Het Transpersoonlijke in Therapie

You might also like

Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 27

Het Transpersoonlijke in Therapie

In the infinite consciousness,


universes come and go,
like particles of dust in a beam of light,
that shines through a hole in the roof.
The emerges of this world is no more
than thoughts coming into manifestation.
From the infinite consciousness
we have created each other in our imagination.
As long as there is a you and a me,
there is no liberation.
Dear ones, we are all cosmic consciousness
assuming individual form.

- Deepak Chopra, The Book of Secrets-

Lucas Esch
november 2007
Atma Instituut
Scriptiebegeleidster: Inge Kuhn-Bijl

Inhoudsopgave
I Inleiding

1.1 Onderwerp
1.2 Motivatie
1.3 Hypothese

3
3
4

II Theoretische gedeelte
2. Wat is transpersoonlijk?

2.1
2.2
2.3
2.4

5
5
7
8

Betekenis van transpersoonlijk


Transpersoonlijke psychologie
Het transpersoonlijke in psychotherapie
Het transpersoonlijke in religie en spiritualiteit

3. Spirituele ontwikkeling?

10

3.1
3.2
3.3
3.4

10
11
12
13

ontwikkeling door rencarnatie


Evolutie
Vooruitgang als illusie
Verlichting, het ultieme doel

4. De transpersoon in de praktijk

15

4.1
4.2
4.3
4.4
4.5
4.6

15
15
16
16
16
18

Het Hogere Zelf


De ervaring van het transpersoonlijke als het zelf
Meditatie
De energetische werkelijkheid
Bewustwording en ontwikkeling
Afweermechanismen en blokkades rond het transpersoonlijke

III Praktische gedeelte


5. Praktijkvoorbeelden

21

5.1
5.2
5.3
5.4
5.5
5.6

21
21
21
22
22
22

6.
7.
8.
9.

De waarnemer
Verlichting?
Contact met God
Spirituele helper
Intutie
Het zelf

Samenvatting
Eigen mening
Conclusies
Literatuurverwijzingen

23
26
26
27

1. Inleiding
1.1 Onderwerp
Op de opleiding wordt veel gesproken over het transpersoonlijke. Het transpersoonlijke
komt terug in verschillende mensmodellen. Als je het hebt over het transpersoonlijke, dan
betreed je automatisch het gebied van spiritualiteit en religie.
De vier delen van de mens zoals we het in hypnotherapie zien zijn: het fysieke, het
emotionele, het mentale en het spirituele. De eerste drie delen zijn gemakkelijk te
beschrijven en concreet te maken, maar het spirituele is vaak moeilijker in woorden te
vangen. We streven in hypnotherapie naar heelheid tussen deze vier delen en gaan er van
uit dat op al deze gebieden blokkade en trauma kan zijn ontstaan. Zeer belangrijk dus om
ook het spirituele gebied van de mens goed te begrijpen.
Belangrijk is het om als therapeut de clint te kunnen zien zoals hij of zij is, zonder dat
beeld te kleuren naar eigen invulling. Nu is juist het transpersoonlijke een gebied waar de
meningen over verdeelt zijn. Kijk maar naar de verschillende religies, ieder heeft een
andere kijk op de ziel van de mens, en ook verschillen de opvattingen over het doel van de
mens op transpersoonlijk gebied. Bestaat er bijvoorbeeld zoiets als spirituele ontwikkeling?
Als therapeut zou je gemakkelijk vanuit je eigen (onbewuste) vooraannames over het
transpersoonlijke het therapieproces een bepaalde richting in kunnen sturen. Of zou het
ook kunnen dat je de clint volgt in zijn of haar transpersoonlijke waarheid, terwijl deze
waarheid in werkelijkheid een afweermechanisme is? Waar komen deze verschillende
opvattingen over het transpersoonlijke vandaan? Wat is de verhouding tussen het spirituele
en de andere drie gebieden in de mens? Hoe werk je hiermee in de praktijk? Ken je als
therapeut de spirituele dimensie in jezelf?
1.2 Motivatie
Ik vroeg mij als kind af: wat is de ziel nou eigenlijk precies? Ik leerde het begrip ziel
kennen vanuit mijn christelijke opvoeding, maar echt een heel helder antwoord was er
niet. Ja, antwoorden waren er wel, maar niet het soort antwoord waar ik naar zocht.
Vanuit mijn kinderlogica wilde ik die ziel dan wel eens voelen, zien of meemaken. Ik heb
het antwoord op mijn vraag gelukkig toch gevonden, of beter gezegd, de ervaring van
mijn ziel is er toch gekomen, het bleek zelfs dat die er al die tijd al was. Mijn motivatie
voor het schrijven van deze scriptie is dan ook niet om voor mezelf te ontdekken wat de
ziel voor mij is, hoewel ook dat gevoel zich steeds meer verdiept.
Wat me er wel toe bracht om over dit onderwerp te schrijven was dat ik tijdens mijn
studie op Atma verschillende docenten, verschillende visies over het transpersoonlijke zag
geven. En dat ook de visies van mijn studiegenoten op bepaalde vlakken verschillend zijn.
We weten hoe belangrijk het is om als therapeut het eigen proces aan te durven gaan,
door zelf vrij te worden van je afweermechanismen en je oude overtuigingen ben je in
staat ze bij je clint waar te nemen. Met deze scriptie hoop ik bij te dragen aan de
bewustwording van jezelf als therapeut op het transpersoonlijke vlak.

1.3 Hypothese
Onbewuste aannames over het transpersoonlijke kunnen grote invloed op de therapie
hebben. Een duidelijk begrip van het transpersoonlijke is een voorwaarde om met het
transpersoonlijke in therapie om te gaan.
Mijn hypothese is dat het voor een therapeut die het transpersoonlijke betrekt in therapie,
essentieel is om zich bewust te zijn wat het transpersoonlijke is in zichzelf en in de clint.
De volgende vragen gebruik ik om de verschillende kanten van het transpersoonlijke te
belichten:
Wat is het transpersoonlijke?
Bestaat er zoiets als spirituele ontwikkeling?
Wat betekent het transpersoonlijke voor de praktijk van hypnotherapie?

2. Wat is transpersoonlijk?
Om te begrijpen wat transpersoonlijk betekent bekijken we in dit hoofdstuk eerst naar de
betekenis van het woord, en de betekenis van de woorden ziel en spiritueel. Wat zegt de
psychologie over het transpersoonlijke? Hoe is het in de ontwikkeling van de psychologie
zover gekomen dat het transpersoonlijke de basis werd voor een eigen psychologische
stroming? Dan bekijken we de plaats van het transpersoonlijke in verschillende vormen van
psychotherapie. Ten slotte bekijken we in dit hoofdstuk de verschillende opvattingen over
het onderwerp binnen religie en spiritualiteit.
2.1 Betekenis van transpersoonlijk
Wat betekent het woord transpersoonlijk eigenlijk precies? Trans betekent over.
Transpersoonlijk is dus het persoonlijke overstijgend. Wat aangeeft dat de mens meer
is dan de persoon, dat er een deel in de mens is dat boven de persoonlijkheid uitstijgt.
Voordat ik het woord transpersoonlijk in mijn vocabulaire had moest ik het doen met het
woord ziel, wat voor mijn gevoel ongeveer hetzelfde omvat. Het woordenboek omschrijft
ziel als het niet-stoffelijke gedeelte van waaruit de mens leeft, het onsterfelijke deel
van de mens en het innerlijke wezenlijke in de mens, tegenover het stoffelijke en
tijdelijke.
Een ander woord wat vaak samen met het woord transpersoonlijk gebruikt wordt is
spiritualiteit. De woordenboek betekenis van spiritualiteit is geestelijke levenshouding.
Delnooz en Martinot noemen spiritualiteit het zoeken naar, het onderzoeken van, het in
contact zijn met de Bron. Spiritualiteit is de weg naar binnen. De weg naar de Bron. 1 In
literatuur over het transpersoonlijke worden de woorden: transpersoonlijk, ziel en
spiritueel vaak door elkaar gebruikt om ongeveer hetzelfde aan te geven.
2.2 Transpersoonlijke psychologie
In de ontwikkeling van de psychologie is de transpersoonlijke psychologie indertijd in het
leven geroepen om het veld van de spiritualiteit op een systematische en
wetenschappelijke manier te onderzoeken. 2
De weg die de psychologie als wetenschap maakte in haar ontwikkeling begon bij Freud en
Jung, met hun dieptepsychologie (ca. 1910). In de dieptepsychologie staat het onbewuste
van de mens centraal. Er wordt verondersteld dat de mens wordt gevormd door zijn
verleden. Deze richting, later psychoanalyse genoemd, baseert zich sterk op het helen van
in de vroege jeugd opgedane trauma's. Het uiteindelijke doel van de psychoanalyse is een
mens die het 'verleden' verwerkt.
Omdat het wetenschappelijke gehalte van de psychoanalyse volgens sommige psychologen
moeilijk te bewijzen was, ontstond als tegenreactie de gedragspsychologie (ca. 1920),
grondleggers waren: Watson, Skinner en Allis. De mens wordt als een denkende machine
beschouwd, hij wordt gevormd door leerprocessen zoals straffen en belonen. De nadruk
wordt niet zo zeer gelegd op hoe problemen ontstaan, maar vooral op hoe ze opgelost
kunnen worden.
In de zestiger en zeventiger jaren ontstond een derde 'hoofdstroming', de humanistische
psychologie. Deze gaat er vanuit dat de mens zelf in staat wordt geacht de eigen
problemen op te lossen. De therapeut reikt als het ware handvatten aan om het eigen
leven weer zelf te gaan leiden. 'Groeien' is een belangrijk aspect van de mens. Hij wordt

door het heden gevormd en benvloed. Twee van de belangrijkste vertegenwoordigers van
deze stroming zijn Rogers en Maslow.
In de jaren tachtig ontstond de transpersoonlijke psychologie met als grondleggers o.a.
Assagioli en Wilber. Deze stroming probeert een vollediger mensbeeld te hanteren in de
psychologische theorie en praktijk, waarin 'het spirituele' meer centraal staat. De mens is
een afspiegeling van de gehele werkelijkheid en niet enkel een los te snijden zelfstandige
eenheid. Deze opvatting was bij de eerder genoemde hoofdstromingen nog niet naar voren
gekomen.
Bij de psychoanalyse wordt alles wat lijkt op een 'eenheidservaring' of 'mystieke ervaring'
gezien als een regressie naar een vroeger stadium in de individuele ontwikkeling, namelijk
de ervaren eenheid met de moeder. Er wordt geen onderscheid gemaakt in dit soort
ervaringen. De gedragspsychologie is er te veel op gericht 'problemen' op te lossen en heeft
geen theoretisch kader om 'het spirituele' in te plaatsen. De humanistische psychologie
heeft wel oog voor het 'spirituele aspect' van de mens, maar dit gaat niet verder dan het
integreren van de menselijke (ego-) mogelijkheden. 3 4 5
Wilber zelf schrijft hier over; dat de hoofdstromingen in de westerse psychologie zich niet
bezig kunnen houden met 'overstijgende' ervaringen omdat hun mens- en wereldbeeld, hun
methodiek en analyse modellen, te materieel zijn. Deze stromingen hebben zich niet los
kunnen maken uit een 'westerse' manier van denken. Hier worden niet 'de ziel, geest of
psyche' behandeld, maar het ego, de bewuste controle over het eigen 'afgescheiden' leven.
6

