Professional Documents
Culture Documents
Rekenen Optellen en Aftrekken Tot 6 - Les 47
Rekenen Optellen en Aftrekken Tot 6 - Les 47
LAGER ONDERWIJS
LESONTWERP
Naam: Naomi Peeters
Katholieke Hogeschool Leuven
Departement Lerarenopleiding
Professioneel gerichte bachelor in het
onderwijs: lager onderwijs
Campus Heverlee
Hertogstraat 178 - 3001 Heverlee
Tel. 016 37 56 00 Fax 016 37 56 99
Campus Diest
Weerstandsplein 2 3290 Diest
Tel. 013 35 06 90 Fax 013 33 54 01
school
: VBS Sterrebeek
leergebied
: Rekenen
klas en leerjaar
: 1A
vakonderdeel
: Getallenkennis en Bewerkingen
aantal leerlingen
: 15 leerlingen
lesonderwerp
datum (data)
: Maandag 23 november
lestijden
van 11.10
tot
12.00
uur
van
tot
uur
van
tot
uur
SITUERING IN EINDTERMEN/LEERPLAN:
Eindtermen:
1.2 kunnen de verschillende functies van natuurlijke getallen herkennen en verwoorden.
1.3 kennen de betekenis van: optellen en aftrekken. Zij kunnen correcte voorbeelden geven en kunnen verwoorden in welke situatie
ze dit handig kunnen gebruiken.
1.6 kunnen volgende symbolen benoemen, noteren en hanteren: =, + en in bewerkingen.
1.9 kunnen in gesprekken de geleerde symbolen, teminologie, notatiewijzen en conventies gebruiken.
1.10 zijn in staat tot een onmiddellijk geven van correcte resultaten bij optellen en aftrekken tot 10.
1.11 hebben inzicht in de relaties tussen de bewerkingen.
Leerplandoelen:
G9 Een natuurlijk getal interpreteren en gebruiken:
a)
d)
tot 20
getallen 10
B1: In eenvoudige situaties rekenhandelingen uitvoeren en ze verwoorden. En daarbij gebruik maken van de begrippen: evenveel
maken, bijdoen, wegdoen, samentellen, vermeerderen, verminderen.
B2: Eenvoudige situaties omzetten in formules met natuurlijke getallen door:
a)
b)
bewerkingen handelend uit te voeren, die te verwoorden en daarbij gebruiken maken van termen als plus en min;
vast te stellen welke schemas (bijv. een pijlenschema) en bewerkingen passend zijn en die bewerkingen in formulevorm om
c)
te zetten;
bij formules situaties bedenken en die situaties te verwoorden.
c)
d)
optelling en aftrekking
som 10
Aftrektal 10
LESDOELEN:
BRONNEN: handboeken, naslagwerken, documentatie van oefenschool of medestudenten (in te vullen volgens APA-systeem)
Jacobs, H. Korthoudt, L., Van der Velde, S., Vanduffel, R. (2015). Zo gezegd, zo gerekend!. Handleiding 1b. (p.214-216).
Mechelen: Plantyn.
Jacobs, H. Korthoudt, L. Van der Velde, S., Vanduffel, R. (2015). Zo gezegd, zo gerekend!. Werkboek 1b. (p.52-53).
Mechelen: Plantyn.
ONDERWIJSLEERMIDDELEN
- voor de lesgever:
- voor de lesgever:
Het bordplan
De zak van Zwarte Piet
De 6 pakjes
- voor de leerlingen:
Rekenblokjes
- voor de leerlingen:
VOORTAAK: door leerlingen tegen de lesdatum mee te brengen materiaal of uit te voeren opdracht
/
DIDACTISCHE VERANTWOORDING/REFLECTIE in functie van ingeschatte beginsituatie of aandachtspunt voor de les
T
10
Inleiding
Klassikale opdrachtsvorm
1.1. Herhalen van de oefeningen: tellen tot en met 6.
Sinterklaas heeft vorige keer gezegd dat ik jullie moet opleiden tot reservepieten. Ik ga mijn best doen! We beginnen
meteen met de volgende opdracht: Pietengymkunstjes.
Zwarte Pieten, aan het werk!
0. (6,5,4,3,2,1,0)
(0,1,2,3,4,5,6)
Hurk op de grond.
komen.
-
+ 2
1
3
16
2.
6
4
Kern
Onderwijsleergespre
k
2.1. Uitvoeren van een verbaal rekenverhaal met oefeningen van het type a + b = . of a b = . .
Zwarte Pieten moeten goed zijn in het aantal pakjes tellen. Stel jullie eens voor dat Zwarte Piet in de nacht van 6 december
een pakje vergeten is en een kindje geen pakje krijgt. Daarom ga ik jullie opleiden in het aantal pakjes tellen. We beginnen
eraan! Zwarte Piet heeft in zijn zak vier pakjes zitten. Sinterklaas gooit er nog een pakje bij voor een heel braaf kindje.
Hoeveel pakjes heeft Zwarte Piet nu in zijn zak zitten?
-
Vijf pakjes!
