem het hele doosje uit de vingers. De Duitsers dragen nog voor de
oefeningen en band om de arm. Ze zijn helemaal overstuur. Zij houden alle fietsers bij Caesarea aan en
nemen hun fietsen in beslag. Deze groep heeft niets met het zoeken naar de andere vliegers te maken. Tot
de slachtoffers behoort een bejaarde arbeider van de fabriek. Een burger die 'by by' tegen de Amerikaan
roept moet zijn persoonsbewijs afgeven. Hetzelfde geldt voor een ander die naar de vlieger knipoogt. Daar
waar samenscholingen zijn verstoren de Duitsers deze. Ze roepen Ist hier etwas los? Nein? Geht dann
fort! Zij houden een met de Amerikaan sympathiserende dame een revolver voor de neus en eisen haar
persoonsbewijs. Zo komt van het een het ander. Mijn oom Willem bijvoorbeeld verdwijnt stilletjes uit een
samenscholing. Hij wordt door de Duitsers die hem voortdurend nafluiten achterna gereden. Zijn vlucht heeft
nog een komisch einde. Hij vliegt namelijk een huis van een buurman binnen en zegt Waar is de zolder. Ze
zoeken me. Alles verloopt echter goed en na bij ons te zijn teruggekeerd moet hij de eerste minuten op
adem komen. Even later komt ook familie uit bij ons. Ze hebben op een fietstocht vanaf de spoordijk op de
Asselse hei alles gezien. En vlieger daalde recht voor hen en de drie overige meer naar links waarschijnlijk
in het Orderbos. Zij zagen het vliegtuig verdwijnen dat nog even optrok. Vervolgens stortte het bij Kootwijk
onder hevig gekraak neer. Intussen passeerde een locomotief met tender. De bemanning stond boven op
de tender om alles beter te kunnen zien. Deze familieleden telden minstens honderd vliegtuigen. Ze waren
slechts door zonweerkaatsing te zien.
Volgens anderen zouden de formaties in groepen van 18 in W-vorm hebben gevlogen. Alle vliegtuigen
waren op de terugweg. Op de Eendrachtstraat zouden mitrailleurkogels zijn gevallen. Mijn zuster vertoefde
in Hoenderloo. Zij zag eerst vier parachutes en later nog twee. In Hoenderloo was duidelijk te zien dat de
Amerikaanse bommenwerper voor de motorbrand tweemaal over de kop sloeg. 's Avonds krijgt de bejaarde
arbeider van de fabriek zijn fiets toevallig terug. Zijn schoonzoon ziet er een mof mee rijden. De Duitse
commandant gaat 's avonds nog even naar de boswachter bij wiens huis de Amerikaan terechtgekomen is.
Hij uit de nodige scheldwoorden. Hij schrijft alles van zijn persoonsbewijs over en deelt tenslotte mee dat hij
morgen bij de Ortskommandant moet verschijnen. Volgens de Ortskommandant zouden er in de gemeente
Apeldoorn vier Duitse jagers zijn neergestort. 's Avonds horen wij dat er in de stad Enschede grote schade
is aangericht. Zeven grote fabrieken en het stadhuis zouden zijn getroffen. De voetbalwedstrijd daar is
afgelast. De Apeldoornse spelers moeten tot Hengelo lopen willen zij weer per trein kunnen reizen. Dat
Enschede getroffen is is misschien wel de reden dat de Amerikaan zijn aanvalsdoel niet wilde zeggen.
BLOEM. Het is zondag en buitengewoon mooi weer maar boven ons zwermen zware Amerikaanse
bommenwerpers in grote drommen richting Deventer. Later hoorden we dat ze het vliegveld Twente tot doel
hadden. Ze zijn toen met Duitse jagers in gevecht geraakt, afgedreven tot boven Enschede en hebben daar
bommen laten vallen. Daardoor is een hele straat met huizen gebombardeerd. Daarbij zijn, naar
krantenberichten melden, 115 doden te betreuren. Van Klein Herenbrink zou het halve huis weggeslagen
zijn maar de bewoners ongedeerd. De huisgenoten hadden onder tafel gezeten en zo het leven behouden.
Verder hebben ze die dag Munster gebombardeerd. Kranten melden veel doden onder de burgers. In
Enschede is het aantal doden gestegen tot 132, nu 2-11-43 is het aantal doden 147.
LUCHTBESCHERMINGSDIENST. Omstreeks 15.30 uur; van de vier uit Amerikaanse of Engelse
bommenwerper uitspringende parachutisten werden er drie in een bosperceel omgeving spoorwegovergang
Assel door de Duitse Politie aangehouden. Een daar aangetroffen parachute werd door de Nederlandse
Politie ingeleverd aan de Willem III Kazerne. De neergestorte parachutist is niet door de politie gevonden.
Omstreeks 15.44 uur, Luchtgevecht boven Noord / West Apeldoorn. Het Signaal Luchtalarm werd om
15.45 uur gegeven. Om 15.55 uur bleek alles rustig in de lucht en werd het Signaal Luchtalarm Geindigd
gegeven.
Omstreeks 16.30 uur. Op een weiland van Slijkhuis aan den Broeklanderweg, Weller 1, geland een 4motorige Amerikaanse bommenwerper, van de bemanning ontbrak elk spoor. Een lijk werd later gevonden
op grote afstand van het vliegtuig in de richting van Terwolde. De bewaking werd door de Luftwaffe van het
Duitse Leger en de Nederlandse Politie overgenomen.
17.43 uur; vliegtuig afgestort aan de Broeklanderweg, nadere gegevens volgen.
19.45 uur; op een weiland, Broeklanderweg bij Weller nummer 1 is een viermotorige Amerikaanse
bommenwerper neergestort omstreeks 16.30 uur. Ter plaatse is een lijk gevonden. Van de rest der
bezetting ontbreekt elk spoor. Ortskommandant en Polizei-Officier gewaarschuwd. Bij navraag bij de
opperluitenant van de W. ter zake van de maatregel ten aanzien van het gevonden lijk werd meegedeeld dat
Duitse Militairen ter plaatse aanwezig waren.
BRANDWEER. Om 15.45 uur maakte een Amerikaanse bommenwerper aan de Broeklanderweg een
noodlanding. Het gelukte mij met de Inspecteur van der W. van de Gemeente Politie, die ik aan het Bureau
opgepikt had, voordat de moffen aanwezig waren bij het toestel te komen. De bemanning bleek de benen te
hebben genomen. Die waren appels plukken. Van der W. hield met enige Marechaussees, die juist
aankwamen, het publiek op veilige afstand zodat ik even vrij kon neuzen. Al gauw ontdekte ik de stafkaarten
met de route erop getekend. Ik heb ze vlug onder mijn tuniek verstopt. Hier hadden de moffen niets mee te
maken. Thuis heb ik ze maar verbrand. Op de vleugels hadden de piloten hun prachtige leren jassen met
bont gevoerd neergelegd. Jammer dat we zo'n ding niet mee konden nemen. Dat was te gevaarlijk. Wel zag
ik nog kans om een prima gevulde verbandtas mee te nemen die zeer goed te pas kwam.
LUCHTBESCHERMINGSDIENST. Van verschillende burgers werd vernomen dat enige burgers zondag
door mitrailleurkogels werden getroffen en 4 personen gewond werden. Tevens dat het vliegtuig tegen
bokmast van het bovengrondse elektrische net was aangekomen. De mast was afgebroken en de
lichtvoorziening in de omgeving gedurende een nacht was verstoord. Met de kapitein van Politie J.F. de
Froe die bezig was maatregelen te nemen voor het ophalen van het lijk, werd gistermiddag n en ander
besproken en verzocht ik tevens te willen doen nagaan, wat precies op de Broeklanderweg had plaats
gevonden. Gisteravond voor het houden van een lezing op de Woudhuizerweg zijnde, werd mij wederom
verteld van burgers die zouden zijn gewond geraakt (de namen werden zelfs genoemd).
Om 18.25 uur, was van de Officier van Dienst een bericht ontvangen, luidende als volgt: lijk van gevonden
lid van de bemanning van Amerikaans vliegtuig neergekomen aan de Broeklanderweg is overgebracht naar
het Lijkenhuis van het Ziekenhuis Sprengenweg. Verder geen bijzonderheden.
Ter zake van het neergestort of landen van vliegtuigen moeten telkens de navolgende gegevens worden
verzameld:
1. Datum, tijdstip van neerkomen van het vliegtuig,
2. Of al Duitse Wehrmacht dan wel Duitse Politie ter plaatse is.
3. Wat met de bemanning van het vliegtuig is geschied.
a. om het leven gekomen,
b. met parachute uitgesprongen,
c. aangehouden,
4. Plaats en Gebouw, waar eventueel aangehouden leden van de bemanning zich bevinden.
5. Getroffen maatregelen voor bewaking, afzetting en toestand van het vliegtuig enz.
Verder: Gegevens omtrent aantal doden, zwaar- en lichtgewonden onder personeel Duitse Wehrmacht,
Nederlandse Politie, Luchtbeschermingsdienst, burgerbevolking (Mannen, Vrouwen, Kinderen).
Gegevens omtrent gedode dieren gesplitst in grote en kleine huisdieren.
Gegevens over ontstane schade met precieze aanduiding.
Gegevens omtrent verbroken verbindingen, wegomleggingen enz.
In verband met de lopende geruchten en daar het voor mij vaststaat dat zondag meer is gebeurd dan uit de
berichtgeving van de Politie is op te maken, verzoek ik u grondig onderzoek te willen doen instellen. En de
Commandopost Luchtbeschermingsdienst zo spoedig mogelijk telefonisch op de hoogte te willen stellen
opdat de Hoofdinspecteur voor de Luchtbescherming alsnog telefonisch kan worden bericht (Proces-verbaal
dient daarna te worden ingezonden.)
Van Uwentwege zal de Ortskommandant en de Polizei-Officier moeten worden bericht. Verder verzoek ik U
mij in de gelegenheid te stellen, met de diverse politieambtenaren, die in het voorkomend geval moeten
optreden als Commandant plaats Ongeval, een bespreking te houden over de taak van den CPO.
LUCHTBESCHERMINGSDIENST. Van burgers werd vernomen dat bij de landing van bedoeld vliegtuig
enige burgers door splinters of machinegeweerkogels zouden zijn geraakt en werd daarvan aan de politie
mededeling gedaan en verzocht er nader onderzoek te willen doen instellen.
BURGEMEESTER PONT (Brief van Gemeentewerken aan de burgemeester over opruiming
schuilplaatsen). Ingevolge uw telefonische opdracht van zaterdag 9 oktober tot het indienen van een rapport
over het niet onmiddellijk uitvoeren van een opdracht van de politie tot het opruimen van schuilplaatsen in
de bossen bij Wiesel deel ik u het volgende mee. Op maandag 27 september heeft opperwachtmeester D.
telefonisch een opdracht gegeven aan de Gemeentewerf tot het de daarop volgende dag om 8 uur in de
ochtend sturen van 2 arbeiders met gereedschap naar het Politiebureau om de bedoelde schuilplaatsen op
te ruimen. Op dinsdag 28 september is hieraan gevolg gegeven en is opperwachtmeester D. met wethouder
Buitenhuis naar de schuilplaatsen gegaan. Er werd een begin gemaakt met het opruimen van een
schuilplaats waarin volgens mededeling joden zich verborgen hadden gehouden. Op woensdag 29
september werd het werk voortgezet.
[De verdere inhoud van deze brief gaat over het inrichten van de schuilplaatsen voor
aardappelopbergplaatsen en over een discussie om het afkomende hout naar het huis van de burgemeester
te brengen. In een schrijven van de gemeentepolitie aan burgemeester Pont staat onder andere nog Dat
door de Sicherheitspolizei de opdracht was gegeven dat de holen totaal verwoest moesten worden].
VAN HOUTUM. 's Middags krijg ik een strooibiljet dat onlangs bij Deventer is gevallen. Het is een extra
uitgave van de Luftpost en bevat de rede van Churchill van 25 september 1943. Het pamflet is van groot
formaat en bevat twee landkaarten (Rusland en Itali).
De melkvoorziening in Nederland (lees Duitsland) wordt hierdoor aanmerkelijk verbeterd. Al weer n van
die mooie leugens. Het is beter dat de moffen hun verplichte vee-levering intrekken. Dan zal er misschien
meer melk komen. De meeste melk komt wel via de zwarte handel in burgerhanden.
Eerst hoort men een zwaar getrommel (afschieten) en 40 seconden later de inslag. Beide keren trilt het huis.
De granaten ontploffen in de zandverstuivingen voor Harskamp. De grote weg is bij het Philipsbos
afgesloten. Gewoonlijk worden er twee maal achter elkaar schoten gelost. Om 2.30 uur zijn het er minstens
30. Dit betekent ook het einde van de oefening. Om 5.45 uur komen de kanonnen weer over de weg. Het
zijn geen mortieren maar nevelwerpers. Het zijn in totaal zes batterijen van zes stuks. Bovendien passeren
een groot aantal volksauto's, luxe wagens en vrachtauto's. Alle voertuigen zijn lichtbruin geverfd. Het duurt
ruim een kwartier voordat de file voorbij is. Agent D. gaat 's middags in het ziekenhuis dood. Hij heeft nu
ruim tien dagen kunnen nadenken over zijn onmenselijke praktijken die hij de laatste drie jaren heeft
uitgeoefend. Hij zal nu wel beseft hebben dat het opsporen van tientallen joden en anderen, die hun dood
tegemoet gingen, nooit onbestraft zal blijven. Volgens geruchten zouden als represaillemaatregel in de
komende nacht 20 vooraanstaande Gereformeerden gegijzeld worden. Anderen spreken weer over 45
personen van alle rang en stand. Dobbelman wordt 's middags begraven. De stoet bestaat uit een auto met
de kist, twee auto's met bloemen (ruim 100 kransen) en acht auto's met personen. Hierachter loopt nog
weer een grote menigte die vanuit Wiesel is meegekomen. Op het kerkhof bevinden zich ongeveer 2000
mensen. Bovendien zijn veel agenten in burger en NSB-ers als spionnen aanwezig. De namen van zijn
moordenaar zij inmiddels bekend, namelijk vd B. (agent, deze loste het schot), L. (een tweede als hulp) en
vd S. (chauffeur van de auto). Het zijn zeer beruchte NSB-ers. Wie de namen echter tegenover Duitsers
uitspreekt gaat de cel in. Zo groot is het onrecht reeds! De Sicherheits Dienst laat Van de B. in NSB-uniform
(tijdens de aanslag was hij in burger) aan de getuigen confronteren. De Duitsers maken uit het twijfelen van
de getuigen op dat hij de dader niet is. Laten zij hem ook eens in burger en dan met de bril, die hij bij de
aanslag droeg op confronteren. Dan is het bewijs echter zwart op wit. De moffen willen dit niet. Volgens
geruchten zou burgemeester Pont sinds de dood van Dobbelman niet meer op het gemeentehuis zijn
verschenen. De commandanten van politie en brandweer in Apeldoorn krijgen hun radiotoestel terug. De
termijn waarbinnen men nog radiotoestellen zogenaamd zonder straf kan inleveren wordt door 'de grote
toeloop' met twee dagen verlengd. Van deze toeloop is wel iets waar want het postkantoor in Apeldoorn
heeft nog 150 betreffende aanvraagformulieren (kostprijs 5 cent) uitgereikt. De Nederlandse schrijver A.M.
de Jong wordt in Blaricum doodgeschoten. Het zou hier een geval als Dobbelman betreffen.
BLOEM. Er worden de laatste tijd zeer veel NSB-ers dood geschoten door mannen die meestal kans zien
om te ontkomen. De 10-10 is D. op straat neergeschoten. Een zeer scherp politieman en NSB-er te
Apeldoorn, toen hij van de kapper kwam op die morgen. Na nog 14 dagen geleefd te hebben stierf hij in het
ziekenhuis. Men zegt dat voor deze daad er 2 mensen worden doodgeschoten. Maar niet in Apeldoorn
alleen maar het gehele land door worden NSB-ers doodgeschoten door mensen die men heel moeilijk
schijnt te kunnen pakken. En dweil en een span wollen kinderkousen geruild voor 1 metworst en 2 pond
boter, 100 pond rode wortels voor een half pond boter en 20 pond rogge, 100 pond uien geruild voor 50
pond afvaltarwe en rogge, en 2 kinderbroekjes voor 2 pond spek.
LUCHTBESCHERMINGSDIENST. Een PV [Periodiek verslag?] ontvangen met nadere gegevens. Woning
Anthonie Kers, landbouwer, Bloemenkamp 6 gemeente Apeldoorn beschadigd. In de woning waren
verschillende kogelgaten en scheuren, 6 ruiten vernield, evenals 10 dakpannen, enige panlatten en enige
planken. Verder beschadigd een ledikant, een klerenkist aan een zijde vernield, 2 vilten dameshoeden, een
paar wollen dameskousen, een blauwe werkkiel, een flanellen hemd en een linnen gordijn. De schade aan
gebouwen en goederen bedraagt ongeveer 100 gulden.
POLITIE. De hoofdwachtmeester D., op wie op 9 oktober 1943 een aanslag werd gepleegd, overleed op 20
oktober 1943 aan de bekomen verwondingen. Zijn begrafenis vond op 23 oktober daar aan volgend met
korpseer plaats.
NSB-ers mogen in hun doodsadvertenties wel van dergelijke zinnen gebruik maken maar goede
vaderlanders niet. Van hen staat alles onder censuur. Zoiets had eens in de advertentie van Dobbelman
moeten staan. Dan was het eerst op zijn plaats.
BURGEMEESTER PONT. School 9 (Hoenderloo) is sedert 21 oktober 1943 gevorderd door de Duitse
Weermacht. Aanvankelijk slechts 2 lokalen maar vanaf begin november de gehele school. Aangezien het
schoolgebouw van de stichting Hoenderloo ook is gevorderd zijn de kinderen in die buurtschap verstoken
van onderwijs. Het schoolgebouw zal binnenkort weer worden vrijgegeven.
BLOEM. Krantenberichten melden dat men in Nijmegen op straat een NSB-er had aangeschoten die naar
het ziekenhuis vervoerd werd. 's Avonds ontving de man bezoek onder andere van n hem onbekende
man die hem een boeket bloemen aanbood, maar onder zijn jas een revolver vandaan~haalde en zo de
man in het bed van het leven beroofde.
Het zal mij aangenaam zijn te vernemen of de houding die ik in deze aangelegenheid tenslotte heb
gemeend te moeten aannemen en die blijkt uit mijn brief van 5 november aan het bestuur van de Openbare
Leeszaal Uw instemming heeft.
BLOEM. Heden overdag kwamen hier wel 40 Engelse vliegtuigen over in oostelijke richting die allemaal
witte strepen achterlieten. Na een half uur keerden ze terug en vlogen toen weer in kleine gedeelten in
westelijke richting. Even later hevig afweergeschut van Deelen bij Arnhem.
De Duitsers vorderen de Christelijke ULO-school voor de duur van de oorlog. De schildwachten komen op
Brouwersmolen aan. Het zijn misdadigerstypen. Zij zouden zogenaamd door de Duitsers gedwongen zijn
wacht te houden. In het kleine kantoorvertrek staan nu enige britsen, ongeverfde kast, tafel en twee stoelen.
De Duitsers eisen nu ook de tweede loods. Deze moet voor vrijdag aanstaande worden ontruimd. Mijn oom
is in actie dit te voorkomen omdat de eerste loods nog niet half vol is. 's Avonds passeert een vliegtuig.
Iedereen denkt aan een Duits toestel maar er komen er spoedig meer. Ze vliegen verspreid over. Door de
zware regenval denken we ditmaal aan Mosquito's. Een kwartier later begint echter Deelen hevig te
schieten. Er verschijnen meer vliegtuigen. Al spoedig passeren grote formaties. Deze keren alle van een
bombardement terug. Het zware geronk onderbroken door afweergeschut. Het houdt een half uur aan. Een
kwartier later (10.30) schiet Deelen opnieuw. Het is kort maar zwaar. De granaten ontploffen recht boven
ons huis. Wij kunnen echter niets zien door het gesloten wolkendek.
BLOEM. 's Avonds 10 uur kwamen er zeer veel Engelse vliegtuigen over ons heen. Het afweergeschut was
hevig in actie uit zuidoostelijke richting en Deelen. Ze hebben toen Berlijn zwaar gebombardeerd.
de oorzaak van deze vertraging. De tweede loods op Brouwersmolen moet worden ontruimd. Ook de
Ortskommandant kan ons niet helpen. Er is weer pesterij in het spel. Een Duits kapitein, die 's morgens op
het fabrieksterrein is, vertelt dat het ontruimen van de loods niet nodig is. Aan het Kanaal zijn voldoende
loodsen die leegstaan. Een Duits officier wil pers onze loods hebben. 's Middags belt de Duitse Staf uit
Baarn op en deelt mee dat wij zeer anti-Duits zijn. Als wij onze houding niet veranderen zal n van de
directieleden naar een concentratiekamp worden overgebracht. 's Avonds passeren van 9 tot 12 uur Britse
vliegtuigen in kleine aantallen. Om elf uur zien wij sterretjes van mitrailleurvuur. Kort daarop verschijnt een
rode bol die in zuidelijke richting verdwijnt. Enige minuten later zien we opnieuw mitrailleurvuur. Deze keer
recht boven ons. Het wordt gevolgd door een heldere oranje bol. Wij denken alle aan een lichtfakkel maar
het is ook een brandend vliegtuig. Onze schaduwen zijn duidelijk op de weg te zien. Het oranjeschijnsel
verdwijnt. We zien hierna een rode stip recht naar beneden schieten gevolgd door een scherpe vuurgloed
vanaf de grond. Daarna horen we een snel doordringend geraas van motoren. Het vliegtuig ligt in richting
van Woeste Hoeve.
BLOEM. Berlijn voor de derde keer deze week gebombardeerd. Daar hadden meerdere treinen klaar
gestaan op het station voor vertrek met daarin ook een 40-tal mensen uit Apeldoorn. Zij waren blijven zitten
omdat ze meenden, als ze in de schuilkelder gingen, ze dan de trein zouden missen waar ze mee naar huis
toe konden. Echter is ook deze trein evenals meerdere treinen en het station zo gebombardeerd dat er geen
spaan van over bleef. Men zegt dat er fosforbommen gebruikt zijn die de teerwegen deden branden en de
brandende teer zomaar in de schuilkelders liep en de mensen levend deed verbranden.
LUCHTBESCHERMINGSDIENST. Omstreeks 23.10 uur; neergestort Engelse bommenwerper in het bos
genaamd Varenna gelegen aan de Arnhemseweg - Woeste Hoeveweg. Toestel geheel verbrand, evenals
vermoedelijk alle inzittenden.
POLITIE (Proces verbaal). Omstreeks 23.10 werd telefonisch kennisgegeven dat bij de Woeste Hoeve in
het bos genaamd Varenna toebehorende aan Mr. Delcourt van Krimpen gelegen aan de Arnhemseweg Woeste Hoefweg een brandende Engelse bommenwerper neergestort. Het toestel is geheel verbrand met
vermoedelijk alle inzittenden: Mc Sorley, Gooding, Foulkes, Green en Paice. De omgeving werd afgezet
door Duitse militairen van de Hermann Gring Divisie gelegerd in de Stichting Hoenderloo.
VAN HOUTUM. Het Gesticht in Hoenderloo moet voor woensdag aanstaande geheel zijn ontruimd.
Dagelijks komen vrachtauto's en sleperswagens voorbij. Deze vervoeren banken, kasten, stoelen enzovoort
naar elders. Zo krijgt oom Reinier eerst vandaag bericht dat hij de laatste machines uit de drukkerij moet
slopen. Alles is even gehaast. De goederen waarvoor jaren is gespaard worden nu als afval behandeld. De
directeur van het Gesticht gaat met zijn gezin bij oom Dolf Palm inwonen.
LUCHTBESCHERMINGSDIENST. Omstreeks 08.20 uur; neergekomen een rubberballon (waaraan een
hoogtemeter) in een boom staande voor perceel Langeweg 50. Geen schade. Geen ongevallen.
De RK-Jongensschool en de RK-opleidingsschool vinden onderdak in het schoolgebouw van de RKMeisjesschool aan de Molenstraat. Volgens schrijven van 5 januari 1944, nr.517/21 werd door de Duitse
Weermacht met ingang van 1 december 1943 beslag gelegd op een gedeelte van Berg en Bosch groot
ongeveer 70 ha.
VAN HOUTUM. Er worden kinderlegitimatiekaarten in omloop gebracht. Deze bestaan uit dik houtvrij karton
in een perkamenten hoes en een kunstzijden koord van 70 centimeter lengte. Deze actie zou van het
Nederlandse Rode Kruis uitgaan. Bijna niemand gelooft het. De Duitser stelt geen materiaal beschikbaar
wanneer hij er zelf geen belang bij heeft.
Echter worden alle ondernemers verzocht op een avond een vergadering in een gebouw in Apeldoorn bij te
wonen om over de voedselpositie te spreken. Ondernemers moeten zeker op hun fabrieksterrein tuintjes
voor hun arbeiders aanleggen. Volgens onbevestigde berichten zouden de veilingen in 1944 alles aan
Duitsland moeten afstaan.
Als de NSB-politie deze houtverdeling bemerkt krijgen wij waarschijnlijk een boete. Het bezit van hout dat
niet opgegeven is, het zagen met een cirkelzaag en de verdeling die ook zonder toestemming plaatsvindt
zijn verboden.
BURGEMEESTER PONT. Op 22 december werd gevorderd school 24, Westenenk. Aangezien werd
medegedeeld dat het vorderen van korte duur zou zijn werden geen maatregelen getroffen voor het
huisvesten van de scholen.
Jaar 1944
BRANDWEER. In 1944 werden door ons 110 benzinetanks geborgen.
We hadden eerst het seminarium van het defect (verbrande startermotor) in kennis moeten stellen. Deze
zou dan voor gratis reparatie zorgen. De sergeant zal dit alsnog proberen. De zaak kwam aan het rollen
doordat de vrachtauto dezer dagen voor de Weermacht zou moeten rijden. Volgens onbevestigde berichten
zouden in Harderwijk pistolen zijn ontvreemd. Twee geschorste Apeldoornse agenten zouden weer in dienst
zijn genomen. Marechaussees moesten op zekere dag 100 pistolen in Harderwijk voor het garnizoen in
Apeldoorn afhalen. De marechaussee in Harderwijk kreeg een telefoontje dat de auto drie kwartier eerder
zou komen. Dit gebeurde en de pistolen werden aan de marechaussees van deze auto toevertrouwd. Het
bleek later dat deze pistolen in goede handen terecht zijn gekomen. Twee Apeldoornse agenten werden
onlangs betrapt bij smokkelen van rogge. Beide werden geschorst. Ze moesten aan de commandant Buck
(deze eist nog een geleide van zijn gestolen huis naar het politiebureau. Dit is 150 meter) hun revolver
afgeven. Beide weigerden en een dorst te zeggen dat ook Buck niet alleen van de bonnen kan leven.
Vervolgens somde hij een groot aantal zwarte maaltijden op in diverse hotels van de commandant en
noemde hierbij prijzen. Het einde was dat voor beide agenten de schorsing werd ingetrokken.
VAN HOUTUM. Boven Hummelo woedden de grootste luchtgevechten uit deze oorlog. Alleen al in de
omtrek van deze plaats liggen de wrakstukken van 60 bommenwerpers en jagers. Het juiste aantal
Amerikaanse en Duitse vliegtuigen is niet bekend. Bij Heerde zijn ook enige toestellen gevallen. In de buurt
van een wasserij stortten een bommenwerper en een Duitse jager neer. Acht Amerikanen landden per
parachute veilig op de grond. De Duitse piloten werden uit hun vliegtuig geslingerd en tegen de grond
verpletterd. Het is niet bekend of zij wel van een parachute voorzien waren. Onder de Amerikaanse
officieren van dit vliegtuig zou zich een Poolse jood hebben bevonden. En van de vliegers deelde mee dat
de Amerikaanse bommenwerpers gevraagd hebben om bescherming van sterke Geallieerde jagers omdat
de luchtslag boven Oost-Nederland te grote vormen aannam. Een tweede bommenwerper explodeert boven
Heerde en valt op woningen. Er is gelukkig weinig schade. Van een derde bommenwerper wordt de staart
afgeschoten. Het staartstuk viel snel. De rest kwam in de bossen terecht. In deze streek stort ook nog een
vierde bommenwerper neer. In Deventer liggen drie Duitse jagers en een Vliegend Fort. En van deze
jagers is het toestel dat wij gisteren gezien hebben en n landingswiel miste. Het wiel is inmiddels in de
sprengen aan de Richtersweg in Ugchelen gevonden. Duitsers halen het later op. Te Colmsgate bij
Deventer ligt een andere bommenwerper helemaal vernield langs de straatweg. Hierbij waren acht doden.
Twee wisten uit het toestel te springen. De lijken zijn zwaar verminkt. Alle genoemde bommenwerpers
waren op de terugweg. Dus zonder bommen. Door een luchtgevecht viel 's morgens een volle bommenlast
op Delden.
BLOEM. Voor de veebonnen wordt betaald f 3,50 per kilo rund. Voor een beste neurende koe wordt betaald
f 3000,-.
- Een veel voorkomend verschijnsel is ook de handel in Perzische tapijten. Aangezien deze als luxe
goederen niet onder de prijsvoorschriften vallen, staat voor een ieder, die voorheen zich niet met dergelijke
handel inliet, thans de mogelijkheid open, zich aanzienlijk te verrijken. Doordat zich in de handel in deze
goederen dergelijke personen kunnen inschakelen, als cafhouders en dergelijke, ontstaan aanzienlijke
prijsverhogingen, die anders wellicht waren uitgebleven.
- Een ander veel voorkomend euvel schuilt in het aanbieden van allerlei goederen per advertentie, waarbij
dan tevens een prijs, overeenkomende met de werkelijke waarde van het aangebodene wordt aangegeven.
Meldt zich op deze advertentie een koper, dan blijkt de kostprijs van het bewuste goed veel meer te
bedragen. Tegen dit euvel wordt met kracht opgetreden.
- Door de recherche werd 1 persoon aangehouden ter zake het verlenen van hulp bij het ontvluchten van
arrestanten.
- Er werden 60 aangiften gedaan van rijwieldiefstal.
Hierdoor moet er overgewerkt worden. Verdere onttrekking van personeel zou de bedrijfsgang van de
Technische bedrijven in gevaar brengen. Ook met het gereedschap dreigen moeilijkheden te ontstaan.
Kolenscheppen en cokesrieken kunnen niet meer verkregen worden en Technische Bedrijven probeert nu
op alle manieren deze te bemachtigen. De werklieden hebben gebrek aan werkkleding en klompen. Alles
wordt in het werk gesteld om daarin te voorzien, maar het resultaat is vooralsnog bedroevend. Nog steeds
moet ijzer op bevel van Rijksijzer van tijd tot tijd afgestaan worden aan de verschillende Duitse instanties
terwijl verder de gehele voorraad geblokkeerd is.
- Bij het Waterleidingbedrijf blijft de marmerlevering uit Duitsland nog steeds achterwege. Voor de ontzuring
van het water heeft dit funeste gevolgen. Thans wordt een ander product aangeboden met name Magno.
Daarmee kan hetzelfde doel bereikt worden. Maar dit is belangrijk duurder. Een bedrag van 14.000 gulden
is daarmee gemoeid! Langer wachten op marmer is echter niet mogelijk.
- De bezoeken aan de Badinrichtingen worden steeds talrijker. Hierdoor moet op diverse uren publiek
worden afgewezen. Ook de warmwatervoorziening brengt moeilijkheden teweeg. Uitbreiding van het aantal
ketels is echter niet mogelijk.
Door aanvoer van goede Duitse gaskolen heeft de gasproductie en daardoor ook de aflevering geen
stagnatie ondervonden. Dit houdt tevens in dat bij minder goede aanvoer de productie wel in het gedrang
komt.
Er komen voorts moeilijkheden door gebrek aan smeerolie. Dit artikel wordt ons spaarzaam toegewezen. Bij
de bevoegde instanties is geprobeerd daarin verbeteringen aan te brengen. De goede voorraad van
voorheen, die bij Technische Bedrijven aanwezig was, werd geblokkeerd. Daarvan moesten beduidende
hoeveelheden worden afgestaan zodat Technische Bedrijven nu zelf met een tekort te kampen heeft.
Met de bouw van de nieuwe oven werden moeilijkheden ondervonden doordat de leverende firma tot heden
geen Dringlichkeitsstufe kan verkrijgen.
- School 14 overgehuisd naar school 15. School 15 ontruimd en school 24 weer ingeruimd. School A weer
ingeruimd. School 19 overgebracht naar school 1. School 9 te Hoenderloo na ontruiming verder ingericht.
School 11, Hoog Soeren, ontruimd. Van de huishoudschool n lokaal ontruimd en naar de Sociteit
overgebracht.
- Met het Centraal Distributiekantoor werd overeengekomen dat aan 16 leden van het politiecorps te
Apeldoorn bonnen voor rijwielbanden bij voorrang zullen worden verstrekt. Hierdoor zullen steeds 8
ambtenaren plus 8 reserve-ambtenaren beschikbaar zijn met bruikbare rijwielen voor de begeleiding der
transporten naar de verschillende uitreiklokalen en naar de plaatsen. Daar houdt zitting het Reizend
Agentschap (o.a. in Beekbergen, Hoenderloo, Loenen en Uddel).
In de afgelopen maand werden 32 volkstuinen aan particulieren verpacht. Hierdoor is het aantal nu
gestegen tot 380.
De Burgemeester besluit tot verkoop van 55 percelen grond in Berg en Bosch.
- Voor de elektrische installatie in het [tijdelijke] gemeentehuis is alsnog toewijzing gevolgd voor rubberaderdraad met koperkern. Daarna is onmiddellijk overgegaan tot vervanging van de draad met
aluminiumkern.
- Tientallen borden aangemaakt voor de Duitse Weermacht, onder andere 13 met opschrift; H.M.L.
Ltzow, 39 met opschrift; Gen. Kraftshofflager. Verder weermachtsborden gecontroleerd en hersteld.
- Het streven om Apeldoorn meer en meer te gaan beschouwen als een geschikte verzamelplaats voor tal
van departementen en rijksbureaus kenmerkte zich in de loop van de maand januari door een uitgesproken
intensiteit. Als reactie hierop zag ik mij genoodzaakt tot de secretaris-generaal van het departement van
Financin het verzoek te richten de gemeente Apeldoorn te laten blokkeren. Tot heden is hierop nog geen
antwoord ontvangen. De bureaus van de General Kommissar zur besonderen Verwendung worden in
Apeldoorn ondergebracht.
Hoewel aanvankelijk bij de Commissaris voor niet-commercile verenigingen en inrichtingen het voornemen
bestond om zijn bureau van Den Haag naar Apeldoorn over te brengen is het mij naar vele besprekingen
mogen gelukken de Heer Mller-Leehning te bewegen aan dit voornemen geen gevolg te geven.
Een stencil dat in omloop is en over de taak van de Nederlanders bij een invasie handelt, spreekt hierover
ook al. De Duitser zal zo veel mogelijk verwoesten. Het is onze taak om op tijd bijvoorbeeld een
telefoonkabel door te snijden. Daardoor wordt nog juist het doorsteken van een dijk, het opblazen van een
brug enzovoort verhinderd.
BRANDWEER. 9 uur. Na een hevig luchtgevecht was het weer een Duitse jager die het onderspit moest
delven. Het toestel kwam zwaar gehavend aan de grond. De piloot liep zware verwondingen op.
Later zullen wel nieuwe aanplakbiljetten verschijnen die ons steeds meer beperkingen en tenslotte
verplichtingen opleggen zoals diensten. De Duitsers zijn al druk bezig met hun vernielingen. Zij hakken in
alle provincies zomaar grote bossen om. In Apeldoorn moet het Kroondomein met zijn prachtige
beukenbossen en oude bomen vallen. Deze vernielingen moeten snel worden uitgevoerd. Daarom kunnen
alle personen die voor werk in Duitsland worden opgeroepen daar werken. Zij die weigerden na verlof naar
Duitsland terug te keren moeten daar ook werken. De beheerder van pension Eljo-Zamy wordt uit de
gevangenis vrijgelaten. Hij is oud geworden en loopt gebukt. Men zegt dat zijn tweede zoon, die destijds ook
veel joden heeft verraden en later de Weermacht heeft bestolen, nu bij de Arbeidsdienst is.
BURGEMEESTER PONT. Mededeling van de Directeur der Gemeentewerken van 9 februari 1944 dat de
Bevollmchtigte fr die Bauwirtschaft afwijzend heeft beschikt op de aanvraag voor de bouw van een
schuilkelder op het Raadhuisplein.
VAN HOUTUM. Volgens onbevestigde berichten is op een drukkerij in Deventer een grote oplaag van de
nieuwe Trouw gevonden. Wij moeten nu afwachten of hiermee het bestaan van dit ondergrondse krantje is
geindigd. Oom Andries uit Eerbeek, die verleden week door de Prijsbeheersing is gevangen gezet, wordt
vrijgelaten. In de gevorderde loodsen van Brouwersmolen ligt grotendeels generatorhout opgeslagen.
Hieronder bevinden zich ook resten van kozijnen. Nu moet op last van de Duitsers al het geverfde hout
gesorteerd worden. Het is niet geschikt voor de generator [= vervanger van de benzinemotor]. Hiermee zijn
een tiental personen vandaag begonnen. Zij weten wat saboteren betekent. De overheid stelt op de
tabaksbonnen voor de komende 14 dagen uitsluitend tabak beschikbaar.
VAN HOUTUM. 's Morgens ontvangen drie leden van ons gezin een oproepingskaart voor het afhalen van
de nieuwe stamkaart. Mijn vader krijgt bovendien een bewijs dat het tot 1 april 1944 verboden is personen
bij ons in kwartier te nemen door besmettelijke ziekt (difterie van zijn zuster). 's Middags om 1.10 uur horen
wij het eerste vliegtuiggeronk. De lucht is helder blauw. Wij zien niets behalve een tiental wolkjes van het
luchtdoelgeschut. Een kwartier later horen we van het zware afweergeschut duidelijk de echo's. Kort hierna
onderscheiden wij vliegtuigen die langzaam naar het westen vliegen. Zij laten geen strepen achter. Het zijn
31 bommenwerpers zonder jagerbescherming. De toestellen (vier motoren duidelijk te zien) draaien
langzaam bij en verdwijnen in zuidelijke richting. Later verschijnt in noordelijke richting een derde groep van
elf bommenwerpers. Ook deze zijn op de kentekenen na duidelijk te zien. Zij verdwijnen naar het westen.
Anderen zien nog meer bommenwerpers. Deze vliegen voor ons echter achter de bomen. Vervolgens
passeren een groot aantal, dat zich in oostelijke richting begeeft. En van deze vliegtuigen is een Lightning
te herkennen aan de dubbele romp (als onze G1). Later zijn nog vijf strepen boven Deelen te zien. Om half
drie wordt de Apeldoornse brandweer gebeld dat Nijmegen in brand staat. Bovendien brandt de gasfabriek
in Arnhem. Een korps van de Apeldoornse brandweer moet naar Nijmegen helpen blussen. Onze vrachtauto
zou morgen een vracht cellulose van de AKU [Arnhemse Kunstzijde Unie] te Arnhem halen. Deze
onderneming vraagt ons echter later te komen en zegt Daar is iets gepasseerd. Om 3.15 uur belt familie uit
Arnhem op dat de gasfabriek hard brandt. Bij het ijzerterrein van onze familie zijn acht bommen ontploft. Om
vijf uur belt de Apeldoornse brandweer opnieuw op. Deze keer handelt het over Enschede. Ook deze stad
staat in brand. Zes leden van de Ugchelse brandweer moeten zich gereed houden om in deze stad te
helpen blussen. Tot hen behoort mijn broer. Een telefoontje uit Zuid-Limburg houdt onder meer in dat het
gehele spoorwegverkeer over Nijmegen gestremd is. Om 7.45 uur belt opnieuw familie uit Arnhem op. Het
bombardement van de gasfabriek is waarschijnlijk een vergissing. Arnhem-Zuid heeft grote glasschade en
wordt ontruimd. Alle rails bij het goederenstation staan rechtop. Het personeel op het ijzerterrein is er met de
schrik afgekomen. Gelukkig is niemand van hen gewond. Het waren voor hen, onder wie mijn neef Henk,
zeer angstige minuten. Na afloop kwamen zij uit allergekste en soms zeer gevaarlijke schuilplaatsen te
voorschijn. Overal lagen scherven en zand. Zij zagen in de buurt van de gasfabriek zwaar verminkte lijken
en kreunende gewonden. Overal zijn kraters en ineengestorte gebouwen te zien. In Nijmegen zou een
munitietrein in de lucht zijn gevlogen. Dat bericht wordt niet bevestigd. Om 8.10 uur belt de Apeldoornse
brandweer op dat Jaap en de anderen niet naar Enschede hoeven te gaan. De brandweer heeft zich uit de
binnenstad teruggetrokken en vormt nu een ring rondom de vuurhaard. De waterleiding heeft het
opgegeven. De brandweer spuit voornamelijk met het voedingswater van de fabrieken. Volgens schatting
staan 2.000 woningen en 40 fabrieken in brand. Om 8.45 uur deelt de Apeldoornse brandweer mee dat het
korps te Nijmegen om 8.30 uur nog bluste. Het water wordt uit de Waal gepompt. Vele pompen dienen als
voedingspompen (ingeschakeld in slangenleiding). Naar later bekend wordt zijn door luchtgevechten in
Terwolde een groot aantal bommen gevallen. Een boerderij staat in brand. Twee bommenwerpers stortten
omlaag. Veertien Amerikanen wisten zich per parachute te redden Over Nijmegen is nog bekend dat 16
bommenwerpers eerst boven de stad cirkelden en daarna naar het oosten vlogen. Hierna weerklonk het
Alles veilig.De formatie keerde even later terug en wierp zijn lading af. Het station staat onder andere in
brand.
BLOEM. 's Middags 1 uur passeerden in zuidelijke richting een 100-tal Engelse vliegtuigen. Ze hebben
Arnhem en Nijmegen bij vergissing gebombardeerd. Zij dachten boven Duitse steden te zijn. Hier zijn naar
men zegt 500 doden gevallen terwijl dit aantal nog stijgt omdat zich onder de puinhopen nog vele
slachtoffers bevinden. Het station met een aankomende trein vol passagiers alsmede de mensen in de
wachtkamers en een trein vol munitie is hier door bommen getroffen en vernietigd. Arnhem heeft het er
beter afgebracht. Al hoewel ook hier slachtoffers gevallen zijn. Enschede is in zijn arbeiderswijken getroffen.
Hier is de materile schade groot. Ook hier zijn slachtoffers. In Terwolde hebben Engelse bommenwerpers,
naar men zegt, wel 80 bommen laten vallen in een gevecht met Duitse jagers. Achter de Dijkhof'
beginnende hebben ze doorgestrooid tot de boerderij van Schrijver bij het kerkhof. Een bom viel tussen het
vee op stal wat hierbij omkwam, alsmede de vrouw des huizes. Drie paarden en twee kalveren zijn slechts
gered. Al het andere kwam in de vlammen om. Schrijver zelf was naar de veemarkt in Zwolle.
BRANDWEER. 14.43 uur. Het bombardement van Nijmegen. De Opel- en Mercedesspuiten reden ter
assistentie uit. Het heeft de bemanning van die twee spuiten mogen gelukken om de zware brand aan de
Westzijde af te snijden. Daardoor is een groot gedeelte van de stad nabij het Kronenburgerpark behouden.
BURGEMEESTER PONT (1 - 29 februari). Aan Nijmegen werd assistentie verleend met 15 man in verband
met het plaatsgevonden bombardement, idem aan Arnhem met 5 man.
In de maand februari heeft het Gasbedrijf weer voor grote moeilijkheden gestaan doordat de kolenaanvoer
stagneerde. Op 29 februari was nog slechts 500 ton geleverd van de totale toewijzing van 2000 ton.
Hierdoor was men genoodzaakt om van de oudere voorraad grotere hoeveelheden te verwerken. Dit zijn
dus kolen die enige maanden opgeslagen zijn en dus in kwaliteit achteruitgaan. Dit heeft een verminderde
gasproductie ten gevolge gehad. Daardoor is men genoodzaakt geweest gedurende enkele dagen de druk
te verminderen teneinde niet geheel zonder gas te komen. Op het laatst van de maand was de aanvoer
weer iets beter.
Het ovenmateriaal wordt van dag tot dag slechter. De nieuwbouw van de firma Klnne te Dortmund
stagneert nog steeds aangezien men in Berlijn nog geen toestemming wil geven voor Dringlichkeit zolang
de Nederlandse bezettingsautoriteiten daarvoor geen verklaring afgeven. Inmiddels heb ik mij wederom met
de leverende firma verstaan en ontving ik juist dezer dagen bericht dat zij mij met enkele dagen mededeling
zullen doen.
De vordering van ijzer en nu al getrokken buizen gaat steeds verder. In de afgelopen week hebben
Technische Bedrijven weer grote voorraden van de in voorraad zijnde gasbuizen moeten afstaan aan Duitse
instellingen. Het maken van nieuwe aansluitingen moet dus beperkt worden tot enkele zeer dringende
gevallen.
Een fitter, die Technische Bedrijven hebben moeten afstaan voor de hulpactie in Duitsland, is na zes weken
zijn dienst daar te hebben verricht, weer teruggekeerd.
De ziekte onder het personeel neemt grote afmetingen aan en moet wel worden toegeschreven aan de
mindere lichamelijke weerstand.
De hoeveelheid af te leveren gas voor tractiedoeleinden voor het Tankstation is opnieuw gerantsoeneerd.
Iedere maand wordt van het Rijkskolenbureau mededeling ontvangen hoeveel tankgas afgeleverd mag
worden. Overschrijding van deze voorgeschreven hoeveelheid heeft tot gevolg dat in de daarop volgende
maand minder kolen worden verschaft in evenredigheid met het overschreden kwantum. Daarom wordt
nauwlettend toegezien dat het voorgeschreven rantsoen niet wordt overschreden.
Op n van de zondagen in de maand februari is het pompstation van het Waterleidingbedrijf bezet geweest
gedurende 2 uren door een proefbezetting van de Duitse Weermacht.
De toeloop van de Badhuizen blijft steeds groot en de warmwatervoorziening vormt steeds een punt van
zorg voor de bedrijfsleiding.
Deze man heeft als represaille voor internering van Duitsers in Nederlands Indi [het latere Indonesi]
3 1/2 jaar gevangen gezeten.
BLOEM. Vandaag weer activiteiten in de lucht. Onder andere een luchtgevecht hier vlak boven waar ze met
mitrailleurs en lichte kanonnen schoten. In Apeldoorn anderhalf uur luchtalarm. Hevig afweervuur van
Deelen waar wij in de lucht de kleine wolkjes van de ontploffende granaten konden waarnemen.
VAN HOUTUM. 's Nachts om vier uur licht de SD onze huisdokter (dr. F. Piekema) van zijn bed. De log
moet zich ook aankleden. Alle buitendeuren worden bewaakt Zeven personen zoeken het huis oppervlakkig
door. Zij vernielen direct de telefoonverbinding. De vrouw van de arts wordt met een machinepistool
bedreigd. De Duitsers fouilleren de dokter nog in zijn pyjama. Met enige anderen (ook personen uit
Deventer, waaronder twee pastoors met hun huishoudsters) gaan zij per bus naar Arnhem. Een vrouw van
n der gearresteerden kreeg twee machinepistolen tegen haar borst gedrukt. Deze dreigmethoden en de
bandietengezichten tonen voldoende de afkomst van deze vertegenwoordigers van het Herrenvolk. De
gearresteerden worden in Arnhem een voor een ondervraagd. Zij worden verdacht van een geheime
organisatie. Het wordt niet bewezen zodat de moffen hen om twaalf uur na een zedenpreek vrijlaten. Na dit
voorval denkt iedereen aan dokter Duuring die twee jaar geleden op dezelfde dag is gearresteerd. Er gaan
geruchten dat mevrouw Duuring bij de Gestapo is maar dit is tot nu toe ongelooflijk. In dezelfde nacht doen
zes NSB-agenten uit Apeldoorn opnieuw een inval bij C.Quartel [Koudhoornlaan 12]. Enige weken geleden
zochten zij er naar joden. Wat nu hun doel is is onbekend. De betrokkene wordt nog steeds geschaduwd. Er
is ook nu weer sprake van joden maar ook van wapens. De Duitsers eisen van de familie te Brouwersmolen
nog twee niet in gebruik zijnde auto's op. De wagens moeten tussen 9 en 17 uur vorfahren maar de moffen
verschijnen niet. En oom krijgt voor dit vorfahren zelfs vijf liter benzine toegewezen.
BURGEMEESTER PONT. Met ingang van 23 maart werd het gebouw van school 28 (Brinklaan) gevorderd
door de Duitse Weermacht. De school werd mede gevestigd in het schoolgebouw aan de Stationsstraat.
d. De uitreiking van de tweede distributiestamkaarten kwam in den loop van deze maand, voor zover het
betreft de uitreiking aan hen van wie persoonskaarten nog in het bevolkingsregister van deze gemeente
voorkomen, nadat zij in een onverminderd hoog tempo voortgezet was, omstreeks half maart gereed.
Op dit tijdstip moesten dus nog worden uitgereikt de stamkaarten van wie persoonskaarten bij de brand in
mei 1943 zijn verloren gegaan, ook de stamkaarten van hen die aan de eerste uitnodiging geen gevolg
hebben gegeven. Zowel van de kant van de Rijksinspectie van de Bevolkingsregisters als van het
departement van Binnenlandse Zaken was de indruk verkregen dat de uitreiking van de stamkaarten aan
hen, van wie de persoonskaarten tijdens de brand onklaar geraakt waren, in een rustig tempo kon
geschieden. Daarbij kon een koppeling plaatsvinden aan het verzamelen van gegevens voor de
reconstructie van het bevolkingsregister. Aanvankelijk heb ik gemeend de bekende circulaire van het CDK,
waarin werd meegedeeld dat op 1 april alle stamkaarten moesten zijn uitgereikt, terzijde kunnen leggen.
Nader overleg met de Rijksinspectie van de Bevolkingsregisters schonk mij echter de overtuiging dat het de
wens van de Duitse autoriteiten was dat ook ten spoedigste van de zogenaamde reconstructiegemeenten
geen uitzonderingen worden gemaakt. Het waarnemend hoofd van bedoelde Rijksinspectie ging er mee
akkoord dat voor de gemeente Apeldoorn de datum van 1 april zou worden verschoven naar 15 april.
De onderwijzers van de openbare scholen zijn nu opnieuw ingeschakeld. Al op dit ogenblik kan met
zekerheid gezegd worden dat alle inwoners van Apeldoorn op 15 april 1944 in het bezit zullen zijn van hun
tweede distributiekaart.
Voor de uitvoering van deze gigantische opdracht is uiteraard veel werk en overwerk verzet. Tal van
werkzaamheden die niet in alle opzichten urgent waren moesten voor korte tijd worden uitgesteld. In een
brief aan de Secretaris-Generaal van het departement van Binnenlandse Zaken heb ik uitvoerig verslag
uitgebracht omtrent het verloop van de uitreiking. Dit om buiten twijfel te stellen dat het feit dat Apeldoorn de
fatale termijn met 14 dagen had overschreden. Anders zou mij laksheid van mij kunnen worden verweten of
van de aan mij ondergeschikte ambtenaren.
e. Aan de bedrijfsbescherming van de gemeentegebouwen werd ter voldoening aan de circulaire van de
kapitein van de Staatspolitie, Gewestelijk inspecteur voor de luchtbescherming te Arnhem, de nodige
aandacht geschonken. Ter bescherming van het gemeentehuis en het personeel tegen luchtaanvallen
werden tal van maatregelen getroffen. Tal van maatregelen zijn nog in voorbereiding. Onder meer zullen
binnenkort meerdere gemeenteambtenaren een zogenaamde bedrijfsbeschermingscursus in Groesbeek
gaan volgen.
f. De Burgemeester besluit over te gaan tot de aanstelling van een wetenschappelijk gevormd
archiefambtenaar voor de verzorging van het gemeentearchief. De daarvoor nodige uitgave zal ter
goedkeuring voorgelegd worden aan de Commissaris der Provincie Gelderland.
g. De Burgemeester brengt ter kennis van de wethouders een schrijven van de Directeur der
Gemeentediensten, blijkens hetwelk de aanvoer van verse groente, zowel voor de centrale keuken als voor
de particulieren wegens export is stopgezet.
h. De Burgemeester besluit aan de heer Jhr. Dr. Quarles van Ufford, oud-burgemeester van de gemeente
Apeldoorn, en aan de heer D.Gosker, oud-wethouder van de gemeente Apeldoorn, die indertijd in verband
met hun bestuursfunctie zijn benoemd tot ambtenaren van de burgerlijke stand, als zodanig ongevraagd
eervol ontslag te verlenen met dankbetuiging voor de aan de gemeente in die hoedanigheid bewezen
diensten.
i. Bij het Gasbedrijf hebben zich in de afgelopen maand de moeilijkheden vergroot door gebrek aan het
nodige gereedschap, vooral kolen- en cokesschoppen. Verdere moeilijkheden zoals gebrek aan werkkleren
enzovoort blijven eveneens bestaan. De kolenaanvoer over de afgelopen maand geeft geen reden tot
klagen. Met de gasproductie en de gasaflevering heeft men de moeilijkheden het hoofd kunnen bieden. In
de afgelopen maand hebben zich dus geen momenten voorgedaan waarin de druk op het gas moest
worden verminderd.
Voor de hulpactie aan de Arnhemse Gasfabriek zijn door het Apeldoornse Gasbedrijf twee fitters
beschikbaar gesteld. Deze fitters verrichten gedurende enkele weken hun werk in Arnhem.
j. Voor de aflevering van tankgas zijn door het Bureau Generatoren en Tankgas wederom nieuwe
voorschriften uitgevaardigd. Het gas zal met ingang van 1 april a.s. op bon worden afgeleverd. Verder
moeten de wachttijden geregistreerd worden zodat wederom enige mensen daarvoor beschikbaar gesteld
moeten worden.
Voorgeschreven is dat voor het tanken buiten de normale uren en op Zon- en Feestdagen een extra heffing
van vijf en zeventig cent per vulling zal worden gend. De toegewezen hoeveelheid tankgas wordt geregeld
overschreden door het grote verbruik dat in Apeldoorn van het tankgas wordt gemaakt. Hierover zijn door de
directeur van de Technische Bedrijven onderhandelingen gevoerd met het Rijkskolenbureau, met de
Rijkswaterstaat, met de Rijksverkeersinspectie en met het Bureau Generatoren en Tankgas.
k. Het luchtalarm heeft voor de gasfabriek dikwijls zeer nadelige gevolgen aangezien - sinds het
bombardement op Arnhem - het personeel zich tijdens luchtalarm direct van het werk verwijdert.
Dit is, gezien het gebeurde te Arnhem, zeer wenselijk. Wel ondervinden wat de normale chargering van de
ovens betreft daardoor oponthoud.
l. Opnieuw heeft de Directeur van het Staatsbosbeheer, hoofd van het Staatstoezicht op de bossen, bij
beschikking van 31 maart 1944 de veiling en oplevering gelast van 200 m mijnhout uit Berg en Bos
De brand (eerst bos, later hei en tenslotte weer bos) is om 5.45 uur geblust. Het woedt op verboden gebied
bij Gerritsfles [bij Radio Kootwijk]. Daardoor zijn geen bijzonderheden bekend. 's Morgens om 9.30 uur wordt
het proces tegen negen inwoners uit Beekbergen (twee weken verdaagd) voortgezet. De beklaagden
moeten tot het einde van de zitting (4.30 uur) staan. De rechter leest tenslotte de vonnissen voor. Het zijn
zes doodvonnissen en drie vrijheidsstraffen van vier en twee jaar. En van de ter dood veroordeelden zakt
na deze mededeling in elkaar. De dokter uit Beekbergen verleent de eerste hulp. De familieleden en
kennissen kunnen het proces bijwonen. De veroordeelden vragen gratie aan. Dit vonnis is het gesprek van
de dag. Uitdrukkingen als groot tuig, vuilakken, smeerhonden, beestenbende enzovoort (natuurlijk op
Duitsers van toepassing) worden herhaaldelijk gebruikt. Aan dit vonnis zal wel niet veel veranderd kunnen
worden. De meid die deze zaak aan het rollen heeft gebracht loopt nog in Beekbergen rond.
BLOEM. De laatste tijd weer bijzonder veel activiteit in de lucht. De Engelsen en Amerikanen vliegen bij dag
en bij nacht met hele drommen. Soms met een 60-tal tegelijk. Ze komen hier over vliegen richting oosten
waarbij men dan het hevig afweervuur van Deelen kan horen. Dat heeft wel iets weg van een zware
donderbui maar men hoort zelden dat er wat omlaag geschoten wordt. Engelse vliegtuigen wierpen
bommen op enkele gebouwen in Den Haag waar de bureaus gevestigd waren van persoonsbewijzen
enzovoort. Hierbij kwamen 47 personen, die er werkten, om het leven.
VAN HOUTUM. In de NAC [krant] staat een artikel over het opgraven van een jood op het jodenkerkhof in
Apeldoorn. De resten van de kist en zijn lichaam zijn behalve het hoofd op het kerkhof teruggevonden. De
politie geeft als reden voor deze grafschennis op dat de jood veel gouden tanden in zijn mond had. De
dader(s) zijn nog niet gevonden. Men zal deze wel onder de Duitse SS moeten zoeken. 's Middags passeert
in richting Hoenderloo een groot aantal Duitse soldaten (lopend) met antitankgeschut. De keukenwagen
haalt bij ons rond 15 emmers water. Zij willen het niet uit de beek scheppen uit angst voor vergiftiging. 's
Avonds om zeven uur moet het hele politiecorps aantreden. Een afdeling van de SD komt uit Arnhem over.
In Noord-Apeldoorn wordt weer een razzia gehouden om werkkrachten voor Teuge te krijgen. 's Avonds om
10 uur horen wij in richting Deelen dof gerommel. Tussen twee kruiselings geplaatste zoeklichten zien we
voortdurend lichtkogels. Deze worden evenwijdig aan de bosrand in westelijke richting afgeschoten.
POLITIE (15 maart tot en met 14 april 1944).
- De maatregelen om burgers te vorderen voor graafwerk bij de Waffen-SS en de wijze waarop deze
arbeiders worden geworven heeft enige onrust in de Gemeente verwekt.
- Het feit dat 5 inwoners in de Gemeente wegens verboden wapenbezit ter dood zijn veroordeeld wordt druk
besproken en heeft grote verslagenheid gewekt. Het gevoel van machteloosheid tegenover de Duitse
bezetting is erdoor geaccentueerd.
- Het vorderen van meerdere woningen voor Duitse burgers heeft onrust veroorzaakt en enige conflicten tot
gevolg gehad.
- De groentevoorziening heeft door de aanvoer van verse groenten enige verbetering ondergaan. Fruit was
niet in de handel.
- Aan de opleiding van het politiepersoneel wordt de nodige aandacht besteed.
- Aangifte rijwieldiefstal: 41
- Op de jodenbegraafplaats werd het lijk van een jood opgegraven en het hoofd ontvreemd. Een uitgebreid
onderzoek naar de daders heeft nog niet het gewenste resultaat gehad.
- Het heeft mijn aandacht getrokken dat vele deelnemers van elders aan de onlangs hier ter plaatse
gehouden politieveldloop zich in burger in plaats van in uniform gekleed naar Apeldoorn hadden begeven.
De Graham [merk auto] wil ook niet. Daarna proberen wij het met een paard. Deze rijdt er enige kilometers
mee door Ugchelen maar de vrachtauto wil niet aanslaan. Wij krijgen tenslotte de vrachtauto met behulp van
de luxe wagen van Prelle aan het lopen. Het is inmiddels 11.30 uur. De vrachtauto komt met een
slakkengang de eerste vracht om 13.00 uur brengen. Een tweede komt om 3.20 uur aan. De auto doet over
de afstand station - fabriek 30 minuten. Hierna wordt besloten geen nieuwe vracht meer te halen. Er gaat
niets boven benzine! Generatoren maken pech en kosten zeer veel in onderhoud.
BLOEM. Alhier passeerde een Engels vliegtuig die, al dalende, landde bij Streppel van Marie-Meui (Streppel
van de Leemsteeg tegenover de Achterhoekseweg). De 7 inzittenden verdwenen nadat ze goed geland
waren in zuidelijke en noordelijke richting. Het was een vliegtuig met op de vleugels 4 motoren en een
spanwijdte van circa 25-30 meter. Ook aan het kanaal richting Beekbergen daalde er n en vloog tegen
een schuur die afbrandde en doodde een man die er op de handel was. Hij kwam van Uddel. In het gehele
land zouden er 23 vliegtuigen neergeschoten zijn. Overal werden dan ook politieposten uitgezet langs de
grote wegen die de auto's moeten controleren of hier ook Engelsen mee vervoerd werden.
LUCHTBESCHERMINGSDIENST. Omstreeks 11.30 uur neergekomen op een weiland gelegen aan de
Traandijk te Beekbergen 1 lege benzinetank.
Omstreeks 14.30 uur Amerikaanse bommenwerper tegen het huis gevlogen van Hendrik Mulder,
Elspeterweg nr.48 te Uddel. Toestel brandend neergestort terwijl het achterhuis geheel vernield werd. Van
de bewoners is om het leven gekomen, Gemmigje Mulder, geboren te Apeldoorn 3-1-1925, terwijl de vrouw
van Hendrik Mulder, genaamd Aaltje Hop, oud 52 jaar, licht aan het hoofd werd gewond. Van de Bemanning
niemand aangetroffen. Toestel geheel verbrand.
Omstreeks 14.?? uur Amerikaanse bommenwerper neergestort op een roggeveld van Van Hierden, gelegen
Meerveld 59 te Uddel. Geen schade of persoonlijke ongevallen. Het toestel werd geheel vernield.
Omstreeks 15.00 uur Amerikaanse bommenwerper neergestort aan de Veldweg 25 te Lieren. Hierbij werd
gedood G. van de Hoek, geboren te Apeldoorn op 17 oktober 1907, landarbeider, wonende Noorddrieseweg
5 te Uddel. Van perceel Veldweg 25 ontstond schade aan het dak van de schuur en wagenloods terwijl
eveneens schade werd veroorzaakt aan de 3 hooibergen en de mestvaalt. Het toestel werd geheel vernield.
Omstreeks 15.39 uur een 1-motorig Engels vliegtuig neergestort in een bosperceel nabij de Woeste Hoeve
aan den Arnhemseweg. Toestel geheel vernield. Uit het toestel werd het geheel verkoolde lijk van de piloot
[waarschijnlijk R.B. Pullin] gehaald. Verder geen schade aangebracht.
Omstreeks 22.30 uur neergekomen op een stuk bouwland gelegen achter de boerderij van T. Seijnink,
Kostersweg 26 te Loenen, n lege benzinetank.
BRANDWEER. 's Middags om 2.28 uur stortte een grote Amerikaanse bommenwerper, die boven Enschede
vleugellam was geschoten, neer op het woonhuis van H. Mulder aan de Elspeterweg 48 te Uddel.
Jammerlijk kwam een meisje van 19 jaar en de bemanning om het leven. Het achtergedeelte van het huis
werd totaal vernield. Deze dag was een donkere dag voor de Amerikaanse luchtmacht [doorgestreept: dus
ook voor ons, want] er werden in een uur tijd nog 3 bommenwerpers neergeschoten. Een gedeelte van de
bemanning wist zich met de parachutes te redden. De anderen zijn omgekomen.
Ik kan u nu iets aardigs over ondergronds werk vertellen van de torenwachters van de Bosbrandweer
zonder dat zij het zelf wisten dat zij het deden. De torenwachters, die in het brandbare jaargetijde op de
brandtorens op verschillende hoge punten van de Veluwe zijn geplaatst, zitten uit te kijken naar opkomende
bos- en heidebranden. Zij hadden van mij de opdracht om alles wat zij zagen direct per telefoon aan mij te
melden. Zo werd er gemeld dat er vliegtuigen op komst waren uit westelijke richting dat er Duitse jagers
aankwamen en er luchtgevechten waren dat iets was afgeworpen waardoor brand was ontstaan. Ook
meldden de torens van Kootwijk, Ugchelen en Hoog Soeren vaak het beschieten van treinen. Soms gaven
zij bericht dat een vliegtuig was afgeschoten en er op zoveel graden parachutisten waren neergekomen. En
hier ging het bij mij nu juist om. Die jongens moesten zo snel mogelijk worden opgepikt en in veiligheid
gebracht. Al spoedig meldden ook andere torens de parachutisten zodat ik door hun opgaven van het aantal
graden precies de plaats kon bepalen waar de parachutisten waren neergekomen. Ik gaf direct mondeling
de berichten door aan mijn neef Reinier van Gerrevink van de plaats en het aantal gedaalde parachutisten
enz. Reinier trok er dan dadelijk op uit om met nog anderen (wie, dat wist ik niet) de jongens op te sporen.
Het is erg jammer dat Reinier 2 oktober 1944 gefusilleerd werd. Hierdoor was ik meteen het contact kwijt.
Reinier heeft nooit verteld wie zijn helpers waren. Hij heeft zijn helpers schijnbaar nooit verteld van wie hij
die berichten kreeg. Deze manier van berichtgeving was natuurlijk erg save maar had het nadeel dat door
het wegvallen van de hoofdschakel al het verdere contact verloren ging.
VAN HOUTUM. `We zien een Amerikaanse bommenwerper boven de bomen. Het toestel vliegt langzaam
naar het westen. Het verkeert zichtbaar in moeilijkheden. Op enige afstand cirkelen 4 Duitse jagers rond en
vanaf de Harskamp wordt met lichte Flak op het toestel geschoten. De ontploffende granaten zijn rond het
vliegtuig zichtbaar. De schutters aan boord weren zich hevig. Even later springen 8 man uit het toestel, kort
daarop nog 2. Later hoor ik dat van twee bemanningsleden de parachutes niet zijn opengegaan en beiden
vinden de dood. En van hen valt op de spoorlijn bij Assel.
2g De werkzaamheden duren ook nu nog voort en wel met dezelfde arbeiders die werden aangewezen,
respectievelijk werden opgevangen. Aan de bepalingen in de Duitse Instructie, dat dezelfde arbeiders
slechts 14 dagen achtereenvolgens mogen worden te werk gesteld om daarna door anderen te worden
vervangen, heeft men zich van Duitse zijde niet gehouden.
LUCHTBESCHERMINGSDIENST. Omstreeks 18.45 uur gevonden achter Woudhuizerweg 5 een
rubberboot [afkomstig uit de bij Uddel op 29 april 1944 neergestorte Liberator].
Steeds meer Duitsers schijnen te vertrekken. Ze beginnen te denken aan een spoedige Invasie. In Itali
schijnen de Duitsers bij de Gustavlinie terug te trekken.
Enkele moffen geven niets om het blussen. Zij zeggen: Laat maar branden want de volgende week brandt
het weer. De Duitsers zijn gul met tarwebrood (zuurdeeg) en limonade. Er brandt in totaal 200 ha bos en
heide af. De oorzaak van deze brand zijn brandbommen. Daarvan worden er later drie gevonden. Wij horen
dat er treinen bij Vaassen en Barneveld zijn gemitrailleerd. Gisteren werd een trein tussen Zutphen en
Arnhem tot stilstand gebracht door mitrailleurvuur. De Amerikaanse jagers maken nu ook in Nederland een
begin met het beschieten van locomotieven.
SPOORWEGEN. Op 29 mei 1944 werd om ongeveer kwart over twee des namiddags een trein tussen
Stroe en Barneveld bij km 62.700 beschoten. Hierbij raakte de machine defect terwijl het personeel verwond
werd.
gewond. Even later werden enige oude wagens in de zanderij te Assel beschoten waarbij het spoor op 3
plaatsen beschadigd werd.
POLITIE (Proces Verbaal). Naar aanleiding van een op het politiebureau alhier binnengekomen melding
betreffende het beschieten van een trein nabij Assel te omstreeks 11.45 uur van de 31ste mei 1944, begaf
ik, vaandrig van de Gemeentepolitie te Apeldoorn, mij om ongeveer 12.15 uur met personeel er heen. Daar
werd het volgende geconstateerd.
De D-trein van Dresden naar Den Haag die om 8.35 uur uit Apeldoorn had moeten vertrekken maar enige
uren overtijd was, is omstreeks 11.45 uur op het baanvak Apeldoorn - Amersfoort nabij Assel door enige
vijandelijke vliegtuigen met de boordwapens beschoten. Als gevolg hiervan werd de [stoom-]locomotief lek
geschoten. De machinist wist de trein direct tot stilstand te brengen. De wagens bekwamen geen schade.
Drie personen werden licht gewond. Een vierde persoon werd zwaar gewond. Bij nadere informatie bleek
laatstgenoemde persoon te zijn Trijn Hoogeweg, geboren 09 januari 1917, wonende te Borculo aan de
Kerkstraat. Zij werd per extra trein overgebracht naar Apeldoorn en vandaar naar het RK-Ziekenhuis te
Apeldoorn. Daar bleek dat zij een schot in de buik had gekregen en operatief ingrijpen noodzakelijk was.
Haar toestand is ernstig.
Op enige plaatsen in de hei rondom de trein ontstond brand. Deze brand werd echter direct door de
Apeldoornse brandweer en de vrijwillige brandweer uit Assel geblust. Er is zeer weinig hei verbrand. Enige
langs de spoorlijn gespannen telefoondraden werden vernield.
Nadat een nieuwe locomotief uit Apeldoorn was gearriveerd kon de trein na twee uur oponthoud vertrekken.
LUCHTBESCHERMINGSDIENST. Omstreeks 11.55 uur werd de D-trein Apeldoorn - Amersfoort beschoten
door een tweetal Engelse jagers. De locomotief werd beschadigd. Een zwaar gewonde Trui Hoogeweij,
wonende Kerkstraat te Borculo is naar het St. Liduina Ziekenhuis overgebracht. Drie lichtgewonden zijn
doorgereisd naar Amersfoort.
Omstreeks 12.00 uur werd 1 kilometer van Nieuw Milligen af in de richting van Apeldoorn een militaire
autocolonne door jagers beschoten. En vrachtwagen werd beschadigd en de bestuurder gedood.
VAN HOUTUM. De BBC-radio roept 's avonds om 6.45 uur de volgende waarschuwing aan de inwoners van
de bezette gebieden om. Binnenkort zullen u via de radio belangrijke instructies worden gegeven. U moet in
staat zijn ieder uur te kunnen luisteren. De spreker verwijst in het bijzonder op de ochtenduitzendingen.
LUCHTBESCHERMINGSDIENST. Omstreeks 11.45 uur gevonden in een aardappelland gelegen achter
perceel Veenhuizerweg 92 te Apeldoorn 1 blikken doos met 3 lichtpatronen. Vermoedelijk afkomstig van een
vliegtuig.
BURGEMEESTER PONT. Vandaag werd het gebouw voor buitengewoon lager onderwijs school 1
(Bleekersweg) door de Duitse Weermacht gevorderd. Daarin was ook school 19 (Eendrachtstraat)
ondergebracht. Aangezien volgens ontvangen mededeling de vordering voor de duur van 8 10 weken zou
plaats hebben werd de volgende voorlopige regeling getroffen. De scholen 19 en 1 kregen vervroegde
vakantie van 5 juni tot 3 juli. Met die datum werden zij tijdelijk ondergebracht in het schoolgebouw aan de
Zilverweg. De daarin gehuisveste scholen 15 en 24 krijgen met laatstgenoemde datum een vervroegde
zomervakantie tot 3 augustus.
getrokken werd door een zwaar vliegtuig met motoren en ieder zweefvliegtuig was bemand met 25 soldaten,
volledig uitgerust, of n lichte tank. Er zouden 20 divisies geland zijn.
LUCHTBESCHERMINGSDIENST. Omstreeks 15.45 uur neergestort op het Kootwijkerpad te Apeldoorn een
tweemotorige Amerikaanse jager. Toestel geheel vernield, overigens geen schade aangebracht. Omtrent
inzittenden die volgens ooggetuigen per parachute zijn uitgesprongen is niets bekend.
BRANDWEER. Om 17.00 uur kwam bericht dat een Amerikaanse jager tussen Milligen en Kootwijk
brandend was neergestort. De bemanning was er uit gesprongen. De bekende handelingen werden weer
verricht en voor zover mij bekend zijn ze goed weggekomen.
Het vliegtuig is vermoedelijk hedenmorgen omstreeks 2 uur neergestort. De zeven dode bemanningsleden
waren J. Kirton, J.P. Coogan, F. Spencer, C. Mc.Clean, P. Andrewes, A. Brazier en J. Lochhead.
LUCHTBESCHERMINGSDIENST. Omstreeks 10.30 uur; een viermotorige Engelse bommenwerper
neergestort in het Willemsbos te Apeldoorn. Toestel geheel vernield. Bemanning, bestaande uit 7 personen,
door de val gedood.
BRANDWEER. 's Morgens om 02.15 uur stortte een engelse bommenwerper in het Willemsbos neer. De
brokstukken lagen over een oppervlakte van 3 bij 3 kilometer verspreid. 8 lijken werden geborgen.
Veel Duitsers hier gekomen, meest oude mannetjes, men beweert uit Rusland. Op de Veluwe bij Speulde
komt een fopvliegveld met houten vliegtuigen. Of de bondgenoten daar in zullen trappen?
BLOEM. De kranten melden de moord op een districtcommandeur der landwacht te Assen. Buursma werd
in de avond van 16-6 met een schotwond gedood.
