Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 52

Tussenrapport EEG en neurofeedback

Pei Sin Che - Jan-Willem Wesselink - Rania Kazouti


Profielwerkstuk
10 december 2015

VOORWOORD
Eerder in 5 VWO is de Technasium klas naar de VU geweest om daar een dag met
EEG-apparatuur te werken. Hier werd gekeken naar welk effect complimenten en
beledigingen op de hersengolven hebben.
Voor onze meesterproef hebben wij een team samengesteld dat niet alleen
genteresseerd is in Mens & Medisch, maar ook in EEG. Via onze
Technasium-docent, meneer Gast, zijn wij in contact gekomen met Cynthia de
Vries-Lentsch (cordinator Its Academy aan de VU), die een potentile
opdrachtgever had gevonden. Bij een tweede bezoek aan de VU zaten wij met onze
opdrachtgever Simon Houtman aan tafel om de mogelijkheden voor de meesterproef
te bespreken.
Na ons gesprek met Simon Houtman hebben wij gezocht naar problemen in
de samenleving die opgelost kunnen worden door het gebruik van EEG. Zo kwamen
wij verscheidene maatschappelijke en individuele problemen tegen, maar wat ons
allen erg aansprak was een probleem dat met neurofeedback op te lossen zou
kunnen zijn. Uiteindelijk zijn we ons gaan focussen op concentratieproblemen, wat
veelvoorkomend is.
Wij willen graag een aantal mensen bedanken voor hun hulp gedurende dit
profielwerkstuk. Ten eerste meneer Gast en mevrouw Van Reenen. Zij hebben ons
namelijk de afgelopen weken begeleid en advies gegeven. Ook bedanken wij Simon
Houtman, wie onze opdrachtgever wilde zijn en ons ook daarbij uitstekend heeft
begeleid. Verder Cynthia de Vries-Lentsch, cordinator Its Academy, wie het
mogelijk maakt dat we op de Vrije Universiteit met het EEG apparatuur kunnen
werken en met veel kritiek ons onderzoek heeft beoordeeld. Ten slotte willen wij
nog Teun Bekkers bedanken. Hij is een neuropsycholoog op het Neurofeedback
Instituut Nederland in Eindhoven en heeft onze vragen over neurofeedback en de
trainingssessies kunnen beantwoorden.

INHOUDSOPGAVE
1. Inleiding
1.1: Probleemstelling

2. Doelstelling
2.1: Inleiding
2.2: Onderzoeksvraag en deelvragen
2.2.1: Onderzoeksvraag
2.2.2: Deelvragen
2.3: Onderzoeksproces

3. Literatuuronderzoek
3.1: Deelvragen met betrekking op geur
3.2: Deelvragen met betrekking op concentratie
3.3: Deelvragen met betrekking op neurofeedback

4. Werkplan
4.1: Onderzoeksvraag
4.2: Hypothese
4.3: Onderzoeksdesign
4.4: Meetplan

13

5. Bronnen

19

6. Bijlagen
Website
Logboek
Plan van Aanpak

20

1. INLEIDING
EEG is een techniek waarmee de elektrische potentialenverschillen van de
hoofdhuid, afkomstig van de elektrische activiteit in de neuronen (hersencellen),
worden gemeten. De elektrische stroom ontstaat door de synaptische excitatie van
de dendrieten van een groep piramidevormige neuronen in de hersenschors. EEG is
dus een methode om direct de hersenactiviteit te meten.
Neurofeedback is een methode waarbij de hersenen door middel van
terugkoppeling (feedback) worden genformeerd over eigen hersenactiviteit. Met
deze feedback kan via operante conditionering, de hersenactiviteit worden
benvloed. Het doel van neurofeedback is om de golven te onderdrukken die met een
bepaalde klacht verband houden en de golven te versterken die de klacht juist
minderen.1
Neurofeedback is een veelbelovende aanpak met betrekking tot de lange
termijn effectiviteit, zoals is aangetoond in onderzoeken naar verstoorde
uitvoerende functies. Studies worden veelal gedaan op deelnemers met een
bepaalde stoornis, waardoor studies op gezonde deelnemers slechts zelden
uitgevoerd zijn2. Toch betekent dit niet dat neurofeedback geen effect heeft op
gezonde personen. Uit twee studies (Egner and Gruzelier, 2001, 2004a) bleek
namelijk dat een neurofeedback protocol dat op grote schaal wordt gebruikt voor
ADHD een positief effect heeft gehad op de aandacht van gezonde proefpersonen. In
het algemeen worden neurofeedback toepassingen met EEG op gezonde deelnemers
het optimale of topprestatie veld genoemd. Ze worden dus niet behandeld voor een
klacht, maar hun hersenactiviteit wordt geoptimaliseerd3. Dit is onder andere het
doel van dit onderzoek.

ziebron10
ziebron10
3
ziebron11
2

1.1: Probleemstelling
Concentratie geeft aan hoe lang en hoe intensief iemand zijn aandacht op iets kan
vestigen. Een goede concentratie is noodzakelijk voor het uitvoeren van allerlei
taken, zoals het maken van een toets of het luisteren naar een verhaal. Helaas
hebben vrij veel mensen last van concentratieproblemen. Ze raken snel afgeleid
omdat ze zich niet lang genoeg kunnen concentreren of ze voeren hun taken niet
goed genoeg uit omdat ze zich niet intensief genoeg kunnen concentreren. Meestal
kan de oorzaak van het probleem gevonden worden, maar zelfs dan blijft het
bereiken van een goede concentratie moeilijk.
Een tekort aan concentratie kan grote gevolgen hebben voor het individu:
omdat ze zich niet kan focussen, is er het risico dat zij onder de maat zullen
presteren. Verder is het voor deze mensen erg moeilijk om iets af te maken waar ze
aan zijn begonnen. Ten slotte kunnen relaties met andere individuen aangetast
worden, omdat het lijkt alsof je niet veel geeft om de ander.
Met behulp van neurofeedback zou er een oplossing gevonden kunnen
worden voor concentratieproblemen. Het bepalen van de juiste neurofeedback
methode vereist echter een goed literatuuronderzoek, zodat de juiste informatie
gehaald kan worden uit betrouwbare bronnen. Tijdens dit literatuuronderzoek zijn
naar wetenschappelijke bronnen gezocht.

2. Doelstelling
2.1 Inleiding
Het doel van dit project is een oplossing vinden voor het concentratieprobleem. De
essentie van dit onderzoek is het beantwoorden van de hoofdvraag om het einddoel
te behalen. Voor het beantwoorden van de hoofdvraag zijn deelvragen opgesteld, die
op hun beurt met behulp van een literatuuronderzoek worden beantwoord.
De resultaten uit ons onderzoek zullen een bijdrage kunnen leveren aan mensen die
lijden aan concentratieproblemen maar beter willen presteren en die nog geen
methode hebben gevonden om het te verhelpen. Verder kan het ook interessant zijn
voor de mensen wiens beroep te maken heeft met neurofeedback en
concentratieproblemen. Er kunnen namelijk nieuwe onderzoeken worden
uitgevoerd naar aanleiding van dit project.

