THEMAEAASNOR

You might also like

Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 11

Thema 1: Waar liggen de

grenzen?
1. Instap: Klassikaal
2. Inhoudelijk
3 opvallende elementen: -De prikkeldraad die stopt aan de grenzen.
-

3. Vormelijk luik
1. Fotos en videos
a. Effect van de fotos is verschrikkelijk
b. Voor- en nadelen van beelden in de media
Voordelen
Nadelen
Rechtstreekser
Verkeerd beeld
Gevoel versterken
Ongenuanceerd (kortzichtig)
Eyecatcher
c. 2 artikels : Hoe 1 foto het leven van een vluchteling volledig kan
veranderen en ik ben ook geschokt door hoe de foto van het dode
jongetje wordt gedeeld, geretweet en geliket
Artikel 2: - deze tekst bevat vooral mening van Brandon ONeill.
-Klassiek gezien vooral feiten en nu zie je toch meningen in de artikels en
kranten.
-Boodschap: zie tekst
We hebben het nodig, we willen het. Dit kan volgens Brandon ONeill niet,
want dat is morele uitbuiting.
d. Stijl: spreektaal (zie tekst 1 pagina onderaan)

2. Radioreportages
a. 1 reportage
Onderwerp: een actie aan het nieuwe opvangcentrum voor vluchtelingen.
Waarom deze actie?: Europese migratie beleid is onmenselijk, het opsluiten.
Kernreden in 1 zin:
Gesloten instellingen passen niet in onze open
samenleving.
Argument (drogreden/deugdelijk): Drogreden: als wij op reis gaan, worden wij
ook niet zo behandelt. (een reis vluchtelingen)
Vat de reporter goed samen?: Ja hij vat goed samen en geeft extra info.
Doel: Informeren, beeld schetsen van de situatie
1

Structuur: nieuwslezer/presentator/programmamaker reporter ter plaatsen


actievoerder reporter ter plaatsen programmamaker
Graad van neutraliteit: feiten
b. 2 reportage
Structuur: afwisseling reporter en mensen zonder papieren (getuigenissen
ervan), geluiden op de achtergrond: muziek, geluiden van de loods
Samengevat: omstandigheden (leefsituatie)van de mensen zonder papieren
geen eten en sanitaire ruimte/middelen
Doel: emotioneel raken
Woorden die bij de reportage passen: emotioneel en informatief
aspect op betrekkingsniveau: \
c. 3 reportage
Structuur: VN-ambassadeur, reporter, Patrick, reporter, Marie Arena, reporter,
nieuwslezers, reporter, vrouw journaliste, reporter
Nuance: (?)
Opbouw: asielbeleid:
2000:
asiel aanvragen (explosie)
2001:
hulp wordt teruggeschroefd
2007:
daling asielaanvragen
2008:
asielzoekers in hotels en parkjes
2009:
stijging (geen beleid)
2010:
geen verbetering
Geen standvastig beleid.
d. Externe stemmen: meerwaarde?
e. Communicatieschema (p405)
WIE ZEGT WAT AAN WIE VIA WELK KANAAL(HOE) MET WELK EFFECT
Reportage 1:
Zenders (wie):
reporter, actievoerder
Boodschap (wat): -meedelen dat er een protestactie is
-ze klagen het migratiebeleid aan (opsluiten)
Ontvanger (aan wie):
de radio 1 luisteraars
medium (hoe):
radioreportage
doel (effect):
-informeren
-overtuigen, sensibiliseren

3. Taal
Zie tekst: bed, bad, brood, auto

4. Eindopdracht
Niet

4. De grenzen van het multiculturalisme Koen Raes


(p393-395)
1. Een veelkoppig monster
a.
Demarcatiecriterium=
afbakening
Legitimeren=
legaal maken
een polemische stijl=
ruzieachtige schrijfstijl, discussie uitlokkend
een reciproque norm=
wederzijdse norm
b. Met een beetje kwade trouw zou men ook apartheid een multiculturele optie
kunnen noemen.
uitleg:
Apartheid = het politieke systeem in Zuid-Afrika, waarbij blanken van zwarten
gescheiden blijven (1948-1994)
-Als je echt van slechte wil bent is rassen scheiden ook een optie/keuze.
c. Vergelijking 2 grote stromingen in de filosofische discussie over
multiculturalisme:
regel 11-> 23
1: cultuur krijgt prioriteit
2: Moderne moraal
d. Welke strekking kiest Koen Raes?
De moderne moraal= wat we goed en niet goed vinden.
-Cultuur mag geen dekmantel zijn om fundamenteel onethische praktijken in
stand te houden.
e. Hoe staat KR tegenover tolerantie?: Tolerantie betekent wederzijds respect