BRANDON, H.G. Emmalaan 23 Apeldoorn [uit brief van 22 juni 1944 aan de Directeur van het Gewestelijk
Arbeidsbureau, Huize Swinemnde te Apeldoorn].
In de nacht van 21/22 juni 1944 lagen ik en mijn vrouw in het Pension VANO Emmalaan 23 te Apeldoorn,
alwaar wij onze intrek hebben, te bed, toen wij omstreeks 12 uur uit onze eerste sluimer wakker werden
door gestommel op de trap en op de gang voor onze slaapkamerdeur een grove, luide mannenstem.
Onmiddellijk daarop werd mijn slaapkamerdeur zonder aankondiging of waarschuwing geopend en het
elektrische licht opgeknipt terwijl een man in - ik meen - politie-uniform en een man in WA-uniform met rode
mouwband binnentraden. Wakker geschrokken vroeg mijn vrouw: Wat betekent dat? Waarop de man in
politie-uniform ruw antwoordde: Hoe minder je je met de zaak bemoeit, hoe minder je vraagt, hoe beter het
voor je is. Hij en de andere man begonnen toen onder het bed te kijken en achter de gordijnen en de
kasten open te maken. Onmiddellijk na het antwoord aan mijn vrouw, pas goed wakker geworden vroeg ik:
Wat heeft U hier te zoeken? Waarop wederom ruw geantwoord werd: Ga maar liggen, ga maar slapen.
Intussen werd het doorzoeken van de kamer voortgezet en na beindiging daarvan gingen de twee
geniformeerde lieden weer de kamer uit. Hierop hoorde ik gestommel op mijn werkkamer boven mijn
slaapkamer gelegen. Dit gaf mij aanleiding uit het bed te stappen en naar boven te gaan kijken wat er
gebeurde en mij op de hoogte te stellen van doel en reden en mij te vergewissen op grond van welke
autorisatie dit ongehoord grove optreden geschiedde. Op de trap naar de bovenste verdieping, dicht
bovenaan staande, zag ik de man in politie-uniform uit mijn werkkamer komende. Ik zei tot hem: Dat is mijn
kamer, wat zoekt u daarin? Hierop wende de man zich tot mij en voegde mij op opgewonden en grove toon
toe: heb ik je geroepen? Wat loop je mij achterna?
Het kostte mij grote moeite mij te beheersen bij zoveel provocerende grofheid, maar op volkomen rustige,
geforceerd getemperde toon zei ik hem: Ik wens te weten welke instantie de opdracht hiertoe gegeven
heeft ofwel hiermee te maken heeft. In grote opwinding, wild gesticulerend, schreeuwde de man mij toe:
Wat instantie? De instantie ben ik, zich hierbij op de borst slaande. Hij schreeuwde nog, ergens in het
onbestemde met gestrekte arm wijzende iets van: Anders ga je maar daar naar toe, dan zullen ze je wel
leren wat je weten wilt. Inmiddels had ik opgemerkt dat de heer van Ommen, de ondernemer van het
pension, in het kamertje naast mijn werkkamer stond en ik vroeg hem wat dit alles te betekenen had.
Daarop antwoordde de heer van Ommen Ze zoeken mijn zoon, mijnheer.
Intussen tierde de man in politie-uniform luidkeels: Ga naar beneden! Dit werd op meer bedwongen toon
overgenomen door de vlak voor mij staande man in landwachtuniform. Onder opmerking mijnerzijds dat
onder de bestaande omstandigheden zulk optreden wellicht geoorloofd was maar dat in ieder geval daarbij
dan toch een behoorlijke vorm in acht genomen diende te worden koos ik de wijste partij en ging ik weer
haar mijn slaapkamer ofschoon het grove, onhebbelijke optreden van de in politie-uniform gestoken man
grote verontwaardiging bij mij had opgewekt en als het ware verzet uitlokte. Hedenmorgen vernam ik van de
heer van Ommen, dat toen hij op het aanbellen de deur openmaakte, hij door binnendringend gewapende
geniformeerde lieden, die hij voor politiepersoneel aanzag, overrompeld was geworden en zonder
legitimatie gevraagd te hebben - en die ook niet anderszins gekregen hebbende - zich had gevoegd en het
doorzoeken van het huis had laten begaan, zelf daarbij meegaande. Op mijn vraag, of hij, toen zij boven
kwamen bij mijn kamer, hij de aandacht erop had gevestigd dat die kamer bij mij in huur was en ik mij daarin
met mijn vrouw te bed bevond, verklaarde de heer van Ommen dat hij de geniformeerde man uitdrukkelijk
had ingelicht dat in de beide betrokken kamers pensiongasten huisden, een oude dame en een echtpaar,
die al te bed waren. Toch drong de politieman zonder vooraf te waarschuwen of verlof te vragen ruw mijn
kamer binnen (en evenzo de kamer ernaast van de 77 jarige oude dame, mede pensiongast). Van de heer
van Ommen vernam ik mede dat het huis door politiepersoneel was omsingeld en twee man met geveld
geweer beneden in de gang stonden. Bij dergelijke voorzorgen wekt het onbekookte, ruwe, zenuwachtige
optreden nog meer verbazing. Uit het bovenstaande blijkt:
a. dat de bewuste politieman voor een onderzoek, waarbij ik niet de minst betrokken was, zonder enige
vorm van proces, ruwweg in de door mij als woonruimte gehuurde en bewoonde vertrekken is
binnengedrongen;
b. dat hij geweigerd heeft op de volkomen rechtmatig gestelde vraag mijnerzijds zijn optreden te legitimeren;
c. dat hij zonder de minste provocatie mijnerzijds mij op grove beledigende wijze heeft bejegend.
Ik beklaag mij deswege bij u en zal gaarne te zijner tijd vernemen tot welk gevolg u zulks aanleiding heeft
gegeven.
BLOEM. Overval van vliegtuigen op de trein van Apeldoorn - Deventer waaraan een afweerwagen met
geschut gekoppeld was. Er is geen schade aan mens of trein. Wel in de buurt aan de Zutphensestraat. Een
schot dwars door een raamkozijn. Bij verscheidene mensen zijn de kogels rakelings gepasseerd. Deze
treinovervallen hebben de laatste tijd iedere keer plaats in de lande. Daarmee worden veel mensen
vermoord en locomotieven vernield.
c. Naar aanleiding van een rapport van de wethouder van Sociale Zaken betreffende de uitwassen die de
ruilhandel vertoont en de maatregelen ter beteugeling daarvan heeft de Burgemeester aan genoemde
wethouder de opdracht verstrekt een nader onderzoek in te stellen naar de mogelijkheid en wenselijkheid
om de handel in tweedehands goederen te brengen onder gemeentelijke controle en te proberen in
samenwerking met de middenstand van gemeentewege een schoenenruilcentrale in werking te stellen.
d. De gasproductie heeft in de afgelopen maand grote zorg veroorzaakt. Op verschillende dagen moest 's
avonds de druk verminderd worden. Op enkele dagen zelfs in de namiddag al tengevolge van het feit dat de
gashouders geheel leeg waren. Dit heeft ook tot gevolg gehad dat aan Weermachtsbedrijf Industrie te
Vaassen het benodigde gas niet geleverd kon worden. Het gehele probleem van te weinig gas is
hoofdzakelijk te wijten aan de kolenkwaliteit waarmee men zich op het moment dient te vergenoegen.
De Rstungsinspektion is door de directeur van de Technische Bedrijven van deze omstandigheid in kennis
gesteld alsmede het Rijkskolenbureau. De laatste heeft toegezegd moeite te zullen doen de technische
bedrijven te Apeldoorn zoveel mogelijk goede gaskolen toe te zenden. Hij heeft er echter wel op gewezen
dat deze beslissing niet geheel in zijn handen ligt.
Inmiddels ontving Technische Bedrijven bericht van het Rijkskolenbureau dat het vereiste hoeveelheid gas
aan de Industrie zonder enige beperking geleverd moet worden. Hetzelfde geldt voor de rijwielfabriek
Juncker te Apeldoorn. Deze fabriek heeft eveneens grote Weermachtsopdrachten uit te voeren. Dit zal
onvermijdelijk tengevolge hebben dat aan de Apeldoornse gasverbruikers (burgerij dus!) een nog minder
rantsoen ter beschikking zal worden gesteld. Voorlopig moet aan het Rijkskolenbureau een opgave verstrekt
worden van het totaal aantal verbruikers in het verzorgingsgebied van de Technische Bedrijven Apeldoorn
met vermelding van de overschrijdingen en toegewezen rantsoenen. Naar mijn mening zullen drastische
maatregelen genomen dienen te worden ten aanzien van beperking van de consumptie door de burgerij.
e. De bouw van de 8e oven vindt zo goed als geen voortgang. Thans eist de betreffende firma in Duitsland
een volledige toewijzing van het benodigde ijzer ten bedrage van 60 ton. Daarvan is tot heden slechts 50 %
toegewezen. Correspondentie met de Vakgroep en het Bureau Openbare Nutsbedrijven benevens met het
Bureau voor IJzer en Staal heeft nog niet het gewenste resultaat opgeleverd. Hierdoor werd zelfs nog geen
begin met de bouw gemaakt.
f. In de voorziening van gasverbruikapparaten is een verblijdend verschijnsel ingetreden. De Technische
Bedrijven hebben namelijk de beschikking verkregen over enige honderden komforen en een zeer gering
aantal gasfornuizen.
Zij werken er hoogstens twee uur per dag en vertrekken daarna weer naar de stallen bij de Julianatoren
ongeveer 15 km verder. Dat is nu Duitse economie! In onze omgeving wordt zeer veel bos omgehakt. Het
meeste gebeurt op last van de Duitsers. Daarnaast zaagt de Gemeente een groot dennenbos bij
Hoenderloo om. Deze heeft 300 m voor de schuilkelders nodig. Het vellen van een bos in het Leesten
gebeurt noch op last van de moffen noch op last van de Gemeente. Het behoort tot het afgesloten gebied
(zogenaamd oefenterrein) en wekt dan ook de nodige argwaan.
POLITIE. 15 juni tot en met 14 juli 1944. Bij een aan het station van de Nederlandse Spoorwegen alhier
gehouden controle bleek door een particulier, die niet gerechtigd is om in fruit te handelen, een partij kersen
te zijn aangevoerd op een Bezugschein afgegeven door de Oberzahlmeister van het Kriegslazarett Het
Loo. Bij het deswege ingestelde onderzoek deden de betrokken opsporingsambtenaren zeer onaangename
ervaringen op. Tegen bedoelde particulier (Nederlander) wordt proces-verbaal opgemaakt waarvan afschrift
wordt gestuurd aan de Sicherheitspolizei te Arnhem en Ortskommandant alhier. In verband hiermee is het
gewenst te bevorderen dat Gezugscheine door Weermachtsinstanties alleen aan erkende handelaren
worden afgegeven. Er werden 14 aangiften gedaan ter zake van rijwieldiefstal.
Dat is de reden dat zij in n van onze weiden de gaten ongeveer zes meter van de boomstammen graven.
Daardoor wordt de hele wei vernield. Het gevolg is dat mijn vader tenslotte met de werkbaas contact
opneemt. Na enig overleg wordt bereikt dat de gaten tussen de weg en het hek worden gegraven. Het is wel
moeilijker maar wat hindert het. Zij hoeven geen lonen van 100 150 gulden per week te verdienen. En
graver wordt bang doordat wij hem waarschuwen voor een gasleiding, een telefoonkabel en een
hoogspanningkabel van 10.000 volt. Hij graaft verderop in de richting Hoenderloo. Het komt ook voor dat in
een aantal gaten het grondwater opwelt. De opstellingen van de dekkingsgaten is bovendien onzinnig en
wordt door de gravers zelf bepaald. Ieder systeem ontbreekt. Later vernemen wij dat de werkbaas naar de
Weermacht is geweest en opdracht heeft gekregen dat er achter het fabriekshek geen gaten mogen worden
gegraven. Volgens onbevestigde berichten zouden de eenmansgaten door de grote kans op ongelukken in
Den Haag al weer worden dichtgegooid.
BURGEMEESTER PONT (Politie). Naar aanleiding van bij de heer burgemeester te Apeldoorn
binnengekomen klachten aangaande minder goede behandeling van in het Ziekenhuis aan de
Sprengenweg te Apeldoorn opgenomen geslachtszieke vrouwen en meisjes, heb ik (A.)
Opperwachtmeester bij de Gemeentepolitie te Apeldoorn, de eer U Edel Gestrenge het navolgende te
rapporteren.
Door of vanwege de Feldgendarmerie te Apeldoorn worden vrouwen, waarvan gemeld wordt, dat zij deze of
gene Duitse Militair met een geslachtsziekte hebben besmet, aangehouden, gefotografeerd en ter
behandeling overgebracht naar het Ziekenhuis aan de Sprengenweg te Apeldoorn. Zij worden in het
Ziekenhuis behandeld door Dr. Dethmers, specialist in huid- en geslachtsziekten en worden verpleegd op
zaal 1. Zaal 1 geeft uitzicht op de Sprengenweg en Koning Lodewijklaan, terwijl de tuin door de Spreng,
rasterwerk en heg van de openbare weg is afgerasterd. Meerdere malen werd door het verplegend
personeel geklaagd dat deze vrouwen, op wie generlei strafmaatregel kon worden toegepast, zich in het
Ziekenhuis en in de tuin misdroegen terwijl het voorkwam dat zij zich langs clandestiene weg voor langere of
kortere tijd uit het Ziekenhuis verwijderden. Zij doen dat vermoedelijk met hulp van buiten en verlaten het
Ziekenhuis via tuin en afrastering. Daardoor is het plantsoen op sommige plaatsen vernield of beschadigd.
Ook kunnen zij op deze wijze wederom contact hebben met militairen en burgers. Iets wat natuurlijk
voorkomen moet worden. Toen dan ook voor plusminus 14 dagen terug weer 2 vrouwen waren weggelopen,
die daarna te Harderwijk aangehouden werden en teruggetransporteerd, heeft rapporteur zich naar zaal 1
begeven en de betrokken vrouwen gewaarschuwd niet meer weg te lopen en uit de nabijheid van de
afrastering vandaan te blijven. Kortom om zich ter plaatse behoorlijk te gedragen daar zij zich bij nietopvolging van die waarschuwing aan strafmaatregelen zouden blootstellen. Desondanks verwijderden zich
enige dagen daarna wederom 3 vrouwen via de afrastering uit het Ziekenhuis om zich enige uren daarna
weer te melden. Deze toestand bleek onhoudbaar, ook al omdat de vrouwen zich op andere wijze
misdroegen en nagenoeg niet naar het verplegend personeel luisterden. In overleg met de Feldgendarmerie
en de heer Majoor van de Gemeente Politie te Apeldoorn, zijn de 3 weggelopen vrouwen door mij maandag,
3 juli 1944 naar het bureau overgebracht en daar op water en brood opgesloten in cel 5. Op dinsdag, 4 juli
1944 kreeg een van deze vrouwen, te weten mejuffrouw W., een bloedspuwing (ze kunnen bloedspuwingen
krijgen op commando). Op dinsdag 4 juli 1944, 's avonds zijn de vrouwen wederom naar het Ziekenhuis
teruggebracht in overleg met de voornoemde Majoor, omdat ze beloofd hadden, in het vervolg beter te
zullen oppassen. De volgende dag bleek dat de meisjes W. en van 't S., 2 der gestrafte vrouwen, wederom
contact hadden gehad via de heg met personen van buiten. In dit geval familie die haar een pakje deed
toekomen. Beide meisjes zijn daarna wederom door mij opgehaald op woensdag, 5 juli 1944 en tot
maandag, 10 juli 1944 in cel 5 in bewaring gesteld, eveneens in overleg met de heer Majoor voornoemd.
Tijdens het overbrengen van de meisjes, verzekerde W. mij al 'dat ik er wel meer van zou horen'. Ze zou de
Ortskommandant wel eens inlichten. De directrice, dr. Rodbard en ik, moesten maar voorzichtig zijn. Ze zou
ons wel krijgen. Prompt daarop volgde een klacht bij de heer Burgemeester te Apeldoorn en bij de
Ortskommandant te Apeldoorn. Dit als dank voor de goede behandeling tegen venerische ziekten.
Rapporteur heeft zelf meermalen geconstateerd, terwijl hij voor ziekenbezoek in het Ziekenhuis aanwezig
was, dat deze vrouwen zich onmogelijk aanstelden, dikwijls contact zochten met op de weg zich bevindende
Duitse militairen of leden van de Nederlandse Arbeidsdienst. Ook heb ik gezien dat een meisje, dat zelf
eerder verpleegd is geworden terzake geslachtsziekte, zich via heg en tuin naar zaal 1 begaf om de
vrouwen te bezoeken. Zij is door mij uit het Ziekenhuis verwijderd.
Nadat de meisjes gestraft zijn is het op zaal 1 veel rustiger geworden en worden de voorschriften beter
nageleefd.
In verband met het vorenstaande hoorde ik op 15 juli 1944 de Geneesheer-directeur van het Ziekenhuis,
J.J.A. Rodbard. Hij verklaarde 'Wij staan op het standpunt, dat alle opgenomen patinten op dezelfde wijze
worden behandeld, ongeacht ras, geloof of politieke gezindheid en ongeacht de ziekte waarvoor zij worden
opgenomen. Daartegenover verwachten wij dat alle patinten zich ordelijk en behoorlijk gedragen'.
Het betreft hier meisjes en vrouwen lijdende aan geslachtziekten, die op last van de Duitse Weermacht door
de Feldgendarmerie in het Ziekenhuis worden gebracht voor opname en behandeling, zogenaamde
'gedwongen opname'. Deze patinten worden verpleegd op een afzonderlijke zaal op de 3e klasse
vrouwenafdeling.
Vele van de patinten in kwestie gedragen zich echter hoogst onbehoorlijk, zijn brutaal en onhebbelijk.
Zodra de dienstdoende zuster van de zaal af is zetten zij de boel op stelten, maken lawaai, bedenken allerlei
dingen die in een ziekenhuis onduldbaar zijn. Zo waren zij onder andere onlangs bezig elkaar op een matras
over de vloer te slepen. Kortom zij gedragen zich als een troep ondeugende schooljongens.
Herhaaldelijk zijn meerdere van deze vrouwen weggelopen. Zij ontvluchten dan s avonds in schemerdonker
door de tuin, ontmoeten aan de omrastering van de tuin personen, die in het tevoren gesmede complot
betrokken zijn.
Herhaaldelijk is het gebeurd dat Duitse Militairen daarbij behulpzaam waren. Op mijn verzoek heeft de
politie deze vrouwen dan weer opgespoord en teruggebracht. Meerdere malen zijn deze patinten voor hun
wangedrag vermaand, zowel door de adjunct directrice als door mijzelf en hebben wij gedreigd de politie te
verzoeken strafmaatregelen op hen toe te passen. Verscheidene malen heb ik mij met de geneeskundig
inspecteur voor de Volksgezondheid in verbinding gesteld om te vragen waarheen ik bij wangedrag deze
patinten kon laten overbrengen. Altijd weer zonder resultaat. Op mijn verzoek heeft de politie een paar
maanden geleden, ik meen 2 van deze vrouwen, op een zondag overgebracht naar het Hospitaal te Utrecht
om daar voor straf te worden opgenomen. Helaas bracht de politie deze beide patinten s avonds weer
terug met het bericht dat Utrecht door plaatsgebrek deze vrouwen niet kan opnemen. Aangezien het
zogenaamde 'gedwongen opnamen' betrof, moest ik deze vrouwen wel weer in het Ziekenhuis opnemen.
Gevolg van een dergelijke gang van zaken is vanzelfsprekend funest voor ons prestige ten aanzien van
deze patinten. Uzelf hebt persoonlijk deze vrouwen toegesproken op de zaal en hen nog eens gedreigd
met straf maatregelen bij wangedrag. Toen nu voor plusminus 2 weken geleden opnieuw 2 vrouwen waren
uitgebroken met behulp van Duitse militairen heb ik de politie verzocht deze patinten in het Politiebureau
enige dagen en nachten op te sluiten. Dit is enige dagen later opnieuw nodig gebleken.
Met de Majoor van Politie heb ik nu afgesproken dat ik hem onmiddellijk zal doen waarschuwen wanneer
Duitse militairen binnendringen op het terrein van het Ziekenhuis, ondermeer door vernieling van het
hekwerk dat de tuin afgrenst. Hij zal dan de Ortskommandant opbellen die terstond de Feldgendarmerie zal
zenden. Vermoedelijk hebben deze vrouwen thans uit zucht tot wraak voor hun opsluiting op het
politiebureau een klacht tegen ons ingediend over slechte behandeling.
De lasten en moeilijkheden, die zich met dit soort patinten in ons Ziekenhuis voordoen, worden ook elders
ondervonden. Het ontvluchten uit het Ziekenhuis is bij ons niet te voorkomen doordat alle patinten
verpleegd worden in vertrekken die overal gemakkelijk toegang geven tot den tuin. Afsluiting van deuren en
ramen is niet mogelijk en ook niet te maken. Over strafmaatregelen beschikken wij zelf niet. Van
overheidswege zijn geen of onvoldoende voorschriften gegeven over strafmaatregelen die toegepast
kunnen worden bij wangedrag van deze patinten. Ondermeer zou volgens mij een strafkamp of
strafziekenhuis moeten worden ingericht. Daarheen zouden deze vrouwen bij wangedrag kunnen worden
overgebracht.
- Verpleegster R. geboren te Enschede, 3 september 1902, wonende Sprengenweg 68 te Apeldoorn
verklaarde: 'Ik ben hoofdverpleegster van de vrouwenafdeling in het Ziekenhuis aan de Sprengenweg te
Apeldoorn. Zaal 1 van die afdeling is in gebruik voor de verpleging van geslachtszieke vrouwen en meisjes.
De meeste van deze patinten worden door of vanwege de Feldgendarmerie in het Ziekenhuis gebracht.
Deze patinten worden bij ons behandeld zoals alle andere patinten worden behandeld. Onderscheid
wordt niet gemaakt. Alleen wordt van hen verwacht dat ze hun eigen zaal schoonhouden. Wat ten opzichte
van hun ziekte niet het minste bezwaar oplevert. Feitelijk kunnen deze patinten poliklinisch behandeld
worden en thuis hun normale bezigheden verrichten. De voeding die deze patinten krijgen is gelijk aan
onze voeding en van de andere patinten. Zo krijgen wij bijvoorbeeld 3 keer in de week vlees. Het gedrag
van de patinten was gedurende de laatste tijd zeer slecht. Ze gedroegen zich onbehoorlijk, deden precies
wat ze zelf verkozen en luisterden niet naar waarschuwingen. En van de hoofdverpleegsters nam eens
waar dat ze glijbaantje speelden met matrassen. Ook voerden ze soms een stoelendans uit. Kortom ze
deden dingen die in een ziekenhuis niet thuis horen. Meermalen is het voorgenomen dat zij met hulp van
buiten uit het Ziekenhuis wegliepen om later door de politie teruggebracht te worden of uit zichzelf terug te
komen. Volgens mededelingen van andere patinten hadden ze meermalen contact met Duitse militairen.
Zo als de toestand in die tijd was was het onhoudbaar. Er werd dan ook herhaaldelijk door patinten van
andere zalen geklaagd. Enige weken terug zijn weer enige meisjes weggelopen, die daarna met opsluiting
aan het politiebureau gestraft zijn. Nadien is het rustiger geworden. Ze maken nog wel eens kabaal en
weigeren te werken. Maar de toestand is aardig verbeterd. Ze klagen soms over te weinig eten en willen dan
eten mee laten brengen door het bezoek. Dat voedsel moet dan in het Ziekenhuis opgewarmd worden. Dit
wordt natuurlijk niet toegelaten ook al in verband met de gasrantsoenering.
Thans is de toestand aldus te kenschetsen dat niet alleen onder de arbeidende bevolking maar ook in tal
van andere kringen een tekort is ontstaan aan onder- en bovenkleding en schoeisel. Dit tekort stijgt met de
dag.
Met het voorzien van klompen aan hen die daar behoefte aan hebben is het alles behalve rooskleurig
gesteld. Door middel van door de burgemeester ingevoerde regeling tot distributie van klompen wordt
getracht enige regelmaat in de chaos te scheppen. Daarbij si de kleinhandel ingeschakeld. De distributie
heft echter het tekort van klompen niet op. Ook de reparatie van klompen ondervindt grote moeilijkheden als
gevolg van gebrek aan hout.
Alle pogingen om langs deze weg enige verlichting te brengen in het zo moeilijke probleem zijn tot heden
niet geslaagd.
Ook aan schoeisel is er een nijpend tekort onder de bevolking. Vooral zij die dit schoeisel voor hun werk
nodig hebben.
Het schoolverzuim onder de kinderen stijgt onrustbarend omdat zowel schoenen als klompen ontbreken bij
de schoolgaande jeugd. Het verstrekken van klompen aan schippers is een probleem op zich zelf. Een
oplossing is daarvoor nog niet gevonden.
De voedselvoorziening is in het algemeen gezien de tijdsomstandigheden niet slecht te noemen maar zou
beter kunnen als dit mogelijk is.
De aardappelenvoorziening baart de laatste tijd zorg. In de periode van 10 tot en met 20 juli zijn er gezinnen
geweest die tot 4 dagen toe zonder aardappelen zijn geweest.
De groentevoorziening van de Rijksduitsers (burgers) die overvloedig is te noemen ten opzichte van wat de
Nederlandse bevolking krijgt geeft aanleiding tot ontstemming. Arbeidersvrouwen die uren in de rij staan en
soms met niets of met een onvoldoende portie groenten als spinazie en dergelijke worden afgescheept zien
de vrouwen van Rijksduitsers met ruime porties bloemkool uit de groentewinkels komen.
De fruitvoorziening geeft een zelfde beeld te zien. De Nederlandse bevolking krijgt niets of in zeer
onvoldoende mate fruit bij de groentehandelaar terwijl alweer de vrouwen van de Rijksduitsers ruim worden
voorzien van fruit als aardbeien, kersen en dergelijke. Men ziet Duitse huismoeders met hun kind in de
wagen over de weg gaan terwijl een mandje met aardbeien of kersen tussen de kinderen in staat. Zij
snoepen er naar hartelust uit terwijl de Nederlandse jeugd het toe kijken heeft.
Hoewel wij de Rijksduitsers van harte gunnen dat zij ontvangen is het vanzelfsprekend dat ook de
Nederlanders gaarne hun portie in ontvangst willen nemen.
Gevreesd moet worden dat een en ander nu tot ontstemming aanleiding geeft en op den duur tot
ongeregeldheden zal leiden.
De gemeente doet op het gebied van de voedselvoorziening in het geval van de groentevoorziening wat
redelijkerwijze van haar kan worden verwacht. Met inschakeling van de Heide Maatschappij zijn ongeveer
120 hectare grond met groenten en vroege aardappelen beplant.
Veel last wordt ondervonden van een tekort aan personeel bij het zaaien, planten en oogsten. Ook de
wildschade is buitengewoon groot.
Maatregelen zijn getroffen waardoor het houden van volkstuinen en van de bedrijfsvolkstuinen worden
aangemoedigd.
Ten opzichte van de volksgezondheid ontbreekt in onze gemeente een goed ingerichte en goed werkende
geneeskundige dienst. Dit is een voelbare leemte in onze bijna 80.000 inwoners tellende gemeente. Het
Rooms Katholieke Ziekenhuis en het Algemeen Ziekenhuis hoe goed ook ingericht zijn daartoe
onvoldoende geoutilleerd. Bovendien is het een ongewenste toestand dat het Algemeen Ziekenhuis hier ter
plaatse een particuliere stichting is. Daarbij worden de tekorten op de exploitatie praktisch volledig door de
gemeente betaald maar waarbij de medezeggenschap van de gemeente onevenredig klein is.
- De geslachtszieke vrouwen, die in het ziekenhuis voor verplichte behandeling zijn opgenomen, geven door
wangedrag en herhaaldelijk ontvluchten voortdurend moeilijkheden terwijl geen afdoende strafmaatregelen
tegen hen zijn te nemen. Met de Sicherheitspolizei is nu een regeling getroffen dat zij, die ontvluchten nadat
zij weer zijn opgespoord en aangehouden, en de belhamels van de onrustverwekkers aan de
Sicherheitspolizei worden overgegeven.
- Wegens rijwieldiefstal werden 5 personen aangehouden.
De eerste vliegtuigen passeren om 0.50 uur via het noorden. Vijf minuten later komen zij ook recht over. Dit
gaat een uur door. Enkele formaties vliegen zo laag dat de silhouetten van de vliegtuigen goed zichtbaar
zijn.
In de lucht hangt een zwarte rookpluim. Wij denken aan een neergestort vliegtuig maar naar we later
vernemen is het een bom die bij Beekbergen is gevallen. Om 12.55 uur volgen nieuwe bomontploffingen in
de richting Zutphen. Er vielen naast gewone bommen ook raketbommen op Deelen. Deze lieten een witte
rookstreep achter. Ten noorden van Epe maakt een bommenwerper een noodlanding. De tien inzittenden
weten te ontkomen.
Het personeel van de Tricotfabriek moet zich bij het Arbeidsbureau aanmelden. Niemand verschijnt. De
directie van de PGEM [nu NUON] in Apeldoorn volgt de Geallieerde bevelen op door alle bedrijven die voor
de Duitsers werken van de stroomvoorziening af te sluiten. Door de snelle opeenvolging van berichten over
de Geallieerde opmars gaat over Nederland een golf van gevaarlijk optimisme. Wij menen dat we 's nachts
of misschien 's avonds al bevrijd worden. Om tien uur gaan er geruchten dat Amerikaanse tanks Deelen
hebben bezet en naar Hoenderloo oprukken. Zij zouden zich op dat moment bij hotel De witte Raaf
bevinden. Hierdoor denkt menigeen spoedig zijn geheimen te kunnen prijsgeven maar dit gebeurt gelukkig
nog niet. Wij horen 's middags om 1.30 uur in de richting Assel twee maal mitrailleervuur dat door licht
afweergeschut wordt beantwoord. Kort daarop horen wij hetzelfde in de richting Deelen. Naar later blijkt zijn
bij Assel en Otterlo een trein en een aantal lesauto's van de Fahrschule beschoten. In Assel zijn 19 doden
en veel gewonden en in Otterlo een aantal gewonden. In de trein bevonden zich vluchtende NSB-ers of
Rijksduitsers zodat alles raak was.
BLOEM. In de middag is op het station Klarenbeek een aanval gedaan door 12 Engelse jagers en op 2
goederentreinen. Daarbij 2 doden en een kind gewond. In de trein zaten Duitse soldaten en NSB-ers die
richting grens vertrokken. De gehele dag zijn de Duitsers bezig zich terug te trekken. Daarbij rijden hier een
massa Duitse legerwagens telkens op en neer met takken behangen, voor de vliegtuigen afgeschermd om
weer materiaal aan te halen. Maar ook wel manschappen die tot voor op de motorkap van de wagen zitten.
Verder volgepropt vertrekken ze in de richting Zutphen. Ook op de Deventerweg en de Zwolseweg moet het
enorm druk zijn. Ook is thans de uitzonderlijkheidstoestand afgekondigd waarbij men 's avonds om 8 uur al
binnen moet zijn. Naar men zegt trekken thans ook de NSB-ers weg. Ook hier kwamen ze over de weg
fietsend en lopend in de richting van de grens.
ZIEKENHUIS. Treinbeschieting. Op 5 en 6 september nam dit grotere afmetingen aan doordat treinen met
burgers op de Veluwe beschoten werden. In het RK-ziekenhuis kwamen kort na elkaar omtrent 18
zwaargewonden. Daarvan overleden er enkele. Dr. Wiersema en ik hadden veel werk aan de verzorging
van de zware verwondingen. Na enkele dagen vertrok een groot deel van de patinten naar Duitsland. De
Ortskommandant, majoor Von Oldershausen, bemoeide zich persoonlijk met hun vertrek.
BRANDWEER. Ik kreeg opdracht om ten gevolge van de gespannen toestand de brandweerposten
Hoofdpost Apeldoorn en Eendracht permanent te bezetten. De geallieerden kwamen namelijk hard
opzetten. Dit was de Dolle Dinsdag, de vlucht van de moffen en de NSB-ers. 's Middags om 2 uur werd een
trein bij Assel beschoten. Hierbij werden vele van die Dolle NSB-ers gedood of gewond. Om 2.05 uur werd
een trein beschoten bij Beekbergen. De locomotief maakte zich zo kwaad dat hij uit de rails sprong en tot
zijn assen in het zand wegzakte. Een persoon werd niet ernstig gewond.
SPOORWEGEN. Vandaag werd weer te Assel een personentrein beschoten.
[DOLLE DINSDAG. Dit is de naam voor dinsdag 5 september 1944 toen Radio Oranje meldde dat Britse
troepen Breda hadden bereikt. De term is afkomstig uit het door de Duitsers gefinancierde satirische blad
`De Gril' en werd verzonnen door Willy van Houten (auteur van de bekende Bob Eversserie). De dag
daarvoor was door rijkscommissaris Seyss-Inquart de uitzonderingstoestand afgekondigd. Een en ander
deed het gerucht ontstaan dat de geallieerden al over de grote rivieren waren. De Nationaal-Socialistische
Beweging (NSB) raakte in hevige paniek en de bevolking bereidde zich al voor op de ontvangst van de
bevrijders. Aan de komst van de geallieerden zou voor het westen van het land echter nog de hongerwinter
voorafgaan. In het bezette deel van Nederland heerste op 5 september 1944 een uitgelaten stemming. De
geallieerden waren in aantocht en men vermoedde dat zij ieder moment ook West-Nederland zouden
bevrijden. NSB-ers sloegen overhaast op de vlucht en alles wees erop dat de bevrijding slechts een kwestie
van dagen zou zijn. Roodwitblauwe vlaggen werden uitgestoken, zelfs oranje wimpels waren her en der
waarneembaar. Maar het optimisme werd in die dagen volledig de grond ingeslagen omdat de geallieerde
opmars steeds moeizamer verliep (Encarta Encyclopedie)].
Buitenhuis dacht over 14 dagen weer terug te komen! De leiding van de politie berust nu bij hoofdinspecteur
Helder. Om 5 uur vanmorgen bij Vaassen de beruchte K., genaamd Hoedje en nog een NSB-er
doodgeschoten. Een gewonde aanvaller die naar het ziekenhuis te Apeldoorn was overgebracht, is
sindsdien weer verdwenen. Ook de lui van de rijkscommissaris beginnen te vertrekken. Vannacht moeten
Mussert en Van Geelkercken hier overnacht hebben. Ik dacht dat eerstgenoemd mannetje onder alle
omstandigheden in Utrecht zou blijven. Het vervoer der machines van de vliegtuigenfabriek ligt stil. Het kan
toch niet meer met de trein en de arbeiders zijn bovendien weggelopen. De Duitsers zouden van plan zijn
straks de fabriek in brand te steken en ook de munitie in Soeren in de lucht te laten vliegen. Men hoort maar
niets over de opmars der Engelsen en Amerikanen. Het voedsel zal voor ons wel moeilijkheden
veroorzaken, daar nu alle vervoer stil komt te liggen.
VAN HOUTUM. 's Nachts valt er een bom op een D-trein bij Stroe. Er zijn veel doden en gewonden. De trein
brandt totaal uit. De NSB-ers in Apeldoorn worden ook bang. De commissaris van de politie schrijft een
afscheidsbrief om, zoals hij letterlijk zegt, aan de wrekende hand van de bevolking te ontkomen. Tot zijn
opvolger wordt Helder (al ontslagen) benoemd. Burgemeester Pont blijft en stelt zich ter beschikking van de
Krijgsraad. Alle NSB-ers moeten op een plein samenkomen. Van daar worden zij naar elders overgebracht.
Waarschijnlijk een kamp bij Doetinchem. En van de landverraders uit Ugchelen (vrij met gezin) gaat met
een kruiwagen, vrouw en kleindochter weg. Dat noemden zich voorheen helden die voortdurend scholden
op onze Regering in Engeland. Wat doen zij nu zelf? In Vaassen worden twee leden van de Landwacht
gedood. Daaronder de beruchte marktkoopman K. Zij wilden illegale werkers controleren maar keken
plotseling in een revolver. De dader raakte gewond en wordt gearresteerd. De Duitsers brengen hem naar
het ziekenhuis in Apeldoorn over en stellen hem onder bewaking van een agent. Hij wordt 's avonds door
drie van zijn vrienden bevrijd terwijl deze de agent bewusteloos slaan. De fietsenvorderingen in Apeldoorn
gaan gewoon door. De moffen gaan zelfs de huizen langs. Alles gebeurt op eigen initiatief. Men kan dikwijls
de fiets houden door met de Ortskommandant te dreigen. Alle rijwielen gaan naar de kazernes. De
veldgendarmerie arresteert een aantal dat fietsen vorderde. Om drie uur 's middags vliegen boven het
station enige Britse vliegtuigen. Het wordt zelfs per microfoon op het perron aangekondigd. De mensen
zoeken direct dekking. De vliegtuigen trekken echter voorbij. Op dezelfde tijd vliegen boven Hoenderloo
eerst twaalf en later zestien Britse jagers. Zij schieten op een colonne boerenwagens met ossen. Er worden
vijf ossen gewond. Men slacht deze direct ter plaatse. Het wordt een grote diefstal. De burgers staan bijna
letterlijk in de ossen en de slager trekt er het vet uit terwijl een ander het probeert te ontvreemden. Hij wil
nog n en ander voor zijn winkel bewaren en legt het in zijn slagersmand. Deze mand wordt echter ook
gestolen. De overige ossen en paarden worden onder de boeren van Hoenderloo verloot. Dit gaat ook met
de nodige ruzie gepaard. In Hoenderloo liggen nu 600 Duitsers, die allemaal in de Gestichtgebouwen zijn
ondergebracht. Er gaat de hele dag weinig verkeer over de weg. De Duitsers blijven zenuwachtig. Zij
overgieten een machine in de Tricotfabriek met olie en steken deze daarna in brand. Boven Apeldoorn
hangt een zwarte rookwolk. Men is bang dat de hele fabriek zal afbranden. De Telegraaf verschijnt met
vertraging. In de berichtgeving is ook enige stagnatie geweest. De edities van dinsdag en woensdag hebben
grotendeels dezelfde berichten. Het blijkt dat men dinsdag in het westen ook zo optimistisch is geweest.
Velen noemen het, nu er van geen bevrijding sprake is geweest, dan ook Dolle Dinsdag.
BLOEM. Geen bijzonderheden als alleen verkeer richting grens.
SPOORWEGEN. Vandaag werd de D-trein naar Duitsland vol vluchtende Duitsers en NSB-ers tussen
Barneveld en Stroe (km 65.100) door vliegtuigen aangevallen. De bagagewagen werd getroffen en geraakte
in brand. Men schatte ongeveer 100 doden. Ook het aantal gewonden was zeer hoog. De trein werd zwaar
beschadigd terwijl ook de beide sporen bij km 63.288 vernield werden. En en ander veroorzaakte veel
vertraging voor de treinenloop.
ZIEKENHUIS. Nachtpermissie. Toen ik op de Ortskommandantur een nachtpermissie in orde liet maken
verzocht men mij daar een soortgelijk bewijs voor alle artsen te Apeldoorn te verzorgen.
BURGEMEESTER PONT. Op 5 september hebben verschillende leden van de NSB hun post verlaten
daardoor werd de Wethouder van Sociale Zaken, G. Stempher, met ingang van 6 september 1944
ontslagen en waardoor het NVD- en WHN-werk kwam stil te liggen. Ook kon geen contact worden
verkregen met de Krankenkasse te Den Haag. De Krankenkasse heeft haar belangen overgedragen aan het
departement van Sociale Zaken te Amsterdam dat echter van de lopende zaken niet op de hoogte bleek te
zijn. Daardoor kwam ook op dit gebied een chaotische toestand te heersen. Sinds korte tijd is de Duitse
Krankenkasse in den Niederlanden gehuisvest in Groningen, Noorderstationstraat 80. Door de
spoorwegstaking is de verzending van poststukken een tijdlang onmogelijk geweest.
Ook nu werkt de postdienst nog met veel vertraging. Hierdoor zijn eveneens talrijke moeilijkheden ontstaan
waarbij de Dienst hulp moest verlenen. Gestrande personen werden geholpen door voorschotten op hun
salaris, pensioen of andere inkomsten. In enkele gevallen werd contact tot stand gebracht met familieleden
elders. Ook moest een enkele maal met (gebruikte) kleding geholpen worden.
Ze snijden aan de dode dieren en trekken met de buit af terwijl de verschrikte Duitsers hen laten geworden.
Dan ontdekken de Duitsers dat twee machinegeweren ontbreken. Ze dreigen Hoenderloo uit te moorden
wanneer deze niet terechtkomen. Een poosje daarna worden beide wapens gevonden en drijft de bui over.
Die dag heeft menigeen in Hoenderloo zich aan ossenvlees tegoed gedaan.
Tegen 12 uur verschijnen in Apeldoorn manschappen van de divisie Hermann Gring. Zulke verlopen
kerels hebben we hier nog niet gezien. Geen fiets is voor hen veilig, damesfietsen, tandems,
jongensfietsjes, alles is van hun gading. Een fraaie bende! Om 6 uur trekken ze af, lange rijen op gestolen
fietsen. Even later verschijnt een afdeling infanterie, blijkbaar uit Amersfoort, tenminste volgens de
opschriften op de gevorderde bakfietsen, waarop soldaten zaten. Zij konden vermoedelijk niet meer op
eigen kracht de tocht volhouden. Een glorieuze intocht van het beroemde Duitse leger. Voor een groot deel
schijnt alle discipline zoek te zijn. Officieren zie je niet behalve voorbijsnellend in luxe auto's. Van alle kanten
rijden vrachtauto's voorbij met troepen en materiaal. Onafgebroken rijden zware wagens langs, bedekt met
groene takken, camouflagenetten. Bij de wielen bossen hei om kopspijkers van de wegen te vegen! Nu ik
dit schrijf (half elf) passeert juist een lange stoet op gevorderde fietsen met goede banden, houten banden
of zonder. Ze rijden de Korenstraat in. Vermoedelijk blijven ze vannacht hier. Om fietsen te bemachtigen
werden zelfs de schuurdeuren ingetrapt. En maar steeds passeren vrachtauto's. Het lijkt of het hele Duitse
leger als een ongeordende massa op Duitsland terugtrekt. Het gerucht gaat dat een tweetal NSB-ers
gedood is. De belangstelling van de ingezetenen concentreert zich in hoofdzaak op de voedselvoorziening,
de fietsenstelerij en het passeren van het leger van het Herrenvolk.
VAN HOUTUM. De NAC [krant] drukt een mededeling van de NSB af. Deze tracht de wilde vlucht van zijn
leden goed te praten door de evacuatie van vrouwen en kinderen. Daarna zullen de mannen terugkeren. Ze
zullen hun werk hervatten om (dit staat er letterlijk) de bevelen van de Leider op te volgen rond wie zij zich
juist nu in onverbrekelijke trouw scharen. De burgemeester van Apeldoorn maakt bekend dat de gasdruk
van 6.30-8.30 uur, 11-13 uur en van 17-19 uur normaal zal zijn. In de overige uren zal er geen gas zijn. Pont
doet in een tweede mededeling een oproep tot bezinning en orde. In een derde waarschuwt hij de bevolking
voor het strooien van spijkers en glas op straten en wegen. Dit met het oog op de Duitse represaille
maatregelen. Onder andere het verbranden van naburige huizen. In Ugchelen is bijna overal inkwartiering
tot zelfs 150 meter nabij ons huis. Wij rollen er nog net door. De Duitsers gaan in Apeldoorn weer tot
massale fietsenvorderingen over. Een valschermdivisie, die van Amersfoort naar Bentheim wordt
overgebracht, verschaft zich de fietsen en haalt bovendien nog bij de bakkers het brood uit de manden. Bij
een wasserij worden alle aanwezige fietsen in een auto geladen. Naar de banden wordt niet gekeken. Op de
kazernes zijn toch luchtbanden genoeg! Om 11.30 uur 's morgens komt een Brits vliegtuig over dat snel
hoogte verliest. Het landt op een bouwland in de buurt. De circa dertig jarige piloot is overstuur en vernielt
het toestel niet. De Duitsers die op het Patertehuis ingekwartierd zijn arresteren hem direct. Hij krijgt echter
een nette behandeling. Men is het nog niet eens over het type van de jager. Naar de raketinstallaties te
oordelen is het een Typhoon. 's Avonds rijdt er door Apeldoorn een lange colonne boerenwagens met
paarden bespannen. Deze komt vanuit Arnhem en rijdt naar Zutphen. Zowel de wagens en paarden zijn
gestolen van boeren in Noord Brabant.
Deze is op Dolle Dinsdag echter ook naar Doetinchem gevlucht. Met ingang van heden zal in iedere
avonduitzending van Radio Oranje een speciale verslaggever van het Algemeen Nederlands Persbureau
spreken over de strijd van het Nederlandse leger. De burgemeester wijst er op dat de voedselpositie in onze
gemeente is gewaarborgd. Men zal echter voortaan (in verband met Duitse plunderingen) zelf het brood bij
de bakker moeten afhalen. In twee andere verklaringen wordt toegegeven dat de commissaris van politie,
de loco-burgemeester en drie wethouders (allemaal NSB-ers) hun posten hebben verlaten.
POLITIE. Op 9 september 1944 te omstreeks 22.00 uur is op de Arnhemseweg in de gemeente Apeldoorn
de te Arnhem woonachtige Carel Wilhelm Gersdorff, directeur-generaal van de Turmacfabrieken, die
blijkens telefonische mededeling van de Sicherheitspolizei te Arnhem per auto werd overgebracht naar het
concentratiekamp te Amersfoort, ter plaatse bij een poging tot ontvluchting, doodgeschoten.
SPOORWEGEN. Alweer tussen Stroe en Barneveld (bij km 63.400) vond de volgende gebeurtenis plaats.
Op 9 september ontspoorde om ongeveer 2.30 uur een trein doordat de lasplaat losgenomen was. Het
spoor werd over een lengte van plusminus 36 meter vernield.
BURGEMEESTER PONT. Er werden door de Gemeente op de begraafplaats Heidehof begraven de
stoffelijke overschotten van 21 slachtoffers van de treinaanslag bij Assel op 5 september.
KRANT: met ingang van heden zal door de transportmoeilijkheden de bezorging van brood aan huis tot
nader bericht voorlopig niet meer plaats hebben. De huisvrouwen zullen zich dus een wandeling naar de
bakker moeten getroosten om in het bezit van brood te komen. Met nadruk vestig ik er de aandacht op dat
een te grote opeenhoping van personen bij de bakkerswinkels onder alle omstandigheden moet worden
vermeden. Er is brood voor iedereen op zijn bonnen verkrijgbaar zodat gedurende de hele dag de
huisvrouwen voor brood bij de bakkers terechtkunnen.
Links en rechts met batterijvuur bewerkt. Ze zijn er toch heelhuids afkwamen. 's Nachts hadden ze in de
pantserwagen geslapen waar ze, toen ze erin gingen, nog met de jas achter een hendel bleven haken en
hiermee het afweerkanon in werkring kwam. Hier hadden ze anderhalve dag in geslapen toen Duitse
valschermjagers, die geland waren, hun de weg hadden gewezen. En daar aan een weg was een boerderij
met n post om zich te melden voor hergroepering. Ook hadden ze meegemaakt hoe voor een grote rivier
2.000 auto's stonden die het water niet over konden omdat de brug vernield was en er geen tijd was om een
nieuwe te bouwen omdat de volgende dag de Engelsen daar reeds zouden zijn. Ze moesten alles achter
laten. Ze hadden gezien dat op het slagveld mensen, zonder arm of been, nog levend onder een tank
kwamen en vermalen werden. Ook mensen die, omdat ze verminkt waren, op zichzelf schoten om maar niet
in de handen van de vijand te vallen. Ze hadden gevochten 2-3 dagen zonder rust of eten aan het front.
Gewonde kameraden werden wel 3 km (vanaf het slagveld) op de schouders gedragen en soms onder het
vuur van de vijand naar de lazaretten gebracht. Ze hadden, om zich tegen de luchtaanvallen te beschermen,
een gat in de grond moeten hakken, ieder voor zich, in de zeer harde en steenachtige bodem van Frankrijk.
Een gat van anderhalve meter lang en vijfenzeventig centimeter breed. Daar groef men een halve dag over
en dan nog onder voortdurende aanvallen uit de lucht. Ze zijn via Noord-Frankrijk en Belgi en in ons land
via Maastricht en Venlo, waar ze nog een Diamond van 90 PK (zware vrachtwagen) meegenomen hadden,
over Arnhem hierheen gekomen waar ze een standplaats hebben. Honderd en dertig man ongeveer en 6
stuks, 2 cm luchtafweerkanonnen. De eerste 4 dagen behoefden ze geen dienst te doen. Toen kwam een
week van marcheren, het poetsen van de kanonnen en een dag naar het zwembad. De 2e zaterdag hadden
ze een kameraadschappelijke avond hier op de deel. Er zaten 21 man en een hakenkruisvlag hing aan de
bedstede. 's Avonds om 8 uur begonnen ze met warm eten, aardappelen enzovoort, toen brood, gebak en
toen drinken cognac enzovoort. Tot 2 uur doorgefeest. 's Zondags daarop is een gedeelte van de
manschappen naar Arnhem vertrokken om hulp te verlenen tegen Engelse valschermtroepen die in de
Betuwe en omgeving van Arnhem geland zouden zijn. Hierbij zijn 2 van de Duitsers hier gesneuveld die op
het kerkhof te Klarenbeek begraven zijn. 's Maandags, een dag later dus, stond de rest klaar om te
vertrekken. Ze zijn om 1 uur vertrokken, naar ze zeiden, naar Klarenbeek. Maar een uur later waren ze er al
weer. Verder de gehele week weer oefeningen met de kanonnen en marcheren. Op de deel hier af en toe
ook theoretisch onderricht. Maandag en zaterdag hebben ze hier de kanonnen in het aardappelland
opgesteld en bij nadering van vliegtuigen hebben ze nu een honderd kogels verschoten zonder iets te
treffen. Ook de andere afweerkanonnen hebben er nog geen neergeschoten. De gehele week is er
bijzonder veel verkeer van weermachtauto's, paarden en paard en wagens over de straatweg, richting
Zutphen.
SPOORWEGEN. Op 10 september 1944 werden tussen Barneveld en Stroe (bij post 63) doorlopend treinen
vanuit vliegtuigen beschoten. Diverse locomotieven liepen schade op. Ook bij Voorst werd die dag een trein
onder vuur genomen.
Deze kinderen van wie enkele ouders zich zeer onbehoorlijk gedroegen konden in de kindertehuizen waarin
zij aanvankelijk waren ondergebracht niet gehandhaafd worden en moesten naar elders worden
overgebracht. Het gebrek aan verbinding met de plaatsen van herkomst en met familieleden maakte een
langer oponthoud in deze gemeente noodzakelijk. Door het staken van de NVD-werkzaamheden was van
die zijde geen medewerking te verkrijgen.
VAN HOUTUM. Radio Oranje geeft 's avond een volledig verslag van de bevrijding van Maastricht en
Eysden. Het is eerst nu bekend geworden dat de vluchtende NSB-ers verleden week dinsdag veel
boerderijen aan de overzijde van het Apeldoornse kanaal hebben geplunderd. We horen 's avonds in de
richting van Deelen veel zware ontploffingen. Volgens geruchten zou het gaan om het afschieten van
vliegende bommen. Over een startplaats is niets met zekerheid bekend. Ik krijg 's middags twee nieuwe
strooibiljetten. Beide zijn in de omgeving van Deelen gevonden.
POLITIE (15 augustus tot en met 14 september 1944).
- De vermoedelijk aan tbc [tuberculose] lijdende onderwachtmeester H. heeft zijn dienst hervat maar de
onderwachtmeester S. zal zijn dienst voorlopig niet kunnen hervatten.
- De geschorste Hoofdwachtmeester te P. en de tijdelijk buiten dienst gestelde wachtmeester v.d. Z.
verrichten wegens de nu heersende toestand normaal hun dienst in opdracht van Majoor de Buck. Nadere
goedkeuring is gevraagd.
- De verschuivingen van de fronten, gepaard gaande met het doortrekken van vele groepen Duitse
militairen, de vorderingen van rijwielen door Duitse militairen en door leden van de Politieofficierschool, het
vertrek van vele leden der NSB en van de in de gemeente ondergebrachte Duitse vrouwen hebben
gedurende de laatste weken een enigszins nerveuze stemming doen ontstaan.
- Momenteel is de stemming van de bevolking vrij rustig hoewel het verloop van de krijgsverrichtingen met
aandacht wordt gevolgd.
- Een gedeelte van de landwacht is in de gemeente terruggekeerd en schijnt haar werkzaamheden te
hebben hervat.
- De goederenverzorging en aanvoer en bevoorrading van levensmiddelen en grondstoffen heeft tengevolge
van de toestand nagenoeg geheel opgehouden. Vooral de brandstoffenpositie in deze gemeente is
zorgwekkend.
- De discipline van de bevolking ten opzichte van distributie en prijscontrole geeft geen aanleiding tot
opmerkingen.
Daarom ga ik maar weer naar buiten. Familie uit Apeldoorn belt ons op en deelt mee dat er het laatste uur
grote formaties bommenwerpers in de richting Duitsland zijn overgevlogen. Er vallen op dat moment veel
stannioolstroken. Men vindt in Ugchelen slechts enkele pakken. Deze stroken zijn van een nieuw model. Ze
zijn allemaal zeer smal en vertonen over de lengte een rillijn (dus in V-vorm gevouwen). Om 13.30 uur
komen elf tweemotorige bommenwerpers laag over. Zij zijn op de terugweg. Als zij boven Radio[Kootwijk]
vliegen begint het luchtdoelgeschut daar intensief te schieten. De vliegtuigen wijzigen hun koers er niet
door. Om 13.45 uur volgen 37 Lightnings die verspreid vliegen. Radio[Kootwijk] schiet ook nu weer. Zonder
resultaat. Intussen is er weer stroom. Het was van 11.20-12.45 verbroken. Ik hoor de nieuwsberichten van
14.00 uur. Het is de laatste keer want de stroom wordt om 14.05 uur opnieuw verbroken en niet meer
hersteld.
Om 5.30 uur namiddag loopt een Duitse soldaat ons terrein op. Hij draagt een zogenaamd kikkerpak. Hij
houdt in de ene hand een machinepistool en in de andere een beschilderde plank met de naam van een
kapitein (Franke). Hij vraagt of deze Franke in ons huis woont. Wij antwoorden met nee. Daarop zegt hij
dat deze persoon in ons huis komt. Dit is de manier van inkwartieren. Een kwartier later komt een officier
met dezelfde soldaat op het terrein. Hij zegt niets en op de vraag van mijn vader of hij de betrokken officier
is antwoordt hij kortaf Ja. Deze kapitein vraagt om een bescheiden kamer voor besprekingen. Wij staan de
salon af. Even later rijdt een kleine auto voor met twee soldaten (chauffeur en ordonnans). Zij eisen de
garage op. Deze (er staat gelukkig niet veel in) wordt ontruimd. Zij vragen al spoedig naar de kamer van de
kapitein en laten merken dat zij ook bij ons moeten slapen. Het wordt zo opgelost dat de soldaten op de
logeerkamer komen terwijl Franke in de salon op een divan bij de telefoon de nacht zal doorbrengen. En
soldaat smeert intussen het brood. Op onze vraag waarom hij er een halve centimeter boter opsmeert
antwoordt hij dat dit overgehouden is uit Frankrijk. Wij moeten hun echter koffie geven. De soldaat in het
kikkerpak gaat aan de weg staan en noteert alle nummers van de voorbijtrekkende auto's. De kapitein krijgt
de hele avond bezoek van andere officieren of ordonnansen. Overal in onze omgeving zijn auto's van deze
verbindingsafdeling (bij de SS ingedeeld) onder de bomen geparkeerd. Bij oom Jan staat een wagen met
een zenderinstallatie onder de acacia. De auto's staan het meest bij huizen. Bij n woning heeft men een
aantal paarden ondergebracht. Op het appl dat 's avonds wordt gehouden ontbreken twee soldaten. De
bewoners van de nabijgelegen Keienberg krijgen geen water meer omdat de druk van de waterleiding er af
is. Zij besluiten daarop met een melkauto water uit een beek te scheppen. Terwijl zij bezig zijn de 3000
litertank te vullen passeren op dat punt (een zandweg) een groot aantal Duitse auto's die uit het bos komen
en er de hele middag geparkeerd stonden. De officieren spreken over slapen in het aangrenzende
dennenbos (van oom Andries) maar hierin wordt niet direct beslist. De soldaten van deze groep zijn zwaar
bewapend. Zij dragen gemiddeld per drie man een mitrailleur en beschikken allemaal over een geweer en
een aantal handgranaten. Enkele dragen een pantservuist. De auto's hebben de gekste modellen. Overal in
de omgeving zijn schildwachten opgesteld. Zij graven voor zichzelf een smalle geul, leggen er stro in en
gaan daarop liggen. Oom Reinier wil 's avonds nog eens met ons telefoneren. Mijn vader vindt het beter van
niet omdat de kapitein nog eerder bij de telefoon is dan wij. Hij is praktisch voor ons geblokkeerd. Tegen de
avond komen meer soldaten op ons terrein. Zij eisen het schuurtje op voor de berging van hun kisten en
ander materiaal. Enkelen halen de rietenstoelen eruit en zitten er de verdere avond op. Een soldaat brengt
Franke vier appels. Deze moeten echter in een schaal, die hij van ons vraagt, opgediend worden. Nu de
elektriciteit is verbroken vragen de moffen bovendien aan ons twee kaarsen en lucifers. Het gaat zelfs zover
dat een andere officier (die elders is ingekwartierd) ook recht meent te hebben op lucifers, kaars en
kaarsenhouder. Hij krijgt gelukkig niets. Wij zitten de hele avond bij de carbidlamp en gaan met de kaars
naar bed.
In het ketelhuis en twee kleine gebouwen bij de fabriek slapen Duitsers al zittende om op het eerste bevel
gereed te kunnen staan. Een grote groep heeft de mitrailleurs naast zich staan. Wij horen de meest
uiteenlopende berichten van hen over luchtlandingen bij Arnhem. Er zouden 15.000 Amerikanen zijn
afgeworpen bij Nijmegen en Renkum. De brandweer van Apeldoorn wijst er als voorzorgsmaatregel op dat
bij grote branden eerst ziekenhuizen, daarna voedselbedrijven en vervolgens fabrieken en woningen zullen
worden geblust. 's Avonds om 9.40 uur passeren de eerste vliegtuigen Het geronk houdt tien minuten aan.
Om tien uur komen opnieuw grote formaties in de richting Duitsland over. Op dat moment ga ik naar buiten
of er nog luchtgevechten zijn. Een Duitser spreekt me echter met een smoesje aan en vraagt naar de
soldaten die bij ons slapen (ze zijn om 9.30 uur naar bed gegaan). De mof loopt al spoedig weg en het lijkt
me dat ook hij bij ons wil slapen. Wij moeten n buitendeur openhouden omdat de officier nog steeds
bezoek krijgt. Wij doen alle kamers op slot tegen diefstal of ongehoord bezoek. Om elf uur loopt een Duitser
naar boven, naar de kamer waar de soldaten liggen. Een kwartier later volgt een tweede en om 11.30 uur
loopt een derde naar boven. Zij gaan allemaal in de kamer op de grond slapen.
Er trekt een afdeling SS langs uit de richting van Deventer naar Arnhem. Vanavond komt een bericht dat
Arnhem geheel vrij zou zijn. Bij Oud Reemst nabij Otterlo zouden valschermtroepen geland zijn. Wat van dit
alles waar is valt niet na te gaan. Je mag niet verder dan Beekbergen en Otterlo. Vanmiddag passeerde hier
ook een Tigertank.
VAN HOUTUM. Mevrouw weduwe P.J. Roosegaarde-Bisschop-Kuyck stelt me in de gelegenheid om de
komende dagen bij haar naar de radio te komen luisteren. De eerste uitzending is voor mij om 11.45 uur.
Terwijl ik veel opschrijf merken de anderen op dat de meeste berichten (in het bijzonder de
waarschuwingen) al eerder zijn bekendgemaakt. Voor mij is het echter allemaal nieuw. De bakkers bakken
wegens gebrek aan elektriciteit geen clandestien roggebrood meer. Zij die bij een bakker een tegoed aan
rogge hebben krijgen alleen nog roggebrood. Om 9.30 uur 's avonds vertrekken de Duitsers uit het
nabijgelegen Patertehuis. Hiermee zijn alle moffen uit Ugchelen weg behalve twee die zich in de bos met
een Volkswagen schuilhouden om zich daar aan de Geallieerde troepen te kunnen overgeven. De
Apeldoornse krant verschijnt wegens gebrek aan stroom in beperkt aantal en op klein formaat. Het
verschijnt onder de naam Mededelingenblad. Per 14 abonnees wordt een exemplaar uitgereikt. De directie
van de gasfabriek wijst erop dat men zeer zuinig met gas moet omgaan. Er zal een concentratie in de
bakkersbedrijven plaatsvinden door het afsnijden van de elektriciteit.
BLOEM. De gehele nacht door is er verkeer geweest.
SPOORWEGEN. Vandaag werden bommen op Assel geworpen. Te Loenen werd die dag vermoedelijk door
bominslag een stuk rails weggeslagen. Ook te Klarenbeek (bij km 92.500) werd een stuk rail van ongeveer 1
meter lengte opgeblazen.
POLITIE. De Wachtmeester van de gemeentepolitie O. is op 18 september 1944 overgegaan naar de
Politieofficierschool, waar hij zich gemeld heeft bij de SS en daarna met dit onderdeel vertrokken.
BURGEMEESTER. Met de uitkeringen van de evacuatievergoedingen kon eerst begonnen worden nadat de
uitreiking van de zogenaamde noodschadekaarten had plaatsgevonden. Deze noodschadekaarten waren
op de Dienst voor Sociale Zaken al ontworpen voor het gebruik bij een eventueel bombardement binnen de
gemeente en konden met enige wijzigingen voor deze evacuatie worden ingevoerd. Door het feit dat deze
noodschadekaarten eerst na verloop van 4 weken na de evacuatie waren uitgereikt ontstond bij de uitkering
van de evacuatie vergoedingen al een achterstand. Deze werd door verschillende omstandigheden (herevacuatie, ongeschoold personeel, moeilijkheden met drukwerken, razzia's gebrek aan kunstmatige
verlichting en brandstoffen) niet kon worden ingehaald maar eerder vergroot.
Er zijn maatregelen genomen om de achterstand zo spoedig mogelijk in te halen. Zag de
luchtbeschermingsdienst zich oorspronkelijk een taak toebedeeld bij de inkwartiering en huisvesting van de
evacus, sinds 18 december 1944 [is waarschijnlijk 18 september] is in overleg met Ir. N. besloten, deze
werkzaamheden in te voeren bij de Dienst voor Sociale Zaken zij het ook dat de uitvoering hiervan berust bij
speciaal uit de Luchtbeschermingsdienst gerekruteerde ambtenaren die hun opdrachten van de
Evacuatiecommissaris ontvangen. Deze samensmelting heeft ook plaats gevonden op een ander terrein
namelijk bij het verstrekken van hulp in natura (textiel, emailwaren, schoeisel enzovoort).
's Avonds komen veel leden van de Nederlandse SS voorbij. Zij vragen bij enkele mensen om
burgerkleding en delen mee dat de AKU [fabriek] in Ede nog in brand staat. Dit wordt later door de Duitsers
deserteurs bevestigd. Deze vragen om onderdak maar willen niet naar de kazernes omdat zij daar worden
vastgehouden. Enkele leden van de SS willen een bakkersmand plunderen. Een toeschouwer weet dit te
verhinderen. Het tweede Mededelingenblad van de NAC bezat een bericht van de PGEM [nu NUON] dat er
voorlopig nog geen stroom geleverd kan worden. Voorts bevat het een verordening van Rauter waarbij van
alle kerkelijke bladen, die naar Nederlandse arbeiders in Duitsland worden verzonden, op drie na de uitgifte
verboden wordt. Tegen elf uur 's avonds hangen er lichtfakkels boven Assel en kort daarop brandt het ook in
die streek.
BURGEMEESTER. In de nacht van 18 op 19 september werd mijn wagen (merk DKW) uit mijn garage
(Eikenhorstweg 10 in Apeldoorn-Wiesel) gestolen. Een ter zake door de gemeentepolitie ingediend rapport
luidt als volgt:
Na daartoe bekomen opdracht stelde ik: H.J. van der Linde, Opperwachtmeester van Politie te Apeldoorn,
een onderzoek in, nabij de woning en garage van den Burgemeester, die ten politie-burele alhier kennis had
gegeven, dat in den nacht van 18 op 19 September 1944 zijn auto was ontvreemd. Ter plaatse, zijnde bij
perceel Eikenhorstweg nr. 10 te Wiesel, gemeente Apeldoorn, constateerde ik, dat voetsporen aanwezig
waren van personen die schoenen droegen, die waren voorzien van spijkers en ijzeren hakken, daarom ik
vermoed, dat de daders vermoedelijk Duitse militairen zijn geweest. Sporen van braak of andere sporen zijn
door mij niet gevonden. Aangenomen moet worden, dat de deuren van de garage geopend zijn geworden
met een valse sleutel, of dat degene, die de garage afsloot, deze met sleutel en slot niet goed heeft
afgesloten, zodat de deur niet afgesloten is geweest. Verder ontdekte ik op den Eikenhorstweg te
Apeldoorn, in de nabijheid van bedoelde woning, sporen van op den weg stuk gevallen eieren.
De tuinman van de burgemeester, genaamd Aart Lubbers [moet zijn Marten Lubberts geboren 24-04-1910
te Ede en overleden in een van de kampen in Duitsland], deelde mij mee dat hem ter ore was gekomen dat
Duitse militairen met de auto waren gezien plusminus 200 meter van de hoek Zwolseweg - Eikenhorstweg,
bij het hoenderpark van de heer H. Deze heer deelde mij mede dat hij vermoed had dat de Burgemeester
met Duitse militairen gereden had. Des morgens echter ontdekte hij dat er 500 eieren uit zijn inrichting
waren ontvreemd, zodat hij bij die ontdekking reden had te vermoeden dat de dieven van de eieren met den
wagen van den Burgemeester gereden hadden. Deze waren volgens zijn mening onder de invloed van
sterke drank geweest. Bovendien heeft hij duidelijk de Duitse taal horen spreken. Hij durfde zich
vanzelfsprekend niet te laten zien. Zij zijn daarop met die auto weggereden in de richting van de Zwolseweg
en verder in de richting Apeldoorn. Verder heb ik ter plaatse een onderzoek ingesteld, waaruit niet is komen
vast te staan dat de auto in Apeldoorn is gebleven en ik vermoed dat deze is ontvreemd door enige Duitse
militairen, die op enigerlei wijze aan het dwalen zijn geraakt. Dit rapport zal worden doorgegeven aan de
Feldgendarmerie hier ter plaatse, opdat deze zaak verder, naast mijn onderzoek, door de Feldgendarmerie
kan worden onderzocht.
Ik zal ter plaatse het onderzoek voortzetten en bij gunstig resultaat daarvan doen blijken. Het signalement
van de ontvreemde auto is als volgt: merk DKW, Cabriolet, type 1940, chassisnummer 3164998,
motornummer 1020772, crme van kleur, zwart linnen kap, kenteken M-62682, waarboven een blauw
plaatje met opschrift: Politie, banden merk Pirelli.
Waarvan door mij is opgemaakt dit rapport en gesloten te Apeldoorn, de 20-9-1944.
De razzia geeft echter zo'n opschudding dat bijna iedere man zich in de bos verstopt. Enkele fabrieken
geven hun personeel zelfs vrij. Onze arbeiders blijven de hele dag in de bos verscholen terwijl de meisjes 's
middags het eten brengen. Twee Duitsers doen 's morgens bij buurman Jansen huiszoeking. Drie zoons uit
dat gezin zijn bij de spoordijk heide aan het snijden. De Duitsers verdenken hen van de vernieling van de
rails. Twee worden daar gegrepen maar de derde (behoort wegens arbeidsinzet onder te duiken) weet te
ontsnappen. De moffen onderzoeken daarop hun woning. Tegen zes uur stromen de bossen weer leeg van
mannen die zich daar overdag hebben verscholen. Uit n bos komen ongeveer 200 personen te
voorschijn.
VAN HOUTUM. Leden van de SD schieten 's nachts in Apeldoorn twee ondergedoken arbeiders van de
Nederlandse Spoorwegen dood. Om elf uur passeert Seyss-Inquart in de richting Hoenderloo. De Duitsers
pakken om 11.30 uur weer jonge mannen van de straat op om de spoorlijn te repareren. Deze is die nacht
bij Assel opgeblazen. Twee auto's van het Rode Kruis halen bij het pension Eljo-Zamy de laatste
autobanden op. De moffen vinden gelukkig ook vier banden die de beheerder voor zichzelf onder het stro
had verborgen. De ene dief betrapt de andere. Het nabijgelegen sanatorium Caesarea krijgt met ingang van
heden elektrische stroom van 3 tot 6 uur. Het komt uit de centrale van Hengelo. 's Middags horen wij dat de
heer Kwak (eigenaar van een wasserij in Ugchelen) is gedood. Hij wilde gisteren zijn pleegkind in Arnhem
met de fiets opzoeken nadat zijn zoon de vorige dag bij de Woeste Hoeve niet door de Duitsers was
doorgelaten. Zijn vader ontmoet echter de eerste controle bij Volkenhuizen. Hij wordt na een
woordenwisseling met drie kogels dodelijk getroffen. De oorzaak van dit gesprek wordt verschillend
uitgelegd. Twee gemeentearbeiders begraven hem daarna aan de kant van de weg. Zijn vrouw krijgt
vanmiddag het doodsbericht van Duitse zijde.
ZIEKENHUIS. De Duitse artsen vragen onze hulp. Er vielen zeer veel doden en gewonden zodat op
vrijdagmorgen 11 uur voormiddag bezoek kwam van Duitse geneeskundige zijde. De generaal dr. Meyer, de
Oberfeldartz Dr. Zengerling en Oberstabarzt Dr. Vossbeck (chef van Sint Jozef) kwamen de hulp inroepen
van het RK-ziekenhuis met personeel en artsen. Het aantal gewonden was namelijk te groot om goed door
de Duitse MGD [Militaire Geneeskundige Dienst?] verwerkt te kunnen worden. Er zouden ook Engelsen
komen. Er werden 80 bedden gevraagd zodat omtrent 70 burgerbedden overbleven. Dit bood geen
moeilijkheden doordat de bezetting van het ziekenhuis met burgers gering was. De Duitse artsen, hun
personeel en de patinten, alles met aanhang, kwamen al na enkele uren in huis. Hoezeer het onze artsen
deze zaak tegenstond. Wij konden niet nalaten in deze nood van de Duitse MGD onze medewerking te
verlenen met de Rode Kruis gedachte voor ogen. Men krijgt momenten dat men het land aan zichzelf heeft
wanneer men het gevoel heeft dat men door lichtgewonden te behandelen het Duitse oorlogspotentieel
regelrecht omhoog werkt. Wij volbrachten die middag negen kleine operaties, wondexcisies en
splinterverwijderingen.
Des middags werden door dr. Wiersema en mij 13 operaties verricht. Wij verzochten dr. Rodbard om ons
voor een gedeelte van de zondag daar op volgend een operatiezuster te willen afstaan (zuster Scholten).
Daar is echter niets van gekomen want het Sprengenwegziekenhuis kreeg zondagmorgen ook dezelfde
werkzaamheden te verrichten als het RK-ziekenhuis.
BURGEMEESTER PONT. Vandaag werd via het Rode Kruis de mededeling ontvangen dat de militaire
bevelhebber te Arnhem last had gegeven de stad te evacueren. Als evacuatieoord was Apeldoorn
aangewezen. 's Avonds gaf op een door de Weermachtcommandant belegde vergadering van plaatselijke
autoriteiten deelde deze commandant mee dat in de kom van de stad slechts op spaarzame wijze mocht
worden ingekwartierd. Op Heidehof werd het lijk van een geallieerde soldaat begraven die met een vliegtuig
was neergestort.
BLOEM. De 24ste is te Klarenbeek op het station een rijdende locomotief kapot geschoten. Drie man Duits
personeel waren door uitspringen gewond genaakt. De locomotief brandde en had tal van kogelgaten. Later
is hij van de Alforst (veldnaam van landerijen aan de spoorlijn in de buurt van de Kar) waar hij zelf naar toe
gereden was, zonder bemanning, weer weggesleept. Verder enkele Engelse vliegtuigen waargenomen.
Men zegt dat veel Duitsers in Frankrijk zich over gegeven hadden en dat men daarom de laatste 4-5 weken
zulke grote vorderingen maakte maar dat hier in Nederland de SS in de strijd geworpen was en vooral de
jongeren vechten hard.
ZIEKENHUIS. Veel operaties vliegenmaden (zondagmorgen). In de polikliniek beneden aan de straat
werden door dr. Wiersema en mij hard gewerkt. Ieder had een staf met helpers 22 operaties verricht bij
Duitse soldaten. Des avonds laat in de grote operatiekamer nog 6 grote gevallen bij zwaar gewonde
Engelsen. Bij een lelijke bovenarmverwonding daterend van 20 september vielen honderden krioelende
vliegenmaden op de grond. Dit zijn bromvliegmaden die in de wond en in de etter in het verband vegeteren.
Later zagen wij dat nog enige malen. De Duitse chirurgen hadden die dag eveneens 30 operaties verricht.