Uitkomsten
Uit ons onderzoek kunnen verschillende uitkomsten komen. In het beste geval
hebben wij een nieuwe methode ontwikkeld voor het verhogen van de concentratie.
Toch zouden wij ook tot de conclusie kunnen komen dat onze methode met geur
geen invloed heeft op de concentratie en het dus niet gebruikt kan worden in de
praktijk.
De resultaten van het onderzoek kunnen voor een nieuwe methode zorgen
waarbij mensen getraind worden om hun concentratie te verhogen. Verder kunnen
ze er toe leiden dat er meer kennis is over de werking van de hersenen en de invloed
van klassieke conditionering hierop, zelfs als de nieuwe methode niet succesvol is.
Onze gewenste uitkomst is dat er uit het onderzoek geconcludeerd kan
worden dat onze methode werkt en dat we daarmee een nieuwe manier voor het
verhogen van de concentratie hebben ontwikkeld en zo mensen beter kunnen laten
presteren.

2.2 Onderzoeksvraag en deelvragen


2.2.1 Onderzoeksvraag
Is het mogelijk de concentratie te benvloeden door middel van klassieke
conditionering met het gebruik van een geur?
Hypothese:
Als er een verband is aan te tonen tussen het gebruik van een geur en de
mogelijkheid om de concentratie te verhogen, dan is het mogelijk om de
concentratie te benvloeden d.m.v. klassieke conditionering met het gebruik van
een geur.
2.2.2 Deelvragen
- Is er een verband aan te tonen tussen het gebruik van een geur en de
mogelijkheid om concentratie te verhogen?
- Welke geur is geschikt om te gebruiken?
- Welke vormen van neurofeedback zijn er en welke vorm is
toepasselijk?
- Welke eigenschappen hebben de proefpersonen nodig?
- Welke bestaande methodes zijn er om de concentratiestoornissen te
verhelpen?
- In welke gevallen zijn concentratieverhogingen nodig?
- Hoe vindt het opvangen en waarnemen van geur plaats in de hersenen?
Het centrale doel van dit project is het verband aantonen om de hoofdvraag te
bevestigen, of te verwerpen als er geen verband is aan te tonen tussen het gebruik
van een geur en de mogelijkheid om de concentratie te verhogen.

2.3 Onderzoeksproces
De eerste fase van het onderzoek stond in het teken van de deelvragen
beantwoorden door middel van wetenschappelijke artikelen. Verder werd er ook
vooronderzoek gedaan naar de opzet van het werkplan voor het experiment. Het
doel van het vooronderzoek was ten eerste het bepalen van de geschikte geur. Ten
tweede erachter komen welke handelingen verricht moeten worden om een EEG
meting en een neurofeedbacktraining uit te voeren. In de volgende fase zullen de
vragen die nog open liggen, beantwoord worden om een goed geplande experiment
uit te voeren.

3. LITERATUURONDERZOEK
Voor het beantwoorden van de deelvragen zijn er wetenschappelijke artikelen
gezocht, waaruit er informatie is gehaald die relevant zijn voor dit project.

3.1: Deelvragen met betrekking op geur


- Welke geur is geschikt om te gebruiken?
Het bepalen van de geur die geschikt is voor dit onderzoek is lastig. Dit komt
doordat bij geur, factoren zoals eigen voorkeur en de koppeling aan een bepaalde
herinnering van die geur, een rol spelen. Hoewel er veel van de werking van geur en
aromatherapie wordt beweerd, is er toch zeer weinig bewezen. Hierdoor is het
bepalen van de meest geschikte geur een uitdaging voor het experiment4 .
Uiteindelijk is er besloten om de geur pepermunt te gebruiken tijdens de
neurofeedback sessies. Deze keuze komt niet alleen tot stand omdat het makkelijk
verkrijgbaar is. Verder is het een herkenbare geur en pepermunt is ook een van de
weinige aromatherapeutische geuren die niet als doel heeft de patint te kalmeren5.
Hierdoor is er een vermoeden dat pepermunt weinig invloed zal hebben op de
hersengolven van een individu.
- Hoe vindt het opvangen en waarnemen van geur plaats in de hersenen?
Het verwerken van geur is zeer complex. Het begint allemaal bij een stof die
moleculen in de lucht afscheidt. Deze moleculen binden vervolgens aan receptoren
in de neus, waar er meer dan 1000 verschillende van zijn voor verschillende
moleculen6 . Nadat de moleculen aan de receptoren zijn gebonden, sturen de
receptoren een signaal naar de olfactory bulb. Hierin worden dan aan het oppervlak
van de olfactory bulb verschillende Glomeruli geactiveerd (zie onderstaande
afbeelding). Glomeruli zijn ronde structuren aan het oppervlak van de olfactory bulb,
die het signaal van de receptoren doorgeven aan zenuwen die het signaal dieper de
hersenen in leiden. Nadat de Glomeruli een signaal door krijgen van de receptoren,
sturen de Glomeruli dat signaal door naar andere plekken in de hersenen. Zo neemt
men andere geuren waar bij verschillende moleculen combinaties7.

ziebron1
ziebron1
6
ziebron3
7
ziebron6
5

3.2: Deelvragen met betrekking op concentratie


- Welke bestaande methodes zijn er om concentratiestoornissen te verhelpen?
Een voorbeeld van een concentratiestoornis is Attention Deficit Hyperactivity
Disorder (ADHD). Voor deze aandoening is medicatie beschikbaar, maar deze is
soms ineffectief, niet te verdragen of ongewenst. Daarvoor zijn er complementaire
en alternatieve methodes om de symptomen van ADHD te verhelpen:8
Homeopathie
Homeopathische medicijnen bevatten een kleine hoeveelheid stoffen, die
wellicht een specifieke aandoening kunnen veroorzaken. De behandeling
van homeopathie is gespecificeerd op de symptomen van de patint en
persoonlijkheidskenmerken.
Dieetrestrictie9
Feingold was een wetenschapper die concludeerde in de jaren 70 dat 50% van
kinderen met ADHD een bepaalde gevoeligheid vertonen voor synthetische
voedselkleurstof, synthetische smaakstoffen of conserveermiddelen. Hij
creerde een eliminatiedieet, het Feingold dieet, waar stoffen die
vermoedelijk een invloed hebben op het gedrag niet geconsumeerd worden.
Recent onderzoek beweert dat een deel van de kinderen wel gevoeligheid
tonen voor deze stoffen. Daarnaast is er aangetoond dat bij het innemen van
voedselkleurstof en een conserveermiddel, dit wel degelijk een toename van
hyperactiviteit veroorzaakt.
Supplementen
Sommige onderzoekers beweren dat kinderen met ADHD, een gebrek hebben
aan mineralen zoals koper, magnesium, calcium, zink en ijzer. Zink is
geassocieerd met stoornissen in verschillende cognitieve functies zoals
informatieverwerking, als dit mineraal in kleine hoeveelheden voorkomt. In
twee studies waar kinderen met ADHD zinksupplementen kreeg, waren er
verbeteringen waargenomen gebaseerd op ratingschalen.
Kruiden
Bij kinderen met ADHD zijn abnormaal lage dopaminerge activiteit gemeten
in de prefrontale cortex. Gingko biloba is een kruid dat de dopaminerge
activiteit verhoogt. In een onderzoek naar het effect van de Gingko biloba bij
kinderen met ADHD, kregen kinderen met ADHD een combinatie van gingko
biloba en ginseng. De ouders van deze kinderen zagen een verbetering op het
gedrag van de kinderen die deze kruiden kregen toegediend.

