Professional Documents
Culture Documents
Beweging - Touwspringen
Beweging - Touwspringen
LAGER ONDERWIJS
LESONTWERP
Katholieke Hogeschool Leuven
Departement Lerarenopleiding
Professioneel gerichte bachelor in het
onderwijs: lager onderwijs
Campus Heverlee
Hertogstraat 178 - 3001 Heverlee
Tel. 016 37 56 00 Fax 016 37 56 99
Campus Diest
Weerstandsplein 2 3290 Diest
Tel. 013 35 06 90 Fax 013 33 54 01
Klas DLO:
3 BALO 1
Mentor :
Deze lesvoorbereiding
- werd ingediend op
in orde
kleine aanpassing nodig
te herwerken en opnieuw indienen op ___________
school
leergebied
: W.O.
klas en leerjaar
: 1A
vakonderdeel
aantal leerlingen
: 13 leerlingen
lesonderwerp
: De sint
datum (data)
lestijden
van
lestij
den
VOORTAAK: door leerlingen tegen de lesdatum mee te brengen materiaal of uit te voeren opdracht
Leerlingen brengen turngerief mee naar school.
AANVRAAG MATERIAAL STAGESCHOOL
- voor de lesgever:
2 lange touwen
- voor de leerlingen:
turnkledij
2 lange touwen
10 kegels
2 hoepels
BRONNEN: handboeken, naslagwerken, documentatie van partnerschool of medestudenten (in te vullen volgens APA-systeem)
Bogaerts, H.(2010). Het ontwerpen van lessen. Leuven: Acco
Bogaerts, H. Borze, M. (2005). Inleiding tot de didactiek voor toekomstige leerkrachten lager onderwijs. Leuven: Acco
Neefs, F. ( (2008). Bres spelenboek. De Vrieseborch: Baarn
SITUERING IN DE EINDTERMEN/LEERPLANNEN: pagina en omschrijving
MC 6.39 De leerlingen voeren een sprong uit met vrije vluchtfase en landen in evenwicht. ( p 29)
MC7: klein-motorische of manipulatieve bewegings-problemen oplossen:
MC 6.44 De leerlingen stoten af om in herhaling over een schommelend of in een ronddraaiend touw te
springen. ( p 29)
GVL 2: veiligheidsvoorschriften, - afspraken en regels naleven
SF2.5: de leerlingen nemen deel aan bewegingsactiviteiten in een geest van fair play. ( p 33)
Eindtermen :
ONDERWIJSLEERMIDDELEN
- voor de lesgever:
fluitje
- voor de leerlingen:
turnkledij
2 lange touwen
10 kegels
2 hoepels
Al het didactisch materiaal onderwijsleermiddelen zoals prenten/kijkwijzers of taakkaarten worden in bijlage toegevoegd.
VERANTWOORDING VAN HET DIDACTISCH HANDELEN: gebaseerd op (1) vakdidactiek, (2) leren en ontwikkelen (3) didactisch
referentiekader
Deze les duurt 50 minuten. De eerste en de laatste 5 6 minuten van de les ben ik kwijt, aangezien de leerlingen van het klaslokaal
naar de turnzaal moeten stappen en zich moeten omkleden. De eigenlijke les duurt slechts 38-40 minuten.
Als opwarming van de les lopen de kinderen rond in de zaal. Op de fluitsignalen springen de leerlingen. Daarna spelen we een kort
tikspel. Wanneer de leerlingen getikt zijn, moeten ze door een hoepel springen. Ik heb hiervoor gekozen, omdat de leerlingen op deze
manier van in het begin van de les veel beweegtijd hebben (activiteitsprincipe). Het is niet alleen een tikspel, ook het springen wordt
hier al toegepast.
Tijdens de kern van de les wordt de klas even in twee groepen gedeeld. Daarna draaien zowel juf Jill als ik een touw rond. De
leerlingen moeten hier elke keer over springen. Daarna gaan juf Jill en ik twee touwen op de grond leggen. We gaan met deze touwen
allerlei bewegingen maken. De leerlingen moeten over de touwen springen. Hierbij gaan we het fantasieaspect aan bod laten komen.
Wanneer we touwen golvend op en neer doen, zijn we op de zee, . Hiermee proberen we de leerlingen te motiveren.
(motivatieprincipe).
Om de te sluiten gaan we met de hele groep een touw ronddraaien en moeten alle leerlingen er over proberen te spingen.
( activiteitsprincpe)
AANDACHTSPUNT VOOR DEZE LES
Concretisering : /
DIDACTISCHE REFLECTIE: in te vullen door de student vanaf het tweede programmajaar liefst zo vlug mogelijk na de les en op vraag van de
klasmentor of studietrajectbegeleider als basis voor een mondelinge nabespreking
Datum herwerking:
Datum lesmoment:
lestijd:
o
o
MC 6.39 De leerlingen voeren een sprong uit met vrije vluchtfase en landen in evenwicht. ( p 29)
MC7: klein-motorische of manipulatieve bewegings-problemen oplossen:
MC 6.44 De leerlingen stoten af om in herhaling over een schommelend of in een ronddraaiend touw te springen.
SF2.5: de leerlingen nemen deel aan bewegingsactiviteiten in een geest van fair play. ( p 33)
Lesinhoud Lesverloop
1
3
6
1. Opwarming
Materiaal: fluitje
De klas wordt in twee groepen verdeeld. Elke groep gaat in een kring rond de
juf staan. De juf gaat met een touw ronddraaien. Elke keer wanneer het touw
bij een leerling komt, moeten ze erover springen. Wanneer we merken dat dit
goed gaat, gaan we het tempo opdrijven.
1
4
De leerlingen gaan per twee of per drie achter de kegels staan. Er liggen twee
grote touwen op de grond. Het is de bedoeling dat de leerlingen over deze
touwen springen. Wij maken elke keer een andere beweging met het touw.
1: stil
2: slang
3: golven
4: hoger houden
5: 1, 2, 3, wissel,
3. Kalmering/slot
3.1 Lopen onder touw
Werkvorm: klassikaal spel
We gaan met het grote touw ronddraaien. We duiden om de beurt een leerling
die onder het touw door moet proberen te lopen.
Legende (grondplan)
Inventaris
Vast materiaal
Verplaatsbaar materiaal
Groot materiaal:
Klein materiaal:
Ander materiaal