BURGEMEESTER PONT. Vandaag kwamen nadere bevestigingen van het bericht, onder andere door de
waarnemend burgemeester van Arnhem de heer Schermer, dat Arnhem in 3 stadia ontruimd moest zijn. De
laatste liep af op maandag 8 uur. Hij verzocht om hulp voor de bevolking in hoofdzaak door toezending van
vervoermiddelen. Hieraan is onmiddellijk bekendheid gegeven zodat al op zondag een grote stroom, die
zowel uit Apeldoorn, als uit Beekbergen, Loenen enz. kwam werd maandag zo sterk dat, ter voorkoming van
opstopping, van de zijde van de Evacuatiecommissaris hierin remmend moest worden opgetreden. In
samenwerking met het bureau Afvoer Burgerbevolking en Midden Oost, werd de inkwartiering voorlopig
geregeld in de volgorde Loenen, Hoenderloo, Beekbergen en Apeldoorn.
POLITIE. De Gewestelijke Politiepresident te Arnhem bericht op 9 augustus 1944 dat op 24 en 25
september 1944 op het station te Apeldoorn de reizende antibolsjewistische tentoonstelling 'Is het
Bolsjewisme een gevaar?' in 2 D-treinwagons te bezichtigen zijn. Gedurende de duur van de aanwezigheid
van de beide wagons op het station draag ik u [Burgemeester] op deze wagons afdoende door uw
politiepersoneel te doen bewaken.
Met de noodverlichting in ons huis gaan we vooruit door het gebruik van een gaslamp. Het blijft natuurlijk
buiten de huiskamer nog behelpen. Het scheelt juist nu veel met de kaarsen nu er 14 mensen in ons huis bij
slapen.
BLOEM. Heden kwamen weer tal van auto's over de weg, zwaar beladen, richting Zutphen.
ZIEKENHUIS. Nog meer te opereren, maandag. Het was een chaos in het ziekenhuis. Vele patinten lagen
op operatie te wachten. Er kon eigenlijk niet veel meer opgenomen worden maar het gebeurde toch. De
lichtgewonden die op 23 en 24 september gekomen waren werden vervangen door zwaargewonden. Er
kwamen nogal wat Engelsen, allen zwaar gewond. Overal werd tegen de klippen op geopereerd. Ook door
de beide neus-keel-artsen dr. van Herk en dr. Staercke onder onze leiding. Wij konden het namelijk niet
meer af. Bij het verwijderen van de botsplinters kregen we kapotte vingers. Deze zaten onder de kloven,
waren pijnlijk en infecteerden. Des avonds verwijderde ik botsplinters 5 centimeter diep uit het
hersenweefsel bij een zwaar zieke Engelsman. De verwonding was 8 dagen oud. De toestand van de
patint verbeterde onmiddellijk na de operatie. Toen ik bezig was zei hij: 'Oh, I am getting crazy'. Vele
weken later is hij toch nog overleden.
Een flinke gediplomeerde verpleegster uit Hilversum kwam spontaan haar hulp aanbieden. Ik aanvaardde
deze terstond. Zij heeft bij die hersenoperatie geholpen en verder gedurende de gehele nacht op de zalen
dienst gedaan. En dat was wel nodig ook. Ik ben er om 12 uur 's nachts wezen kijken. Het was er een
onbeschrijflijke bende. Er lagen omtrent honderd zwaargewonden vrijwel zonder verpleegsterhulp. Zij lagen
wel in bedden maar verder onverzorgd. Sommigen riepen om water waaraan zij dan geholpen werden door
minder zieke makkers. Anderen moesten urineren en vonden geen gelegenheid. Velen lagen onvoldoende
toegedekt te slapen waaronder enige hersenpatinten in bewusteloosheid die zichzelf niet konden helpen.
Op de grond, op de zalen en zelfs op de gangen, op brancards en overal vond men de patinten. Het stonk
er afgrijselijk door alle etter.
- Veel Engelsen. Stromen gewonden kwamen ook in de nacht aan de deur en moesten afgewezen worden.
Van de Engelsen hoorden we fantastische cijfers. Van wel 500 gewonden die in de Willem III kazerne
zouden liggen en die allen geholpen moesten worden. En nog steeds kwamen er bij.
- Burgers. Tot overmaat van ramp kwamen er ook gewonde burgers uit Arnhem en Oosterbeek.
- Hulp van buitenaf is nodig. Wiersema en ik, beide met kapotte vingers, konden dat niet meer verwerken.
Wij besloten buitenshuis om chirurgische hulp te vragen zowel voor de burgers als voor de militairen. Ik wist
zeker dat ik collega's in deze nood bereid zou vinden te helpen. Schepel uit Hilversum liet mij al weten of het
niet nodig was dat hij kwam. Ik overlegde met de Stabartz-chirurg dr. Paulig die onmiddellijk instemming
betuigde en er met zijn chef over sprak.
BURGEMEESTER PONT. Op 25 september, nadat al in meerdere wijken van Apeldoorn inkwartiering
aangevangen was, ontvingen wij het verbod van de Weermacht in de kom van Apeldoorn evacus onder te
brengen. Als kom was te beschouwen het gebied begrensd door de spoorweg Amersfoort - Apeldoorn, het
kanaal, de Anklaarseweg en de Waldeck-Pyrmonthlaan [nu Zwolseweg]. Daardoor konden als opnameoorden aangewezen worden de wijken XI, X, IX, een deel van wijk I, Beemte, Broekland en het blok Grote
Woudhuis, volgens de bestaande begrenzingen in de luchtbeschermingsdienst.
Langs de aanvoerwegen vanaf Arnhem werden politie en hulppolitieposten uitgezet om de stroom te leiden
naar de opname-oorden in de genoemde volgorde. Hulpposten werden uitgezet aan de Woeste Hoeve,
Smittenberg (Beekbergen), Fabianuskerk (Arnhemseweg), de school aan de Molenstraat en bij de
Gereformeerde Zuiderkerk aan de Arnhemseweg.
De gehele luchtbeschermingsdienst van de opname-oorden werd in werking gesteld voor de verdeling van
de evacus over de wijken en blokken. Tijdelijke onderkomens werden gemproviseerd over de wijken en
blokken bij bovengenoemde posten in de Cocosfabriek aan de Reigersweg, in het pakhuis van de firma
Dekker en Heinen aan de Koningstraat en de Messenfabriek (wijk IX).
Ten spoedigste werden in samenwerking met het Nederlandse Rode Kruis en het BAB noodziekenhuizen
opgericht, tehuizen voor blinden en voor ouden van dagen. Aan verschillende geneeskundige hulpposten
van de luchtbeschermingsdienst werden noodziekenhuisjes verbonden.
Aan de voedselbehoefte werd in de eerste plaats voorzien door de Centrale Keuken die met dagelijks
stijgende prestaties werkte. In de behoefte aan brood en boter voorzag eerst het Evacuatiecommissariaat
zelf door de uitgifte van noodbonnen. Later werd dit overgedragen aan de wijkhoofden en de hoofden van
de luchtbeschermingshulpposten. Gelukkig kon deze uitreiking van minder regelmatige noodbonnen binnen
enge grenzen worden gehouden. Na verloop van enige tijd kon ook deze uitreiking worden overgelaten aan
den Distributiedienst.
Na enige dagen werd een klein deel van de steeds toestromende vluchtelingen doorgestuurd naar Vaassen
en Epe (ca.1500). Naderhand besliste ook daar de Weermacht dat zij daar niet mochten blijven en naar het
westen, voornamelijk richting Elburg, doorgestuurd moesten worden.
De doorvoering van de maatregelen ten aanzien van de stellingbouw aan de IJssel werkte tijdelijk
desorganiserend op de evacuatie.
ZIEKENHUIS. Arnhem wordt verlaten. Dinsdag. Arnhem trekt Apeldoorn binnen. Op de polikliniek veel
Arnhemmers. Gevacueerde verse gewonden en ook oudere patinten uit ontruimde ziekenhuizen. Nieuwe
gewonde soldaten. Auto's met burgers en soldaten, doden, gewonden, Duitse auto's met Nederlandse
burgers en Tommies in dezelfde wagen, alles zwaar gewond.
- Vier chirurgengroepen. De Oberfeldartz dr. Zengerling liet weten dat hij mij verzoekt vier chirurgengroepen
te laten komen, twee voor Sint Liduna, n voor de Sprengenweg en n voor Sint Jozef. Dat gaat boven
mijn oorspronkelijke opzet uit maar het kan. Voor de berichtgeving heb ik de Ortskommandantur nodig. Bij
de Ortskommandant tref ik een troepengeneraal die het advies geeft uit militaire overwegingen de chirurgen
uit het gebied ten oosten van de IJssel niet weg te halen, noch ook Utrecht te vragen maar mij te wenden tot
Amsterdam. Zijn gedachtegang is logisch maar het is niet in overeenstemming met de afspraak met het
Nederlandse Rode Kruis. Daarbij was de maximum afstand van de chirurgengroepen op 35 kilometer
gesteld. Ik verkreeg telefonisch toestemming dit toch te vragen van een der hoofdbestuursleden van het
Nederlandse Rode Kruis in Apeldoorn aanwezig (3.30 uur namiddag).
Het gelukte mij inderdaad Amsterdam te bereiken. Vandaar uit begreep men niet waarom ik Amsterdam liet
waarschuwen. Men gaf zonder dat ik het wist aan de chirurg in Amersfoort, dr. Insinger, opdracht naar
Apeldoorn te gaan. Intussen zou er ook een groep uit Amsterdam komen en voorts, buiten de Rode-Kruis
bemoeiingen om, dr. Schepel uit Hilversum. Ik had de heren laten roepen maar was er inderdaad wel voor
allen werk?
- 800 Engelse gewonden. 's Avonds om 7 uur kreeg ik in het ziekenhuis bezoek van twee Engelse artsen als
gevolg van een afspraak met de Oberfeldartz dr. Zengerling. Ik had namelijk gevraagd om persoonlijk in de
Willem III kazerne te mogen gaan kijken. De Oberfeldartz had mij meegedeeld dat hij geen verlof had mij dit
toe te staan. Om aan mijn verlangen ingelicht te zijn over de behandeling van de Engelsen te voldoen was
hij bereid mij met twee artsen te laten spreken. Ik hoorde toen dat er 800 gewonde Engelsen in de kortst
mogelijke tijd verzorgd moesten worden. Zij verzochten mij in orde te maken dat er de volgende dag 100
behandeld zouden worden in beide ziekenhuizen. Dit overviel mij toch nog. De gehele avond en nacht werd
er getelefoneerd over de komst van de chirurgengroepen en over het werk dat voor hen klaar lag.
Zij staan (schafttijd) in groepen groter dan vijf op de weg te kijken. De soldaat loopt het fabriekterrein op en
zegt dat bij een volgende waarschuwing alle arbeiders naar Duitsland zullen worden overgebracht. 's
Middags om n uur belt oom Gerrit vanuit de Woeste Hoeve op dat hij met paard en wagen naar ons huis
onderweg is. Mijn vader gaat hen intussen per fiets tegemoet en rijdt via Beekbergen. Het blijkt echter dat zij
uit angst voor beschieting vanuit de lucht via Hoenderloo komen. De weg over Hoenderloo is namelijk beter
door bomen beschermd. Om drie uur komt zijn dochter Dinie met mevrouw Jonker (uit het aangrenzende
huis). Op dat moment ga ik hen tegemoet en ontmoet ze bij de Ugchelse Berg. Op de wagen zitten oom
Gerrit, zijn vrouw, zoon en twee meisjes. Daarvan is n een dochter van mevrouw Jonker. Het andere
meisje is een jodenkindje dat door deze dame verzorgd wordt. Zij komen om vier uur bij ons aan. Beide
families hebben zo veel mogelijk meegebracht, als voorbeeld per persoon alle toebehoren van hun bed en
verder alle fietsen. Het is te begrijpen dat er nu plotseling een neerslachtige stemming heerst. Mijn oom
kreeg vannacht bevel het huis te verlaten. Alles is 's nachts klaargezet en dat wat niet mee kon (onder
andere zilver en levensmiddelen) is begraven. Ondanks het onweer passeren 's avonds tussen 9.15 en 9.30
uur Britse vliegtuigen.
ZIEKENHUIS. De chirurgen komen uit Amsterdam. Woensdag. Aangezien het verkeer des nachts moest
plaatsvinden stonden om vier uur 's morgens de eerste artsen van buiten voor mijn neus in het
Lidunaziekenhuis. Het waren de chirurgen dr. Schepel uit Hilversum en dr. Rijnders uit Bussum. Zij
begaven zich meteen op weg naar Sint Jozef om te zien hoe het er daar uitzag. Zij kwamen terug met de
mededeling dat er inderdaad op een chirurgengroep gewacht werd. Er was volop werk maar er moesten
verpleegsters meekomen. Dit bleek nu geschikt te zijn voor de ploeg uit Amsterdam. Deze arriveerde om 6
uur en meteen doorreisde naar Sint Jozef en daar heeft het overeenkomstig het programma tot
vrijdagmiddag 29 september gewerkt.
- Bloedtransfusies. Inmiddels kwam er om kwart voor vijf een stoet van vijftien artsen onder leiding van
Professor Borst uit Amsterdam. Hierbij was ook de gynaecoloog Kellerman Slotemaker. Deze was vroeger
commandant van de Verbandplaatsafdeling te Hilversum waarvan ik deel uit gemaakt had. De heren stelden
zich op de hoogte van onze behoeften ook op het gebied van bloedtransfusies. Dit leidde spoedig tot een
uitgebreide en efficinte werkzaamheid op dat gebied dat tot in november geduurd heeft.
- Chirurg uit Amersfoort. Om 8 uur kwam dr. Insinger. Dat bracht mij even in verwarring. Ik had niet op hem
gerekend en vond het sneu om hem zonder meer terug te sturen. Ik stelde hem eerst voor dat hij op de
polikliniek zou werken omdat hij een volledig instrumentarium en narcotiseur en verpleegsters bij zich had.
Dit stuitte in de eerste plaats af op onwil van de polikliniekzuster om de kamer te verlaten. In de tweede
plaats gebeurde het niet omdat dr. Insinger toen pogingen in het werk is gaan stellen in de Willem III
kazerne te gaan werken. Dat werd niet toegestaan wat ik nog steeds betreur. Aan het eind van de morgen is
dr. Insinger toen een aantal operaties gaan doen in de eerste operatiekamer. Deze stond overigens geheel
ter beschikking van de Duitse chirurg dr. Paulig. 's Avonds is dr. Insinger met staf naar Amersfoort
teruggekeerd.
- Chirurgen uit het Gooi. Dr. Schepel en dr. Rijnders hebben het werk in het ziekenhuis gedaan alsof zij in
de schoenen van dr. Wiersema en mij stonden. Zij hadden de tweede operatiekamer tot hun beschikking.
Weldra zag ik er ook de mij welbekende zusters uit de operatiekamer van het Diaconessenhuis in
Hilversum. Zuster Mies en zuster G. Er gebeurden vele en grote operaties vooral aan burgers (maag, buik,
ruggenmerg) maar ook bij soldaten. Voorts maakten deze doktoren ook visites in het huis vooral bij burgers.
- Onvoldoende verpleegstershulp. Het was nog steeds een bende en een chaos in het huis. Ook de
polikliniek was in vol bedrijf, vooral met langstrekkende Arnhemmers. Er kwamen dagelijks klanten uit de
Arnhemse ziekenhuizen. Op de zalen was een groot tekort aan verpleegsters. Moeder-overste merkte naar
aanleiding daarvan op dat er geen vreemde zuster in huis zou komen. De zusters uit Amersfoort mochten
niet in het gebouw werken. Ook had ik op een nacht (25 september) een zuster in huis gehaald die er niet
hoorde. En al die Arnhemmers konden niet geholpen worden. Het ziekenhuis was vol en daarmee uit.
- Het bestuur verleent medewerking. Nog dezelfde morgen kon ik het Bestuur in vergadering bijeen treffen
en deze stof zonder Moeder-overste bespreken. Er was heel wat overredingskracht nodig om duidelijk te
maken dat beide ziekenhuizen alles moesten doen wat zij konden om aan de nood het hoofd te bieden. Het
bestuur ging na raadkamer zover mij steun toe te zeggen. Er zouden zusters van buitenaf mogen werken.
Voor dringende gevallen zou steeds n der bestuursleden aanwezig zijn, de heer Zonderland of de heer
Meyer. Ook kreeg ik gedaan dat op de zolder wat extra ruimte in orde gemaakt werd om patinten neer te
leggen, burgers dan wel militairen. Dit is tenslotte nooit nodig gebleken.
- Verpleegsters van buitenaf. Er werden verpleegsters bij het Nederlandse Rode Kruis aangevraagd. Er
zouden verpleegsters uit Amsterdam, Utrecht en Amersfoort komen. Deze waren voor beide ziekenhuizen
bestemd.
- Hoe kan men alle patinten helpen? Toevallig ontdekte ik dat er om 4 uur namiddag een
artsenvergadering zou zijn op Marialust met als onderwerp: de ziekenhuisruimte in Apeldoorn.
De Burgemeester zou er ook komen. Het ging over de talrijke noodinrichtingen van de luchtbescherming die
nu door de Arnhemmers bezet waren, de behoeften daarvan en de geneeskundige verzorging. Op deze
vergadering kwam vanzelf de vraag naar voren wat de militairen nog zouden eisen op het gebied van
ziekenhuisruimte. Ik kon daarop tamelijk positief meedelen dat het in de bedoeling van de militairen lag de
patinten door de beide ziekenhuizen heen te 'malen'. Dus opereren en een kort ziekenhuisverblijf en dat
dat systeem ook voor de burgers nodig zou zijn. Het is in feite naderhand in beide ziekenhuizen ook
uitgevoerd. Het verdere verblijf onder specialistische behandeling gebeurde daarom in
noodziekeninrichtingen zoals de Marechausseekazerne voor de Arnhemse evacus die uit het
Lidunaziekenhuis weg konden. 's Avonds wordt over hetzelfde onderwerp nogmaals vergaderd met een
aantal huisartsen in de Bestuurskamer aan de Sprengenweg.
BURGEMEESTER PONT. Met de registratie van de vluchtelingen werd een begin gemaakt. Bij deze
registratie werden tevens nooddistributiekaarten uitgereikt. Er werd een Centraal Registratiebureau, tevens
inlichtingenbureau, gevestigd aan de Boerenleenbank. In hetzelfde gebouw werd gevestigd het
inlichtingenbureau van het Rode Kruis. Op Heidehof werden 7 lijken van neergestorte vliegtuigen begraven.
Het grootste deel van de bevolking stelt zich nu eenmaal op het standpunt dat het verrichten van diensten
voor de Duitse Weermacht in strijd is met het landoorlogreglement en verraad betekent tegenover het
Nederlandse volk. Het heeft geen zin hierover te discussiren daar de propaganda grondig heeft gewerkt.
De stoffelijke resten van 12 in de Willem III kazerne overleden geallieerde soldaten zijn door de Gemeente
bijgezet.
Door het feit dat in de middag van de 29e september de pers van de Nieuwe Apeldoorsche Courant door
saboteurs vernield werd kon de oproep niet in het Mededelingenblad opgenomen worden.
Bekendmaking vond plaats door middel van aanplakbiljetten.
Hieraan wordt gewerkt en de resultaten moeten wij afwachten. Het schijnt dat 300 gewonden daar
chirurgische hulp nog zeer nodig hebben.
- Geneesmiddelen. De verbandposten van de Luchtbescherming zijn samen met dr. Hermanides door de
heer Mulder, apotheker alhier, ingericht. Om tot een goede voorziening van geneesmiddelen te geraken zal
men waarschijnlijk de heer Mulder en een Arnhemse apotheker in de arm moeten nemen.
- Gewonde Engelsen. In het Sint Lidunaziekenhuis werden gisteren 15 zwaar gewonde Engelsen
opgenomen, vandaag 5.
Daarop echter wordt weer rondgeroepen dat niemand (dus voornamelijk vrouwen) zich na vijf uur op de weg
mag bevinden. Deze maatregel is natuurlijk om tegen te gaan dat de vrouwen het contact met de mannen,
die zich in de bossen verschuilen, kunnen onderhouden. De grote drijfjachten in de ring hebben zo'n succes
dat er zich ruim 10.000 personen voor graafwerk melden en/of worden opgepakt. Mijn broer, die in een
woning binnen de ring is ondergedoken, loopt nog even gevaar maar weet te ontkomen. In Ugchelen wordt
een aantal burgers gearresteerd. Daaronder een man van 70 jaar. Hij bezit twee valse persoonsbewijzen en
de moffen nemen hem onder beschuldiging van terrorist mee. De wacht bij de Viersprong blijft de hele
avond en nacht staan. Daardoor blijven velen in de bossen overnachten.
De Duitsers brengen de politieke gevangenen uit de kazernes naar elders over om ruimte vrij te krijgen voor
de vele jonge mannen die deze dag zijn opgepakt. Het blijkt al spoedig te klein. Daardoor wordt het
merendeel in het Gymnasium en andere gebouwen ondergebracht. Zij blijven daar tijdelijk. Daarna moeten
de jongeren naar de IJssellinie lopen. De ouderen worden per auto vervoerd. 's Middags horen wij dat zich
onder de lijken in Apeldoorn ook het stoffelijk overschot bevindt van Reinier van Gerrevink. Mijn oom,
vergezeld van een zuster van Reinier, fietsen hierop alle lijken af en vinden het in de Piet Joubertstraat. Zijn
hoofd is door een schot in de slaap verminkt. De kleding en een ring aan de vinger vormen het bewijs dat
Reinier het is. Het lijk is 's morgens vanuit een auto op straat gegooid. Daarna legden de moffen het bordje
Terrorist er op. Wij weten nog niet precies hoeveel lijken er liggen. Het schijnen er niet meer dan acht te
zijn. Men hoort namen noemen van Aalders, Schut, van Gerrevink en anderen. Er zouden ook twee
Geallieerde vliegers bij behoren. Voordat ik 's avonds naar huis ga ga ik eerst nog naar mevrouw
Roosegaarde-Bisschop om naar de BBC te luisteren. Zij zijn blij mij te zien omdat ik de hele dag niets van
me had laten horen. Veel jongelui waren bij haar in de woning. Deze gingen in de loop van de middag weer
geleidelijk weg. Mijn neven zien op de terugweg nog een honderdtal lichtkogels. Deze worden bijna
gelijktijdig in de richting Deelen afgeschoten.
SPOORWEGEN. Vandaag werd om 3.00 uur bij post 63 tussen Barneveld en Stroe een trein aangevallen.
ZIEKENHUIS. 7 uur razzia. De Burgemeester heer Pont belt mij op om mee te delen dat de gehele
mannelijke bevolking tegen negen uur is opgeroepen om aan de verdedigingswerken te gaan werken.
Vannacht zijn er doden gevallen. Wij kunnen niet over straat lopen. Het zal een ellendige dag worden.
- 8 uur. Thuis blijven. Samen met dr. Heeringa strekken de bemoeiingen zich uit over de houding der artsen
en de bescherming van ons personeel. Het blijkt dat wij in huis moeten blijven. Ik bestel een soldaat om
naar de Rode-Kruisvergadering te gaan in de Boerenleenbank en om naar Het Loo gebracht te worden. De
artsen blijven thuis. Aan de heer Oberfeldartz Zengerling wordt meegedeeld dat dit geen kwestie van onwil
is.
- 10 uur Centrale Rode Kruis Commissie. Vergadering oprichting van de Centrale Rode Kruis Commissie in
de Boerenleenbank onder leiding van dr. Augustein. Als taakverdeling wordt met het toezicht op de
burgerbedden in de ziekenhuizen en noodziekenhuizen belast dr. Griede uit Arnhem.
- 11 uur Samenwerking tussen Nederlandse Rode Kruis en Weermacht. Samen met dr. Augustein bezoek ik
gehaald door een soldaat van het Kriegslazarett het Paleis het Loo. Onderweg daarheen ligt in de Loolaan
in overall het lijk van een man in het gras met een bordje erbij 'terrorist', kennelijk neergelegd. Wij worden
ontvangen door Oberfeldartz Zengerling en Oberstabartz Kramer. Het gesprek loopt naar wederzijds
genoegen. Dr. Zengerling zegt dat wij het beste doen in de gegeven omstandigheden samen een oplossing
te zoeken voor de grote geneeskundige taak die volbracht moet worden. Wanneer het in onderling overleg
gaat kan de samenwerking goed zijn. Hij deelt mee dat hem wat dat betreft in Nederland een goede
ontvangst te beurt viel met uitzondering van Hengelo. Uit het Katholiek Ziekenhuis daar zijn de lekenzusters
weggelopen. De nonnen zijn er gebleven. Hij verzoekt mij wel te willen meewerken om de
onaangenaamheden op dit punt uit de weg te ruimen. Het oprichten van de Centrale Rode Kruis Commissie
Apeldoorn wordt besproken. Bij de uitvoeringsmaatregelen blijkt dat voor de Willem III kazerne allerlei
gebracht kan worden mits dat alles door n hand gaat. In het ziekenhuis zullen twee dames toegelaten
worden om de Engelse gewonden te bezoeken. Er zullen dan Rode Kruis-paketten uitgegeven kunnen
worden. Daarbij zullen om uiteraard gevoeligheden te voorkomen ook de Duitse soldaten een pakket
krijgen. De ziekenhuisruimte in Apeldoorn is vrijwel in beslag genomen. Er blijft nog slechts over het
Apeldoornsche Bosch en het Seminarium. Het Apeldoornsche Bosch bestaat uit vele kleine paviljoens en is
voor gewonden lang niet zo geschikt als Sint Jozef. Wij delen mee dat wij bij een onverhoopte grote
vermeerdering van het aantal gewonden bereid zijn een chirurgische ploeg te vragen de
gewondenverzorging op zich te nemen. Het is belangrijk, teneinde de behandelingscapaciteit alhier op te
voeren in het Katholieke Ziekenhuis de zolder in gebruik te nemen.
- 15 uur. Onderhoud met de neurochirurg dr. Lenshoek. Deze is ter orintering uit Amsterdam gekomen en
ziet een aantal hersenpatinten. Hij heeft aanwijzingen gegeven voor de behandelingsmethode daarvan.
Daarna wordt de Willem III kazerne bezocht waarin nog slechts twee gevallen zijn die hem kunnen
interesseren. Daarbij hoeven geen onmiddellijke voorzieningen getroffen te worden.
- 19 uur. Doden. De Burgemeester deelt mee dat onder meer doodgeschoten zijn de overste Barendse
(Luchtbescherming), mejuffrouw van Terwisga, leidster van het Instituut voor steno en machineschrijven (dit
blijkt later onjuist te zijn, zij is naar Duitsland gevoerd), de bekende Apeldoornse figuur heer van Gerrevink
(zoon van de zaak uit de Nieuwstraat), de heer Karreman (zoon van een wasserij). Later hoor ik nog een
zekere heer Welle noemen.
In totaal werden ook uit Arnhem 28 mensen gedood en verspreid in de gemeente opzettelijk op straat
neergelegd. De Burgemeester deelt mee dat van een aantal van deze mensen aangenomen mag worden
dat zij zich inderdaad met Ondergronds werk bezig hielden.
- 20 uur Wageningen. Een zekere heer Ariens uit Wageningen deelt mee dat daar 4000 zieken en ouden
van dagen in kelders zitten omdat de stad onder Engels vuur ligt.
ZIEKENHUIS. RAPPORT aan het Hoofdbestuur van het Nederlandse Rode Kruis van een bezoek aan de
Willem III kazerne te Apeldoorn op 2 oktober 1944, 15 uur, door dr. van Vierssen Trip.
Bezoek door dr. Lenshoek (neurochirurg te Amsterdam), dr. Noordenbos (assistent van Dr. Lenshoek), dr.
Ruitinga (internist uit Amsterdam speciaal belast met bloedtransfusies) en dr. Trip.
- Nieuwe Gebouwen. Een enorm complex grote, nieuwe en proper uitziende gebouwen, een mooie bosweg
met straatweg en brede fietspaden ter weerszijden en open losse slagbomen, een bos en daarna een zwaar
hekwerk met de wacht. Wachtgebouwen links en rechts. In het linker wachtgebouw zetelt de Duitse officier
van gezondheid, Stabartz Dr. Dotter. Ons bezoek is van tevoren aangekondigd door de chef Oberstabartz
dr. Kramer. Deze heeft zijn zetel in het Paleis het Loo. Ik heb hem samen met dr. Augustein (inspecteur van
het Nederlandse Rode Kruis) vanmorgen een bezoek gebracht. Wij treffen het. Het is mooi weer, niet koud
en de zon schijnt voldoende om ons enigszins behaaglijk te doen voelen.
- Vertrek van een groep Tommies. Er wordt juist een aantal gewonden op transport gesteld. De Colonel dr.
Warwich heeft ons al eerder ingelicht dat er omtrent 800 gewonden zijn waarvan nog 200 operatie
behoeven. Deze liggen er sinds 17 september en daarna, dus nu 10 tot 14 dagen. Met verplegend
personeel en intendance mee zijn dat er circa 1100.
Op zondag 1 oktober deelde de Engelse arts mij mee dat er van deze gewonden 500 op transport gesteld
zouden worden naar Duitsland. Dit transport zou gebeuren in dichte wagons (beestenwagens) en zou
omtrent 36 uur duren. Zij worden dus afgevoerd als krijgsgevangenen en niet als gewonden. Nu worden de
jongens opgesteld en moeten een eindje over het terrein opmarcheren. Bij de eerste groep van 50 zijn er 2
die met een stok lopen en zich moeten voortbewegen. Bij de 2e groep van 50 zijn er 4. Deze worden er
uitgehaald. Al deze Engelse soldaten zien er goed uit, opgeruimd, flink en maken niet de indruk er slecht
aan toe te zijn. Zij lachen en groeten vriendelijk. Als zij een eindje verder op moeten marcheren laat de
troepenofficier die de kazerne onder zijn bevel heeft de manschappen zich in de zon opstellen. Zij hebben
een wandeling van een half uur naar het station voor de boeg. Dat kunnen ze best volbrengen. Ook de 3e
groep van 50 man staat klaar. Bij de 4e komen er moeilijkheden. Want er zijn klaarblijkelijk zieken bij die
moeilijk de tocht zullen kunnen volbrengen. Het blijkt nu dat de opzet is vandaag 250 man weg te zenden.
De Duitse onderofficier stelt aan de Engelse kapiteindokter voor dit vierde groepje en het vijfde maar hier te
houden. Ik krijg de indruk van overleg en gemoedelijkheid. Inmiddels is dr. Lenshoek met zijn assistent
onder geleide van een Engelse arts en een Duitse hospitaalsoldaat naar de hersenpatinten gaan kijken. Ik
heb dr. Lenshoek uit het oog verloren.
- Ongedwongen onderhoud met de Engelsen. Ik ga nu met dr. Warwick het eerste van de drie paviljoens
binnen dat door de Engelsen bewoond wordt. Wij zijn daar geheel vrij in ons onderhoud. Het heeft een
volkomen ongedwongen karakter. Trouwens al bij het eerste onderhoud dat ik met de Engelse artsen had
op 25 september werd ik geheel vrijgelaten in mijn gesprek met hen. Sindsdien zag ik de doktoren dr.
Warwick, dr. Hereford, dr. Redman dagelijks. Ik maakte kennis met de geestelijke. Ik zie aanwijzingen over
de godsdienstoefeningen. De drie gebouwen bevatten twee verdiepingen. Er is een brede, lange gang in het
midden die uitloopt op een gedeelte dat aan weerszijden de slaapruimten van de kazerne bevat. Het zijn
ruime maar vrij lage lokaliteiten waarin talrijke lage bedden, of zo men wil, kribben staan.
- In de barakken. Doorgaans staan er twee kribben boven elkaar. Er kunnen er ook drie boven elkaar staan
maar dit is blijkbaar niet nodig. De strozakken zijn natuurlijk hier en daar al wat plat geworden. Nieuw stro is
wel wenselijk. Lakens zijn aanwezig. Vele van de patinten liggen te lezen. Er wordt geen aandacht aan
mijn komst besteed. Soldaten met RAMC (Royal Airforce Medical Corpse) op de schouder verzorgen hen.
Het zijn allen jongelui in de kracht van hun jaren. De stemming is goed. Het ruikt er niet onfris. Ik heb zo
ongeveer de helft gezien want ik ben niet boven geweest. Ik kom nog wel eens terug. Zwaar zieken zijn er
maar weinig. Wel zijn er zware verwondingen die hulp zeer van node hebben. Als voorbeeld een slecht
staande bovenarmfractuur met gezwollen arm en waar de granaatsplinters nog inzitten. Ik maak een praatje.
De jongen ziet er goed uit. De fractuur zal wel wat etterafscheiding geven.
Dus van genezing is voorlopig toch geen sprake. Hij moet natuurlijk opgenomen worden maar er treedt geen
verzuim voor later in wanneer de opname uitgesteld wordt. Zelfs bij slechte stand zou met refractuur later
nog veel te bereiken zijn.
- Bloedtransfusie. Er is een zaaltje waar vier zwaar zieke soldaten liggen. Dr. Ruitenga is daar bezig met
bloedtransfusies. Dit moet wel gecontinueerd worden. Het initiatief daartoe is enigszins toevallig ontstaan.
De ziekste patint heeft het linkerbeen verloren. Om de stomp zit een gipsverband. Deze zieke patinten
hebben lakens en dekens en liggen uitstekend. Voor hen speciaal is n verzorger.
- Operatiekamer. Ik bezichtig de gemproviseerde operatieruimte. Het is een ruim lokaal waarin twee artsen
en acht helpers werkzaam zijn. De vloer is vuil van het gips. Het is een terrazzovloer die twee maal daags
geboend wordt. De artsen hebben een gummischort dat met lysol afgenomen kan worden. Er zijn geen witte
jassen en geen operatiehanddoeken. Er is geen stromend water maar het waslokaal ligt hier tegen over aan
de overzijde van de gang. Door de verduisteringspapieren is het daglicht erg gedempt. Hoewel buiten de
zon helder schijnt brandt hier elektrisch licht. Apeldoorn zit overigens in het donker. Er staat een elektrisch
komfoor sinds twee dagen aanwezig. Hierop worden de instrumenten gesteriliseerd. Doeken kunnen niet
gesteriliseerd worden.
- Rommelig en vuil. De gehele ruimte maakt een rommelige en vieze indruk. Echt zoals mannen dat doen.
Een operatielamp is er niet. Wel hebben de Engelsen bij het afspringen een eenvoudige verstelbare
schijnwerper meegenomen. Deze staat nu echter in de tweede operatiekamer die zich in de derde barak
bevindt. Daarin wordt op dit ogenblik niet gewerkt. Er staat allerlei klaar van spuiten in lysol, instrumenten,
messen, katheters, waskommetjes, een accu, tafeltjes, een paar bezems, handschoenen om van te
watertanden, genees- en verbandmiddelen. De patint die op de tafel ligt is wakker onder een deken. Er
moet een verbandwisseling gebeuren. Met eenvoudige middelen zou dit geheel toch wel bruikbaar zijn voor
grotere en meer operaties. Het belangrijkste is dat er op het ogenblik geen jassen en doeken gesteriliseerd
kunnen worden. De verlichting is gemakkelijk te verbeteren. Echter voor zwaar zieke mensen in groten
getale kan de verpleging nooit worden wat deze in een ziekenhuis is.
- Fruit. Het heeft enige tijd geduurd voordat het zover was wat ons niet te zeer verwonderde. De Colonel
vroeg mij om fruit. Dit wijst, hoe gerechtvaardigd deze vraag voor zieken ons ook voorkomt, toch op een
zekere luxe. Wij Nederlanders krijgen immers ook maar weinig fruit. Men moet wel in het oog vatten dat
deze Engelse soldaten naar onze begrippen totnogtoe verwend zijn geweest op het punt van vleesvoeding.
- Zending van het Nederlandse Rode Kruis. Gisteren had ik het voorrecht een grote zending van het
Nederlandse Rode Kruis persoonlijk af te mogen leveren. Deze zending bevatte een groot aantal boeken,
kaartspelen en spelletjes, zeep, verbandmiddelen, watten, gaas, narcose-aether en dergelijke. Alles werd
onder toezicht van een Duitse onderofficier onder mijn ogen door de soldaten aangevat en meteen
uitgepakt. Vandaag al zag ik dat de boeken hun weg gevonden hebben. Er ontbreken nog lakens en
handdoeken. Dit is bekend en er wordt aan gewerkt. Er is centrale verwarming die brandt. In de
voorraadkamer vond ik vandaag behalve de door ons meegebrachte geneesmiddelen ook de meeafgeworpen kisten en de inhoud daarvan. Hierbij was een grote voorraad bloedplasma. Verder was er voor
ons iets zeldzaams bij, namelijk wonderolie.
- Voeding. Men schijnt het zowel van Duitse als van Engelse zijde er over eens te zijn dat aan de voeding
aanvankelijk zowel kwantitatief als kwalitatief wat ontbroken heeft. Wij nemen echter graag aan dat dit te
wijten is aan organisatorische moeilijkheden. Deze zijn nu overwonnen. Het heeft geen zin aan het
Nederlandse Rode Kruis te vragen met de voeding bij te springen. Dit wordt mij ook door de Engelse
doktoren bevestigd. Tenslotte moge ik nogmaals met nadruk zeggen dat ik bij de Duitse autoriteiten volledig
vertrouwen en volle vrijheid gevonden heb om mij op de hoogte te stellen van de toestand der Engelsen.
BURGEMEESTER PONT. Zonder nader overleg met mij werd de actie nu direct door de Beauftragten, Dr.
Schneider, doorgevoerd. Een oproep werd 's maandagsmorgens aangeplakt en ter intimidatie werden in de
nacht van zaterdag op zondag doodgeschoten terroristen (het aantal bedroeg 8) in het openbaar op drukke
straatpunten gelegd. De actie die op die dag onderleiding van Ritterkreuztrger Major Gamer doorgevoerd
had ook mede tengevolge van het hiervoor genoemde plaats gehad hebbende feit, succes daar zich
plusminus 6000 mannen tussen 17 en 50 jaar melden en plm. 4000 weggevoerd konden worden. De
bevolking beschouwt het op straat leggen van de genoemde lijken als een barbaarse terreurdaad. Die daad
heeft de stemming tegenover de Duitsers zeer ongunstig benvloed. Het kan echter niet worden ontkend dat
het vastnemen van gijzelaars en het in brandsteken van huizen waarmee in het begin werd gedreigd,
hierdoor vermeden zijn.
Bij het uitzoeken van de personen die naar Zevenaar moesten vertrekken is men tamelijk willekeurig
opgetreden. Met het oog op de groten spoed waarmee gehandeld moest worden was dit ook bijna
onvermijdelijk. Een grote fout is echter geweest dat de namen en adressen van degenen die weggevoerd
zijn, niet geregistreerd zijn. Er zijn namelijk moeilijkheden bij het uitbetalen van de lonen ontstaan. De OT
schijnt niet te beschikken over de benodigde gelden voor uitbetaling van deze lonen.
Men wenst dat de gemeente Apeldoorn voor de uitbetaling zorg draagt in dien zin dat de gemeente het geld
aan de achtergebleven gezinnen overhandigt. De gemeente weet echter nu nog niet welke personen
weggevoerd zijn. al op de 2e oktober verklaarde Dr. Schneider mij dat dit een actie was die slechts n
maal plaats zou vinden en dat Apeldoorn verder niets te vrezen had. Op bevel van de heer Kolbmller,
vertegenwoordiger van de Beauftragten in Apeldoorn, werd dan ook door mij in het Mededelingenblad
bekend gemaakt dat de actie voorbij was, dat ieder weer aan de arbeid moest gaan en dat men zich rustig
op straat begeven kon zonder aan bepaalde gevaren te zijn blootgesteld. Op Heidehof werden de stoffelijke
overschotten van 9 geallieerde soldaten begraven.
Er gaan allerlei geruchten over het afwerpen van strooibiljetten boven Apeldoorn. Men zou het station
gedurende twee uur moeten mijden enzovoort. In werkelijkheid zijn er alleen stannioolstroken gevallen. Op
de spoorlijn naar Zutphen werden twee treinen met auto's beschoten. Deze treinen branden allemaal. Een
Duitse granaat doodt op de Soerenseweg een burger. 's Middags worden vijf personen, van wie de lijken
maandag jl. op straat hebben gelegen, op het nabijgelegen kerkhof [Heidehof] begraven. Alles gebeurt in de
meeste stilte. Het kerkhof is echter niet afgesloten. De Duitsers houden 's avonds op verschillende punten
jongemannen aan en controleren hen op de persoonsbewijzen. Deze controle staat in verband met de
piloten van de neergeschoten vliegtuigen. Men denkt dat er opnieuw een razzia is. Het personeel van de
fabriek loopt daarop direct naar het bos. Alle scholieren tussen de 15 en 17 jaar moeten morgenochtend om
zeven uur op het marktplein aanwezig zijn om een aantal dagen de dekkingsgaten uit te diepen. 's Avonds
horen wij dat zondag in Putten twee Duitse officieren en een soldaat door burgers zijn gedood. Als
represaille werden alle mannen van Putten naar kamp Amersfoort overgebracht. De Duitsers sloten de
vrouwen in de huizen op. Zij werden later weer losgelaten en mochten een weinig eten uit de woningen
meenemen waarna zij het dorp moesten verlaten. De moffen staken daarop ruim 100 huizen in brandt.
BLOEM. Ook in Apeldoorn is een trein kapot geschoten. Ook zouden daar terroristen vermoord zijn die men
een dag langs de straat liet liggen. De lijken waren bedekt met een doek waarop een grote letter T stond.
Ook zouden mensen die niet voor de Todt-organisatie wilden werken neergeschoten zijn. Bij de fabriek van
v.d. Lande is, toen we daar werkten voor de Todt. Een Duitse jager neergeschoten door een Tommie. De
piloot kwam behouden met een parachute aan de grond. s Middags een aanval op een schip dat bij het
overslagbedrijf Kappelle in de IJssel lag. Daarbij sprongen de granaten van het afweergeschut op 150 meter
van ons af uiteen. Ook is de Zeppelin Nettenfabriek in Apeldoorn gebombardeerd. Daarbij werden vier
meisjes gedood en zes gewond. Dit kwam omdat het eigenlijke doel het station en de spoorwagens waren.
SPOORWEGEN. Vandaag werd te Barneveld een trein vanuit de lucht beschoten.
BRANDWEER. Om 2 uur kregen we de eerste raketbommen en wel aan de Soerenseweg 17 en achter het
tegenover gelegen perceel. Hierbij werd n persoon gedood en 4 gewond. In de omgeving was veel glasen pannenschade. Later op de middag werd op de Zutphense spoorlijn nog een trein bekogeld met niet
minder dan 144 raketbommen. Deze aanval was de opening van een reeks aanvallen op treinen met
raketbommen.
Het niet de hand houden van de genoemde termijn versterkt bovendien bij de bevolking de vrees dat het
eigenlijke doel van de bezettingsautoriteiten is de mannelijke bevolking in Nederland naar Duitsland te
voeren. Verder is het zeer belangrijk dat men op deze wijze het woord van de Burgemeester niet meer
vertrouwt, wat voor hem slechts aanleiding kan zijn om ontheffing van zijn functie te verzoeken. Nadat de
genoemde termijn van 8 10 dagen was verstreken bereikten mij verschillende vragen over de datum van
terugkeer naar Apeldoorn van hen die op 2 oktober en volgende dagen zijn aangewezen en weggevoerd
voor het verrichten van werkzaamheden in de Achterhoek. Zoals ik hierboven uiteengezet, heb ik op gezag
van de Duitse autoriteiten in de oproep op last van de Beauftragten van 29 september doen weten dat de
tewerkstelling 8 10 dagen zou duren.
De Duitse autoriteiten stellen zich ten aanzien van dit voor belanghebbenden zo belangrijke punt op het
volgende standpunt. Wat Apeldoorn betreft is deze toezegging op zich zelf al vervallen door het feit dat een
de tweede directe oproep door de Beauftragten noodzakelijk bleek aangezien op de eerste oproep praktisch
niemand was verschenen. In de tweede plaats heeft de OT onder wier leiding de werkzaamheden
plaatsvinden nieuwe opdrachten van de Weermacht ontvangen. Daarop was aanvankelijk niet gerekend
zodat de duur van de werkzaamheden hierdoor wordt verlengd. Bovendien zijn zeer vele arbeiders, ook uit
Apeldoorn, er vandoor gegaan. Over de vermoedelijke datum van terugkeer kon daarom niets met
zekerheid worden gezegd. Ik betreur uitermate deze gang van zaken waardoor mijn woord in het geding is
gekomen.
Tenslotte is een sterke onrust verwekt door het al hierboven genoemde feit, namelijk dat in het
noordwestelijk gedeelte van Apeldoorn opnieuw een actie is gevoerd welke afvoer van vele arbeidskrachten
tengevolge heeft gehad. Dit werd beschouwd als strijdig met mijn, op gezag van de Duitse autoriteiten in de
dagelijkse Mededelingen gepubliceerde, verklaring dat de actie van 2 oktober was beindigd en dat ieder
zich dus veilig op straat kon begeven zonder bepaalde risico's te lopen. Deze nieuwe actie is echter
uitgegaan van Duitse politieautoriteiten zonder mijn voorkennis. Deze autoriteiten stelden zich op het
standpunt dat zij door geen enkele toezegging in hun actie belemmerd konden worden. Bovendien was het
noordwestelijk gedeelte van Apeldoorn niet in de actie van 2 oktober betrokken geweest. De geruststellende
verklaring kon nooit op dit gedeelte betrekking gehad hebben.
De gehele toestand waarin deze arbeiders verkeren en het feit dat zij nog steeds niet naar huis zijn
teruggekeerd zijn in hoge mate onbevredigend. Van gemeentewege zijn verschillende maatregelen
genomen om zoveel mogelijk tegemoet te komen aan de moeilijkheden waarin de arbeiders zich bevinden.
Er wordt geprobeerd een regeling tot stand te brengen waarbij 80 % van de lonen door bemiddeling van de
gemeente wordt uitgekeerd aan de gezinnen van de arbeiders. Tot dit doel gaan iedere week twee
ambtenaren van de gemeente naar Doesburg en Zevenaar. Tot dusver is er helaas nog niet veel resultaat
behaald, ten eerste omdat het zeer moeilijk is contact met de Apeldoornse arbeiders te krijgen en ten
tweede omdat niet steeds de vereiste samenwerking tussen en met de arbeiders zelf en de aannemers
plaats heeft. Verder heeft men tot stand gebracht een zogenaamde transportdienst. Deze dienst
onderneemt twee maal per week een tocht naar de genoemde gebieden en brieven en pakjes voor de
arbeiders meeneemt. Vooral bestaat grote behoefte aan schoon onder- en bovengoed. Er wordt nu getracht
door middel van de genoemde transportdienst hierin zooveel mogelijk te voorzien.
De eerste schoot twee raketbommen af en gaf een lang salvo met zijn zware boordwapens, vervolgens het
2e, 3e en 4e toestel. Zware rookvlammen stegen op. Direct daarop kwam het bericht binnen dat de fabriek
van Talens & Zn zwaar getroffen was en in brand stond. Ook de Nettenfabriek was zwaar getroffen evenals
verscheidene woningen in de Veldhuisstraat. De nodige brandweer- en andere hulptroepen reden uit. Er
was veel hulp nodig. Er werden 4 doden en vele gewonden onder het puin vandaan gehaald. De brandweer
deed zijn best om de brand zo veel mogelijk te beperken. De bluswerkzaamheden moesten we nog al eens
onderbreken voor het naderen van vliegtuigen. Gelukkig liep dit zonder incidenten af. Doordat er veel papier
op de brandende zolder aanwezig was en het betondak ingestort was op het papier werd het blussingswerk
zo belemmerd dat wij de volgende dag om 12 uur pas konden inrukken.
- In verband met de noodtoestand is het personeel van de Economische Dienst tijdelijk ingedeeld bij de
straatdienst. Dit had tot natuurlijk gevolg dat weinig of geen periodieke verslagen werden opgemaakt
terzake distributie- of prijsovertredingen.
ZIEKENHUIS. Cordinatie der ziekenhuizen. Rapport aan Mr. van Helsdingen over de geneeskundige
situatie hier ter plaatse. Het overzicht over de geneeskundige algemene toestand hier ter plaatse wordt
beheerst door de Centrale Rode Kruiscommissie. De voorzitter van het plaatselijke Rode Kruis te Apeldoorn
is mr. van Helsdingen. De beide grootste geneeskundige inrichtingen hier, het Ziekenhuis aan de
Sprengenweg en het RK-ziekenhuis, worden vertegenwoordigd respectievelijk door dr. Rodbard,
Geneesheer-directeur Ziekenhuis Sprengenweg en dr. van Vierssen Trip met zekere volmachten van het
bestuur van het Liduna-ziekenhuis. Zeer veel hangt af van een goede samenwerking in deze Commissie.
Het is duidelijk dat er voor gewaakt moet worden het zwaartepunt van de werkzaamheden van de RodeKruis-commissie naar n van de beide Ziekenhuizen te verleggen. In de houding die dr. Rodbard op de
laatste vergadering op 17 oktober van die Commissie tegenover mij innam zie ik aanleiding enige bezwaren
kenbaar te maken.
- Katholieke belangen. Dr. Rodbard liet duidelijk blijken dat hij belangen, die door mij voorgestaan worden,
beschouwde als Katholieke belangen. Op verschillende vragen met betrekking tot voedselvoorziening en
personeel, die door mij aan de Voorzitter gericht werden, werd door dr. Rodbard geantwoord met een
beschrijving van de situatie in het Sprengenwegziekenhuis. Dit was verder voor mij aanleiding om te
zwijgen. Onder dergelijke omstandigheden kan men zijn mening in een vergadering niet zeggen. De
belangen die hier op het spel staan betreffen de geneeskundige verzorging van een groot aantal burgers
van Apeldoorn en Arnhem. Met de bestaande middelen hebben wij in het RK-ziekenhuis zo veel en zo snel
mogelijk georganiseerd. Door mijn ongelukkige afwezigheid in de Commissie is het zwaartepunt van de
besprekingen duidelijk verlegd naar de zijde van dr. Rodbard. Deze gedraagt zich telkens als zou hij alle
geneeskundige belangen van Apeldoorn voor ogen houden. Hij gaat daarbij echter het bestaan van het RKziekenhuis stilzwijgend voorbij. Hij verweet mij dat het RK-ziekenhuis niet gezorgd heeft voor het inrichten
van een Noodziekenhuis zoals bij hem in de Groeneveldschool. In feite hebben wij dat wl gedaan door het
laten klaarmaken van de zolder. Door allerlei omstandigheden is die zolder nog niet in gebruik. De
mogelijkheid bestaat dat er plotseling zeer veel patinten geopereerd en nabehandeld moeten worden. De
operatieve capaciteit in het RK-ziekenhuis is zeer groot. Alleen het bergen en nabehandelen van de
patinten vormt een probleem. Mocht dit nodig zijn dan heb ik daarbij aller medewerking nodig ook die van
dr. Rodbard. In de Commissie kwam ter sprake dat er bedden beschikbaar zouden komen. Dr. Rodbard
vroeg daarbij direct voor zichzelf 50 100 bedden zonder bij mij te informeren of het RK-ziekenhuis die
soms ook nog nodig heeft.
- Heelkundige hulp. De heelkunde in het RK-ziekenhuis wordt verzorgd door dr. Wiersema, dr. v.d. Meulen
uit Arnhem en mij. Wij hebben daarbij een werkverdeling gemaakt en een financile regeling om een en
ander zo harmonisch mogelijk te laten verlopen. Voorts hebben dr. Wiersema en ik afgezien van de praktijk
in het Ziekenhuis Sprengenweg. Daar is volgens mij nu een algemene concentratie van krachten nodig. Het
ware wenselijk geweest als omgekeerd dr. Pilaar ook had afgezien van het voeren van een particuliere
praktijk in het RK-ziekenhuis. Nu komt met deze situatie duidelijk tot uiting het gemis van een
Gemeenschappelijke Geneeskundige Dienst zoals die bijvoorbeeld in Hilversum bestaat. Een Algemene
Dienst die beide ziekenhuizen onder zijn praktisch toezicht heeft zou in deze zaak het nodige evenwicht
vanzelf teweeggebracht hebben. Ik voor mij tracht steeds zo onpartijdig mogelijk te zijn. Er is een uitvoerige
uiteenzetting nodig geweest om de hachelijke geneeskundige situatie aan het Bestuur van het RKziekenhuis uit een te zetten.
- Het bestuur zal meewerken. Ik heb daar echter de volledige medewerking verkregen en weet zeker dat ik
op dat Bestuur in noodgevallen niet tevergeefs een beroep zal doen. Men vergelijke echter nogmaals de
situatie van de beide ziekenhuizen en bedenke dat het RK-ziekenhuis een niet gesubsidieerde Vereniging
vormt. De praktische dagelijkse leiding daarvan berust bij de penningmeester, de heer Meyer en het
bestuurslid de heer Zonderland. Beide heren staan nu telkens voor grote technische moeilijkheden. De
oplossing daarvan vraagt ook Uw steun.
- Vervoer naar Zevenaar. Aan dr. Meinders deel ik iets mee over de moeilijkheden in de Rode
Kruiscommissie. Hij antwoordt mij met het bericht dat er ook door hem nog allerlei op touw gezet is. Vooral
is hij er in geslaagd om een auto in gebruik te doen stellen voor het vervoer van zieken en gewonden onder
de arbeiders in Zevenaar van daar naar hier. Ook tussengelegen plaatsen zullen daarvan kunnen profiteren.
Dr. v.d. Does heeft medewerking verleend.
Verscheidene willen hun meubels verkopen of bij anderen onderbrengen. Steeds weer hoor je van
Hollanders die uit de SS of andere formaties proberen te deserteren.
VAN HOUTUM. De gaslamp wil 's avonds niet meer branden. De gastoevoer is nu helemaal gestopt.
Ondergrondse krantjes verschijnen praktisch niet meer. Wij krijgen door toeval nog een exemplaar van Ons
Volk van september 1944.
ZIEKENHUIS. Ziekenhuisopname. Ik bemerk dat er een eenvoudige breukoperatie bij een vrouw geschiedt
door dr. Pilaar. Moeder-overste zegt dat zij van deze opname niets wist. Het is ook tegen haar zin. Zij zal
zorgen dat voortaan alleen patinten zullen worden opgenomen door dr. Wiersema, dr. v.d. Meulen en mij.
De kwestie van de bedden houdt zijn aandacht. De zolder is nu gereed. Zodra er bedden zijn kan hij in
gebruik genomen worden. Dat zal voor burgers nodig zijn. Er zijn vrij veel lege militaire bedden. De
Engelsen liggen er nu ruim drie weken. Ze vragen nog steeds veel werk. De toestand van enkelen is zeer
slecht. De meesten zijn zwaar gewond. Zij zullen de eerste maanden niet genezen zijn. De Engelsen blijven
in de Willem III kazerne. Het transport van en naar de kazerne heeft geheel opgehouden. De Stabartzt Dr.
Paulig deelt mij mee dat hij met de Engelse officieren van gezondheid de gewonden bekeken heeft in de
kazerne. Het is niet meer nodig dat zij in het ziekenhuis behandeld worden. De internist Dr. Ruitinga is een
andere mening toegedaan. Hij toont zich verontwaardigd over de slechte behandeling die aan de gewonden
ten deel valt.
- Braunsche spalken. Om Braunsche spalken en ander extensiemateriaal in meerdere hoeveelheid te
kunnen krijgen zal ik een bezoek brengen aan de Buiscarfabriek.
- Evacuatie van Apeldoorn. Een punt van zorg blijft nog wat er moet gebeuren bij de noodzakelijkheid van
totale evacuatie van Apeldoorn. Ons interesseert dan de vraag hoe de zieken moeten worden vervoerd en
wie er voor hen moeten zorgen. Ik verneem dat op een der eerstvolgende Rode Kruis vergaderingen dit
punt besproken zal worden. Voorts ben ik nog steeds benieuwd naar de mogelijkheid van het verkrijgen van
eenheidsveldbaren.
- Opname BAB-patienten. Telefonisch onderhoud met de heer van Doorn, plaatselijk voorzitter van het BAB.
Ten gevolge van een misverstand verloopt dit zeer stekelig. De heer van Doorn heeft in de
Marechausseekazerne een arts van het BAB, dr. Luigies, belast met toezicht op de opnamen. Daardoor is
voor ons enige stagnatie ontstaan. De strekking van het onderhoud wordt aan mr. van Helsdingen
meegedeeld. Het blijkt dat de Gemeente Secretaris overeenkomstige moeilijkheden met de heer van Doorn
gehad heeft. Op de Rode Kruis vergadering zal het nader besproken worden.
De boeren uit Gendringen, om half twaalf nog gewaarschuwd, hadden hen opgehaald waar toen de nacht
verder werd doorgebracht. Vandaar met wagen en tram naar Zutphen en toen opgehaald door boeren uit de
gemeente Voorst. Naar Twello gebracht vanwaar we ze de 20e oktober weer naar Brummen gebracht zijn.
De boeren van Brummen brachten ze weer verder naar Dieren om vandaar weer door binnenwegen verder
getransporteerd te worden naar Utrecht. De Duitsers hadden verboden om over de grote wegen te trekken.
SPOORWEGEN. Vandaag vielen om 17.15 uur te Barneveld een achttal bommen waardoor het spoor
gestremd werd.
ZIEKENHUIS. Extra bedden. Er moeten dadelijk bedden komen in het RK-ziekenhuis. De zolder staat
daarvoor klaar. Vannacht is er een kraamvrouw met de tang verlost en daarna naar huis gestuurd. Er zijn
nogal wat lege militaire bedden. Daar zal echter vandaag of morgen veel mutatie in komen.
- Paleis Het Loo. Bezoek aan Oberstabarzt Kramer. Ik verneem dat eergisteren weer Engelsen vertrokken
zijn uit de Willem III kazerne. Thans zijn er in het geheel nog ongeveer 130 waarvan 90 gewonden. Er zijn er
7 ontsnapt waaronder de artsen Colonel Warwick en Colonel Hereford en de aalmoezenier Mac Govern. Ik
acht deze houding onjuist maar moet mij daar overigens buiten houden. Dr. Kramer deelt mij echter mee dat
Oberfeldarzt Dr. Zengerling en hij daardoor tegenover de militaire autoriteiten enigszins in een moeilijke
positie geraken. In het algemeen wordt hun toch al verweten dat zij een tegemoetkomende houding
aangenomen hebben tegenover de Engelsen. Ik kan hun gedachtegang in deze zaak volkomen volgen en
appreciren. Ook wordt mij nu meegedeeld dat Dr. Zengerling met rood hoofd een standje in ontvangst
heeft moeten nemen van de zijde van Obergruppenfhrer dr. Rauter omdat hij moeite heeft gegeven mij vrij
te krijgen. Er is hem een waarschuwing gegeven zich voortaan niet met andermans zaken te bemoeien. Dat
zijn dan de zaken van de Sicherheits Dienst. Natuurlijk is dr. Zengerling hierover enigszins gekrenkt en
gevoelt hij zich geheel in zijn recht. In feite was het ook zijn belang dat ik vrij kwam. Er kan onder deze
omstandigheden geen sprake van zijn dat wij proberen nog iets te doen voor circa 30 Hollandse
gevangenen van de Sicherheits Dienst. Deze verblijven in de Willem III kazerne. Ik deel mee dat dr.
Meinders geregeld de kazerne bezocht heeft. Van hem hoorde ik weinig klachten. Voorts vertelde ik dat ook
dr. Ruitinga geregeld in de kazerne kwam en dat deze zich verontwaardigd betoonde over diverse
wantoestanden. Het was er, zoals ook ik beschreven heb, tamelijk vies voornamelijk in de operatiekamer.
Dit lag aan de Engelsen zelf. Dat er de laatste 10 dagen geen Engelsen meer naar de ziekenhuizen gingen
lag ook aan de Engelse artsen zoals mij ook al door Stabarzt Paulig verteld was. De chirurgische
behandeling door de Engelse artsen schoot te kort. Zij maakten soms wel een Rntgenfoto maar lieten na
pogingen in het werk te stellen om een slechte stand te verbeteren. Er werden vrachtautos voor hen
ingelegd voor transport naar Zutphen. Een deel van de Engelse soldaten had zeker ook kunnen lopen.
Laten wij bedenken hoe de Nederlanders hebben moeten lopen van Utrecht naar Zevenaar in snel tempo.
Thans hebben een aantal Engelse artsen zich nog aan hun taak onttrokken ook. Dr. Kramer ziet dit als
misbruik van vertrouwen. Hij heeft de artsen veelvuldig in onze ziekenhuizen toegelaten. Hij heeft hun ook
de gelegenheid gegeven in Arnhem te kijken, kortom is hun zo veel mogelijk tegemoetgekomen. Ook
Stabarts Dotter maakte bezwaren tegen de slechte behandeling door de Engelse artsen. Wij moeten
toegeven dat de volgorde waarin de Engelse patinten in de ziekenhuizen kwamen ook niet met onze keuze
zou overeenkomen. Thans staat de hele Willem III kazerne ontruimd te worden. Er zal een gewondentrein
komen die ook de ziekenhuizen meeneemt wat mee te nemen is. De laatste 30 gewonden uit de Willem III
kazerne zullen verdeeld worden over de ziekenhuizen.
- Rode Kruis commissie. Vergadering Rode Kruis commissie. De heer van Doorn blijkt in allerlei opzichten
aan te sturen op een regeling als bij een semi-permanente toestand. Wij leven echter op een vulkaan. In dit
verband kan de heer van Scholt ons de inlichtingen geven die de Burgemeester kreeg. De Duitsers rekenen
er op dat de Engelsen van Vianen naar Utrecht, Amersfoort tot aan de Zuiderzee [nu IJsselmeer] zouden
kunnen doordringen. Het is de bedoeling van de evacuatiecommissies om te proberen voor die 3.000.000
inwoners in de vesting Holland samen te brengen.
- Nieuwe evacuaties? De evacuatie gaat nog steeds door. Her-evacuaties geschieden thans. Velp staat op
de nominatie en zal naar hier overgebracht moeten worden. De Duitsers brengen allerlei aan de andere kant
van de IJssel in veiligheid. Geneeskundige voorbereidende maatregelen worden in Groningen getroffen,
aldus dr. Kramer. Het zou dus bij gelegenheid kunnen gebeuren dat wij er hier in Apeldoorn mooi tussen
komen te zitten.
- De Arnhemmers weer weg? Allerlei door ons getroffen maatregelen behouden daarom een provisorisch
karakter. Tot de naaste mogelijkheden behoort dat alle Arnhemmers van hier op korte termijn moeten
vertrekken. Wat met de inwoners van Apeldoorn gebeurt daarover zwijgt de historie vooralsnog. Het BAB
hier staat dus op losse schroeven.
- Betalingen. Dr. Rodbard vraagt om kussens. De rest van de bedden heeft hij klaar. Voor het RK-ziekenhuis
moeten onmiddellijk gehele bedden komen. De betalingen van de geneesmiddelen zijn urgent.
De apothekers laten de mensen gewoonlijk contant betalen. De kosten van de ziekenhuisopnamen zijn nog
niet geregeld. Om dit alles langs formele weg te doen geschieden op de wijze zoals ziekenfondsen tot stand
komen ontbreekt de tijd en het personeel van de fondsen. Dit laatste is namelijk gaan graven. In normale tijd
zou het met hard werken in 14 dagen een eindje op streek kunnen zijn. Er moet een andere oplossing
gezocht worden.
Ze zijn gedood door bommen die op Wormen gevallen zijn. Een voltreffer is gevallen midden op de overweg
Arnhemseweg naast de tunnel. Deze is daags daarna alweer vrijgegeven. We zitten nu ai een week of zes
met spoorwegstakingen over het gehele land. Het spoorwegpersoneel is nu ondergedoken. Het
spoorwegverkeer wat er nog is wordt uitgevoerd door Duits personeel. Hier in de omtrek is geen trein meer
te bekennen. De rails liggen te roesten. Men zegt dat Den Bosch half in Engelse en half in Duitse handen is.
SPOORWEGEN. Vandaag werden om plusminus 19.35 uur in de onmiddellijke omgeving van het station
Apeldoorn vanuit vliegtuigen bommen geworpen. Beide sporen aan de kant van de Hoofdstraat werden
weggeslagen en de voetgangerstunnel liep zware schade op.
LUCHTBESCHERMINGSDIENST. Er vielen in de avonduren in de omgeving van het station 8
brisantbommen, waarvan 7 ontploften en 1 niet. Zes doden vielen onder de burgerbevolking te betreuren,
ook enige zwaar- en lichtgewonden. Een 8-tal huizen werden totaal verwoest, terwijl plusminus 700 panden
glasschade opliepen.
Door het feit dat Apeldoorn van het elektrische net werd afgesloten kunnen de alarmeringstoestellen van de
luchtbeschermingsdienst niet meer worden gebruikt.
ZIEKENHUIS. Bezoek aan de Engelse gewonden. Maandagmorgen. Bezoek met Oberstabarzt dr. Kramer
aan de Willem III kazerne. Alleen de middelste van de drie barakken is nog bewoond. De chef-arts is de
chirurg dr. Fraser. Wij bezoeken allereerst het zogenaamde ziekenzaaltje. Daarin worden drie zwaar zieke
patinten aangetroffen. Deze hoeven zeker bijzondere verzorging, ook bloedtransfusies. Op mijn voorstel
deze naar de Nederlandse ziekenhuizen over te brengen antwoordt de heer Fraser dat dan de behandeling
door de Engelse chirurg onderbroken zou worden. Met andere woorden dat hij de patinten uit handen zou
moeten geven en dat dat jammer zou zijn. Op mijn aandringen komt de wedervraag of de behandelende
chirurgen wel competent zijn en dat het toch beter zou zijn om de behandeling door een orthopedist te doen
geschieden.
- De Engelsen proberen in de Willem III kazerne te blijven. Met de gedachte voor ogen dat het nu is kiezen
tussen een langdurig transport per trein naar Duitsland of een verblijf in een ziekenhuis te Apeldoorn
verzoek ik de heer Kramer de knoop snel door te hakken. Het is duidelijk dat deze mensen in Apeldoorn
moeten blijven. Aan de heer Fraser wordt meegedeeld dat deze patinten zo spoedig mogelijk naar de
Nederlandse ziekenhuizen overgeplaatst zullen worden. En zo vervolgens worden alle Engelse gewonden
onderzocht. In totaal zullen er 27 in onze ziekenhuizen opgenomen worden. De overigen zijn meest of wel
armverwondingen of wel hoofd- en rompverwondingen. Zij maken het goed en hun herstel is binnen korte
tijd te voorzien. Allen die een been verloren hebben, ook als de algemene toestand goed is, zullen in
Apeldoorn blijven. Dr. Kramer is ruim in zijn indicatiestelling tot hier-blijven. Het is voor mij nu volkomen
duidelijk dat de Engelse artsen steeds getracht hebben ook de zwaar zieke patinten bij zich te houden. Dat
is toch onbegrijpelijk waar zij in zo ruime mate persoonlijk in de gelegenheid geweest zijn te zien hoeveel
beter de patinten bij ons lagen dan bij hen. Het doet volgens mij het recht op klagen verliezen.
- Pyjamas. Blijkbaar zijn zij er ook in geslaagd om pyjama's te krijgen. Zij vroegen daar al een der eerste
dagen naar. Ik kan niet anders zeggen dan dat dit een enigszins overdreven indruk maakt. Als ik dat
vergelijk met de ellendige omstandigheden waarin onze medeburgers uit Arnhem in deze streken moeten
verblijven dan voel ik deze overdreven hulp als misplaatst. Dit thema geeft uit de aard van deze zaak licht
aanleiding tot wederzijdse gevoeligheden. Deze moeten zo veel mogelijk vermeden worden. Dat kan
gebeuren door niet buiten het Rode Kruis om allerlei voorraden naar de Engelse kazerne te sturen zoals
nog telkens geschiedt.
- Rode Kruis pakketten. Wij hadden nog de gelegenheid aan dr. Fraser te vragen of hij nog wensen had. Hij
gaf te kennen nog graag 60 pakketten van het Nederlandse Rode Kruis te zullen ontvangen. Deze zijn
inmiddels besteld. Voorts zei hij gaarne in de gelegenheid te zullen zijn de gewonden in de Nederlandse
ziekenhuizen te bezoeken. Ook dit werd hem toegestaan. Ik vroeg hem naar de kwestie van het voedsel.
Van Duitse zijde werd toen meteen geantwoord dat de gewonden hetzelfde kregen als de Duitse gewonden.
Ik vroeg hem toen of de gewonden wel voldoende eiwit gekregen hadden. Dit werd bevestigend beantwoord
door Fraser. Toen deelde ik hem mee dat het nu beter was dat de bemoeiing van het Nederlandse Rode
Kruis op zou houden. Wij konden nu toch de zwaar zieke patinten overnemen. De licht zieke patinten
zouden binnenkort afgevoerd worden naar Duitsland. Vervolgens verzocht ik met dr. Kramer het ziekenhuis
Sprengenweg en het RK-ziekenhuis om te horen welke zieken naar de Willem III kazerne alsnog vervoerd
zouden kunnen worden. Dit zijn er van de Sprengenweg drie en van het RK-ziekenhuis negen. Aan de
Sprengenweg is plaats voor de 27 zware zieken uit de Willem III kazerne. Dr. Kramer deelde verder mee dat
het de bedoeling is alle Engelsen in n van de ziekenhuizen samen te brengen. Wat de afmetingen betreft
is de Sprengenweg geschikter. Wat de bewaking betreft het RK-ziekenhuis. De beslissing zal later vallen.
- Hulppost Terlet. 's Middags ontvang ik bezoek van de Duits sprekende dr. Bakker uit Terlet. Er is daar een
Hulppost waar hij zich ophoudt. Er komen daar nu nog geregeld gewonde burgers uit Huissen. Dus van de
overzijde van de Rijn. Hij heeft er zeer veel werk mee. Voorts bedient hij de burgerbevolking in de
omgeving. De boeren dus die ter plaatse wonen zijnde ongeveer 500 mensen, in Terlet, Woeste Hoeve,
Beekhuizen en Groenendaal. Hij betoogt dat het noodzakelijk is de post te laten bestaan. Dr. van Erp
Taalman Kip bezocht hem en maakte bezwaren tegen het feit dat hij daar opereerde. Ik deel hem mee dat
die bezwaren ondervangen kunnen worden door de zwaar zieke patinten onmiddellijk naar ons te sturen.
Wij kunnen voor transport zorgen per rijwielbrancard. Hij kan zich steeds wenden tot de ziekenhuizen in
Apeldoorn.
- Bommen op het Station, 7.30 uur namiddag. Een aantal harde knallen vlak na elkaar tijdens een bezoekje
aan dr. v.d. Stok. Het maakt op ons als bewoners van het Oranjepark de indruk van afweergeschut. Ik ga mij
van niets kwaads bewust naar huis. Ik word om 8.45 uur zeer verontwaardigd opgebeld uit het RKziekenhuis waarom ik er nog niet ben. In volslagen duisternis er heen. In de Hoofdstraat vlak bij het Station
liggen op straat glasscherven en stenen. De overwegbomen zijn neergelaten. Er staan veel mensen. De
tunnel ligt vol grof gruis. Halverwege is de tunnel ontzet. De zijmuur is iets ingestort. In het RK-ziekenhuis
worden doden en gewonden binnengebracht door de Luchtbescherming. Het tocht er als de hel. Vrijwel al
het glaswerk is kapot. Er is geen licht. Er flakkeren kaarsen. De verduistering is ook overal kapot. De grote
ruiten van de eerste operatiekamer zijn gebroken. In de tweede operatiekamer is het meeste glaswerk nog
heel. Daar kan nog gewerkt worden. Dr. Winter verzorgt daar een hoofdwondje. Weldra kan op volle kracht
gewerkt worden. Het is duidelijk dat de stroom gewonden binnenkomt elders geholpen moet worden. Wij
sturen 10 lichtgewonden naar de Sprengenweg met een grote vrachtauto van de Luchtbescherming.
- Het RK-ziekenhuis beschadigd. Vier zwaargewonden worden door ons verzorgd. Een meisje met een
glassplinter in de buik in shocktoestand en met zware verwondingen van linkerarm en gezicht, alles door
glasscherven. Zij werd nog na 20 uur door dr. Wiersema voor haar buik geopereerd. Zij is overleden. Bij ons
werden vijf lijken binnengebracht en aan de Sprengenweg drie. Bespreking met dr. Meinders en dr. Tromp.
Het ziekenhuis moet verlaten worden. Dr. Paulig en zijn staf bieden ons hulp aan. Deze is niet nodig. Ook
de Duitsers zullen onmiddellijk het Ziekenhuis verlaten.
BURGEMEESTER PONT. Door de bomaanval werden ook gas- en waterleidingen getroffen. Met het
herstellen hiervan werd onmiddellijk een aanvang gemaakt. Na enige dagen vond de watervoorziening in de
betrokken wijken weer normaal plaats.
SPOORWEGEN. Vandaag werd om 10 uur Barneveld zwaar gebombardeerd. Er ontstond veel schade.
ZIEKENHUIS. Wij zoeken een nieuw tehuis.