8
9

ziebron12en13
ziebron14

Cognitieve gedragstherapie
Biofeedback
ADHD is geassocieerd met ongewoonlijke patronen cortical arousal. Cortical
arousal is een verhoogde waakzaamheid van de hersenschors10 . Kinderen
met ADHD vertonen vaak patronen met een lagere waakzaamheid van de
hersengebieden die in verband staan met alertheid, concentratie en
zelf-controle. Kinderen voeren bij neurofeedback een taak uit terwijl hun
hersenactiviteit wordt gemeten. Die informatie wordt weergegeven in licht,
kleur of beeld. Het uiteindelijke doel van neurofeedback is dat de patint
corticale activatie kan vertonen te vergelijken met kinderen van dezelfde
leeftijd.
Meditatie
Aandachtsgerichte meditatie houdt in dat mensen worden getraind om hun
gedachten en gevoelens te observeren zonder deze intern te veranderen.
Sommige onderzoeken naar aandachtsgerichte meditatie bij volwassenen
beweren dat het wel enige voordelige effecten heeft op de cognitieve
activiteiten.
Green Space Therapie
Hierbij wordt er gebruik gemaakt van een natuurlijke, groene setting met
bomen en gras. Deze methode is gebaseerd op Attention Restoration Theory
(ART). In deze theorie wordt er gekeken naar twee vormen van concentratie:
vrijwillige en onvrijwillige concentratie. Hierbij wordt er beweerd dat
concentratieproblemen worden veroorzaakt door overbelaste vrijwillige
concentratie. Wanneer de vraag naar vrijwillige concentratie hoger wordt, zal
het volhouden hiervan meer moeite kosten en ineffectief worden. Tijdens
rust of slaap, zal door activiteiten die onvrijwillige concentratie vereisen,
vrijwillige concentratie worden hersteld.
Aanhangers van deze theorie geloven dat verschillende omgevingen,
verschillende invloeden heeft op de concentratie. In een enqute worden
grotere verbeteringen van de symptomen van ADHD kinderen gemeld bij
activiteiten in een natuurlijke setting vergeleken met een indoor setting.

- In welke gevallen zijn concentratieverhogingen nodig?


Het meest voor de hand liggend antwoord hierop zou zijn: in gevallen waar mensen
lijden aan een concentratiestoornis, zoals ADHD en ADD. Hoewel deze mensen het
hard nodig hebben om normaal te kunnen functioneren in het dagelijks leven, zijn
er ook anderen die niet lijden aan een stoornis, maar wel moeite hebben om zich te
concentreren. Deze gezonde mensen worden dan wellicht niet behandeld, maar
hun concentratie kan wel worden geoptimaliseerd.
Verder zijn er ook andere stoornissen die niet zozeer concentratiestoornissen
zijn, maar wel problemen met de concentratie veroorzaken bij de mensen die eraan
10

ziebron15

lijden. Een voorbeeld hiervan is Neurofibromatosis Type 1 (NF1). Hierbij hebben


mensen vooral last met het uitvoeren van alledaagse taken, wat een grote impact
heeft op schoolprestaties, sociale ontwikkeling en emotionele aanpassing.
Daarnaast wordt ook hun concentratie negatief benvloed11 .
Er zijn genoeg gevallen waar concentratieverhogingen nodig zijn, maar dat
betekent niet gelijk dat iedereen daarvoor behandeld wil worden. Je zou eigenlijk
kunnen zeggen dat concentratieverhogingen vooral nodig zijn in het geval dat er
vraag naar is.

11

ziebron16

10

3.3: Deelvragen met betrekking op neurofeedback


- Welke vormen van neurofeedback zijn er en welke vorm is toepasselijk?
Met vormen wordt de manier bedoeld waarop mensen getraind kunnen worden. Dit
kan namelijk met behulp van beeld, maar ook van geluid. Tijdens een neurofeedback
sessie wordt er een threshold bepaald door de behandelaar; de hersenactiviteit van
de patint moet hier dan f onder f boven zitten. Dit hangt af van welke
hersengolven men wilt stimuleren of juist onderdrukken. Deze threshold kan
individueel worden bepaald, maar de behandelaar kan er ook voor kiezen om uit te
gaan van een gemiddelde waarde. De threshold is in andere woorden een
grenswaarde.
Wanneer er wordt getraind met een beeld, zal dit beeld helder zijn bij de juiste
aangemaakte golven door de hersenen. Daarentegen zal het beeld minder helder
worden wanneer de hersenactiviteit boven/onder de threshold ligt. Het brein
gebruikt dit verdwijnen of onhelder worden van het beeld als feedback, waardoor de
patint onbewust zijn/haar hersenactiviteit benvloedt. Wanneer er wordt getraind
met een geluid, zal de patint bij de gewenste hersenactiviteit het geluid horen,
maar bij de ongewenste hersenactiviteit zal het geluid niet te horen zijn. Net zoals
bij het beeld zal het brein dit gebruiken als feedback.
De keuze om een beeld of geluid toe te passen, hangt af van wat men wilt
gaan onderzoeken. Een beeld wordt het meest gebruikt, omdat dit het simpelste is.
Een geluid gebruiken wordt namelijk vooral gebruikt wanneer de patint een taak
moet uitvoeren waarbij hij/zij niet meer kan kijken naar een beeld.12 Een voorbeeld
hiervan is het lezen van een tekst. Het meest logische zou zijn om de proefpersonen
een taak te laten uitvoeren tijdens een neurofeedback sessie, omdat wij hun
concentratie willen benvloeden. Toch zullen wij hier niet voor kiezen. Hier zijn
twee redenen voor.
Ten eerste zullen er te veel afleidingen zijn voor de proefpersonen. Er zijn dan
namelijk een geur, een taak en een geluid aanwezig in de omgeving. Het wordt op
die manier moeilijk voor hun hersenen om de juiste feedback te krijgen. Dit leidt tot
de tweede reden: de neurofeedback sessies zouden niet succesvol kunnen zijn.
Neurofeedback vereist de actieve betrokkenheid van de deelnemers. Dit kan zorgen
voor effecten op lange termijn13. Wanneer deze actieve betrokkenheid niet mogelijk
wordt gemaakt door te veel afleidingen, is er een grote kans dat de neurofeedback
weinig invloed zal uitoefenen op het brein.

12
13

ziebron18
ziebron10

11

- Welke eigenschappen hebben de proefpersonen nodig?


De proefpersonen in de leeftijdcategorie 16-19 jaar worden gevraagd om te
participeren in het onderzoek. Een voorwaarde voor deelname is dat de
proefpersoon geen koffie mag drinken op de dag van de metingen en de
trainingssessies.
Bij concentratieproblemen wordt onderscheid gemaakt tussen
concentratiestoornissen en concentratiebelemmeringen. Bij
concentratiestoornissen is de benodigde vorm van concentratie voor een bepaalde
taak niet goed ontwikkeld.
Bij concentratiebelemmering is de aandacht op een bepaalde prikkel niet
goed, niet lang of niet intensief genoeg.14
In ons onderzoek streven we naar het optimaliseren van de concentratie. Dus
de proefpersonen hebben last van concentratieproblemen als het om
concentratiebelemmeringen gaat.

14

ziebron17

12

4. WERKPLAN
4.1: Onderzoeksvraag
Is er een verband aan te tonen tussen het gebruik van een geur en de mogelijkheid
om concentratie te verhogen?