2. klasgesprek
Sikhs=
tulband, haar niet knippen, dolk
rastafarians=
wiet, (drugs)
mormonen= polygamie ( met meerdere vrouwen)
amish=
geen technologie, geen elektriciteit
jehovas= geen bloedtransfusies

3. Zie papieren
4. Culturele argumenten: een doos van Pandora
= een volksverhaal, er doen goden in mee, = mythe
a. Oorsprong zegswijze doos van Pandora: = een bron van alle onheil
b. Verklaring KR -> culturele argumenten een doos van Pandora noemt.
het voorop plaatsen van het argument cultuur is de oorzaak van alle
ellende.
-in welke mate berokkenen het schade bij anderen
-gelijkheid vooral bij kinderen

5. Mondeling: contextualiteit ja, beginsselloosheid


6. Een beetje consistentie: parafraseren: opdracht

5. Idil, een meisje- Yasmine Allas (p228-229)


1. Leeservaring (p330)
1 reactie: gruwelijk
Sfeer: eng/ treurig in het begin vrolijk (rn 1) (concrete voorbeelden: regel 82)
Aan het denken: ja over hoe erg deze situatie is
Aangesproken: ja en nee
wat opviel: hoe graag deze vrouwen dat willen (regel:)
Verrassende elementen: vastgebonden benen met touw (regel:)
Onduidelijkheden: neen
verwarringen: Waarom de vrouwen het leuk vonden dat het bij hen was
gebeurt.

2. Verband Idil, een meisje en De grenzen van het


multiculturalisme
Cultuur: Men blijft het doen, omdat het traditie is
Moderne moraal: beperking van individuele vrijheid, jongeren moeten
beschermt worden.

6. In ongenade John Maxwell Coetzee (p 270-272)


1. Lees en beantwoord vragen
a. Storing, hindering, verrassing?: Onduidelijkheid stoorde me/ gebrek aan
informatie/ te weinig gebruik van namen.
b. Lurie loopt niet hoog op bij zwarte bevolking Zuid-Afrika: Zwarten = wilden
(regel 3-7)
c. Afstand vader en dochter groot zelfs met gemeenschappelijk tegenspoed:
Regel 165 en 140 (de dochter is verkracht (regel 9096)
d. Maatschappelijke verklaring Lurie over de overval: regel 120 tot 125/133
e. jij vertelt wat jou overkomen is, ik vertel wat mij overkomen is: Ze wil
niets vertellen over haar verkrachting
f. Literaire analyse: (p 337-341)
Setting:
-Op de boerderij van Lurie in Zuid-Afrika/ afgelegen
-pas na de Apartheid onderdrukking is voorbij ze willen
wraak
Personages:
Vader, David Lurie, protagonist, zeer duidelijk
voorgesteld, expliciete voorstelling.
-round karakter / bol karakter
- geeft om zijn dochter (regel: 90-94)
Dochter, Lucy Lurie, impliciete voorstelling (tritagonist)
-round character (verschil rond en vlak: rond= evolueert,
vlak= stereotype)
= ze is niet zwak en wel slachtoffer / conflict
4

De wilden , de zwarten
-inbrekers, verkrachters
-voor dit fragment antagonist
Vertelperspectief:
- je volgt vooral David Lurie en er zijn
Belevend Vertellend
dingen die hij niet kan weten maar hij
e ik
e ik
zou het ook wel kunnen weten via
Personele Auctorile
andere mogelijkheden
1 pers
alle pers
=> personele verteller (vanuit het
(kent de
standpunt van David )
afloop
Thema:
-racisme: omgaan met nieuwe situaties
van de Apartheid (regel 3-7)
-schaamte: omgaan met minder leuke ervaringen (regel 159)
-Wraak: woede voor de Apartheid
-Angst: (regel 74)
-Misdaad en straf: leven terug op de rails zetten (regel 15)
Stijl:
woordkeuze, zinsbouw, verteltrant
Woordkeuze:
potisch taalgebruik (regel 52-53)
moeilijke woorden: geraffineerd en roulatie (regel 123)
korte zinnen, uitroepteken subjectief, emotioneel
g. Lucy vertelt niet over de verkrachting alleen over de beroving, het
neerschieten van de honden en de misdaad tegen haar vader. Begrijp je
dit?
Schaamt = perfect te begrijpen
h. Lucy = zwanger, kiest geen abortus. Beweegredenen?
Ze is lesbisch, zij draagt de gevolgen van de schuld van de Apartheid
inlossen van haar schuld.