7 uur. De Marechausseekazerne wordt door mij bezocht onder leiding van zuster Boucher. Het lijkt mij dat er
nog wel iets ruimte is voor het RK-ziekenhuis. Het zou dan zo moeten zijn dat die twee lichamen naast
elkaar in de kazerne zouden moeten werken. Ongeacht de oplossing van dit vraagstuk moet er onmiddellijk
begonnen worden de in het Ziekenhuis aanwezige patinten te verwijderen. Wij zouden nog voor 12 uur 20
patinten kunnen laten gaan. Daardoor krijgen we aan de Arnhemseweg meer ruimte om onze zieken uit de
koude weg te halen. Zuster Boucher kan 40 patinten bergen. Ik geef aan luitenant den Ouden opdracht
vanaf 9 uur klaar te staan om 20 patinten te vervoeren. Om 9 uur blijkt deze opdracht door een tegenorder
van de heer Zonderland teniet te zijn gedaan. Dr. Wiersema die al van 8 uur af de patinten in het
Ziekenhuis uitgezocht had dringt aan op spoedig vervoer. Er is enige stagnatie. De Burgemeester roept mij
om 10 uur bij zich. Aanwezig is ook mr. Trouw senior als evacuatiecommissaris, dr. Rodbard en luitenant
den Ouden. De burgemeester spreekt over een ander gebouw. Hij telefoneert naar de Secretaris-generaal
van Justitie. Er blijkt echter dat professor Schrieck vandaag niet aanwezig is. Mr. Hooykaas doet de
toezegging zo veel mogelijk ruimte beschikbaar te stellen. Er kunnen daartoe gebouwen geruimd worden.
De Burgemeester vraagt voor mij toegang tot Sint Marie. Om elf uur wordt dit door mij bekeken in overleg
met het bestuur van het RK-ziekenhuis. Om 12 uur ben ik terug. Het gebouw is wel erg klein. Het vervoer
van de patinten is nog steeds niet voor elkaar. Luitenant den Ouden komt in persoon met de heer
Hulsbergen bij het voltallige bestuur waaraan slechts de voorzitter ontbreekt. Informaties inwinnen. Geen
antwoord. Ik neem het woord. Ik verzoek hem de patinten weg te voeren. De majoor Vossbeck komt
binnen. Hij adviseert ons de burgers vandaag nog te evacueren. Dit schijnt voor het bestuur een nieuw
gezichtspunt te zijn. De militairen zullen ook zo spoedig als doenlijk is verdwijnen. 's Middags ben ik in de
Marechausseekazerne. Ik heb de Ortskommandant ingelicht dat Sint Marie wel erg klein is. De
Marechausseekazerne wordt door mij grondig onderzocht. De mogelijkheden vallen tegen. Het zal allerlei
moeilijkheden met de Katholieke zusters geven. Ook administratief zal de zaak moeilijk voor elkaar te
brengen zijn. Het is misschien wel te doen maar van enthousiasme kan geen sprake zijn. Toch blijven mijn
gedachten in deze richting gaande. Een ander gebouw hebben wij niet ter beschikking. Er zou dus aan de
Zwolseweg geopereerd moeten worden. Het zou ook zonder de RK-zusters kunnen maar dan toch wel met
materiaal uit het RK-ziekenhuis. Zes religieuzen slapen 's avonds in de Marechausseekazerne. Zij voeren
hardop hun avondgebed uit. Dit geeft aanstoot midden op de zaal. 's Avonds had ik en telefoongesprek met
de heer van Doorn. Het BAB is niet geheel ingelicht. Het is mogelijk wat benauwd voor de expansie neiging
van het RK-ziekenhuis. Ik antwoord de heer van Doorn dat de patinten voorlopig goed ondergebracht zijn.
Ik kan het geheel nog niet goed overzien en ik zal graag de mogelijkheden onderzoeken en bespreken.
ZIEKENHUIS. Niet in de Marechausseekazerne. Vergadering met de heer van Helsdingen, de heer van
Doorn, zuster Boucher, haar adjunct-zuster Swart, dr. Hermanides en de heer van Zuuk, beheerder van de
voorraden in de Marechausseekazerne. De heer van Helsdingen stelt voor dat in het voorste gebouw van de
Marechausseekazerne operatieruimte komt en dat het RK-ziekenhuis een school in de Koningslaan
exploiteert voor de verpleging. Het is de beste oplossing om de beide organisaties gescheiden te houden.
Ook zou een ander schoolgebouw ter beschikking kunnen komen. Als zo danig komt de Van
Kinsbergenschool in aanmerking. Persoonlijk wordt toestemming gevraagd aan de heer Nolen. Het gebouw
wordt bekeken samen met de heer Zonderland. Deze voelt voor een school in de Koningslaan niets. Als wij
dan toch op een eigen gebouw aangewezen zijn is Sint Marie altijd nog beter. In overleg met verschillende
bestuursleden en met dr. Meinders besluit ik nu aan de Ortskommandant alsnog om Sint Marie te vragen.
Dit gebeurt om 15 uur. De Ortskommandant zegt onmiddellijk volledige medewerking toe. Hij belt mij al de
volgende morgen op dat de besprekingen in volle gang zijn en dat hij op aandringen van de Burgemeester
probeert om het Seminarium te krijgen.
Twee Engelse jagers zagen we duiken van hier af. De derde wilde duiken en kreeg een treffer. Een grote
vlam, een zwarte rookwolk en pijlsnel sloeg de machine naar beneden. Slechts weinig brandend een streep
van rook achterlatend. 's Middags probeerden zware bommenwerpers misschien weer een aanval. Echter
ze werden door mitrailleurvuur en zeer zwaar afweergeschut (8 cm) bestookt. Bij Dirk te Maten in de
Withagen zijn vijf bommen om en bij het huis gevallen. Verder had de Wolbosch verscheidene ruiten kapot.
En bom viel bij Berend Kruising (Kelder) [veldnaam van landerijen in de buurt van Wolbosch/Streilerweg]
en n bij Daan Gerrits. Hier moest een bakkerswagen met paard uitgegraven worden vanwege het zand
wat er opgespoten was door de bomtreffers. Paard, wagen en volk hier ongedeerd evenals in de andere
gevallen.
SPOORWEGEN. Vandaag werden op diverse plaatsen op de spoorlijnen bommen geworpen. Veel schade
werd aangericht aan wagens en sporen.
BURGEMEESTER PONT. Op 26, 27 en 28 oktober werden begraven de stoffelijke overschotten van 7
omgekomen personen bij de bominslag in de omgeving van het station op 23 oktober.
De moffen bedenken een volgende keer weer een ander smoesje om meer arbeidskrachten te krijgen. Een
deel van de Apeldoorners werkt aan de IJssellinie terwijl een andere groep onderkomens voor
vrachtwagens in Hoog Soeren en langs de Amersfoortseweg graaft. In het Kroondomein wordt veel munitie
ingeladen voor het front bij Wageningen. 's Middags krijg ik een Vliegende Hollander [strooibiljet] van 18
oktober . Deze is in de provincie Utrecht gevonden.
ZIEKENHUIS. Voorzieningen in het Seminarium. In het Seminarium komt personeel dat er 's avonds ook
slaapt. Aan de verwarmingsmontage wordt begonnen. Een deel van het gebouw moet uitgeschakeld kunnen
worden. De kachel voor stoom in de keuken wordt aangemaakt. Er komt licht en er komt telefoon. Er is een
behanger aan het verduisteren en er is een schoonmaker. Er komt verhuisboel in. Ik kan hout bestellen bij
de Heide-Maatschappij. Ook het vervoer kan in orde worden gemaakt. Besprekingen met de heer van 't Hof
voor de brandstofvoorziening.
Ir. H. verzocht dringend herhaling te voorkomen en deelde tevens nog mee dat in de eerste helft van de
maand november vermoedelijk opnieuw 30 wagons met 20 ton kolen naar Apeldoorn gestuurd zouden
worden.
Wat betreft de huisbrandvoorziening kan worden medegedeeld dat deze zeer precair is. De talrijke
instellingen die door de opname van de evacus in het leven geroepen werden - zoals noodziekenhuizen en
noodkeukens - maken de brandstoffenvoorziening nog gecompliceerder. Om aan deze noodtoestand te
proberen enigermate tegemoet te komen is een commissie in het leven geroepen. Deze heeft zich er mee
belast een partij brandhout onder de bevolking te brengen. Met medewerking van de Kroondomeinen,
Staatsbosbeheer, Heide Maatschappij en Gemeentebestuur zijn de noodzakelijke voorbereidingen getroffen
en hoopt de commissie binnenkort een hoeveelheid hout aan de burgerij beschikbaar te kunnen stellen.
Een vervoerverbod van hout dat een dezer dagen is gepubliceerd zal bijdragen de omvangrijke
houtdiefstallen te beteugelen.
Eind oktober was de toestand zo dat door het Kroondomein, Staatsbosbeheer, Heide Maatschappij en de
gemeente Apeldoorn een hoeveelheid hout beschikbaar gesteld kon worden van plusminus 6400 m. Dit
hout moet grotendeels nog worden geveld en uit de bossen naar de brandstoffenhandel worden gesleept.
Deze twee laatste feiten vormen de grootste problemen door gebrek aan geschikte werklieden en het
benodigde transportmateriaal. Met behulp van de beide groothandelaren, de firma Hugenholz en de firma
van Achterbergh, zal alle mogelijke moeite worden gedaan om deze problemen op te lossen. Deze
houtverstrekking betekent dat aan elk Apeldoorns gezin een hoeveelheid hout van plusminus 500 kilo zal
kunnen worden verstrekt tegen de prijs - afgehaald aan het magazijn van de brandstoffenhandelaar - van 5
gulden per 100 kilo. Deze verstrekking is een voortzetting van de al in het Apeldoornse Mededelingenblad
gepubliceerde distributie. Het trekt de aandacht dat de prijs van het hout van de volgende distributie hoger
ligt dan die van de eerste. De calculatie daarvan bracht een hogere verkoopsprijs. Deze is door
0pperluitenant D. van de gemeentepolitie goedgekeurd. Hoewel een hoeveelheid van een halve ton hout per
gezin niet geheel voldoende zal zijn om de winter door te komen kan hier toch worden vastgesteld dat al het
mogelijke is gedaan om althans in de ergste nood te voorzien.
Wat betreft de verdere positie van de brandstoffen in Apeldoorn kan worden medegedeeld dat deze zeer
zorgelijk is. Wanneer er in de maanden december en januari werkelijk vorst komt en Technische Bedrijven
gedurende die tijd geen aanvoer van brandstoffen krijgen dan is het niet te ontkomen dat de Apeldoornse
bevolking kou lijdt. Dit geldt dan eveneens voor de instellingen als departementen, scholen, ziekenhuizen en
zelfs de voedselbereiding zal daardoor in gevaar komen.
Toen de elektriciteitsvoorziening door kolengebrek werd stopgezet hield ook de verschijning van de Nieuwe
Apeldoornsche Courant op. Wegens de noodzakelijkheid echter om het publiek van de voornaamste
gebeurtenissen en maatregelen op de hoogte te brengen werd begonnen met het verspreiden van een
Mededelingenblad. Eerst op enige dagen van de week, later dagelijks. Dit Mededelingenblad is
langzamerhand het officile orgaan geworden. Aanvankelijk werd het in hoofdzaak in beslag genomen door
berichten betreffende de evacuatie van Arnhem (vooral distributieberichten) met een kosteloos beschikbaar
gestelde rubriek voor evacus, die hun familie zochten. Later kwamen ook de officile mededelingen van
het gemeentebestuur, oproepen voor te werkstelling voor de Duitse Weermacht, oorlogsnieuws in het kort,
overlijdensberichten enzovoort. Het blad kreeg langzamerhand meer het karakter van een normaal
nieuwsblad, zij het op beperkte schaal.
In de afgelopen maand hebben enige malen op grote schaal vorderingen van rijwielen en auto's door de
Duitse Weermacht plaatsgevonden. Soms geschiedden deze vorderingen ongeorganiseerd, door
doortrekkende troepen, door leden van de Nederlandse SS, door leden van de Landwacht. Deze
vorderingen vooral hebben grote verbittering onder de bevolking te weeg gebracht.
Een ander maal heeft een vordering officieel plaats gevonden, georganiseerd door een plaatselijk
commando. Er moest toen een bepaald aantal rijwielen worden geleverd. Dit aantal is echter niet bereikt.
Door deze vorderingen zijn velen, voor wie een rijwiel welhaast onmisbaar is, wederom ernstig gedupeerd.
Alle auto's, zowel personen- als vrachtwagens, in eigendom toebehorende aan de gemeente en in gebruik
bij de verschillende diensten, werden op last van de Wehrmachtkommandantur gevorderd. De politie hield
zelfs geen motorfiets over. Hetzelfde geldt voor de luchtbescherming, de brandweer, met dien verstande dat
de brandweer haar spuiten, n ladderwagen en n materiaalwagen kon behouden.
In de maanden september en oktober werden zeer veel woningen gevorderd door de Duitse Weermacht. Op
bijgevoegde lijst staat nauwkeurig aangegeven welke woonhuizen in de genoemde maanden werden
gevorderd, dan wel vrijgegeven.
VAN HOUTUM. De Duitsers vorderen bij veel wasserijen in Ugchelen al het generatorhout op en laten het
direct door auto's weghalen. De grote loodsen bij Brouwersmolen, waar veel generatorhout lag opgeslagen,
zijn bijna geheel leeggereden. De vrouw van gefusilleerde Reinier van Gerrevink moet voor de Duitse
rechtbank verschijnen. In de krant staat voor de vierde maal onder Laatste oproep de oproep van het
Arbeidsbureau. Het rantsoen taptemelk wordt tot n liter verminderd. De overige driekwart liter bestaat uit
500 gram poeder voor acht weken.
SPOORWEGEN. Vandaag vielen bommen in Barneveld op de baan en woningen. Ook het station werd
vernield. Onder de burgers werd een vrouw gedood.
LUCHTBESCHERMINGSDIENST. Omstreeks 10.30 uur. Enige bommen gevallen ter hoogte van
Zwolseweg 624. Geen persoonlijke ongelukken.
Omstreeks 11.05 uur. Een tweemotorige Engelse bommenwerper neergestort aan de Vossenweg hoek
Kleinzorg. Toestel geheel vernield. Van de piloten niets bekend. Geen persoonlijke ongelukken en geen
schade.
Omstreeks 16.15 uur. Aanval van 12 jagers op het noorden van de gemeente. Voltreffer op perceel
Loseweg 120-122. Hierdoor zijn 4 personen gedood en enige mensen uit de omgeving gewond. Veel
schade aan woningen in de omgeving door beschieting met boordwapens.
Omstreeks 18.30 uur. Een serie bommen afgeworpen in weilanden aan de Zutphensestraat nabij Woudhuis.
Geen persoonlijke ongelukken. Glasschade aan enige percelen in de omgeving.
Als gevolg van de her-evacuatie en van de ingevoerde regeling dat voor de (aanvankelijke kosteloos)
verstrekte voeding betaald moest worden daalde de afname zodanig dat de capaciteit van de Rijkskeuken
toereikend werd om ook aan de burgers van Apeldoorn voeding te verstrekken.
Daar op het ogenblik iedere stad en streek - doordat het treinverkeer wegens staking stil ligt - op zich zelf
aangewezen is moet er geleefd en geteerd worden op de voorraden die nog aanwezig zijn. Zo kost een pak
lucifers al f 6,-. De boven omschreven aanval van vier uur is op de spoorbrug te Deventer geweest. De
knecht van X. Biesterbos uit de Zonnebergstraat was met nog anderen gerekruteerd om die middag munitie
per paard en wagen te vervoeren van Vunderink (Wilpse Dijk) naar de spoorbrug. Hij was met een geladen
wagen op de aan de spoorweg parallel lopende straatweg geweest toen de Tommies hem in het zicht
kregen. Er werden bommen gegooid. Omdat hij dekking had van de spoordijk werd hij niet geraakt ondanks
dat de bommen vlak bij hem in het water kwamen.
SPOORWEGEN. Vandaag werd om 08.17 uur een munitietrein aangevallen nabij Stroe en totaal vernield.
De spoorbaan werd geheel vernield. Onder de Duitsers waren vele doden en gewonden. De hele verdere
dag hadden voortdurend aanvallen plaats.
VAN HOUTUM. Wij horen de hele ochtend ontploffingen in de richting Amersfoort. Het doet eerder aan
Duitse vernielingen dan aan een bombardement denken.
BLOEM. Vandaag veel met paarden bespannen voertuigen over de weg. Allerhande types, hele kleine
wagens op vier wielen, landauers en tweewielige sjezen. Allemaal zo langs de weg in beslag genomen
materiaal. Ze hadden hun lading gedekt met stro en hooi. Men kon de inhoud niet zien. En dergelijke
colonne van 40 stuks heeft 's nachts hier overnacht. Althans om 12 uur 's middags gekomen en 12 uur 's
nachts weer vertrokken. Hier zijn vier man geweest met zes paarden en twee wagens. Een foeragewagen
en n met stro bedekt. Daaronder hadden ze vier beste biggen die ze met haver voerden. En van de
mannen had in Rusland gevochten. Daar had hij eens tegenover drie man gestaan. Daarvan had hij er twee
doodgeschoten. Met de derde had hij een half uur met de bajonet gestreden. De patronen waren namelijk
op. Hij zei dat hem het haar klam op het hoofd was toen hij de strijd gewonnen had. Hij zei ook dat de
Russen, zo zij Duitsers krijgsgevangen maakten, deze soms zwaar verminkten. Hij zei ook dat de Russen
helemaal niet vooruitstrevend waren. En koe voor eigen gebruik, varkens en ook de kippen idem dito. De
grond lieten ze zo maar liggen. De vrouwen konden er achter de ploeg, eggen en moesten nog meer
mannenwerk doen. De mannen werkten niet veel. De huizen waren ellendig. Niet eens een vloer in huis. Het
vee was in hetzelfde vertrek waar ook de mensen woonden. Wegen op het land waren niet verhard. s
Winters waren deze dus n modderpoel. Ze hadden meegemaakt dat 's winters met 50 graden vorst de
laarzen vastvroren aan de voeten. Ook de handen, neus en oren bevroren. Hij had vier maanden in het
ziekenhuis gelegen maar was weer geheel hersteld. De Duitsers die in Rusland in de strenge winter hebben
gevochten dragen een lint op de jas in blauwe kleur en met helrode afsteek. Ze hadden met 30 man
tegenover een heel bataljon Russen gestaan die naar hen toe oprukten. Omdat zij in een bunker hadden
gezeten hadden ze alle aanstormende Russen vernietigd. En van hen had ook in 1939 bij Niemandsland
gelegen en was daar kok geweest. Daar moest hij voor zichzelf, de andere Duitsers en ook voor de mensen
koken. Die waren daar om versterking aan te brengen. Ook had hij de leegstaande huizen daar helpen
leegplunderen.
Richting Teuge doken ze tot 10 keer toe. Het zware afweergeschut, dat in Terwolde staat bij Jochem aan de
Twelloseweg, schoot tot 6 maal toe zonder te treffen. Deze trein is eigenlijk een aantal wagons, dat daar
door de Duitsers is neergezet zonder doel. Die is nu geregeld het doelwit van de Engelse jagers. De
omringende mensen hebben al moeite gedaan deze weg te krijgen om het gevaar dat zo'n trein met zich
meebrengt. Alle moeite was tevergeefs. Ook heden was er weer een dergelijke aanval en toen er een grote
rookwolk opsteeg verdwenen de vliegtuigen. 's Avonds half elf kwam op geringe hoogte een vliegtuig,
vermoedelijk een jager, uit de richting van het Loo langs de oostkant van Apeldoorn. Het kwam daar in de
lichtstralen van een 6-tal schijnwerpers. Dat konden we hier zien. Er volgde een hevig spervuur van licht
luchtdoelgeschut die een zee van kogels in allerlei kleuren afschoot. Het vliegtuig werd getroffen en stortte
enkele ogenblikken later in de buurt van het kanaal fel brandend omlaag.
ZIEKENHUIS. Aardappels voor Amsterdam. Vannacht met zeer veel moeite getelefoneerd met de
zenuwarts dr. Hoeneveld in Alkmaar. Drie maal geprobeerd hem te pakken te krijgen. Het lukte tenslotte om
6 uur. De schepen voor de voedselvoorziening van Amsterdam, Haarlem, Utrecht en Den Haag ten getale
van 50 zullen in het donker varen. Dit is een dezer dagen vastgesteld door de Duitse overheid. De schepen
zijn vrijgegeven. De schippers ontvangen een extra premie voor het risico. Er wordt dus nog overwogen de
schepen wit te verven, het vervoer overdag te doen plaatsvinden en dit de Geallieerden mee te delen dat dit
vervoer zal geschieden. Zij moeten dan er in toestemmen de schepen niet te doen beschieten. Aan mij
wordt verzocht hierover een bespreking te houden met dr. Wimmer. De eerste besprekingen hierover in
opdracht van de Burgemeester vonden plaats met dr. Hoeneveld persoonlijk op zaterdagmiddag 11
november .
- De Arnhemmers zijn er nog altijd. Rode Kruis commissie, de Arnhemmers hier moeten allen verdwijnen.
De voedselpositie is hier slecht. De evacus moeten naar Friesland. Dit zal heel wat hoofdbrekens kosten.
Wij moeten klaarstaan om de bevolking van andere steden op te nemen. Dit zal een extra belasting voor het
vervoer betekenen. In verband hiermee zal het nodig zijn eigen vervoer er op na te houden. Dit zal zo
spoedig mogelijk door mij geregeld worden.
- Brandstof. Van de aangekondigde Weermachtmeisjes zijn er nu acht aanwezig. Ik ben bezig de
gelegenheid te maken hen in een aparte, nu nog oude koude vleugel van het gebouw, onder te brengen.
Het grootste probleem is de brandstof. Er zijn mij kolen van de Weermacht toegezegd. Overigens tracht ik
van alle kanten hout en cokes te krijgen. De reservestoomketel die ingericht was voor stoken met olie is
gedemonteerd en zal ingericht worden om met hout of kolen gestookt te worden. De noodverlichting in de
gangen is vrijwel klaar. De noodkachel in de operatiekamer doet het voortreffelijk.
- Mijn gezin ook in het Seminarium. In mijn woning in het Seminarium zijn wij tegenwoordig goed ingericht.
Er zijn geen eigen meubels meegekomen. Op zichzelf genomen zijn we nu zeer mobiel. Ik moet nog wel
telkens naar het centrum toe en hoop dat dat binnenkort minder vaak nodig zal zijn.
In Duitsland zouden de jongens van de school aan het loopgraven maken zijn. Duitse vrouwen en meisjes
staan aan het afweerkanon. Deze laatste waren eerst nog vrijwillig opgeroepen maar wegens geringe
aanmeldingen moesten ze verplicht bij de kanonnen. Verder zijn de oudere mensen bij de zogenaamde
landsturm ingeschakeld om in het westen de Engelsen en in het oosten de Russen tegen te houden. Die
zitten nu al in Oost-Pruisen.
LUCHTBESCHERMINGSDIENST. Omstreeks 22.00 uur is perceel Vonderlaan 15 getroffen door enige
projectielen afkomstig van boordwapens. Twee personen gewond en overgebracht naar het Ziekenhuis.
Omstreeks 22.07 uur. Engels vliegtuig afgestort aan de Wormensematen. Toestel geheel vernield. Van de
bemanning is niets gevonden. Het achterhuis van Wormensematen 36 afgebrand. Hierbij zijn 3 koeien
verbrand.
Door de directie werd te kennen gegeven dat een zeer hoge beloning wordt uitgeloofd voor de aanhouding
van de verdachten en de inbeslagname van het ontvreemde geld.
LUCHTBESCHERMINGSDIENST. Omstreeks 13.00 uur zijn in de omgeving van de Klaverweg een serie
bommen afgeworpen waarvan enige zijn ontploft. Geen persoonlijke ongelukken en geen schade.
Er wordt nu in het midden gelaten of eerst het hoofdbestuur Nederlandse Rode Kruis is afgezet en toen de
heer P. benoemd dan wel of na de benoeming van de heer P. het Bestuur bedankt heeft. De bezwaren
tegen de heer P. betreffen in het bijzonder zijn financile reputatie. Daarbij wordt in het midden gelaten of dit
terecht is dan niet. Voorts is de geste van het benoemen van een oud-directeur Winterhulp en Volksdienst
ons in geen enkel opzicht aangenaam. Er wordt niet bij vermeld dat wij dit beschouwen als een inmenging in
een Nederlandse zaak. Het protest is besproken met de Burgemeester van Amsterdam mr. Voute die zich
met het standpunt van de Afdeling, naar mij werd gezegd, kan verenigen. De Afdeling Amsterdam is
inmiddels bezig zich te ontbinden. Men wenst niet samen te werken met de heer P. Hierover vraag ik advies
aan de Burgemeester mr. Pont. Het is mij bekend dat mr. Pont zeer op de hand van de heer P. is. Juist
daarom hoor ik hem gaarne, audiatur et altere pars [= de andere partij moet ook worden gehoord]. De heer
Pont is van mening dat de heer P. een bekwaam organisator is. De ingebrachte bedenking tegen zijn
persoon berust op laster. De heer P. is met name door de leider ir. Mussert uit zijn functie bij de Winterhulp
gezet. Daarna was de Winterhulp geheel in NSB-handen. Ze floreerde weinig en was impopulair. Dat is
daarna nog op het conto van de heer P. geschoven. De Burgemeester raadt mij aan het protest ter kennis te
brengen van de Gezant dr. Behne. De benoeming is geschied door de Rijkscommissaris. Waarschijnlijk op
voordracht mee van dr. Reuter. Er zou ook een Weermachtsinstantie aan meegewerkt hebben. Tussen
haakjes is aan dr. Zengerling over deze geschiedenis niets bekend. Ik had hem al op zondagmorgen 26
november hierover gesproken. Hij zegt dat ook zijn chef de generaal Meyer hiervan niet op de hoogte is. Het
Nederlandse Rode Kruis was tot nu toe aan de Weermacht een doorn in het oog.
9 uur (voormiddag). Ter informatie wordt de inhoud van het protest meegedeeld aan dr. Zengerling.
Hij was van mening dat deze feiten wel niet bekend zouden zijn aan de heren in Amsterdam en verzocht mij
deze mee te delen. Mogelijk dat dat op hun houding invloed zou uitoefenen.
- Laster. Voorts over de persoon van de heer P. zei dr. Behne dat alle aantijgingen waren te beschouwen
als grove laster (Schwere Verleumdung) en dat de Rijkscommissaris, als hij een benoeming deed, van
tevoren naar een persoon informeerde en er voor borg stond dat deze man integer was. Dr. Behne voegde
hier aan toe dat dr. P. gedurende anderhalf jaar met zijn medewerking in Marseille gewerkt had. Dr. H. en hij
waren van oordeel dat aan het optreden van de heer P. niet dt had ontbroken. De heer P. bljft dus. Wij
hebben dit te zien als een goedgunstige poging van de Rijkscommissaris om het Nederlandse Rode Kruis,
dat zich in zijn gedragingen zo treurig betoond heeft, alsnog de reddende hand toe te steken en te proberen
het weer op de been te helpen. Het ware ook mogelijk geweest het Nederlandse Rode Kruis ineens van
bovenaf te ontbinden. Het Nederlandse Rode Kruis is en blijft een Nederlandse zaak. Dr. Behne vroeg
daarop naar mijn persoonlijke mening. Ik heb toen gezegd dat ik de genoemde feiten betreurde en dat ik mij
verbaasde dat zij geschied waren. Ik heb ook gezegd dat er bij de Afdelingen naar mij bekend was wel
bezwaren tegen het Hoofdbestuur bestonden over de organisatie van het vervoer. Voorts leek het mij
moeilijk om in dit verband de standpunten van het Rijkscommissariaat aan de ene zijde en van de Rode
Kruis afdelingen aan de andere zijde te verenigen zodat ik als mogelijkheid veronderstelde dat die
afdelingen inderdaad teniet zouden gaan. De heer Behne deelde mij daarop mee dat hij dit evenzeer als de
Spoorwegstaking als een zuiver Nederlandse zaak beschouwde en dat hij weinig interesse had voor het al
of niet voortbestaan van het Nederlandse Rode Kruis. Hiermee eindigde het onderhoud.
- Samenwerking met P. verworpen. Om 11 uur onderhoud met dr. Dubois (oogarts alhier) en met dr. Brutel
de la Riviere uit Deventer. Ik doe verslag van mijn bevindingen. Dr. Brutel is van mening dat wij moeten
onderzoeken voor welke doeleinden of het Nederlandse Rode Kruis nog werken kan. Het transport was wel
het zwaartepunt van de werkzaamheden. Het is de vraag of het de moeite van de samenwerking met de
heer P. waard is om te proberen dit werk als Rode Kruis organisatie voort te zetten. Beter zal het zijn de
naam weg te laten, zich los te maken van het Hoofdbestuur en te proberen in plaatselijke comits nog te
doen wat men doen kan. Hij is nu op weg naar Amsterdam en zal van ons onderhoud daar bericht doen.
Inmiddels vernemen wij dat de afdelingen Rotterdam, Den Haag en Utrecht ook bedankt hebben en bezig
zijn zich te ontbinden. Wij delen mee dat in Apeldoorn de voorzitter al gearresteerd is en dat het weinig
moeite zal kosten de werkzaamheden geheel over te hevelen naar de zogenaamde Rode Kruis commissie.
Daarin hebben overigens geen leden van het Nederlandse Rode Kruis meer zitting. De naam daarvan zal
dus moeten veranderen. Wij vernemen voorts dat dr. v.d. D. (voorzitter van de Afdeling Arnhem) er voor is
met de heer P. samen te werken. Voor zover wij weten is dit een uitzonderlijke persoonlijke mening.
Om 12 uur bezoek aan Sint Jozef [psychiatrisch ziekenhuis aan de Deventerstraat]. Er liggen nog 20
Engelsen keurig ondergebracht. Dr. Fraser is over het eten tevreden. Ik ontdek nog 4 Braunsche spalken en
2 hoefijzers die ons toebehoren. Na gebruik krijgen we ze terug.
Wij zien de inkwartiering daarom nogal donker in. De luitenant staat om negen uur op en controleert alle
soldaten. Bij het klaarmaken van het eten zien wij dat de kok een teil (circa 30 liter) met fijn gesneden vlees
in de keukenwagen gooit. Verder mengt hij een aantal pakken vermicelli (al lang onbekend) door het eten.
De kok gebruikt voor het stoken onze kolen. De foerier is druk bezig rantsoenen samen te stellen. Zij krijgen
50 gram boter per dag en n Kuch [brood]. En van de soldaten eet zuiver wittebrood. Hoe hij er aan komt
is een groot raadsel. Om 10.45 uur cirkelen vier jagers boven Apeldoorn en mitrailleren een troepentrein op
het station. De meeste kogels zijn mis. Het luchtdoelgeschut gaat hevig te keer. In enkele huizen in
Ugchelen dringen zelfs nog granaatjes en mitrailleurkogels door. En jager duikt zo laag, dat hij
genoodzaakt is onder de hoogspanningsdraden door te vliegen. Waarom hij boven Ugchelen duikt is
onbekend. In Apeldoorn zijn n dode en een aantal gewonden. 's Middags wordt het eten voor de hele dag
onder de soldaten uitgedeeld. De resterende soep wordt niet aan het fabriekspersoneel gegeven maar
weggegooid. Nog geschikte soepbenen worden zodanig bij de urineerplaats neergesmeten dat men ze niet
meer wil oprapen. Om n uur brengen enige soldaten vierzakken met eierkolen mee. En wordt bij de ketel
neergezet en de overigen blijven bij de keukenwagen. Nu zij kolen hebben gegeven eisen zij ook warmte op
het kantoortje. Daar staat een stoomkachel. Tot tweemaal wordt de toevoerkraan dichtgedraaid. Daardoor
krijgt mijn neef een reuzen standje van een onderofficier. Wij hebben de hoofdkraan niet afgesloten. De
schuld moet of bij het personeel of bij de soldaten (dit is logischer want zij gunnen elkaar niet veel) worden
gezocht. De foerier deelt in de loop van de middag ook nog jenever uit.
Dr. Piekema (arts in Ugchelen) wordt als krijgsgevangene van Amersfoort naar Duitsland overgebracht. Mijn
neef Henk komt 's avonds om zes uur terug van een reis naar Kampen. Hij is gisterenmorgen om vijf uur
met paard en wagen en drie anderen vertrokken om klaverstro te kopen. Daaronder twee wagens van
Melissen. Henk komt met 41 balen terug. Zij zijn op de terugweg bij Heerde door Britse jagers beschoten.
Zijn paard vormde het doelwit en trok na het eerste mitrailleurvuur als reactie de wagen in de losse berm.
Kort daarop sloegen de granaatjes in op de plek waar het dier eerst gestaan had. Het paard heeft slechts
drie schaafwonden. Mijn neef stond achter een boom. Rondom hem knapten de beukentakken door de
scherven en kogels. Een andere voerman sprong in een dekkingsgat dat voor de helft onder water stond.
Het is gelukkig goed afgelopen maar het waren angstige momenten.
Om elf uur wordt er hard op de voordeur geklopt. Mijn vader doet open en wordt bijna omver gelopen. Twee
SS-soldaten stuiven naar binnen en eisen in de gang dat wij hen emmers Thee geven. Zij gaan met een
emmer water weg nadat mijn vader had gezegd dat er een officier in huis slaapt en een keukenwagen bij de
fabriek staat. De soldaten gaan hierop naar het ketelhuis en worden daar hartelijk ontvangen. De strijd
tussen SS en Weermacht neemt er zichtbare vormen aan. De soldaten van de Weermacht staan met het
geweer op de indringers gericht. En van hen trapt ze tenslotte de deur uit. Zij zullen hun emmers thee
wel hebben vergeten. Om twaalf uur vertrekken drie vrachtautos die benzine voor 100 kilometer
meekrijgen. In de nacht van maandag op dinsdag is er bij deze groep te veel benzine verbruikt. Een officier
roept overdag alle manschappen achter de heg van de groentetuin bijeen en geeft hen hierover een ernstig
standje.
BLOEM. 's Avonds kwamen weer zeer veel wagens over de weg richting Zutphen.
BRANDWEER. 10.50 uur luchtalarm. Tien Engelse jagers deden met raketbommen en boordwapens een
aanval op het Stationsemplacement. Vele wagens werden op de kop gezet. Een wagon met afweergeschut
vloog door midden. Hierbij werden verscheidene moffen gedood.
SPOORWEGEN. Op 27 en 28 november 1944 werd Barneveld gebombardeerd terwijl op 28/11 in
Apeldoorn om ongeveer 10.30 uur een luchtaanval plaatsvond op een trein nabij de Spoorstraat met als
gevolg veel materile schade.
LUCHTBESCHERMINGSDIENST. Omstreeks 10.45 uur werd het Station Apeldoorn door 10 vliegtuigen
beschoten. Perceel Spoorstraat 19 en 21 eveneens beschoten. Twee gewonden. In perceel Kaijersdijk 8
twee personen gewond door scherven. Verder schade aan omliggende woningen.
Vanmiddag een niet ontplofte V-1 op Spelderholt tot ontploffing gebracht. Vanavond voor het eerst mijn
nieuwe verlichting in gebruik. Een miniatuur waterrad met fietsdynamo op de waterleiding in de keuken en
vandaar een snoer naar de huiskamer. De verlichting gaat best. Je bent op deze manier voorlopig gered. De
boerin bracht vanmiddag wat boter.
VAN HOUTUM. De luitenant slaapt alleen 's nachts bij ons. Om ons huis loopt een schildwacht evenals bij
de fabriek. De nachtwacht moet de ketel aanhouden. In het ketelhuis slapen acht moffen en bij mijn oom
ook acht waaronder ook de chauffeur van Bieber. Enkelen liggen in een stoel. De foerier heeft zijn bed voor
de auto in de garage geplaatst. Een tweede soldaat slaapt ook in die schuur. Een ander ligt in de auto van
de keukenwagen. De overigen zijn bij de Paters ondergebracht. Bieber heeft bij ons in de salon een radio
staan. Deze kan echter niet spelen. De moffen zijn vandaag niet zo lastig als gisteren. Misschien ligt dit aan
het weer. Zij kunnen nu tenminste met het zonnige weer gaan wandelen (gisteren regende en waaide het).
Om 3.45 uur worden doelen bij Hoenderloo beschoten. Een half uur later weerklinkt een zware explosie in
de richting Beekbergen. Alles trilt. Van een vliegtuig is echter niets te horen. Volgens geruchten zouden de
Duitsers in alarmtoestand twee verkeren. Zij moeten zich gereed houden om direct achter de IJssellinie te
kunnen terugtrekken. Bij alarmtoestand drie zou alles achter deze rivier moeten worden teruggebracht. Het
is te mooi om waar te zijn. De BBC maakt om 11.45 uur bekend dat het Canadese leger van Zeeland naar
Nijmegen is overgeplaatst. Het Mededelingenblad zal door papierschaarste voortaan niet meer op
woensdag verschijnen.
BLOEM. Overdag een aantal aanvallen van nmotorige jagers op de spoorlijn Apeldoorn - Zutphen.
Daarbij vielen 2 bommen. En in de wei bij Dieks Streppel en n aan de spoorbaan bij de wei van Philips.
En nog 2 bommen over de lijn bij Dirk van Schaik. Allen zonder verder wat te treffen. Ook zijn er verder weg
nog bommen gevallen. 's Avonds ontplofte nog een bom die 's middags gevallen was. Ook kwamen 's
avonds weer veel wagens en begeleidende manschappen over de weg.
LUCHTBESCHERMINGSDIENST. Omstreeks 14.20 uur Nabij de Ramsbrug twee benzinetanks
afgeworpen. Aan de 2e Wormenseweg 16 en de Kayersdijk eveneens twee benzinetanks afgeworpen.
Omstreeks 15.10 uur. Bommen ontploft op de Deventerstraat ter hoogte van perceel 617. Eveneens
bominslag aan de Broeksweg. Schade aan woningen in de omgeving.
Wij barricaderen uit vrees voor diefstal twee schuren van binnen en slaan de grendels aan de buitenkant
met spijkers vast. Het schijnt dat deze Duitsers nog op de auto wachten die naar Amsterdam is vertrokken.
Want zij telefoneren hierover vijf maal met de kazernes. De officieren bereiden zich nog niet op vertrek voor.
Het marsbevel geeft de route Apeldoorn - Zutphen - Ruurlo - Doetinchem aan. Wij vermoeden dat zij in
Munster zullen worden ondergebracht.
BLOEM. Men zegt dat in Utrecht het dagrantsoen van de bevolking uit een halve liter soep bestaat waar ze
nu al in geen 3 weken aardappelen in gezien hebben. Ook is de melk op bonnen aangewezen. Maar de
melkboer heeft geen melk ook al omdat er geen vervoer is. Er waren 50.000 man uit Rotterdam. Die waren
daar tijdens een razzia opgepakt en naar Utrecht komen lopen. In die stad waren ze in grote gebouwen
ondergebracht. De nacht hadden ze daar doorgebracht en bijna zonder stro op de grond geslapen. 's
Morgens zijn ze in boten geladen en naar Duitsland overgebracht. Daar werden ze aan de
verdedigingslinies tewerkgesteld. De geallieerden liggen nu aan de Rijn tot aan de Moerdijk. Ze zijn in hevig
offensief bij Aken en bij Metz in Frankrijk. Door de zeer grote schaarste aan verschillende artikelen wordt
voor 1 pond suiker f. 30,- betaald. Voor 1 pond boter f. 28,-, 1 pond zout f. 10,-, 1 hectoliter aardappelen f.
15,- en meer, 1 mud rogge f. 140,- en 1 mud tarwe over de f. 200,-. Reinder Evers was met zijn zoon op de
Arnhemseweg, in de buurt van Museum Vaals, toen de Tommies een hem achteroprijdende colonne van 3
stuks Duitse vrachtwagens ieder bemand met 12 man in zicht kregen. De Tommies doken tot 7 maal toe op
deze wagens en schoten met boordwapens de Duitse wagens in brand. Daar deze geladen waren met
munitie kwamen de inzittenden allen om het leven terwijl de wagens uitbrandden.
LUCHTBESCHERMINGSDIENST. Omstreeks 14.40 uur. Bommen gevallen tussen Veldekster en spoorlijn
in Ugchelen. Geen persoonlijke ongelukken en veel glasschade.
SPOORWEGEN. Op 30 november werd Barneveld weer gebombardeerd met als gevolg aanzienlijke
schade aan de spoorweg.
ZIEKENHUIS. Brandstof in het Seminarium. Hier in het gebouw wordt het wel rustiger maar er zijn toch nog
steeds grote zorgen. Deze betreffen voornamelijk de brandstof. Er is nu gelukkig een klein beetje cokes
gekomen. Aanvankelijk heb ik gemeend ook de gangen en wcs mee te kunnen verwarmen. Die hebben we
er nu afgedaan en voorts alles dichtgedraaid wat maar even er af kon. Dat blijkt nu enorm te schelen, meer
dan de helft van de brandstof. Het was de bedoeling veel hout te stoken. Dit dreigt te mislukken door het
moeilijke transport. We zouden hout uit Deelen krijgen door boeren uit Beekbergen hierheen te vervoeren.
Dat mislukt echter doordat de boeren niet willen. Hun paarden zijn en worden namelijk onderweg door de
Duitsers gevorderd. Nu moeten we hout van dichterbij hebben maar dat moet nog afgezaagd worden. Als
het hier in huis is gekomen moeten de stobben gekloofd en met de zware cirkelzaag klein gemaakt worden.
Daarna moet het vervoerd worden naar de ketels en dag en nacht er in geworpen. Het ketelhuis is aftands.
Er wordt steeds in gewerkt. Daar moet weer voor aangevraagd voor toewijzing materiaal enzovoort. Dan zijn
er ineens weer geen werklieden omdat zij zich niet op straat durven vertonen. Overigens is het ook moeilijk
om werkvolk te krijgen.
- Duitse legertros. Sinds twee dagen komen er door Apeldoorn zeer veel voorbijtrekkende troepen, naar
men zegt uit Brabant. Wij herbergen daarvan het paardenvolk bij ons omdat er grote garages zijn die als
stallen dienst doen.
- De Aardappels voor Amsterdam. Dr. Hoeneveld bericht uit Alkmaar dat het begonnen transport van de
schepen over de Zuiderzee [IJsselmeer] opgehouden is. Een der Beauftragten heeft geist dat er machines
met de schepen mee terug gevoerd zouden worden. Dit is door de agrarirs niet acceptabel geacht. Hij
vraagt mij daarop nogmaals naar Behne te gaan en te verzoeken aan de Engelsen te vragen n groot
konvooi toe te staan met levensmiddelen op nader te bepalen uur en dag. Ik vraag nu namens wie ik dat
kan vragen. Hoeneveld antwoordt dat hij dat met de Burgemeester van Amsterdam zal bespreken. Hij zal
mij morgenavond weer opbellen. Voorts zit er voor mij een sprong in de gedachtengang. Waarschijnlijk
hierdoor dat men hoopt, door nmaal te varen, met Duitse toestemming de kwestie van het lading-terugvaren op de lange baan te kunnen schuiven. Dit lijkt mij een onjuiste listigheid. Dat zullen ze nooit nemen.
Intussen zit Amsterdam zonder eten. Leiden ook al zoals Hoeneveld terloops nog zei naar aanleiding van
een klacht van daar. Zie wat we doen kunnen. Ik pieker er telkens lang over. Soms hangt deze last me als
een molensteen op de schouders.
BURGEMEESTER PONT (1 - 30 november).
In de loop van deze maand zijn door de Wehrmachtkommandantur op grond van de verordening van de
Rijkscommissaris gevorderd:
a. 50 woonhuizen met inventaris gelegen aan de Rostocklaan (7), Koningstraat (3), Dennelaan (1),
Looseweg (3), Soerenseweg (16), 2e Beukenlaan (4), Genistalaan (4), Billitonlaan (1), Jachtlaan (10) en
Zwarte Kijkerweg (1),
b. 12 woonhuizen zonder inventaris gelegen aan de Soerenseweg (1), Looseweg (8), Molleruslaan (1), de
Voorwaarts (1) en de Zutphensestraat (1),
c. 8 gebouwen namelijk de Jeugdherberg aan de Soerenseweg, de scholen 3 en 28, hotel 'Prinsen' in
Ugchelen, 2 bureaus van het Departement van Justitie, een garage aan de Jachtlaan en de
Brandweerkazerne,
d. een bouwterrein (1.07.30 hectare) aan de Alexanderlaan.
In hetzelfde tijdsverloop werden door de Wehrmachtkommandantur 10 gevorderde woonhuizen ter
beschikking van de vroegere bewoners gesteld. Deze woonhuizen zijn gelegen aan de Regentesselaan (1),
Fabriekstraat (5), Weidestraat (1), Marialaan (1), Deventerstraat (1) en Ribeslaan (1). Verder is vrijgegeven
het terrein van de voetbalvereniging 'Robus et Velocitas' met tribune en kleedgelegenheid aan de
Asselsestraat.
Voor de huisvesting van door vorderingen van de Wehrmachtkommandantur dakloos geworden inwoners
van de gemeente was het nodig met hantering van de aan de burgemeester toegekende bevoegdheid 4
woonhuizen te vorderen. Verder is een woonhuis gevorderd voor het onderbrengen van het kantoor van een
door bominslag beschadigde fabriek.
In november werd aangegeven de vordering van 7 auto's, 22 rijwielen, 1 autobus, 1 motorrijwiel, 10
paarden, 5 wagens, hooi, prikkeldraad, paardentuigen enz.
De vordering geschiedde door troepenonderdelen en militaire instanties van de Duitse Weermacht. Betaling
werd niet ontvangen
Hoewel het in de bedoeling lag alle vacus te hervacueren is dit op last van de Duitse instanties voorlopig
gedeeltelijk stopgezet. In verband met het feit dat verschillende vacus met luizen of schurft zijn besmet is
in de fabriek van Van Gelder een quarantainestation opgericht. In de school aan de Molenstraat heeft de
ontsmetting plaats. Oorspronkelijk was het de bedoeling perceel Hoofdstraat 92 als ontluizinginrichting te
gebruiken maar doordat dit gebouw gereserveerd moest blijven voor een noodziekenhuis is daarvan
afgezien.
Tussen de ruit en de lat bevindt zich vilt. De methode (uit 1940) om plakband over de ramen aan te brengen
wordt niet meer gevolgd.
BLOEM. Grote razzia's in Apeldoorn waar s nachts al troepen uit Nieuw Milligen aankwamen en 's morgens
al vroeg geheel Apeldoorn afzetten. Overal op de voornaamste punten werden de mitrailleurs opgesteld.
Iedereen die trachtte te ontkomen werd aangehouden. Andere troepen zochten de huizen af om mannen
van 16 tot 50 jaar aan te houden. Zelfs politiemannen onder de 30 jaar werden opgepakt. Op het marktplein
werden ze verzameld waarna deze mannen (men spreekt van 1600) in 3 treinen geladen zijn. Wat niet mee
kon kon weer naar huis terug. Deze treinen gingen richting Enschede maar onderweg sprongen er al
mannen uit. Verder werd gereisd naar Gronau en toen verder naar Bocholt achter Zevenaar. Daar werd een
trein beschoten door de Tommies. Bij deze beschieting werden 3 wagons getroffen wat aan 14 man het
leven kostte en waarbij 60 mannen gewond werden. De mannen werden onder bedreiging gelast in een
andere trein over te stappen. De mannen weigerden en toen moesten ze maar lopen. Velen maakten er
toen weer gebruik van om te vluchten. Omdat de Duitsers toen begonnen te schieten eiste dit echter
opnieuw slachtoffers. Men zegt dat het aantal slachtoffers is gestegen tot 40 doden en 120 gewonden. Toch
zijn er nog veel ontkomen waarvan er hier ook een drietal passeerden die van Zevenaar waren komen
lopen. 's Avonds kwam een man onderdak vragen die van achter Doetinchem was komen fietsen en
beladen was met rogge en tarwe enzovoort. Hij was op de terugweg naar Haarlem. Daar waren haast geen
levensmiddelen te krijgen anders dan alleen tegen zeer hoge prijzen. Van een wittebrood van 8 ons
moesten ze met 3 man een week leven. Hij had meegemaakt dat er daar een Duitser was vermoord waarop
uit de politieke gevangenis te Amsterdam een 12-tal mensen gehaald werden, 8 uit Amsterdam, 2 uit
IJmuiden en 2 uit Haarlem. Ze werden uit Amsterdam vervoerd naar de duinen om op hun doodkisten
gezeten daar gefusilleerd te worden.
POLITIE. Door de Duitse overheid zijn gevorderd voor tewerkstelling: van de gemeentepolitie, 1
opperwachtmeester, 8 wachtmeesters, wachtmeester Klinkhamer en van de gedetacheerde Marechaussee
10 wachtmeesters. Vandaag is door de Duitse Overheid een razzia gehouden. Er zijn naar schatting 4.000
5.000 mensen gevorderd voor tewerkstelling waaronder 31 politiemensen. Zij werden weggevoerd voor
tewerkstelling in de Nederlandse grensstreek op Duits gebied. Het om het leven komen van circa 20 van
deze mensen door een treinbeschieting in Bocholt (daarbij werden ook velen gewond) bracht onder de
bevolking grote onrust teweeg. De stemming van de bevolking is hierdoor nerveus.
ZIEKENHUIS. Razzia. Vandaag een nieuwe mensenjacht in de meest mensonterende vorm. Mijn assistent
v.d. Hoeven springt in Rijssen uit de trein en komt ongedeerd terug.
BURGEMEESTER PONT. Vandaag vond wederom een razzia plaats. Het bleek dat noch de
Wehrmachtkommandant noch de heer Kolbmller, Vertreter des Beauftragten beim Reichskommisser fr
die Povinz Gelderland, hiervan op de hoogte waren. Alle mannen tussen 17 en 55 jaar moesten zich op het
Marktplein melden en daar werd aan de lopende band nagegaan of zij al dan niet voor een vrijstelling in
aanmerking kwamen. Het behoeft uit de aard der zaak geen betoog dat dit onderzoek op zeer gebrekkige
wijze plaats vond om de eenvoudige reden dat de tijd ontbrak om geval voor geval rustig te onderzoeken.
Het maatschappelijke leven stond die dag volkomen stil aangezien alle mannen of in het gelid op het
Marktplein stonden of waren ondergedoken. Naar schatting zijn op die dag ongeveer 4500 mannen met
treinen in Oostelijke richting weggevoerd. De zondag daarop bereikte Apeldoorn het bericht dat een van de
treinen waarmee deze mensen waren vervoerd in de omgeving van Bocholt was beschoten. In totaal waren
hierbij 19 doden en tal van gewonden te betreuren. De Burgemeester vond gelegenheid de gewonden al de
volgende dag in Bocholt en Harreveld te bezoeken. Door de verwarring, die na de beschieting ontstond,
hebben vele personen kans gezien de benen te nemen en weer over de IJssel naar Apeldoorn terug te
keren. Ook de weggevoerde gemeenteambtenaren is bij die gelegenheid een gedeelte ontsnapt en
teruggekomen. Naar schatting verblijven nu nog ongeveer 1500 personen uit Apeldoorn afkomstig achter de
IJssellinie verdeeld over Beek, Zevenaar, Elten en Rees. Over de toestanden die te Rees heersen wordt
kortheidshalve verwezen naar de betreffende rapporten.
De slavenjagers hebben gisteren nog geschoten op papierbakken in een papiermagazijn. Uit baldadigheid
werden handgranaten in de Grift geslingerd. Een foto van Koningin Wilhelmina, prins Hendrik en prinses
Juliana uit de lijst gesneden, meegenomen, aan een boom vastgemaakt en erop geschoten! Vandaag heel
rustig, wel werd er 's avonds telkens met een zaklantaarn op je geschenen als je op straat liep. In de
kerkdienst in de Grote Kerk had de predikant een kaarsje nodig om zijn aantekeningen te kunnen
raadplegen.
VAN HOUTUM. 's Morgens worden Henk en ik (we slapen op de fabriek) door tante Dries gewekt. Vier
Duitsers patrouilleren voor ons huis op de weg. Wij staan op en bespioneren hen even later door een
dakraam. En gaat naar ons huis en loopt eromheen. Kort daarop volgen twee anderen. Zij gaan echter niet
naar binnen. Iedere voorbijganger wordt aangehouden en moet zich legitimeren. Een man die uit de richting
Apeldoorn komt wordt doorgelaten. Hij vertelt even later aan mijn vader dat hij al vele malen is
aangehouden. Overal staan soldaten. De moffen verdwijnen om negen uur in de richting Viersprong. Enkele
jongemannen, die zodoende buiten de ring komen, lopen snel het bos in. Tien minuten later staan de SS-ers
weer aan het fabriekshek. Zij patrouilleren over grote afstand. Zij laten alle fietsers uit de richting Apeldoorn
na legitimatie door. Alle fietsers uit de richting Hoenderloo moeten echter mee naar de garage van
Schippers. Daar wordt hen het rijwiel afgenomen. Het doet ons dan ook meer aan een fietsenvordering dan
aan een razzia denken. Twee soldaten rijden voortdurend rondjes met een gevorderde tandem. Om 10.50
uur loopt een mof bij oom Jan het terrein op. Wij zoeken (met ons zevenen) onze schuilplaatsen in de
fabriek weer op en blijven daar tot het weer veilig is. Zo zitten wij drie kwartier in een dikwijls ongemakkelijke
houding. De soldaat heeft intussen tweemaal getelefoneerd. Andere moffen schieten uit verveling enige
malen door het bordje met de sleutel en werpen er ook nog een handgranaat naar. Zij vertrekken om twaalf
uur in de richting Apeldoorn. Enkele soldaten hebben nog bij het pension Eljo-Zamy gegeten. Oom Gerrit
gaat de Duitsers lopend achterna en ziet bij Schippers een groot aantal gevorderde fietsen staan.
BLOEM. In de nacht van 2 op 3 december om half elf is een voltreffer gevallen op het postkantoor te Wilp
aan de Molenallee. De posthouder Roelofsen met vrouw en 3 kinderen werden gedood. Vijf andere
inwoners werden wel gewond maar behielden het leven. De doden hadden op het bed gelegen alsof ze
sliepen. De bom was midden in de woning terecht gekomen. Het huis was finaal uiteen geslagen. De balken
hadden boven in de bomen gehangen. Een buurman had zijn meubels ook bij deze Roelofsen opgeslagen
omdat zijn huis door de Duitsers in beslag genomen. Ook dit werd vernietigd.
Van de strijd hoor je niets daar de krant wegens het wegroven van het personeel niet uitkomt. Vuil wordt niet
opgehaald, bakkers komen niet. Alle leven is door de bezetter opnieuw totaal ontwricht.
VAN HOUTUM. Nu er nog geen krant verschijnt worden de berichten in Apeldoorn aangeplakt. Zo moeten
bijvoorbeeld alle arbeiders weer naar hun bedrijven terugkeren op straffe van gijzeling. Het is voor tweerlei
uitleg vatbaar. Het kan zijn om een nieuwe razzia voor te bereiden maar ook een maatregel om de grote
wanorde in de voedselvoorziening op te heffen. Het personeel blijft namelijk uit angst voor razzia's in huis.
Wat de Duitsers met de opgepakte burgers doen is hun zelf niet duidelijk. De Apeldoorners werden naar
Duitsland vervoerd en later via een omweg naar Zevenaar en andere steden bij de Rijn. Veel van hen zijn
naar huis ontsnapt. Er gaan geruchten dat het broodrantsoen aanstaande zaterdag zal worden verminderd.
De meelvoorraad in onze gemeente is bijna uitgeput. Sommige bakkers krijgen deze week al niet meer hun
volle toewijzing. Hierdoor kunnen niet alle mensen brood op hun bonnen kopen. 's Middags passeren vier
boerenwagens met aardappelen in de richting Hoenderloo. Zij zijn bestemd voor de inwoners van
Harskamp. De Duitsers hebben er destijds (na de vondst van een geheime zender in Otterlo) alle voorraden
aardappelen weggevoerd en op degene in het land een rooiverbod gelegd. Harskamp moet nu van de
voorraad van Apeldoorn leven. De SD neemt veel vooraanstaande Apeldoorners gevangen. Daaronder
dominee Borgers van de Lutherse Kerk, de directeur van Marindaal, Oosterbaan leraar HBS en zoon,
notaris Brouwer en een dame. Ze zijn allemaal naar de kazernes overgebracht. De moffen vonden
Oosterbaan op de HBS en stelden voor het gebouw een mitrailleur op en arresteerden hem daarna. Zijn
vrouw moest het huis voorgoed verlaten. De reden van deze arrestaties zijn onbekend.
Niemand weet echter de oorzaak van de explosie. Er verschijnt weer een Mededelingenblad. Echter aan
n kant bedrukt. Er zijn zes vrachtauto's onderweg om de gewonden uit Harreveld op te halen.
LUCHTBESCHERMINGSDIENST. Omstreeks 09.20 uur een bom ontploft in weiland naast perceel Oude
Zwolseweg 125. Geen persoonlijke ongelukken. Veel glasschade.
BURGEMEESTER PONT [december 1944]. Dem Reichskommissar fr die besetzten Niederlndischen
Gebiete, Reichsminister Dr. Seyss-Inquart.
Het zij mij vergund Herr Reichsminister Uwe aandacht te vragen voor het navolgende.
Op 21 september j.l. had ik de eer mij schriftelijk tot U te wenden met het verzoek, mij op de in dit schrijven
aangegeven gronden te willen ontheffen van mijn functie als Burgemeester der gemeente Apeldoorn.
Op dit schrijven mocht ik nimmer enig antwoord ontvangen, zodat ik mij zij het ook tegen mijn zin, moreel
verplicht achtte, mijn ambt te blijven waarnemen, daar mijn op volger klaarblijkelijk nog niet door U, mijnheer
de Rijkscommissaris kon worden aangewezen.
In de afgelopen maanden hebben zich evenwel omstandigheden voorgedaan, welke het mij tot mijn
leedwezen niet langer mogelijk maken aan het hoofd der gemeente Apeldoorn te blijven staan. Het is U,
mijnheer de Rijkscommissaris, ongetwijfeld voldoende bekend, dat de overwinning der Duitse wapenen op
het Bolschewisme door mij zonder reserve als noodzakelijke voorwaarde wordt beschouwd voor de
toekomstige bloei van Europa en de samenwerking der Europese Germaanse volkeren. Juist omdat
Nederland, dat steeds door zo nauwe banden met het Duitse Rijk verbonden is geweest als het ware
voorbestemd is om als overbruggend element ook door zijn ligging ene belangrijke rol te spelen bij het
effenen der betreurenswaardige tegenstellingen welke nog steeds tussen Germaanse broedervolkeren
bestaan, heb ik veel, dat door mij als onrecht tegenover mijn Vaderland wordt gevoeld, verdragen.
Tot mijn grote teleurstelling heb ik evenwel moeten constateren, dat in de afgelopen maanden tegenover de
Nederlandse bevolking op zich zelf al zeer harde maatregelen worden doorgevoerd op een zo onmenselijke
en gruwelijke wijze, dat zelfs zij, die steeds volledig begrip hebben gehad van de Duitse visie op het
wereldgebeuren, hierdoor ernstig ontstemd en in hun vertrouwen geschokt.
Bepaaldelijk het feit, dat op steeds lichtvaardige wijze nadrukkelijk gegeven beloften werden geschonden
zodra zulks enigerlei instantie opportuun scheen, heeft funeste gevolgen gehad, niet slechts ten opzichte
van het vertrouwen in het Duitse woord doch ook in de toezeggingen van de Nederlandse autoriteiten, die
terecht of ten onrechte alsmede verantwoordelijk worden beschouwd.
Enige voorbeelden uit het jongste verleden, welke voorbeelden zich bepalen tot de gemeente Apeldoorn
moge dit illustreren.
Op 29 september werd door mij op last van den vertegenwoordiger van den Beauftragte der provincie
Gelderland voor arbeidsaangelegenheden een oproep gedaan in de Nieuwe Apeldoornsche Courant tot het
verkrijgen van arbeidskrachten voor den IJsselstellungbau. Uitdrukkelijk werd daarbij vermeld, dat deze
arbeid 8 10 dagen zou duren. Weliswaar werd aan dezen oproep praktisch geen gevolg gegeven, hetgeen
door mij ook was voorspeld, doch ook in den oproep welke de Beauftragte op 2 oktober, de dag der actie
deed aanplakken, werd slechts van enkele dagen gerept. Niettemin heeft men er van hoger hand, ondanks
alle daartoe door mij aangewende pogingen, niet toe willen besluiten het gegeven woord in te lossen. De
Beauftragte verklaarde mij op 2 oktober persoonlijk en met nadruk, dat de actie einmalig zou zijn. Niettemin
werd deze actie op 2 december herhaald onder omstandigheden welke de vorige in ondoordachtheid en
vernedering nog overtroffen. Ik denk daarbij aan het ongehoorde feit, dat Nederlandse SS-mannen werden
gebruikt om Nederlandse burgers tot den arbeid voor de Duitse Wehrmacht op Duits gebied te dwingen.
Aan de van alle kanten door Duitse autoriteiten gegeven geruststellende verklaringen, dat de mannen in
Nederland voor den IJsselstellungbau zouden worden gebruikt, heeft men zich namelijk niet gehouden,
hetgeen U niet onbekend kan zijn.
Dat deze Nederlandse SS mannen voor zover zij zich oprechte Vaderlanders voelen en dit is stellig bij een
zeer groot deel nog het geval, deze taak welke zij als een soort beulstaak beschouwden, met grote
innerlijke tegenzin hebben verricht, behoef ik U wel nauwelijks te verzekeren.
Op last van den vertegenwoordiger van den Beauftragte bij de Weermacht-kommandantur alhier, heb ik
herhaaldelijk per annonce in het Apeldoornsche Mededeelingenblad mannen opgeroepen om bepaalde
werkzaamheden voor de weermacht te verrichten. Steeds moest daarbij vermeld worden dat zij die zich
beschikbaar stelden vrijgesteld zouden worden van den IJsselstellungbau. Ook deze belofte werd met
voeten getreden. Vrijstellingen welke bij de actie op 2 oktober na onderzoek door Duitse Autoriteiten werden
verleend, werden op 2 december zelfs niet de moeite ener nadere beschouwing waardigheid gekeurd.
Ofschoon in de strooibiljetten, welke huis aan huis werden afgegeven werd bevolen alle Ausweise welke
men bezat ter controle mede te brengen, heeft deze controle naar ik persoonlijk heb kunnen vaststellen, in
geen enkel geval plaats gevonden.
Ik kan het optreden slechts als ergerlijk kwalificeren. Zij die zich aan een dergelijke trouweloosheid hebben
schuldig gemaakt, dienden mijns inziens wegens ondermijning van het gezag van U, mijnheer de
Rijkscommissaris, publiekelijk ter verantwoording worden geroepen.
Dat bij deze Auskmmungsaction geen registratie werd gehouden zodat zwaar zieken, onvolwaardigen,
oude stakkers en onmisbaren voor het bedrijf evenzo verdwenen is betreurenswaardig en wijst op een
volslagen gebrek aan organisatievermogen.
Teneinde een zogenaamde papierwinkel te voorkomen is het enige resultaat dat thans een onnoemlijke
arbeid moet worden verricht, zowel door het voeren van besprekingen als door het opstellen van brieven om
de ergste onrechtvaardigheden te herstellen.
Tegenwerpingen door Abschnittsleiter in den Achterhoek, dat de Nederlanders door van het werk weg te
lopen zelf de oorzaak zijn geworden van deze hernieuwde actie, kunnen door mij niet als steekhoudend
worden erkend. Ten eerste omdat nu eenmaal de termijn van 8 10 dagen was beloofd en in de tweede
plaats omdat het verzameld houden der weggevoerde arbeiders een zuivere Duitse aangelegenheid is.
Van onvoldoende gecontroleerde Nederlandse arbeiders, die tegen hun wil zijn samengebracht tot het
aanleggen van versterkingen, te verwachten, dat zij gedurig tezamen zullen blijven, terwijl zij gelegenheid
hebben om naar huis terug te gaan is te veel gevergd en getuigt althans van zr weinig inzicht in het
Nederlandse Volkskarakter.
Den Generalkommissar fr Verwaltung und Justiz, Dr. Wimmer, deelde ik bij een persoonlijk onderhoud al
mede, dat ik tegenover mijn bevolking niet als woordbreker te boek wilde blijven staan en dat ik overtuigd,
dat men niet geneigd of bereid zou zijn mijn geschokt moreel gezag te herstellen - mij en tegenover mijn
geweten en tegenover de aan mijn zorgen toevertrouwde bevolking zedelijk verplicht achtte, mijn ontslag in
te dienen.
Daar het evenwel niet in mijn karakter ligt onder moeilijke omstandigheden te verzagen, verklaarde ik daarbij
met nadruk, te willen afwachten of de burgerij, niettegenstaande hetgeen ten spijt van mijn handtekening
was gepasseerd, op mijn aanblijven zou prijs stellen.
Een bijeenkomst van vooraanstaande Apeldoornse ingezetenen onder leiding van n der wethouders,
heeft aangetoond, dat zulks in de gegeven omstandigheden niet althans onvoldoende het geval is.
Weliswaar ontving ik een zeer waarderend schrijven ondertekend door de Secretarissen-Generaal van de
Departementen van Opvoeding enz. Justitie en Binnenlandsche Zaken, waarbij er bij mij op werd
aangedrongen aan mijn voornemen om te bedanken geen gevolg te geven, doch hoewel deze geste door
mij wordt gewaardeerd, zij geen wijziging kunnen brengen in mijn besluit aangezien ik deze verklaring niet
als representatief van de burgerij kan doen gelden.
Ik vertrouw, mijnheer de Rijkscommissaris, dat U mij mijn naar rijp overleg genomen besluit niet wilt
opvatten als ingeving door enig minder correct motief. Ieder streven tot tegenwerking van den persoon, die
mij in mijn functie heeft benoemd, is mij vreemd.
Mocht U tot mijn leedwezen deze zienswijze niet kunnen delen zo ben ik bereid de gevolgen van mijn
beslissing te dragen.
Ik heb dringend behoefte aan rust en wil conflicten vermijden, die gezien de bij vele Duitse autoriteiten thans
heersende mentaliteit op den duur niet kunnen uitblijven. Dringend verzoek ik U dan ook in afwachting van
het aan mij te verlenen ontslag, mij terstond ingaand ziekteverlof te willen verlenen.
ZIEKENHUIS. Ontslag Burgemeester. Naar aanleiding van deze razzia heeft de burgemeester ontslag
gevraagd. De wethouders proberen een votum uit de burgerij te krijgen om hem hier te houden. Aangezien
ONZE man nog altijd mr. Quarles is kunnen wij voor mr. Pont niets doen. Er komt dus geen antwoord op de
vraag van de wethouders.
Terwijl Willem hiermee bezig was ontdekte hij dat van hem vier horloges waren gestolen. Na het n
ontdekte men het ander. Zo werd het duidelijk dat de dieven een ijstrui, vijf horloges (ook het gouden
horloge van mijn oom), het juwelenkistje van mijn tante (wegens verjaardag te voorschijn gehaald), een
gouden dasspeld, een paar schoenen, een pond boter (de vorige dag voor 40 gulden gekocht), twee kilo
spek, enig kleingeld enzovoort hebben gestolen. Zij vergrepen zich echter niet aan de kleding, behalve de
ijstrui. Zoiets kon natuurlijk niet onder de gummicape. Dergelijke inbraken al eerder in de gemeente
voorgekomen. Zo in Ugchelen bij de familie Middelbeek. Daar zochten zij zogenaamd naar parachutisten. Zij
hadden in alle gevallen een rijke buit. Mijn oom belt deze dag direct de Veldgendarmerie op. Dat helpt
weinig. De beide loodsen van de Brouwersmolen, die ruim een maand hebben leeggestaan, worden nu
weer door de Duitsers met generatorhout en antraciet gevuld.
De werkzaamheden die door de wijk- en blokhoofden enz. van de Luchtbeschermingsdienst werden verricht
zijn overgeheveld naar de sociale hulpposten. Deze zijn gevestigd; voor Apeldoorn, Het Loo en Ugchelen;
Hoofdstraat 177, Bouwlandlaan 2 en Arnhemscheweg 155. Voor Wenum. Wiesel, Broekland en Beemte;
Oude Zwolscheweg 148. Voor Beekbergen; Arnhemscheweg 520 en caf De Zweep Klarenbeek. Voor
Loenen; hotel De Eikeboom. Voor Hoenderloo; Het Volkshuis Op onder andere 13 december werd een
transportcolonne van het Rode Kruis in Otterloo, ook een deel van de staf en de daar gevacueerde
bevolking verplicht Otterloo te verlaten. De staf en de transportcolonne werden ingekwartierd. De overige
bevolking werd tijdelijk in Tivoli ondergebracht en gedeeltelijk ten spoedigste afgevoerd.
Met tranen in de ogen zagen we hem vertrekken, onze trots. De wagen was geheel naar eigen ontwerp
gebouwd. Ik had liever gezien dat hij op dat ogenblik in vlammen was opgegaan. Er bestaat nu gelukkig nog
een kleine kans dat hij in Duitsland teruggevonden wordt. Er gaat namelijk een Commissie van de
Rijksinspectie van de Brandweer naar Duitsland om het gestolen brandweermateriaal op te sporen. Laten
wij hopen dat zij de spuit in goede conditie mogen aantreffen.
- De politie verleent meermalen steun bij het af- en doorvoeren van evacus.
- Het onderbrengen van arrestanten aan het bureau van politie levert nog steeds grote moeilijkheden op
daar de politie slechts over twee lokalen voor inverzekeringstelling beschikt. Zes cellen en 1 lokaal voor
inverzekeringstelling zijn nog steeds bij de SS als, SS- und Polizeigefngnis in gebruik. Daarin zijn
momenteel 65 arrestanten ondergebracht.
VAN HOUTUM. De Duitsers leggen een kapverbod over alle bossen tussen de spoorlijn naar Amersfoort en
de weg naar Zwolle. Er zullen Duitse soldaten gaan patrouilleren.
Perceel Daendelsweg 2 werd ingericht voor de secretarie Arnhem en de dienst van Sociale Zaken Arnhem.
- Voor de Duitse Weermacht en het Rijkscommissariaat werden aangemaakt 170 stuks borden voor
wegaanduidingen enz.
- Ontruimd werden de scholen 3 (Het Loo), 14 (Zevenhuizen) en de Chr. School aan de Doggersbank. In
diverse door de Duitsers bezette gebouwen werden ruiten gezet en andere kleine reparaties verricht.
Richtingsborden werden onderhouden en in de gemeente Barneveld borden geplaatst bij wegafsluitingen.
- In de Langeweg werd voor het rijkscommissariaat een kabelsleuf gegraven en gedicht. Op last van de
Wehrmachtkommandantur werden de volgende werkzaamheden verricht:
1. zand werd in hopen langs de volgende wegen gebracht:
weg naar Arnhem; weg naar Zwolle; weg naar Deventer; weg naar Hoenderloo - Beekbergen - Klarenbeek Woeste Hoeve - Loenen.
2. op de bomen worden witte banden geverfd langs de wegen: Amersfoortseweg; Zwolseweg; Deventerweg;
Zutphenseweg; met het werk langs de Arnhemseweg is een aanvang gemaakt.
3. aan het maken van autoschuilplaatsen, zogenaamde Splitterboxen werd gewerkt langs de wegen naar
Amersfoort, Zwolle en Deventer. 18 Stuks zijn geheel gereed; 26 stuks zijn gereed wat het grondwerk
betreft; 54 stuks zijn in aanbouw. Het benodigde hout wordt in overleg met de Nederlandse Heide Mij te
Beekbergen gekapt. 310 mannen zijn bij dit werk ingesteld.
4* De zogenaamde Fliegerdeckungslcher langs de verschillende wegen hebben door wisselende
weersomstandigheden veel geleden. Zij zijn alle nagezien en waar nodig hersteld.
- De grote behoefte een warme voeding als gevolg van het uitvallen van de gasaanvoer en de
brandstoffennood heeft er dan ook toe geleid onverwijld nieuwe uitdeelposten in het centrum te openen.
Op 13 november werd een uitdeelpost gevestigd in het gemeentegebouw Kerklaan 17. Aantal deelnemers
van de eerste week 575.
Op 20 november volgde de opening ven drie nieuwe posten, te weten:
1) Ambachtschool, Molenstraat 13 (eerste week 145 deelnemers)
2) J. Schut, Gardenierslaan 52 (eerste week 145 deelnemers)
3) A. v.d. Beek, Zwolscheweg 107 (520 deelnemers).
Vervolgens werd ingaande 4 december nog een nieuwe uitdeelpost gevestigd in de garage van H.
Diesbergen Sumatralaan 151 voor de bewoners van het Berg en Bos kwartier.
Het aantal deelnemers neemt sterk toe dat mag blijken uit het volgende overzicht:
week van 6 t/m 12 november 3487
week van 13 t/m 19 november 4683
week van 20 t/m 26 november 6549
week van 27 november t/m 3 december 7642
Met ingang van 18 december werd de te verstrekken hoeveelheid voeding teruggebracht van 1 liter tot 3/4
liter per persoon per dag. De prijs werd in overeenstemming daarmee verlaagd van 2,17 per week tot 1,65
gulden per week.
Het aantal deelnemers steeg tot 15.853 over de week van 18 t/m 24 december. Daarna nam de deelname
sterk af als gevolg van de bepaling van de Voedselcommissaris dat meer distributiebonnen moeten worden
ingeleverd. Behalve aardappelen, nu ook olie, grutterswaren en zout.
Het aantal deelnemers was over de week van:
27 november t/m 3 december 7642
4 t/m 10 december 7667
11 t/m 17 december 11502
18 t/m 24 december 15853
25 t/m 31 december 11218
De stemming onder de bevolking is zeer nerveus. Vooral de brandstoffenschaarste en de met de dag
slechter wordende voedselpositie zijn hiervan oorzaak.