4.2: Hypothese
Als de median bta activiteit groter is na de trainingssessies dan ervoor, dan is er
een verband aan te tonen tussen het waarnemen van pepermunt en de concentratie
verhoging.
Gewenste resultaat:
Als we van elke proefpersoon voor de training met en zonder geur de
hersenactiviteit testen dan is die op die punten gelijk. Als wij na de neurofeedback
sessies de persoon met en zonder geur testen, dan is de hersenactiviteit het hoogst
als de geur aanwezig is.

Toelichting:
Voordat we een proefpersoon gaan trainen, nemen we twee EEG-metingen (baseline
metingen) af. Een baselinemeting wordt ook wel een nulmeting genoemd. Als
eerste meten we de hersenactiviteit voordat de proefpersoon is bloodgesteld aan
een geur en daarna meten we de hersenactiviteit terwijl de geur wel aanwezig is.
Dezelfde twee EEG-metingen worden nog een keer afgenomen, maar dan pas nadat
we de proefpersonen hebben getraind door middel van neurofeedback
(eindmetingen). Op deze manier kunnen we de gegevens van de metingen vr het
trainen vergelijken met de gegevens van de metingen na het trainen, waarna we
13

kunnen bepalen of onze methode succesvol was of niet.

4.3: Onderzoeksdesign

4.4: Meetplan
1. Grootheden / handelingen

De afhankelijke variabele is: concentratie. De onafhankelijke variabele is: wel of geen presentie van
pepermunt.

grootheid

eenheid

hoe meten?

meetinstrume
nt

Frequentie van
bta-golven (Baseline
meting)

Hz

Elektrodes worden geplaatst. Het


programma Biofeedback 2000 x-pert
wordt gebruikt om de frequentie van
bta-golven te meten.
De gegevens worden in een tabel
genoteerd.

EEG apparatuur

Frequentie (met
blootstelling pepermunt,
zonder
neurofeedbacktraining)

Hz

Elektrodes worden geplaatst. Het


programma Biofeedback 2000 x-pert
wordt gebruikt om de frequentie van
bta-golven te meten. pepermunt
wordt gespoten.
De gegevens worden in een tabel
genoteerd.

EEG apparatuur

Frequentie (Eindmeting
geen blootstelling
pepermunt)

Hz

Elektrodes worden geplaatst. Het


programma Biofeedback 2000 x-pert
wordt gebruikt om de frequentie van
bta-golven te meten.
De gegevens worden in een tabel
genoteerd

EEG apparatuur

Frequentie (Eindmeting
met blootstelling
pepermunt)

Hz

Elektrodes worden geplaatst. Het


programma Biofeedback 2000 x-pert
wordt gebruikt om de frequentie van
bta-golven te meten. pepermunt
wordt gespoten.
De gegevens worden in een tabel
genoteerd

EEG apparatuur

2. Opstelling en benodigdheden
EEG apparatuur
6 Elektroden (Ag/AgCL)
Scrubgel (NuPrep)
14

Geleidende pasta (Ten20)


pepermuntolie
10 Proefpersonen

3. Meetomstandigheden
Er moet zo min mogelijk afleiding zijn, want dit kan invloed hebben op de
hersenactiviteit. Spierspanning en niet goed geisoleerde ruimten worden zoveel
mogelijk vermeden.
Voor dit experiment horen de proefpersonen een geur waar te nemen. Hierdoor
moet ook geen wind/tocht aanwezig zijn, wat ervoor kan zorgen dat de geur niet
lang genoeg aanwezig blijft en dus niet iswaar te nemen.

4. Werkwijze
Het experiment vereist veel handelingen en tijd. Daarom is er een dagindeling
gemaakt die geldt voor elke proefpersoon. Hieronder is een afbeelding van de
dagindeling met de handeling en bijbehorende tijd.

4.1 Voorbereiding: Elektrodes plakken


Prep and gel
Gebruik de afbeelding aan de rechterkant met de
standaard elektrode posities op de schedel.
1. Meet de afstand tussen nasion (tussen de
wenkbrauwen) en inion (achterhoofd)
2. Meet de omtrek van het hoofd
3. Bepaal Cz en markeer met bv. oogpotlood Cz
= 50% omhoog vanaf nasion of inion
4. Bepaal C3 en C4 en markeer die punten op
het hoofdhuid C3 en C4 = 10% links en rechts
van de hoofdomtrek.
15

5. Scrub de plaatsen C3, C4 en het oor als referentie met NuPrep scrubgel
(Zorg
dat er geen scrubgel achterblijft)
6. Smeer op de elektrodes geleidende pasta Ten20 en plak de elektrodes op C3,
C4 en het oor. (
Zorg dat de elektrodes echt vast zijn geplakt)
4.2 Programma starten
1. Open Biofeedback 2000 x-pert
2. Klik op de icoon met een vergrootglas op [Search for new devices]
3. Klik op de tab [Therapy Library]
4. Klik op [Lines (multi-feedback)]
5. Klik op [Continue to select/new client]
6. Vul de gegevens van de proefpersoon in en klik op [Start]

4.3 Baseline meting zonder geur, zonder neurofeedbacktraining


1. Plaats de elektrodes (Zie 4.1 Elektrodes plaatsen)
2. Start het programma (Zie 4.2 Programma starten)
3. Selecteer onderaan het scherm [EEG1], [Beta1], [SMR1], [Theta1]
4. Klik op [Run]
(Zorg dat de proefpersoon op zon manier zit om 3 minuten zo
min mogelijk te bewegen).
5. Klik op [Stop] na 3 min.
6. Klik op [Show diagram]
7. Noteer de gegevens: median value Beta
8. Maak een screenshot van het diagram
9. Klik rechtsboven op de rode kruis op het scherm om terug te gaan naar het
Hoofdmenu

4.4 Baseline meting met geur, zonder neurofeedbacktraining


1. Plaats de elektrodes (Zie 4.1 Elektrodes plaatsen)
2. Start het programma (Zie 4.2 Programma starten)
3. Selecteer onderaan het scherm [EEG1], [Beta1], [SMR1], [Theta1]
4. Klik op [Run]
(Zorg dat de proefpersoon op zon manier zit om 3 minuten zo
min mogelijk te bewegen).
5. Druk twee keer op de spuitflesje met pepermuntolie boven de proefpersoon
6. Klik op [Stop] na 3 min.
7. Klik op [Show diagram]
8. Noteer de gegevens: median value Beta
9. Maak een screenshot van het diagram
10. Klik rechtsboven op de rode kruis op het scherm om terug te gaan naar het
Hoofdmenu

16

4.5 Trainingssessie: neurofeedbacktraining met geur


1. Plaats de elektrodes (Zie 4.1 Elektrodes plaatsen)
2. Start het programma (Zie 4.2 Programma starten)
3. Klik op tab [Moduler inferface]
4. Kies [Blank Screen] op het scherm Screens
5. Klik op [Continue to start the session]
6. Klik op Video [Rewards] en kies [Tennis]
7. Klik op rechtermuisknop [Show bar chart] -> (G2) Beta1
8. Klik op rechtermuisknop op de scherm (G2 Beta1)
9. Klik op [Threshold] -> [Exceeds]
10. Verplaats de Threshold naar (verdere toelichting in
7. Wat moet er nog
bepaald worden?
)
11. Klik op [Run] (de trainingssessie begint)
12. Klik op [Stop] na 15 minuten.
11. Klik op [Show diagram] en sla deze vervolgens op.