Assagioli, die zijn denkrichting de psychosynthese noemde, ontdekte dat er naast het
onderbewuste nog een gebied bestaat: het bovenbewuste. Dit gebied is via de menselijke
geest verbonden met een hogere dimensie, van waaruit voortdurend benvloeding
plaatsvindt door middel van ideen, intutie en beelden.

1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.

Het
Het
Het
Het
Het
Het
Het

onderbewustzijn
'middelste bewustzijn'
bovenbewustzijn
veld van bewustzijn
bewuste zelf, oftewel het ik
hogere zelf
collectief onderbewustzijn

Afbeelding: Het psychosynthese model van Assagioli 7

De hogere dimensie wordt door Assagioli de Geest genoemd. Deze is volgens hem in
diepste wezen eeuwig, oneindig, vrij en boven elke grens van tijd, ruimte en elke band
met de materie verheven. Zij manifesteert zich in de vorm van transcendentie,
superioriteit en duurzaamheid, van kracht, vrijheid en innerlijkheid, van creativiteit,
harmonie en synthese.
Hij noemt het spirituele proces, waarbij de mens zijn veld van bewustzijn verruimt tot in
het gebied van het boven- en onderbewuste de Transpersoonlijke Ontwikkeling. Hierbij

klimt het centrum van ons bewustzijn op tot het hogere Zelf, het hoogste punt van het
bovenbewustzijn, met als uiteindelijk doel de versmelting ermee. Hiermee komt dit model
dicht in de buurt van diverse religies en de New Age beweging, waarin je voor deze hogere
Zelf terminologie tegenkomt als de Christus, de Boeddhanatuur, de Godsvonk, de
Goddelijke kern.
Assagioli: "Zodoende is alles in de mens spiritueel wat hem er toe brengt uit te stijgen
boven zijn eigen egostisch exclusivisme, angsten, inertie en streven naar lichamelijk
genot; alles wat hem ertoe brengt de ordeloze instinctieve en emotionele krachten die
zich in hem roeren te beteugelen, te beheersen en te richten; alles wat hem ertoe brengt
een ruimere en hogere maatschappelijke of bovenzinnelijke werkelijkheid te erkennen en
zich daaraan aan te passen, waarbij hij de grenzen van zijn eigen persoonlijkheid
overschrijdt." 8
2.3 Het transpersoonlijke in psychotherapie
Bij de verschillende vormen van psychotherapie zie je dat er vaak inzichten en methoden
uit de verschillende psychologische hoofdstromingen worden gebruikt. In psychotherapie
waar dieptepsychologie de basis is van waaruit de therapie ontwikkeld is, gaan we er
vanuit dat klachten en problemen in het hier en nu vaak te maken hebben met
gebeurtenissen uit het verleden, met verdrongen gevoelens en met hoe we als kind hebben
geleerd te denken, voelen en gedragen.9 Vanuit de gedragspsychologie is de pragmatische
benadering van het therapeutische proces vaak opgenomen in de therapie en van de
humanistische psychologie de relatie tussen de clint en de therapeut. De therapeut
spiegelt de gevoelens van de clint.10 Een doelstelling in psychotherapie, ook afkomstig uit
de humanistische psychologie, is heelwording van de clint, een totale aanvaarding van de
mens waardoor genezing ontstaat. Onder het totaal van de mens wordt ook de spirituele
dimensie gerekend. Uit de transpersoonlijke psychologie is in veel psychotherapien vooral
het begrippenkader gentegreerd.
Ook hypnotherapie is een therapie die benvloed is door de verschillende psychologische
stromingen. In verschillende mensmodellen die op het Atma gebruikt worden komt het
transpersoonlijke en/of het spirituele aspect van de mens naar voren. In n model
worden het interpersoonlijke, intrapersoonlijke en het transpersoonlijke als delen van de
mens beschreven. Afweermechanismen en blokkades kunnen in elk van deze delen beleefd
worden. In het MESS model (Mentaal, Emotioneel, Spiritueel en Somatisch) wordt het
spirituele als n van de delen van de mens genoemd. Een ander model deelt het
bewustzijn in, in drie gebieden: het onderbewuste, het bewuste en het bovenbewuste. Het
bovenbewuste is hier het transpersoonlijke.
In transpersoonlijke therapie, als therapie op zichzelf, gaat het ook, net als in andere
psychotherapien om het verwerken van alles wat zich in het leven heeft voorgedaan:
geboorte, opvoeding, traumatische ervaringen enzovoorts. Maar in haar basis heeft deze
therapie het doel de clint in contact te brengen met zijn (transpersoonlijke) kern. Hoe
meer biografisch materiaal er verwerkt wordt, des te meer komt er ruimte vrij voor
ervaringen die voortvloeien uit het transpersoonlijke zelf. Als alles wat om die kern heen
zit wegvalt, blijft er niets anders over dan het Zelf. Dit zelf brengt de clint in contact
met een andere -hogere of diepere werkelijkheid. Het werken op deze diepere of hogere
laag vervolgens, leidt tot vervolmaking, heelwording van de clint. 11
Bij rencarnatietherapie wordt er duidelijk uit gegaan van een transpersoonlijke kern of
ziel in de mens. Het idee rencarnatie geeft aan dat de kern van de mens steeds opnieuw
incarneert in een nieuwe levensvorm en dus onsterfelijk is. In tegenstelling tot bij
transpersoonlijke therapie, ligt de nadruk hier niet altijd perse op het transpersoonlijke.

De nadruk in rencarnatietherapie ligt vaak vooral op de behandeling en verwerking van


het trauma dat ten grondslag ligt aan het probleem van de clint. 12
Wel ligt er meer de nadruk op het transpersoonlijke bij LBL Therapie (Life Between Life),
ook spirituele regressie therapie genoemd. In feite is dit rencarnatietherapie waarbij in
regressie teruggegaan wordt naar de periode tussen twee levens in. Er vindt een
ontmoeting plaats met de eigen Ziel en met de zielenwereld. 13 14
2.4 Het transpersoonlijke in religie en spiritualiteit
Ver voor het ontstaan van de psychologie en psychotherapie werd er in religie al gesproken
van het transpersoonlijke in de mens. Hier wordt het woord ziel gebruikt dat overigens
wel door alle religies anders genterpreteerd wordt. Visies en mensbeelden uit religie zijn
van grote invloed geweest op de vorming van de psychologische stromingen.
In het christendom bestaat de mens uit geest, ziel en lichaam. De geest zou je de wil of
het geweten kunnen noemen. Het stelt de persoon in staat om empathie en emoties te
voelen en te uiten. Het is de bron van het geestelijke en het lichamelijk verlangen. Het
lichaam is als het ware het tijdelijke omhulsel om te kunnen functioneren in de natuurlijke
wereld. Het lichaam kan niet zonder de ziel functioneren, omdat de ziel de ware persoon
is die in het lichaam huist. De ziel is de essentie die een persoon levend maakt. Geschapen
uit de adem van God maakt het de ziel het onvergankelijke gedeelte van de mens. De ziel
heeft het lichaam nodig om te zien, horen, ruiken, proeven en spreken; om tot kennis van
de buitenwereld te komen. Omdat het lichaam en de ziel van nature bij elkaar horen (voor
de erfzonde bestond de dood niet) is doodgaan niet natuurlijk. Daarom worden op het
einde der tijden lichaam en ziel weer n.
Het hindoesme gaat er van uit dat ieder schepsel zijn oorsprong heeft in het
Opperwezen, het universele, alles omvattende, alles doordringende zelf, Brahman
of Paramatman. De ziel is Atman maar is onlosmakelijk van de Brahman, de
Kosmische ziel. De Atman is het hoogste deel van de mens, het Zelf, zuiver
bewustzijn. De wezenlijke en fundamentele kracht of het vermogen in de mens dat
hem, en in feite ieder ander wezen of ding, het besef of bewustzijn geeft een Zelf
te zijn. Het is niet de ego. De Atman is in van oorsprong universeel. Door de
uitwerking van alles wat iemand doet, denkt en zegt karma, ondergaat de Atman
de cyclus van geboorte, dood en wedergeboorte, de rencarnatie.15 De bevrijding
uit deze cyclus (moksha) is het uiteindelijke doel. Atman gaat weer op in Brahman.
Door het aflossen van karma wordt je dichter bij dit doel gebracht. Dit kan op
verschillende manieren ingevuld worden, bijvoorbeeld door het leven vanuit
bepaalde leefregels, godsdienstige rituelen en yoga.
Het boeddhisme ontkent het bestaan van een permanente ziel. Het beschouwt alles als
'niet-zelf', 'leeg van zelf' of 'zonder zelf'. Het geloof in een essentie of kern van jezelf
wordt geassocieerd met het als waar aannemen van concepten als 'ik', 'mijn' en 'mijzelf'.
En van de kenmerken van een heilige in het boeddhisme is dat hij dit niet meer doet. In
het boeddhisme is de weg om een dergelijke toestand te bereiken de meditatie. Hoewel er
volgens het boeddhisme wel wedergeboorte plaatsvindt, is er geen 'wezen' dat herboren
wordt. Om dit uit te leggen wordt vaak de gelijkenis van de kaars gebruikt. Wanneer de
kaars op is en op het punt staat uit te gaan, kan men het laatste beetje vuur van de oude
kaars gebruiken om een nieuwe kaars aan te steken. De vlam springt dus over van de oude
naar de nieuwe kaars. Alhoewel er een oorzakelijk verband bestaat tussen het vuur van de
oude kaars en het vuur van de nieuwe kaars, is het niet hetzelfde vuur. Maar men kan wel
zeggen dat het nieuwe vuur van het oude kwam. Het vuur staat in deze gelijkenis symbool
voor het bewustzijn. Als men daarnaast ook goed op de vlam let kan men zien dat het vuur