- De politie verleent meermalen steun bij het af- en doorvoeren van evacus. Door de hongersnood in het
westen van het land trekken honderden personen per fietst, handwagen en dergelijke door Apeldoorn om in
de Achterhoek en in de IJsselstreek voedsel te halen. Daar er hier ter plaatse geen logeergelegenheid is
vervoegen zich dagelijks enige honderden van deze mensen aan het bureau van politie om onderdak en
voeding. Door bemiddeling ven de Politie wordt hun onderdak en voeding verschaft in enige geneeskundige
posten van de Luchtbeschermingsdienst. Ook in de vroegere Wilhelminastichting aan de Stationsstraat 42b
en in Tivoli. Van het gymnasium wordt in bijzondere gevallen ook gebruik gemaakt. De Rijkskeuken hier
verleent haar volle medewerking.
- Doordat de politie geen enkel motorrijtuig tot haar beschikking heeft kunnen meerdere zaken niet met de
nodige accuratesse en snelheid worden afgewerkt. Oplossing van het bandenvraagstuk ten aanzien van de
politie zou eveneens zeer gewenst zijn daar binnen afzienbare tijd geen enkele politieman meer over een
bruikbaar rijwiel beschikt.
- Het onderbrengen van arrestanten aan het bureau van politie levert nog steeds grote moeilijkheden op. De
politie beschikt slechts over twee lokalen voor inverzekeringstelling, 6 cellen en 1 lokaal voor
inverzekeringstelling zijn nog steeds bij de SS als SS- und Polizeigefngnis in gebruik. Daarin zijn
momenteel 65 arrestanten ondergebracht.
- Gedurende de maanden november en december heeft het gasbedrijf opnieuw geheel stilgestaan. Er wordt
doorgegaan met reparaties aan de onderdelen van de fabriek. Het op temperatuur houden van de ovens is
eveneens stopgezet zodat de daarvoor benodigde brandstoffen in de distributie worden gebracht. Nu er
geen uitzicht bestaat op kolenaanvoer binnen afzienbare tijd heeft het geen nut (en is zelfs verspilling) om
door te gaan met het op temperatuur houden van de ovens. Dit heeft echter tot gevolg dat bij een eventueel
weer in bedrijf komen de Technische Bedrijven enige weken nodig hebben om de ovens heet te stoken.
Daar staat tegenover dat zij dan een behoorlijke voorraad cokes onder het publiek kunnen brengen.
- Het Waterleidingbedrijf heeft gedurende de maanden november en december ongestoord kunnen
doorwerken. Alleen valt te constateren dat de wateraflevering stijgende is. Dat is een gevolg van
waterturbines die op de kraan worden aangebracht en waarmee elektriciteit wordt opgewekt.
- De voorraad cokes is zo geslonken dat in de maand januari geen stukje beschikbaar zal zijn voor de
bevolking of voor instellingen of ondernemingen.
Jaar 1945
BRANDWEER. Er komt steeds meer activiteit. Vliegtuigen worden afgeschoten. V-1s vliegen over en vallen
neer. Treinen en auto's worden herhaaldelijk onder vuur genomen. We kunnen voelen dat het einde nadert.
Het zou ondoenlijk zijn u mee te delen wat voor schade de V-1s in Apeldoorn hebben aangericht. Als ik u
vertel dat er ruim 600 stuks in onze gemeente zijn neergekomen. Twee zijn er op woonhuizen
terechtgekomen die 7 slachtoffers hebben gemaakt. We kunnen gerust zeggen dat wij hier geweldig geboft
hebben.
De overigen weigeren het. Wij krijgen weer een handvol ondergrondse blaadjes waaronder De Parool van
16 december, Parool Post van december 1944, Oranje bulletin nr. 20, 21 en 22 en De Vrijheid.
VAN HOUTUM. 's Morgens om 9.30 uur kunnen wij de nieuwe distributiekaarten halen. Het was niet zeker
of iedereen wel een bonkaart zou krijgen. Het lange uitstel van deze uitreiking gaf daartoe aanleiding.
Daardoor ontstonden de nodige geruchten. Men combineerde het met de arbeidsinzet. Mannen tussen de
17 en 40 jaar zouden geen kaarten krijgen. Iedereen wint dan ook eerst inlichtingen in hoe de uitreiking
verloopt. De gewone burgers moeten hun eerste stamkaart meebrengen. De evacus moeten hun
persoonsbewijs en noodschadekaart tonen. In het gebouw is geen kachel waardoor de ambtenaren
humeurig en kortaf zijn. Zij controleren weinig en reiken het aantal kaarten vrij snel uit. Evacus moeten
echter aan een aparte tafel hun kaarten in ontvangst nemen. In de komende weken zullen in plaats van
aardappels drie kilo suikerbieten worden verstrekt. Het gerucht van verleden week over de beschieting in
Zwolle van drie aardappelboten schijnt dan toch waar te zijn. Het is echter ook mogelijk dat de Duitsers de
voorraad in beslag hebben genomen en daarom dit bericht in de krant hebben gezet. Vandaag ontvingen wij
een exemplaar van Vrij Nederland en een vlugschrift, getiteld Vogelvrij.
BURGEMEESTER PONT. Op de begraafplaats te Beekbergen werden de stoffelijke overschotten van de 5
slachtoffers van een V-1 ontploffing begraven.
Steeds meer mensen uit Holland komen hier door per fiets, te voet met een handkar en dergelijke om in de
Achterhoek en Overijssel te proberen wat voedsel te krijgen. Vanavond waren er een paar honderd op het
politiebureau om te overnachten. Daar moet wel heel veel nood achter zitten om langs gladde wegen en in
de winterkou rond te trekken teneinde enig voedsel zien te bemachtigen. De nood, vooral in de grote
steden, is heel erg hoog gestegen. Vanmorgen veel vliegtuigen hoog over en telkens schieten van het
afweergeschut. Later bij M.[Moerman] geweest voor dinsdagavondbezoek.
VAN HOUTUM. 's Morgens rijdt een auto van de SD de van Golsteinlaan in. Zij arresteren de bosarbeider A.
van den Ham met zijn vrouw [Golsteinlaan 33]. De man wordt na een halve dag arrest weer vrijgelaten. Hij is
erg mishandeld. De oorzaak van deze arrestatie is niet duidelijk. Het doet ons aan een jodenkwestie denken
omdat hij er veel in huis heeft gehad. De Rijksverkeersinspectie zal voortaan het begrafenisrijden regelen.
Het trouwrijden met paard en rijtuig is verboden. Alle huisslachtingvarkens moeten voor n februari
aanstaande worden geslacht. De reden is onbekend.
VAN HOUTUM. De talrijke arrestaties die de laatste weken in Apeldoorn hebben plaatsgevonden zouden
door een Duitse provocateur zijn veroorzaakt. De familie Kleekamp uit Apeldoorn verbleef deze zomer in
een hotel in Vierhouten. Daar was een Britse vlieger ondergedoken. Dit is al merkwaardig want onderduiken
doe je niet in een hotel. De dochter uit het gezin raakt verliefd op de vlieger en ging later nog steeds op de
fiets naar Vierhouten. Haar vader vond dit niet goed en was bereid de vlieger onderdak te verschaffen. Dit
gebeurde en ging enige tijd goed tot dat de vlieger zich als een Gestapobeambte openbaarde. Het hele
gezin is gearresteerd en naar Apeldoorn en later naar Duitsland overgebracht. Door verklaringen van deze
gevangenen kwam de Gestapo joden, een geheime zender en enkele verzetsmannen op het spoor. En
arrestatie werd een sneeuwbal. De dinsdag gearresteerde familie Van de Ham is op deze wijze verraden. 's
Middags krijg ik een boekje getiteld Die Heimat grszt. Het lijkt zo te zien een Duitse uitgave. Bij beter
doorlezen doet het echter aan een Engels strooibiljet denken. Er staan onder andere uitspraken in van
Duitse leiders over het verloop van de oorlog die nooit zijn uitgekomen. Op de laatste pagina staat de
kalender van 1945. Het boekje is in de zandverstuivingen gevonden bij de Woeste Hoeve waar zelden
iemand komt. Het schijnt naar een Duits model in Engeland te zijn herdrukt met toevoegingen die tegen
Duitsland zijn. De boekjes moeten er al lang hebben gelegen omdat het papier erg geel is geworden en de
nietjes verroest zijn.
INWONER. Aan de edelachtbare heer burgemeester Pont.
Geachte Heer, Uit naam van de velen die hun middagmaal halen aan de uitdeelpost Zwolseweg hoek
Langeweg, zend ik U het volgende vers:
Wachten, wachten, steeds maar wachten,
Terwijl wij zo naar voedsel smachten!
Is er dan in deze tijden
Helemaal geen medelijden?
Ach wij staan hier alle dagen
Uit te kijken naar de wagen!
Het gebeurt dat wij soms uren
Te vergeefs maar blijven turen.
Hier staan vele oude heren
In hun al te wijde kleren.
Hier staan kinderen en vrouwen,
Die, met in hun hart vertrouwen
Op de rasse komst van 't eten
Hunne huishoudplicht vergeten.
Veel tijd moeten wij verspillen,
Maar dat kunt gij toch niet willen!
Denk eens aan de sneeuw en koude!
't Was bijna niet uit te houden.
Heus, dat moet toch anders worden
We zijn waarachtig nog geen horden,
Die men behandelt als het vee
Zonder 't minst gevoel daarmee!
Zelfs de boer laat zijn koeien
Nooit om hooi of gras maar loeien.
Hij voert zijn beesten steeds op tijd
En daarin schuilt ook zijn profijt.
En daarom vragen wij vrijmoedig:
Verander nu de toestand spoedig!
Burgemeester, gij zijt machtig,
Toon U nu eens uiterst krachtig.
Geef 't bevel dat nu voortaan
De wagens op tijd vertrekken gaan.
Dan klinkt het uit ons aller mond
Lang leve burgervader Pont.
Met hoogachting Uw dw. N.J.C. Schermerhorn.
Door de zwarte prijzen betalen velen hun laatste spaargeld. Nu is het al zover dat hen ook nog het voedsel
bij de rivierovergang wordt afgenomen. Tot voor kort was ook Hoenderloo spergebied. Dit is nu opgeheven.
Hoenderloo behoort officieus tot de gemeente Apeldoorn. Dit is voor de voedselvoorziening van Apeldoorn
niet zo gunstig. Wij horen 's avonds om 7.30 uur twee zware ontploffingen. Enkele vliegtuigen patrouilleren
de hele avond.
- Het onderbrengen van arrestanten aan het bureau van politie levert nog steeds grote moeilijkheden op
doordat nog steeds 6 cellen en 1 lokaliteit voor in verzekeringstelling als SS- und Polizeigefngnis in gebruik
zijn. De politie heeft zodoende maar 2 lokaliteiten voor haar eigen arrestanten disponibel. Lokaliteiten die
daarvoor totaal niet zijn bestemd en ingericht moeten zodoende als arrestantenverblijven dienen. Dit werkt
mede zeer remmend op het onderzoek in bepaalde zaken daar verdachten in een zaak zodoende niet van
elkaar gescheiden kunnen worden gehouden. Vermoedelijk zal daarin enige verbetering komen doordat een
gedeelte van der Duitse arrestanten naar Lochem zal worden overgebracht. Het ligt in de bedoeling van de
Duitse autoriteiten alleen de arrestanten van de Dienststelle des Hheren SS- und Polizei-fhrer ten
Politieburele alhier in te sluiten en daarvoor 6 cellen te gebruiken. De 3 lokaliteiten voor in
verzekeringstelling zullen dan geheel ter beschikking der gemeentepolitie blijven. Het arrestantenvraagstuk
is daardoor echter in genen dele opgelost. Omdat 3 lokaliteiten voor het onderbrengen van Nederlandse
verdachten in deze tijd van toenemende criminaliteit volkomen ontoereikend zijn.
- Van de zijde van de Feldgendarmerie wordt door de politie bij de opsporing van strafbare feiten, gepleegd
door burgers, in samenwerking met SS-soldaten veel medewerking ondervonden. De samenwerking tussen
genoemde instantie en de Apeldoornse politie is buitengewoon goed. Zodoende konden meerdere ernstige
delicten waarvan voornamelijk de plattelandsbevolking alhier de dupe werd tot klaarheid worden gebracht.
De surveillance van de politie wordt zo hoog mogelijk opgevoerd. Meerdere diefstallen konden zodoende op
heterdaad worden ontdekt.
- De hondenbrigade werd weer in dienst gesteld dat al goede resultaten opleverde. Een en ander was
mogelijk doordat de bewaking van het Distributiekantoor en de begeleiding van de distributietransporten in
overleg met de bevoegde instanties werd opgeheven.
- De Apeldoornse politiemannen die op 2 december 1944 werden weggevoerd keerden nog niet terug
hoewel zij uit een oogpunt van dienstbelang niet gemist kunnen worden. Spoedige terugkeer van deze
mensen zou om de toenemende criminaliteit noodzakelijk zijn.
Er was grote behoefte aan oude gezangboeken en ook lectuur was welkom. Tegen 5 uur enige
raketbommen op enkele huizen in Beekbergen. Het militaire nut is nihil, woningen flink beschadigd.
Vanmiddag haalden de SS-lui de borden van de SS weg. Laten we hopen dat ze spoedig zelf verdwijnen.
VAN HOUTUM. 's Middags om vier uur verschijnen plotseling vier vliegtuigen. Zij vliegen in richting
Apeldoorn, draaien bij, duiken boven Beekbergen en laten er acht bommen vallen. Daarna verdwijnen zij
weer even snel als ze gekomen zijn. Wij zien de bommen duidelijk vallen. Het huis dreunt van de explosies.
Om vijf uur vallen opnieuw in die richting bommen maar op veel groter afstand. Er gaan geruchten dat de
Duitse Rijksdag is bijeengeroepen. Het vertrek van Seyss-Inquart maakt het wel aannemelijk. De bommen
die 's middags om vier uur bij Beekbergen zijn gevallen hebben ieder mogelijk doel gemist. Dit
bombardement is een schandaal. Er is overal grote glasschade. En boerderij is getroffen. De bossen rogge
(uit een ongedorste mijt) hangen in de bomen en zijn over grote afstand verspreid. Er zijn geen doden.
Slechts enige gewonden. Het kasteel Spelderholt (misschien bedoeld), waar Seyss-Inquart meestal vertoeft,
ligt een kilometer verder. Van een V-startplaats is geen sprake. Het witte sneeuwveld is grauw door het
weggespoten zand. Enkele kraters zijn twaalf meter in doorsnee. Vele omwonenden hebben al voor de
derde keer de ruiten kapot. Er wordt de hele dag in zuidelijke richting met artillerie tamelijk zwaar geschoten.
Vliegende bommen komen ook over maar via Beekbergen. Een brief uit Rotterdam bevat een stencil (vier
pagina's). Daarin de Duitse bemoeiingen met het Nederlandse Rode Kruis sinds 1940 en de antwoorden
daarop van het hoofdbestuur worden opgesomd. Voorts is een exemplaar (acht pagina's) van Vrij Nederland
(nr.6, 5e jaargang) ingesloten. Het is 1 december 1944 gedateerd en heeft als inhoud 'Razzia's'.
BLOEM. Engelse jagers hebben 2 bommen laten vallen op het land van Gait van Jenne (Gerrit Hendriks).
Twee bommen bij Willem Schipper en 2 bommen bij Kruitbosch in 't Hooiland. Ze zijn allemaal gevallen in
bouw- en weiland. Enkele ruiten zijn gesprongen. De toestand aan de fronten in Holland zijn zonder activiteit
maar de Russen rukken hard op. Men zegt dat ze 150 kilometer van Berlijn zijn. De algemene toestand in
het land is meer dan treurig. Overal hongersnood. In de steden eet men suikerbieten voor aardappelen. Men
krijgt 400 gram brood per week, geen melk en geen boter, driekwart liter soep die geen aardappelen en
weinig groente bevatten. Er zijn veel mensen gestorven van de honger. Er zijn geen doodkisten genoeg. De
hoofdoorzaak is geen vervoer mede door de spoorwegstaking. Het vervoer stuit op inbeslagneming van
paard en wagen en manschappen. De scheepvaart geeft geen vervoer. Het niet dorsen ten gevolge van het
nu al 6 weken durende winterweer alsmede de slechte bevoorrading van brandstof en smeerolie, alles werkt
remmend op een geregelde aanvoer van broodkoren en meel.
De overige ambtenaren moeten overdag hun persoonsbewijzen aan de SD afgeven. Zij krijgen ze later weer
terug. Het staat in verband met een recente aanvraag van een persoonsbewijs door een meisje dat in dienst
van de SD is. De moffen menen dat een persoonsbewijs te gemakkelijk verkrijgbaar is.
Slechts enkelen weten iets van de karren af te halen. De burgemeester van Apeldoorn stelt 15 hectare bos
ter beschikking van de kachel. Ieder krijgt officieel een halve m3. Er is in Berg en Bos echter geen controle.
Hierdoor krijgen de eersten vaak meer door vaker te komen. Er gebeuren nog al eens ongelukken. Zo liggen
er al drie houthakkers in het ziekenhuis. De bomen worden zonder gezamenlijk overleg omgezaagd. Ze
vallen soms op karren van een ander of op mensen. Het gebeurt ook dat mensen hun wagens te zwaar
beladen en zich onderweg van een aantal bomen moeten ontdoen. Deze worden direct door anderen
weggenomen. Zwarte handelaren profiteren ook van deze gelegenheid. Het kappen wordt vanaf vandaag
voor drie dagen verboden om aan de chaos een einde te maken. Alle munitie in de bossen bij Gortel, die
daar gedurende maanden is bijeengebracht, moet plotseling naar het oosten worden vervoerd. Hiervoor zijn
alle mannen in Epe opgeroepen. Tussen Epe en Heerde staan de munitietreinen bijna achter elkaar.
Waarom vallen daar nu geen bommen? Het is duidelijk uit de lucht te zien. Voorts vraagt iedereen zich af
waarom het treinverkeer over de lijn Apeldoorn - Amersfoort nog altijd (vooral 's nachts) zo ongestoord
doorgaat. Er zijn plaatsen genoeg om de rails te bombarderen zonder dat er voor burgers schade kan
ontstaan. Waarom doen vliegtuigen altijd een aanval loodrecht op de rails en niet evenwijdig? In het laatste
geval is de trefkans toch groter? Het instandhouden van deze spoorlijn vergroot het plunderen en de
hongersnood in Nederland.
Slechts n bomkrater is te vinden. Deze ligt ruim 200 meter van de spoorlijn. De ander schijnt dichterbij te
liggen maar men waagt zich tegenwoordig niet meer zo dicht bij de rails. De Duitsers houden razzia's in de
bioscopen in Apeldoorn. Over het resultaat is niets bekend. 's Avonds passeren zo nu en dan snelle
bommenwerpers.
Schijnbaar zonder doel. Tien minuten later schiet het luchtdoel nog even. De hele dag passeren echter
jagers. Daarvan treedt een deel in de omtrek actief op. 's Middags gaan mijn zuster en ik naar Deelerwoud
(een bos bij Woeste Hoeve). Daar laat een boswachter ons de resten van een ontplofte V-1 zien. Deze is
daar donderdagmorgen gevallen en bij aanraking met de dennentoppen ontploft. Er is dan ook geen krater.
Ware dennen zijn zonder te knappen tegen de grond geslagen. Er is geen scherfwerking. De resten liggen
tot 50 meter in de omtrek. Het omhulsel van de raket (dikke stalen cilinder die tegen hoge temperatuur
bestand moet zijn) ligt het verst weg. Het inwendige van deze raket is niet te vinden. Er hebben schijnbaar
veel koelribben ingezeten. Daarvan zijn er vele te vinden. Overal liggen stukken aluminium, triplex en
onderdelen van het mechanisme (echter schaars). Er liggen resten met veel staaldraad. Uit een 220 meter
verderop liggende niet ontplofte V-1 is op te maken dat dit draad om twee bolvormige houders wordt
gewikkeld. Deze bevatten vloeibare zuurstof. Iedere bol heeft een doorsnee van 50 centimeter. Het draad is
zeer hard en niet te buigen. Een vliegende bom explodeert meestal twee maal zodat misschien n
ontploffing van zo'n bol afkomstig kan zijn. Wat er verder in het projectiel moet zitten is niet duidelijk te
zeggen. De Duitsers hebben namelijk de niet ontplofte grotendeels gesloopt. De moffen jagen nog steeds in
Deelerwoud op herten. Wij zien bij het gevorderde jachthuis zes vellen hangen. In een schuilkelder wordt
hertenvlees gerookt. Nabij dit jachthuis zijn vorige zomer bij een groot bombardement op Deelen 15
bommen gevallen (kraters 15 x 4 1/2 meter). Wij zien enige honderden meters verder nog 13 bomtrechters.
Voorts vinden we twee kartonnen benzinetanks en een stuk van de laatste Vliegende Hollander. Het geeft
berichten over 2 februari. Wij horen er de hele tijd vliegende bommen overkomen. Zij passeren nog
zuidelijker. Men hoort geen enkele V-1 in Ugchelen. Op de terugweg vinden we naast twee woningen aan
de bosrand ook resten van een vliegende bom. Deze is niet gexplodeerd maar wel gesloopt. Eerst nu
horen wij dat zaterdag jongsleden tweemotorige bommenwerpers een zware aanval op Varsseveld hebben
gedaan. Het staat misschien in verband met een startplaats van een V-1. De toestellen die wij zaterdag
hebben gezien vlogen eerder in richting Olst (ook startplaatsen) dan in richting Deventer.
BLOEM. Door de heldere lucht van vandaag waren de Tommies zeer actief. De jagers schoten hier tegen
de middag op een wagen met stro van Van de Kamp uit het Woudhuis. Hij wilde de vracht rogge laten
dorsen bij Jan Bredenoord en was op de Zutphensestraat toen de Tommies hem aanvielen. De man werd
doodgeschoten. De zoon kreeg een schampschot langs de buik en het paard werd gewond. Bij Antoon te
Winkel, waar het voor zijn huis gebeurde, is een koe in de stal doodgeschoten. Vandaag om het middaguur
hadden de bruggen bij Deventer hun 22ste aanval te verduren. Ditmaal door een 40 tot 50-tal
bommenwerpers, die door een zwaar geconcentreerd luchtdoel van licht en zwaar kaliber, begroet werden
en die dan ook ontzettend vuur gaven. Zo sterk dat men de bommen, die er misschien in een 60-70-tal
waren, niet allemaal kon horen vallen omdat het gedreun in de lucht ontzettend was. Ze hebben door de
bommen in Deventer zeer veel vernield. Onder andere de Bergkerk en vele huizen op de Worp en
Stenenkamer aan de andere kant van de IJssel. Een 50-tal doden zijn te betreuren en een 50-tal zwaar
gewonden.
BRANDWEER. 11.20 uur het bombardement van Deventer, vele branden. Wij werden ter assistentie
geroepen. Met 2 spuiten verleenden we hulp.
Zo waren bijvoorbeeld zaterdag de berichten over het Oderfront zo misleidend opgesteld alsof Soekof op
weg was naar Berlijn voor vredesonderhandelingen. Dit bericht deed dan ook als gerucht de ronde. Eerst
nu, een maand later, mag de Nederlandse Pers de volledige tekst van de rede van Seyss-Inquart van 7
januari afdrukken. De NAC verdeelt het over vier dagen. De hele avond passeren snelle bommenwerpers in
beide richtingen. Deze vliegen zelden in formatie. Om acht uur verlicht een schijnwerper de lucht in richting
Zevenaar. Om 9.45 uur is dit schijnsel helderder terwijl we ruim een half uur lichtflitsen in die richting
waarnemen. Wat het is weten we niet. Ontploffingen zijn niet te horen. Om elf uur cirkelt een vliegtuig enige
minuten boven onze omgeving rond.
VAN HOUTUM. De hele nacht zijn lichtflitsen in richting Kleef te zien. Er komen na vier uur weer V-1's over.
Vier uur later wordt de elektrische stroom opnieuw verbroken. Wat een provisorische reparatie doet
vermoeden. Na 13 uur is er weer stroom. Om twee uur passeert een formatie bommenwerpers via het
noorden op weg naar Duitsland. Drie kwartier later komen de eerste groepen patrouillerende jagers. Om drie
uur vallen acht bommen in de richting van de spoorlijn. Zij worden over vrij grote afstand van elkaar
geworpen. Kort daarop komen vier viermotorige bommenwerpers recht over met koers Engeland. Een
kwartier later vallen vier bommen op hetzelfde traject. Het herhaalt zich om 3.40 uur wanneer er drie
bommen vallen. Wij krijgen drie exemplaren van de 'Kleine krant van Ons Volk' en n van het
'Maandagochtendblad van Ons Volk'. Het laatste is gedateerd 1e Kerstdag 1944 (laatste jaargang nr.6).
BLOEM. De tweede dag aan de Todt gewerkt met paard en wagen. Toen we naar huis gingen kwamen
Tommies die een 6-tal bommen op de spoorlijn bij het Wezeveld gooiden. Jan Weyn die buiten stond te
kijken werd hierbij door scherven gedood. Ook een 3-tal bommen is gegooid bij Wessel Kelder aan de
Leigraaf. Een paard van voornoemde boer is gedood. Toen we van Twello kwamen waren we in de
Kranenstraat toen een V-1 uit oostelijke richting betrekkelijk laag over me heen kwam. Hij vloog 200 meter in
rechte lijn, zwenkte iets en dook toen plotseling naar beneden. Hij viel bij Reinders om de hoek ZwaluwwegLeemsteeg met een ontzettende slag neer. Een huizenhoge wolk van rook en vuur achterlatend. Het huis
van Hein Klunder is gescheurd tot in de binnenmuren. Alle ruiten zijn kapot. Zelfs de kozijnen zijn er uit
geslagen. Men zegt dat met een sterke wind het huis levensgevaarlijk is om te bewonen. Ook bij andere
mensen in de buurt is veel glasschade. De hele week hebben ze veel gevlogen. In n uur zelfs drie maal 3
stuks vanuit de richting Gorssel zien opstijgen. Ook in de Polls bossen is een V-1 neergekomen, alleen
glasschade.
De Duitsers lopen daarna langs de rails naar Apeldoorn. 's Avonds passeren zo nu en dan snelle
bommenwerpers.
Deze projectielen exploderen wel. Een om zes uur recht overkomende V-1 stort enige kilometers zuidelijker
neer. Deze ontploft niet. De elektriciteit is tot 18 uur afgesneden. 's Avonds om 6.45 uur komen grote
formaties vliegtuigen recht over in richting Duitsland. Het geronk gaat tot 7.10 uur door. Kleine groepen
keren tussen 8 en 8.30 uur via het zuiden terug.
BRANDWEER. Een nachtjager liet een bom vallen op het garageterrein van Gerritsen aan de
Rosariumstraat. Daardoor ontstond veel pannen- en glasschade. Wonder boven wonder werd er niemand
gewond. Doordat de Engelse jagers zo laag vlogen waren er onder de afgeschoten raketbommen vele
blindgangers. Door ons werden er zeker 200 blootgelegd die dan later door de Duitsers werden
gedemonteerd of ter explosie gebracht.
Tenslotte zijn deze vrachtrijders naar Zwartsluis gestuurd om er koolzaadolie te laden. Dit gebeurde.
Volgens geruchten zouden de Duitsers in Nederland alle voorraden levensmiddelen hebben geblokkeerd.
De IJssel zou vanaf 1 maart aanstaande voor alle verkeer zijn gesloten. Op last van de Prijsbeheersing
worden een aantal Apeldoorners voor verkoop van rogge voor 140 gulden per mud tot straffen van 1000 tot
3000 gulden veroordeeld. Een inwoner van Hoenderloo krijgt 2000 gulden boete voor verkoop van
melkpoeder voor 5 gulden per pond. Zoiets wordt weer aangebracht. Dat de Technische Noodhulp in Tivoli
18 gulden voor een pak melkpoeder vraagt en krijgt van evacus moet verzwegen worden. 's Avonds komen
tussen 9.25 en 9.45 uur grote formaties vliegtuigen in richting Engeland recht over. Om 10.30 uur passeert
een lange colonne boerenwagens in richting Hoenderloo. Iedere wagen heeft twee of drie losse paarden bij
zich. Een officier te paard houdt controle. Misschien zijn deze dieren wel van de monstering afkomstig. Het
voorbijtrekken duurt een half uur.
Een kwartier later vallen elf bommen bij de spoorlijn (niet ver weg). 's Avonds komen tussen 7.25 en 7.35
uur formaties vliegtuigen recht over in richting Duitsland. Zij keren na 9.15 uur verspreid terug.
- De hondenbrigade die des nachts verscherpt toezicht houdt met het oog op diefstal van veldvruchten enz.
heeft meerdere verdachten op heterdaad betrapt.
- Enige V-projectielen kwamen In de buurtschappen in deze gemeente terecht. Daardoor werden enkele
burgers gedood en schade aan gebouwen werd aangericht.
- Door boordwapens van vliegtuigen werden op de Amersfoortseweg ter hoogte van de betonweg weer
enige weggebruikers gedood.
Zaterdag aanstaande zal in Beekbergen een nieuwe paardenmonstering plaats vinden. Uit het gebied ten
oosten van de IJssel vindt een grote uittocht plaats omdat de IJssel morgen gesloten wordt. Het is de hele
dag over de bruggen zwart van de mensen. De Duitsers pakken de burgers gelukkig geen levensmiddelen
af. Patrouillerende jagers of andere vliegtuigen vallen de bruggen ook niet aan. De Geallieerde vliegtuigen
zijn echter ten oosten van deze rivier zeer actief. Deelnemers aan deze hongeroptochten kregen meestal
nog vrij veel aardappels, graan, spek, eieren, bonen enzovoort mee. De boeren verkopen alles tegen
redelijke prijzen hoewel men met ruilen meer bereikt. Er zijn natuurlijk ook van die vervelende elementen die
uitsluitend zwart verkopen. Daarbij komt nog dat er onder de kopers ook veel zwarthandelaren voorkomen.
Zo worden aardappels in de steden voor een gulden per stuk en zelfs nog meer verkocht. Er zijn ook dieven
onder de voedselhalers. Zij staan bijvoorbeeld 's morgens eerder dan de boer op stelen veel en verdwijnen
daarna. Om dit te voorkomen moet men bij overnachten het persoonsbewijs aan de gastheer afstaan. 's
Avonds om 10.45 uur komt een vrachtauto de boter ophalen. Terwijl deze wagen het fabrieksterrein op rijdt
schiet een jager korte tijd (doel onbekend). De chauffeurs vliegen de auto uit. Deze wagen moet 's nachts
nog twee maal van Apeldoorn naar Ede rijden.
BLOEM. Sommige dagen komen er zeer veel V-1's over ons huis. Engelse jagers schoten bij de Vosterd
weer een Duitse vrachtauto in stukken. Daar per 1 maart de bruggen over de IJssel gesloten worden voor
hen die daar tot nog toe levensmiddelen gingen halen, is het nu een zeer druk getrek over de weg. In een
half uur zijn er 650 geteld. Allemaal gepakt en gezakt met surrogaat fietsen, bakfietsen, kinderwagens en
allerhande vervoermiddelen waarmee ze de reis maken die soms wel 8 dagen en nog langer duurt. Voor de
landbouw staat de handel praktisch stil. De prijs van een nuchter kalf is f 300,- tot f 500,-, guste pink f 2500,, enter f 4500,-. In de grote steden kost 1 hectoliter aardappelen f 400,-, 1 wittebrood f 25,-, zout f 10,- per
pond. Boter, spek en vet geen aanbod. Soms sporadisch maar dan tegen ongekende prijs wat men er maar
voor geven kan.
De onbekende hield later een Wehrmachtsauto aan en is daarna in richting Amsterdam vertrokken. 's
Middags krijg ik een strooibiljet waarvan de vindplaats onbekend is. Het is afkomstig uit Engeland en in het
Duits gedrukt (kengetal WG36). 's Avonds komen tussen 7.20 en 7.30 uur Mosquito's over in richting
Duitsland. Zij keren om 9.30 uur terug. De laatste passeert om tien uur. Om 9.40 uur zien we een lichtfakkel
in westelijke richting branden.
Een andere voorzorgsmaatregel valt op door het beschikbaar stellen van noodrantsoenen in de vorm van
koeken. In de NAC [krant] staat een artikel getiteld 'Waarom de IJssel dicht ging.' Oorzaak is zogenaamd
een juiste distributie van levensmiddelen te bereiken. Het voedsel dat de moffen bij deze rivierovergangen in
beslag nemen komt alleen ten goede van de rotmof zelf en niet van de Nederlanders. En zin luidt: 'Vee en
vlees worden ook uitgevoerd maar er blijft voldoende over voor het vastgestelde rantsoen.' In het westen
kent men sinds maanden geen vlees meer. De redacteur vindt het nodig te dementeren dat de
levensmiddelen in toenemende mate uit Nederland geroofd worden. Dit zegt voldoende. 's Avonds krijg ik
een strooibiljet uit een V-1 die bij Hoenderloo is gevallen. Deze is in het Engels gedrukt. Rondom de
neergestorte V-1 is het wit van de pamfletten. Het strooibiljet is getiteld 'The other side' (nr.4).
VAN HOUTUM. 's Morgens proberen Duitse soldaten in Ugchelen paarden op de weg te vorderen om het
n en ander tot achter de IJssel te vervoeren. Hun resultaat is gelukkig niet groot. Zij komen ook om het
paard van oom Gerrit. Zij krijgen hem niet. De ingekwartierde Duitsers eisen dat er Spaanse ruiters voor hun
gebouwen worden geplaatst. Hiervoor moeten voortaan dertien personen prikkeldraad verzamelen door dit
overal langs de tuinen en weilanden weg te halen. De hele dag patrouilleren jagers zonder in onze
omgeving actief op te treden. Van de gevangenen die gisteren in Woeste Hoeve zijn vermoord zijn slechts
vijf namen bekend. Het zijn Apeldoorners. Deze zijn door de gemeentearbeiders herkend. Over de overigen
tast men nog in het duister. Allerlei geruchten zijn in omloop. Zij zouden allen uit Apeldoorn zijn. Dit is
onjuist. In andere steden zouden ook dergelijke massamoorden hebben plaatsgevonden. Men spreekt zelfs
over een totaal van 1500 martelaren. Aan de gevangenen is voor zij naar Woeste Hoeve gingen nog brood
meegegeven. 's Avonds om 7.10 uur komen er zes vliegende bommen tegelijk over. Het zijn ook de enige
van deze dag.
BLOEM. Engelse vliegers ontdekten in het Goor een groepje mannen. Dit waren een Todt voorman en
enige burgers die zo maar van de weg opgepikt waren om voor de Todt te werken. De jagers schoten de
Todt-man dood en de anderen ontkwamen. De gehele dag weer V-1's in de lucht. Een ontplofte richting
Hooiland-Kanaal. Soms worden er 9 tegelijk afgeschoten in zuidelijke en westelijke richting.
De moffen waren hierover ontevreden. Toen dan ook de chef van onze Pakkamer weer bij de
Ortskommandant kwam voor een andere auto was de adjudant kort aan. Wij moesten beseffen dat zij hun
best hadden gedaan en dat het oorlog is. Hij moest echter toegeven dat de chauffeurs baas waren en vaak
veel voor zichzelf vervoerden. Daarna werd de zaak vanuit Amsterdam geregeld. Vannacht om 3.30 uur
verschijnt een nieuwe vrachtauto. De gesloten aanhangwagen is speciaal voor ons gereserveerd. Er wordt
zowel bankpapier als een groot aantal pakketten ingeladen. De vrachtauto zelf is volgeladen met dozen
wijn. Wij halen er drie dozen (samen 36 flessen) uit. De wijn is uit Arnhem afkomstig. De hulpchauffeur heeft
al met dit vocht kennis gemaakt. Hij is dan ook dronken. De auto vertrekt om zes uur. Wij moeten nu maar
afwachten of alles goed overkomt. Wij hebben in januari al twee pakketten met levensmiddelen naar
Amsterdam verzonden. Hiervan is er n gestolen. Juist die met spek. De hele nacht komen Duitse soldaten
lopend in richting Hoenderloo voorbij. Het zijn meest parachutisten. Zij lopen in marsverband en dragen
geen wapens. Zij komen uit Hengelo en moeten voorlopig naar Hoenderloo. Men schat het totaal op 500.
Het gaat de hele morgen door. Zij lopen dan echter verspreid en slechts over de fietspaden. Deze dragen
camouflagekleding en zijn zwaar bewapend tot pantservuisten toe. Ook deze zijn van de luchtmacht. Zij zijn
niet vervelend door vervoermiddelen te vorderen of water te drinken. Het totaal van deze groep ligt ook bij
de 500. 's Morgens verkoopt de nabij zijnde landbouwer Melissen aan alle aanwezigen drie pond [1 1/2 kilo]
rogge. Goed voor n brood. Op n moment staan er wel 500 burgers bij elkaar. Plotseling komt een Britse
jager over en iedereen probeert dekking te zoeken. Hierdoor worden twee mensen onder de voet gelopen.
Zij zijn licht gewond. De hele dag patrouilleren jagers. Als er bommen vallen vallen zij uitsluitend in de
richting van Assel. Om 10.30, 15.35, 16.15 en 18.20 uur vallen er respectievelijk 7, 4, 4 en 4.
Radio Oranje waarschuwt iedereen in bezet gebied om nooit lijsten van illegale actie bij te houden. Men
moet alles uit het hoofd doen. De hele middag en avond rijden Duitsers met paard en wagen van Apeldoorn
naar Hoenderloo en terug. Ze vervoeren uitrusting naar de soldaten die in de Gestichtgebouwen
[Doorgangshuis] liggen. De moffen vorderen in Ugchelen op vele punten ruimte en bedden om hun
manschappen onder te brengen. Zij treden zeer streng op. Alle woningen in de Koudhoornlaan (alleen aan
de oostkant) worden in beslag genomen. De bewoners moeten er uit en moeten zich maar zien te redden.
Hetzelfde gebeurt elders. Een wasserij-eigenaar wil wel een schuur afstaan. Hij krijgt als antwoord dat hij
zelf maar in de schuur moet gaan wonen. De soldaten moeten in bedden slapen. Aldus een officier! Er gaan
geruchten dat er 3000 soldaten in Ugchelen zullen worden ondergebracht. Deze zullen uit Hoenderloo
komen en hier voor 14 dagen vertoeven. Wij zien 's avonds tussen 8.30 en 8.40 uur vele lichtflitsen langs de
hemel in richting Emmerik. Tegelijk passeren snelle bommenwerpers (verspreid) in richting Engeland. Wij
horen de hele dag en avond artillerievuur in zuidelijke richting. Nu eens zwak dan weer sterk.
Om twee uur passeert een formatie bommenwerpers via het noorden in richting Duitsland. Zij keren een half
uur later terug. Over de hele Veluwe zijn Duitse soldaten bij de burgers ondergebracht. Meest
artillerieafdelingen. In Eerbeek zijn ook vele burgers uit de huizen gezet. Daaronder drie papierfabrikanten.
In Apeldoorn worden alle scholen gevorderd. De officieren die onze garage in beslag wilden nemen hebben
een deel van het Patertehuis een nabij gelegen schuur en een garage gevorderd. Het schijnt dat onze
garage nog vrij blijft. 's Avonds om 7.15 uur wil een mof nog onze fabriek zien. We maken hem echter wijs
dat hij al gevorderd is. Hij vindt het antwoord goed en vertrekt. Tegen tien uur passeren enkele snelle
bommenwerpers in richting Engeland.
Het huis van de vroegere directeur (Heinsius) van Van Gelder wordt in beslag genomen. Er wonen twee
dames. Waarom kunnen deze niet in n vertrek wonen? 's Avonds om 7.40 uur komt een Feldwebel bij
oom Jan. Voor zijn groep is in de pakkamer kwartier gemaakt. Hij brengt al 17 soldaten mee. Deze sergeant
heeft een kwade dronk over zich. Hij eist de voorkamer van het woonhuis en een kantoorvertrek op. Deze
mof maakt ons bang en spreekt over een groot aantal officieren, dat in de woonhuizen (ook van ons) zal
moeten slapen. Hij heeft zogenaamd honger en eist het n en ander van mijn tante. Wij moeten voor de
manschappen onze toch al kleine hoeveelheid stro afstaan. Om 8.10 uur passeert een groep Duitse
soldaten en een aantal boerenwagens in richting Hoenderloo. De soldaten marcheren en zingen. Het zijn de
manschappen van de Oberleutnant. Wij horen de hele dag artillerievuur in zuidelijke richting.
BLOEM. De 15e maart deden de Tommies een aanval op het station Klarenbeek, 4 bommen gegooid
waarvan n een loods vernielde. Verder alleen glasschade.
Aan een kant is het zeer fijn bedrukt. Mijn neef Arnold wordt 's middags aangehouden om graafwerk te
verrichten. Hij weet op een oude Ausweis vrij te komen. In Otterlo moeten zich alle mannen tussen 18 en 50
jaar melden voor het aanleggen van versterkingen. De hele avond passeren huifkarren in beide richtingen.
Zij voeren voorraden aan. Het artillerievuur in zuidelijke richting gaat onafgebroken voort. Om 10.20 uur
passeert een vrij grote snelle bommenwerpers in richting Duitsland.
BLOEM. De 18e viel een V-2 op de Centuurbaan in Deventer. Twintig doden, 40 zwaar gewond en vele
gebouwen vernield. s Avonds werden veel lichtkogels uitgegooid hier dichtbij, 32 stuks zijn er geteld.
Een aanval van 8 Tommies op de villa "de Dijkbof" in Twello aan de dijk. Men zegt dat er hoge officieren in
huisden die getroffen zijn. In Gorssel hetzelfde. Hier doken 5 machines op een villa, bewoond door Duitse
officieren. Ook hier doden.
SPOORWEGEN. Op 18 maart 1945 vielen om 16.40 uur bommen bij km 94.600 nabij Klarenbeek en
vernielden de sporen.
Er is echter nog veel worst en vlees (minstens nog twee geslachte paarden) in de garage. De worsten zijn
niet alleen door darmen maar ook zo nu en dan door maagwanden omgeven. Dit te oordelen naar de vorm.
Om 9.45 uur werpt een vliegtuig een bom op de spoorlijn.
De SD arresteert bovendien een man die er het loon aan de daar ondergedoken spoorwegmannen
uitbetaalde. Er zijn veel onderduikers gevonden. Volgens verschillende berichten is de spoorbrug bij
Deventer hedenmorgen door een bombardement verwoest. Snelle bommenwerpers passeren 's avonds van
10.15 tot 10.30 in richting Duitsland. Om 10.20 uur komt een V-1 recht over. Deze is uit de koers en begeeft
zich richting Amersfoort. Om elf uur schiet het luchtdoel van Apeldoorn op een Mosquito. Deze vliegt tot acht
maal toe laag over ons huis. Het toestel stort tenslotte brandend in een weiland bij de kazernes neer. De
brand duurt vijf minuten en wij kijken in de vlammen. Alles is verlicht. De munitie (waarschijnlijk ook
bommen) ontploft voortdurend.
POLITIE (26 februari tot en met 26 maart). Het bekende hotel 'Zilven' in Loenen in deze gemeente brandde
zaterdag 24 maart geheel af. Het gebouw was boven door de Duitse Weermacht betrokken. De
Feldgendarmerie doet het onderzoek.
BLOEM. De 25e stond een losse locomotief bij de Broekstraat. De Tommies zagen hem 's morgens al vroeg
en deden een aanval met mitrailleurs. De 2 machinisten zijn doodgeschoten. Van een evacu, die bij Drikus
Klumper onderdak had gekregen, werd een hak onder de schoen weggeschoten. De evacue lag nog in bed,
de schoen stond eronder. Later op de dag deden weer 4 Tommies een aanval en gooiden 2 bommen
zonder te treffen. Brekveld kreeg echter een scherf in het hoofd en moest naar het ziekenhuis. Een andere
bom viel 200 meter van de locomotief vandaan op de spoorbaan en vernielde de rails bij van Schaik.
- Enige V-projectielen kwamen in de buurtschappen in deze gemeente terecht waardoor schade aan
gebouwen werd aangericht. Ook door het afwerpen van bommen ontstond materiele schade. Een jeugdig
persoon werd door bomscherven getroffen.
- Het bekende hotel Zilven te Loenen in deze gemeente brandde zaterdag 24 maart helemaal af. Het
gebouw was boven door de Duitse Weermacht betrokken. De Feldgendarmerie doet het onderzoek.
De meeste arbeiders komen uit Munster en omgeving. Plaatsen zoals IJsselburg, Bocholt en Gronau zijn
door de bombardementen geheel uitgebrand. Alle lijken zijn er nog lang niet geborgen. Hiervoor wordt
weinig moeite gedaan. De meeste Duitsers zijn er naar het platteland gevlucht. De burgemeester van
Apeldoorn [NSB-er Pont] wijst er dan ook op dat men zulke arbeiders geen onderdak moet verschaffen
omdat de meeste van hen luizen hebben. 's Avonds passeert een aantal vrachtauto's met twaalf stukken
licht- en middelzwaar geschut in richting Apeldoorn.
POLITIE (Proces Verbaal). Omstreeks 15.00 werd de politie telefonisch kennisgegeven van het neerstorten
van een Engels jachtvliegtuig (Mustang) op een weiland achter de woning van Th. Boevenbrink aan de
Egelweg 38 te Apeldoorn. De piloot Blundell-Hill als enige inzittende was daarbij gedood. Schade of
persoonlijke ongelukken [van anderen dan de piloot] hebben zich daarbij niet voorgedaan.
POLITIE. 14.30 uur. De LBD [Lucht BeschermingsDienst] geeft kennis dat op de hoek Hattemseweg Bouwhofweg granaten zijn terechtgekomen. Vermoedelijk van het afweergeschut. Bovendien dat op de
Mariastraat voor de percelen 16 en 24 patronen zijn neergekomen. Personeel gaat er heen.
Feldgendarmerie bekend. Brandweer gaat naar de Hattemseweg.
15.00 uur. De opperwachtmeester meldt dat hedenmiddag omstreeks 14.00 uur door een overvliegend
vliegtuig op personen die zich op de markt ophielden werd geschoten. Willem de Boer, geboren te
Apeldoorn 2-8-1884 wegwerker en wonende te Apeldoorn Blekersweg 13, werd aan zijn rechteronderbeen
gewond. Hij is na voorlopig te zijn verbonden op last van Dr. Hermanides overgebracht naar het ziekenhuis
aan de Sprengenweg.
15.15 uur. Door de LBD wordt kennisgegeven dat bij perceel Molenstraat 137 een vliegtuig is neergestort.
Feldgendarmerie kennisgegeven. Brandweer en personeel gaan er heen.
15.40 uur. In verband met het vermelde onder 14.30 uur rapporteert de wachtmeester dat door een
overvliegend vliegtuig door het dak van een loods staande Hattemseweg naast perceel 165 is geschoten.
Geen schade en geen persoonlijke ongelukken. De opperwachtmeester meldt dat in de Mariastraat kogels
van boordwapens door het dak van perceel Mariastraat 16 zijn gegaan. Deze zijn in het plafond van de
huiskamer terechtgekomen. Geen schade en geen persoonlijke ongelukken.
16.30 uur. In verband met 15.15 uur rapporteert de opperwachtmeester dat op een weiland van de
landbouwer Gerardus Boevenbrink wonende Egelweg 38 te Apeldoorn een Engels vliegtuig (jager) is
neergestort. Het vliegtuig ligt ongeveer 30 meter van de spoorlijn naar Zutphen. De inzittende piloot is
daarbij om het leven gekomen. Verder geen schade en geen persoonlijke ongelukken. Feldgendarmerie
heeft de bewaking op zich genomen.
Ondanks het verzetten van de klok is de elektrische stroom er om zes uur weer op. Zoeklichten schijnen
vanaf 's avonds 9.30 uur in richting Doesburg, Arnhem en Wageningen. Het zijn er gemiddeld zes. Om tien
uur passeert een colonne huifkarren richting Hoenderloo. Gedurende enige uren hangen lichtfakkels boven
de Amersfoortseweg en de weg Apeldoorn - Zwolle.
POLITIE. 20.20 uur. De LBD geeft kennis dat bij het station Het Loo bommen zijn gevallen. De
opperluitenant gaat met personeel er heen. Feldgendarmerie, Luitenant Pantzer en Ober Stormfhrer
Sterling van de SD kennisgegeven.
22.00 uur. De luitenant rapporteert in verband met 20.20 uur dat aan de Wieselseweg 6 bommen zijn
gevallen. Daarvan 2 bij de percelen 41 en 43 en n aan het eind van de Houtentorenweg. De overige drie
bommen waren tot op heden niet te vinden. De percelen Wieselseweg 41 en 43 zijn zwaar beschadigd
terwijl verder in de omgeving veel glasschade is. Geen persoonlijke ongelukken. Slechts enkele licht
gewonden. Even later bericht de Feldgendarmerie dat bij deze bominslag nog een persoon dodelijk is
getroffen en n licht gewond.
De vijand graaft langs de wegen naar beide IJsselsteden inderhaast landmijnen in. De bruggen over de
rivier zijn nog intact. Vier jagers mitrailleren om 12 uur de spoorlijn bij Assel zes maal en laten vijf bommen
vallen. Twee uur later schiet het geschut van Hoenderloo op patrouillerende vliegtuigen. Om vier uur rijdt
een sergeant van de Duitse luchtmacht het fabrieksterrein op en ziet het paard van onze evacus. Mijn neef
Jan schreeuwt nog dat de voerman met het dier moet verdwijnen. Het paard wil niet onder een buis van een
in aanbouw zijnde turbine doorlopen. De mof hoort het en spreekt mijn neef hierover aan. Er ontstaat een
vreselijk gebek. De Duitser wil zijn uitspraak bevestigd hebben maar het lukt hem niet. Tenslotte schreeuw
hij dat hij zijn Ausweis moet zien. Dit gebeurt evenmin. Het gevolg hiervan is dat het paard met wagen om
4.30 uur aan de Koudhoornlaan moet verschijnen. Hij schrijft de naam en het adres van de voerman op.
Deze sergeant heeft op deze manier van vele burgers paarden en wagens gevorderd. Hij zegt openlijk dat
de beheerder van pension Eljo-Zamy hem de adressen heeft aangewezen waar paarden zijn. De paarden
moeten echter op verschillende tijden verschijnen. Deze variren van 16.30 uur tot 9 uur donderdagmorgen.
Om 4.40 uur lopen ongeveer 20 soldaten en een officier het fabrieksterrein op en willen alle ruimten
vorderen. Zij kalmeren na enige tijd. Deze moffen spreken nogal over woonhuizen. Komende nacht zullen bij
de fabriek veel auto's worden geparkeerd. Zij zullen ons nog nader zeggen wat er in beslag genomen zal
worden. Een kwartier later volgt een sergeant. Deze wil ook alles vorderen. Hij gaat onverrichter zake weer
weg. Wij stellen hem voor de auto's in het bos te zetten. Daarop antwoordt hij: het zal mij een zorg zijn!'
De bruggenhoofden over het Twente-Rijnkanaal zijn te Almen en Goor. In Zutphen, Doesburg en
Doetinchem woeden straatgevechten. Deze steden zullen niet door artillerie of bommen tot capitulatie
worden gedwongen omdat de bewoners niet gevacueerd zijn. De Apeldoornse Krant zal voortaan slechts
driemaal per week (twee pagina's) verschijnen. De Duitsers leggen op de Eendracht twee tankvallen en wel
aan beide kanten van de fabriek van Van Gelder. De wei van Brouwersmolen wordt over 50 meter lengte
opgegraven. De versperring bestaat uit een diepe geul met aan een zijde een rij dikke boomstammen. Een
gedeelte van de weg blijft voor het verkeer vrij. In deze opening zullen houten standaards met een
zogenaamde kanonsloop naar Ugchelen gericht worden geplaatst. Honderd meter achter deze tankval
bevindt zich een klein mitrailleurnest. Van daaruit moeten soldaten met pantservuisten schieten op de vijand
die de tankval nadert. 's Avonds om 6.30 uur komen Duitsers op het fabrieksterrein en vorderen drie
gebouwen definitief. Zij schrijven er het woord 'belegt' met krijt op. Deze moffen eisen de voornaamste
ruimte op. Oom Gerrit gaat intussen Ugchelen in. Er is van huis tot huis inkwartiering. In de Koudhoornlaan
zijn slechts twee personen met paard en wagen verschenen. Van de voerlieden wordt het persoonsbewijs
afgenomen. Om 7.15 uur rijdt een officier met zijn auto het grint naar ons huis op. Hij is niet veeleisend en
ziet dat voor zijn oppasser geen kamer beschikbaar is. Deze Duitser zal proberen elektrische stroom te
verkrijgen. Ruim 30 moffen uit Ugchelen, waar onder de dikke slager, worden voor frontdienst opgeroepen.
Zij drinken zich knaldronken. Alvorens naar elders te vertrekken gaan ze naar het huis van de
moffenmeiden. Daar komen ook andere 'dweilen' samen. 's Avonds arriveren enige auto's op het
fabrieksterrein. Het duurt 1 1/2 uur voor zij geparkeerd zijn. Een uur later passeert een vliegtuig zeer laag en
volgt de Hoenderloseweg in richting Apeldoorn. We zien tot zesmaal toe lichtflitsen. Volgens de moffen is de
weg gefotografeerd. 's Morgens krijg ik een Vliegende Hollander, gedateerd Pasen 1945. Deze is op de
Asselseweg gevonden. Het is een extra nummer en heeft de dubbele afmetingen van de normale uitgaven.
Het is geheel gewijd aan het bezoek van onze Koningin Wilhelmina aan bevrijd gebied.
BLOEM. De vierde april 's avonds een grote brand in Zutphen. Ze zouden een confectiezaal in brand
geschoten hebben.
POLITIE. In de nacht van 3 op 4 april 1945, tussen 23.10 en 03.50 uur, is op de grens van de gemeente
Apeldoorn - Vaassen de spoorlijn Apeldoorn - Zwolle vermoedelijk door sabotage vernield (losschroeven
lasplaat). Een Duitse Wehrmachttrein is komende uit de richting Zwolle tengevolge daarvan om 03.50 uur
ontspoord. Het onderzoek is in handen van de Sicherheitspolizei.
De Kapitein van politie, Korpschef, (getekend J. Helder).
VAN HOUTUM. Even na middernacht komt de officier thuis nadat de auto's naast ons huis onder de bomen
zijn geparkeerd. De oppasser slaapt in de auto. Bij de fabriek staan zes wagens en een aanhanger. In de
garage bij de fabriek staan een vrachtauto, een aantal fietsen en motoren echter zonder banden. Naar het
nummer te oordelen zijn zij in Zeeland gestolen. Deze moffen hebben een gat in het dak van de garage
geslagen en een ruit uit een raam gesneden. In de kolenloods staan twee wagens. Zij hebben er alle vaten
uitgerold. Er staat ook een motorfiets die vol kogelgaten zit. In de Pakkamer slapen tien soldaten. Een elfde
heeft zijn bed bij de ketel klaargemaakt. De officier komt eerst om elf uur uitbed. Deze moffen zijn tot nu toe
niet luidruchtig of veeleisend. Het is een reparatieafdeling. Zij komen oorspronkelijk uit Emmerik en
vertrokken via Dieren naar Hoenderloo. Hun keukenwagen en levensmiddelenauto zijn gisteren door een
Britse jager in stukken geschoten. Grote hoeveelheden brood lagen daarna over de weg verspreid. Van
deze groep zijn nog meerdere soldaten in Ugchelen ingekwartierd. Zij hebben bij de wasserij van
Nieuwenhuis [Hoenderloseweg 155] een werkplaats. Zij laden er ook met een benzinemotor accu's. Soms
30 tegelijk. Zij beschikken over het allerbeste gereedschap. En groep repareert ook radio's. Deze heeft een
kamer gevorderd van de familie Duuring, de ouders en zuster van de overleden dr. Duuring [Ugchelseweg
88]. Deze Duurings vertoeven als evacus bij Nieuwenhuis. Onze officier heeft twee radio's waarvan n op
een accu. Hij luistert voortdurend ook naar de BBC Naast deze groep zijn er nog andere eenheden
ingekwartierd. Drie behoren tot de ravitaillering [van levensmiddelen voorzien] en beschikken over paarden
en wagens.
De hele ochtend patrouilleren jagers. Zij vliegen onder het wolkendek en daardoor laag. Tussen 7.15 en
7.40 uur worden zevenmaal doelen op de Arnhemseweg ten zuiden van Beekbergen gemitrailleerd. Het
luchtdoelgeschut te Apeldoorn vuurt om 10.15 uur. De afweerkanonnen in Hoenderloo schieten om 10.30,
10.50 en 2.10 uur. Een Brits piloot komt om 3.30 uur onder bewaking van twee Duitsers lopend in richting
Apeldoorn voorbij. Wij horen 's middags zo nu en dan artillerievuur in zuidelijke richting. Om vier uur komt
dezelfde sergeant als gisteren op het fabrieksterrein om over het paard te spreken. Waarom is het gisteren
niet verschenen? Mijn neef Arnold staat hem te woord en zegt na enige tijd naar de kapitein te zullen gaan
wanneer hij niet snel van toon verandert. Dit helpt niets. De mof begint nog harder te mopperen en wordt
zelfs driftig. Hij dreigt het paard met de wagen in beslag te nemen en mijn neef Jan te zullen arresteren.
Deze Duitser vertrekt tenslotte maar zonder paard of wagen. Canadese troepen bevrijden Almelo en rukken
20 kilometer naar het noorden op. Het bruggenhoofd bij Almen ligt onder Duits granaatvuur. 's Morgens krijg
ik een nieuw exemplaar (nr.350) van de serie Nachrichten fr die Truppen gedateerd 1 april. Deze is boven
het Kroondomein afgeworpen. 's Avonds om 6.30 uur komt een vreemde officier bij ons. Hij deelt mee dat de
kapitein, waarover al op 29 maart kwartier was besproken, toch nog zal komen. Hij zit momenteel in
Groningen. Zijn ordonnans komt drie uur later. Eigenlijk moet de luitenant verdwijnen maar deze schikt het
zo dat hij van zijn slaapkamer ook een zitkamer maakt. De kapitein zal twee kamers beneden krijgen. Ons
adres was maandag opgeschreven omdat er koffers van de kapitein zullen worden gebracht. Het
luchtdoelgeschut van Hoenderloo vuurt om 7.30 uur op patrouillerende jagers. De kanonnen in Apeldoorn
schieten een kwartier later. De jagers scheren laag over. De moffen die nog over wat benzine beschikken
zetten dit zo veel mogelijk achter slot. Zij proberen elkaar te bestelen om toch maar iets in reserve te
hebben voor de vlucht. Dat is het Duitse leger 1945! 'Wir capitulieren nie!'
Zij moeten n voor n met de vlammenwerpers onschadelijk gemaakt worden. Als het een Duitse stad
betrof was deze al lang plat gebombardeerd. De laatste moffen bij Doetinchem en Lochem worden
vernietigd. De vijand houdt nog stand in Zutphen en Doesburg. De bruggen over het Twente-Rijnkanaal zijn
opgeblazen. De tanks reden op n punt over de sluizen en vormden zodoende een bruggenhoofd. Delden
behoort ook tot de bevrijde dorpen. De patrouilleactiviteit bij Arnhem houdt aan.
De SD neemt 's nachts de Ortskommandant van Apeldoorn gevangen en brengt deze over naar Hilversum.
In Eerbeek en andere plaatsen in de omtrek worden bulletins aangeplakt dat alle mannen tussen 16 en 60
jaar aan deze kant van de IJssel versterkingen moeten aanleggen. De Duitsers hebben eergisteren [4 april]
ongeveer duizend kilo springstof onder de brug over het kanaal aan de Deventerstraat gelegd. Omwoners
zijn naar elders overgebracht en hebben de ruiten uit de woningen verwijderd. Nu staan de moffen in
tweestrijd of de brug op te blazen of af te breken. Zij leggen tien meter verder een tankval aan. Hetzelfde
type als bij Brouwersmolen. Alle overige bruggen over het kanaal zijn losgedraaid. Wij horen de hele dag
geen vliegtuigen. Om vier uur weerklinkt een zware explosie. Binnen een half uur volgen er nog drie. De arts
Kruisinga te Deventer belt 's middags opnieuw onze familie op. De Duitsers hebben 's middags alle kleine
bruggen in de stad (onder andere over Schipbeek) opgeblazen. Gorssel is bevrijd. Wij horen 's avonds om
9.05 uur een zware ontploffing. Daarvan trillen de ruiten. Deze explosie laat een lange echo na. Nauwelijks
tien minuten later belt deze arts opnieuw uit Deventer op. De spoorbrug is opgeblazen. De verkeersbrug zal
spoedig volgen. De Engelsen bevinden zich 1 1/2 kilometer voor de stad. In Deventer is weinig Duitse
bezetting. Om 10.25 uur volgt een zware ontploffing. Ook met een lange echo. En minuut later volgt een
lichtere explosie. Het doet ons denken aan de spoorbrug in Apeldoorn. Wij horen vanaf 's avonds 7 uur vrij
intensief artillerievuur in richting Gorssel. Het gaat de hele avond door. Er zijn geen zoeklichten noch
lichtflitsen te zien.
BLOEM. De zesde april vanaf 's middags een aanhoudend, afwisselend geschut van mitrailleurs en zwaar
kanongebulder richting Gorssel, Eefde en Deventer. En af en toe ook Zutphen. Ook zouden 's nachts de
Engelsen de Hoven zeer zwaar beschoten hebben. Men zegt dat vandaag ook de bruggen in Deventer in de
lucht gevlogen zijn. 's Middags om 4 uur een zeer scherpe knal vanaf Deventer. Deze kan van de brug
gekomen zijn. Ook komen nu de wagens uit richting Zutphen. Beladen met allerhande spullen van de
weermacht zoals pakken dekens. Ook passeerden wagens met roeiboten die de Duitsers aan deze kant van
de IJssel hadden liggen, omdat ze altijd meenden dat de vijand van het westen komen moest. De
boerenwagens zijn gevorderd evenals de paarden.
Dagelijks komen in bevrijd Nederland 3000 ton voedsel aan bestemd voor Noord-Nederland. Voor
Amsterdam, Den Haag en Rotterdam is samen 36.000 ton aanwezig. De Duitsers nemen in Apeldoorn bij de
bakkers alle brood in beslag. Zij vorderen de paarden van de Centrale Keuken. Daardoor vervallen de
uitdeelposten. Iedereen moet zijn eten nu bij de Keuken zelf halen. Vele winkeliers hebben plotseling gebrek
aan levensmiddelen. Ze verklaren dat het een gevolg is van het afsluiten van de IJssel (door Geallieerde
opmars). Het lijkt ons eerder op een smoesje. Karnemelk bijvoorbeeld zou uit Zutphen komen. In Apeldoorn
zijn weer veel fietsenvorderingen. De bij ons ingekwartierde luitenant vordert de tractor van Melissen. Zijn
soldaten vinden het onnodig. Deze moffen ruilen veel gestolen goederen. Bijvoorbeeld twee fietswielen met
nieuwe banden voor vier kippen, paard en wagen voor honderd eieren enzovoort. Twee burgers uit
Ugchelen doen aangifte dat de bij hen ingekwartierde soldaten onder de luizen zitten. 's Avonds om 7.30 en
9 uur komen vrachtauto's bij onze garage en laden bevroren vlees uit. Daaronder zijn vijf varkens. Voor de
distributie rijden huifkarren de hele avond weer op en neer. Over n kar hangt een witte doek met een rood
kruis. Wij horen 's avonds artillerievuur in richting Zutphen. Het geluid is zwak.
BLOEM. De hele dag aanhoudend kanongebulder tussen Zutphen en Deventer. Tevens een opgaande
rookkolom van in brand geschoten gebouwen. Hier op de weg een grotendeels trekken van manschappen
en zo nu en dan van wagens richting Zutphen.
Een kwartier later woedt een luchtgevecht tussen twee Britse jagers en een Duitse. We horen de hele dag
ontploffingen in westelijke richting. De ene minder hard dan de ander. Later horen wij dat tien Duitsers van
een sprengcommando de laatste installaties in Radio Kootwijk hebben opgeblazen. Het luchtdoelgeschut
van Apeldoorn schiet om 6.45 uur op drie patrouillerende jagers. En ervan vliegt recht omhoog en maakt
daarna een duikvlucht (door nieuw granaatvuur begroet) loodrecht naar beneden en laat een bom vallen.
Het toestel herhaalt het nog nmaal en vliegt vervolgens weg. Het afweervuur is zeer geconcentreerd.
Later horen we via de telefoon dat de bommen op de losplaats van het station zijn gevallen. De rails staan
rechtop. Enkele kanonnen zijn beschadigd. Enige Duitsers raken gewond. Jagers mitrailleren om 7.30 uur
tot vijf maal toe doelen in de richting van de spoorlijn. Om acht uur vallen vier bommen in de richting van het
station. Vijf minuten later volgen er nog drie. De inslagen (lichtflitsen) zijn goed te zien. Afweerkanonnen
schieten opnieuw. Alle bommen zijn naast het station gevallen. Er is grote glasschade tot n kilometer in
de omtrek. Het luchtdoelgeschut is opnieuw beschadigd. Op deze dag zijn in Apeldoorn minstens 30 nieuwe
afweerkanonnen ter versterking aangekomen. Twee Duitse soldaten patrouilleren 's avonds in onze
omgeving en houden onder meer controle op het vlees in de garage.
BLOEM. De achtste april deden Tommies nog een aanval met 4 vliegtuigen op het station van Apeldoorn en
wierpen 4 bommen op een trein. Men zegt dat Zutphen door de Tommies is ingenomen. Het zou huis voor
huis verdedigd zijn.
BRANDWEER. 's Avonds om 7 uur kregen we een zware aanval op het afweergeschut van het Station
staande nabij de Kayersdijk. Het afweergeschut werd totaal vernield waarbij de nodige moffen om zeep
gebracht werden. Twee huizen aan de Kayersdijk werden totaal vernield waarbij 3 personen om het leven
kwamen. De aangerichte schade was groot. 's Avonds van 8 tot 11 uur kwam een tweede aanval en nu op
de Kayersdijk en het Spoorlaantje. Hierdoor ontstond alleen materile schade.
SPOORWEGEN. In Apeldoorn ontstond door bommen veel schade aan gebouwen, rollend materiaal en de
spoorbaan.
POLITIE. 18.45 uur. De Lucht Beschermings Dienst geeft kennis dat er bommen zijn gevallen op het
Stationsemplacement. Personeel gaat er heen en het is de Feldgendarmerie bekend.
20.30 uur. Met betrekking tot 18.45 uur rapporteert de hoofdwachtmeester dat er op de Kayersdijk ook twee
bommen zijn gevallen. Daarbij is perceel nr.5 geheel vernield terwijl er veel schade is aangericht aan de
daarnaast gelegen percelen. Gedood zijn Meier en echtgenote Kayersdijk 1 en Willempje Kroeze Kayersdijk
7, echtgenote van de Graaf. Verder zijn er drie zwaar gewonden die overgebracht zijn naar het RKziekenhuis. De lijken zijn overgebracht naar het ziekenhuis aan de Sprengenweg. De opperluitenant met
personeel van de Recherche was ter plaatse. Feldgendarmerie Luitenant Panzer en Hauptscharfuhrer
Sterling bekend.
21.00 De LBD geeft kennis dat er vijf bommen zijn gevallen aan de Kleine Vossenweg in het open veld.
Geen persoonlijke ongelukken en geen schade.
21.00 In de Spoorlaan hoek Stoomwezenstraat zijn twee bommen gevallen. Perceel Spoorlaan 46 is zwaar
getroffen en onbewoonbaar. Verder veel glas en pannenschade. Vijf burgers licht gewond en een Duits
militair gedood. De vereiste meldingen zijn gebeurd
In de tuin van mijn neef Arnold zijn de resten van de bomwand terechtgekomen. Onze luitenant heeft er ook
n [een Vliegende Hollander]. Zijn oppasser moet deze vertalen. En soldaat zegt dat de landkaart op het
pamflet met de werkelijkheid achter is. Enkele Duitsers verscheuren wat exemplaren. Vele anderen lezen
het echter nog eerst. De moffen die bij oom Jan slapen moeten 's morgens om 4.30 uur opstaan en een
begin maken met het oprapen van de strooibiljetten. Zij lopen dwars door de groentebedden. Ze staken
nadat zij vijf gonjezakken [zak van Indische hennep geweven grove stof] vol hebben. Elders in Ugchelen zijn
ook nog andere moffen bezig. Zij verzamelen slechts een gering percentage van het totaal. Ze houden na
enige uren ook met dit onbegonnen werk op. Zelf raap ik alle Vliegende Hollanders om het huis en in een
afgezonderde wei bij de fabriek op. Het verspreiden is door de fietsenvorderingen en mensenjachten
moeilijker geworden. Het is niet te schatten hoeveel van deze strooibiljetten zo ongeveer zijn doorgegeven.
Ook nu gebruiken velen het weer als papier om er de kachel mee aan te maken. Deze Vliegende Hollander
is gedateerd 6 april 1945 (nr.124) en geeft als inhoud 'Twente bevrijd'. Britten aan de IJssel. Wij horen vanaf
's morgens tien uur vrij intensief artillerievuur in de richting van de IJssel. Het gaat met tussenposen tot drie
uur door. Het gebulder houdt steeds enige seconden aan. Wij vermoeden dat enige batterijen tegelijk vuren.
Wij horen alleen het ontploffen van de granaten. Het is het hevigste bij Dieren. Ook in richting Olst is
kanonvuur te horen. De Duitsers richten in de omgeving drie nieuwe munitieopslagplaatsen in. En is aan
de Hoogbuurloseweg in een jong dennenbos naast Maassen [Hoogbuurloseweg 66]. De andere zijn in de
paddestoelenkelder van Rezel en in een dennenbos ernaast. Het is naast pantservuisten meest munitie
voor lichte wapens. Dit doet ons niet zozeer denken aan aanvoer van nieuwe munitie maar aan verspreiding
van de bestaande voorraden. Dit ter vermijding van het risico dat alles door een enkel bombardement
verloren zou kunnen gaan. Prins Bernhard brengt twee uur na de bevrijding een bezoek aan Zutphen. Bij
Deventer woeden zware gevechten. Echter nog niet in de stad. En colonne bevrijdt Holten en rukt van
daaruit tot acht kilometer voor Deventer op. Alle Duitse soldaten uit de omgeving worden bij de wasserij van
Nieuwenhuis gereinigd met het oog op luizen (zie 7 april 1945). Zij krijgen 80 kleine stukken schuimzeep om
zich voortaan goed te kunnen wassen. 's Avonds om 6.15 uur cirkelt een vliegtuig zodanig rond dat er een
dubbele acht staat geschreven. Kort daarna vliegen tien tweemotorige bommenwerpers erdoor. Wij horen 's
avonds vanaf acht uur opnieuw artillerievuur. Ditmaal in richting Deventer. Het is uitsluitend afschieten van
granaten. Het betreft dus Duits geschut dat op de stad of omgeving schiet.
BLOEM. Vannacht geen schieten gehoord. In de voormiddag weinig kanongebulder wat echter na de
middag in hevigheid toenam. Vooral richting Gorssel van waaruit met zware kanonnen Deventer beschoten
werd en wat dan ook optrekkende rookkolommen te zien gaf. Tegen 6 uur een aanval van 6
bommenwerpers op Twello die een groot aantal bommen afgooiden die we wel hoorden gieren maar door
de afstand niet zien konden. In de voormiddag deden jagers een aanval op het afweergeschut wat aan de
Oudhuizerstraat in Klarenbeek staat. Ze vernietigden een afweerkanon, tevens doden en gewonden onder
de Duitsers. Vijf burgers werden gewond en drie boerderijen vernield.
De moffen lopen in Ugchelen op enkele punten met stafkaarten rond. Het lijkt of hier ook kanonnen zullen
worden opgesteld. Wij horen 's morgens van 6.30 tot 7 uur een onafgebroken artillerievuur in richting
Oosterbeek. Jagers patrouilleren 's morgens zo nu en dan. Het luchtdoelgeschut in Apeldoorn schiet nog
even. De luchtactiviteit neemt 's middags echter toe. Om 4.30 uur duiken jagers onafgebroken in richting
Hoenderloo. Afweerkanonnen schieten nog om 2.45 en 5 uur. Inmiddels oefenen de Duitsers met
middelzwaar geschut in zuidelijke richting. De Duitsers fouilleren 's morgens op vele punten in Apeldoorn
voorbijgangers. Wij hebben geluk. Een arbeider die voor ons een stapel Vliegende Hollanders moet
wegbrengen wordt niet gecontroleerd.
Canadese tankcolonnes bevrijden Rijssen en Holten. Aan de zuidrand van Deventer vinden zware
gevechten plaats. De patrouilleactiviteit houdt bij Arnhem aan. Radio Oranje deelt nog het volgende mee
over Zutphen. De mensen leefden in de kelders. De stad is deerlijk gehavend. Bijna ieder huis heeft schade.
Het is hoofdzakelijk te wijten aan het opblazen van twee munitiedepots en alle bruggen (IJsselbrug vloog
vrijdag in de lucht). De moffen haalden even voor de bevrijding 20 mannen uit de gevangenis en fusilleerden
deze op de IJsselkade. De vijand stak het weeshuis in brand voor te vroeg vlaggen van enkele bewoners.