4.6 Eindmeting: meting zonder geur


1. Plaats de elektrodes (Zie 4.1 Elektrodes plaatsen)
2. Start het programma (Zie 4.2 Programma starten)
3. Selecteer onderaan het scherm [EEG1], [Beta1], [SMR1], [Theta1]
4. Klik op [Run]
(Zorg dat de proefpersoon op zon manier zit om 3 minuten zo
min mogelijk te bewegen).
5. Klik op [Stop] na 3 min.
6. Klik op [Show diagram]
7. Noteer de gegevens: median value Beta
8. Maak een screenshot van het diagram
9. Klik rechtsboven op de rode kruis op het scherm om terug te gaan naar het
Hoofdmenu

4.7 Eindmeting: meting met geur


1. Plaats de elektrodes (Zie 4.1 Elektrodes plaatsen)
2. Start het programma (Zie 4.2 Programma starten)
3. Selecteer onderaan het scherm [EEG1], [Beta1], [SMR1], [Theta1]
4. Klik op [Run]
(Zorg dat de proefpersoon op zon manier zit om 3 minuten zo
min mogelijk te bewegen).
5. Druk twee keer op de spuitflesje met pepermuntolie boven de proefpersoon
6. Klik op [Stop] na 3 min.
7. Klik op [Show diagram]
8. Noteer de gegevens: median value Beta
9. Maak een screenshot van het diagram
10. Klik rechtsboven op de rode kruis op het scherm om terug te gaan naar het
Hoofdmenu

17

5. Lege tabellen
Onderstaand tabel wordt gebruikt om de gegevens te noteren van de proefpersoon:
de Baselinemetingen en eindmetingen.
Naam
proefpersoon

Baseline
meting (Hz)

Baselinemeting
(Hz) met
pepermunt,
zonder training

Eindmeting
(Hz) zonder
geur

Eindmeting
(Hz) met geur

6. Veiligheid
Hoofdpijn kan ontstaan na een intensieve sessie. Aangezien meerdere
trainingssessies achter elkaar worden gehouden, moet goed op de proefpersoon
gelet worden.

7. Wat er nog bepaald moet worden:


Tijdstip presentie geur
:
Dit moet vr de uitvoering van het experiment bepaald worden.
Een manier om de geur te verdrijven:
Een manier om snel en effectief de geur te verdrijven, zodat de
achterblijvende geur de meting van de volgende proefpersoon niet
benvloedt.
Op welk manier worden de metingen gedaan:
door middel van een taak die concentratie vereist
ECR (Eyes Closed Resting)
EOR (Eyes Open Resting)
Hoe de threshold bepaald wordt
(Ons opdrachtgever/expert gaat advies
vragen van een collega): Tijdens een neurofeedback sessie wordt er een
threshold bepaald door de behandelaar; de hersenactiviteit van de patint
moet hier dan f onder f boven zitten. Dit hangt af van welke hersengolven
men wilt stimuleren of juist onderdrukken.
Definitieve data voor de metingen
: De proefpersonen zullen twee keer een
bezoek moeten brengen aan de VU voor het experiment. In verband met het
apparatuur boeken, zal de definitieve data voor december bepaald worden en
worden doorgegeven aan Cynthia (cordinator). Daarbij zal een tijdschema
gemaakt worden voor de proefpersonen over de precieze tijdstippen van de
metingen en trainingssessies.
18

5. BRONNEN
1. Cavanagh H. M. A. and Wilkinson J. M. (2002) Biological Activities of
Lavender Essential Oil. Phytother. Res. 16, pp. 301308
2. Zatorre J. Robert, Jones-Gotman M., Evans A.C., Meyer E. (1992) Functional
localisation and lateralisation of human olfactory cortex.
3. Kensaku Mori, Hiroshi Nagao, Yoshihiro Yoshihara (1999) The Olfactory Bulb:
Coding and Processing.
4. Leinwand S.G. and Chalasani S.H. (2011) Olfactory networks: from sensation
to perception.
5. Diaz D., Gomez C., Munoz-Casta R., Baltanas F., Alonso J. R., and Weruaga E.
(2013) The Olfactory System as a Puzzle: Playing With Its Pieces.
6. Lledo P.M., Gheusi G., and Vincent J.D. (2005) Information Processing in the
Mammalian Olfactory System.
7. Jonas K. Olofsson (2014) Time to smell: a cascade model of human olfactory.
8. https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/4/41/Head_olfactory_nerv
e_-_olfactory_bulb_en.png
9. http://www.sciencemag.org/content/286/5440/711/F2.large.jpg
10. Enriquez-Geppert S., Huster R. J. (2012) Boosting brain functions: Improving
executive functions with behavioral training, neurostimulation, and
neurofeedback.
11. Gruzelier J. H. (2013) EEG-neurofeedback for optimising performance. I: A
review of cognitive and affective outcome in healthy participants.
12. Alexander K. Converse, Elizabeth O. Ahlers, Brittany G. Travers and Richard J.
Davidson (2014) Tai chi training reduces self-report of inattention in healthy
young adults. Frontiers in Human Neuroscience.
13. Searight H. Russel, Robertson K., Smith T., Perkins S., and Searight B., (2012)
Complementary and Alternative Therapies for Pediatric Attention Deficit
Hyperactivity Disorder: A Descriptive Review.
14. Jaswinder K. Ghuman, M.D., L. Eugene Arnold, M.D., and Bruno J. Anthony,
Ph.D. (2008) 'Psychopharmacological and Other Treatments in Preschool
Children with Attention-Deficit/Hyperactivity Disorder: Current Evidence and
Practice'. pp. 413-447
15. Hornsveld H., & Berendsen S. (2009) Casusboek EDMR
16. Fox D. J., Tharp D. F., Fox L. C. (2005) A Neuropsychological Perspective on
Attention Problems in Neurofibromatosis Type 1.
17. Schalk, W. Ch. van (2001) 'Aandacht voor concentratie'.
18. Bekkers, T., (interview), Eindhoven, 19 november 2015

19

6. BIJLAGEN
Website
Naast het tussenrapport is er ook een website gebouwd waar digitaal informatie
staat over het meesterproef. Verder is het mogelijk om gemaakte documenten te
bekijken, recente activiteiten en het projectvoortgang te volgen door regelmatige
updates van de site. De link naar onze site: eegmeesterproef.weebly.com
Hieronder twee afbeeldingen van de hoofdpagina en een stuk over het Laatste
nieuws.
Hoofdpagina

Laatste nieuws

20

Logboek
Teamlid

Aantal min gewerkt (80 uur = 4800 min)

Jan-Willem

4895

Pei-Sin

5025

Rania

4850

2/9/2015
Rania:
- 60 min op het internet gezocht naar actuele problemen waar het project over kan
gaan

3/9/2015
Jan-Willem:
- 70 min opdrachten gezocht
- 20 min PvA niveau 6 opmaak doorgelezen
Pei Sin:
- 15 min mail opstellen en verstuurd naar Cynthia de Vries (VU activiteiten
projectleider)
Rania:
- 15 min mail opstellen
- 30 min ziekenhuizen gezocht voor wie wij een opdracht zouden kunnen doen en
naar 3 ziekenhuizen een mail gestuurd
- 30 min een opstel van het PvA gemaakt

9/9/2015
Jan-Willem, Pei Sin, Rania:
- 105 min naar de opdrachtgever Simon Houtman (VU) en brainstormen over
mogelijke opdrachten

10/9/2015
Jan-Willem, Pei Sin, Rania:
- 50 min overleg met meneer Gast
Jan-Willem:
- 25 min extra overleg met de meester
- 25 min prijzen EEG apparatuur opzoeken
- 50 min inlezen over EEG onderzoek
21