niet een constant iets is maar voortdurend flikkert en veranderlijk is. Deze
veranderlijkheid is een belangrijk aspect van het boeddhisme, en leidt ertoe dat het
bestaan van een onveranderlijke ziel niet erkend wordt. In het boeddhisme is er dus geen
ziel of 'Ware Ik' die door verlichting bevrijd kan worden, of verlossing kan vinden door
toevlucht te zoeken in een God. Zelfs het bewustzijn is veranderlijk en niet-zelf (zonder
ultieme bezitter), en daarom kan er geen sprake zijn van een 'herboren persoon'. 16 17
New Age is geen religie maar een beweging of denkrichting waardoor de visie van de
westerse mens met betrekking tot het transpersoonlijke sterk benvloed en bepaald is. In
de afgelopen decennia konden veel mensen zich niet meer vinden in de leer van de
kerken. Er bestaat nog steeds een tendens dat kerken leegstromen. Dat betekent niet dat
mensen niet meer zouden geloven, maar wel dat velen nieuwe wegen zijn gaan zoeken. In
dat spirituele vacum biedt het New Age gedachtegoed een alternatief voor de leer van de
traditionele religie. New Age is een verzameling van spirituele perspectieven en
activiteiten, soms vermengd met religieuze elementen en rituelen. Elementen uit het
boeddhisme, hindoesme, christendom, mystieke stromingen en andere religies zijn
verweven in de New Age beweging. Er wordt geloofd in het bestaan van een ziel, zowel op
persoonlijk vlak, als op hoger niveau. Tussen beide niveaus bestaat een wisselwerking. 18 19
Eckhart Tolle schrijft in zijn boek Een nieuwe aarde over de verschuiving van religie naar
spiritualiteit. Veel mensen zijn zich al bewust van het verschil tussen spiritualiteit en
religie. Ze beseffen dat het hebben van een geloofssysteem een verzameling gedachten
die je kunt beschouwen als de absolute waarheid je nog niet spiritueel maakt, ongeacht
de aard van die overtuiging. Hoe meer je je identiteit ontleent aan je gedachte (geloof),
des te meer raak je afgesneden van de spirituele mens in jezelf. 20

3. Spirituele ontwikkeling?
Zoals we gezien hebben in het voorgaande hoofdstuk wordt er in de transpersoonlijke
psychologie uit gegaan van een Transpersoonlijke Ontwikkeling. Het idee van ontwikkeling
komt ook terug in het hindoesme, dit idee is ook overgenomen in New Age. Is het zo dat
het transpersoonlijke ontwikkelt? Gaat het de ziel om het bereiken van een bepaald doel.
In dit hoofdstuk bekijken we dit thema vanuit verschillende perspectieven.
3.1 ontwikkeling door rencarnatie
Smorenberg en Vrenssen beschrijven rencarnatie als een bewustwordingsgroei. In de
theorie en praktijk van rencarnatie verlaat de Ziel na de dood het lichaam. Deze Ziel
maakt een langere reeks van wedergeboortes door, terwijl deze Ziel elke keer weer de
keuze maakt om nieuwe groeikansen te benutten. Elke Ziel heeft al vele levens gehad,
elke keer in een nieuw lichaam en binnen nieuwe omstandigheden. Elke Ziel heeft basis
levenslessen te leren. Deze lessen worden geleerd in de vele incarnaties op Aarde
gedurende de eeuwen en decennia. Zo zijn er oude zielen die al langer geleden aan hun
incarnatiecyclus begonnen zijn en zo zijn er jongere zielen die minder levens achter de rug
hebben. Oud en jong zegt in dit verband niets over leeftijd in tijd gemeten, maar het
verschil ligt in ervaringen. Het doel van rencarnatie is dus bewustwordingsgroei. In elk
leven leggen we ons zelf een bepaalde levensles en bepaalde specifieke levenssituaties op
waar we van willen leren. Het is belangrijk om rencarnatie en karma als begrippen in
therapie te introduceren, omdat het uiteindelijke doel van alle Zielen is om te groeien in
hun bewustwording. De groei wordt nu eenmaal bereikt door levenslessen. Terwijl we
leren, bouwen we echter karma op, omdat we elke les vaak meerdere malen
gepresenteerd moeten krijgen om deze te begrijpen en volledig te doorgronden. 21

Afbeelding: Het proces van rencarnatie

Koch bevestigd in zijn boek Rencarnatietherapie dat rencarnatie leidt tot groei in
bewustzijn. En schrijft: Is een clint een oude ziel, die reeds geestelijke ervaringen
heeft opgedaan als genezer, meditatiebeoefenaar, magir en dergelijke, dan streeft hij in
dit leven naar vrijheid, onafhankelijkheid en zelfverwerkelijking. Hij voelt zich niet meer
door zijn persoonlijke obsessies, doeleinden en fixaties ingeperkt, maar hij is vrij en wordt
steeds zelfstandiger, omdat hij hoe langer hoe meer op zijn Hogere Zelf begint te
vertrouwen.

10

Hij heeft de toestand van het Hogere Zelf ingedeeld in drie fasen:
- De gevangen (getraumatiseerde) innerlijke gids. De clint wordt in regressie
teruggevoerd naar kwellende ervaringen van vernedering, ziekten en angsten
waarin de clint lijkt vast te zitten. In therapie wordt de clint geconfronteerd met
de oorzaken van die ervaringen zodat het Hogere Zelf als het ware weer de draad
op kan pakken.
- De actieve innerlijke gids. Een clint heeft in deze fase weinig moeite om zich door
vorige levens heen te laten voeren. Ongelukken en prettige gebeurtenissen wisselen
elkaar af. Themas bij deze clinten zijn bijvoorbeeld strijd, liefde, scheiding en
familie.
- De vrije innerlijke gids: het Hogere Zelf. Hier maakt de clint in regressie
kosmische reizen, heeft contacten met hogere wezens en ervaart prettige
bevrijdende gevoelens van verlossing. 22
Het boek Reis der zielen van Newton is een verslag van regressietherapie sessies waarbij
de clint naar de periode tussen twee incarnaties in wordt teruggevoerd. Naar het
tussenbestaan, of de zielenwereld. Bij het lezen van dit boek krijg je de indruk dat de
zielenwereld n grote leerschool voor de ziel is. Volgens zijn verslagen zijn er letterlijk
scholen en studiecentra waar de ziel de tijd heeft om zijn eigen vorige levens te herzien
en een planning te maken voor het aankomende leven. Volop hulp is daarbij aanwezig van
allerlei gidsen en helpers. Newton gaat ook uit van een groei die plaatsvindt door
opgedane ervaring en door het opdoen van kennis. Hij gebruikt zelfs een classificatiemodel
voor de ontwikkelingsniveaus van de ziel. Hij verdeelt de vordering in 6 niveaus die
oplopen van beginner tot hoog gevorderd. Bij iedere leerfase hoort een kleur van licht
die de ziel uitstraalt in de zielenwereld. In de niveaus 4, 5 en 6 gaat de ziel zelf als Gids
optreden voor lager ontwikkelde zielen. 23
Volgens de Atma syllabus is de ziel als een diamant die door het leven geslepen wordt. In
het begin is deze diamant ruw en heeft veel scherpe kanten. Dit zijn de scherpe kanten
van het karakter. Langzaam worden deze scherpe kanten en door de vele gebeurtenissen
van het leven afgeslepen. Daardoor voelt de diamant steeds prettiger aan en krijgt hij
steeds meer facetten. De geleidelijke vermeerdering van deze facetten is de verfijning en
verrijking van het karakter. De verfijning en groei van de ziel kent geen einde. Wij
worden allemaal steeds mooier, kleurrijker, waardevoller en stralender. 24
3.2 Evolutie
Wilber spreekt in zijn boek Het Atmanproject over rencarnatie als evolutie. Hij schrijft
dat de westerse psychologie de ontwikkeling heeft beschreven van het pasgeboren kind tot
aan de zelfstandig rationeel denkende volwassene. De oosterse psychologie spreekt over
ontwikkelingen die zich daarna nog kunnen afspelen, als de juiste voorwaarden daartoe
aanwezig zijn. Door deze twee gebieden samen te voegen ontstaat er een tamelijk volledig
beeld van de ontwikkelingsmogelijkheden van de mens. Wilber zegt: Ontwikkeling is
evolutie, evolutie is transcendentie. Hiermee wordt niet de materile evolutie van Darwin
bedoeld, maar meer een evolutie gebaseerd op een wisselwerking tussen het materile en
het spirituele. De mens heeft de mogelijkheid dit proces in betrekkelijk korte tijd te
doorlopen. De centrale opvatting van Wilber is dat op elk niveau van bewustzijn dat de
mens doorloopt vanaf de geboorte, zich een proces afspeelt van differentiatie, integratie
en eenheid. Daarmee wordt bedoeld dat het bewustzijn in elke fase verschil ziet tussen
zichzelf en het andere, zich daarna verbindt met het andere en daardoor een hogere
eenheid wordt. Als dit proces goed afgesloten is kan het bewustzijn op een hoger niveau
hetzelfde proces weer gaan doorlopen en zichzelf met steeds hogere eenheden verbinden.
Totdat de mens werkelijke eenheid vindt zal de gevonden eenheid geen werkelijke