De Nederlandse vlag hangt half stok boven de Canadese graven. De verkeersbrug in Deventer wordt 's
morgens om half tien opgeblazen. In Terwolde, Voorst en Wilp is grote schade door Brits artillerievuur op
Duitse kanonnen. Hetzelfde geldt voor Schaarsbergen. Er komen zelfs granaten in Klarenbeek terecht. Vijf
soldaten lopen om vijf uur het fabrieksterrein op en eisen een wagen. Ze hebben al een paard. De moffen
verdwijnen tenslotte zonder succes. Op hetzelfde moment passeert een viermotorige bommenwerper. Deze
vliegt zeer langzaam in westelijke richting. Hij heeft vermoedelijk twee defecte motoren. De afweerkanonnen
in Apeldoorn vuren om 6.15 en 7.30 uur. Hoenderloo schiet om 8.15 uur. De oppasser van de kapitein geeft
ons een kuch [kazernebrood] en een stuk zeep. De slager moet naar het front. Enkele soldaten van de
luitenant gaan naar Dieren nog het n en ander halen. Zij gaan bij gebrek aan benzine met paard en
wagen. 's Avonds komen tussen 10 en 10.30 uur vliegtuigen verspreid in richting Duitsland over.
BLOEM. De tiende april deden de Tommies met zes vliegtuigen weer een aanval op het afweergeschut te
Duistervoorde en gooiden acht bommen. Tevens werd aan de overkant van de IJssel door de Tommies iets
in brand geschoten wat wel 2 uur brandde. Een aanhoudend kanongebulder van oostelijke en nu ook uit
zuidelijke richting. De Duitsers voerden met paard en wagens van de boeren uit de omtrek, materiaal af en
aan.
POLITIE. 21.00 uur. De Lucht Beschermings Dienst geeft kennis dat er bommen zijn gevallen in het open
veld aan de Ramsbrugweg / Oude Zwolseweg. Vier niet ontplofte bommen liggen in het weiland van
Schoonhoven nabij genoemde plaats. Feldgendarmerie bekend.
Zij werd door de Landwacht aangehouden en verraadde nog het adres waar zij ondergedoken was. Haar
gastheer en enige andere bewoners worden gearresteerd. De derde Canadese Divisie bevrijdt Deventer.
Dinsdag om 12 uur begon een zwaar artilleriebombardement op de Duitse stellingen (voornamelijk fabriek
en bos). Daarna rukken infanterie en tanks vanuit het noordoosten (2 kilometer van de woonwijken) op de
stad aan. Toen de Canadezen het Duitse afweervuur en een tankgracht hadden bedwongen gaven zich 180
Duitsers over. De overigen staken de IJssel in bootjes over. Degenen die in de stad achterbleven hadden
geen gevechtswaarde. Deventer is door de bevrijding weinig beschadigd. Dit kan niet van de
bombardementen van de laatste maanden gezegd worden. De schade in deze stad is hierdoor hoofdzakelijk
ontstaan. Er zijn de laatste dagen echter nog meer ruiten gesprongen door het opblazen van de bruggen en
het Duitse artillerievuur. Dat schiet nog steeds vanaf de Veluwe op de woonwijken. De bevolking bracht de
laatste dagen in kelders door.
Prins Bernhard brengt een bezoek aan Lochem, Enschede, Hengelo, Oldenzaal en Almelo. Radio Oranje
deelt 's avonds mee dat Canadese troepen om 4.30 uur een bruggenhoofd over de IJssel hebben gevormd.
Verdere bijzonderheden ontbreken. De Duitsers brengen 's avonds hun artillerie in Ugchelen definitief in
stelling. De vrouw van D. Schippers [Mettaweg 7], onder andere moeder van een kind van vier maanden, is
enige tijd geleden naar Overijssel gefietst om er voedsel voor het gezin te kunnen kopen. Zij is nu
waarschijnlijk bevrijd. Het is echter zeker dat zij voorlopig niet meer terug kan komen. Twee buurvrouwen
verzorgen de baby. Wij horen tussen 6 en 7.30 uur voortdurend zware artillerie salvo's in zuidelijke richting.
Jagers patrouilleren en worden door luchtdoelgeschut beschoten. Om 7.20 uur passeren acht
bommenwerpers via het oosten van zuid naar noord. De hele avond rijden veel huifkarren het grint voor ons
huis op. De slager deelt namelijk weer vlees uit. Op de wagens liggen verschillende levensmiddelen zoals
kuch, wijn enzovoort. Een vrachtauto brengt om 9 uur weer een nieuwe hoeveelheid rundvlees en worsten.
Onze kapitein komt een uur later weer thuis. Hij rolt zijn dekens en ander bezit op en vertrekt. De Duitsers
hebben groot alarm. Ook de officier verdwijnt en rijdt om 10.40 uur met zijn auto weg. Wij zien de hele
avond en nacht zoeklichten in richting Zutphen en Arnhem. Deze staan onbeweeglijk. 's Avonds om elf uur
horen wij een zeer zware ontploffing. Het is het eerste schot van de nieuwe artillerie.
BLOEM. Voormiddags een gewoon geschut van de IJssel en uit zuidelijke richting. Maar tegen drie uur wel
een uur lang een geweldig aanhoudend zwaar gedreun wat de grond hier deed daveren. Men schoot over
een strook van Eefde tot Gorssel. Men zegt dat hier de Canadezen de IJssel overtrekken. Bij Bart Borgonjen
van de Rakhorst is een zeer zwaar kanon geplaatst die een afwisselend vuur onderhoudt. Vermoedelijk op
de over de IJssel trekkende Canadezen. 's Nachts is aan de Broekstraat bij Konijnenberg een stuk afweer
geraakt. Van 's nachts twee uur tot 's morgens was het een ontploffen van de munitieopslag. 's Morgens
beschoten de Canadezen de zes afweerstukken die bij Bart Borgonjen stonden opgesteld. De kanonnen zijn
vernietigd en de soldaten gedood en gewond. Ook zijn de granaten ingeslagen; 2 bij Reinder Lebbink, n
bij Tiem Mulder en n bij Willem Mulder. De gehele voormiddag een aanhoudend geschut waarbij de
granaten ontploften op de Posterenk en Twello. Branden doen vermoeden dat huizen getroffen zijn. Men zei
dat 's middags de pantsers van de Canadezen in Voorst zouden staan. De landmacht van hier tegenover
staat gereed voor vertrek. Op de straat en op het land is geen man te bekennen. Tot 's avonds een nog
geregeld schieten met zwaar geschut uit het oosten, ook van een in de Achterhoek opgesteld Duits kanon.
In de voornacht een zware knal van een dichtbij ontploffende granaat. Verder 's nachts een op verre afstand
vanuit het oosten kanonvuur gehoord. 's Morgens kwamen de eerste Duitse troepen lopend uit Voorst
hierlangs. Ook kwamen er drie wagens van Klarenbeek af. Twee bespannen met paarden en een wagen
zonder paard, getrokken door zeven man met 2 pinkkalveren achter de wagen en de wagen vol uitrustingen.
's Morgens om 8 uur mitrailleurvuur van de kant van de Pollsbossen. Vermoedelijk van aankomende
Canadezen die door de Duitsers nog worden tegengehouden.
Nadat de Canadezen Zutphen en Deventer vrij gemaakt hadden zijn ze na een hevige beschieting van wel 3
uur lang tussen de IJpenberg en de Nijenbeek 's nachts over de IJssel gekomen. Ze hadden tanks die de
IJssel doorzwommen. Nadat ze eerst met kanonnen alles schoongeveegd hadden (wat er nog aan Duitse
manschappen en materiaal op De Klei was) hebben ze een rookgordijn gelegd en konden ze de pontonbrug
maken. Edoch, de Duitsers hadden zware kanonnen opgesteld op het Hondsveld, bij Hekkeler op Bussloo
bij de Kerk, Zwarte Kolkstraat op het land van het Hul en op de Schaak bij de Voordersteeg, maar de
Tommies vuurden met zwaar geschut en brachten alles tot zwijgen. Ze zijn door Wilp en de Marsstraat op
komen rukken en waren de 2e dag al, via de Posterenk en de Achterhoek, hier op de Kar. In de Achterhoek
hadden ze 3 linies lichte kanonnen opgesteld die het vuur onderhielden op de bossen van Nolthenius,
waarin de Duitsers teruggetrokken waren, en later op Apeldoorn. Drie a vier dagen is het in actie geweest
zowel bij dag als bij nacht, toen trok het verderop naar Apeldoorn. Bij Lobbers hebben die 72 stuks licht
geschut gestaan. 's Avonds werkten de zoeklichten die het bos van Nolthenius in het licht konden zetten als
was het dag. In het bos van Nolthenius duurde de tegenstand drie dagen en toen was ook de tegenstand
van de spoordijk geweken waar de Duitsers zich ingegraven hadden.
Daar zijn ze met kanonvuur verdreven, hetwelk hier 100 meter van huis stond en bij het vuren de ramen
deed rinkelen. Ook vlogen er scherven van de terugschietende Duitse kanonnen waarvan de projectielen
hier naast het huis in de wei terechtkwamen. Dit duurde twee dagen tot ook hier de posten wegtrokken
richting Apeldoorn. Drie gesneuvelde Canadezen zijn hier binnengebracht in het caf van Henk
Rouwenhorst, wat tot lazaret was ingericht. Ze zijn op de Posterenk begraven. De buren hier schonken
bloemen.
STERKEN. Operatie Cannonshot. De opdracht die de divisie van C.2e Legerkorps kreeg was in het kort
gezegd "Vorm een bruggenhoofd over de IJssel en bezet Apeldoorn". De operatie werd als volgt uitgevoerd:
16.00 uur, inleidend artilleriebeschieting.
16.30 uur, 2e Brigade steekt de rivier over en vormt een bruggenhoofd.
In de wei naast ons huis lopen van 1 tot 6 uur weer paarden van de Duitsers. Om 4.30 uur duiken 20
Geallieerde jagers uit de wolken omlaag. Zij mitrailleren niets. Het afweergeschut in Apeldoorn vuurt op de
toestellen. De luchtdoek in Hoenderloo schiet drie uur later eveneens op patrouillerende jagers. Het
Canadese bruggenhoofd over de IJssel ligt bij Wilp. Het was eerst twee kilometer breed en twee kilometer
diep. Radio Oranje spreekt 's avonds over een bruggenhoofd van 1 1/2 x 3 kilometer. De omroeper zegt tot
twee maal toe De Canadezen rukken op naar Apeldoorn. De Duitse posities rondom Arnhem zijn vannacht
zwaar beschoten. Tankcolonnes rukken vanuit Deventer tot 15 kilometer voor Zwolle op en maken 600
gevangenen. Het afweergeschut te Hoenderloo vuurt 's avonds om 7.45 en 8.10 uur op patrouillerende
jagers. De Duitsers in onze omgeving reageren nog niet op de Canadese overtocht over de IJssel. De
honderd soldaten van de 'Hollandse' SS ontvangen nog gewoon les onder de eikenbomen in onze
Sprengen. De slager en vele anderen zitten te zonnen. De kapitein slaapt niet meer bij ons maar een 400
meter verder in het huis waar zijn bureau is. Om zeven uur klopt een soldaat aan de deur en geeft een biljet
af. Daarmee kunnen wij inkwartieringsgeld bij de Ortskommandant innen. Mijn vader maakt er geen gebruik
van. Om 9 uur komen twee moffen op het fabrieksterrein en vragen inkwartiering voor twaalf man. Zij
moeten voorts een ruimte hebben om te koken. Dit gebeurt met ketels en niet met een keukenwagen. Zij
zullen in de Pakkamer [van de fabriek] slapen. De garage van oom Jan wordt voor het koken ontruimd. Wij
horen de hele dag echter met tussenposen artillerievuur in de richting van de IJssel. 's Avonds om tien uur
begint een zeer intensief kanonnenvuur in richting Arnhem. Het lijkt op een spervuur en gaat onafgebroken
door tot 11.30 uur. Daarna neemt het in hevigheid af.
MOERMAN. De onrust begint in de nacht van woensdag 11 april op donderdag 12. Worden gebeld dat de
brug over het kanaal met zware lading van vliegtuigbommen er uit zal gaan. Staan op en zetten alles open.
Wel springen de Ericabrug en Spoorbrug maar Deventerbrug niet. Staan 's nachts op en naar beneden om
het schieten. Daarna weer naar bed. Om half vier 's morgens moet mijn vrouw [gemeentearts] er uit voor
baby in Beekstraat. Komt 7 uur terug, kind is geboren. Werkpraktijk [als arts]die dag gewoon doorgegaan.
Heel veel luchtactie. 's Middags naar Hoog Soeren geweest, over Assel omdat op straatweg veel geschoten
wordt.
POLITIE. 08.00 uur (voormiddag). De wachtmeester van de Verkeersbrigade gaf kennis dat hem door een
Duitse officier was meegedeeld dat enige kilometers de Amersfoortseweg op een lijk ofwel een
zwaargewonde lag. De LBD kennis gegeven vanwaar een brancard zal worden gestuurd. Twee
wachtmeesters zijn er heen gestuurd.
11.00 uur. Betreffende 08.00 uur rapporteert de wachtmeester dat op de Amersfoortseweg nabij St. Bernard
Dal de lijken lagen van vier leden van de Organisation Todt welke door de Wehrmacht zijn weggehaald.
Over de oorzaak was niets bekend.
12.50 uur. De LBD geeft kennis dat aan het van de Trekweg bommen zijn gevallen. De hoofdwachtmeester
zendt personeel er heen.
14.00 uur. De opperwachtmeester van de verkeersgroep deelt mee dat voor perceel Brinklaan 249 een
politieke gevangene door de SD is doodgeschoten. Aan voornoemde opperwachtmeester was opgedragen
om het lijk over te brengen naar een lijkenhuisje. Het lijk wordt in overleg met de recherche door hem
overgebracht maar het lijkenhuisje van het ziekenhuis aan de Sprengenweg. Daarna treft de
opperwachtmeester verder maatregelen.
STERKEN. 02.00 uur. De Genie heeft een brug geslagen en de pontonveer is gereed.
06.00 uur. De Divisie komt nu onder bevel van C.1e Legerkorps, de luitenant-generaal C. Foulkes. Deze
heeft tot taak de operaties Cleanser (Arnhem) en Cannonshot (Apeldoorn) te cordineren. 06.00-09.00 uur.
De bataljons 48th en RCR steken de rivier over. Vervolgens zetten op 12 april de 1e en 3e Brigade de
aanval in richting Apeldoorn. Daarbij kreeg de 1e Brigade de opdracht Apeldoorn te nemen. De 3e Brigade
Zuid van de 1e Brigade moest in de richting van Otterlo doorstoten. De 2e Brigade zou in een later stadium
de 3e Brigade volgen. Aangezien voor Apeldoorn de verrichtingen van de 1e Brigade van groot belang zijn
zullen wij deze Brigade blijven volgen. 10.15 uur. Het bataljon 48th zet vanuit het bruggenhoofd onder zwaar
vijandelijk mortiervuur de aanval in op De Hoven. De bataljonscommandant, de luitenant-kolonel Mackenzie,
sneuvelt om 15.00 uur in de omgeving van Wilp. Vanuit de Hoven rukken de 48th op in westelijke richting
Twello. Het bataljon RCR rukt op de linkerflank van de 48th op in westelijke richting langs de Voordersteeg.
Het bataljon HPE wordt om 18.00 uur verplaatst naar de Hoven. al nu ervaren de mannen van de 1e Divisie
dat de wijze van optreden van Duitse troepen hier heel anders verloopt dan in Itali. In Itali konden de goed
georganiseerde Duitse eenheden in verdedigingslinies het gros van hun troepen steeds weer naar achteren
verplaatsten. Hier tussen IJssel en Apeldoorn een samenraapsel van Duitsers die hetzij alleen of in kleine
groepen fanatiek weerstand bieden dan wel zich overgeven. Vooral het optreden van deze kleine fanatieke
groepen in het bezit van panzerfausten, speciaal geschut, mitrailleurs en mortieren veroorzaakten verliezen.
Zij dwongen de Canadese eenheden tot voorzichtigheid. Wetende dat de oorlog op zijn eind liep had
luitenant-kolonel Mackenzie bij zijn bevelsuitgifte op 11 april aan zijn commandanten nog de opdracht
gegeven geen onnodige risico's te nemen: "We moeten trachten het bataljon intact naar Canada terug te
brengen". Dat het bataljon op 17 april 1945 19 doden, waaronder Mackenzie, moest tellen kon niemand op
dat moment vermoeden! In de avond van 12 april hadden de 48th Twello genomen en had het bataljon RCR
posities bereikt ten zuidwesten van Twello in de omgeving van Leemsteeg - Hartelaar. Dat dit moeizaam
was gegaan werd veroorzaakt door het feit dat veel huizen gezuiverd moesten worden van Duitsers.
De burgers in de omgeving leggen de pannen dan ook weer op het dak. De Duitsers eisen 's avonds om
zeven uur twee fietsen van ons op. Zij zullen ze zogenaamd weer terugbrengen. De moffen krijgen ze echter
niet. Het fluiten van de Britse granaten is 's avonds duidelijker dan voorheen te horen. De kanonnen staan
dus dichterbij opgesteld. De oppasser begint 's avonds alles van de luitenant in te pakken. Hij vertrekt om
negen uur met een luxe wagen. Canadese troepen proberen 's avonds de brug over het kanaal bij de
Gasfabriek [Deventerstraat] over te steken. Van de vier tanks wordt er n vernield. Daarna trekken de
andere terug. De Sint Josephstichting [Deventerstraat 459] en de Messenfabriek [Deventerstraat 323a] zijn
in Geallieerde handen. De elektrische stroom is 's avonds na zes uur weer op het net. Na tien uur vallen
over heel Apeldoorn granaten. Sommige slaan niet zo ver van ons huis in. Het vuren gaat onafgebroken
door. In richting Apeldoorn en Velp staan zoeklichten.
BLOEM. Zeldzaam mooi zacht groeizaam weer. Veel gras, de kersen en pruimen bloeien nu volop wit van
de bloesem. Voormiddag half 11. Een geschiet met mitrailleurs en zware kanonnen van de richting
Achterhoek en Teuge. Een bewijs dat de Canadezen naderen. Ze gebruiken kleine tanks waar ze in Twello
mee gezien zijn. Ze hadden de spoorlijn gevolgd vanaf de Worp en waren zomaar verdwenen. De tank
bleek een boerderij te zijn ingereden, had de achtergevel vernield en was op de deel gedraaid. Met de mond
van het kanon uit het stalraam gericht beschoot hij van daaruit de Duitsers. Over de weg Zutphen Apeldoorn komen zo af en toe van de boeren in beslag genomen paarden en wagens, in totaal ongeveer
tien stuks, door de Duitsers beladen met grote en kleine kisten, koffers en ransels enz. en vertrekken naar
Apeldoorn. Deze manschappen zijn de reserves die in Apeldoorn weer nieuwe stellingen moeten maken om
de terugtocht te rekken. 's Middag om 2 uur ratelen de mitrailleurs vanaf de Herenstraat en de Withagen.
Tevens buldert zeer zware artillerie vanuit het bos van Noltenius en van de Poll. Het gieren van de granaten
is niet van de lucht. Passerende Duitsers met Hollandse fietsen hebben kippen aan de fiets en vertrekken
richting Apeldoorn. Tegen 3 uur konden we hier n brand in het Woudhuis Holthoeve, twee branden in de
Achterhoek en n in de Withagen waarnemen. Mitrailleurvuur van het Woudhuis, Achterhoek, Withagen en
Klarenbeek, 12 jagers en 1 verkenner in de lucht. 's Avonds om half zes een zeer zware slag van een
inslaande granaat, afkomstig van de richting Achterhoek. Die sloeg bij ons een gat in de stalmuur sloeg en
gebroken werd door een twaalftal kisten met voorgekiemde aardappelen die tegen de binnenmuur stonden
en zo de nog op stal staande koeien beschermden tegen de splinters. De muur was tot tussen de beide
staldeuren gescheurd en de ruiten waren door de luchtdruk eruit gesprongen. Ook het kippenhok zat vol
scherven. De muur was 5 centimeter ingedrukt. De koeien hadden geen letsel. Tegen 7 uur, terwijl we nog
in de kelder zaten vanwege het hevige granaatvuur, hoorden we geklos over de stenen en meenden nog
met Duitse soldaten te doen te hebben. Maar even later hield een tank stil bij de brug over de Wetering en
toen zagen we Canadezen lopen die in gebogen houding langs de weg trokken. Even later zagen we
manschappen in een lange file vanaf Harm Spijkerbosch achter Gradus Bloem langs komen. Op afstanden
van ongeveer 1 meter trokken de Canadezen over ons land en verder langs de Wetering naar het bos van
Notenius waar de Duitsers in teruggetrokken waren. 's Nachts in de kelder geslapen.
MOERMAN. Horen 's morgens dat Roosevelt [president van Amerika] is overleden. Er zou een
bruggenhoofd zijn bij Wilp. Veel luchtactie. Mijn vrouw gaat uit voor visites. Weinig mensen op straat en op
het spreekuur. Mijn vrouw Mien 3 uur weer terug, heeft al patinten in kelder aangetroffen. Onze kelder zo'n
beetje klaargemaakt. Om 6 uur begint gegil [?] van granaten ongeveer elke 5 minuten. De gasfabriek
getroffen en aan flarden, n dode. Gaan gekleed in bed, boven. Om 11 uur [23.00 uur] zo erg dat we naar
beneden gaan. Zitten met de jas aan in spreekkamer. Tegen 12 uur houdt het op. De hemel naar kant van
Zutphen rood gekleurd. Dat is brand in de Eierhal bij het Kanaal geweest. Weer gekleed naar boven in bed.
Na 12 uur telkens machinegeweervuur.
POLITIE. 10.30 uur voormiddag. De brandweer meldt dat in de Kraamvrouwenkliniek een granaat is
ingeslagen. De opperwachtmeester is er heen gestuurd. De feldgendarmerie en de LBD zijn kennisgegeven.
11.15 uur. Hofstede bewoner van Van Heutzlaan 36 meldt dat in de tuin van zijn woning een niet ontplofte
granaat is gevallen. De wachtmeester er heen gestuurd.
11.25 uur. Met betrekking tot 10.30 uur wordt gerapporteerd dat bedoelde granaat door het dak van de
bedoelde kliniek is geslagen. Geen persoonlijke ongelukken. Feldgendarmerie en LBD bekend.
11.35 uur. Met betrekking tot 11.25 uur is gebleken dat bedoelde granaat niet is ontploft en in de grond van
genoemd perceel ligt. Geen persoonlijke ongelukken of schade. Feldgendarmerie kennisgegeven.
12.30 uur. In aansluiting op 11.25 uur wordt gerapporteerd dat bedoelde granaat door de Brandweer aan de
Feldgendarmerie is ter hand gesteld in overleg met Oberfeldwebel Breulich. In bedoelde noodkraamkliniek,
gevestigd in perceel Zwolseweg 43, is alleen materile schade aangericht.
15.20 uur. De LBD geeft kennis dat er bommen zijn gevallen in de omgeving van de Loobrug. Personeel
gaat er heen.
19.30 uur. De heer van de Heijden van de hulppost aan de Julianakerk deelt mee dat hij hedenmiddag vanaf
de Griftstraat 19 naar het ziekenhuis aan de Sprengenweg heeft vervoerd een zwaar gewonde genaamd
Potkamp. Deze woonde Griftstraat 19. Hij had deze verwonding verkregen door inslag van een granaat.
Deze persoon was zo zwaar gewond dat hij vermoedelijk wel zal overlijden. Het persoonsbewijs is in het
bezit van Van de Heijden voornoemd. Recherche.
20.00 uur. Naar aanleiding van 15.20 uur wordt gerapporteerd dat pand Anklaarseweg 107 is getroffen door
bominslag uit een vliegtuig. Het gehele achterhuis is vernield terwijl de bewoonster genaamd L.P. van
Oorspronk geboren van Delden onder het puin is geraakt en levenloos van onder te voorschijn is gehaald.
Verschillende andere percelen aan die weg kregen glasschade en pannenschade. Luchtbeschermingsdienst
bekend.
20.10 uur. Hedenmiddag werden n van de gashouders en de fabriek van Marindaal door bominslag
getroffen. Enkele personen werden zwaargewond. Luchtbeschermingsdienst bekend.
STERKEN. Bij het aanbreken van de dag ondervinden alle compagnies van het RCR veel last van
sluipschutters. De D-compagnie raakt om 08.00 uur in een hevig vuurgevecht met Duitsers in gebouwen in
de omgeving van Groot Linthorst.
Om 10.00 uur zijn 32 krijgsgevangenen gemaakt en 5 Duitsers gedood.
Om 11.00 uur had de A-compagnie al 2 pelotons bij de spoorlijn Deventer aan de Veenhuizerweg. Het
bataljon HPE nam de opmars van 48th over en probeerde met behulp van tanks door te stoten naar de
Loobrug. Het bataljon verloor 5 doden.
Om 02.00 uur op 14 april bereikt het bataljon de omgeving van de brug. Juist toen om 05.15 uur de voorste
troepen tot op 50 meter van de brug waren genaderd werd deze door de Duitsers opgeblazen. Het was
daarna bij daglicht onmogelijk zich aan de oost-oever van het kanaal op te houden. Dit kwam door het vuur
van sluipschutters van de westkant van het kanaal. Het bataljon 48th is de hele dag bezig geweest met het
opruimen van de weerstandsnesten in het noordelijk deel van Twello (omgeving Kruisvoorderweg,
Basseltlaan). Om 15.00 uur rukt het bataljon op naar de noordrand van Teuge.
Om 19.00 uur had het bataljon RCR de Sint Jozefstichting aan de Deventerstraat bezet. De gebouwen
deden dienst als Duits Militair Hospitaal en 789 gewonden vielen in handen van de Canadezen. Het
complex werd verdedigd door 2 sluipschutters. Daarvan zag n nog kans een Canadees te verwonden.
Op deze 13e april ontwikkelde zich 's avonds laat nog een rampspoed voor het bataljon RCR.
Van de brigadestaf werd om 21.00 uur het bericht ontvangen dat de Duitsers Apeldoorn hadden verlaten.
De Deventerbrug werd door de ondergrondse in handen gehouden. Dit noodzaakte tot onmiddellijk
handelen. Nadat een verkenningspatrouille van 2 leden van de Ondergrondse en 3 verkenners waren
teruggekeerd met de informatie dat bij de Tol een stuk antitank geschut was vastgesteld werd een
gevechtsgroep samengesteld. Deze bestond uit de C-compagnie RCR met 2 peloton tanks 1ste Hussars
onder bevel van major Jotcham, commandant van de C-compagnie.
BRANDWEER. De Canadezen waren zo ver opgerukt dat we een aanval op onze plaats ieder ogenblik
konden verwachten. De brandweerposten waren dan ook dag en nacht bezet. 's Morgens om 9 uur vloog de
eerste granaat over Apeldoorn en kwam terecht in de Noodkraamkliniek aan de Zwolseweg. Het was een
groot geluk dat hij daar niet ontplofte anders zouden er vele slachtoffers te betreuren geweest zijn. Wij
hebben de granaat die nog gloeiend heet was in een zak gerold en naar de Feldgendarmerie gebracht die
er verder maar op moesten passen.
De meldingen volgden elkaar nu snel op.
- 10.55 uur enige boerderijen richting Teuge stonden in brand. Het front lag van Teuge naar de Kar [aan de
Zutphensestraat].
- 15.10 uur bommen vielen bij de Loobrug. Wasserij van Oorsprong totaal vernield. En dode en veel
schade in de omgeving.
- 23.40 uur zwaar granaatvuur op Apeldoorn. De meeste bewoners huisden in de kelders of andere
schuilplaatsen.
Daar ik verwachtte dat de Duitsers nu elk ogenblik zouden vluchten en dan al het rijdbare materiaal zouden
meenemen besloot ik om de brandweerpost van de Loolaan weg te nemen. De oude Mercedes maakten we
onklaar zodat de moffen daar niet mee weg konden komen. Bij mij aan de Asselsestraat bracht ik de
materiaalwagen, een motorspuit en een waterleidingkar. In de kalkkelder die ik voor schuilkelder had
ingericht en waarin 6 slaapplaatsen waren was plaats voor 23 personen. De ladderwagen had ik in de buurt
opgeborgen zodat ik die ieder ogenblik te voorschijn kon halen. Van de Luchtbeschermingsdienst was niet
veel meer over. Ik meende dat wij de enige dienst waren die nog functioneerde. Het werd echter steeds
moeilijker om de boel aan het draaien te houden. De telefoon werd uitgeschakeld waardoor alle posten als
afzonderlijke eenheden kwamen te staan. Tot overmaat van ramp viel de elektriciteit uit en even later ook de
waterleiding. Ik had in totaal nog 40 liter benzine voor mijn motorspuiten en autos.
Voor het geval de benzine zou zijn opgebruikt had ik bij mij in de garage nog 2 oude handspuiten klaar
staan. Ik ging zelf bij mij op het dak zitten om te zien waar branden ontstonden en had besloten om
alleenstaande huizen die geen gevaar voor de belendingen opleverden stil te laten branden. Alleen wanneer
in het centrum brand uitbrak zouden wij uitrukken.
Deze officier commandeerde vanuit de toren van de Julianakerk (aan de overkant van het kanaal)
[Deventerstraat] een batterij geschut. Een Canadese tank schoot de trap uit de toren kapot. Daardoor viel hij
naar beneden. Duits geschut vuurt om 8.30 uur vanuit Beekbergen naar het zuiden. Zouden er tanks tot
Woeste Hoeve zijn doorgedrongen? Intussen wordt al het vlees uit de garage opgehaald. Kleine jongens
helpen mee het te vervoeren. Ze houden voor zichzelf nog worst en enkele bekers vet achter. Al het vlees
gaat naar Kootwijk. Een half uur later komt een soldaat aan de deur en vraagt onderdak voor acht personen.
Wij sturen hem naar het pension Eljo-Zamy. Het zware geschut bij Harskamp blijft op Arnhem vuren. Het
geschut rondom Apeldoorn begint om 10.15 uur te vuren. Het is op het kanaal gericht. Het gaat
onafgebroken door tot 11.30 uur. Wij horen om 11.10 uur ook mitrailleurvuur. In Apeldoorn woeden twee
grote branden. Een zoeklicht schijnt tegen de hemel. Er vallen ook enige Canadese granaten. Naar wij later
horen krijgen de bedieningsmanschappen van de Duitse kanonnen sterke drank wanneer er vijandelijke
granaten in hun omgeving vallen.
BLOEM. Een af en aan rijden van manschappen en materiaal. Vooral in de bossen van Notenius zit nog
tegenstand. In een bos bij Jan Tol zijn vijftien Duitsers gevangen genomen. In de namiddag kwam vooral
vanaf de spoordijk Klarenbeek Apeldoorn tegenvuur van de Duitsers. De boerderij van Gerrit Hartgers,
waar de Duitsers niet uit wilden, is in brand geschoten. Tegen 4 uur kwamen de granaten van de Duitsers
hier vlakbij in de wei terecht. Ze schoten vanaf de spoordijk op het kanon dat hier achter het bakhuis van
Steven Hofenk stond. Hierdoor en tevens door het geweldige knallen van het Tommie kanon is Marie met
de kinderen vier dagen naar Gerrit Elsebroek geweest in de Posterenk. Ook tegen 10 uur in de avond weer
een zeer hevig artillerievuur uit het westen. De granaten gierden over ons buis.
MOERMAN. Op de hoek van de Tutein Noltheniuslaan staat een Duitse soldaat. We mogen alleen van 9 tot
12 uur op straat. Om 9 uur Mien naar kraamvrouw, de Ruyterstraat, maakt daar de kelder in orde, gaat nog
niet door, is om 12 uur terug. Geruchten dat de Canadezen aan de Trekweg zitten en bij de Tol. Nu en dan
geschiet. Gaat hele dag door. Gn vliegtuigen. Om half negen [20.30 uur] naar bed. Er wordt geschoten. 9
Uur opgebeld voor de kraamvrouw. Mien op weg onder hevig kanongebulder. Het wordt steeds erger, vooral
rond 11 uur. Er is brand. Het knetteren van de vlammen is te horen. Geratel van machinegeweren. Drie
gewapende Duitse soldaten kloppen aan en slaan ruitje stuk omdat een kaars brandt. Loop gekleed door
het huis, lig een poosje in de spreekkamer. In de nanacht wordt het minder. Mien om half acht terug. De
baby in kelder geboren. Het geschutvuur die nacht dichtbij. Een harde slag gehoord. Het geschiet houdt
daarna op. Brug gesprongen. Al die tijd ervoor de ramen open gehad.
POLITIE. 11.45 uur voormiddag. LBD [Lucht Beschermings Dienst] geeft kennis dat een ontplofte granaat is
terecht gekomen in de tuin van pand Arnhemseweg 65. Brandweer en Feldgendarmerie is kennisgegeven.
12.15 uur. Er wordt kennisgegeven dat door granaatinslag brand is ontstaan in pand Christiaan Geurtsweg
9. Brandweer en LBD is kennisgegeven.
12.45 uur. Er wordt kennisgegeven dat een niet ontplofte granaat is terechtgekomen in het
Consultatiebureau aan het Sophiapark. De Brandweer en Feldgendarmerie is kennisgegeven en ook de
LBD
13.00 uur. Wordt kennisgegeven dat bij de Kokosfabriek aan de Arnhemseweg een niet ontplofte granaat is
neergekomen. Brandweer en Feldgendarmerie kennis gegeven alsmede de LBD
STERKEN. Om 03.00 uur reden 2 tanks met een onderlinge afstand van 100 meter met volle vaart in de
richting van de Deventerbrug met de opdracht de brug te bestormen. Daarna zou op afroep de C-compagnie
gezeten op de 8 overige tanks aantrekken en een bruggenhoofd vormen. Een wegversperring tussen de Tol
en de kerk werd snel genomen. Maar toen de eerste tank met volle kracht op de wegversperring bij de
Deventerbrug stootte was de bemanning verbijsterd over de sterkte van deze versperring. Van verschillende
kanten werd door Duitsers met panzerfausten het vuur geopend en de tank raakte in brand. De
tankcommandant wist nog de 2e tank te bereiken. Deze was inmiddels ook geraakt en begon te branden.
Deze tank kon nog keren. In volle vaart reed de brandende tank terug richting Sint Jozefstichting. Helaas
reed deze tank in de duisternis met volle vaart in op de eerste van de acht tanks. Deze waren beladen met
soldaten van de C-compagnie. Hierdoor vele ernstig gewonden bij de C-compagnie! Het bleef die 14e april
echter voor het RCR niet bij n ramp! In de ochtenduren rapporteerden burgers dat Duitsers in groten
getale ten oosten van het kanaal waren gezien.
Om 11.00 uur had de B-compagnie op zijn linker flank contact met de 3e Infanterie brigade Het bataljon
HPE meldde zich ten oosten van de Loobrug in Anklaar. Te 17.30 uur zou er door Commandant RCR een
nieuw aanvalsbevel worden uitgegeven voor de aanval op Apeldoorn. Met de 48th op de rechterflank moest
het RCR het gebied ten noorden van de Deventerstraat zuiveren en doorstoten naar het kanaal. Het tijdstip
van de aanval was bepaald op 23.00 uur.
Juist vr de aanvang van de bevelsuitgifte in een huis langs de Deventerstraat tussen de Jozefstichting [nu
Spatie] en Laag Buurlo sloeg daar een 15cm-granaat in de dichtbevolkte kamer. Daar vond net de
bevelsuitgifte plaats. De granaat explodeerde niet maar de kapitein Sims, commandant van de Dcompagnie, en een pelotonscommandant van 1st Hussars werden op slag gedood. Het huis werd direct
daarna getroffen door verschillende granaten van SP-geschut. Men kon slechts door de ramen het pand
verlaten. Om 23.00 uur begonnen RCR en 48th de zuiveringsactie van het oostelijk deel van Apeldoorn ten
noorden van de Deventerstraat.
BRANDWEER. - 1.19 uur. Het kruispunt Jachtlaan met de Soerenseweg onder zwaar Canadees
artillerievuur. Even later zag ik al een brand opkomen. Daar in die omgeving geen water te krijgen was
besloot ik het huis maar te laten branden. Het vuren was niet van de lucht. De granaten suisden over mijn
hoofd. Ik heb vele gebouwen zien branden die wij geen hulp konden bieden. Dat was een hard gelag. - 's
Morgens om 4.35 uur zag ik achter in de Molenstraat een tank branden. Een geweldige vuurzee met een
roetzwarte walm erboven.
- Om 5.13 uur staken de moffen de Eierhal in brand. De brandpost 8 die daar het dichtst bij was rukte niet
uit. Ten eerste om het gevaar vanwege het hevige granaatvuur en ten tweede zouden de moffen iedere
bluspoging met geweld verhinderd hebben. Zo brandde onze Eierhal tot de grond toe af.
- 12.30 uur brandde een huis vlak naast de RK-kerk aan de Trekweg af.
- 19.00 uur. De bijgebouwen van de Eierhal werden in brand gestoken.
Weer anderen hebben alles nagezocht en door elkaar gegooid. En kookt zijn eten op het fornuis. Op de
tafels liggen stafkaarten. Bij de salon komen veel telefoonkabels samen. In het bos rondom de fabriek staan
veel paarden met wagens. De meeste soldaten liggen op de grond te slapen. De wagens zijn voor het
merendeel beladen met paardenvoer zoals hooi, haver en stro. Er zijn ook twee luisterposten. Op n
toestel is een antenne van ruim vijf meter hoogte geplaatst. Deze steekt juist boven de boomtoppen uit. De
Roethenen brengen alle paarden in de weiden. Daarvan twaalf in die naast ons huis. En van die dieren valt
om en blijft liggen. Enkele soldaten zetten het paard weer rechtop. Daarna graast het verder.
's Morgens passeren vrij veel stukken licht veldgeschut in richting Hoenderloo. De auto's keren na een uur
weer terug. Echter zonder kanonnen. Dit geschut is dus ook weer ergens opgesteld. Onder de kolenloods
van de fabriek staan twee mobiele kanonnen geparkeerd. Motorordonnansen rijden af en aan. Zowel bij ons
huis als bij de fabriek. 's Morgens schieten lichte kanonnen vanaf de Kooiberg. Zij worden na korte tijd weer
verplaatst. De moffen maken de drie kanonnen bij Jansen klaar voor vervoer. Deze hebben gisteren onder
andere op Eerbeek geschoten. De hele middag passeren dwangarbeiders lopend in richting Hoenderloo. Zij
komen van de weg Loenen - Beekbergen. Het zijn meest jongelui. Deze zijn bij razzia's opgepakt. Ze
moesten voor de Duitsers tussen Dieren en Arnhem verdedigingswerken aanleggen. Zij zijn gevlucht en
willen naar hun woonplaatsen. Volgens hen is Woeste Hoeve al bevrijd. Hun doel was via Woeste Hoeve en
Otterlo naar Utrecht te lopen. Hiermee is verklaard waarom wij 's middags zowel artillerie- als mitrailleurvuur
in zuidelijke richting horen. De Duitsers brengen 's middags de munitie die de 'Hollandse' SS heeft
achtergelaten op het bouwland van Melissen tot explosie. Hierdoor ontstaat in de omgeving glasschade.
Daaronder bij mijn broer. Een buurman vraagt ons al om karton om de ruit te vervangen. Canadese troepen
zuiveren heel Arnhem van Duitsers en bezetten Deelen. Het bruggenhoofd over de IJssel bij Wilp wordt drie
kilometer naar het zuiden uitgebreid. Voorhoeden vechten (aldus de BBC) in Apeldoorn ten westen van het
kanaal. Hierover is ons niets bekend. Radio Oranje spreekt van een zware strijd in Apeldoorn. De
Canadezen bereiken op de Veluwe Terlet. Om zes uur begint Duits geschut n kilometer van ons huis in
richting Apeldoorn te vuren. Het wordt beantwoord. Daardoor slaan in de omgeving van de Koudhoornlaan
enkele granaten bij woningen in. Op de Ugchelseberg en omgeving staat zwaar antitankgeschut opgesteld.
De hele middag passeren lichte kanonnen in richting Hoenderloo. De eerste paard-en-wagens vertrekken
om zeven uur uit het omliggende bos. Zij komen in richting Apeldoorn voorbij en slaan de weg naar Hoog
Buurlo in. Het is onbegrijpelijk waar alle schimmels vandaan komen. Voorts zien we veel raspaarden voor
de huifkarren. Een trein boerenwagens passeren om zes uur in richting Hoenderloo. Enige uren later keren
ze terug. Het schijnt dat de weg naar Ede is verbroken. Op n van deze wagens staat een jongen van
hoogstens tien jaar. Hij draagt al een revolver. Er passeren ook vrachtauto's in richting Apeldoorn. Deze
trekken steeds twee andere wagens (ook eenmaal een pantserwagen). Het is oud materiaal. Op vele auto's
en karren staat geschilderd 'Lever dod als sklaf.' De luxe wagens zijn volgeladen met koffers. Het doet ons
aan een vlucht denken. Duitse soldaten komen na 7.30 uur lopend in richting Hoenderloo voorbij. Het begint
er op te lijken dat het zwaartepunt van de Canadese aanvallen niet bij Apeldoorn maar bij Deelen ligt. De
meeste soldaten zijn 16 tot 18 jaar oud. Enkele van hen zijn in burger gekleed. Het zijn allen NSB-ers die
aan het front worden ingezet. Zij beschikken alleen over een geweer. De anderen zijn gewapend met
geweren (ook snelvuur), mitrailleurs, pantservuist en pantserschrik (niet veel) en handgranaten. Sommigen
dragen de mitrailleurbanden om de nek. Enkele soldaten vervoeren hun ransel en verdere uitrusting op
gevorderd materiaal zoals rolwagen, driewielers en karretjes. Uit de meeste vervoermiddelen is te zien dat
de eigenaars deze met moeite van weinig materiaal gebouwd hebben. En groep trekt een kar met
massieve houten wielen. Het lijkt wel op de Romeinse tijd. Verder hebben zij fietsen. Alle met massieve
banden. Enkele soldaten proberen nog te zingen maar de meeste zijn overmoe.
Intussen maken de Tsjechen zich klaar voor vertrek. Zij moeten onder meer munitie vanuit kisten in rekken
van de twee kanonnen laden. Het gaat langzaam maar na wat geschreeuw van de sergeant gaat het wat
vlugger. Het geschut vertrekt om 8.15 uur in richting Apeldoorn. Een kwartier later vallen Britse granaten in
Ugchelen. Enkele scherven komen bij de fabriek terecht. Een Duitse soldaat raapt er n op van ongeveer 8
vierkante centimeter. Alle soldaten zijn plotseling van de weg. Een tractor rijdt het fabrieksterrein op en
zoekt dekking achter een muur. Nieuwe Duitse troepen komen om 8.40 uur voorbij. Het Duitse geschut in
Ugchelen begint om 9 uur weer te vuren. De bij Jansen staande kanonnen zijn naar elders vervoerd.
Intussen passeren er ook vliegtuigen op weg naar Duitsland. Alle Tsjechen vertrekken om 9.30 uur, behalve
twee wagens. Zij laten bij oom Jan het n en ander achter. Daaronder steenkolen en ingemaakte bonen.
Om 10.15 uur beginnen vrij zware kanonnen ten westen van de fabriek (dit vuurt voor het eerst) in richting
Apeldoorn te schieten. Alles is tijdens de ontploffingen verlicht. De laatste twee wagens van de Tsjechen
vertrekken om elf uur. Daarna bergen Henk en ik de achtergebleven munitiekisten op. Mijn neef laat daarna
het paard wat draven. Het is sinds vier dagen niet uit de stal geweest en zodoende aan het oog van de
moffen onttrokken. Het is best mogelijk dat het weer lange tijd op stal moet blijven. Bij ons woonhuis loopt
een schildwacht die zo nu en dan eens een lantaarn aansteekt.
BLOEM. Een rustige nacht doorgebracht in de silo terwijl de Tommies in ons huis sliepen. Tegen 10 uur in
de morgen weer een hevig gebulder wat van Apeldoorn kwam. De granaten sloegen op een 30 meter
afstand in. Men zegt dat de Tommies erg onrustig worden omdat er geen berichten meer binnen gekomen
zijn van oprukkende troepen naar Apeldoorn. Later meldt men dat de zenderauto kapotgeschoten was.
Tegen de middag is hier een kind van Gerrit Hendriks doodgereden bij zijn huis, een dochter van bijna twee
jaar oud. De stop is opgeheven. Er komen nu zeer veel wagens, tanks, pantserwagens en vrachtwagens via
de Posterenk en de Achterhoek naar Apeldoorn, dat de 17e is vrijgekomen. De Tommies hebben Apeldoorn
van noord naar zuid omsingeld en de Duitsers zijn er, door de toen nog aan het westen gebleven opening,
uit teruggetrokken. Van de verdediging van Apeldoorn zijn hier niet veel granaten terecht gekomen. Wel
vocht men toen nog tegen de hier in het bos van Nolthenius zittende Duitsers die 's nachts met kanonnen en
vlammenwerpers bewerkt zijn. Daar zijn nogal veel Duitsers en Canadezen mee gesneuveld. De Duitse
soldaten zijn bij de bosrand begraven. De kanonnen zijn gestationeerd bij Lobbers in de buurt van de
Holthoevestraat. Bij Jan Hissink zaten 20 Duitsers maar die gaven zich over. Ook in het verleden jaar
afgebrande huis van Jan Slijkhuis zaten toen nog Duitsers in de kelder. Het Vrijland is door de Tommies in
brand geschoten. Ook het huis van Lammert Liefrink is, doordat de Duitsers zich daar ophielden, door het
hier staand Canadees kanon doorzeefd met granaten.
MOERMAN. Mijn vrouw Mien probeert uit te slapen. Er komen 3 patinten aan haar bed. Om 3 uur de straat
op voor visites terwijl het granaatvuur al is begonnen. Zeer griezelig. Horen het gegier en de knal van de
inslag vaak dichtbij. Zeer zware slag. Protestantenbond [kerk] geraakt, brug Oranjepark en andere punten in
de omgeving. Mien gelukkig behouden thuis. Zij is onderweg door een mof op wapens gefouilleerd. Maken
een bed in de spreekkamer klaar. Het granaatvuur begint weer. Slapen gekleed een beetje. Rond tien over
n een zware knal vlakbij, glasgerinkel, stank, gesis en geruis van stromend water. Vluchtig de schade
opgenomen. De kelder in, gezeten maar niet geslapen. Telkens inslag dichtbij, onder andere bij Henkemans
[Tutein Noltheniuslaan 2, advocaat en procureur].
POLITIE. 20.00 uur namiddag. Geeft burgemeester Pont namens de Wehrmachtskommandant kennis dat
aan de burgers van Apeldoorn moet worden meegedeeld dat ingrijpen van burgers in de
oorlogshandelingen gestraft zal worden met het in brand steken van de gemeente. Tevens verzoekt hij aan
de Korpschef zich in verbinding te stellen met de Oberleutnant Kolbmuller om te vragen wat met de
arrestanten in de Willem III kazerne zal gebeuren. Tegen plunderaars moet met de meeste gestrengheid
worden opgetreden. Zij dienen in elk geval in arrest te blijven.
STERKEN. Het was bijzonder moeilijk om tijdens de duisternis zonder de steun van tanks voorwaarts te
gaan. Het kruispunt de Tol moest met een aanval van 2 pelotons veroverd worden maar 200 meter verder
werd de vijandelijke weerstand al weer heviger. Alle huizen langs de straat herbergden Duitse
weerstandsnesten. Besloten werd het daglicht af te wachten en met steun van tanks verder te gaan. De hele
dag hebben de beide bataljons RCR en 48th moeten besteden om vijandelijke weerstanden op te ruimen.
Vele krijgsgevangenen werden gemaakt. Tegen 20.30 uur hadden 2 compagnien van bataljon RCR het
kanaal bereikt in Welgelegen-zuid en de brug Molenstraat. Het bataljon 48th had om 17.30 uur ook het
kanaal bereikt ten noorden van de Deventerbrug tot plusminus 300 meter noorden van de sluis. Ook hier in
het gebied Zevenhuizen werden tientallen krijgsgevangenen gemaakt.
BRANDWEER. - kwart over 12 zag ik een brand achter aan de Doggersbank nabij de Deventerstraat. Op
grotere afstand in oostelijke en zuidoostelijke richting brandde vele boerderijen af. - 16.04 uur. Zwaar
granaatvuur op Apeldoorn. Perceel 125 aan de Arnhemsestraat werd getroffen en brandde in de kap. Daar
het een dubbel woonhuis was rukten wij uit. Om benzine te besparen maakten we gebruik van de
Materiaalwagen als trekker. De jongens gingen lopend en trokken de spuit naar de brand. De geboorde
brandput nabij de Oranjestraat heeft daar zijn dienst bewezen. Het mocht ons gelukken het andere
woonhuis te behouden. De nacht leverde behalve veel granaatvuur geen bijzonderheden op.
Nog steeds krijgt geen mens een duidelijk beeld van de situatie. Burgers staan over het Kanaal met elkaar
te praten. Duitsers met de vinger aan de trekker liggen overal verdekt opgesteld. Apeldoorn betaalt wel een
zekere tol aan de bevrijding. In de nacht brandde het papierpakhuis van de firma Van Reekum bij het
Kanaal af terwijl er doden en gewonden zijn te betreuren. Allen snakken naar de beslissing. 's Middags
verschenen enige toestellen die eensklaps zwaar mitrailleurvuur afgaven en bommen lieten vallen. De
eerste keer kon ik nog hals over kop in de schuilkelder komen. De tweede maal moest ik stijf tegen de
gangmuur gaan staan.
Het is half vier in de middag. De zon straalt en ronkend maakt het verkenningsvliegtuigje zijn rondjes boven
Apeldoorn. Kort en scherp klinkt telkens het Canadese geschut. Fluitend vliegen de granaten over en slaan
met een felle slag in. Stil en uitgestorven ligt de Hoofdstraat er bij. Bij het postkantoor [Deventerstraat hoek
Markt] steekt een groepje Duitse soldaten voorzichtig de Deventerstraat over en trekt, dekking zoekend
onder de bomen, in de richting van de brug. Een enkele Duitse wagen rammelt voorbij. In de avond was er
telkens nog granaatvuur onder andere op de omgeving van de Asselsestraat. Tegen 6 uur proberen de
Duitsers installaties op het postkantoor [antennes en draden] te vernielen. Dit lukte echter niet daar even
tevoren de laatste kabels "verdwenen" waren. Even later passeren wat karren met koffers, moffen op fietsen
en tandems richting Amersfoortseweg. Al vroeg in de schuilkelder en 's avonds zware ontploffingen die later
veroorzaakt bleken te zijn door het opblazen van de munitie in Hoog Soeren.
VAN HOUTUM. Het Duitse artillerievuur gaat de hele nacht met tussenpozen van een kwartier door. Zo nu
en dan staan zoeklichten boven Apeldoorn en beantwoorden de Britten het Duitse vuur. Een batterij
kanonnen vertrekt 's morgens uit Ugchelen. Met het oog op Canadese tanks rijden aan deze colonne twee
auto's met antitankgeschut voorop. Alle kanonnen worden naar Milligen overgeplaatst. Gisterenavond zijn bij
mijn neef Arnold (1 1/2 kilometer verder) granaten ingeslagen. En viel om 6.30 uur op het afdak naast de
garage. Daaronder had nog een kwartier geleden een kind vertoefd. In zijn omgeving zijn er samen 25
inslagen. Vele kraters zitten in zijn tuin. Er is geen menselijk letsel. Evenals op de Eendracht waar echter
zeer grote materile schade is aangericht. 's Nachts komen weer nieuwe soldaten op de fabriek. Er staan
drie karren met allerlei rommel. De autoschuur was acht uur eerder nog een paardenstal. Daarin slapen nu
ruim 40 moffen op stro dat over de uitwerpselen van de paarden is gelegd. In de fietsenschuur ligt een
zwaar gewonde. Het zijn soldaten van verschillende eenheden. Onder hen bevinden zich veel
douanebeambten. Zij hebben aan het kanaal in Beekbergen een huis moeten achterlaten. Daar was hun
gehele aan de IJssel in beslaggenomen voedsel opgeslagen. En van hen deelt nog stukken spek uit. Dat
was natuurlijk van hongerende westerlingen gestolen. Het lijkt ons echter erg vies. En kar is voor het paard
te zwaar beladen. Daarna laden zij deze gedeeltelijk af. Zij geven alle matrassen weg. Daarna komen vier
radio's en een naaimachine te voorschijn. Zij willen deze onder geen voorwaarde missen en camoufleren ze
later met jassen en een stuk zeil. Deze wagen vertrekt om 10.30 uur in richting Hoog Buurlo. De gewonde
zit naast de voerman. Zij zijn nog geen 200 meter verder of het paard kan de vracht niet trekken. Er wordt
opnieuw het n en ander onder de burgers verdeeld maar nog geen radio's. De overigen uit de autoschuur
wassen zich intussen goed en gaan vervolgens weer slapen. Om 9.30 uur passeert een colonne
vrachtauto's met elf stukken geschut in richting Apeldoorn. Deze trekken terug. Op het geschut en in de
auto's zitten veel soldaten om maar te kunnen meerijden. Waar blijven de Britse jagers? Wij zien de laatste
dagen praktisch geen vliegtuigen meer. Kort hierop komen dwangarbeiders voorbij. Ze hebben geprobeerd
via Otterlo naar het westen te kunnen lopen. In Eerbeek zou worden gevochten. Terwijl wij met hen staan te
praten komen veel leden van de NSDAP (in uniform) en NSB (in burger) bepakt en bezakt per fiets in
richting Apeldoorn voorbij. Deze vluchten ook. Het baat hen evenmin iets want ze zijn toch ingesloten. De
eerste lopende groepen Duitse soldaten passeren intussen weer in richting Hoenderloo. Om tien uur gaat
een groep het bos achter ons huis in. Drie kwartier later loopt een andere groep het fabrieksterrein op en
vordert de kelder van mijn tante. Zij keuren deze echter af en gaan naar de Pakkamer. Deze weten gelukkig
niets van een fabriekskelder af. Een vrachtauto houdt voor ons huis stil. De Duitsers laden er alle munitie in.
Die hebben zij 's nachts in de garage van ons huis gebracht. Zij rollen bovendien enkele telefoonkabels op.
Geen van ons is in staat deze dag naar de radio te luisteren. Bij mevrouw Roosegaarde-Bisschop [weduwe
geboren G. Kuijck, Hoog Buurloseweg 145] is inkwartiering. Er is een telefoonpost gevestigd. Rondom het
huis liggen samen zes telefoonlijnen. Op het gazon voor de woning grazen paarden. De Duitsers slapen in
de kelder. De hele [onverharde] Hoogbuurloseweg is 's nachts door de terugtrekkende Duitsers vernield. Het
fietspad en alle betonnen paaltjes zijn vernield. Op enkele punten staan Duitse schildwachten bij zijwegen.
Wat dit betekend is onbekend. Om 11.30 uur patrouilleren jagers. Zij mitrailleren om 1.45 uur vrij lang een
doel in richting Apeldoorn. Op dat moment vertrekken de Duitsers uit de Pakkamer. Jagers schieten om vier
uur opnieuw in richting Apeldoorn en laten twaalf bommen vallen. De Duitsers stellen achter de Bakenberg
overal nieuw geschut op. Schildwachten zetten een groot terrein af. De kanonnen beginnen om vijf uur in
richting Arnhem te schieten. Wij zien de hele middag grote bosbranden in richting Woeste Hoeve. Er
verbranden bunders [hectares] bos en hei. De rookwolken stijgen ook uit het gebied van Otterlo op.
Er is bijna geen verkeer over de weg. Twee officieren eisen een slaapkamer bij mijn tante op. Zij maken er
geen gebruik van. 's Avonds om 6.30 uur komen weer een groot aantal soldaten (nieuwe) in de Pakkamer.
Zij keren terug van graafwerk. Dit bestond uit het aanleggen van nmansgaten en loopgraven in de
omgeving. Zij slenteren nog wat op het fabrieksterrein rond tot plotseling een ordonnans verschijnt. Hij deelt
mee dat de Canadezen zijn doorgebroken. Wij weten niet waar. Een onderofficier roept al zijn manschappen
bij elkaar. Spoedig verdwijnen alle Duitsers lopend in richting Hoenderloo. Zij laten veel jassen achter. Deze
soldaten raden ons aan in de komende nacht zo veel mogelijk in een kelder te verblijven. Er zal een grote
strijd losbarsten.
Het is intussen 7.45 uur en mijn vader en oom Gerrit gaan uit nieuwsgierigheid aan de weg staan. Bij ons
woonhuis is alles rustig. Daarna gaan wij allemaal de woning binnen. Er is werkelijk niemand meer. Alles is
door elkaar gegooid. Wat op zolder lag ligt beneden en omgekeerd. Dozen zijn leeggegooid. Zo te zien zijn
er grote voorwerpen gestolen. Op mijn bed heeft een mof geslapen. Hij heeft als matras een aantal kleedjes
en de Nederlandse vlag gebruikt. Andere Duitsers hebben in de kelder op de schappen geslapen. Mijn
bureau en boekenkast zijn losgebroken. Alles is nog aanwezig. Het ligt meestal elders in huis. De laden
hangen er uit. Op mijn zolder zijn ze gelukkig niet geweest. Hierdoor zijn de albums met krantenknipsels
intact gebleven. Zij hebben evenmin de bergplaats met weck, een gedemonteerde fiets en koper ontdekt.
Britse kanonnen schieten om acht uur op onze omgeving. Het zijn er meestal drie tegelijk (of veelvoud
ervan). Zij slaan tussen de Kooiberg en de fabriek in. Misschien denken de Britten dat er nog geschut staat.
Dit staat er echter sinds 24 uur niet meer. Er vallen gemiddeld nmaal per kwartier een reeks granaten.
Het fluiten is duidelijk te horen. Zij vallen om 8.30 uur dichterbij. Wij zien ze in het land van Melissen
inslaand. Kort daarop hangt een blauwe kruitdamp en een grote stofwolk over het veld. Na 9 uur vallen de
granaten dichterbij echter langs de Van Golsteinlaan. Zij komen ook dan nog over de fabriek. Boven
Apeldoorn staan twee zoeklichten. In westelijke richting woedt een grote brand. Zo nu en dan hangen er
lichtfakkels. Om tien uur komen een aantal moffen bij de fabriek en zoeken de groep die in de Pakkamer
was ingekwartierd. Zij gaan onverrichterzake weer weg. Om twaalf uur vallen de granaten nog alleen bij de
Viersprong. Het schieten is veel minder dan voorheen. Wij zitten allemaal in de fabriekskelder. Mijn neef en
ik maken een bed bij een binnenmuur.
BLOEM. De 16e een af en aanrijden van wagens en materiaal in beide richtingen. Hier op caf "De Kar" is
een Rode Kruis post ingericht waar de gewonden, die in hoofdzaak van het Noltheniusbos komen,
verbonden worden. Een drietal gesneuvelden is op de Posterenk begraven. Ook bij Willem Mulder achter
het huis liggen zes Canadezen begraven.
MOERMAN. Half zeven op en de schade opgenomen. De hele dag hard gewerkt. Nog granaatvuur maar in
andere richting. 's Middags vliegtuigen, duiken, bominslag. Mien even uit geweest langs kraamvrouwen.
Zeer mooi weer. Men zegt dat de Engelsen op Marindaal zitten en dat Groningen en Assen vrij zijn. We
zitten nu al zes dagen in de frontlinie. Kelder in orde gemaakt om er te kunnen slapen. Vr de avond
komen drie Duitse soldaatjes om fietsen. Zien ons karretje in de garage staan. Willen het lenen en zullen het
de volgende dag om 5 uur terug hebben! Slapen die nacht Mien, R...? en ik in de kelder gekleed op
matrassen. Zeer benauwde ligging.
STERKEN. De D-compagnie van het RCR kon in de vroege morgen van 16 april een rapport uitbrengen
over de toestand van de brug Molenstraat en de situatie van het kanaal. Men kon zich hier niet aan de
oostzijde van het kanaal vertonen daar men direct door sluipschutters van de westoever onder vuur werd
genomen. Om 16.00 uur werd door een Typhon jachtbommenwerper een aanval op de vijand aan de
westoever tegenover de Molenstraatbrug uitgevoerd. Deze dwong de vijand zich van het kanaal te
verwijderen. Spanning steeg ten top in de middaguren van 16 april. Wat was het geval. Bij de Divisiestaf
was men enigszins ongerust over het langzame tempo waarmee de 1e Brigade voorwaarts kon gaan. Op de
16e april werd door verkenningseenheden van de Divisie om 11.00 uur tussen Dieren en Laag Soeren
contact gemaakt met verkenningseenheden van de 49 (West Riding Divisie) de rechterflank van de operatie
'Cleanser'. Het was ook een verkenningseenheid van deze Divisie dat Loenen als eerste geallieerde
eenheid binnenviel. Bovendien had de 2e Brigade kans gezien vlak voor zonsondergang het Apeldoornse
Kanaal bij Lieren te overschrijden. De brigade was begonnen met een brug te slaan. De brug was om 22.00
uur gereed. Ernstig werd overwogen om de 3e brigade over deze brug te sturen en de aanval op Apeldoorn
vanuit zuidelijke richting te laten uitvoeren. De bataljons HPE en 48th zouden dan te voet het kanaal
oversteken en Apeldoorn Centrum en noord zuiveren van de vijand. Om 17.45 uur gelastte de Divisie deze
actie af en zou het oorspronkelijke plan worden uitgevoerd.
POLITIE. 07.30 uur voormiddag. Geeft de heer Hoevenagel (blokhoofd LBD) wonende Asselsestraat kennis
dat er bij bakker Robaard wonende Asselsestraat hoek Elsweg in de woning een niet ontplofte granaat is
terechtgekomen en bij Sneep(?) wonende Brinkhorstweg 4 een niet ontplofte granaat in de tuin. LBD en
Brandweer kennis gegeven. De Feldgendarmerie bleek niet meer aanwezig te zijn.
BRANDWEER. - 12 uur. Hevig granaatvuur op Loenen.
- 16.35 uur. Uitslaande brand aan de Koperpletterij aan de Vlijtseweg. Het granaatvuur was hier zo hevig dat
we er niet bij konden komen.
- 16.45 uur werd een schuur aan de Beekbergerweg geblust die in brand geschoten was door Post 9
Wormen.
-- 17 uur werd het bos te Hoog Buurlo in brand geschoten. Deze werd spoedig door de bosbrandweer
geblust.
-- 18 uur Zeven bommenwerpers kwamen uit westelijke richting aanvliegen. In de omgeving van het Station
aangekomen doken ze achter elkaar naar beneden en lieten een bommenlast vallen in de Molenstraat nabij
de Kanaalbrug. Het was een oorverdovend lawaai. Daarna geweldige zwarte stofwolken en even later
brand. Ik zond direct een brandmeester uit om polshoogte te nemen. Het bleek al spoedig dat we daar niets
konden uitrichten daar we niet aan het Kanaal konden komen. De Canadezen zaten aan de overkant en
schoten alles weg wat zich aan deze zijde vertoonde. Alleen de fabrieksbrandweer van de firma Talens &
Zoon kon wat doen. Deze ploeg met de blokbrandweer hebben zeer goed werk gedaan. Zij hebben belet dat
de brand zich in westelijke richting kon uitbreiden. De firma Talens heeft een motorspuit die het water uit
een brandput in een eigen brandleiding perst. Door de benodigde slangen aan te koppelen konden zij de
brand bestrijden. Door het inschakelen van deze fabrieksbrandweer kon ik mijn mensen voor andere dingen
in reserve houden.
- 19.16 uur. De vernietiging begon van het stationsemplacement. De seinwachterwoning bij het Kanaal werd
in brand gestoken. De Spoorbrug vloog de lucht in. Daarna gingen de wissels en de watertoren dezelfde
weg. Vervolgens kwamen de bruggen over het Kanaal aan de beurt. Ik heb de meeste de lucht in zien gaan.
SPOORWEGEN. In de maand april kwam de aanval van de geallieerde legers met het gevolg dat de
spoorlijn Apeldoorn - Zutphen op 16 plaatsen, Apeldoorn - Barneveld op 12 plaatsen en de lijn naar
Deventer ook op enige plaatsen zwaar vernield werd. Het station in Voorst en enige gebouwen werden in
brand geschoten. Dan rest mij nog dat door de Duitsers moedwillig werd vernield. In Apeldoorn werd de
spoorbrug opgeblazen, met inbegrip van de landhoofden, totaal vernield; 95% van de wissels, de
watertoren, de waterkolommen met kelders opgeblazen en grondig vernield alsmede de draaischijf; de
seinhuizen werden verbrand. Ook de seinbrug bij de Arnhemseweg werd opgeblazen maar van de seinbrug
bij het einde van het 2e perron werd slechts de middelste draagsteun beschadigd. De derde seinbrug was
onbeschadigd hoewel de ladingen wl aangebracht waren. Verder zijn vrijwel alle gebouwen min of meer
moedwillig gedeeltelijk beschadigd. Ook de Lichttelefoon en Telegraafinstallatie werden vernield.
De brug nabij Voorst was maar gedeeltelijk beschadigd. Waarschijnlijk moesten de Duitsers hier vluchten
met achterlating van een 400 tal zware granaten.
Inmiddels hadden de Canadezen twee noodbruggen over het kanaal gelegd en spoedig verscheen het
eigenlijke Canadese leger, pantserwagens, tanks en vrachtwagens. Hoe geheel anders dan de op houtgas
lopende oude Duitse wagens of de tot vervelens toe passerende ouderwetse paardenkarretjes. En welk een
geheel andere indruk maakten de troepen zelf, vrolijke kerels, niet de lawaaiige en pedante op commando
brullende Duitsers! Tegen zo'n leger kon inderdaad een Hitler niet op. In snelle achtervolging werd de vijand
uit Barneveld verjaagd. Vanmiddag was er bij Hoog Buurlo nog wat weerstand van fanatieke jonge
Hitlerianen. Daarbij moesten zelfs vlammenwerpers te pas komen om ze uit de langs de wegen gegraven
gaten te verdrijven. Wat een blijde stemming in de plaats! Overal worden de Canadezen door de juichende
menigte begroet of de NSB-ers en grieten uitgejouwd. Sommigen werden kaalgeschoren of het haar in de
vorm van een hakenkruis geknipt. Vanavond dankdiensten in alle kerken. Ik ben naar de Grote Kerk bij
dominee Karres geweest. De dienst was zeer druk bezocht. De tekst was Psalm 126 vers 1. Gezongen
werden Gezang 302 vers 1.2.3, Gezang 304 en gezang 301. 1.6 en 14 (ons Wilhelmus). De collecte was
voor het herstel van de beschadigde Julianakerk.
VAN HOUTUM. Ik ga om half n gekleed slapen. De overige huisgenoten blijven nog een uur in de kelder.
Ze gaan tenslotte weer op het kantoor slapen. Om vier uur is er een zeer intensief granaatvuur. Het duurt
kort. Dit blijkt later de grootste schade in onze buurtschap te hebben aangericht. Mijn familie loopt 's nachts
nog wel eens van het kantoor naar de kelder. Alles loopt gelukkig goed af. 's Morgens heerst een verdachte
stilte. Het is niemand duidelijk hoe de situatie precies is. In onze omgeving zijn nog alleen Duitse patrouilles.
Ze plunderen overal en maken mensen onder bedreiging van revolvers brood en fietsen afhandig. Van de
fabriek is niets beschadigd. In onze Sprengen zijn veel granaten gevallen. Eikenbomen tot 40 centimeter
dikte liggen tegen de grond. Daarnaast zijn vele andere bomen beschadigd. In de wei van Melissen ligt een
dood veulen. Het is door een scherf getroffen. Het dier wordt later geslacht. Bij pension Eljo-Zamy en drie
omliggende huizen is grote ravage. Het glas wordt er met de bezem opgeveegd. Dakpannen liggen op de
grond. En huis heeft een voltreffer. De bewoners hebben de hele nacht in een dekkingsgat doorgebracht.
Dat gat lag niet ver van enkele stapels door de Duitsers achtergelaten munitie. In het nabij zijnde dennenbos
zijn ook veel granaten ingeslagen. De beheerder van het pension Eljo-Zamy probeert zich intussen als een
goed vaderlander voor te doen. Overal in hun omgeving ligt munitie waaronder landmijnen. De kisten zijn
door dennentakken gecamoufleerd. Mijn broer is 's nachts met vrouw en kind 300 meter verder naar de
boswachter Van Mourik gevlucht [Mettaweg 44?]) terwijl granaatsplinters tegen zijn huis ketsten en enkele
ruiten vernielden. In Ugchelen is de schade op twee punten nog groter. En kilometer van de fabriek zijn
een groot aantal treffers. Onze kruidenier K. Van Baak [Ugchelseweg 151] heeft wel de grootste schade.
Zijn woning met winkel kreeg gisterenmiddag al een voltreffer in de bijkeuken. De winkel werd vannacht
totaal verwoest. Vier omliggende huizen hebben ernstige schade en vele andere licht. En kilometer verder
(evenmin bij een kruispunt of ander doel) zijn ook veel granaten gevallen. Onze schoenmaker heeft er de
ergste schade. In Ugchelen zijn gelukkig geen mensen gedood of gewond. Luchtbescherming en brandweer
roepen de leden op om de getroffenen te helpen. Ik moet op een huis pannen leggen. De Duitsers beginnen
intussen in westelijke richting weer met kanonnen te schieten. Daardoor moeten wij het werk staken. Wij
horen in richting Apeldoorn (hoogstens 2 1/2 kilometer verder) enige ontploffingen. Daarna stijgen zwarte
rookwolken op. Ik vind later bij ons woonhuis nog vrij grote scherven.
Intussen komen de eerste burgers uit Apeldoorn. Zij allen zeggen dat wij bevrijd zijn. Geen van ons heeft
nog een Canadees gezien. Tankcolonnes trokken 's morgens al om 5.30 uur door Apeldoorn. De
Ondergrondse verspreidde overal oranje krantjes met de afbeelding van de Koningin en de vijftien verzen
van het Wilhelmus. In Apeldoorn is al grote feestvreugde. Politie en verzetsgroepen zijn druk bezig Duitsers,
NSB-ers en andere verraders te arresteren. Tot hen behoren de Ortskommandant, een Duits generaal en
burgemeester Pont. De echte burgervader Quarles van Ufford wordt juichend binnengehaald. Hij wordt op
de schouders van enkele jongelui het stadhuis binnengedragen. NSB-ers worden op een kleinerende wijze
naar de diverse gebouwen gebracht. Daar blijven zij gevangen. Grote tanks zoals wij ons niet kunnen
voorstellen staan op de Jachtlaan en Eendrachtstraat geparkeerd. Oom Gerrit gaat hierdoor lopend naar
Apeldoorn. Beekbergen is ook al bevrijd. Om tien uur komt een dertigtal Duitsers met drie stukken
antitankgeschut lopend in richting Apeldoorn voorbij. Zij zijn van handgranaten en pantservuisten voorzien.
De telefoon is weer in orde. Er wordt ons telefonisch gevraagd waar bij ons in de omgeving kanonnen staan
opgesteld. Wij geven een positie op. Er bevinden zich nog bovendien veel Duitsers op de Ugchelseberg. Zij
beschikken ook over kanonnen (zaterdag aangevoerd).
Ik kan om 11.45 uur weer bij T. Breller [Hoenderloseweg] naar de radio luisteren. Het toestel staat in zijn
schuilkelder. Later luister ik nog weer naar Radio Oranje (1 uur). Terwijl ik daarna naar huis loop wijzen
omwonenden me erop dat tanks in aantocht zijn. Het geratel is duidelijk vanuit richting Beekbergen te horen.
Wij staan nog even te praten tot n van ons tussen de bomen door vier tanks over de Keienbergweg ziet
rijden. We lopen allen naar de Hoenderloseweg. Iedereen komt het huis uit om de eerste tank het kruispunt
(Viersprong) te zien passeren. Er verschijnt echter niets.
We wachten nog een aantal minuten totdat een tank vanuit Apeldoorn nadert en hollen er naar toe. Enkele
burgers zijn bang en keren weer terug. Tenslotte gaat iedereen er toch naar toe. Op de Keienbergweg staan
vier tanks en op de Brouwersmolenweg nog veel meer. Het zijn huizenhoge gevaarten. Zoiets hadden wij
ons nooit voorgesteld. Bij het zien van deze stalen kolossen kunnen we ons niet ten volle realiseren dat we
bevrijd zijn. In tegendeel. Bij ons allemaal welt een gevoel op alsof we moeten huilen. Er is zelfbeheersing
nodig om dit te voorkomen. Dit gevoel keert voortdurend terug wanner wij nieuwe tanks zien voorbijkomen.
Lange kanonlopen steken uit de koepels van deze tanks. De soldaten delen enkele sigaretten uit. Echter
niet veel. Onder hen bevindt zich een Apeldoorner. Hij is enige jaren geleden naar Engeland ontsnapt. Zij
geven twee koperen hulzen (9,8 centimeter) aan de bevolking als herinnering. Motoren rijden door de
menigte die uit enthousiasme de hele weg verspert. Alle soldaten zijn zwartig door het stof van de weg. Een
eerste tank rijdt daarna in de richting van onze fabriek. Eerst volgen die van de Keienbergweg en later die
van de Brouwersmolenweg. De bevrijders worden overal luid toegejuicht. Ieder zwaait zoals hij kan. De
meeste met de zakdoek. De bemanning antwoordt met de V-groet. Intussen loop ik mee naar de fabriek. De
tanks houden nog even stil. Voor het hek sla ik nog een keer de grote gevaarten gade. De kanonnen en de
mitrailleurs blijven op de fabriek gericht. Ook als de weg een flauwe bocht maakt. Plotseling hoor ik mijn
naam roepen. Burgers doen het niet. Ik begrijp er niets van totdat n van de soldaten van een
gevechtswagen (ook wel Brenguncarriers genoemd) naar mij zwaait. Het is Tijs de Hartog, een Arnhemmer
die nog een maand in Ugchelen was gevacueerd. Hij wist in oktober naar bevrijd gebied te ontkomen. Ik
moet zijn moeder (vindt als evacu bij familie Melissen onderdak) waarschuwen. Hij zal bij de fabriek blijven.