Pei Sin, Rania:


- 100 min inlezen over EEG onderzoek
- 20 min filmpje bekeken over biofeedback

16/9/2015
Jan-Willem:
- 35 min inlezen Electromagnetic brain mapping
Pei Sin:
- 20 min inlezen Fundamentals of EEG measurement

17/9/2015
Jan-Willem:
- 100 min artikel Electromagnetic Brain Mapping gelezen
Pei Sin:
- 60 min artikel Fundamentals of EEG measurement gelezen en vragen erover
beantwoord
Rania:
- 60 min artikel EEG and MEG: Relevance to Neuroscience gelezen en vragen erover
beantwoord

21/9/2015
Pei Sin:
- 15 min Planning bijgewerkt

23/9/2015
Pei Sin:
- 15 min artikel Fundamentals of EEG measurement gelezen en aantekeningen
gemaakt
24/9/2015
Jan-Willem, Pei Sin:
- 60 min brainstormen (onderzoeksrichting/onderwerp masterproef)

25/9/2015
Jan-Willem:
- 30 min post traumatic stress disorder onderzoeken
- 50 min mail maken & onderzoeksvraag, onderwerp opstellen
22

- 10 min logboek bijwerken


Pei sin:
- 90 min onderzoeksvraag en mail opstellen onderzoeksvraag, en onderwerp
bedenken

4/10/2015
Jan-Willem:
- 30 min proces voortgang formulier onderzocht, en de groepsleden bereikt
Pei Sin:
- 45 min proces voortgang formulier ingevuld met verbeterde onderzoeksvraag en
deelvragen
Rania:
- 10 min feedback uit de mail van de opdrachtgever gelezen

5/10/2015
Rania:
- 20 min met Pei Sin overlegd waar we nu staan in het project en wat er in de
pal-week moet gebeuren
- 10 min opstel van het PvA afgemaakt
Pei Sin:
- 20 min met Rania overlegd waar we nu staan in het project en wat er in de
pal-week moet gebeuren

8/10/2015
Jan-Willem, Pei Sin, Rania:
- 30 min geluisterd naar de uitleg over wat er in de pal-week moet gebeuren door
meneer Gast
- 50 min in het groepje overlegd wat er in de pal-week moet gebeuren en de mail van
de opdrachtgever besproken

Rania:
- 20 min gewerkt aan het PvA
- 40 min het logboek bijgewerkt

9/10/2015
Pei Sin:

23

- 10 min een mail gestuurd naar Cynthia de Vries (projectleider VU) over de
mogelijkheid om toegang te krijgen op wetenschappelijke artikelen op de VU via
sites zoals PubMed.

12/10/2015
Jan-Willem, Pei Sin, Rania
- 45 min geluisterd naar de uitleg over de pal-week door meneer De Beer
- 25 min met het groepje overlegd of Yusuf naar een andere groepje kan, het is
besloten dat hij uit het groepje gaat.
- 25 min met meneer Gast het profielwerkstukformulier besproken
Jan-Willem:
- 50 min bronnen gezocht over de deelvragen en die beantwoord.
Pei Sin:
- 10 min mail geschreven en gestuurd naar Cynthia (Projectleider VU) en Simon
(opdrachtgever)
- 15 min taken verdelen, wie wat gaat doen aan het PvA.
Rania:
- 20 min het opstel van het PvA afgemaakt
- 30 min aan het PvA gewerkt > deelvragen erin gezet

13/10/2015
Pei Sin:
- 30 min informatie gezocht hoe je een GANTT planning maakt, voorbeelden
bekeken van leerlingen die eerder de meesterproef hebben gedaan.
- 45 min opdracht, onderzoeksvraag en deelvragen geschreven en het in PvA gezet.
- 10 min een geschikte thema voor de presentatie over het onderzoeksvoorstel
gezocht. Die heb ik gedeeld met de groep
Rania:
- 75 min informatie gezocht over concentratieproblemen en hoe ernstig dit
tegenwoordig is > deze informatie onder het kopje Het probleem gezet in het PvA

14/10/2015
Jan-Willem, Pei Sin, Rania:
- 30 min het PvA besproken
Jan-Willem:
- 180 min gewerkt aan PvA > bronnen gezocht voor deelvragen en samengevat,
beantwoording deelvragen, deelvragen opgesteld met het team.
24

Pei Sin:
- 180 min gewerkt aan PvA > Doelstelling opdracht, Deelvragen opgesteld met de
team, Omschrijving opdrachtgever
Rania:
- 150 min gewerkt aan PvA > bronnen gezocht voor deelvragen en die beantwoord

15/10/2015
Jan-Willem:
- 105 min gewerkt aan PVA en presentatie
- 200 min final touches aan PVA, checken voor fouten en eventuele verbeterpunten,
en het leren en verdelen van de presentatie
Pei Sin:
- 315 min gewerkt aan PvA en presentatie
- 225 min de planning gemaakt en in GANTTproject invoeren.
Rania:
- 210 min gewerkt aan PvA > deelvragen beantwoord, inleiding en methode en
gegevensverzameling geschreven, het document nagekeken en de opmaak
verbeterd
- 60 min gewerkt aan de presentatie

16/10/2015
Jan-Wilem, Pei Sin, Rania:
- 20 min PvA aan de opdrachtgever en begeleider, meneer Gast, gepresenteerd

27/10/2015
Pei Sin, Jan-Willem:
- 25 min naar de VU gefietst.
- 180 min gezocht naar artikelen op PubMed

Rania:
- 30 min naar de VU met OV
- 60 min artikelen opgezocht op PubMed

29/10/2015
Jan-Willem, Pei Sin, Rania:
- 30 min met de hele klas en met meneer Gast het project besproken

25

Pei Sin:
- 50 min opzet werkplan gemaakt
- 20 min proefpersonen geregeld
Rania:
- 60 min artikel Boosting brain functions (...) neurostimulation, and neurofeedback
gelezen

11/11/2015
Rania:
- 15 min mail opgesteld en verzonden naar een neurofeedback instituut.

12/11/2015
Pei Sin:
- 30 min Plan van Aanpak aangepast en opgestuurd naar Simon
- 25 min mail opgesteld met Rania en verstuurd naar het neurofeedback instituut
- 10 min een kort stuk geschreven over samenwerken met Jan-Willem voor zijn
portfolio.
Jan-Willem:
- min portfolio
Rania:
- 20 min artikel Boosting brain functions (...) neurostimulation, and neurofeedback
gelezen
- 25 min mail opgesteld met Rania en verstuurd naar het neurofeedback instituut
- 10 min een kort stuk geschreven over samenwerken met Jan-Willem voor zijn
portfolio

18/11/2015
Rania:
- 20 min telefonisch contact gehad met het Neurofeedback Instituut Nederland
Pei Sin:
- 15 min reis naar Eindhoven gepland

19/11/2015
Pei Sin, Rania:
- 20 min verbeteringen van Simon voor het plan van aanpak bekeken
- 60 min het plan van aanpak verbeterd
- 15 min een enqute opgesteld
26

- 10 min een site opgezet voor de meesterproef (Weebly)


- 20 min uitleg van Gast over het nut van een portfolio
- 40 min treinreis gepland en tickets besteld naar Eindhoven
- 275 min naar het Neurofeedback Instituut in Eindhoven (heen- en terugreis /
bezoek)