2. Disgrace verfilming van In ongenade


a. Symboliek van Lucy die net gedoucht heeft: Net gedoucht en drinkt water.
Dat staat voor reinigen van buiten- en binnenkant.
b. Afstand wordt duidelijk (vader en dochter): De stilte, er wordt amper
gepraat. Hij wil ze vastpakken en zij loopt weg. Ze keert letterlijk de rug, ze
gaat altijd weg: geen hechte band.
c. Hoe zou jij het anders doen: Meer drama, een bezorgdere vader

3. De oermens was een racist


a. Genetische verklaring:
- Het is evolutionair gedragssysteem
-Sterke socialiteit intern (verbeterde levensomstandigheden) zorgt voor
afkeer van anderen die concurrentie zijn.
-Beschermen tegen bacterin van buitenaf, gevaar voor het opheffen van
immuniteit
-strijd tegen inteelt
=> Survival of the fittest
b. Voetbalwedstrijd racisme: stammen oorlog, racisme zit in ons

c. Wat eras lang een pluspunt was voor de samenleving, werkt vandaag
contraproductief: vroeger was racisme zinvol en logisch. Nu werkt het
tegen (samen werken/leven)
d. speel dus voetbal met cultuur, niet met biologie: volg de regels en laat
bio niet de overhand nemen.

Thema 2: Taalkunde - spelling


1. Diagnose
Zie papieren voor enkele zinnen

2. Ons geheugen en spelling


Ze snappen de regels best wl, maar hun geheugen werkt te
goed (p 543)
Hoe vaker we een woord schrijven/ lezen des te sterker prenten we dat voorbeeld
in ons geheugen in. Hierdoor ondersteunt het geheugen het correct spellen van
woorden.
Dit kan ons ook vaak in de war brengen. Bijvoorbeeld bij ik word, want wordt
komt veel vaker voor. elijk op het einde van een woord komt ook veel vaker voor
met 1 l, maar bij onmiddellijk is dit bijvoorbeeld met 2 l.
In 2005 was er een nieuwe regel. Deze heeft rekening gehouden met ons
geheugen.
-Analogie bij gelijksoortige woorden: bv. Middeleeuwen, tertiair
-Gelijkvormigheid wordt zoveel mogelijk doorgetrokken (dinertje)
-Zo weinig mogelijk dubbelspellingen (bv. Product werd in 1995 product want ook
produceren, maar wel nog seks vs. sexy)
Spelling verzorgen is in de eerste plaats een kwestie van attitudevorming.
-we moeten beter opletten (ip.v. van het mindere oplettendheid)
-we moeten meer nalezen op spelling
anders slechte attitude
Dubbelspelling: middeleeuwen vs. Middeleeuwen (in de geschiedenisles (met
hoofdletter))
vb. seks en seksualiteit, maar sexy
Groene Boekje (woordenlijst.org) in heel Vlaanderen <-> Witte spelling in
Nederlandse media
Gelijkvormigheid: woorden hebben dezelfde vorm
vb.
-dinertje want diner
-paard want paarden
Gelijksoortigheid/ analogie: gelijksoortige/ die bij dezelfde categorie horen. Op
dezelfde manier schrijven.
vb.
-tertiair, steentijd, renaissance, middeleeuwen, verlichting
-hij wordt want worden en want hij speelt

Spellingsprincipes
De dt-fout en haar geschiedenis
Het principe van de middeleeuwen: klankspelling: ze lazen luidop en traag.
Fonologie geen nood aan snel lezende spelling.
Vanaf 16e E:

gelijksoortigheid (wordt want werkt)


gelijkvormigheid (speelt want speelde)

300 jaar lang niet meer aangepast:


Reden: Het is leesbaar. Je leest meer dan dat je schrijft.
Aanpassing volgens Nicole van der Sijs:
De computer zou ermee moeten kunnen werken (met werkwoordspelling). Omdat
we veel meer schrijven (tegenwoordig). Het zou leeRbaar moeten zijn voor de
pc.