11

bevrediging bieden maar een substituutbevrediging. Dit zoeken naar eenheid door middel
van substituutbevrediging noemt Wilber het Atmanproject. 25
Tolle spreekt ook van evolutie, maar niet zozeer als een voortdurend proces bij ieder mens
zoals Wilber dat bedoelt. Wanneer een levensvorm of een hele soort voor een radicale
crisis komt te staan, als de oude manier om in de wereld te overleven, de wisselwerking
met elkaar en de natuur niet meer werkt, zal hij sterven, uitsterven of juist de beperking
van zijn toestand overwinnen door een evolutionaire sprong te maken. Deze sprong is
het opkomen van een totaal veranderde toestand van het menselijke bewustzijn. 26
3.3 Vooruitgang als illusie
David Icke schrijft in zijn boek: Infinite Love is the only truth everything else is illusion,
over de illusie van vooruitgang. Hij schrijft onder andere over de transpersoonlijke
ervaring die hij zelf had waarin hij ontdekte dat alles in werkelijkheid Oneindig
Bewustzijn is, hij noemt het ook de Ene, de Eenheid. Afscheiding en polariteit bleken
illusies. Er was geen jij en wij alleen een oneindig Zijn, met het oneindige aan
potentie en mogelijkheden in zich. De wereld zelf bleek een illusie, een virtual reality.
Niet alleen de materile wereld, maar ook de spirituele werelden omvattend. Zelfs de
illusionaire wereld bleek te bestaan uit Eenheid, het was alleen de illusie die de indruk gaf
van afgescheidenheid. Het bleek dat de illusionaire wereld was opgebouwd uit Eenheid
die van zichzelf vergeten was wat het was, en dat in de werkelijkheid de Eenheid zich
gewaar was van zichzelf. The existence of one Infinite Consciousness is the only truth
everything else is the imagination of that consciousness. Oneness is Infinite Possibility with
a limitless imagination to manifest anything and everything. Volgens Icke was het als het
ware de droom die de dromer had
overgenomen. Hij beschrijft dat de
illusionaire wereld zichzelf als illusie in
stand probeert te houden en wijst dan
op machten achter het wereldtoneel
die voortdurend polariteit en strijd in
de hand werken. Alsof deze krachten
alles in het werk stellen om het
bewustzijn zich niet bewust van
zichzelf te worden, wat namelijk het
einde van de illusionaire wereld zou
betekenen. Hij beschrijft de structuur
van onze materialistische en
hirarchische maatschappij, van
religies en van de New Age stroming.
Hij ziet het als controle systemen die
ontworpen zijn om de mens gevangen
te houden in de illusie, en zelfs meer
bewustzijn in zichzelf op te sluiten.
Religie vangen mensen in het volgen
van wetten, details, leefregels, om
maar te zorgen dat het grotere plaatje
niet gezien wordt. De ene religie wordt
tegen de ander opgezet. New Age
noemt hij een controlesysteem om de
meer zelfbewuste mensen in vast te
houden.
Afbeelding: Bewustzijn gevangen in de illusie van evolutie door rencarnatie

12

De meest diepgaande misleiding van New Age is volgens zijn visie dat we evolueren door
ervaring. Het idee dat we ons door levens heen tussen de aarde en de spirituele gebieden
bewegen zodat we alle mogelijke ervaringen op te doen die er mogelijk zijn, een hogere
vibratie bereiken om uiteindelijk n te worden met de Ene. Icke zegt hierop: We zijn al
Oneindige Eenheid en Alle Mogelijkheden. Waarom moeten we evolueren naar iets wat we
allang zijn? We hoeven niet te evolueren naar verlichting, we zijn verlicht; we zijn het
simpelweg vergeten omdat we gevangen zaten in de illusie. In zijn openbaring ziet Icke
zelfs dat het pad van rencarnatie een controle systeem is dat zo in elkaar zit dat de ziel er
nooit uit zou kunnen ontsnappen, maar steeds weer onderaan begint. 27
De omschrijving die Icke geeft van de werkelijkheid, de Ene, doet denken aan de woorden
van Deepak Chopra in How to know God waar hij het volgende zegt over de ziel: Stel dat
het gevoel van onsterfelijkheid het meest wezenlijke aan ons is. Stel dat bij de dood niet
de ziel ons lichaam verlaat, maar dat ons lichaam de ziel verlaat omdat wij niet in de
wereld zijn, maar de wereld in ons is. Wij zitten niet in het lichaam, het lichaam zit in
ons. Wij zitten niet in ons denken, het denken zit in ons. Alles vindt plaats in onze ziel: het
enige deel van jou dat werkelijk is. 28
Tolle zegt in De stilte spreekt over rencarnatie: Rencarnatie helpt je niet als je in je
volgende leven weer niet weet wie je bent. 29
3.4 Verlichting, het ultieme doel
Op haar website spreekt Christine Breese over haar ervaring van verlichting. Ze zegt:
Verlichting is simpelweg weten wie je bent. Dat je gewaarzijn bent. Niet dat je de
perfecte persoonlijkheid hebt, maar simpel weten dat je oneindig bewustzijn bent. Ze
zegt dat het Hogere Zelf niet iets is dat gescheiden van je is, en dat je dit bij je binnen
laat komen. Het is het gehele zelf. Ze zegt: Je bent al wakker geworden, het is alleen je
perceptie dat je nog zoekt naar verlichting, en dat je op weg bent naar verlichting toe.
Het is een illusie dat je nog niet verlicht bent. Ze zegt ook dat wanneer je verlicht bent
je evengoed weer in slaap kunt vallen. Dat het eigenlijk een heen en weer gaan is van
wakker zijn en in slaap vallen. En dat naar verloop van tijd de momenten dat je in
slaap valt steeds korter gaan duren. 30
Steve Norquist schrijft: Ik weet wat ik ben, wat ik altijd geweest ben en wat ik onmogelijk
niet kan zijn. Sommigen noemen dit verlichting of de uiteindelijke waarheid,
eenheidsbewustzijn, oneindige geest enzovoort. Maar al die namen vertellen de nietontwaakte niet wat het is. Zelfs het de verandering noemen is niet echt accuraat omdat
er in feite niets veranderd is en toch paradoxaal een enorme verandering plaatsvond. In
eenvoudige termen: vroeger was ik Steve die zijn leven leidde - nu ben ik de ervaring van
Steve die zijn leven leidt. Een verschuiving van perspectief. 31
Tolle schrijft over verlichting: Zijn kun je voelen als het altijd aanwezige ik ben voorbij
naam en vorm. Te voelen en daardoor te weten dat je bent en in die diepgewortelde
toestand te blijven is verlichting. Verlost van de illusie dat je niets meer bent dan je
stoffelijke lichaam en je geest. 32 De essentie van wie je bent, het ik ben heeft niets te
maken met de persoon. Maar het wordt verward met het persoonlijke, met de vormen
waarmee de persoon zich vereenzelvigt, waaruit de persoon bestaat. 33
In De Psychologie van Vrijheid heeft Hartzema het over twee soorten van vrijheid:
psychologische vrijheid en spirituele vrijheid. Hij schrijft nadat hij het in zijn boek over
psychologische vrijheid heeft gehad: Er is een andere weg naar vrijheid die steeds meer
gemeengoed is geworden, en die afkomstig is uit de grote religies en spirituele wegen.

13

De weg naar bevrijding, verlichting of het Absolute is ook een weg naar bewustwording,
maar is toch een wat andere route, en de vrijheid waarnaar gestreefd wordt is ook een
andere vrijheid. Daar is vaak veel verwarring over.
Bij het streven naar psychologische vrijheid probeer je de verwondingen van het verleden
te helen en oude overlevingsstrategien te vervangen door je wezenlijke verlangens en
expressie. Als je werkelijk verandert, kun je die verandering naar de toekomst toe
vormgeven. De toekomst maakt duidelijk of er werkelijk iets verandert. Het proces van
bewustwording vindt dus plaats in de gewone tijdslijn van verleden naar toekomst. De
vrijheid is een relatieve vrijheid, afhankelijk van wat je hebt meegemaakt, je karakter, de
littekens die overblijven, en de kwaliteiten die je ontwikkelt.
De weg naar spirituele of innerlijke vrijheid staat daar wezenlijk haaks op. Zij houdt zich
niet bezig met verleden of toekomst, maar ankert zich in het heden. Alleen het nu is wat
aanwezig is, en wat zich nu voordoet, het komt en gaat. Hoe traumatisch, pijnlijk, angstig,
emotioneel het heden ook is, alles gaat voorbij. Dus terwijl psychologie en therapie zich
bezighouden met de inhoud van de ervaring, en helpen om de pijn, angst en
belemmeringen te verminderen, heeft de weg naar innerlijke vrijheid daar geen boodschap
aan.

Afbeelding: Innerlijke Vrijheid en psychologische vrijheid

Want als alles komt en gaat, waarom zou je je dan druk maken over de inhoud? Of je nu
lacht of huilt, gelukkig of angstig bent, het zijn verschijnselen die opkomen en verdwijnen
als golven in de zee of wolken aan de blauwe hemel. Dus kun je jezelf beter richten op hoe
het gewaarzijn dit alles waarneemt. Alleen het gewaarzijn is, en de ruimte waarin alles
verschijnt en verdwijnt is: de rest komt en gaat. En op het moment dat je dat blijvend
ervaart, wordt alles wat komt en gaat transparant. Niets heeft meer greep op je. En dat
geeft een vrijheid die absoluut is, dat wil zeggen, die niet meer afhankelijk is van wat zich
voordoet. 34