22/11/2015
Jan-Willem:
- 300 min gewerkt aan eigen weebly van mijn portfolio

23/11/2015
Pei Sin:
- 255 min gewerkt aan de site van dit project via Weebly.
Rania:
- 60 min artikel Boosting brain functions (...) neurostimulation, and neurofeedback
gelezen en aantekeningen gemaakt
Jan-Willem:
-120 min gewerkt aan portfolio

25/11/2015
Pei Sin & Rania:
- 5 min nieuwe afspraak gemaakt met begeleider mevrouw van Reenen.
Pei Sin:
- 40 min gewerkt aan het werkplan van het experiment > opgezocht wat wij nodig
hebben voor het experiment en het meetplan
Jan-Willem:
- 150 min scannen en lezen en informatie halen uit wetenschappelijke bronnen
- 5 min logboek bijwerken

26/11/2015
Jan-Willem:
- 200 min bronnen gelezen
- 5 min logboek bijgewerkt
Rania:
- 150 min artikel EEG-neurofeedback for ... in healthy participants. gelezen en
aantekeningen gemaakt

27

27/11/2015
Rania:
- 120 min artikel Neurofeedback: An Alternative and Efficacious Treatment gelezen
en aantekeningen gemaakt.
- 10 min met meneer Gast gepraat over het bezoek in Eindhoven

28/11/2015
Jan-willem:
- 300 min bronnen gelezen en informatie eruit gefilterd.
Rania:
- 120 min artikel The Need for ... Diagnoses and Symptoms gelezen en
aantekeningen gemaakt

29/11/2015
Jan-Willem:
- 120 min bronnen gelezen.
Rania:
- 70 min opzet gemaakt voor het profielwerkstuk
- 100 min aantekeningen van de artikelen in een document gezet
- 45 min naar opname van het neurofeedback instituut bezoek geluisterd en de
belangrijkste punten in een document gezet
Pei Sin:
- 20 min artikel gelezen en aantekeningen gemaakt.

30/11/2015
Jan-Willem:
- 150 minuten nog informatie verzameld uit bronnen samenvattingen en in het
profiel werkstuk document gezet.
- 25 minuten naar een passende foto voor de voorpagina van het verslag van het
profielwerkstuk.
- 5 min gewerkt aan logboek
Pei Sin:
- 60 min artikel gelezen en aantekeningen gemaakt.
1/12/2015
Pei Sin, Rania:
- 5 min overlegd met begeleider Reenen over de deadline van het profielwerkstuk
- 10 min verlof geregeld voor het bezoek aan de VU op 2 december
28

Rania:
- 120 min artikelen gelezen en de gemaakte aantekeningen in een document gezet
Pei Sin:
- 420 min artikel gelezen en aantekeningen gemaakt
- 25 min informatie gezocht over twee vormen van concentratieproblemen:
concentratiebelemmering en concentratiestoornis.
- 20 min gezocht naar een mogelijke test voor het experiment.
- 10 min de fietsroute opgezocht naar de VU.

2/12/2015
Pei Sin, Jan-Willem, Rania:
- 30 min gefietst naar de VU
- 480 min samen met Simon het studie-design uitgewerkt, Biofeedback 2000 x-pert
uitgeprobeerd
Pei Sin:
- 120 min gewerkt aan het tussenrapport
Jan-Willem:
- 30 min gewerkt aan tussenrapport

3/12/2015
Jan-Willem, Pei Sin, Rania:
- 40 min geluisterd naar een speech van meneer Gast de profielwerkstuk
presentaties
-100 min gewerkt aan werkplan, pws en presentatie
-100 min tussenrapport gelezen.
Pei Sin:
- 155 min gewerkt aan het werk plan.
- 200 min gewerkt aan het profielwerkstuk
- 10 min gewerkt aan de presentatie
- 20 min een nieuw bericht op onze site geplaatst bij Projectvoortgang en het
Laatste nieuws bewerkt.
Rania:
- 120 min samenvatting gemaakt van mijn aantekeningen en als antwoord op de
deelvragen in het profiel werkstuk gezet
- 150 min het tussenrapport doorgelezen, opmerkingen geplaatst en waar nodig
verbeterd

29

4/12/2015
JanWillem:
300mineigentekstverbeterdenbronnen+footnotegemaaktingeheelhetpws
10minafbeeldinggezocht

Peisin:
165minhettussenrapportdoorgelezenenwaarnodigverbeterd.Verderooknogeen
nieuweafbeeldingopdevoorpaginageplaatst.

Rania:
135mintussenrapportopnieuwdoorgelezenenwaarnodigverbeterd

5/12/2015
Rania:
60mineennieuwesitegemaaktvoormijnportfolioeneenstartgemaaktmethetbouwen
ervan

JanWillemenRania:
120mingeurhalenbijspeciaalwinkel

7/12/2015
Rania:
270minverdergewerktaanmijnportfolio
100mingewerktaanportfolio

8/12/2015
PeiSin:
20minverbeteringvanhettussenrapport

JanWillem:
120mingewerktaanpresentatieenoefenen

Rania:
180minaanportfoliogewerkt

9/12/2015
PeiSinenRania:
10minfeedbackvanhettussenrapportmetmevrouwvanReenenbesproken.
35minhettussenrapportverbeterd.
30

40minhetprofielwerkstukpresentatiebewerkt.
30mincontactgelegdmetdeproefpersonen,laatstebevestigingvoordeelname
onderzoek.
70mineendocumentmetverdereinstructieeninformatievoordeproefpersonengemaakt
voorhetexperiment.
120min.presentatievoorbereid.

JanWillem:
120minpresentatieoefenenenopvoerenvoormevrouwWondergem(duurdeextralang,
wonwaslaat)

10/12/2015
JanWillem,Rania,Peisin:
140minpresentatiegeoefend
240minprofielwerkstukpresentaties

31

Plan van Aanpak

Onderzoeksvoorstel EEG en neurofeedback

Pei Sin Che


Rania Kazouti
Jan-Willem Wesselink
6V1 & 6V2
16 oktober 2015

32

INLEIDING
Ik kan me niet focussen op n taak. en Ik kon mij echt niet concentreren
tijdens de les. zijn veel voorkomende uitspraken. Je hoort ze op het werk, op
school en zelfs in het dagelijks leven. We leven in een tijd waarin we te maken
krijgen met allerlei afleidingen: tv, sociale media, het internet etc., maar ook
met een toenemende prestatiedrang. Dit vermindert onze concentratie
namelijk ook.
Zo veel oorzaken van concentratieproblemen leiden tot de vraag: hoe
kan dit probleem verholpen worden? Concentratieproblemen zouden opgelost
kunnen worden door middel van neurofeedback. Neurofeedback is een
methode waarbij proefpersonen een taak uitvoeren waarbij zij in real-life
terugkoppeling krijgen over hun hersenactiviteit, en zo instructies krijgen over
hoe zijn/hun gedrag moeten aanpassen om een positieve invloed uit te
oefenen op hun hersenactiviteit.
Hieruit volgt onze opdracht om een methode te bedenken om de
concentratie te verhogen met behulp van EEG en neurofeedback. Voor dit
project is Simon Houtman, een tweedejaars masterstudent
neurowetenschappen aan de Vrije Universiteit, onze opdrachtgever.