Werkwoordspelling
Zie oefeningen op papieren

Hoofdletters
Zie oefeningen papieren

Nederlandse spelling:
1 Fonologisch
Beperkt door deze twee principes: gelijkvormigheid en gelijksoortigheid
4 principe: etymologie (3e inperking van het basisprincipe)
Etymologie = herkomst van woorden
spelling van woorden overnemen uit een andere taal
vb. citroen, aquarium (latijn)

Oefening
Synthese
Het basisprincipe is zeer eenvoudig:
Een woord wordt gespeld met de klanken, die hoorbaar zijn in de
standaarduitspraak van het woord.
Anders gezegd: Je schrijft het, zoals je het hoort te zeggen of zoals je het zegt.
(= FONOLOGIE)
Deze grondregel wordt aangevuld met drie extra principes die een soort
beperking bevatten:
- eenzelfde woord, stam, voor- of achtervoegsel wordt zoveel mogelijk op
dezelfde wijze
geschreven (= GELIJKVORMIGHEID)
-woorden die op overeenkomstige wijze zijn gevormd worden op
overeenkomstige wijze geschreven (= ANALOGIE / GELIJKSOORTIGHEID)
8

Op de vorige 2 regels over vormovereenkomst bestaan 3


uitzonderingen:
-een v en een z die je op grond van vormovereenkomst aan
het eind van een
lettergreep moet schrijven, worden vervangen
door f en s.
Je schrijft dus leeftijd (ondanks leven) en verhuisde
(ondanks
verhuizen)
-een medeklinker aan het eind van een woord wordt niet
verdubbeld.
Je schrijft dus hij schiet (en niet hij schiett)
en Fries meisje (en niet Friess meisje)
-bij woorden op s vervalt de s van de achtervoegsels s(e) en
s(e).
Het wordt dus Friese en friste.
-Bij de keuze tussen 2 schrijfmogelijkheden beslist de vroegere vorm van
het woord (= ETYMOLOGIE)
Vroeger verschilden een aantal woorden in uitspraak en dus ook in spelling.
Ondanks het vervallen van de uitspraakverschillen blijven de spellingverschillen
bestaan.
Je schrijft dus rauwkost (vs rouwstoet), ambt, thans en medisch.
Deze 4 principes worden aangevuld met 2 praktische regels:
-Een enkele medeklinker tussen 2 klinkers, waarvan de eerste een
gedekte klinker (a, e, i, o of u) is, wordt verdubbeld.
Kop wordt daarom koppen en pit wordt pitten.
-Een vrije klinker (aa, ee, oo en uu) worden in open lettergrepen met een
enkel teken geschreven (enkel teken in open lettergreep)
Je schrijft dus lettergrepen, taken en duren.

Thema 3: Theater
Inleiding: soorten teksten
-

Fictie
Zakelijke teksten

epiek (proza)

Dramatiek
(theater,
toneel,
acteren,
musical)

lyriek
(gedichten,
liedjes...)

Wat is dramatiek?
-einddoel is niet papier
-publiek komt kijken naar iets dat wordt uitgebeeld (enscenering)
= enscenering
Tekentaal= het geheel van tekens die gebruikt worden om iets uit te beelden/ te
ensceneren in theater. (p. 348-354)

2: Twee fragmenten uit Mijn Blackie van Arne Sierens


Zie papieren

10

3. Ovzerzicht van theatertekens op basis van schema


van Kowzan (p354)
1. lichaamsbouw
2. woord
3. Toonaard
4. Mimiek (gezicht)
5. Gebaren (gestiek: armen en benen)
6. Beweging (proxemiek (nabijheid) afstand tussen de acteurs)
7. Grime (schmink)
8. Haartooi
9. Kostumering
10.Rekwisieten/ accesoires
11.Decor
12.Belichting
13.Muziek
14.Niet muziek/ geluid

11

You might also like