+1
4
4+1=
Zwarte Piet heeft zes pakjes in zijn zak zitten. Sinterklaas zegt hem dat er twee kindjes heel stout zijn geweest en zegt dat
hij twee pakjes uit de zak moet nemen. Hoeveel pakjes zitten er dan nog in de zak?
-
Vier pakjes!
-2
6
We mogen de formule opnieuw niet vergeten. Hoe moet ik die op het bord schrijven?
-
62=
Analoge werkwijze voor enkele andere bewerkingen. De leerlingen kunnen eventueel een aantal andere verhalen
verzinnen/fantaseren.
10
Onderwijsleergesprek
2.2 Uitvoeren van een verbaal rekenverhaal met oefeningen van het type a + . = c of a - . = c.
In de zak van Zwarte Piet zitten vijf pakjes. De foppiet gooit er nog een pakje bij. Als Zwarte Piet zijn zak opent in de nacht
van 6 december merkt hij dat er zes pakjes in zijn zak zitten. Hoeveel pakjes heeft pakjespiet erbij gegooid?
-
Een pakje.
+ .
5
We mogen de formule opnieuw niet vergeten. Hoe moet ik die op het bord schrijven?
-
5+.=6
In de zak van Zwarte Piet zitten vijf pakjes. Het paard slecht weer vandaag heeft enkele pakjes opgegeten uit de zak. Als
Zwarte Piet zijn zak opent in de nacht van 6 december merkt hij dat er maar twee pakjes in zitten. Wat nu? Hoeveel pakjes
heeft het paard er opgegeten?
-
Drie pakjes.
- .
5
We mogen de formule opnieuw niet vergeten. Hoe moet ik die op het bord schrijven?
-
5-=2
Analoge werkwijze voor enkele andere bewerkingen. De leerlingen kunnen eventueel een aantal andere verhalen
24
4
verzinnen/fantaseren.
3. Verwerking
Klassikale opdrachtsvorm (A1)
3.1. Vertellen van een rekenverhaal en oplossen van de oefeningen van het type a + b = . en a b = . .
Jullie (nummers) mogen de werkboeken van rekenen komen halen. We nemen het werkboek op pagina 52. Dat is een vijf
en een twee. Wie heeft er als eerste de juiste pagina?
De leerlingen leggen het werkboek open op pagina 52.
Bij de eerste oefening (lkr. duidt aan met fluostift) staan er telkens prenten. Eerst moeten we een verhaaltje erbij bedenken
en nadien lossen we de oefening op.
Zwarte Piet heeft n goudstuk in zijn spaarpot zitten. Sinterklaas gooit er nog drie goudstukken bij. Hoeveel goudstukken
heeft Zwarte Piet nu in zijn spaarpot zitten?
-
Vier goudstukken!
Vijf pakjes!
Een pakje.
We vullen de pijlenvoorstelling en de formule aan met het getal 1. De rest van de oefeningen mogen jullie eens alleen
proberen. Gebruik de blokjes in jullie bank als jullie die nodig hebben.
Als de leerkracht opmerkt dat de zwakkere leerlingen niet vooruit geraken, worden de oefeningen gezamenlijk aan het bord
8
gemaakt met hen. De leerlingen die sterk zijn in rekenen, werken in stilte verder aan de oefeningen.
Klassikale opdrachtsvorm individuele opdrachtsvorm (A3 en
A4)
3.3. Vertellen van een rekenverhaal en oplossen van de oefeningen van het type a + . = c en a - . = c.
Bij de derde oefening vertellen we nog steeds een rekenverhaal. Zwarte Piet heeft in zijn zak vier pakjes zitten. De foppiet
gooit er nog enkele pakjes bij. Zwarte Piet heeft nu zes pakjes in zijn zak zitten. Hoeveel pakjes heeft de foppiet in de zak
gegooid?
Twee pakjes!
Drie pakjes!
We vullen de pijlenvoorstelling aan met 3 en de formule met het getal 3. De rest van de oefeningen mogen jullie opnieuw
alleen proberen. Als jullie klaar zijn, mogen jullie ook al op pagina 53 bovenaan beginnen. (De lkr. duidt aan met een
fluostift)
8
1+0=
50=
De rest van de oefeningen maken jullie alleen. De twee roosters moeten aangevuld worden. Als jullie daarmee klaar zijn,
maken jullie de oefening eronder. Deze oefening hebben jullie al heel veel gemaakt. Probeer deze eens helemaal alleen te
maken. Verzin er een verhaal bij, gebruik materiaal als dat nodig is en vul in. Aanvullen van het pijlenschema met
5
Klassikale opdrachtsvorm
4.1 Spelen van het spel rekenkampioen.
Indien er nog tijd over is, wordt dit spel gespeeld. De lkr. legt de bedoeling van het spel uit. Op het einde van het spel blijft er
een winnaar over. Niet vergeten: Niet alle pieten kunnen goed zijn in rekenen, sommige pieten zijn beter in andere dingen.
BORDSCHEMA: een werkelijkheidsgetrouwe weergave met kleuren, ... rekening houdend met de beschikbare ruimte
2.1. Uitvoeren van een verbaal rekenverhaal met oefeningen van het type a + b = . of a b = .