14

4. De transpersoon in de praktijk
In dit hoofdstuk bekijken we hoe er in de praktijk met het transpersoonlijke gewerkt kan
worden. Daarbij wordt gekeken naar de volgende punten: Het Hogere Zelf, het
transpersoonlijke als het zelf, meditatie en de energetische werkelijkheid.
We kijken hoe er gekeken kan worden naar bewustwording en zelfontwikkeling. In welke
vorm kun je afweermechanismen en blokkades op het gebied van het transpersoonlijke
tegenkomen? Wanneer de ervaring van het transpersoonlijke als het zelf.
4.1 Het Hogere Zelf
Het Hogere Zelf werd eerder al genoemd bij de transpersoonlijke psychologie van Assagioli
en het model van Koch. Breese zegt dat er geen hogere zelf is, alleen een compleet zelf.
Hoe het ook zij, in de praktijk blijk je goed met het Hogere Zelf te kunnen werken. In de
Atma syllabus wordt omschreven hoe het Hogere Zelf gebruikt kan worden in een
brugtechniek voor regressie.
Bij de Hoger Zelf brug wordt er van uit gegaan dat iedereen innerlijk wordt geleid door een
hogere intelligentie, een hoger weten, de bron van intutie, die meestal het Hoger Zelf
wordt genoemd. Het concept van het Hoger Zelf kan met de clint in het voorgesprek
besproken worden. Er kan uitgelegd worden dat het voor therapie en coaching heel gunstig
is om met dit Hogere Zelf te werken. Het kan in het midden gelaten worden of met dit
Hoger Zelf een innerlijk deel van de clint wordt bedoeld of een hogere macht buiten de
clint. Religieuze mensen zullen dit Hogere Zelf als God of de ziel zien. Mensen die niet
religieus of spiritueel zijn ingesteld, kunnen dit Hoger Zelf beschouwen als hun intutie.
4.2 De ervaring van het transpersoonlijke als het zelf
Bij ademtherapie wordt vaak het transpersoonlijke zelf ervaren. Ademtherapie kent
verschillende fasen. Na de fase van gedetailleerd bewustzijn waarin de gewaarwording
van gevoelens, gedachten en lichaam centraal staan komt de fase die intergratie naar
extase wordt genoemd. In de vrijheid van het toelaten van alle gevoelens ontstaat een
dieper contact met je ware natuur, je ervaart verbondenheid, liefde, extase die heel
verstild kan zijn. 35 Als therapeut is het bij ademtherapie belangrijk om er te zijn voor je
clint die de ademtherapie ondergaat. Om aanwezig te zijn als aanwezigheid, als
draagvlak voor je clint.
In werken met deelpersoonlijkheden kan het zelf naar voren komen. De therapeut kan
natuurlijk ook bewust aan het zelf van de clint vragen om te helpen in het proces. Het
zelf is een neutrale toeschouwer en is op de hoogte van de geschiedenis en persoonlijkheid
van de clint. Het is niet betrokken bij wat er in de persoonlijkheid gebeurt. Het zelf is
gn deelpersoonlijkheid. De persoonlijkheid wordt gezien als het totaal van alle
deelpersoonlijkheden. Het zelf identificeert zich gewoonlijk met verschillende
deelpersoonlijkheden en hun gevoelens. Door steeds meer bewust te worden van het feit
dat het zelf los staat van de deelpersonen en hun gevoelens wordt het zelf vrij. Het
ervaart zichzelf als acteur en de deelpersonen als rollen. In deze bewustzijnstoestand kan
het zelf vrij kiezen in welke deelpersoon hij wil stappen en wat voor rol hij daarin wil
spelen.

15

4.3 Meditatie
Meditatie kun je als therapeut aan je clint leren als methode voor het vinden van
innerlijke vrijheid zoals Hartzema het noemt.
In de Atma syllabus wordt meditatie als volgt omschreven: Meditatie is van oudsher een
methode waarbij je een bewustzijnstoestand schept, waarin je je goed kunt verbinden met
je ziel, het heelal, God of het Nirvana. Een van de doelen van meditatie is om contact te
maken met de ziel. De ziel is de waarnemer van het lichaam, de objecten van de
zintuiglijke waarneming en de gedachten. Als je na enige tijd mediteren in de toestand
van passieve waarnemer bent gekomen, raak je gezeteld in je ziel. 36
Assagioli noemde meditatie de belangrijkste weg van de transpersoonlijke ontwikkeling. Te
gebruiken voor het openen van het bewustzijn voor, en het afstemmen ervan op, een
hogere bewustzijnsdimensie, waarbij er spontane doorbraken kunnen voorkomen vanuit
het bovenbewuste. Als voorbeelden noemt hij inspiratie, intutie, creatie, begrip en
interpretatie.
4.4 De energetische werkelijkheid
Als therapeut kun je te maken krijgen met de zogenaamde energetische werkelijkheid.
Het psychosynthese model van Assagioli (zie afbeelding Hoofdstuk 2.2) kan dan helpen om
dat wat gebeurt, begrijpelijker te maken voor je clint. Vanuit het perspectief van het ik
lijkt de wereld afgescheiden te zijn, lijken er duidelijke grenzen te zijn, wanneer je je
verder buiten de grenzen van het ik begeeft raak je het collectieve onderbewustzijn.
Een praktisch voorbeeld hiervan is dat je bij het werken met deelpersoonlijkheden, een
deelpersoon tegen kan komen die geen deel van de persoon is maar een ongencarneerde
ziel die zich in het energiesysteem van de clint is binnengedrongen.
4.5 Bewustwording en ontwikkeling
De term bewustwording wordt veel gebruikt in de transpersoonlijke psychologie. Van
Gijssel geeft een bewustwordingmodel waarin je kunt zien hoe bewustwording verloopt
van onbewust en geen ik naar bewust en een ik dat op gaat in het geheel.
Hij noemt 3 fasen van bewustwording:
De eerste fase onbewust, geen ik, maar deel van het geheel.
De baby is waarschijnlijk nog niet iemand; hij is zich nog niet bewust van het verschil
tussen zichzelf en zijn omgeving, tussen zichzelf en de ander.
De tweede fase bewust en ik aanwezig.
We leren ik te zeggen. De scheiding van de belangrijke ander (moeder, vader) ontstaat.
Deze scheiding kan pijn doen: een ervaring van een verlies. We leren te lopen en op eigen
benen te staan. Dit is de individuatiefase: we beginnen ons individu te voelen. Door ik
ontstaat de ander. Het is de fase van vergelijken, van beter en slechter, van oordelen.
Deze fase is verbonden met subject en object en dus met wetenschap.
De derde fase bewust en ik gaat op in het geheel.
We worden ons bewust van de eenheid en samenhang van alle dingen. De illusie van de
scheiding begint tot ons door te dringen. Het ego wordt een middel in plaats van een doel.
Dit is de transpersoonlijke fase: we overstijgen onze persoonlijkheid. We kunnen niet in
deze fase blijven, dus komen we steeds terug in de tweede fase.

16

Integratie van deze ervaringen maakt de mens meer bescheiden, hij heeft minder
conflicten en is evenwichtiger en gelukkiger.
De overgangen naar de verschillende fasen kunnen gepaard gaan met problemen en pijn.
Bekend zijn de koppigheidsperiode (van de eerste naar de tweede fase), de puberteit (in
de tweede fase) en de midlife crisis (tweede en/of derde fase). De transpersoonlijke
psychologie ziet de verschillende fasen als een natuurlijk proces in de ontwikkeling van de
mens en wil hierin mensen begeleiden. 37
Smorenberg en Vrenssen hebben ook een bewustwordingmodel, maar bij dit model wordt
ook zelfontwikkeling in het proces opgenomen.
Stap 1 onbewust onbekwaam
We zien niet in dat het leven hier op Aarde zin heeft en houden ons hier ook niet echt mee
bezig. We leven ons leven zoals het komt, zonder ons bewust te zijn dat we dat doen. Ons
leven ontwikkelt zich volgens maatschappelijke protocollen en gewoonten, zonder
verbanden of diepere betekenissen te zien. We zijn ons niet bewust dat we een leven
leiden waar we met onze talenten en de informatie die voorhanden is, ook invloed op
kunnen uitoefenen en dat we op elk moment keuzes kunnen maken om dingen te
veranderen. Eigenlijk leven we ons leven in het donker, maar we weten het niet.
Stap 2 bewust onbekwaam
We hebben ontdekt dat we ons lang in het donker hebben bevonden. We hebben ontdekt
dat er zoveel meer is wat bij het begrijpen van ons leven hoort, maar we voelen ons nog
erg onbekwaam en onmachtig hier iets aan te doen. We snappen dat het leven ons
bepaalde lessen geeft, maar zien nog niet zozeer hoe wij dan nu kunnen aanpakken en hoe
we hiervan kunnen leren en groeien. Levensthemas beginnen duidelijk te worden, maar er
is nog veel onmacht en een gevoel het slachtoffer te zijn. Vaak worden problemen aan
anderen toegeschreven en wordt niet de eigen verantwoordelijkheid daarin genomen. In
deze leerfase ontstaat inzicht, maar deze wordt nog niet opgevolgd door actie en
veranderingsgezindheid.
Stap 3 onbewust bekwaam
Langzamerhand hebben we geleerd dat het levensproces heel veel meer is dan het
uitzitten van de tijd hier op Aarde. We kennen onszelf beter en durven te kijken naar
onze eigen processen en groeipunten. We hebben manieren ontdekt om te groeien en
onszelf te ontwikkelen, alleen zijn we ons niet bewust van het feit dat we ons dus in een
volgend leerstadium bevinden. Niet alleen kennen we onze levensthemas of zijn we die
aan het ontdekken, maar we nemen ook daadwerkelijk actie om hier aan te werken en ons
te ontwikkelen. Het blijft niet alleen bij inzicht en constatering, maar wordt opgevolgd
door actie. We beginnen te begrijpen dat we verantwoordelijk zijn voor ons eigen
levensproces, voor de gebeurtenissen van ons dagelijkse leven en kunnen anderen al zien
als spiegels, in plaats van hen verantwoordelijk te houden voor de problemen in ons eigen
leven.
Stap 4 bewust bekwaam
We zijn ons bewust van onze vermogens tot creatie in ons eigen leven. We kennen onze
themas en kennen de middelen om door deze themas heen te werken. We zien dat er
veel meer in het leven is dan het dagelijkse leven zelf. Er is veel ruimte voor
bewustzijnsgroei en er ontstaat meer begrip voor anderen in hun eigen levenssituatie. We
veranderen de zaken in ons leven waar we niet meer mee resoneren en kiezen andere
paden die wel bij ons passen. We leven ons leven volgens ons eigen pad. We leven onszelf.
In deze fase gaan we door totdat onze ziel klaar is met haar reis voor dit leven. 38