Zijn moeder is zeer ontroerd als ik haar dit vertel. Alle overige huisgenoten hollen naar de Hoenderloseweg.
De ontmoeting van moeder en zoon is onbeschrijflijk. Er is ook een tweede Arnhemmer in Canadees
uniform bij. Beiden hebben 'Nederland Stoottroepen' op de mouw staan.
De tanks die enige honderden meters de Hoenderloseweg zijn opgereden keren al spoedig terug. Ze
draaien de Van Golsteinlaan (grintweg) in. Een deel rijdt de Wezenweg over om het bouwland van Melissen
te bereiken. Achter hen volgen gevechtswagens (alle op rupswielen). Het doel is niet duidelijk. Steeds meer
burgers stromen toe. Daaronder patinten uit het nabij zijnde sanatorium Caesarea. Velen knopen
gesprekken aan met de Geallieerde soldaten. Men spreekt onbewust meer Duits dan Engels. De beruchte
beheerder van pension Eljo-Zamy is ook van de partij en scheldt zo veel mogelijk als hij kan op de moffen.
Die zouden bij hem een paard met wagen hebben gestolen. Twee moffenmeiden dragen grote oranjelinten.
En van hen geeft de soldaten water. Ik geef n meid een klap in het gezicht en stel de soldaten van de
situatie op de hoogte. Haar vader klaagt later bij de politie of ik daartoe wel was gerechtigd. Hij krijgt een
passend antwoord en vertrekt zwijgend. Intussen komt de eerste gevangen Duitser aan. Hij loopt met de
handen omhoog. Wat een prachtig gezicht is dat. De vrouw van de beruchte pensionhouder zegt dat hij een
Fransman, zogenaamd uit Elzas-Lotharingen is. Hij moest bij het Duitse leger dienen. Dat zal wel! De mof
wordt in een tank meegenomen. Oom Gerrit is intussen uit Apeldoorn terug, echter op de fiets. Hij reed op
de Brouwersmolenweg (ongeveer n uur) toen de tanks er een haard van verzet met vlammenwerpers
opruimden. Daardoor werd een huis totaal verwoest. Het omliggende bos en struikgewas staat nog in brand.
Het is in Apeldoorn groot feest. Overal hangen al vlaggen. Na een kwartier keren alle tanks weer uit de
Wezenweg terug en rijden de Van Golsteinlaan verder op. Terwijl dit gebeurt, vormt zich een colonne met
voorop tanks en daarachter de gevechtswagens met de stoottroepen. Andere colonnes sluiten hierop aan.
Deze stonden al lange tijd voor de fabriek geparkeerd. Hiertoe behoren gevechtswagens, amfibietanks,
ducks en jeeps. Daartussen bevinden zich weer tanks van zwaar en middelzwaar type en lichte tanks met
vlammenwerpers (vrij groot aantal). Deze laatste zijn aan het reservoir te herkennen. Intussen cirkelt een
verkenningsvliegtuig laag rond. Mijn neef en ik gaan daarna op de fiets naar Apeldoorn. Het rijdt nog steeds
met auto's door. Meestal op een onderlinge afstand van tien meter. Wij moeten voortduren voor de
juichende menigte uitwijken. Deze slaat de massale gemotoriseerde colonnes gade. Dat is eens iets anders
dan Duitse huifkarren met gestolen paarden ervoor! We zien onderweg het bos branden waarover oom
Gerrit sprak. Langs de Brouwersmolenweg liggen twee verbrande Duitse auto's en n stuk antitankgeschut
(8,8 centimeter). Mijn neef bemachtigt onderweg nog een tiental sigaretten. We zien bij Van Gelder de
eerste vlaggen wapperen. Het rijdt intussen nog steeds door. De colonnes komen van de Eendrachtstraat.
Wij slaan de Brinklaan in. Op de Eendracht is grote schade door het inslaan van granaten. Er is geen
menselijk letsel. De terugtrekkende moffen zijn er 's morgens een groot huis binnengegaan en hebben alle
voorraden meegenomen.
Men heeft al in vele straten van Apeldoorn versieringen aangebracht. Als we familie ontmoeten is het eerste
elkaar met de bevrijding te feliciteren. Daarna vertelt een ieder van zijn wederwaardigheden. Door het
pakhuis van de firma Van Gerrevink is n der hoeken een granaat geslagen. Deze heeft weinig schade
aangericht. De moffen hebben in de afgelopen nacht met kruiwagens (zij beschikken niet meer over
vliegtuigen) in verschillende delen van Apeldoorn strooibiljetten verspreid. Ik krijg twee soorten. En drukt
twee telegrammen van het Britse Ministerie van Oorlog af. Het tweede pamflet is ook in het Engels gedrukt.
Wij blijven kort bij oom Reinier. Mijn tante heeft een snee Canadees wittebrood gekregen.
Zij geeft een klein stukje. Het is net cake en sneeuwwit. Op enkele straten staan mensen geduldig te
wachten. Zij weten zelf niet waarop. Er gaan namelijk geruchten dat Prins Bernhard Apeldoorn om 3.30 uur
zal bezoeken. Genietroepen zijn op de Deventerstraat bezig de brug over het kanaal te versterken. Alles
speelt zich binnen een kwartier af. De nieuwe verbinding bestaat uit een geheel ijzeren geraamte. Terwijl wij
er zo staan te kijken wordt er een telefoonlijn door een vrachtauto gelegd. Het verkenningsvliegtuig cirkelt op
dat moment boven het kanaal. Overal is veel verwoest. Vooral langs de wegen naar Deventer en Zutphen.
Twee uitgebrande tanks staan aan de overkant. De grote gashouder [kanaal hoek Deventerstraat] is niet
meer te herkennen. Grote stukken plaatijzer liggen inngedrukt op de grond. Vele schepen liggen half
onder water door de vernielingen. Een hijskraan is helemaal verwoest. Op straat ligt veel glas en puin. De
grootste schade is echter in de Molenstraat. Deze is zo vernield omdat Duitse kanonnen van daaruit op de
Canadezen schoten. Op zeker moment regende granaten en bommen op deze huizen. De meeste zijn tot
de grond afgebrand of ingestort. Daarbij komt dat er nog overal mijnen liggen. Vervolgens fietsen we naar
het station. Alles is er door de grote schade aan de rails afgezet. Er is ook sprake van mijnen. Dit schijnt op
dat moment onderzocht te worden. Daarop gaan we weer terug naar huis. De schade bij onze schoenmaker
is groter dan we ons voorgesteld hebben. De hoogspanningskabels zijn vernield en liggen over de
Ugchelseweg.
Bij de Viersprong zien we dat een grote colonne auto's (allerlei soort, waaronder zware tanks) vanaf de
Keienbergweg de Brouwersmolenweg inslaan. Enkele auto's rijden de Mettaweg op. Ze sluiten zich bij de
groepen aan. Deze hebben op het bouwland van J. Luitjes [Mettaweg 18] en Melissen [Mettaweg 37]
intussen 20 kanonnen (7,5 centimeter) hebben opgesteld. Alle lopen zijn naar Hoog Buurlo gericht. Er liggen
al telefoonkabels langs de weg. In richting Radio Kootwijk woeden twee grote branden. Een derde rookzuil
stijgt boven Hoenderloo op. Radio Oranje spreekt nog over zware gevechten in Apeldoorn. Er bieden delen
van vier Duitse divisies tegenstand. De weg Arnhem - Zutphen is in Canadese handen. En tankspits rukt
vanuit Otterlo op, snijdt de weg Amersfoort - Apeldoorn af en dringt door tot tien kilometer van Harderwijk
(waarschijnlijk Putten). Tot de 1600 gevangenen op de Veluwe behoren een majoor en 30 leden van de
'Hollandse' SS. Nu Ugchelen bevrijd is is er een einde gekomen aan alle verraad. De politie en leden van de
verzetsgroepen maken 's middags om 2.30 uur een begin met het arresteren van NSB-ers en
moffenmeiden. Zij worden allemaal naar de Openbare School overgebracht. De verzetslieden (zij dragen
een oranje armband met het woord Oranje) beschikken al over motoren, karabijnen, stenguns enzovoort.
NSB-ers willen zich op twee adressen eerst niet melden. Daardoor moet in de lucht worden geschoten.
Twee moffenmeiden zijn eerst onvindbaar. Ze komen tenslotte uit een kast te voorschijn. Om 4.30 uur komt
de beheerder van het beruchte pension Eljo-Ramy met zijn oudste zoon voorbij. Zij lopen onder bewaking
van een verzetsman hard met de handen in de nek. Zij krijgen van alles van de burgerij te horen. En spuwt
hen in het gezicht. Tien minuten later volgt de dochter met de tweede zoon. Ook in looppas met de handen
in de nek. Daarna volgt zijn vrouw echter zonder bewaking. Zij wordt door ons groepje (we staan bij het
fabriekshek) hartelijk ontvangen. De zuster van wijlen dokter Duuring knipt goed wat haar van haar hoofd.
Een ander trekt haar kleding gedeeltelijk kapot en zegt dat dit gestolen goed van de joden is. Zij gaat met de
nodige klappen in haar gezicht en tegen haar lichaam onder begeleiding naar de school. Zij krijgt onderweg
nog eens een flinke trap van een voorbijganger. Ze wordt bij de school onder honend gelach door de
mensenmenigte begroet. Lang niet alle NSB-ers of moffenmeiden zijn thuis gevonden. De voornaamste
zitten echter in de school.
Intussen komen uit richting Hoenderloo twaalf Duitsers. Ze zijn door de Canadezen gevangen genomen. Na
zes uur begint het grote feest. Alle meiden worden in het openbaar voor de school kaalgeknipt. Twee
kappers zijn druk bezig 15 personen van hun haardos te ontdoen. Daarna gaat er n met de teerpot rond
en schildert iedere meid een hakenkruis op het hoofd. Enkele krijgen er nog een snor en een baard bij.
Menigeen krijgt bovendien hevige klappen in het gezicht. Daarna moeten allen samen door Ugchelen lopen.
Daarna worden ze vrijgelaten. Oorlogsmisdadigers zoals de beheerder van Eljo-Zamy blijven gevangen.
Intussen vertrekken alle auto's en kanonnen van het bouwland van Luitjes en Melissen. Wij horen in richting
Hoog Soeren artillerievuur. In Ugchelen staan overal groepjes auto's geparkeerd. We zien op n punt een
kraanwagen met een aanhanger die over 16 wielen beschikt. Deze kan minstens 50 ton vervoeren en is
waarschijnlijk bestemd voor vervoer van zware tanks. En auto beschikt over een radio. De hele omgeving
komt er om 8.15 uur naar Radio Oranje luisteren. Het hele heideveld bij de Ugchelseberg staat door
ingrijpen van vlammenwerpers tegen een daar opgesteld kanon in brand. De vlammen zijn zelfs bij de
Openbare School te zien. Om 9 uur passeren een groot aantal vrachtauto's van de ravitaillering en rijden de
Van Golsteinlaan op. Wij horen 's avonds nog al eens zware ontploffingen in westelijke richting. Er zou een
felle strijd woeden bij Kootwijk. Om elf uur passeert en vrij grote formatie bommenwerpers op weg naar
Duitsland.
BLOEM. De 17e zijn de hier verblijfhoudende Canadezen en ook de Rode Kruispost verder getrokken naar
Apeldoorn. De volgende dagen een af en aanrijden van wagens.
MOERMAN. Half zeven op. Wordt toegeroepen dat we vrij zijn en dat de Canadezen op de markt zijn.
Liggen inderdaad op schuilkelder op de markt. Met Mien rond 9 uur naar het kanaal. Zien daar een
Baleybrug maken. In drie kwartier door rond 70 man het hele frame klaar en op de plaats. NSB-ers
opgehaald en Duitse gevangenen. Zien 's middags op het Loo Schotse pijpers met doedelzakken. Hele dag
eindeloze colonnes de Regentesselaan in naar het noorden.
KRANT (van 29-04-1995). De 17e april 1945 begon nog wel zo feestelijk. Feite Bongaarts herinnert zich de
dag als gisteren. Een buurvrouw had hen in de vroege ochtend - terwijl het gezin nog in de kelder verbleef verteld dat Apeldoorn was bevrijd. Gezamenlijk zag het gezin de bevrijders Apeldoorn binnentrekken. Voor
het eerst kregen de kinderen Bongaarts een reepje chocola. In de middaguren kleedde moeder de kinderen
netjes aan en toog het gezin, dat aan de Sikkellaan woonde, goed geluimd naar het centrum van het dorp.
Daar viel vast wel het nodige te beleven. En dat klopte. Feite ziet nog de NSB'ers die werden opgebracht,
evenals de vrouwen die een verhouding hadden gehad met een Duitse militair. "Die vrouwen waren kaal
geschoren, hadden een hakenkruis op het hoofd geschilderd gekregen. Uit pure schaamte trokken zij hun
rokken over het hoofd. Zodoende liepen zij in hun onderkleding. Ze werden uitgejouwd en nagewezen. Het
was hun eerste veroordeling. Iedereen vond het mooi om er naar te kijken. Een sensatie. Tegen half vier
maakte het gezin Bongaarts aanstalten om weer naar huis te gaan. Feite vertelt: "Mijn broer Johan liep nog
even naar de Stationsstraat. Daar werden vlaggetjes uit gedeeld. Met rood/wit/blauw exemplaar rende hij
over de schuilkelder weer in onze richting". Toen sloeg het noodlot toe. In de ingang van die schuilkelder
verscheen een Canadese soldaat. Met zijn mond haalde hij de pen uit een handgranaat en wierp het
projectiel vervolgens tussen het publiek. Vader Bongaarts zag het gebeuren. Hij riep: 'Lopen jongens', in
een poging het dreigende onheil te voorkomen. Feite: "Ik draaide me om naar mijn vader. Op dat moment
klonk een vreselijke knal. Een scherf schampte mijn borst. Johan stond slechts een meter van de ontploffing
en kreeg de volle laag. Door de paniek die volgde raakten we de anderen kwijt. Moeder en ik liepen in de
richting van de Marktstraat. Ik zag dat ze gewond was. Haar linkerarm hing er slap bij. Die was gebroken en
er zat een scherf in. Bovendien ontdekte ik dat ik zelf enorm bloedde op mijn borst. In de Marktstraat zijn we
opgevangen door mensen van de EHBO. Die hebben ons in de inham gelegd. 'Eerst die jongeman' hoorde
ik nog. Daarna ben ik bewusteloos geraakt.
Mijn broer en ik zijn op ladders gelegd en met de cabriolet naar het ziekenhuis gebracht. Daar is Johan de
volgende dag - 's morgens om acht uur - overleden. Ik heb hem nog gezien. Zijn hele lichaam zat vol met
scherven". Zelf onderging Feite een operatie. Ook vader Johan en dochter Liesje hadden ontelbare
scherven in hun benen. Broer Martin kwam er met een enkel schrammetje van af. Vader Bongaarts vroeg
de volgende dag informatie bij de politie. Daar kreeg hij te horen dat 19 mensen bij het ongeval betrokken
zijn geweest. Ook hoorde hij dat het ging om een dronken soldaat die zelf ook zwaar gewond raakte. Feite:
"Maar later hebben we daar niets meer van vernomen. Ik denk dat er in die hectische tijd geen procesverbaal is opgemaakt. Nergens in de archieven of waar dan ook is iets terug te vinden van het ongeval. Ik
weet geen naam van die Canadees. Misschien is hij toen ook wel overleden". De oplossing van de
gebeurtenissen ligt mogelijk verborgen in Canadese archieven. De militaire politie heeft vermoedelijk de
zaak wel uitgezocht
POLITIE. 07.00 voormiddag. G. van Reekum wonende Looseweg 162 doet aangifte dat gisteravond
omstreeks 8 uur een persoon in Duits uniform en een aantal andere personen (burgers) een roofoverval
hebben gedaan in zijn huis. Onder bedreiging met vuurwapens hebben zij alles van waarde meegenomen
zoals zilverwerk, kleren enzovoort. Hij verzoekt onderzoek.
09.00 uur. Door de heer Gongrijp aan de Jacobastraat werd aan het bureau gebracht een blindganger die hij
in de Ruiterstraat heeft gevonden. Gedeponeerd in de tuin achter het recherchegebouw.
21.30 uur. Door de Officier van de Engelse inlichtingendienst is iemand in kamer 15 ingesloten. Woensdag
18 april wordt hij opgehaald door bovengenoemde officier.
22.00 uur. In bewaring in Cel 1: 12 Duitse militairen.
STERKEN. Tot 03.00 uur op 17 april waren alle compagnien die aan het kanaal lagen betrokken bij
vuurgevechten vanaf de overzijde tot het moment waarop het vijandelijk vuur plotseling stopte! Vr dat een
verkenningspatrouille kon worden uitgestuurd om de reden hiervan te ontdekken meldden 2 leden van de
Nederlandse Ondergrondse aan commandant van de C-compagnie RCR dat de Duitsers zich uit de stad
hadden teruggetrokken. De identiteit van deze twee partizanen werd op de bataljonscommandopost (Tac
HQ) gecontroleerd en bevestigd. Daarna gaf de Brigadestaf toestemming om het kanaal met de infanterie
over te steken.
Dit is dus de bevestiging van Canadese zijde van het optreden van de 2 Apeldoornse verzetstrijders zoals
beschreven is in het boekwerk Ik draag u op. Even tevoren had een verkenningspatrouille van de via de
sluis overgestoken C-compagnie 2 Duitsers krijgsgevangen gemaakt. Deze waren in het bezit van
springmiddelen om de sluis op te blazen. Om 04.30 was de C-compagnie van RCR aan de overzijde van het
kanaal bij de Deventerbrug direct gevolgd door de A-compagnie. Deze stootte meteen door naar de markt.
Hierop volgde meteen het bataljon 48th dat met het zuiveren van de Parkenbuurt begon om voorlopig te
eindigen bij Paleis het Loo. Het bataljon HPE overschreed het kanaal bij de Loobrug waar gedurende de
nacht een brug was geslagen. Het bataljon arriveerde om 09.30 bij het Paleis Het Loo. De 1e Brigade zette
zijn opmars langs de Amersfoortseweg richting Nieuw Milligen in de namiddag voort. Ook hier moesten
langs deze weg nog enige hardnekkige weerstanden van de Duitsers worden opgeruimd. Vele Canadese
eenheden maken in hun verslaglegging melding van de enthousiaste wijze waarop de bevolking van
Apeldoorn hen ontving. Enkele citaten: "Het leek wel of de gehele bevolking uitgestroomd was om met
vlaggen te wuiven, we werden massaal toegejuicht en natuurlijk werd om sigaretten gevraagd. De stad is
bijzonder mooi en helder en heeft nauwelijks geleden van oorlogsvernielingen." "Om 12 uur trokken we
Apeldoorn binnen; de inwoners waren bijna hysterisch van opwinding." "Het was moeilijk om door te gaan
terwijl duizenden bevrijde inwoners de straten versperden en bloemen over ons uitstrooiden. Een knappe
soldaat moest zijn geweer gebruiken om de meisjes van het lijf te houden. Vele kussen van meisjes werden
op de wangen van onze jongens gedrukt."
BRANDWEER. - Half n. Een geweldige explosie in westelijke richting. Dan een vuurzee boven de bossen
uit. De moffen hadden het munitielager in Hoog Soeren in brand gestoken. De ene explosie volgde de
andere op. Ik heb nog nooit een dergelijk mooi schouwspel gezien. Het vuurwerk van Scheveningen was er
niets bij. Duizenden vuurpijlen in allerlei kleuren vlogen de lucht in. Tegen twee uur behoorde ook dit weer
tot het verleden.
- Om drie uur kwam uit de richting van het Kanaal hevig mitrailleurvuur dat zich naar mijn gehoor in de
richting van het Marktplein verplaatste. Even later werd het stil en bleef het stil. Een beetje benauwend stil!
Wat zou er aan de hand zijn?
- Om zeven uur merkten we het. We waren bevrijd. Het was haast niet te geloven. Ik had het mij heel anders
voorgesteld. Zoals het nu gegaan was is het voor Apeldoorn en haar bewoners het beste geweest. Waarde
vrienden, ik hoop niet dat ik jullie al te veel met de opsomming van mijn belevenissen met de brandweer heb
verveeld, maar ik heb getracht jullie een overzicht te geven van de meeste belangrijkste gebeurtenissen op
dit gebied.
Rondom Arnhem staat een politiekordon die niemand doorlaat. Van Velp zou 60% zijn verwoest. De schade
in Arnhem moet nog groter zijn. Het kruispunt bij Woeste Hoeve is zwaar gebombardeerd. De dijk in de weg
naar Loenen is geheel verdwenen. Drie bulldozers zijn er bezig. Zij drukken de bomen opzij en scheppen de
[bom]kraters vol met zand. Alles verloopt vrij snel. Langs de Arnhemseweg zijn overal linten gespannen
door de landmijnen. De hei bij Deelen is helemaal afgebrand. Overal langs de wegen ligt munitie of
weggegooid Duits materiaal. Er wordt een begin gemaakt met de schoonmaak van ons huis. Mijn ouders
slapen de komende nacht nog alleen in de woning. De schoonmaak moet grondig. Het is een grote rotsooi.
Om 11.30 uur komt een groot aantal auto's. Daaronder rijden zware tanks uit richting Beekbergen een
gedeelte van de Brouwersmolenweg over. Ze slaan de Hoogbuurloseweg in. De beheerder van het pension
Eljo-Zamy en andere beruchte NSB-ers worden van de Openbare School naar het Gesticht in Hoenderloo
overgebracht.
Om n uur passeert via het zuiden een grote formatie bommenwerpers in richting Duitsland. Er is 's
morgens over de weg naar Hoenderloo weinig verkeer. Het neemt 's middags toe. Om 1.30 uur komt een
grote colonne auto's voor het merendeel reparatietroepen in richting Hoenderloo voorbij. Tien vrij grote
wagens van het Rode Kruis rijden achter deze groep. En van de Canadezen gooit me een plak chocolade
toe. We weten niet wat we proeven. Zo lekker is het! Zoiets kenden we niet meer. Mijn neef en ik gaan
daarna op de fiets naar het bos. De Duitsers hebben er zoveel achtergelaten. Onderweg komt een nieuwe
colonne auto's ons achterop. Eerst zijn het jeeps met motoren. Daarna weer grote wagens. Zo nu en dan
met pantserwagens ertussen. Alle vrachtauto's hebben in de cabine een deksel [in het dak]. Enkele zijn
open. In dat geval staat er een soldaat in. Deze kan een machinegeweer (op het cabinedak gemonteerd)
bedienen. Een tiental auto's trekken zwaar veldgeschut. Ook deze zijn weer veel solider dan de Duitse. Op
de Ugchelseberg staat een stuk Duits geschut (8.8 centimeter). Het is door de moffen zelf vernield. Overal
ligt munitie zoals geweerpatronen, handgranaten, pantservuisten en landmijnen. Deze zijn alle
achtergelaten. Langs de weg zijn kleine stellingen (door loopgraven verbonden) gemaakt. Tien meter verder
liggen enkele rollen dikke kabels. Het heideveld is totaal afgebrand. Ruim 200 meter verder staat nog een
zelfde kanon. Alle granaten zijn verschoten. De loop is vernield. Ook daar ligt veel munitie. Langs het
fietspad ligt een dunne kabel die we oprollen. Intussen passeert een nieuwe colonne auto's ook in richting
Hoenderloo. Naast de vele wagens van het Rode Kruis zijn het uitsluitend lichte auto's. Wij rijden door en
slaan de weg naar de Waterberg in. Er liggen overal resten van Duitse wagens. Op een hoek staat een
bandenwagen. Deze moet door paarden worden getrokken. Vele burgers zoeken al tussen de rommel.
Overal ligt papier. Verder acht geweren en vele gasmaskers. Zo lopen we er enige tijd te zoeken tot twee
jongens met een oranjeband verschijnen. Wij moeten verdwijnen en mogen niets oprapen. De krik die ik al
op de fiets had gebonden moet er weer af. We ontmoeten daarna op de grote weg weer een grote colonne.
Voorop rijden tien zware tanks gevolgd door jeeps en enkele pantserwagens. Daarna gaan we het
Ugchelsebos in. Daar blijkt nog veel meer te liggen. De verzetslieden (Ugchelen) zijn niet vervelend zoals op
de Noordweg. Daar speelt Hoenderloo de baas. Zij vinden het niet erg wanneer men iets opraapt. Burgers
zoeken overal de resten na. Er liggen veel kisten met munitie. Daaronder 8,8 centimeter granaten,
pantservuisten, handgranaten en patronen. Daarnaast liggen helmen, gasmaskers en vele zakboekjes van
de soldaten. De meeste geweren zijn kapot. Men vindt in een keukenwagen nog het n en ander zoals een
zak gort, pakjes kruiden en briketten. In twee dozen zit nog onbekende munitie. Het ne bevat flesjes met
gele vloeistof (misschien picrinezuur) en een dop met tijdontsteking. Het doet dezelfde dienst als een
handgranaat. Een andere kist zit vol met plaatjes. Zo te zien karton. Volgens de gebruiksaanwijzing
ontploffen deze in aanraking met vuur. In deze bossen zijn 's morgens loslopende paarden gevonden. Wij
ontdekken tussen een hoop rommel opeens een anodebatterij. Deze schijnt nog weinig gebruikt te zijn. Iets
verder zijn mensen aan het rapen. Er ligt rogge en een groot aantal schoenspijkertjes. Er ligt ook een groot
stuk vlees. Het is zwart van de vliegen. Wij rijden weer verder en vinden nog drie anodebatterijen. Daarop
fietsen we een smal bospad in omdat de NBS bezig is op de Oude Barnevelderweg het n en ander in te
laden.
De BBC deelt mee dat Apeldoorn is bevrijd. Het Paleis op Het Loo is onbeschadigd maar leeggeplunderd. In
Ugchelen worden 's middags beide moffenmeiden opgepakt en kaalgeknipt. NBS arresteert bovendien twee
Duitse soldaten en een NSB-er uit Arnhem. Het spoorwegpersoneel moet zich deze dag melden. Een lid
van de Wolfsangel (ondergrondse NSB) zou in Apeldoorn twee Canadese officieren hebben
doodgeschoten. De dader zou zijn gefusilleerd. Op het bord bij de Openbare School [Hoenderloseweg 2]
zijn drie aanplakbiljetten aangebracht. Het ne is een proclamatie van de Koningin. Daarin wordt over onze
bevrijding, de onderwerping aan Militair Gezag en de spoedige terugkeer van het vorstenhuis gesproken. De
tweede is een proclamatie van generaal Eisenhouwer. Daarin raadt hij ons aan op het Geallieerde
opperbevel te vertrouwen en mee te werken door de normale arbeid te hervatten. Het derde kondigt een
spertijd (zogenaamde avondklok) van 20 - 7 uur aan. Deze wordt echter later veranderd in 22 - 5 uur.
Daar staan nu de onoverwinnelijke Duitsers. Leden van een 'Herrenvolk'. Ze weten niet hoe onderdanig
mogelijk men kan doen. Ik hoor in richting Hoog Soeren ontploffingen. Waarschijnlijk opblazen van munitie.
Kanonnen bulderen in richting Elspeet.
Om zes uur passeert via het zuiden een grote formatie bommenwerpers richting Engeland. Canadese
troepen bevrijden Harderwijk, Ede en Wageningen. Radio Oranje geeft bijzonderheden over de bloedige
slag bij Otterlo. Beide partijen telden duizend man. De vanuit Harskamp oprukkende Duitsers drongen in
Otterlo binnen. Vlammenwerpers beslisten de strijd. De vijand verloor 400 doden en 250 gevangenen.
Arnhem is zwaar beschadigd. Alle grote gebouwen zijn verwoest. Er bestaat geen binnenstad meer.
Apeldoorn is weinig beschadigd. De grootste vernielingen vindt men ten oosten van het kanaal. Mijn neef
Henk weet deze dag in Velp te komen. Hij brengt er een bezoek aan onze familie. Zij zijn even voor het
zware artillerievuur uit hun huizen gejaagd en vertoefden elders in Velp. Het huis van mijn neef heeft een
granaattreffer maar het is nog bewoonbaar. De reis naar en terug van Velp verloopt niet zonder
moeilijkheden. Henk wordt op de heenweg vijf maal aangehouden en moet zijn doel zeggen. Het fietsen
vanaf Dieren is moeilijk (iedere vier seconden passeert een auto) omdat de helft van de Middagterallee is
opgeblazen. De zware beuken zijn naar de berm geschoven en liggen over de landmijnen. Scherven liggen
overal. In de weg zitten veel granaattrechters. Enige Duitsers houden zich nog steeds in de omgeving van
Ugchelen verscholen. Hieronder bevinden zich minstens 20 leden van de 'Hollandse' SS Een grote formatie
bommenwerpers komt na 9.45 uur recht over in richting Duitsland. Het geronk houdt tien minuten aan.
POLITIE. 00.30 uur voormiddag. Door enige Engelse soldaten is aan het bureau gebracht een Duitse
soldaat en ingesloten in Cel 2. Wordt door hen op 20 april opgehaald.
08.00 uur. G.H. Schurink wonende Hoenderparkweg 7 doet aangifte dat in zijn woning die door granaatvuur
was getroffen diefstal is gepleegd. Hij kan er dus niet meer wonen en verzoekt 's nachts toezicht.
10.00 uur. Doet G.J. Buisman wonende Hoenderparkweg 43 aangifte van beroving van geld enz. van zijn
zoon die tijdens de beschieting is overleden.
14.00 uur. De heer Hageman (blokhoofd LBD) heeft in de afgelopen nacht op heterdaad enkele personen
betrapt toen zij bezig waren een perceel aan de Loseweg 162 te plunderen. Dit perceel werd voorheen
bewoond door een NSB-er. De daders namen de vlucht met achterlating van de ontvreemde goederen.
Deze goederen zijn door Hageman meegenomen en opgeslagen in zijn woning. Hageman verzoekt of de
politie deze goederen wil overnemen.
Thans wacht me nog een groot werk, namelijk het overschrijven in bijzondere boeken, hetgeen ik hoop te
volbrengen. Deze speciale boeken kunnen worden gelezen.
POLITIE. Capt. V.P. Birch, Chef van de Field Security, App'n, vordert hierbij dat alle vreemdelingen van
Duitse nationaliteit waaronder begrepen alle Rijks-Duitsers, Sudeten-Duitsers, Oostenrijkers, Hongaren en
andere personen behorende tot een nationaliteit die met de geallieerden in oorlog zijn zich met hun
paspoorten melden aan het bureau van politie te Apeldoorn, afdeling Recherche, Deventerstraat 23 tussen
9 en 12 uur en 14.00 en 17.00 uur.
20.15 uur. Weduwe Pol wonende Molenstraat 93 heeft het lijk herkend van de 17 jarige Miep de Vries
wonende Molenstraat 91. De moeder en broers van dit meisje zijn allemaal gewond en liggen in het
Seminarie. Genoemd meisje is tijdens de beschieting om het leven gekomen.
De 20e hebben de Duitsers de Hollandse waterlinie weer in actie gezet en tevens de Afsluitdijk op 20 meter
doorschoten. De 22e hadden de Tommies Amersfoort nog niet bezet. Afgebrande huizen hier van Johan
Menkveld, v.d. Alforst, weduwe Menkveld, Antoon te Winkel en Gerrit Hartgers. In de Withagen van Karel
Dolman en de gebroeders Pelgrim. In de Wilpse Achterhoek van Jan Wichers Schreur, Antoon Elders (half
afgebrand), Frans Bergman, Jan Streppel-Kophof, Jan ter Mate, Gradus de Haan, Jan Roes, Jan Borgonje,
Hein Borgonje, Teunis Keurhorst, Dirk Klomp, Willem Hagen, Bernhard Klunder, Bussink-Vrijland en G.
Sprengeman. Hiervan zijn een gedeelte op last van een Duits officier in brand gestoken toen ze terug
moesten trekken. Deze officier is gevangengezet bij de fabriek van Linthorst, 2 dagen tentoongesteld en is
toch doodgeschoten. Direct na het wegtrekken van de Canadezen staan de manschappen van de
ondergrondse klaar om de NSB-ers op te halen en in gebouwen vast te zetten nadat ze eerst door het
publiek bespot en beschimpt zijn.
MOERMAN. Hele nacht en zondagmorgen lange colonnes richting Deventer. Honderden tanks. Wat
betekent dat? Regenachtig en koud. De serre lekt.
POLITIE. 10.30 uur voormiddag. L.J. Haarman wonende Nijbroekseweg 41 geeft kennis dat een
boerenwagen die door de Duitse Weermacht was gevorderd is blijven staan. 20.00 uur. Uit het massagraf
op 'Heidehof' te Ugchelen zijn 25 en 26 april 19 lijken opgegraven, gekist en opnieuw ter aarde besteld. Een
aantal zijn gedentificeerd. De lijken verkeerden in verregaande staat van ontbinding zodat foto's en
vingerafdrukken niet genomen konden worden. De op de meeste lijken gevonden goederen en voorwerpen
wettigen de hoop dat de meeste lijken, ondanks de toestand waarin zij nu verkeren, toch gedentificeerd
kunnen worden. De opgraving en identificatie wordt voortgezet. De Rechercheur S. Adema.
VAN HOUTUM. Het postverkeer in de bevrijde Nederlandse provincies is weer normaal. De hele dag is er
druk verkeer in richting Apeldoorn. Wij zien naast de auto's voor de ravitaillering ook veel gevechtswagens.
BLOEM. Deze week hebben de Tommies pakketten met levensmiddelen uit willen gooien maar doordat de
Duitsers de v1iegtuigen niet met rust wilden laten is dit weer stopgezet. In Rotterdam zou de zwarte pest zijn
uitgebroken. In Amsterdam zat 20% van de mensen onder de luizen.
MOERMAN. Weer inbraak aan de Jachtlaan. Hitler zou stervende zijn.
De hele dag trekken transporten Duitse krijgsgevangenen door Apeldoorn. Zij komen vanuit Amersfoort en
gaan naar het oosten. Een colonne amfibiewagens passeert tussen 5 en 6 uur Beekbergen in richting
Apeldoorn. 's Avonds is er een levendige ruilhandel tussen de Schotten en burgers. De soldaten zijn gek op
verse eieren. Zo bijvoorbeeld geeft n ruim een pond thee voor vijf eieren. Zij verruilen voorts zalm,
sardientjes, smeerkaas, wittebrood en natuurlijk sigaretten. Om tien uur is er een vreugdevuur op de
Hoogbuurloseweg. Schotten en burgers hossen mee.
VAN HOUTUM. 's Morgens passeert een groot aantal particuliere vrachtauto's met meel in richting
Hoenderloo. De hele middag en avond komen Britse viermotorige bommenwerpers (niet in formaties, altijd
alleen) recht over in westelijke richting. Zij vliegen laag. De cirkels zijn vaak goed te zien. Men viert in
Apeldoorn de Vrijheidsdag. Canadese en plaatselijke verenigingen zorgen voor muziek. Enkele corpsen
marcheren door de straten.
richting over Ugchelen. Een burger uit Rotterdam krijgt van de Schotten op de fabriek eten. Hij heeft
vergunning naar Steenwijk te reizen. Bij de fabriek worden twee personen gearresteerd. Zij hebben geen
papieren en gaan onder geleide naar de kazernes. Zij worden onderweg voor landverraders enzovoort (nog
niet bewezen) uitgescholden. De Schotten vertrekken dinsdag of woensdag aanstaande naar het gebied
Bremen - Hamburg.
de bonnenlijst voor Apeldoorn worden de rantsoenen voor aardappels vier kilo, peulvruchten 125 gram,
suiker 250 gram (alleen voor kinderen), kaas 100 gram en huishoudzeep 112 1/2 gram. Het rantsoen dadels
wordt op 200 gram vastgesteld. De post bezorgt 's middags twee brieven uit Amsterdam en Heiloo. Deze
waren nog voor de bevrijding (begin april) geschreven. 's Avonds om 10.15 uur passeert een lange colonne
vrachtauto's en gevechtswagens in richting Hoenderloo. Het gaat een uur door.
De kraanwagen vertrekt na drie uur weer. Wij ontvangen 's middags een brief van de familie uit Amsterdam.
De Canadezen doen alle moeite de burgers weer zoveel mogelijk levensmiddelen te verschaffen. Wij zijn via
kennissen in Apeldoorn in de gelegenheid een pakket naar de familie in Amsterdam te zenden. In de stad
heerst voornamelijk gebrek aan brood. Wij doen dan ook een wittebrood in het pakket. Dit is afkomstig van
de Schotten. In tegenstelling tot de radioberichten komt echter 's middags een vrij lange file auto's met
Duitse officieren door Apeldoorn. Deze slaan de weg naar Deventer in. Zo nu en dan rijdt een Canadese
pantserwagen tussen de Duitse auto's. Tot onze grote verwondering komt 's middags om vijf uur mijn neef
Jaap (uit Arnhem naar Heiloo gevacueerd) per fiets aan. Zijn doel is een vergunning voor Arnhem te
verkrijgen en de rommel in hun huis op te ruimen.
's Morgens komen de ouders van Elsje bij mevrouw Jonker. De ontmoeting is nog wat vreemd. Het
glasprobleem in ons land wordt door enkele zaken opgelost. Een kartonfabriek in Eerbeek maakt in platen
karton ronde gaten en plakt hierachter scherven glas die het onder andere van de gemeente Arnhem krijgt.
Een andere fabriek maakt kunstglas. Het is wel doorschijnend maar niet doorzichtig. Generaal Crerar
bevindt zich op het kasteel Sint Hubertus (tussen Hoenderloo en Otterlo). Het is een ontspanningscentrum
voor hoge officieren. Er gaan geruchten het oude museum op de Hoge Veluwe op te bouwen. Daarvan
liggen alle stenen ter plaatse onder het stuifzand. De bedoeling is onbekend. Het zal verstandiger zijn eerst
Arnhem op te bouwen.
Moge de gedachten aan hen ons steeds inspireren tot lofwaardige vervulling van onze plichten als politie
ambtenaar en steun aan hunne nagelaten betrekkingen.
Een geordende maatschappij dient hersteld te worden. Een stevig staatsgezag is voor de reconstructie van
ons maatschappelijk leven een noodzakelijkheid en hierbij is een betrouwbaar beleidvol en krachtig
politiecorps een onmisbare schakel. Veel in ons land is uit het lood geslagen. Veel mensen hebben bij
herhaling daden gedaan die eigenlijk niet toelaatbaar waren maar noodzakelijk leken door de
omstandigheden van de bezetting en grote moeilijkheden die daarmede samenhingen. Het zal soms moeilijk
blijken die personen te doen breken met die verkeerde gewoonten die tijdens het nu geindigde regiem
ingang hebben gevonden en niet als strafwaardig werden beschouwd. De Nederlandse politie heeft ten
deze mede een taak te vervullen! Met onbevangenheid, trouw en plichtsbetrachting moet de politie die taak
vervullen. Handhaving van wetten en wettelijke verordeningen is noodzakelijk. De zorg voor handhaving van
de openbare orde, rust en veiligheid is mede een allereerste plicht!
Daarom moeten wij onze taak weer opvatten met een groot gevoel van verantwoording voor het werk dat
aan ons is toevertrouwd. De politie is de paladijn [beschermer] van de Overheid! Ieder van ons moet op de
plaats waarop hij is gesteld in het politiecorps van de gemeente Apeldoorn daarom steeds en overal zijn
werk doen met grote toewijding. Maar ook met lust in de arbeid! Dat geeft ook die voldoening die
noodzakelijk is om de belangen der gemeenschap op de juiste wijze te dienen. Ook ten bate van ons zelf en
ons gezin!
ALGEMENE GEDRAGSREGELS.
1. Wij moeten steeds bedenken ambtenaren te zijn van een politiecorps van een gemeente die gedurende
sommige tijden van het jaar de residentie is van Hare Majesteit de Koningen en de leden van Haar Huis. Dat
legt aan ons bijzondere verplichtingen op. Plichten van bijzondere waakzaamheid. Als ook plichten omtrent
gedrag en houding. Niet alleen bij het optreden in ons ambt of functie in het openbaar maar ook daar buiten.
2. De ambtenaar van politie zij, vooral in deze bijzondere tijd, steeds indachtig de positie welke het Instituut
'politie' inneemt in de samenleving.
3. De politie geve hieraan onder meer uiting door in de vervulling van haar plichten gestreng maar
rechtvaardig te zijn.
4. Ieder dient zich te hoeden voor aanstoot gevend of met de aard van de politiedienst onverenigbaar
persoonlijk of huiselijk leven. Men zij voorzichtig in de keuze van zijn vrienden en kennissen. Men vermijde
alle die inrichtingen waar een goed politieman niet behoort te komen.
5. Door goed gedrag, waardige houding en nauwgezette plichtsbetrachting trachtte men het vertrouwen en
de achting van het publiek te winnen en te behouden.
6. Men zij tegenover het publiek steeds correct, beleefd en voorkomend. In spreken, doen en laten zij men
steeds behoorlijk. Niet ruw en onverschillig.
7. Tijdens de dienst op straat behoren wij niet nodeloos met het publiek te staan praten.
8. Men bedenke dat voor een groot aantal personen in de gemeente Apeldoorn de politie steeds in het
blikpunt van de belangstelling staat!
9. Ieder geve steeds grote zorg aan zijn uniform en kleding. Ook in de wijze van dragen daarvan.
10. Onderling moeten we streven naar een goede verstandhouding en het aankweken van kameraadschap.
Wij moeten bedenken leden te zijn van een bepaald geheel met eigen gemeenschappelijke belangen en
zorgen. Onderlinge waardering moet worden bevorderd.
11. Bij de dienst aan het bureau van politie moeten wij allen streven naar een grote mate van orde netheid
en zindelijkheid. Ook hier geldt dat het corps mede naar uiterlijkheden wordt beoordeeld.
12. Bij het opmaken van ons schriftelijk werk moeten we, wat de uiterlijke vorm betreft, de netheid
betrachten. Eveneens nauwkeurigheid en wat de inhoud aangaat: eerlijkheid en waarheid.
Een goede indeling bij het op schrift stellen en typen bevordert de overzichtelijkheid en duidelijkheid.
DE POLITIE MOET OPMERKZAAM WAARNEMEN.
1. In de uitoefening van haar dienst moet de politie steeds opmerkzaam zijn en blijven. Een krachtig 'willen
opmerken' moet daarbij steeds van ons uitgaan. Wij moeten aandacht schenken aan personen, voorwerpen,
handelingen enzovoort. Alles wat we waarnemen moeten we zo goed en getrouw mogelijk in het geheugen
vast te leggen. Goed waarnemen is een voorname zaak.
2. Wij nemen waar door zien, horen, proeven, ruiken en voelen (tasten). Wij doen zulks met onze zintuigen,
het oog, het oor, enzovoort. De meeste zelfstandigheden leren wij voornamelijk kennen door te zien (de
kleur, vorm, afmetingen, aantal, de werkingen, de handelingen van mensen, dieren en dingen).
3. Om goed waar te nemen is het niet alleen nodig dat we over goede zintuigen beschikken. Ook dat wij
opmerkzaam zijn ten aanzien van al datgene wat waargenomen moet worden. Wij moeten ons zelf steeds
oefenen in het opzettelijk waarnemen. Tijdens de surveillancedienst bestaat daartoe steeds gelegenheid.
4. De mens heeft geheugen. Dat geheugen moet vooral bij de politieman getrouw zijn (dingen die hij gezien
of gehoord heeft en voor de uitoefening van de dienst van belang zijn moeten hem tot in bijzonderheden
helder voor den geest blijven staan). Tevens moet dat geheugen duurzaam zijn (dingen die hij lang geleden
heeft waargenomen moet hij te juister tijd zich goed kunnen herinneren). Het is een voorrecht als het
geheugen van een politieman bovendien rijk, vaardig en vlug is. Als Iemand vl beelden van
waarnemingen tot zijn beschikking heeft noemt men dat geheugen rijk. Als iemand die beelden onder allerlei
omstandigheden voor de geest kan halen noemt men dat geheugen vaardig. Als bij iemand die beelden aan
welke vorming hij betrekkelijk weinig tijd besteed heeft met voldoende helderheid voortduren, zegt men dat
hij een vlug geheugen heeft.
5. Tussen het voortbestaan van en het bewust worden van de beelden bestaat een nauw verband. Wij
dienen ons voortdurend te oefenen in de juiste 'weergave' van datgene wat we hebben waargenomen. Een
goed geheugen is een belangrijk iets!
De waarnemend commissaris van politie
Wij rijden terug door de wijk Alterveer die ook grote schade heeft. Het voormalige vliegveld Deelen is
onherkenbaar. Overal lopen grote brede wegen waarop men gauw verdwaalt. In het centrum staan lange
rijen auto's en kanonnen. Het zijn meest wagens die niet geschikt zijn voor het burgerverkeer zoals
pantserauto's, gevechtswagens, auto's met rupsbanden over de achterwielen enzovoort. Zij staan alle in
visgraatvorm geparkeerd. Men ziet tussen deze rijen door de resten van de hangars met hun
camouflagenetten. De wegen zitten vol bomkraters zodat wij enigszins moeten zigzaggen. Overal groeit
tussen de startbanen gras. De nieuwe distributielijst (over 14 dagen) geeft voor volwassenen verhoging van
het rantsoen eierpoeder met 70 gram. De wijzigingen voor kinderen zijn als volgt. Toeslag brood met 3600
gram, rijst tot 250 gram en jam of stroop tot 70 gram. Het rantsoen aardappels wordt voor hen van vier tot
drie kilo verminderd. Er wordt voor de volgende periode een groentebon bekendgemaakt. Volwassenen
krijgen opnieuw een tablet chocola.
Daarbij werden de ambtenaren in diensttijd, dus als dienst, verplicht tot het aanwezig zijn op vergaderingen
belegd door het NEDERLANDS ARBEIDS FRONT en de Winterhulp Nederland. Rondom deze
bedrijfsappls, waaraan de ambtenaren, op straffe van ontslag moesten deelnemen, is heel wat tumult
ontstaan. Stempher heeft er weinig plezier van beleefd en heeft dan ook van herhaling afgezien. Erger was
het dat hij con amore volle medewerking verleende aan de eerste opvordering van gemeentepersoneel voor
de arbeidsinzet in Duitsland. Zonder de geringste poging te doen om althans enige verzachting van de
maatregel van de bezetter te verkrijgen heeft hij de vijand het volle pond gegeven.
In dit opzicht vertoonde de tweede NSB-burgemeester met wie Apeldoorn gezegend werd mr. D. F. Pont,
SS-man en oud-burgemeester van Hillegom, die in december 1942 zijn intrede deed, een andere
mentaliteit. Hij heeft bij volgende vorderingen van gemeentepersoneel zich zoveel mogelijk daartegen
verzet, althans toegelaten dat daartegen verzet werd gepleegd en dit met gunstig resultaat. Ook deze
burgemeester was geen persona grata bij zijn politieke vrienden en talrijke pogingen zijn gedaan hem ten
val te brengen. Hij hield evenwel stand tot de dag van de bevrijding....
Ten tijde van de installatie van mr. Pont waren wethouders de heren R. Groeneveld en W. J. Klein
Lankhorst alsmede de NSB-ers E. F. Buitenhuis en G. Stempher. Dit college werd door mr. Pont weldra met
een vijfde wethouder, de NSB-er P. van der Roer, uitgebreid. Tevens werd een scheiding ingevoerd tussen
zogenaamde bezoldigde wethouders en andere. De eerstgenoemden werden geacht hun ambt als
hoofdberoep te vervullen. Het spreekt wel vanzelf dat de NSB-wethouders werden aangewezen als
bezoldigde wethouders. Hun salaris werd door het toezichthoudend orgaan (de Commissaris der provincie
Gelderland) naar een daarvoor ontworpen schaal bepaald op, om en nabij 7000 gulden per jaar. De twee
niet bezoldigde wethouders behielden hun oude salaris van 2800 gulden per bij wijze van tegemoetkoming.
Intussen namen de terreurmaatregelen van de Duitsers toe in hevigheid en wreedheid. Als gevolg van
nieuwe vorderingen van mannen voor de arbeidsinzet braken op 30 april 1943 in verschillende delen van
het land stakingen uit. Ook een gedeelte van het gemeentepersoneel ging een korte tijd in staking, gelukkig
zonder funeste gevolgen. Aan een bevel aan de hoofden van dienst om de belhamels aan te geven voldeed
slechts de leider van de distributiedienst. De door hem vermelde personen werden ontslagen.
In de nacht van 17 op 18 mei 1943 volgt dan de brand van het gemeentehuis. Het voor de hand liggende
vermoeden dat deze brand, begonnen in de raadszaal (tijdelijke verblijfplaats van het bevolkingsregister)
moedwillig zou zijn aangestoken bleek niet juist te zijn. Het hieromtrent ingediende rapport van de inspectie
van het brandweerwezen was z overtuigend dat zelfs de Duitsers hun wantrouwen lieten varen. Hierdoor
bleven represailles achterwege. Intussen veroorzaakte deze brand groot ongerief. Talrijke bescheiden
gingen verloren. Het grootste gedeelte van de secretarie werd dakloos. Gelukkig bleef het archief,
ondergebracht in de kelderruimten van het gebouw, gespaard. Op korte termijn moesten talrijke
voorzieningen worden getroffen om het apparaat weer draaiende te krijgen. Het gebouw Loolaan 20,
gevorderd maar nog niet gebruikt door de bezetter, werd vrijgegeven en ingericht voor burgemeester,
secretaris en dat deel van de secretarie dat in het oude gemeentehuis op de verdieping was gehuisvest.
Bevolking werd, met het deerlijk gehavende bevolkingsregister, tijdelijk ondergebracht in het Notarishuis aan
de Stationsstraat. De burgerlijke stand zag zich gastvrij ontvangen door de Nederlandsche Handel
Maatschappij. Militaire zaken met het archief tenslotte vonden een onderkomen in Onder het stroodak v.d.
Houven van Oordtlaan 22. Krachtdadige hulp werd ondervonden van de Rijksgebouwendienst te Deventer
bij de vervanging van verbrande kantoormeubelen en andere outillage. Een woord van dank is hier voorts
stellig op zijn plaats aan de directies van banken en andere ondernemingen. Deze waren zo welwillend
schrijfmachines in bruikleen af te staan. Het restant van het verbrande gemeentehuis werd door de dienst
Gemeentewerken in korte tijd weer bewoonbaar gemaakt. Daarbij werd tevens een modernisering van de
ruimte-indeling en van de inrichting tot stand gebracht.
In maart 1943 was door het overlijden van de heer G.J. Hardick de functie van gemeentesecretaris vacant
gekomen. Mr. Pont benoemde per 1 augustus 1943 als gemeentesecretaris de heer L.H. van Schelt,
waarnemend hoofd van de afdeling bevolking van de Haagse secretarie. In de verdere loop van dit jaar en
in 1944 werden enige verdere aanvallen gedaan op het gemeentepersoneel voor de arbeidsinzet in
Duitsland. Deze aanvallen zijn, zoals boven al werd gememoreerd, met succes afgeslagen. Minder gunstig
verliepen de door de vijand ondernomen razzia's op 2 oktober en op 2 december 1944. Hoewel het mocht
gelukken een deel van het gemeentepersoneel uit de klauwen van de Duitsers te redden werden toch
verscheidene leden van dit personeel de dupe van de slavenjacht. Wel wisten zij grotendeels vroeger of
later te ontsnappen. De minder fortuinlijken hadden een harde tijd te verduren. Vooral in het berucht
geworden Rees hebben helaas enige ambtenaren de ontberingen en wreedheden niet overleefd. In totaal
zijn tengevolge van Duitse maatregelen 8 ambtenaren overleden, drie worden vermist. Tot de overledenen
behoren, wat de secretarie betreft, de ambtenaren J.W. Hartstra en J. Koops.
Inmiddels waren op 'Dolle Dinsdag' de drie NSB-wethouders gaan lopen en door hun kameraad Pont
wegens deze vlucht prompt ontslagen. Dit was zeer ten vermake van alle goedgezinde ingezetenen.
Pogingen van Pont om het college aan te vullen door benoeming van enige hoofden van dienst mislukten
door hun afwijzende houding. Pont vond daarop een tussenweg door hen als adviseurs te laten deelnemen
aan de vergaderingen van hem met de twee nog overgebleven wethouders. De Duitse heren vonden deze
toestand echter niet bevredigend en zonden via hun handlanger, de N.S.B Commissaris der provincie
Gelderland, ir. Hondius, twee NSB-ers, weggevlucht uit Limburg, ter completering van het gezelschap. Het
waren A.C. de Ley en W.J. Beckers. Niet lang hebben deze heren plezier gehad van hun nieuwe baantje.
Van de laatstgenoemde moet eerlijkheidshalve worden getuigd dat hij zich onder moeilijke omstandigheden
veel moeite heeft gegeven ter verzachting van het lijden van de naar Rees gedeporteerde ambtenaren.
Beiden waren op den dag van de bevrijding spoorloos verdwenen.
Het gemeentebestuur, dat op 10 mei 1940 aanwezig was, leed in de bezettingsjaren de volgende verliezen.
De heren D. Gosker en Th. Westhoff werden door de Duitsers vermoord. Aangenomen moet worden,
ofschoon het niet officieel bekend is, dat een zelfde lot heeft getroffen Mevrouw Hoogstraal-de Haan. Voorts
overleden, beide na een langdurig ziekbed, de raadsleden J. Dekker en J. van Westerlaak.
Men steekt in Apeldoorn de vlaggen uit. We moeten deze voor we het kunnen doen eerst nog repareren (ligt
uit elkaar door wassen). Iedereen is zeer verheugd. Mijn zuster maakt een extra cake volgens recept van de
Canadese kok. De Canadezen vorderen in Apeldoorn het hele Seminarium voor een half jaar nadat het
sinds september 1944 ziekenhuis is geweest.
BLOEM. In de kerken werden kerkdiensten gehouden voor de verkregen vrijheid. Daar echter in ons land
zeer vee1 gestolen was door de Duitsers in de vijf jaren van bezetting is er geen materiaal meer. Kranten en
dagbladen kwamen met een enkel blaadje uit omdat er geen papier meer was. Dit is nu op 28 oktober 1945
nog zo. Veel mensen in de stad en ook daarbuiten leefden van de zwarte handel. Men zei dat, wanneer ze
in Rotterdam bijvoorbeeld een doosje sigaretten verkochten, ze van de winst een week konden leven.
Deze zomer kon men gedurig zware ontploffingen horen. Het meest richting Betuwe, ook richting Amersfoort
en enkele malen richting Zutphen. Dit kwam van het landmijnen opgraven door achtergebleven Duitsers
onder leiding van geallieerde soldaten. Ze hadden er in de Betuwe in een maand tijds 900 stuks uitgegraven
die ze dan, op hopen deden springen. Daarbij moest soms weer menig ruit het ontgelden.
Op de Paasberg in Arnhem vonden bewoners een viertal landmijnen nog in huis. De politie deponeerde ze
zolang op de hoek van de straat. Kleine jongens gingen er mee aan het spelen. Gevolg een ontploffing en
een kind gedood. Een huis waar met veel moeite weer pannen opgehangen waren en glas ingezet was
werd half vernield. Dat wil zeggen onbewoonbaar gemaakt. Verder was er rond 31 augustus overal
uitbundige feestvieringen. Apeldoorn 3 dagen, Klarenbeek 2 dagen, Twello 2 dagen. De 1e dag een
gedenkdag voor de gevallenen. Verder historisch allegorische optochten, vuurwerk en schitterende
versieringen. Toen kwamen de buurtschapsfeesten. Ook hier in de boerderij van Beekman waren een 80-tal
huisgezinnen uitgenodigd. Er werd 's avonds eerst een krans gelegd op de zeven graven van de
Canadezen, die achter het caf van Willem Mulder begraven zijn. Van deze zeven zijn er vier gevallen bij
Schuilenburg waar een zogenaamde wipwagen [kleine carrier] getroffen werd door een granaat. De
manschappen werden gedood en de wagen is uitgebrand. Een Canadees is bij Boerkamp getroffen door
een granaat en is doodgebloed.
Het feest bij Beekman begon 's avonds om 7 uur. Er werd volop getrakteerd op bier, gebakjes, sigaretten en
volop kadetjes, afgewisseld door een gezelschap voordrachtgevers uit Apeldoorn. 's Nachts werd er nog
gedanst en het eindigde om half 7 de volgende morgen. Zo hield ieder buurtschap zijn feest, in het Hooiland
een grote tent bij gebouw Samuel, Achterhoek - het pakhuis van Bosgoed, Withagen - de boerderij van
Tinus Hekkelman, Broekstraat - het slachthuis. Al deze feesten waren nog zonder sterke drank. Veel geld
gaf men. Voor buurtschap "de Kar" bijvoorbeeld is f 1300,- opgehaald.
Nu de 28e oktober is behalve het eten nog heel weinig te koop. Lucifers bijvoorbeeld, 1 doosje in de 14
dagen. Voor textiel b.v. zijn er nu voor het eerst punten geldig verklaard waar men dan nog maar een klosje
garen, band en kleinigheden op kan krijgen. Fietsbanden, vorige week de eerste 20 stuks over de hele
gemeente Voorst te verdelen. Nieuwe fietsen zijn er niet, schoenen zijn er niet. Glas (wat er is) komt van de
tuinders en kost f 2,50 tot f 2,80 per ruit. Fabricage hiervan is er nog niet. Timmerhout begint te komen
(echter nog niet gezien). Rozijnen nu nmaal gehad op de bon (1 ons). Tabak, de ene week 20 sigaretten
en de andere week 40 stuks. Jenever is er nu ook, 2 borrels per man per week is het rantsoen. Kolen nog
niet voorradig, voor 8 bonnen 160 stuks lange turf ontvangen.
Ongeveer augustus is de trein Apeldoorn - Zutphen hier weer gaan rijden. Hij werd op station Klarenbeek
met een krans behangen en rijdt nu tot de Hoven bij Zutphen nu de brug nog kapot is. Men is er wel mee
bezig te bouwen. Apeldoorn - Deventer rijdt tot de Bandijk. Deze brug zou in november gereed zijn. De
stedelingen moeten ook nu nog veel taptemelk tot zich nemen. Maar er komt nog veel te weinig melk aan de
fabriek. Dit omdat er nog een groot gebrek aan melkvee is. De afgebrande boerderijen worden nu
voortgeholpen door het bouwen van noodwoningen en stallen. Meest van oud materiaal van de afgebrande
huizen waardoor de noodwoningen ook veel kleiner worden. Het meest wordt met stro gedekt omdat er
geen riet en geen pannen zijn. Het verkeer op de weg is nu al veel kalmer geworden omdat al veel
Canadezen, die ook al enkele jaren hier in Europa waren, nu weer naar hun home zijn teruggekeerd.
Gebrek aan scheepsruimte moet de oorzaak zijn dat dit terugtrekken zo lang duurt.
Daarna hoort men de waarnemend burgemeester van Apeldoorn en een dominee. De menigte besluit met
het zingen van het Engelse en Nederlandse volkslied. Vervolgens gaat men langs de graven en legt er de
boeketten bloemen neer. De Engelse graven en ook die van de Nederlandse oorlogsslachtoffers zijn
bedolven onder de bloemen. De stapels zijn decimeters dik. Vele kransen hebben linten met de woorden
'Hulde aan onze bevrijders', 'Nederland herrijst, Groeten aan onze vrienden'. Van velen maakt zich een
ontroering meester als op de bevrijdingsdag. Zoiets zien we misschien nooit weer. Tijdens de plechtigheid
staan aan de ingang van Heidehof twee agenten stram in de houding. 's Middags om drie uur vindt er nog
een herdenking bij het monument in Apeldoorn plaats. Daarbij worden opnieuw veel boeketten neergelegd.
Hedenavond was ten mijnent de Heer M., die mij inzage verstrekte van een dossier met diverse gegevens
betreffende mistanden, welke hier ter plaatse blijken te bestaan bij de Plaatselijke Distributiedienst.
Genoemde Heer gaf mij o.m. ter inzage een ingezonden stuk, getiteld "ONRECHT" dat door hem vorige
week Dinsdag ter opname in de Nw.Apd.Crt. werd ingezonden. Dit hebt U niet opgenomen, doch zooals
bleek bij het persoonlijk onderhoud, dat de Heer M. op Zaterdag jl. met Uwen Heer R. had, door U zonder
voorkennis noch toestemming van den Heer M. aan het Hoofd van den Pl. Distributiedienst was ingezonden.
U deelde den Heer M. mede, dat U niet tot opname wenschte over te gaan, zeggende dat Gemeentelijke
instellingen en officieele diensten niet aan critiek mochten worden blootgesteld, van wie ook. Wel wenschte
U inzage te hebben van alle stukken, waarover de Heeren, die deze actie wenschen te voeren, beschikken,
doch dat het dan nog aan U ter beoordeling zou staan of U deze wenschte te plaatsen of niet.
Dit is in het kort de geschiedenis tot zoover.
Het zal U duidelijk zijn, dat genoemde Heeren, die over behoorlijk gedocumenteerd materiaal beschikken,
waaruit inderdaad blijkt dat bij den Plaatselijken Distributiedienst toestanden heerschen, die in een
behoorlijk geordende maatschappij niet thuis behooren, niet van plan zijn in deze weigering Uwerzijds te
berusten.
In dit verband zou ik U erop attent willen maken, dat het niet op Uw weg ligt te beoordeelen in hoeverre
deze toestanden al dan niet juist zijn, doch nog veel minder ligt het op Uw weg om te trachten onder de
tegenwoordige omstandigheden het openlijk aan de kaak stellen van onrecht, o.a. in den vorm van
cumulatie, bevoordeeling van vriendjes en vriendinnetjes enz. tegen te houden of onmogelijk te maken.
Wellicht dat dit onder het democratisch bewind voor 10 Mei gebruikelijk was, maar wellicht zal het ook tot U
doorgedrongen zijn dat er in den sindsdien verloopen tijd in Nederland en k in Apeldoorn het een en
ander veranderd is en er binnen zeer afzienbaren tijd nog veel meer gaat veranderen.
Doel van dit schrijven is dan ook U beleefd doch dringend te verzoeken mij Uw standpunt in deze nader toe
te lichten, d.w.z. mij te doen weten of U bij de aan den Heer M. gegeven weigering tot opname van diens
eerste ingezonden stuk, wenscht te blijven volharden.
Zoo ja, dan zal het U duidelijk zijn dat ik als Hoofd van den Persdienst in Kringen 34 en 81 der NSB hierin
niet zal berusten en als zodanig niet zal toestaan dat bestaand onrecht door Uw medewerking blijft bestaan,
resp. er mij de noodige wegen openstaan om U tot andere gedachten te brengen.
Het ligt niet in mijn bedoeling U onaangenaam te zijn, maar onder de tegenwoordige omstandigheden meen
ik van U te mogen verwachten een open oog en een open blad voor alle misstanden, welke aan het licht
mochten komen, k indien openbaarmaking daarvan onaangenaam mocht zijn voor bepaalde personen,
die dit het liefst met den mantel der liefde bedekt zouden zien. Die tijd IS DEFINITIEF VOORBIJ en ik geloof
dat U verstandig zoudt doen door zich hiervan terdege rekenschap te geven.
Het zal mij aangenaam zijn, alvorens ik tot verdere stappen in deze bij bevoegde instanties overga, spoedig
hierop Uw antwoord te ontvangen.
In afwachting hiervan teeken ik, hoogachtend (W.)
Hoofd Persdienst N.S.B. Kringen 34 Apeldoorn en 81 Veluwe.
----Nieuwe Apeldoornsche Courant - Apeldoorn, 7 Augustus 1940
Den Heer W. Hoofd Persdienst N.S.B. Kringen 34 Apeldoorn en 81 Veluwe,
Waltersingel 85 Alhier.
Weled. Heer,
In antwoord op Uw schrijven d.d. 6 Augustus 1940 moge het volgende dienen:
Wanneer de heer M. 't aan U heeft doen voorkomen, alsof naar mijn opvatting gemeentelijke instellingen en
officieele diensten niet aan critiek zouden mogen worden blootgesteld, dan is die voorstelling van zaken zeer zacht uitgedrukt - onjuist. Die opvatting is mijnerzijds nimmer gehuldigd, noch redactioneel noch ten
aanzien van de rubriek "Ingezonden Stukken". Ik kan dus in het onderhoud, waarbij Zaterdagmorgen de
heer M. tegenwoordig was, nimmer mij in den zin, als door hem aangegeven, hebben uitgelaten.
Een andere vraag is, welke vraag voor geen enkele redactie een kwestie uitmaakt, of een redactie het recht
heeft, zonder voorkennis van den schrijver, een ingezonden stuk ter inzage te geven aan de een of andere
officieele instantie, waarop in het ingezonden stuk critiek wordt uitgeoefend.
We raken hier het beschikkingsrecht van een redactie.
De opvatting schijnt te bestaan, althans bij de heer M. c.s., dat een redactie verplicht is een ingezonden stuk
op te nemen, zooals 't haar ter plaatsing aangeboden wordt. Zij heeft niet een onderzoek in te stellen naar
de juistheid ervan, noch ligt 't op haar weg een officieele instantie gelegenheid te geven voor een
onderschrift, waardoor eventueele misverstanden kunnen worden opgeheven.
Kortom, zij heeft alleen maar te aanvaarden, met ter zijde stelling van haar eigen inzichten, ten aanzien van
de wijze, waarop de krant geredigeerd zal worden.
De schrijver van ingezonden stukken is koning en een redactie heeft niet anders te doen dan het
ingezonden stuk eerbiedig te aanvaarden.
U houdt mij ten gegoede, maar dat beteekent de zaak op haar kop zetten. In de praktijk zou een dergelijke
gedragslijn hierop neerkomen, dat de redactie van een krant gevoerd zou worden buiten de redactie.
Daarop zou neerkomen de plaatsing van een serie ingezonden stukken, bedoeld als campagne, waarop in
het onderhoud van Zaterdagmorgen gezinspeeld werd.
In dit verband moge ik opnieuw op een onjuiste voorstelling van zaken de aandacht vestigen, ik heb geen
inzage gevraagd van alle stukken, waarover de Heeren, die de campagne wenschen te voeren, beschikken.
Ik heb alleen de wenschelijkheid betoogd, dat de heeren in een rustig uurtje, vooraf bepaald, zouden komen
uiteenzetten, wat hun plan en hun grieven waren. Dan zou, aan de hand daarvan, kunnen worden
beoordeeld, of er al of niet aanleiding zou zijn voor een serie ingezonden stukken, welke "wij - aldus de
heeren van Zaterdagmorgen - zouden plaatsen".
Ik heb gevraagd wie die "wij" waren, doch op die vraag werd geen antwoord gegeven.
Zoo staat de zaak.
Ik kan U daarbij de verzekering geven, dat de redactie er niet aan denkt, tenzij zij door hoogere bevoegde
instantie daar toe gedwongen wordt, een serie ingezonden stukken te aanvaarden, waarvan zij niet te voren
in de gelegenheid is gesteld geworden die te beoordeelen. U houdt van duidelijke definities, wij ook.
Welnu: een redactie, welke zich haar verantwoordelijkheid bewust is, accepteert geen inmenging van
derden, wanneer 't er om gaat vast te stellen, hoe de krant samengesteld zal worden.
De beslissing daarover berust bij de redactie.
In gevallen van twijfelachtigen aard vraagt zij het oordeel van haar Directie.
Die omstandigheid was in het geval - M. niet aanwezig.
U brengt de democratie in het geding en de periode van voor den tienden Mei.
't Is mij niet recht duidelijk wat een en ander met deze concrete gevallen te maken heeft.
Resumeerend moge het volgende worden opgemerkt:
Het ingezonden stuk van "Outsider" - M. - kan niet voor plaatsing in aanmerking komen.
Tot deze conclusie ben ik gekomen na het onderhoud, dat ik met de leiding van den Distributiedienst ter
zake mocht hebben.
Wanneer de heer M. zich daardoor bezwaard gevoelt, dan kan hij nader overleg plegen met onze Redactie.
Ten aanzien van de "serie ingezonden stukken", waarvan het schrijven van den M. blijkbaar de inleiding
moest vormen, handhaaf ik mijn opvatting, dat de redactie vooraf op de hoogte gesteld behoort te worden
en bij haar beslissing berust over de opname.
Ik hoop duidelijk genoeg geweest te zijn in niet al te veel woorden.
Ten slotte een persoonlijk woord tot U.
U dreigt met "verdere stappen bij bevoegde instanties" en veronderstelt dat ik verstandig genoeg ben mij
rekenschap te geven van het feit, dat de tijd van voor 10 Mei definitief voorbij is. Ik kan U dankbaar zijn voor
deze voor mij vriendelijke veronderstelling.
Laat ik U overigens de verzekering mogen geven, dat ik mij zeer bewust ben van de veranderingen, welke
bezig zijn zich te voltrekken. Maar dat beteekent geenszins, dat ik mij maar nederig buk voor wien zich als
rechter over mij meent te moeten stellen. Voor mij geldt inderdaad het recht, maar dan Recht met een
hoofdletter.
De beslissing van "bevoegde instanties" zie ik met belangstelling tegemoet.
Inmiddels, Hoogachtend, [Get.] de Hoofd-Redacteur
Ich erklre, dass ich mich nicht zurckgezogen habe. Weiter erklre ich, dass bei Aushndigung der
Diplome der Direktor uns zugesprochen hat, worauf einer unser, ein gewissen Nelis van Berkel, wohnhaft
Apeldoorn, Zevenhuizenschevveg 77, diese Ansprache beantwortet hat. Er endete mit den Worten, denen
er einen besonderen Nachdruck beilegte: "Wir hoffen so bald wie nur mglich in einem freien Knigreich der
Niederlande leben zu drfen"
Darauf wurden von mir als Verdchtigte verhrt:
1. GEERT GERARD DE VRIES:
Geboren in Apeldoorn, den 1. Januar 1926, wohnhaft Apeldoorn, Jagersweg 29:
Am 12. Juni 1944 habe ich die Abiturientenprfung bestanden. Wir beschlossen den Lehrern aus
Dankbarkeit eine Ueberraschung darzubieten. Unter Bezugnahme auf die Zeitverhltnisse dachten wir
hierbei an verschiedene Lebensmittel. Daazu hatten wir mehrere Ware zusammengebracht, u.a. Gemse
und zwar: Blumenkohl, gelbe Rben, Salat, Schalotten u.s.w. und mehrere Lebensmittel. Die Gemse
haben wir in einen Korb gelegt. Da der Korb nicht besonders rein war, haben wir mit einem roten Papier
umwickelt. Wir hatten von einem Mietkutscher an Deventerstr, einen Charabancs gemietet, womit wir die
Wohnungen der Lehrer entlang fahren wollten und ihnen die Geschenke darzubieten. Da das Fahrwerk
berbrdet war, konnte fr den Korb kein Platz gefunden werden, weshalb einige unserer ihn auf die Knien
gestellt hat. Wir sind dann bis zur Sparkasse gefahren, Ecke Regentesselaan-Deventerstraat Apeldoorn, wo
ein gewisser Staargaard wohnt. Dort war er Halt und wir halen den Korb auf den Sitz neben dem Kutscher
gestellt und mit einem Mantel verdeckt, sodass der inhalt nicht zu sehen war. Nachdem wir die Wohnung
Staargaards verlassen hatten, sind wir wieder eingestiegen um weiter zu fahren. In diesen Augenblick
wurden wir von 12 Mitgliedern der landwacht aufgefordert mitzugehen zum N.S.B.-Gebude, welcher
Forderung wir Folge geleistet haben. Spter sind wir unter Schutz der Landwacht ins Polizeiamt
Deventerstraat abgefrt.
Ich erklre, dass wir keinen Augenblick daran gedacht haben jemand in seiner politischen Ueberzeugung zu
krnken oder auf enigerlei Weise eine Kundgebung zu machen.
2. TINE STAARGAARD:
Geboren in Singapore, 4 Sept.1925., wohnhaft in Apeldoorn, Deventerstraat 27.
Am 12. Juni 1944 habe ich die Abiturientenprfung bestanden. Es ist zur Gewohnheit geworden nach der
Prfung den Lehrern eine Ueberraschung zu bereiten. Wir hatten uns entschlossen eine Vergngungsfahrt
durch das Dorf zu machen und dan zusammen den Lehrern Geschenke darzubieten. Hierzu hatten wir
verschiedene Iebensmittel zusammengebracht, und auch Blumen. In einem Korb hatten wir Bluemenkohl,
gelbe Rben, Schalotten und Salat. Wir hatten von einem Mietkutscher an Deventerstraat Ecke Trekweg
einen Charabancs gemietet. Um etwa 19.30 Uhr (12.6.'44) sind wir ab dieser Adresse nach der Sparkasse,
Ecke Regentesselaan-Deventerstraat in Apeldoorn gefahren. Der Gemsekorb hatten wir in den Wagen auf
unsere Knien, da weiter kein Platz war. Wir haben den Wagen verlassen und sind in die Wohnung meiner
EItern gegangen wo wir Bluemen geholt haben. Bevor wir den Wagen verliessen, hatten wir den Korb neben
dem Kutscher auf dem Sitz gestellt und sofort mit einen Mantel verdeckt. Als wir die Wohnung meiner Eltern
verlassen hatten, sind wir wieder eingestiegen, aber bevor wir weiterfahren konnten haben Mitglieder der
Landwacht uns angehalten und ins N.S.B.-Gebude abgefhrt: spter vvurde wir dann ins Polizeiamt
gebracht.
lch erklre, dass wir nicht die Absicht einer politischen Kundgebung hatten.
3. NELLY LENY VAN ZIJDERVELD:
Geboren in Dordrecht, den 11.Aug.1926, im Hause wohnend ihrer noch lebendigen Eltern, Hendrik van
Zijderveld und dessen Gattin Lens Jacoba Eekhout, wohnhaft in Apeldoorn., Waltersingel 67, die, lt.
Verdchtigter Erklarung die elterliche Gewalt uber ihre minderjhrige Tochter ausuben und dazu auch im
Stande sind.
Am 12. Juni 1944 habe ich die Abiturientenprfung bestanden. Wir hatten beschlossen zusammen eine
Fahrt durch das Dorf zu machen und den Lehrern ein Geschenk darzubieten. Hierzu hatten Wir
verschiedene Lebensmittel, u.a. auch Gemse zusammengebracht. Um ungefhr 19.30 Uhr. (12.6.'44) sind
wir von, Stall der Kutscher an Deventerstraat Ecke Trekweg mit einem Charabancs abgefahren. Wir hatten
u.a. einen Korb mit Gemsen, und zwar Blumenkohl, gelbe Rben, Schalotten, Salat u.s.w. Der Korb war
nicht besonders schn, weshalb wir ihn mit einem roten Band umwickelt haben. Whrend der Fahrt hat
einer von uns den Korb auf den Knien gehalten, derselbe war dann aber nicht verdeckt. Wir sind nach der
Sparkasse, Ecke Regentesselaan-Deventerstraat in Apeldoorn gefahren. Dort sind wir ausgestiegen und
sind wir in die Wohnung Staargaards gegangen um dies und jenes zu holen.
Bevor wir das Gefhrt verliessen haben wir den Korb neben dem Kutscher auf den Sitz gestellt und sofort
mit einen Mantel verdeckt. Als wir wieder in Wage Platz nahmen wollten wurde wir von der Landwacht
festgenommen und ins N.S.B.-Gebude gebracht: darauf wurden wir ins Polizeiamt abgefhrt.
Ich erklre, dass es kein Moment unsere Absicht gewesen ist jemand in seiner politischen Ueberzeugung zu
krnken.
4. RINDERTJE YTJE STRIKWERDA:
Geb.26.6.1925 in Franeker, wohnhaft Apeldoorn, Waltersingel 103.
Am 12.6.'44 habe ich die Abiturientenprfung bestanden. Da es zur Gewohnheit geworden ist den Lehrer
ein Geschenk anzubieten hatten wir beschlossen dieses Jahr in Hauptasche lebensmittel anzubieten. Zu
diesem Zweck hatten wir einen Charabancs gemietet um diese Geschenke zusammen zu berhndigen.
Um etwa 19.30 Uhr (12.6.'44) sind wir zu einen Mietkutscher gegangen, der Deventerstraat Ecke Trekweg
wohnt und von dort bis zur Sparkasse gefahren an der Ecke Regentesselaan-Deventerstraat Apeldoorn. Vor
der Wohnung Staargaard sind wir ausgestiegen und sind dort eingetreten. Als wir die Wohnung Staargaard
verliessen und wieder einsteigen wollten wurden wir von der Landwacht aufgefordert mit zum N.S.B.-Haus
zu gehen. Whrend der Fahrt fhrten wir einen Korb gefullt mit verschiedenen Gemsen, und zwei
Blumenkohl, gelbe Rben, Schalotten, Salat u.s.w. Der Korb war mit roten Papierstreifen verziert. Bevor wir
die Wohnung Staargaards eintraten ist der Korb von uns neben dem Kutscher auf den Sitz gestellt und
sofort mit einem Mantel verdeckt. Die Iandwacht hat uns vom N.S.B. Heim ins Polizeiamt gefhrt. Wir hatten
nicht die Absicht jemand in seiner politischen Ueberzeugung zu krnken.
5. ALBERT LAURENS WESTERS:
Geb. in Apeldoorn, 28-10.1924, Wohnhaft Apeldoorn, Mariastraat 19b.
Im Monat Januar 1944 habe ich die Abiturientenprfung schon bestanden. Da ich gehrt hatte, dass die
Abiturienten eine Fahrt durch das Dorf machen wollten, habe ich mich ihnen angeschlossen mit ihrem
Misverstndnis, und habe ich mich am 12.6.'44 um etwa 19.30 Uhr auf den Weg gemacht zu eines
Mietkutscher an Deventerstraat Ecke Trekweg. Dort sind wir eingestiegen und nach der Sparkasse Ecke
Regentesselaan-Deventerstraat gefahren. Im 'Wagen hatten sie einen Korb mit verschiedenen Gemse, ich
habe aber nicht beachtet was er war. Vor der Wohnung Staargaards sind wir ausgestiegen und sind
eingetreten, wo wir Blumen abgeholt haben. Als wir zurckkamen und einstiegen, wurden wir von der
Iandwacht verhaftet und ins N.S.B.-Heim gefrhrt, die uns wieder ins Polizeiamt gebracht haben. Ich habe
nicht den Eindruck, dass sie in irgendeiner 'Weise demonstrieren wollten.
6. CORNELIS EVERHARDUS GELDHOF:
Geboren Grubbenvorst, 10.1.1925, Adresse: Apeldoorn, Hazenlaan 2.
Am 12.6.'44 habe ich die Abiturientenprfung bestanden. Es ist zur Gewohnheit geworden dass die
Abiturienten den lehrer ein Geschenk machen. Wir hatten verschiedene Lebensmittel versammelt, die wir
zusamen bestellen Wollten. Um etwa 19.30 Uhr (12.6.44) haben wir uns auf den weg gemacht zu einem
Mietkutscher an Deventerstraat Ecke Trekweg, Apeldoorn um in einem Charabancs eine Vergngunsfahrt
durch das Dorf zu machen und den Iehrern Geschenke zu machen. In einem Korb hatten wir verschiedene
Gemse, u.s. Bluemenkohl, gelbe Rben u.s.w. Wir sind zur Sparkasse an dem RegentesselaaanDeventerstraat gefahren. Dort sind wir ausgestiegen und die Wohnung Staargaards eingetreten. Whrend
der Fahrt haben wir genannten Korb im Fahrwerk gehabt, aber nicht verdeckt. Bevor wir das Gefhrt
verliessen, ist genannter Korb auf den Sitz neben dem Kutsche gestellt und mit einem Mantel verdeckt. Als
wir wieder einstiegen hat die Landwacht uns verhaftet und ins N.S.B.-Heim gefhrt: von dort hat man uns
ins Polizeiamt in Apeldoorn abgefhrt.
Ich erklre dass wir keine politischen Absichten gehabt haben und keiner in seiner politischen
Ueberzeugung haben krnken wollen.
7. WILLEM JAN HENDRIK GROENENBERG:
Geb.in Apeldoorn.22.6.1926, im Hause seiner Eltern wohnhaften Sohn, die lt.Verdchtigten Erklrung die
elterliche Gewalt ber ihn ausben und dazu auch im Stande sind.
Am 12. Juni 1944 habe ich die Abiturientenprfung bestanden. Da es zur Gewohnheit geworden ist, dass
die Abiturienten den Lehrern ein Geschenk machen, hatten wir zusammen verschiedene Lebensmittel
versammelt. Wir hatten uns entschlossen einen Charabancs zu mieten, eine Fahrt durch das Dorf zu
machen und den Lehrern die Geschenke zu machen. 'Wir hatten in einem Korb Gemse, u.a. Bluemenkohl,
gelbe Rben, Schalotten, Salat u.s.w. Es war ungefahr 19.30 Uhr am 12.6.'44 als wir uns zu einem
Mietkutscher begaben, der an Deventerstraat Ecke Trekweg in Apeldoorn wohnte. Dort sind wir
eingestiegen und zur Sparkasse gefahren an der Ecke Regentesselaan-Deventerstraat Apeldoorn.
Den Korb mit Gemsen hatten wir im Wagen, aber nicht verdeckt. Bevor wir ausgestiegen sind haben wir
genannten Korb mit Gemsen neben dem Kutscher auf den Sitz gestellt und mit einem Mantel verdeckt.
Darauf sind wir in die Wohnung Staargaards gegangen, worauf wir wieder eingestiegen sind. Als wir
wegfahren wollten, wurden wir von der Landwacht festgenommen en in N.S.B.-Heim gefhrt an der
Deventerstraat in Apeldoorn. Darauf hat man uns ins Polizeiamt abgefhrt.
Ich erklre, dass wir nicht die Absicht gehabt haben in dieser Weise zu demonstrieren oder jemand zu
krnken.
8. JAN LUIK:
Geb. Baekerland 28.5.1926, wohnhaft Apeldoorn Kostverlorenweg 15 nicht in Hause seines Vaters Frederik
Luik (Mutter verstorben) wohnhaften, minderjhrigen Sohn, der lt.Erklrung von Verdchtigtem die Elterliche
Gewalt ber ihn ausbt und dazu auch im Stande ist. Die Adresse des Vaters ist: Egtenerbrug, gemeente
Emsterland.
Am 12.6.'44 Habe ich die Abiturientenprfung bestanden. Wir hatten uns entschloszen den lehrern,
wohnheitsgemss einige Geschenke zu machen. Wir wollten an diesen Tag eine Fahrt durch das Dorf
machen und den Lehrern die Geschienke darbieten.
Wir hatten in einem Korb Gemse, und zwar Blumenkohl, gelbe Rben, Schelotten, Salat u.s.w. Es war
ungefhr 19.30 Uhr vom 12.6.'44 als wir zusammen zu einem Mietkutscher an Deventerstraat Ecke Trekweg
in Apeldoorn gegangen sind. Dort sind wir in einem Charabancs gestiegen und zur Sparkasse an der Ecke
Regentesselaan-Deventerstraat in Apeldoorn gefahren. Den Korb mit Gemsen hatten wir im Wagen. Bevor
wir ausstiegen hatten wir genannten Korb mit Gemsen auf den Sitz neben dem Kutscher gestellt und mit
einem Mantel verdeckt. Darauf sind Wir in die Wohnung Staargaards gegangen und sind denn spter
wieder eingestiegen. Als wir fahren wollten hat die Landwacht uns festgenommen und ins N.S.B.-Heim
gebracht an der Deventerstraat. Von dort sind wir in Polizeiamt in Apeldoorn abgefhrt.
Wir haben gar nicht daran gedacht in irgendeiner Weise uns demonstrativ zu benehmen.
9. WILLEM FREDERIK VAN DER GIESSEN:
Geb. in Rotterdam. 26.6.1923, Wohnsitz Apeldoorn, Postweg 17.
Am 12.6.'44 habe ich die Abiturientenprfung bestanden. Wir hatten uns entschlossen eine Tour durch das
Dorf zu machen an diesen Tag und den Lehrern ein Geschenk zu machen in Lebensmittel, und zwr
Gemse und auch Blumen. Wir sind an diesem Tag um ungefhr 19.30 zu einem Mietkutscher an der
Deventerstraat Ecke Trekweg gegangen. Von dort sind wir mit einem Charabancs zur Sparkasse gefahren
an der Deventerstraat Ecke Regentesselaan, Apeldoorn. Dort sind wir ausgestiegen und in die Wohnung
Staargaards gegangen. Bevor wir das dem Gefhrt ausgestiegen waren, haben wir genannten Korb mit
Gemsen, den wir whrend der Fahrt im Wagen hatten, auf den Sitz neben dem Kutsscher gestellt und mit
einem Mantel absgedeckt. Als wir wieder eingestiegen waren, wurden wir von der Landwacht
festgenommen und ins N.S.B.-Heim an der Deventerstraat gefhrt. Von dort sind wir von ihnen ins
Polizeiamt abgefhrt worden.
Wir haben gar nicht daran gedacht eine politische Kundgebung zu halten oder jemand damit zu krnken.
10. ANNA TITIA DAVELAAR:
Geb. in Oterleek. 20 Mei 1925. wohnhaft in Apeldoorn, Zwarte Kijkerweg 19.
Am 12.6.44 habe ich die Abiturientenprfung bestanden. An diesem Datum sind wir um ungefhr 19.30 Uhr
zu einem Mietkutscher gegangen an der Deventerstraat Ecke Trekweg in Apeldoorn. Von dort sind wir mit
einem Charabancs zur Sparkasse gefahren am Regentesselaan Ecke Deventerstraat in Apeldoorn. Im
Wegen hatten wir einen Korb mit verschiedenen Gemsen und zwar Blumenkohl, gelbe Rben, Salat,
Schalotten u.s.w. und verschiedene Lebensmittel, bestimmt fr die Lehrer. Bevor wir aus den Gefhrt
ausstiegen haben wir erwhnten Korb auf den Sitz neben dem Kutsch gestellt und mit einem Mantel
abgedeckt. Wir sind darauf in die Wohnung Staargaards gegangen.
Als wir aus dessen Haus kamen und wieder eingestiegen waren, kam die Landwacht, die uns mitnahmen
zum N.S.B.-Heim. Von dort wurden wir ins Polizeiamt abgefuhrt.
Von einer Kundgebung unsereseits ist gar nicht die Rede.
11. NELIS VAN BERKEL:
Geb. 14.12.1925., Apeldoorn, Adresse Apeldoorn, Zevenhuizenscheweg 77.
Am 12 Juni 1944 habe ich die Abiturientenprfung bestanden. Wir hatten uns entschlossen einen
Charabance zu mieten und eine Fahrt durchs Dorf zu machen: als Anerkenntnis wollten wir den Lehrern ein
Geschenk derbieten. Am 12.6.1944, um etwa 19.30 Uhr sind wir zu einem Mietkutscher an der
Deventerstraat, Ecke Trekweg in Apeldoorn, wo Wir einem Charabance gemiets haben.
Wir hatten einen Korb mit Gemsen, u.s. Blumenkohl, gelbe Rben, Salat, Schalotten u.s.w. Wir sind dann
zur Sparkasse gefahren am Regentesselaan-Deventerstraat. Dort haben wir den Krb mit Gemsen, den
wir whrend der Fahrt im Wagen hatten, auf den Sitz neben dem Kutscher gestellt und mit einem Mantel
verdeckt. Darauf sind wir ein Moment an die Wohnung Staargaards gegangen, worauf wir wieder
eingestiegen sind. Als wir fahren wollten hat die landwacht uns festgenommen und zum N.S.B.-Heim
gebracht. Von dort wurden wir ins Polizeiamt abgefhrt.
lch gebe Ihnen die Versicherung, dasz wir weder politische noch demonstrative Absichten hatten.
12. LEONARDUS KOOT:
Geb. Kotaradja (N.O.I.) 17.4.1926, Adresse Apeldoorn, Dennenlaan 20.
Am 12.6.,44 habe ich die Abiturientenprfung bestanden. Wir hatten uns entschlossen eine Fahrt durch das
Dorf zu machen und den Lehrern bei ihnen zu Hause die von uns versammelten Lebensmittel, Gemse und
Blumen anzubieten. An diesem Datum sind wir zu einem Mietkutscher gegangen en der Deventerstraat
Ecke Trekweg. Von dort sind wir einem Charabancs zur Sparkasse en der Deventerstraat Ecke
Regentesselaan gefahren. Im Gefhrt hatten wir einen Korb mit demsen u.a. Bluemenkohl, gelbe Rben
Salat, Schalotten u.e.w. Den Korb hatten wir mit roten Papierstreifen versehen. Bei der Sparkasse haben wir
diesen Korb auf den Sitz neben dem Kutscher gestellt und mit einem Mantel verdeckt. Nachdem wir ein
Moment im Hause Staargaards verweilt hatten undwieder eingestiegen waren wurden wir von der
Landwacht festgenommen und ins N.S.B.-Heim gebracht. Darauf sind wir ins Polizeiamt in Apeldoorn
abgefuhrt. Ich erklre, dass von einigerlei Kundgebung unsererseite nicht die Rede gewesen ist.
13. OETSKE DE BOER:
Geb.in Apeldoorn. 7.5.1927, im Hause ihrer lebendigen Eltern, Ids de Boer und dessen Ehefrau Oetske
Storm, wohnhaften Tochter, die ihren Wohnsitz haben In Apeldoorn, Langeweg 12, die lt. Erklrung der
Verdchtigte die elterliche Gewalt ber ihre unmndige Tochter austben und auch dazu im Stande sind.
Am 12.6.'44 habe ich die Abiturientenprfung bestanden. Wir beschlossen eine Fahrt durchs Dorf zu
machen und die Geschenke die wir den lehrern zugedacht hatten, bei ihnen zu Hause zu Uberhndigen.
Am 12.6.'44 etwa 19.30 Uhr sind wir zusammen zu einem Mietkutscher an der Deventerstraat Ecke
Trekweg gegangen. Von dort sind wir mit einen Charabancs zur Sparkasse am Regentesselaan Ecke
Deventerstraat in Apeldoorn gefhren. Im gefhrt hatten wir einen Korb mit Gemsen, [u.a. Blumenkohl,
gelbe Rben, Schalotten, Salat u.s.w.] mit roten Papierstreifen versehen.
Als wir vor der Sparkasse angelangt waren haben wir den erwhnten Korb auf den Sitz neben dem Kutscher
gestellt und mit einem Mantel verdeckt. Darauf sind wir in die Wohnung Staargaards gegangen, wo wir
Blumen geholt haben. Als wir die Wohnung Staargaards verliesen und wieder eingestiegen waren wurden
wir von der Landwacht festgenomen und zum N.S.B.-Heim gebracht. Nachdem wir einige augenblicke dort
verweilt hatten sind wir von ihnen zum Polizeiamt in Apeldoorn gefrt.
Ich erklre, dass wir weder eine Kundgebung beabsichtigten noch jemand in seiner politischen
Ueberzeugung haben krnken wollen.
Ich, Protokollant, erklre, dass die Ortsgruppe der Landwacht Nederland im N.S.B.-Heim an der
Deventerstrasse in Apeldoorn, ihren Sits hat.
Im Auftrag des Herrn Majors, Korpskommandeur der Ortspolizei in Apeldoorn sind die Verdchtigten,
nachdem sie verhrt sind, entlassen.
Wovon ich Amtseidlich diesen Protokoll habe abgefasst und gezeichnet, in Apeldoorn, den 17 Juni 1944.
Gesehen: Der Major der Ortspolizei, (get.) J.F. de BUCK
Der Oberwachtmeister, (get.) Onleesbaar.
Coll: Voor eensluidend afschrift, De Burgemeester der gemeente Apeldoorn, [get.] PONT
-----
Hij was een kranige jongen, vooral in de wis- en natuurkundige vakken en heeft de eer daarvoor ontvangen,
ook bij de uitslag van het eindexamen, die hem zeker toekwam. Andere N.S.B.-kinderen waren en zijn
geheel in het schoolverband opgenomen en worden door hun medescholieren als vrienden behandeld.
Nimmer ontdekte ik enige verwijdering. Het feit nu, dat S. tengevolge van zijn typische karakter
eigenschappen, die zo niet erfelijk, dan toch thuis sterk gevoed werden, gesoleerd stond, alsmede de
omstandigheid, dat de hele klas zonder hem in een jan-plezier de leraren wilden bezoeken - een gewoonte,
die zich ieder jaar na de examens herhaalt - zullen iemand - ik vermoed de heer B. - op instigatie van de
familie S. het initiatief hebben doen nemen, de leerlingen een lelijke poets te bakken. Maar al te zeer is dat
gelukt. De kinderen, en niet minder hun ouders, hadden een ellendige avond, die ze niet makkelijk vergeten
zullen. Ik persoonlijk betreur het ten zeerste dat dit geschieden moest in een tijd, waarin we zo ons best
doen, om geen aanstoot te geven en het vredige Apeldoorn geen stof geven tot, geroddel en het uiten van
gevoelens, die van bitterheid getuigen.
Ten slotte kan ik als directeur der school verzekeren, dat ik daarin gesteund door mijn personeel, alles doe
wat ik kan, om zo stipt mogelijk na te komen, wat ik bij het tekenen van de loyaliteitsverklaring beloofd heb.
Er heerst op onze school een meer dan goede discipline. Gaarne erken ik, dat we God niet dankbaar
genoeg zijn kunnen -en ik spreek dit meermalen in mijn gebed op school uit- dat Hij ons nog steeds ons
werk gelaten heeft en dat Hij ons zo bevoorrecht boven zo heel veel jongeren, die het in deze ontzettende
tijd zo moeilijk hebben en hun scholen niet meer kunnen bezoeken.
De directeur der Chr. H.B.S. (get.) P.A. de Planque. Apeldoorn, 23 Juni '44.
Coll: Voor eensluidend afschrift, De Burgemeester der gemeente Apeldoorn.
----BURGEMEESTER van APELDOORN
Apeldoorn, 27 Juni 1944.
AAN den Weledelgestrenge Heer den Heer Mr. J.M. Kan,
Hoofd van de afdeling Binnenlandsch Bestuur van het departement
van Binnenlandsche Zaken,
Zeer Geachte Heer Kan,
Volgens afspraak d.d. 26 dezer doe ik U hierbij toekomen afschrift der stukken, betrekking hebbende op de
aanhouding der scholieren van de Chr. H.B.S. die zouden hebben gedemonstreerd en waarbij de
Landwacht een rol heeft gespeelt.
Na gemaakt gebruik, ontvang ik deze stukken gaarne van U terug, tenzij U bijzondere interesse heeft ze te
behouden.
Inmiddels heeft zich in de gemeente nog een ander geval voor gedaan, waarbij ook de Landwacht
betrokken was, en waarover al een klacht is ingediend bij het Gewestelijk Arbeidsbureau alhier.
Mocht U ook hiervoor belangstelling hebben, dan wil ik U deze klacht gaarne in afschrift doen toekomen.
Inmiddels verblijf ik, met de meeste hoogachting,
uw dw., [get.] D.F.Pont BURGEMEESTER VAN APELDOORN
----Apeldoorn, den 27 Juni 1944
Persnlich !
An den Herrn Beauftragter beim Reichskommisar fr die Provinz Gelderland,
Velperweg Arnheim.
Sehr geehrter Herr Beauftragter,
lm Anschluss an meinen Schreiben vom 20. d.Mts. beerhre ich mich, Ihrer Bitte entsprechend, Ihnen in der
zu berreichen:
1. Protockoll vom 17 Juni 1944 wegen bertretung von Par.17 Verordnung Ordnungsschutz 1943
(nr.1/1943) begangen in Apeldoorn am 12 Juni 1944,
2. Protokoll vom 13 Juni 1944, von dem Oberleutnant der Polizie N.,
3. Erklrung des Direktors der Christlichen Oberrealschule in Apeldoorn, Dr. P.A. Planque, vom 23 juni
1944,
4. Bericht des Brgermeister von Apeldoorn vom 26 Juni 1944, und
5. Mitteillung vom 13 Juni 1944 von der Fhrerin der N.S.V.O. O / Veluwe in Apeldoorn, ber die
beschlagnahmten Gter.
Ich traue, hiermit Ihrer Bitte so gut wie mglich entsprochen zu haben und erklre mich gerne dazu bereit,
zu jeder Zeit ergnzende Mitteilungen zu erteilen, welche Sie als Ntzlich und notwendig urteile sollten.
Ich lenke ins besondere Ihre Aufmerksamkeit auf die Tatsache, dass die auf Anlage nr. 5 genannten Gter
von Landwacht auf Befehl des hiesigen Polizeimajors verteilt worden sind, ohne dass hierfr um die
Genehmigung der zustndigen Autoritten gebeten worden ist. Obwohl dies an sich nicht ein seht wichtiger
Fall ist, beweist es, dass man von Polizei Seite nicht dazu bereit ist auf die angewendeten Methoden, wie im
Falle Hotel "De Poort van Kleef" zu verzichten.
Weiter wird es Sie ungezweifelt auffallen, dass Kamerad vd S. sich mehrere usserungen, laut dem Bericht
des Direktors der Oberrrealsschule, erlaubt hat. Ich glaube richtig zu handeln, indem ich auf diese Tatsache
Ihre Aufmerksamkeit lenke, weil ich glaube zu wissen, dass sie diese Person, sobald er ber
Niederlndische Nationaliteit verfgt, fr eine Brgermeisterstelle in Frage kommen lassen wollten.
hh. DER BRGERMEISTER VON APELDOORN, (get.) D.F.Pont
Anlagen: 5
----Apeldoorn, 28 Juni 1944
Aan den Weledelgestrengen Heer
den Heer Mr. J.W.M. des Tombe,
Ambtenaar O.M. Kantongerechten te Zutphen,
Zeer Geachte Heer des Tombe,
In aansluiting op het telefonisch onderhoud, dat ik gisteren met U mocht voeren, heb ik de eer U hierbij
vertrouwelijk te doen toekomen afschrift van de stukken, welke ik aan den heer Beauftragten der Provincie
Gelderland toezond en welke betrekking hebben op een incident, dat zich in deze gemeente heeft
voorgedaan bij het rondrijden van jongelui, leerlingen der Chr. H.B.S. alhier, die voor hun eindexamen
geslaagd waren.
Ik verzoek U, indien daartoe voor U termen aanwezig worden geacht, een strafvervolging in te stellen tegen
den commandant van de Landwacht, casu quo tegen den Majoor van Politie alhier, wegens het feit, dat aan
deze leerlingen toebehoorende goederen, zonder overleg met de daarvoor aangewezen autoriteiten, in
beslag genomen zijn en aan derden verdeeld zijn.
Tenslotte sluit ik bij afschrift van een schrijven door mij gericht aan de Ortskommandant alhier, alsmede
afschrift van diens antwoord. Dit betrof de in beslag genomen wijnvoorraden, die tegen absurd lagen prijs
door of namens den Majoor van Politie aan de Ortscommandatur werden overgedragen, zonder dat hiertoe
toestemming van de autoriteiten, welke zulks aangaat, was verkregen.
Ook in dit geval acht ik termen aanwezig tot het instellen eener strafvervolging tegen den Majoor van Politie,
casu qua tegen de Opperluitenant der Politie N., alhier.
Gaarne zal ik van U vernemen, of, en zoo Ja: welk gevolg door U aan deze klachten zal worden gegeven.
Inmiddels verblijf ik, met de meeste hoogachting,
Uw dw., DE BURGEMEESTER VAN APELDOORN (get.) D.F. Pont
-----
Bijlage 4 - Verslag van B. Zwerus van de treinreis naar Rees via Bocholt
Bron: origineel in bezit van C.Tijink
AAN den Heer B.Zwerus, geboren 2-6-1897 Langeweg 92 ALHIER.
L A S T G E V I N G.
Op last van den Beauftragte fr die Provinz Gelderland, namens den "Wehrmachtbefehlshaber in den
Niederlanden", draag ik U op zich op maandag, 7 augustus 1944, des voormiddags om 7.30 uur, te melden
op het marktplein bij het gebouwtje van de visafslag.
U dient, indien mogelijk, een schop of spade mede te nemen. Verder moet U zorgen voor voeding voor den
gehele dag.
Voor den duur van ongeveer twee weken zult U worden tewerkgesteld voor het verrichten van
graafwerkzaamheden. Het loon, alsmede de vergoeding voor de medegebrachte gereedschappen zullen U
nader worden bekendgemaakt.
Ik vestig er met klein Uw aandacht op, dat U onder alle omstandigheden aan deze lastgeving dient gevolg te
geven en dat het niet nakomen van deze lastgeving door de Duitsche autoriteiten met de strengste
maatregelen zal worden gestraft.
APELDOORN, den 1 Augustus 1944.
De Burgemeester van Apeldoorn, (getekend Pont) K. 5562. vD.
Op bevel van de Duitsche Weermacht worden volgens de Verordening van den Rijkscommissaris voor het
bezette Nederlandsche gebied, No. 42/1941, betreffende de verplichting tot het verrichten van diensten en
betreffende de beperking ten aanzien van het veranderen van betrekking en in overeenstemming met de
Verordening No. 48/1942 alle mannen in den leeftijd van 17 tot 40 jaar (jaargangen 1905-1928) voor den
arbeidsinzet opgeroepen.
Hiervoor moeten ALLE mannen van dezen leeftijd onmiddellijk na ontvangst van dit bevel met de
voorgeschreven uitrusting op straat gaan staan.
Alle andere bewoners, ook vrouwen en kinderen, moeten in de huizen blijven totdat de actie ten einde is. De
huisdeuren moeten geopend blijven. De mannen van de genoemde jaargangen, die bij een huiszoeking nog
in huis worden aangetroffen, worden gestraft, waarbij hun particulier eigendom zal worden aangesproken.
Bewijzen van vrijstelling van burgerlijke of militaire Instanties moeten ter controle worden meegebracht. Ook
zij, die in het bezit zijn van zulke bewijzen, zijn verplicht zich op straat te begeven.
Er moeten worden medegebracht: warme kleding, stevige schoenen, dekens, bescherming tegen regen,
eetgerei, mes, vork, lepel, drinkbeker en boterhammen voor n dag.
De dagelijkse vergoeding bestaat uit goeden kost, rookartikelen en loon volgens het geldende tarief.
Voor de achterblijvende familieleden zal worden gezorgd.
Het is aan alle bewoners der gemeente verboden hun woonplaats te verlaten.
Op hen, die pogen te ontvluchten of weerstand te bieden, zal worden geschoten.
-----
IN MEMORIAM:
Bocholt-Harreveld 2 december 1944 - 17 mei 1945 (B.Zwerus geboren 2-6-1897)
(blz.I) Van Apeldoorn naar Bocholt (Duitsland)
Men schreef 2 December 1944: Het was voorzeker met klimmende angst voor ons Nederlandse volk dat
deze vreselijke Winter tegemoet ging en voor ons als mannen in het bijzonder, die binnen die leeftijdsgrens
in aanmerking kwamen, met de razzia's, door de bezetter opgepakt en meegesleurd te worden naar
Duitsland.
Bij de eerste razzia in oktober waren al vele Apeldoornse mannen opgepikt en naar de IJssel of ergens
elders gebracht om te werken aan de stellingen en loopgraven. Dit om straks de te verwachten "Vijanden"
tegen te houden en zo al hun plannen te verijdelen!
Ook ik was aangewezen mee te gaan naar Dieren (hier hoop ik later terug te komen).
Op die bewuste morgen dan van de 2e December bij het opstaan dreigde er (blz.II) vreemde
gebeurtenissen op handen te zijn. De wegen waren overal afgezet en niemand mocht de straat op. Tegen
acht uur werd bij ons een "Bevel" door de bus gedaan. Het vermelde dat wij mannen ons gereed moesten
houden en straks op straat noesten gaan staan, gepakt en bezakt in afwachtende houding!
Na onderhandeling met mijn huisgenoten de familie J. besloot ik een koffer te pakken met het weinige wat
aan levensmiddelen nog voorhanden was. En tegen ongeveer 11 uur toog ik met mijn goede huisgenoot
C.J. op weg naar de Markt. Veel was er op straat niet te zien, alleen wat mannen, met hetzelfde doel voor
ogen als wij.
Het Marktplein, dat geheel was afgezet met wapens en gewapende macht, betraden wij met het gevoel 'nu
zitten we in de muizenval' (blz.III) en komen er niet weer uit! Het was bevelen dit en bevelen dat en gestuur
van 't ene einder naar het andere eind. Even een praatje met de een of de andere bekende, vooral over ons
toekomstig lot, waarvan geen een iets zeker wist.
Een triest regentje begon druilend neer te vallen en deed nog het laatste restje moed tot beneden het
vriespunt dalen! Enkele slachtoffers hadden hun speciale kleding aangetrokken menende daarmee van een
reisje naar het Oosten van ons land en dan de grens over af te zijn. Onder deze figuranten verscheen ook
de Heer K. [Knipscheer; n van de oprichters van de Monuta begrafenisonderneming] in plechtig
begrafenisuniform. Hij meende door dit zo bij uitstek indruk makende kledingstuk van een dergelijk transport
af te komen. (blz.IV) Doch ook DIT was niet bij machte het Duitse gemoed te vertederen. Ook hij moest mee
naar de "Duitsche Heimat". Een onderdeel van dit beschreven gewaad zou de volgende morgen voor mij
nog dienst doen en bijdragen mijn leven te redden (dus even geduld wat de verdere toelichting betreft).
Na wachten en verbeiden uur na uur was het ongeveer vijf uur toen wij gesommeerd werden in het gelid te
gaan staan, ik meen 5 of 6 op een rij in een zeer lange stoet, werd het teken gegeven "op te rukken". Naar
onze eerste halte en wel naar de school Kanaalstraat hoek Stationstraat. Ook deze pleisterplaats was
gewapend van binnen en van buiten en ook dr overviel ons de bekende "muizenval"-gedachte. Wat later
ook wel terecht bleek...
Vele vrouwen en moeders verschenen aan de hekken - zo het ten minste (blz.V) vergund werd - om nog
afscheid te nemen, misschien voor het laatst en om nog wat brood of iets anders af te geven.
Eindelijk tegen half acht werden wij opnieuw opgesteld en de korte reis naar het station afgelegd. Onder het
mooie licht van de opkomende maan schreden wij zwijgend het stationsplein over en werden als willoze
schapen in de donkere coups van de trein geduwd, vervuld met weinig moed gevende gedachten........
Naast mij zaten 2 zoons van mijn Zuster en de twee gebroeders M. Al de andere personen in onze afdeling
waren mij niet bekend. De gedachte werd ook door iemand geopperd als zouden wij naar Drente gaan
"arbeiden". Doch dit bleek al spoedig, toen de noodlottige trein vertrok, misgerekend, want deze zette traag
de koers naar Deventer in.
Niet veel werd er gesproken. Een ieder (blz.VI) was met dit gedwongen reisje nu niet bepaald ingenomen
want de gevolgen zouden voor menigeen een treurig einde hebben en ook nog voor een zeker aantal de
dood.
Onze trein naderde Deventer in de stilte van de zaterdagavond. Bij het heldere maanlicht konden wij
duidelijk zien dat zover het oog kon zien alles blank stond en niets reikte dan water en nog eens water. Als
uitgestorven en triest doemde de Koekstad voor ons op. De anders zo levendige provincie- en handelsstad
geleek nu wel een uitgestorven burcht midden in de zee!
Met rupsensnelheid gleed de trein over de IJsselbrug, om even later het station binnen te rijden, streng
bewaakt door de Duitsers die als met een dievenlantaarn langs de wagens paradeerden en de nodige
bevelen gaven als er licht werd ontstoken voor een sigaret of pijp. (blz.VII) Vliegtuigen ronkten boven de
stad dus alles heel stil en donker.
Eindelijk na zeer lang wachten zette onze trein zich in beweging richting Almelo. Het zal ongeveer 10 uur
zijn geweest.
Hier konden wij het zo erg gebombardeerde station van uit onze zitplaatsen (niemand mocht er even uit) in
ogenschouw nemen. Hetzelfde lot hadden de stations van Almelo, Hengelo en Enschede getroffen.
Zo af en toe probeerde een of meer van onze medereizigers een "tukkie" te doen dat bij sommigen gelukte.
Anderen waren van zins de langzaam leeg rakende magen wat bij te vullen uit de meest zuinige voorraad.
Wie weet wanneer er voedsel zou verstrekt worden?
Tegen de ochtend naderden wij de Duitse grens en verdween het laatste stukje dierbare (blz.VIII)
Vaderlandse bodem uit ons oog. Veel werd er niet gesproken in onze afdeling. Enkelen probeerden wat te
slapen. Een ander trachtte een hartversterking naar binnen te werken. Weer anderen keken star en stil voor
zich uit en trachtten in de toekomst te zien! Ook onze machinist scheen geen haast te hebben en liet af en
toe zijn "paard" wat rust te gunnen, om wat op adem te komen, door te stoppen. Wat hiervan de reden was
is ons nooit duidelijk geworden.
Het was Zondagmorgen 3 December. Wij naderden de Duitse stad Bocholt in Westfalen. Doch onze trein
reed door, ongeveer een kilometer of 8 verder en bleef toen plotseling staan tegenover een dorp, ik meen
dat het Weert was, dus geen station. Hier was het halt! Even later bleek dat er vliegtuigen in aantocht
waren, luchtalarm weerklonk en niet lang daarna verschenen enige dood en verderf brengende
"luchtmonsters", ongeveer een 6 of 8-tal. Haastig vlogen ze over ons heen, doch dadelijk keerden ze terug.
Het was ongeveer 10 uur als het DODELIJK MOMENT ER WAS! Ramen rinkelden, hevige knallen
weerklonken en een wolk van stof belette evengoed te zien wat er gebeurde. Wel zag ik, kort tevoren de
Duitsers die op de treeplank stonden, de vlucht nemen het vrije veld in. Later hoorden wij dat er ook wat van
dodelijk getroffen zijn.
Op eens voelde ik een klap tegen mijn rechter been doch voelde geen pijn en toen zag ik het bloed er
langslopen. Meteen kroop ik onder de zitbank tegenover mij om wat meer beschut te zijn, maar rond ziende
bemerkte ik dat mijn reisgenoten in paniekstemming uit de wagon renden. Ik meende nu toch hun voorbeeld
te moeten volgen (blz.X) doch gelijk met de stap in de diepte voelde ik het gewonde been afbreken en
machteloos viel ik op de grond. Ik kroop om beschut te zijn onder de trein. Doch gelijk was de aanval ten
einde en verwijderden de vliegtuigen zich in de richting van waar zij kwamen. Hierop kroop ik er onder
vandaan en zag eens rond hoe de toestand was. Een klein slagveld met gewonden. Overal lagen de arme
slachtoffers, kermend en gillend om hulp roepende, maar er lagen ook stervenden.
Gelukkig was ik zeer kalm en behield mijn zelfbeheersing. Wel riep ik om hulp, waarop mij gezegd werd, dat
ik dadelijk gehaald zou worden. Even geduld. Eerst dacht ik aan mijn beide neven M. en H., waar die waren
en meteen verscheen M., die verzekerde dat ik zeer gewond was. Ik zei hem dadelijk te zoeken naar zijn
broer wat hij direct ging (blz.XI) doen. Gelukkig bleek hij ook ongedeerd te zijn.
Onderwijl bloedde het been geweldig en viel mijn oog op een zwart voorwerp, een dik zwart koord met
verzilverde einden. Dit was het bewuste onderdeel van het plechtige rouwgewaad van de Heer
K.[Knipscheer]. Ik vroeg aan iemand dit aan te reiken om daarmee het been af te binden om doodbloeding
te voorkomen. Uit curiositeit is dit koord nog in mijn bezit, wat voor zeker uitstekend dienst heeft gedaan.
Waarvoor zulk een "plechtig sieraad "al geen dienst voor moest doen!
Na enige tijd kwamen een paar mannen met een grote plank. Ik werd daar op gelegd en over een beek naar
de eerste de beste boerderij gedragen. Daar waren al meer slachtoffers beland. Onderwijl kwamen enkele
bekende Apeldoorners bij mij, doch langzaam aan (blz.XII) begon de pijn aardig te komen.
Mijn twee neven verzocht ik flink een ieder aan een arm te trekken en beval de oudste mijn koffer uit de
coup te halen en het brood dat er in was straks mee te nemen. Onderwijl verscheen een oud Westfaals
pastoortje, die ons een hand gaf en aan wie ik vertelde dat als ik zou sterven het bloed van Christus mijn
enig vertrouwen was. Daarop zei hij volmondig "Dan is het goed met U" (OE!). Een dergelijk moment in 't
leven, als elk masker afvalt, is geweldig en ik zou het niet gaarne gemist hebben, afgezien van de grote
ellende van 't ogenblik.
Om een uur of drie kwamen een paar ziekenauto's uit de stad en werden vele patinten vervoerd naar de
hospitalen in Bocholt. Ik kwam terecht in het zogenaamde (blz.XIII) Casino, dat tot ziekenhuis was ingericht.
Eerst werd ik in een grote hal gelegd waar ook een heel aantal Hollanders waren. Zij zaten aan een
gemeenschappelijke tafel hun brood te eten wat keurig met gebed besloten werd.
Na lang wachten werden mij de kapotgeschoten en bebloede kleren uitgedaan en werd ik naar een
operatiezaaltje gedragen. Ik herinner me dat een Duitser zei "Ik ben aalmoezenier, hindert dat?" Ik zei "wel
neen". Hierop kwam ik onder narcose en weet ik niet wat er verder met mij gedaan is.
Toen ik weer bij kwam lag ik op een grote zaal in een keurig ledikant met nog meer gewonden. Daarvan
kende ik G.Jolink en W.Uitenbogaard en de Heer Knipscheer. (blz.XIV) Hier was de verpleging uitstekend.
Men kon haast niet geloven in een vijandelijk land te zijn. De volgende dag gingen er al weer enige terug
naar Holland, doch ik ging pas de volgende dag mee.
Op die bewuste Maandag 4 December kregen wij bezoek van enige Apeldoornse heren waar onder de
NSB-Burgemeester van Apeldoorn Dr. Pont en Dr. Slechte. Deze heren zouden spoedig zorgen dat wij weer
in Holland kwamen. Nu daar waren wij wel voor te vinden. Op ons gemak waren wij allerminst.
Het luchtalarm was bijna niet stil. Dag of nacht, vliegtuigen cirkelden geregeld boven de stad wat de Duitse
heren, die op zaal waren, steeds naar de "Keller" de wijk deed nemen en ons maar aan ons lot overlatend.
Dat wekte van zelf bij ons een onprettig gevoel op. (blz.XV)
De Dinsdag brak aan, de patinten werden weer keurig geholpen en mijn been lag nu in een gazen
omhulsel. Het was zeer pijnlijk, vooral door de behandeling. Het eten was hier erg fijn, doch lust tot eten was
gering want nu begon de wondkoorts een woordje mee te spreken.
In de middag kwam zelfs het lekkerste witte brood voor de dag met het nodige er op. Het was haast niet te
geloven. Vlak voor ons vertrek kregen we een goed gekruid glas wijn. Dus wie zegt nu nog dat de Duitsers
zulke slechte mensen zijn!! ----Tegen vier uur tot half vijf werden wij gereed gemaakt voor onze reis naar Holland. Op draagbaren werden
wij naar buiten gedragen in een hoge, dichte wagen met van achteren twee deuren met n paard er voor,
meen ik, en (blz.XVI) met 6 7 gewonden erin. Een er van was nog in staat enigszins in zittende houding te
reizen en zat aan ons voeteneind bij de deuren. Nadat deze gesloten waren ging het met trage gang de stad
uit en de weg op naar de grens in de richting van Aalten.
Uren verstreken. Al spoedig viel de duisternis in. Af en toe werd er een woordje gewisseld met een der
lotgenoten, voornamelijk om de moed niet kwijt te raken. Enkele begonnen te klagen over dorst wat geen
wonder was. Af en toe werd ons rijdend hospitaal door de Duitsers aangehouden met een bits "Halt" en
verder ging het weer. Maar afwachten waar wij zouden aanlanden.
Eindelijk tegen negen uur werden wij gewaar, dat ons vervoermiddel een laan op reed (blz.XVII) waar grind
lag. En ja daar om plusminus half tien stopte het vehikel voor het Rooms-katholieke Sint Vincentius gesticht
of klooster "Harreveld", eerder opvoedingsgesticht en nu als noodziekenhuis ingericht.
De deuren van onze wagen gingen open en een lichtstraal uit een handlantaarn bescheen ons en de
"broeders" begonnen ons uit te laden. Eerst een gang door toen de trappen op naar een van de bovenafdelingen. Dit gebouw is zeer groot als men weet dat er in die vreselijke winter van 1944-1945 circa 800
mensen verpleegd werden, daarbij een 200-tal verplegend personeel. Dat is in totaal zo ongeveer een
duizend personen. Misschien is het nog wel meer want ook de nevengebouwen lagen vol. "Harreveld" is
(blz.XVIII) een klein dorp op zichzelf met behalve het grote hoofdgebouw met Kapel, vele bijbehorende
werkplaatsen voor timmerlieden, schoenmakerij, eigen drukkerij, smederij enz. en een grote boerderij met
bijbehorende gronden en weilanden. Veel heb ik er vanzelfsprekend niet van kunnen zien. Pas met
Hemelvaartsdag zou ik voor het eerst weer buiten komen en de naaste omgeving aanschouwen.
Doch ter zake, boven gekomen werden wij op onze draagbaar op de grond gelegd en werden de namen
genoteerd. Toen werden we de verschillende zalen opgedragen waar de bedden gereed waren en tevens
voorzien was van een warme kruik. Dat deed zeer weldadig aan na zulk een lange reis van ongeveer 5 uur.
Op deze afdeling werkten Diaconessen uit Arnhem. (blz.XIX) Het was nu dus 5 December, Sint Nicolaas en
daar op de late avond verscheen onze goede Sint omstuwd van paters, broeders, nonnetjes en ander
personeel, een hele optocht. De heilige man richtte goede woorden tot ons en liet zwarte Piet wat lekkers
ronddelen. Voorwaar wel een vreemd Sint Nicolaasfeest zover van huis, geheel in de vreemde onder alleen
vreemde mensen en wonderlijke omstandigheden. Doch ik was ook dankbaar gestemd wetend de
wonderlijke leiding en bescherming Gods, die ons niet in de steek liet en ook daar Zijn kinderen had die ons
met Christelijke liefde verzorgde. Het was laat geworden, de lichten werden gedoofd en de eerste nacht op
Harreveld ging in.
[einde handgeschreven schrift]
RAPPORT
van P.C. Wiessner
betreffende de gebeurtenissen voor het uitbreken van de oorlog, tijdens de bezetting en na de bevrijding van
het Koninklijk Paleis Het Loo te Apeldoorn.
Een verzameling voorwerpen, afkomstig uit de nalatenschap van Hare Majesteit de Koningin Moeder
[Emma] werd in bewaring genomen door de heer A. Hooiberg (Dellerweg Epe) enzovoort, enzovoort.
Tevens moesten de kantoren van de Intendance en Houtvesterijen het Paleis verlaten. Er werd echter
toestemming gegeven alle kantoormeubels, materialen en machines mee te nemen.
Hij maakte met mij een wandeling door het gehele Paleis. Hij deelde mij mee dat voor het volkomen
vernietigen van het gehele gebouw minstens drie vrachtwagens springstof nodig zouden zijn. De volgende
afspraak werd thans gemaakt. Iedere maandag zou de heer Jansen mij bezoeken en zodra er gevaar zou
dreigen zouden mij 10 goed gewapende mensen ter beschikking worden gesteld. Daarmee zou ik zo
mogelijk het Duitse springcommando buiten werking stellen. Deze 10 mannen zou ik in overleg met de
Intendant onder brengen op de Koninklijke boerderij. Verder werden de volgende voorzorgsmaatregelen
genomen. Door de Intendant werden mij bijlen, grote en kleine zagen, minimax brandblusapparaten ter
beschikking gesteld. Deze goederen werden alle in mijn woning in het Paleis verborgen. Uit de magazijnen
van de Duitsers liet ik pikhouwelen, brandhaken, breekijzers, vuurzwepen, zandhorren en emmers
aanrukken en plaatsen op verschillende punten in het gebouw. Als lid van de plaatselijke O.D. besprak ik
met de Heer Bleeker (Loolaan) dat zodra de Duitsers terugtrokken mij ongeveer 10 man ter beschikking
zouden worden gesteld ter beveiliging van het Paleis en om diefstal van de zich daarin bevindende
voorwerpen te voorkomen.
Daar de heer Jansen mij meedeelde ook gegevens naar Engeland te kunnen doorzenden werd door mij ook
aan hem verzocht de tekeningen van de verschillende munitiedepots door te zenden. De Heer Dijkstra
introduceerde bij mij de Heer K.Nieuwkamp, bekend onder de naam Oude Kees die mijn hulp inriep om hem
van stafkaarten van de Provincie Gelderland te voorzien. Aangezien Jhr. van Suchtelen d/d Haare van het
begin af op de hoogte van mijn illegaal werk was kon ik hierdoor zijn hulp inroepen en was ik in staat reeds
dezelfde dag aan het verzoek van de Heer Nieuwkamp te voldoen.
Het Wehrmachtgenesungsheim wordt opgeheven en ingericht als Kriegslazarett. Oberstabarzt Kramer
vertrekt en wordt vervangen door Stabarzt Klinge. De eerste Engelse soldaten worden ter verpleging
opgenomen ongeveer 120. Vijf soldaten weten door middel van een brandslang te ontvluchten. Het totaal
aantal patinten stijgt tot 850.
De thans opgenomen patinten behoren tot de totaal verwilderden. Gordijnen worden stuk gesneden om
halsdoeken te maken. We vinden stoelen waarvan het leer van de zittingen is afgesneden en het geheel
maakt een indruk van een verloren leger.
De eerste Engelse gewonden worden binnengebracht, dat wil zeggen men laat ze ongeveer 6 uur buiten
liggen en helpt eerst de Duitse gewonden. Tegen de avond arriveert de Oberfeldarzt Sengeling. Die maakt
aan deze onhoudbare toestand een einde. De Engelse gevangenen worden ondergebracht in de kamers
van wijlen Hare Majesteit Koningin Emma, de Audintiezaal en de kamers van H.M. de Koningin.
Aangezien de gevangenen wel de beschikking over tabak hebben maar niet in het bezit zijn van pijpen doe
ik moeite om deze te krijgen. Dat gelukt mij door hulp van de Heer Mouw (Kapelstraat). Verder contact is
onmogelijk omdat ik mij niet in de afgesloten ruimten mag bevinden.
Waar de toestand thans de Engelsen zo dicht bij waren zeer verscherpt werd zien vele mensen zich
genoodzaakt onder te duiken. In mijn woning in het Paleis duikt onder de Heer Jan Meyer (Asselsestraat
Apeldoorn) en zeer begeerde prooi van de Sicherheits Dienst. Wij zijn zelfs genoodzaakt ook zijn vrouw een
tijd op te nemen omdat de S.D. zijn zaak verbeurd verklaarde en men bang was voor represailles tegen zijn
vrouw.
M.Stokhuyzen (Hoofdstraat 166 Apeldoorn) en Jan Polderman (2e Beukenlaan) zochten eveneens hun
toevlucht bij mij en wel allen tot de bevrijding.
Grote razzia's hebben plaats. De Heer R.van Gerrevink ligt met vele anderen op hoeken van de straten. Ik
sta thans voor de moeilijkheid onder te duiken en daarbij alles in de steek te laten of blijven met de kans
ieder moment opgepakt te worden. Mijn vertrouwen in de Heer van Gerrevink, waar ik meermalen mee
besproken had dat het Paleis voor alles ging deed mij besluiten te blijven. Achteraf bleek dit ook juist te zijn.
Ook de heer Jansen uit Deventer had mij geen hulp gezonden, hetgeen achteraf onmogelijk bleek te zijn
daar hij 14 dagen tevoren was doodgeschoten.
De Agent, die zo ons later bleek, Hans Zomer uit Arnhem te zijn, vertelde ons in Engeland opgeleid te zijn
als telegrafist, verder technisch geen kennis van zenders te hebben en een zeer bijzondere zender te
hebben, die niet gepeild kon worden.
Dit was voor de Heer Meyer en mij aanleiding om eerst een proefuitzending te houden. De Heren Meyer en
Vermaat peilden van uit twee plaatsen de zender en stelden, zoals al wel gedacht was, direct de plaats van
opstelling vast.
WAS HANS ZOMER VERKEERD VOORGELICHT OF WAS HET ZIJN VOLKOMEN ONBEKENDHEID
MET RADIO?
Een en ander bleef voor ons een vraagstuk. Na enkele weken van werken werd bij het Paleis een peilwagen
der bezetters waargenomen. Een officier meldde zich en vroeg ondergetekende te spreken.
Hij verklaarde dat er in het Paleis een geheime zender was opgesteld en dat ik, die ingeschreven stond als
luisterpost van de 'VUKA' hiervan wel meer waist en beter de boel maar af kon geven, dan was alles in orde.
Ik verzekerde hem geen verstand van zenders te hebben, en het gehele paleis tot zijn beschikking stond om
de zender te zoeken. Hij verzekerde mij dat ze mij in de gaten zouden houden en vertrok zonder in het
paleis een onderzoek in te stellen.
Aangezien de peilwagen telkens weer opgemerkt werd, besloten wij de uitzendingen uit het huis van Jhr.
Roll direct te staken. Hans Zomer kreeg eerst onderdak bij de familie Damm.
Jhr. Roll beraamde toen het plan Zomer over te brengen naar de kust. Als boodschapper trad toen op de
tuinman van Jhr. Roll.
Toen Hans Zomer vertrokken was, werd vanuit Apeldoorn steeds voor zijn distributiebescheiden gezorgd.
Na zijn vertrek uit Apeldoorn heb ik Hans Zomer niet meer gezien.
Met Jhr. Roll had ik dagelijks contact, daar Jhr. Roll in Soestdijk bezig was goederen van waarde van het
Koninklijk Huis in veiligheid te brengen en daar ik op het Loo dezelfde werkzaamheden verrichtte, pleegden
wij daarover steeds overleg.
Enkele dagen voor de arrestatie van Jhr. Roll hadden wij nog een bespreking, niet wetende wat ons boven
het hoofd hing.
Toen er bericht kwam van arrestatie van Damm, During en Vermaat en daarop volgende arrestatie van Jhr.
Roll, zijn de Heer Meyer en ondergetekende enkele weken ondergedoken. Toen er na enkele weken niets
gebeurde en geen verdere arrestaties volgden, hebben wij ons werk weer hervat.
Uit een en ander blijkt wel dat Jhr. Roll een trouw vaderlander, een man zonder vrees of angst geweest is,
die alles over had om de goede zaak te dienen.
Aan zijn moed om onze namen niet te noemen, hebben wij ons leven te danken en konden het reeds
begonnen werk voortzetten.
Jhr. Roll, de man die de naam van zijn oud geslacht zeer hoog heeft gehouden, die dikwijls zijn
teleurstelling niet kon verbergen, dat alles wat gedaan werd om Engeland voor te lichten over de
gebeurtenissen in Nederland, zelden resultaten te zien gaf, is een van de vele Nederlanders die vanaf het
begin der bezetting overtuigd was van de ondergang van het Duitse Rijk.
Apeldoorn, 2 October 1951.
P.C.Wiessner,
Koninklijk Paleis,
Het Loo.
Hier konden wij het zo erg gebombardeerde station van uit onze zitplaatsen (niemand mocht er even uit) in
ogenschouw nemen. Hetzelfde lot hadden de stations van Almelo, Hengelo en Enschede getroffen.
Zo af en toe probeerde een of meer van onze medereizigers een "tukkie" te doen dat bij sommigen gelukte.
Anderen waren van zins de langzaam leeg rakende magen wat bij te vullen uit de meest zuinige voorraad.
Wie weet wanneer er voedsel zou verstrekt worden?
Tegen de ochtend naderden wij de Duitse grens en verdween het laatste stukje dierbare (blz.VIII)
Vaderlandse bodem uit ons oog. Veel werd er niet gesproken in onze afdeling. Enkelen probeerden wat te
slapen. Een ander trachtte een hartversterking naar binnen te werken. Weer anderen keken star en stil voor
zich uit en trachtten in de toekomst te zien! Ook onze machinist scheen geen haast te hebben en liet af en
toe zijn "paard" wat rust te gunnen, om wat op adem te komen, door te stoppen. Wat hiervan de reden was
is ons nooit duidelijk geworden.
Het was Zondagmorgen 3 December. Wij naderden de Duitse stad Bocholt in Westfalen. Doch onze trein
reed door, ongeveer een kilometer of 8 verder en bleef toen plotseling staan tegenover een dorp, ik meen
dat het Weert was, dus geen station. Hier was het halt! Even later bleek dat er vliegtuigen in aantocht
waren, luchtalarm weerklonk en niet lang daarna verschenen enige dood en verderf brengende
"luchtmonsters", ongeveer een 6 of 8-tal. Haastig vlogen ze over ons heen, doch dadelijk keerden ze terug.
Het was ongeveer 10 uur als het DODELIJK MOMENT ER WAS! Ramen rinkelden, hevige knallen
weerklonken en een wolk van stof belette evengoed te zien wat er gebeurde. Wel zag ik, kort tevoren de
Duitsers die op de treeplank stonden, de vlucht nemen het vrije veld in. Later hoorden wij dat er ook wat van
dodelijk getroffen zijn.
Op eens voelde ik een klap tegen mijn rechter been doch voelde geen pijn en toen zag ik het bloed er
langslopen. Meteen kroop ik onder de zitbank tegenover mij om wat meer beschut te zijn, maar rond ziende
bemerkte ik dat mijn reisgenoten in paniekstemming uit de wagon renden. Ik meende nu toch hun voorbeeld
te moeten volgen (blz.X) doch gelijk met de stap in de diepte voelde ik het gewonde been afbreken en
machteloos viel ik op de grond. Ik kroop om beschut te zijn onder de trein. Doch gelijk was de aanval ten
einde en verwijderden de vliegtuigen zich in de richting van waar zij kwamen. Hierop kroop ik er onder
vandaan en zag eens rond hoe de toestand was. Een klein slagveld met gewonden. Overal lagen de arme
slachtoffers, kermend en gillend om hulp roepende, maar er lagen ook stervenden.
Gelukkig was ik zeer kalm en behield mijn zelfbeheersing. Wel riep ik om hulp, waarop mij gezegd werd, dat
ik dadelijk gehaald zou worden. Even geduld. Eerst dacht ik aan mijn beide neven M. en H., waar die waren
en meteen verscheen M., die verzekerde dat ik zeer gewond was. Ik zei hem dadelijk te zoeken naar zijn
broer wat hij direct ging (blz.XI) doen. Gelukkig bleek hij ook ongedeerd te zijn.
Onderwijl bloedde het been geweldig en viel mijn oog op een zwart voorwerp, een dik zwart koord met
verzilverde einden. Dit was het bewuste onderdeel van het plechtige rouwgewaad van de Heer
K.[Knipscheer]. Ik vroeg aan iemand dit aan te reiken om daarmee het been af te binden om doodbloeding
te voorkomen. Uit curiositeit is dit koord nog in mijn bezit, wat voor zeker uitstekend dienst heeft gedaan.
Waarvoor zulk een "plechtig sieraad "al geen dienst voor moest doen!
Na enige tijd kwamen een paar mannen met een grote plank. Ik werd daar op gelegd en over een beek naar
de eerste de beste boerderij gedragen. Daar waren al meer slachtoffers beland. Onderwijl kwamen enkele
bekende Apeldoorners bij mij, doch langzaam aan (blz.XII) begon de pijn aardig te komen.
Mijn twee neven verzocht ik flink een ieder aan een arm te trekken en beval de oudste mijn koffer uit de
coup te halen en het brood dat er in was straks mee te nemen. Onderwijl verscheen een oud Westfaals
pastoortje, die ons een hand gaf en aan wie ik vertelde dat als ik zou sterven het bloed van Christus mijn
enig vertrouwen was. Daarop zei hij volmondig "Dan is het goed met U" (OE!). Een dergelijk moment in 't
leven, als elk masker afvalt, is geweldig en ik zou het niet gaarne gemist hebben, afgezien van de grote
ellende van 't ogenblik.
Om een uur of drie kwamen een paar ziekenauto's uit de stad en werden vele patinten vervoerd naar de
hospitalen in Bocholt. Ik kwam terecht in het zogenaamde (blz.XIII) Casino, dat tot ziekenhuis was ingericht.
Eerst werd ik in een grote hal gelegd waar ook een heel aantal Hollanders waren. Zij zaten aan een
gemeenschappelijke tafel hun brood te eten wat keurig met gebed besloten werd.
Na lang wachten werden mij de kapotgeschoten en bebloede kleren uitgedaan en werd ik naar een
operatiezaaltje gedragen. Ik herinner me dat een Duitser zei "Ik ben aalmoezenier, hindert dat?" Ik zei "wel
neen". Hierop kwam ik onder narcose en weet ik niet wat er verder met mij gedaan is.
Toen ik weer bij kwam lag ik op een grote zaal in een keurig ledikant met nog meer gewonden. Daarvan
kende ik G.Jolink en W.Uitenbogaard en de Heer Knipscheer. (blz.XIV) Hier was de verpleging uitstekend.
Men kon haast niet geloven in een vijandelijk land te zijn. De volgende dag gingen er al weer enige terug
naar Holland, doch ik ging pas de volgende dag mee.
Op die bewuste Maandag 4 December kregen wij bezoek van enige Apeldoornse heren waar onder de
NSB-Burgemeester van Apeldoorn Dr. Pont en Dr. Slechte. Deze heren zouden spoedig zorgen dat wij weer
in Holland kwamen. Nu daar waren wij wel voor te vinden. Op ons gemak waren wij allerminst.
Het luchtalarm was bijna niet stil. Dag of nacht, vliegtuigen cirkelden geregeld boven de stad wat de Duitse
heren, die op zaal waren, steeds naar de "Keller" de wijk deed nemen en ons maar aan ons lot overlatend.
Dat wekte van zelf bij ons een onprettig gevoel op. (blz.XV)
De Dinsdag brak aan, de patinten werden weer keurig geholpen en mijn been lag nu in een gazen
omhulsel. Het was zeer pijnlijk, vooral door de behandeling. Het eten was hier erg fijn, doch lust tot eten was
gering want nu begon de wondkoorts een woordje mee te spreken.
In de middag kwam zelfs het lekkerste witte brood voor de dag met het nodige er op. Het was haast niet te
geloven. Vlak voor ons vertrek kregen we een goed gekruid glas wijn. Dus wie zegt nu nog dat de Duitsers
zulke slechte mensen zijn!! ----Tegen vier uur tot half vijf werden wij gereed gemaakt voor onze reis naar Holland. Op draagbaren werden
wij naar buiten gedragen in een hoge, dichte wagen met van achteren twee deuren met n paard er voor,
meen ik, en (blz.XVI) met 6 7 gewonden erin. Een er van was nog in staat enigszins in zittende houding te
reizen en zat aan ons voeteneind bij de deuren. Nadat deze gesloten waren ging het met trage gang de stad
uit en de weg op naar de grens in de richting van Aalten.
Uren verstreken. Al spoedig viel de duisternis in. Af en toe werd er een woordje gewisseld met een der
lotgenoten, voornamelijk om de moed niet kwijt te raken. Enkele begonnen te klagen over dorst wat geen
wonder was. Af en toe werd ons rijdend hospitaal door de Duitsers aangehouden met een bits "Halt" en
verder ging het weer. Maar afwachten waar wij zouden aanlanden.
Eindelijk tegen negen uur werden wij gewaar, dat ons vervoermiddel een laan op reed (blz.XVII) waar grind
lag. En ja daar om plusminus half tien stopte het vehikel voor het Rooms-katholieke Sint Vincentius gesticht
of klooster "Harreveld", eerder opvoedingsgesticht en nu als noodziekenhuis ingericht.
De deuren van onze wagen gingen open en een lichtstraal uit een handlantaarn bescheen ons en de
"broeders" begonnen ons uit te laden. Eerst een gang door toen de trappen op naar een van de bovenafdelingen. Dit gebouw is zeer groot als men weet dat er in die vreselijke winter van 1944-1945 circa 800
mensen verpleegd werden, daarbij een 200-tal verplegend personeel. Dat is in totaal zo ongeveer een
duizend personen. Misschien is het nog wel meer want ook de nevengebouwen lagen vol. "Harreveld" is
(blz.XVIII) een klein dorp op zichzelf met behalve het grote hoofdgebouw met Kapel, vele bijbehorende
werkplaatsen voor timmerlieden, schoenmakerij, eigen drukkerij, smederij enz. en een grote boerderij met
bijbehorende gronden en weilanden. Veel heb ik er vanzelfsprekend niet van kunnen zien. Pas met
Hemelvaartsdag zou ik voor het eerst weer buiten komen en de naaste omgeving aanschouwen.
Doch ter zake, boven gekomen werden wij op onze draagbaar op de grond gelegd en werden de namen
genoteerd. Toen werden we de verschillende zalen opgedragen waar de bedden gereed waren en tevens
voorzien was van een warme kruik. Dat deed zeer weldadig aan na zulk een lange reis van ongeveer 5 uur.
Op deze afdeling werkten Diaconessen uit Arnhem. (blz.XIX) Het was nu dus 5 December, Sint Nicolaas en
daar op de late avond verscheen onze goede Sint omstuwd van paters, broeders, nonnetjes en ander
personeel, een hele optocht. De heilige man richtte goede woorden tot ons en liet zwarte Piet wat lekkers
ronddelen. Voorwaar wel een vreemd Sint Nicolaasfeest zover van huis, geheel in de vreemde onder alleen
vreemde mensen en wonderlijke omstandigheden. Doch ik was ook dankbaar gestemd wetend de
wonderlijke leiding en bescherming Gods, die ons niet in de steek liet en ook daar Zijn kinderen had die ons
met Christelijke liefde verzorgde. Het was laat geworden, de lichten werden gedoofd en de eerste nacht op
Harreveld ging in.
[einde handgeschreven schrift]
BIJLAGE 05 - verslag Paleis Het Loo [archief museum Paleis Het Loo].
RAPPORT
van P.C. Wiessner
betreffende de gebeurtenissen voor het uitbreken van de oorlog, tijdens de bezetting en na de bevrijding van
het Koninklijk Paleis Het Loo te Apeldoorn.
Waar wij reeds vergaande plannen hadden gemaakt om de persoonlijke goederen van Hare Majesteit de
Koningin en alle historische schilderijen uit de handen van de vijand te houden en tevens door mijn
aanwezigheid hier mogelijkheden geopend werden voor de berichtendienst, besloot ik geheel vrijwillig in
dienst van het Rode Kruis van de Duitse Wehrmacht over te gaan. Het besluit bleek achteraf bezien
volkomen juist te zijn geweest. Ik kwam tot grote schrik tot ontdekking dat zich in de werkkamer van de
Particulier Secretaris van Hare Majesteit de Koningin nog een gedeelte van het geheim archief bevond. Het
was door de aanwezigheid van de Commissie onmogelijk deze stukken uit het Paleis te verwijderen. Daarop
vernietigde ik met toestemming van de Intendant en in zijn aanwezigheid deze stukken. Hij pleegde hierover
overleg met Baron van Geen. De stukken, die in opdracht van Baron van Geen moesten behouden blijven,
werden hem ter hand gesteld.
Deze 10 mannen zou ik in overleg met de Intendant onder brengen op de Koninklijke boerderij. Verder
werden de volgende voorzorgsmaatregelen genomen. Door de Intendant werden mij bijlen, grote en kleine
zagen, minimax brandblusapparaten ter beschikking gesteld. Deze goederen werden alle in mijn woning in
het Paleis verborgen. Uit de magazijnen van de Duitsers liet ik pikhouwelen, brandhaken, breekijzers,
vuurzwepen, zandhorren en emmers aanrukken en plaatsen op verschillende punten in het gebouw. Als lid
van de plaatselijke O.D. besprak ik met de Heer Bleeker (Loolaan) dat zodra de Duitsers terugtrokken mij
ongeveer 10 man ter beschikking zouden worden gesteld ter beveiliging van het Paleis en om diefstal van
de zich daarin bevindende voorwerpen te voorkomen.
Daar de heer Jansen mij meedeelde ook gegevens naar Engeland te kunnen doorzenden werd door mij ook
aan hem verzocht de tekeningen van de verschillende munitiedepots door te zenden. De Heer Dijkstra
introduceerde bij mij de Heer K.Nieuwkamp, bekend onder de naam Oude Kees die mijn hulp inriep om hem
van stafkaarten van de Provincie Gelderland te voorzien. Aangezien Jhr. van Suchtelen d/d Haare van het
begin af op de hoogte van mijn illegaal werk was kon ik hierdoor zijn hulp inroepen en was ik in staat reeds
dezelfde dag aan het verzoek van de Heer Nieuwkamp te voldoen.
Het Wehrmachtgenesungsheim wordt opgeheven en ingericht als Kriegslazarett. Oberstabarzt Kramer
vertrekt en wordt vervangen door Stabarzt Klinge. De eerste Engelse soldaten worden ter verpleging
opgenomen ongeveer 120. Vijf soldaten weten door middel van een brandslang te ontvluchten. Het totaal
aantal patinten stijgt tot 850.
De thans opgenomen patinten behoren tot de totaal verwilderden. Gordijnen worden stuk gesneden om
halsdoeken te maken. We vinden stoelen waarvan het leer van de zittingen is afgesneden en het geheel
maakt een indruk van een verloren leger.
De eerste Engelse gewonden worden binnengebracht, dat wil zeggen men laat ze ongeveer 6 uur buiten
liggen en helpt eerst de Duitse gewonden. Tegen de avond arriveert de Oberfeldarzt Sengeling. Die maakt
aan deze onhoudbare toestand een einde. De Engelse gevangenen worden ondergebracht in de kamers
van wijlen Hare Majesteit Koningin Emma, de Audintiezaal en de kamers van H.M. de Koningin.
Aangezien de gevangenen wel de beschikking over tabak hebben maar niet in het bezit zijn van pijpen doe
ik moeite om deze te krijgen. Dat gelukt mij door hulp van de Heer Mouw (Kapelstraat). Verder contact is
onmogelijk omdat ik mij niet in de afgesloten ruimten mag bevinden.
Waar de toestand thans de Engelsen zo dicht bij waren zeer verscherpt werd zien vele mensen zich
genoodzaakt onder te duiken. In mijn woning in het Paleis duikt onder de Heer Jan Meyer (Asselsestraat
Apeldoorn) en zeer begeerde prooi van de Sicherheits Dienst. Wij zijn zelfs genoodzaakt ook zijn vrouw een
tijd op te nemen omdat de S.D. zijn zaak verbeurd verklaarde en men bang was voor represailles tegen zijn
vrouw.
M.Stokhuyzen (Hoofdstraat 166 Apeldoorn) en Jan Polderman (2e Beukenlaan) zochten eveneens hun
toevlucht bij mij en wel allen tot de bevrijding.
Grote razzia's hebben plaats. De Heer R.van Gerrevink ligt met vele anderen op hoeken van de straten. Ik
sta thans voor de moeilijkheid onder te duiken en daarbij alles in de steek te laten of blijven met de kans
ieder moment opgepakt te worden. Mijn vertrouwen in de Heer van Gerrevink, waar ik meermalen mee
besproken had dat het Paleis voor alles ging deed mij besluiten te blijven. Achteraf bleek dit ook juist te zijn.
De Agent, die zo ons later bleek, Hans Zomer uit Arnhem te zijn, vertelde ons in Engeland opgeleid te zijn
als telegrafist, verder technisch geen kennis van zenders te hebben en een zeer bijzondere zender te
hebben, die niet gepeild kon worden.
Dit was voor de Heer Meyer en mij aanleiding om eerst een proefuitzending te houden. De Heren Meyer en
Vermaat peilden van uit twee plaatsen de zender en stelden, zoals al wel gedacht was, direct de plaats van
opstelling vast.
WAS HANS ZOMER VERKEERD VOORGELICHT OF WAS HET ZIJN VOLKOMEN ONBEKENDHEID
MET RADIO?
Een en ander bleef voor ons een vraagstuk. Na enkele weken van werken werd bij het Paleis een peilwagen
der bezetters waargenomen. Een officier meldde zich en vroeg ondergetekende te spreken.
Hij verklaarde dat er in het Paleis een geheime zender was opgesteld en dat ik, die ingeschreven stond als
luisterpost van de 'VUKA' hiervan wel meer waist en beter de boel maar af kon geven, dan was alles in orde.
Ik verzekerde hem geen verstand van zenders te hebben, en het gehele paleis tot zijn beschikking stond om
de zender te zoeken. Hij verzekerde mij dat ze mij in de gaten zouden houden en vertrok zonder in het
paleis een onderzoek in te stellen.
Aangezien de peilwagen telkens weer opgemerkt werd, besloten wij de uitzendingen uit het huis van Jhr.
Roll direct te staken. Hans Zomer kreeg eerst onderdak bij de familie Damm.
Jhr. Roll beraamde toen het plan Zomer over te brengen naar de kust. Als boodschapper trad toen op de
tuinman van Jhr. Roll.
Toen Hans Zomer vertrokken was, werd vanuit Apeldoorn steeds voor zijn distributiebescheiden gezorgd.
Na zijn vertrek uit Apeldoorn heb ik Hans Zomer niet meer gezien.
Met Jhr. Roll had ik dagelijks contact, daar Jhr. Roll in Soestdijk bezig was goederen van waarde van het
Koninklijk Huis in veiligheid te brengen en daar ik op het Loo dezelfde werkzaamheden verrichtte, pleegden
wij daarover steeds overleg.
Enkele dagen voor de arrestatie van Jhr. Roll hadden wij nog een bespreking, niet wetende wat ons boven
het hoofd hing.
Toen er bericht kwam van arrestatie van Damm, During en Vermaat en daarop volgende arrestatie van Jhr.
Roll, zijn de Heer Meyer en ondergetekende enkele weken ondergedoken. Toen er na enkele weken niets
gebeurde en geen verdere arrestaties volgden, hebben wij ons werk weer hervat.
Uit een en ander blijkt wel dat Jhr. Roll een trouw vaderlander, een man zonder vrees of angst geweest is,
die alles over had om de goede zaak te dienen.
Aan zijn moed om onze namen niet te noemen, hebben wij ons leven te danken en konden het reeds
begonnen werk voortzetten.
Jhr. Roll, de man die de naam van zijn oud geslacht zeer hoog heeft gehouden, die dikwijls zijn
teleurstelling niet kon verbergen, dat alles wat gedaan werd om Engeland voor te lichten over de
gebeurtenissen in Nederland, zelden resultaten te zien gaf, is een van de vele Nederlanders die vanaf het
begin der bezetting overtuigd was van de ondergang van het Duitse Rijk.
Apeldoorn, 2 October 1951.
P.C.Wiessner,
Koninklijk Paleis,
Het Loo.