17

4.6 Afweermechanismen en blokkades rond het transpersoonlijke


Afweermechanismen
We gebruiken in de praktijk van hypnotherapie de indeling van de afweermechanismen
zoals ze in PRI(Past Reality Integration) worden uitgelegd. Een afweermechanisme is in
feite een ontkenning van de waarheid om een (traumatische) situatie dragelijk te maken.
We onderscheiden:
- Ontkenning van behoeften: Jezelf wijsmaken dat je behoeften helemaal niet
vervuld hoeven te worden.
- Valse macht: Boos worden op iemand anders en die de schuld geven.
- Valse hoop: Denken dat je behoeften wl vervuld worden als je nog meer je best
doet of aanpast.
- Primaire afweer: Jezelf de schuld geven.
- Angst: Bang zijn, zonder dat er werkelijk gevaar is in het heden. Er is de illusie dat
je nog kan vluchten.
Ingeborg Bosch schrijft dat veel traditionele godsdiensten primaire afweer legitimeren en
bevorderen. Deze godsdiensten draaien om de kerngedachte dat wij mensen in wezen
zondig zijn, onwaardige wezens, en dat er alleen hoop voor ons is als we de regels en
rituelen van de godsdienst in acht nemen. Het is niet moeilijk te zien hoe destructief dit
voor het zelfbeeld is. Met andere woorden: deze godsdienstige ideen over onze ware
aard kunnen de primaire afweer sterk aanwakkeren en leiden tot intens leed, veroorzaakt
door negatieve gedachten en gevoelens over onszelf. Tegelijkertijd wordt er een vrijwel
ondoordringbare vesting van afweer opgetrokken.
Ze schrijft dat in de oosterse tradities gelijksoortige gedachten over schuld door klinken.
Als voorbeeld geeft ze het Tibetaanse boeddhisme. Het individu bestaat niet echt. Je
identificeren met je behoeften is daarom een illusie en veroorzaakt hechting en leed. We
moeten gaan begrijpen dat alles leeg is (Ontkenning van behoeften). Bij het realiseren
van leeg worden hoort de nadruk te liggen op mededogen met anderen. Alles wat wordt
gedaan vanuit een individuele motivatie wordt niet op de juiste manier gedaan. Hoeveel
goed je ook doet, als je het doet om verlichting voor jezelf te bereiken en het niet voor de
mensheid doet, is dat niet wenselijk (Valse hoop). Een ander idee is dat we onszelf moeten
reinigen. We kunnen dat doen via rituelen, door te mediteren of door rechtstreeks de
zegening te ontvangen van en toegewijd te zijn aan een goeroe (Primaire afweer).
Ze schrijft ook over de verschuiving van religie naar spiritualiteit: Steeds meer mensen
lijken tegenwoordig het leven vanuit een spiritueel oogpunt te benaderen in plaats vanuit
een religieus oogpunt. Een oogpunt dat de schoonheid van de ware aard van de mens
benadrukt en niets minder dan liefde in de goddelijke zin van het woord als essentile
eigenschap van de mens ziet. Dit lijkt een stap weg van de om schuldbesef draaiende
religies en lijkt al meer op de boodschap die spirituele leermeesters in de loop der eeuwen
hebben gebracht. 39
Blokkades
Donovan schrijft over liefdesblokkades. Een liefdesblokkade kan ook op het
transpersoonlijke vlak liggen. Iemand kan de overtuiging hebben: 'Gods liefde is voor mij
niet weggelegd'. Mensen die niet in een hogere macht geloven, hebben niet direct te lijden
onder deze blokkade, hoewel veel mensen die zeggen niet in God te geloven, dat diep in
hun hart wel doen. Ze hebben echter weerstand gekregen tegen godsdienst en hebben
besloten zich niet meer met God bezig te houden.

18

Weerstand tegen God is meestal in de kindertijd ontstaan, waar beklemmende religieuze


dogma's iedere spirituele spontaniteit hebben uitgedoofd. Maar diep in het hart bevindt
zich een spirituele honger, die men vaak op vele manieren tracht te bevredigen, zoals met
alcohol, drugs of andere verslavingen. Er zijn ook mensen die, ondanks nare religieuze
ervaringen in het verleden, in een god zijn blijven geloven, maar er een verwrongen,
irreel beeld van hebben: een god die straft, een god die alleen liefde geeft als je daar
heel erg je best voor doet, een god die sommige mensen hoger aanslaat dan anderen,
enzovoort. Als kinderen met zulke ideen worden opgevoed kan het gebeuren dat zij gaan
geloven dat God geen liefde voor hen heeft.
Een hele belangrijke factor die meespeelt in het ontwikkelen van een godsbeeld is het
karakter van de ouders. In een studie van David Heller, in 1985 gepubliceerd in het blad
Psychology Today, bleek dat kinderen in hun religieuze training over het algemeen die
overtuigingen over de eigenschappen van God uitkiezen die het meest lijken op de
eigenschappen van hun ouders. Voor een klein kind zijn de ouders als goden. Een kind met
strenge, straffende ouders zal ertoe neigen een godsbeeld te creren dat daar sterk op
lijkt. Een kind met liefdevolle, flexibele en verdraagzame ouders zal ertoe neigen een god
met dezelfde eigenschappen te creren. De invloed van het karakter van de ouders heeft
over het algemeen een diepgaander invloed op het kind dan het religieuze onderricht dat
hij krijgt van gevestigde godsdiensten.
Als een kind weinig liefde van zijn ouders krijgt, zal het geneigd zijn God te zien als een
wezen zonder veel liefde. Uiteraard kan het zijn dat het kind religieus wordt uit een
verlangen van God de liefde te krijgen die het van zijn ouders niet kreeg. Maar er is een
grote kans dat de liefde van deze god niet tot in het diepst van het hart kan doordringen.
De belemmerende overtuigingen uit de kindertijd moeten eerst grondig worden opgeruimd.
Pas dan kan spirituele liefde doordringen. Gebeurt dit niet, dan blijft men met een grote
spirituele honger zitten.
In relaties kan deze blokkade sterk doorwerken. Veel mensen met spirituele honger
verwachten dat hun partner deze honger zal bevredigen. Dit leidt natuurlijk tot een
teleurstelling en er is een gevoel dat er iets ontbreekt in de relatie. Tijdens begeleiding
kan gekeken worden naar het godsbeeld van de clint en hoe dat is ontstaan. Directe
vragen kunnen worden gesteld over het karakter van de ouders. Zwarte religieuze
praktijken kunnen diepe wonden in de ziel achterlaten en het vertrouwen in een
liefdevolle God doen verdwijnen. De clint kan gevraagd worden naar zijn diepste
overtuigingen over zaken als de zin van het bestaan, leven na de dood, goed en kwaad,
enzovoort. Hieruit kan veel informatie worden gehaald over het godsbeeld van de clint,
zijn kijk op de wereld en zijn kijk op zichzelf. 40
Balans
Eckhart Tolle spreekt over een disbalans die in iemand kan bestaan tussen het
transpersoonlijke en de andere delen in zichzelf. In het hoofdstuk over verlichting werd
duidelijk dat volgens Tolle de essentie van wie je bent, het ik ben niets te maken heeft
met de persoon maar alles met de transpersoon. Wanneer iemand zichzelf probeert te
vinden in het persoonlijke, of de vormen rond het persoonlijke, zal hij nooit de vervulling
vinden die hij zoekt.
Tolle gebruikt het woord het vormloze voor de spirituele dimensie en de vorm om al het
andere aan te duiden. Hij heeft het dan over de balans tussen het vormloze en de vorm. In
sommige religies en spirituele stromingen zie je soms dat het vormloze bereikt probeert te
worden door de vorm af te wijzen.

19

De vorm wordt als obstakel gezien om het vormloze te bereiken, terwijl de vorm dat niet
is. De vorm kan het vormloze niet in de weg staan omdat het in een andere dimensie ligt.
41

Het idee dat iemand de vorm moet afwijzen zou je in de praktijk ook tegen kunnen komen
bij een clint die zichzelf dissocieert van zijn lichaam. Een mogelijkheid is het dan om met
gronding technieken te werken.

20

5. Praktijkvoorbeelden
In de praktijk heb je als therapeut veel met het transpersoonlijke te maken. Bij de hier
volgende praktijkvoorbeelden kwam het transpersoonlijke als belangrijk aspect van de
therapiesessie naar voren.
5.1 De waarnemer
In een therapiesessie met als onderwerp faalangst, kwam het transpersoonlijke zelf van de
clint naar voren, wat voor een doorbraak in het proces zorgde. Na een verkenning van het
onderbewuste van de clint aangaande faalangst, liet ik mijn clint zich voorstellen dat hij
zich al daadwerkelijk in het gevreesde examen bevond. Daar stuurde ik aan op het
waarnemen van zichzelf, van zijn klasgenoten en van de sfeer in de ruimte. Een enorme
verdieping ontstond in de rust van mijn clint, omdat hij alles gewoon zonder oordeel
begon waar te nemen. Vanuit die rust kon hij na afloop van de sessie tegen zichzelf
zeggen: Ik doe gewoon mn best, meer kan ik niet doen..
In een andere sessie waar het onderwerp een bepaalde angst was, was het ook de
waarnemer die de clinte uiteindelijk weer in haar eigen kracht verankerde. Uit het
voorgesprek in de sessie bleek dat mijn clinte de angst - het bang zijn - eigenlijk niet toe
wou geven aan zichzelf. Ze vond het moeilijk om ik ben bang uit te spreken. Toen ze dit
uiteindelijk wel deed en de emoties rond het bang zijn geuit konden worden, kwam er een
rust over haar heen. Toen ze zichzelf gewoon kon waarnemen in het bang zijn viel de
lading van de angst af. Het besef dat zij niet het bang zijn zelf is, maar de waarnemer
daarvan, bracht haar weer terug in haar middelpunt.
5.2 Verlichting?
In een therapiesessie waarbij ik observator was, deed de therapeute naar mijn mening een
belangrijke interventie toen het onderwerp verlichting ter sprake kwam. De sessie was
een intakegesprek. De clint vertelde dat hij er al jaren mee bezig is contact te leggen
met zijn gevoel en dat het maar steeds niet lukt. Hij vertelde dat hij al een jaar lang
geprobeerd heeft door middel van meditatie contact te maken met zijn buik, zonder
resultaat. De therapeute vroeg daarop wat zijn doel daar verder in was. Toen vertelde de
clint dat hij verlichting wilde bereiken.
Hier is het natuurlijk heel belangrijk te ontdekken wat de clint onder verlichting verstaat.
De therapeut vroeg hier dan ook verder op door.
T: Wat is verlichting voor jou?
C: Ja eh, dat ik helemaal in mn gevoel ben en dat alles vanzelf gaat.
T: Dat alles vanzelf gaat?
C: Ja, dat ik niet meer zo hoef stil te staan bij alles, dat ik niet meer zon moeite hoef te
doen.
Dat de therapeute hier naar vroeg was belangrijk om zijn betekenis van verlichting te
horen. Ik kreeg de indruk dat voor hem verlichting een soort tegenpool was van datgene
waar de clint moeite mee heeft en niet meer wil. Een soort oplossing voor alles.
De aandacht werd in deze sessie verder niet gericht op verlichting, wel kon de clint een
eerste stap maken met het contact leggen met zijn gevoel. Dit werd gedaan door contact
te leggen met het kind in zichzelf.
5.3 Contact met God
In een ademsessie die ik samen met een ander therapeute begeleidde, ervoer onze clinte
een diep contact met het transpersoonlijke, binnen en buiten zichzelf. Ze ging zonder
specifiek thema de ademsessie in. Na enige tijd verbonden geademd te hebben, uitte ze
een diepe ontroering en dankbaarheid naar God. Ze kon een enorme vreugde en kracht
voelen in haar spirituele verbondenheid. Ze zei: ik voel me verbonden met echt alles.
Wat daar op volgde was een verdieping die ze voelde in het contact met mensen. Ook
daarin kon ze veel dankbaarheid en steun ervaren.

21

5.4 Spirituele helper


De spirituele helper of gids van mijn clinte werd ingeschakeld bij een sessie waarin zij
het gevoel had het bezit over haar eigen benen kwijt te zijn. In het voorgesprek van deze
sessie was haar spirituele helper ter sprake gekomen. Het thema in die sessie was
grensoverschrijding, er was in het verleden z over haar grenzen gegaan dat ze in gevoel
gedissocieerd was van haar benen. Ze ervoer hier machteloosheid in, zelf voelde ze zich
niet in staat haar benen weer in bezit te nemen. We vroegen haar spirituele helper, haar
hierbij energetisch te ondersteunen. Ze stelde zich hierbij voor dat hij haar voeten vast
hield, zodat zij haar eigen energie weer langzaam terug kon brengen in haar benen. Zo
lukte het haar om haar benen weer te kunnen voelen.
5.5 Intutie
Zelf ervaar ik dat intutie n van de belangrijkste gereedschappen van de therapeut is.
Je kunt allerlei methoden en gesprekstechnieken beheersen, maar je merkt dat het pas
echt gaat werken als je ze vanuit je intutie weet toe te passen. Dan komen de
interventies op het juiste moment, je voelt aan waar je op door moet vragen, welke
richting je in moet slaan. Ik merk uit ervaring dat hoe meer ik me openstel voor
verbondenheid met de clint, hoe meer toegang ik heb tot mijn intutie. Wanneer ik
tijdens het geven van therapie iets mentaal probeer te analyseren, lijkt de stroom te
stoppen en loopt de sessie ineens heel moeizaam en is er een zoeken naar de volgende
stap. Even mediteren voor het geven van een sessie kan me helpen beter toegang te
krijgen tot mn intutie.
5.6 Het zelf
In het werken met deelpersoonlijkheden kan het zelf als deel neergezet worden op een
stoel. In een sessie waarin ik op die manier werkte met een clint bleek dit zelf een
belangrijke rol te spelen. Naast dat ik ieder deel vroeg naar zijn functie en het ontstaan
van het deel, vroeg ik steeds ook het zelf om zijn visie van ieder deel te geven. Dat
leverde dan toch een ander soort informatie op dan dat wat een deel over zichzelf
vertelde. Er waren bijvoorbeeld twee delen die met elkaar in strijd waren. Het zelf sprak
relativerend over de delen en gaf aan dat de strijd gebaseerd was op illusie. Het zelf is
zelf niet geassocieerd met een afgescheiden deel dus laat het zich niet meevoeren met de
emoties die er in spelen. Zo zorgde het zelf er in die sessie voor dat de clint de twee
tegengestelde delen niet als twee onverenigbare tegenstrijdige delen bleef zien, zodat ze
later gentegreerd konden worden in het geheel.

22

6. Samenvatting
Transpersoonlijk betekent het persoonlijke overstijgend. Wat aangeeft dat de mens
meer is dan de persoon, dat er een deel in de mens is dat boven de persoonlijkheid
uitstijgt. De woorden ziel en spiritualiteit worden vaak gebruikt wanner over het
transpersoonlijke geschreven of gesproken wordt.
De ontwikkeling die de psychologie naar het ontstaan van de transpersoonlijke psychologie
heeft gemaakt, begon bij de dieptepsychologie. Hier staat het onbewuste van de mens
centraal. Gedragspsychologie ontstond als reactie op de dieptepsychologie. De mens wordt
daar meer als een denkende machine beschouwd die wordt gevormd door leerprocessen.
De humanistische psychologie die daar op volgde stelt de mens centraal en gaat er ook
vanuit dat de mens zelf in staat is de eigen problemen op te lossen. Het spirituele is wel in
het mensbeeld opgenomen maar is te beperkt wat het spirituele betreft. De
transpersoonlijke psychologie probeert een vollediger mensbeeld te hanteren in de
psychologische theorie en praktijk, 'het spirituele' staat nog meer centraal. Psychosynthese
benoemd naast het onderbewuste ook het bovenbewuste in de mens. De Transpersoonlijke
Ontwikkeling is het spirituele proces, waarbij de mens zijn veld van bewustzijn verruimt
tot in het gebied van het boven- en onderbewuste.
De verschillende psychotherapien zijn benvloed en gevormd door de psychologische
hoofdstromingen. Ook hypnotherapie is een therapie die benvloed is door de verschillende
psychologische stromingen. In transpersoonlijke therapie - als therapie op zichzelf - gaat
het ook net als in andere psychotherapien om het verwerken van alles wat zich in het
leven heeft voorgedaan: geboorte, opvoeding, traumatische ervaringen enzovoorts. Maar in
haar basis heeft deze therapie het doel de clint in contact te brengen met zijn
(transpersoonlijke) kern. Bij rencarnatietherapie wordt er duidelijk uitgegaan van een
transpersoonlijke kern of ziel in de mens, maar ligt de nadruk hier niet altijd perse op het
transpersoonlijke. Wel ligt er de nadruk op het transpersoonlijke bij LBL Therapie (Life
Between Life) waarin de clint met de eigen ziel en met de zielenwereld werkt.
Ver voor het ontstaan van de psychologie en psychotherapie werd er in religie al gesproken
van het transpersoonlijke in de mens. In het christendom bestaat de mens uit geest, ziel
en lichaam. De ziel is geschapen uit de adem van God en dat maakt de ziel het
onvergankelijke deel van de mens. Het hindoesme gaat er vanuit dat ieder schepsel zijn
oorsprong heeft in het Opperwezen. Dat de ziel een cyclus van rencarnatie ondergaat. De
bevrijding uit deze cyclus is het uiteindelijke doel. Dan gaat de ziel weer op in het
Opperwezen. Het boeddhisme ontkent het bestaan van een permanente ziel. Het
beschouwt alles als 'niet-zelf', 'leeg van zelf' of 'zonder zelf'. Hoewel er volgens het
boeddhisme wel wedergeboorte plaatsvindt, is er geen 'wezen' dat herboren wordt.
New Age is geen religie, maar een beweging of denkrichting waardoor de visie van de
westerse mens met betrekking tot het transpersoonlijke sterk benvloed en bepaald is.
Elementen uit het boeddhisme, hindoesme, christendom, mystieke stromingen en andere
religies zijn verweven in de New Age beweging. Er word geloofd in het bestaan van een
ziel. Tolle benoemt het verschil tussen spiritualiteit en religie. Religie noemt hij een
geloofssysteem dat als absolute waarheid wordt beschouwd. Het identificeren met een
geloof scheidt je juist af van de spirituele mens in jezelf.
Smorenberg en Vrenssen beschrijven rencarnatie als een bewustwordingsgroei. De groei
van de ziel is het opdoen van veel ervaringen en levenslessen. Het doel van rencarnatie is
bewustwordingsgroei. Koch gaat ook uit van die groei en meet die groei af aan hoeverre
iemand verbonden in met zijn innerlijke gids. De 3 fases waarin groei gezien kan worden
zijn: De gevangen (getraumatiseerde) innerlijke gids, de actieve innerlijke gids en de vrije
innerlijke gids: het Hogere Zelf.

23

Volgens Newton zijn er in het tussenbestaan scholen en studiecentra waar de ziel de tijd
heeft om zijn eigen vorige levens te herzien en een planning te maken voor het
aankomende leven.
Wilber ziet ontwikkeling als evolutie. Hij beschrijft de fasen die het bewustzijn daarin
doormaakt. Het bewustzijn zet verschil tussen zichzelf en het andere, dan verbindt hij zich
met het andere om daardoor een hogere eenheid te worden. Als dit proces goed afgesloten
is, wordt het proces steeds op een hoger niveau doorlopen. Tolle spreekt ook van evolutie.
Maar dan in de zin dat wanneer een levensvorm of een hele soort voor een radicale crisis
komt te staan, zal uitsterven of juist de beperking van zijn toestand overwinnen door een
evolutionaire sprong te maken. Deze sprong is het opkomen van een totaal veranderde
toestand van het menselijke bewustzijn.
Icke ontdekte dat afscheiding en polariteit illusies bleken te zijn. Hij beschrijft dat de
illusionaire wereld zichzelf als illusie in stand probeert te houden. Als er in werkelijkheid
al eenheid is, waarom moeten we dan evolueren, stelt hij.
Breese over haar ervaring van verlichting, dat verlichting simpelweg is te weten wie je
bent, dat je gewaarzijn bent. Niet dat je de perfecte persoonlijkheid hebt, maar dat je
weet dat je oneindig bewustzijn bent. Norquist beschrijft verlichting als een verschuiving
van perspectief. Het is niet meer ik die mijn leven leidt, maar er is een waarnemen het
ik dat zijn leven leidt. Tolle zegt: Zijn kun je voelen als het altijd aanwezige ik ben
voorbij naam en vorm. Te voelen en daardoor te weten dat je bent en in die
diepgewortelde toestand te blijven is verlichting.
Hartzema schrijft over twee soorten van vrijheid: psychologische en spirituele vrijheid.
Psychologische vrijheid gaat over het helen van het verleden zodat er in de toekomst
vrijheid van het verleden ervaren kan worden. De weg naar spirituele of innerlijke vrijheid
staat daar wezenlijk haaks op, want die vrijheid ankert zich in het heden. Alleen het
gewaarzijn is, en de ruimte waarin alles verschijnt en verdwijnt is: de rest komt en gaat.
Bij het gebruik in regressietherapie van de Hogere Zelf brug, wordt er vanuit gegaan dat
iedereen innerlijk wordt geleid door een hogere intelligentie, een hoger weten, de bron
van intutie. Het concept van het Hoger Zelf kan met de clint in het voorgesprek
besproken worden. Bij ademtherapie wordt vaak het transpersoonlijke zelf ervaren. In
werken met deelpersoonlijkheden een neutrale toeschouwer en is op de hoogte van de
geschiedenis en persoonlijkheid van de clint. Het is niet betrokken bij wat er in de
persoonlijkheid gebeurt. Het zelf is gn deelpersoonlijkheid. De persoonlijkheid wordt
gezien als het totaal van alle deelpersoonlijkheden. Meditatie is een methode waarin je je
goed kunt verbinden met je ziel, het heelal of God. Assagioli noemde meditatie de
belangrijkste weg van de transpersoonlijke ontwikkeling. Het psychosynthese model van
Assagioli kan gebruikt worden om de energetische werkelijkheid begrijpelijker te maken
voor je clint.
Het bewustwordingmodel van van Gijssel heeft drie fasen. De eerste fase onbewust, geen
ik, maar deel van het geheel. De tweede fase bewust en ik aanwezig. De derde fase
bewust en ik gaat op in het geheel. In het model van Smorenberg en Vrenssen is ook
zelfontwikkeling in het proces opgenomen. De stappen zijn: Stap 1 onbewust
onbekwaam, Stap 2 bewust onbekwaam, Stap 3 onbewust bekwaam, Stap 4 bewust
bekwaam.
De afweermechanismen zoals ze in PRI gebruikt worden: ontkenning van behoeften, valse
macht, valse hoop, primaire afweer en angst kunnen teruggevonden worden in de
traditionele godsdiensten. Ze bevorderen en legitimeren de primaire afweer. De

24

godsdiensten vertellen dat we zondig zijn, onwaardige wezens zijn en dat er alleen hoop
voor ons is als we de regels en rituelen van de godsdienst in acht nemen. Oosterse tradities
kennen gelijksoortige gedachten over schuld.
De overtuiging 'Gods liefde is voor mij niet weggelegd' is blokkerend. Hij kan ook aanwezig
zijn bij mensen die als kind wel in een God geloofd hebben maar hier niet meer bewust
mee bezig zijn. Door beklemmende religieuze dogma kan de spiritualiteit uitgedoofd zijn.
Een belangrijke factor voor het ontwikkelen van een godsbeeld is het karakter van de
ouders. In therapie kunnen vragen kunnen worden gesteld over het karakter van de ouders.
Er kan gekeken worden naar het godsbeeld van de clint en hoe dat is ontstaan.
Disbalans kan bestaan tussen het transpersoonlijke en de andere delen in een mens. De
vorm wordt als obstakel gezien om het vormloze te bereiken, terwijl de vorm dat niet is.
Gronding technieken kunnen therapeutisch gebruikt worden wanneer iemand gedissocieerd
is van zijn lichaam.
In een sessie over faalangst kwam een verdieping in de clint nadat hij alles zonder
oordeel begon waar te nemen. In een andere sessie bracht de waarnemer in de clinte
haar ertoe de angst die ze ervoer te erkennen waardoor ze de angst los kon laten en weer
in haar kracht kwam. In een sessie waar het thema verlichting ter sprake kwam leek het
belangrijk dat de therapeute duidelijk uitvroeg wat de clint onder verlichting verstond.
Een contact met God, met het geheel en met andere mensen werd ervaren tijdens
ademwerk. In een sessie waar de clinte haar lichaam weer terug in bezit nam maakte de
hulp van haar spirituele helper deel uit van de therapie. Uit eigen ervaring heb ik gezien
hoe verbondenheid een voorwaarde is om de intutie helder te kunnen gebruiken en dat
meditatie daarin kan helpen om op verbondenheid af te stemmen. Bij een therapiesessie
waar gewerkt werd met deelpersoonlijkheden bleek het zelf de clint te helpen,
tegengestelde delen die onverenigbare leken, te integreren in het geheel.

25

7. Eigen mening
Mijn mening over wat het transpersoonlijke is, is dat de diepste werkelijkheid is, dat alles
verbonden is, dat wij, de wereld, het universum, n geheel zijn. Dat je als mens, als het
ware met een dubbele waarheid leeft. Aan de ene kant ervaar je de afgescheidenheid, aan
de andere kant ervaar je de verbondenheid. Vanuit het oogpunt van mijn ik, ontwikkel ik
en is er zoiets als spirituele ontwikkeling. Een ontwikkeling die leidt naar steeds meer
verbondenheid en bewustwording. Onderliggend kan ik soms wat ervaren van die
werkelijkheid waarin alles al nheid is, en dan ervaar ik dat er niets meer hoeft te
gebeuren, dat alles al goed is zoals het is. Daarom richt ik mezelf ook niet op spirituele
groei, maar toch merk ik dat dit wel gebeurd. En dat ik me aangetrokken voel tot het
doen en ervaren van dingen die helpen in die ontwikkeling. Verder ben ik van mening dat
iedere therapeut zichzelf bewust zou moeten zijn van het transpersoonlijke in zichzelf en
in de clint. Het transpersoonlijke is altijd aanwezig, hij hoeft alleen maar opgemerkt te
worden.

8. Conclusies
Hypothese: Voor een therapeut die het transpersoonlijke betrekt in therapie, is het
essentieel om zich bewust te zijn wat het transpersoonlijke is, in zichzelf en in de clint.
Conclusie: Ja, dat is essentieel.
Alleen al uit het literatuur gedeelte blijkt dat er over het transpersoonlijke zeer veel
verschillende opvattingen zijn. Daarom is het belangrijk om woorden als ziel, verlichting,
en dergelijke niet zomaar voor lief te nemen wanneer de clint hier over spreekt, maar is
het belangrijk duidelijk te krijgen wat de clint hiermee bedoeld. Anders zul je als
therapeut uitgaan van jouw persoonlijke betekenis.
Een ander argument is dat wanneer een therapeut niet goed begrijpt dat de waarnemer in
de mens het transpersoonlijk is, de therapeut hem niet als meewerkende kracht kan
aanwenden in de therapie. De waarnemer moet wel door de therapeut gezien worden. Zo
is het ook met het zelf bij het werken met deelpersoonlijkheden. En bij ademtherapie is
het goed voor de therapeut om te weten dat de clint vanuit het transpersoonlijke een
ervaring van diepe verbondenheid kan beleven, zodat de therapeut de clint hierin kan
volgen en ondersteunen. Via het energetische - het spirituele gebied - zijn er ook veel
mogelijkheden in therapie zoals ook duidelijk werd in het praktijkvoorbeeld van de
spirituele helper.
Ten slotte wil ik concluderen dat het voor de therapeut ook heel belangrijk is om contact
te hebben met het transpersoonlijke in zichzelf. Werken vanuit verbinding met het geheel,
waarin het transpersoonlijke de sleutel is, zorgt er ook voor dat je in therapie werkt naar
verbinding en heling van de clint.

26

9. Literatuurverwijzingen
Titelpagina: The Book of Secrets, Deepak Chopra 2005
1

Spirituele verdieping, F. Delnooz/ P. Martinot 2003


http://web.inter.nl.net/users/itant/transper.html
3
http://home.planet.nl/~bramjans/genez1.htm
4
http://nl.wikipedia.org/wiki/Transpersoonlijke_psychologie
5
http://www.nopapers.nl/km/az/boek/0/boek0058.html
6
The spectrum of consciousness, K. Wilber 1993
7
http://nl.wikipedia.org/wiki/Psychosynthese
8
Transpersoonlijke ontwikkeling, R. Assagioli 1991
9
http://www.hulpgids.nl/therapie/therapie.htm
10
http://www.nopapers.nl/km/az/boek/0/boek0058.html
11
http://users.telenet.be/transpersoonlijk/nieuwe_pagina_4.htm
12
Handboek Rencarnatietherapie, R. van der Maesen/ R. Bontenbal 2002
13
Reis der Zielen, M. Newton 2004
14
http://www.lifebetweenlivestherapie.nl/
15
Een handboek van oosterse en theosofische termen, G. de Purucker
16
http://nl.wikipedia.org/wiki/Ziel
17
http://nl.wikipedia.org/wiki/Wedergeboorte_(boeddhisme)
18
http://nl.wikipedia.org/wiki/New_Age_%28beweging%29
19
http://home.planet.nl/~wmt/newage.htm
20
Een nieuwe aarde, E. Tolle 2005
21
http://www.vijfdedimensie.nl/content/view/28/32/
22
Rencarnatietherapie, W. Koch 1992
23
Reis der zielen, M. Newton 2004
24
Atma Syllabus
25
Het Atman project, K. Wilber 1980
26
Een nieuwe aarde, E. Tolle 2005
27
Infinite Love is the only truth everything else is illusion, D. Icke 2006
28
How to know God, Deepak Chopra 2007
29
De stilte spreekt, E. Tolle 2004
30
http://www.christinebreese.com
31
http://users.pandora.be/chin-asti/ATL/whatis_nl.html
32
De kracht van het nu, E. Tolle 2004
33
Findhorn retraite, E. Tolle 2007
34
De Psychologie van Vrijheid, R. Hartzema 2003
35
Atma Syllabus
36
Atma Syllabus
37
http://members.home.nl/p.van.gijssel/index_bestanden/Page342.htm
38
http://www.vijfdedimensie.nl/content/view/7/8/
39
De herontdekking van het ware zelf, Ingeborg Bosch 2006
40
Love Blocks Breaking the Patterns That Undermine Relationships, M. E. Donovan 1989
41
Findhorn retraite, E. Tolle 2007
2

27

You might also like