33

INHOUDSOPGAVE
1. Aanleiding en relevantie
1.1: Verlegenheidssituatie
1.2: Praktijkrelevantie
2. Doelstelling in de opdracht
2.1: Opdracht
2.2: Onderzoeksvragen
2.3: Projectresultaat
2.4: Kwaliteit
2.5: Afbakening
2.6: Programma van eisen
3. Theoretische verkenning en literatuur
3.1: Literatuurvragen
3.2: Bronnenlijst
4. Methode en gegevensverzameling
5. Activiteitenplanning
5.1: Organisatie en taakverdeling
5.2: Presentatievorm
5.3: Benodigdheden
5.4: Onderzoekslocatie en gemaakte afspraken
5.5: Gedetailleerde planning
6. Bijlage

35

37

39

43
45

50

34

1. AANLEIDING EN RELEVANTIE
1.1: Verlegenheidssituatie
Eerder in 5 VWO is de Technasium klas naar de VU geweest om daar een dag met
EEG-apparatuur te werken. Hier werd gekeken naar welk effect complimenten en
beledigingen op de hersengolven hebben.
Voor onze meesterproef hebben wij een team samengesteld dat niet alleen
genteresseerd is in Mens & Medisch, maar ook in EEG. Via onze
Technasium-docent, meneer Gast, zijn wij in contact gekomen met Cynthia de
Vries-Lentsch (cordinator Its Academy aan de VU), die een potentile
opdrachtgever heeft gevonden. Bij een tweede bezoek aan de VU zaten wij met onze
opdrachtgever Simon Houtman aan tafel om de mogelijkheden voor de meesterproef
te bespreken.
Na ons gesprek met Simon Houtman hebben wij gezocht naar problemen in
de samenleving die opgelost kunnen worden door het gebruik van EEG. Zo kwamen
wij verscheidene maatschappelijke en individuele problemen tegen, maar wat ons
allen erg aansprak was een probleem dat met neurofeedback op te lossen zou
kunnen zijn. Uiteindelijk zijn we ons gaan focussen op concentratieproblemen.

De opdrachtgever
De opdrachtgever en tevens de expert van dit onderzoek is Simon Houtman. Hij is
een tweedejaars masterstudent neurowetenschappen aan de Vrije Universiteit.
Momenteel is hij bezig met een onderzoek om de resolutie van EEG te verhogen.

Het probleem
Concentratie geeft aan hoe lang en hoe intensief iemand zijn aandacht op iets kan
vestigen. Een goede concentratie is noodzakelijk voor het uitvoeren van allerlei
taken, zoals het maken van een toets of het luisteren naar een verhaal. Helaas
hebben vrij veel mensen last van concentratieproblemen. Ze raken snel afgeleid
omdat ze zich niet lang genoeg kunnen concentreren of ze voeren hun taken niet
goed genoeg uit omdat ze zich niet intensief genoeg kan concentreren. Meestal kan
de oorzaak van het probleem gevonden worden, maar zelfs dan blijft het bereiken
van een goede concentratie moeilijk.
Een tekort aan concentratie kan grote gevolgen hebben voor het individu:
omdat ze zich niet kunnen focussen, is er het risico dat zij onder de maat zullen
presteren. Verder is het voor deze mensen erg moeilijk om iets af te maken waar ze
aan zijn begonnen. Ten slotte kunnen relaties met andere individuen aangetast
worden, omdat het lijkt alsof je niet veel geeft om de ander.

35

1.2: Praktijkrelevantie
De resultaten uit ons onderzoek zullen een bijdrage kunnen leveren aan mensen die
lijden aan concentratieproblemen maar beter willen presteren en die nog geen
methode hebben gevonden om het te verhelpen. Verder kan het ook interessant zijn
voor de mensen wiens beroep te maken heeft met neurofeedback en
concentratieproblemen.

Uitkomsten
Uit ons onderzoek kunnen verschillende uitkomsten komen. In het beste geval
hebben wij een nieuwe methode ontwikkeld voor het verhogen van de concentratie.
Toch zouden wij ook tot de conclusie kunnen komen dat onze methode met geur
geen invloed heeft op de concentratie en het dus niet gebruikt kan worden in de
praktijk.
De resultaten van het onderzoek kunnen voor een nieuwe methode zorgen waarbij
mensen getraind worden om hun concentratie te verhogen. Verder kunnen ze er toe
leiden dat er meer kennis is over de werking van de hersenen en de invloed van
klassieke conditionering hierop, zelfs als de nieuwe methode niet succesvol is.
Onze gewenste uitkomst is dat er uit het onderzoek geconcludeerd kan worden dat
onze methode werkt en dat we daarmee een nieuwe manier voor het verhogen van
de concentratie hebben ontwikkeld en zo mensen beter kunnen laten presteren.

36

2. DOELSTELLING IN DE OPDRACHT
Het doel van de opdracht is een oplossing te vinden voor het concentratieprobleem.
De essentie van dit onderzoek is het beantwoorden van de hoofdvraag om het
einddoel te behalen. Er zijn deelvragen opgesteld die helpen bij het beantwoorden
van de hoofdvraag.

2.1: Opdracht
Bedenk een methode om de concentratie te verhogen met behulp van EEG en
neurofeedback.

2.2: Onderzoeksvragen
Hoofdvraag:
Is het mogelijk de concentratie te benvloeden door middel van klassieke
conditionering met het gebruik van een geur?
Hypothese:
Als er een verband is aan te tonen tussen het gebruik van een geur en de
mogelijkheid om de concentratie te verhogen, dan is het mogelijk om de
concentratie te benvloeden d.m.v. klassieke conditionering met het gebruik van
een geur.
Deelvragen:
- Is er een verband aan te tonen tussen het gebruik van een geur en de
mogelijkheid om concentratie te verhogen?
- Welke geur is geschikt om te gebruiken? (aromatherapie)
- Welke vormen van neurofeedback zijn er en welke vorm is
toepasselijk?
- Welke eigenschappen hebben de proefpersonen nodig?
- Welke bestaande methodes zijn er om de concentratie te verhogen?
- In welke gevallen zijn concentratieverhogingen nodig?
- Hoe vindt het opvangen en waarnemen van geur plaats in de hersenen?
Het centrale doel van dit project is het verband aantonen om de hoofdvraag te
bevestigen, of te verwerpen als er geen verband is aan te tonen tussen het gebruik
van een geur en de mogelijkheid om de concentratie te verhogen.

2.3: Projectresultaat
De opdrachtgever kan een onderzoeksrapport van ons verwachten. Ook zal er in
december een tussenpresentatie gegeven worden (als onderdeel van het

37

profielwerkstuk). Daarvoor wordt een tussenrapport gemaakt inclusief het werkplan


voor het experiment.

2.4: Kwaliteit
Om de kwaliteit van dit project zo hoog mogelijk te houden, worden de begeleiders
en de opdrachtgever/expert regelmatig op de hoogte gehouden.
Logboek
Er wordt een logboek bijgehouden om het werk en tijd, die in dit project worden
gestopt, te controleren.

2.5: Afbakening
De methode moet na een x aantal sessies de concentratie verschillen opwekken
zonder gebruik van neurofeedback maar met de geur. Verder zullen we apparatuur
gebruiken die tot onze beschikking is, onze conclusie zal dan op die meetresultaten
gebaseerd worden. (In de praktijk worden bij EEG-metingen nog geavanceerder
apparatuur gebruikt dan die wij tot onze beschikking hebben.)

2.6: Programma van eisen

De methode moet werken.


De geur moet de prikkel zijn.
De methode moet aantoonbaar de hersengolven benvloeden.
Na de behandeling is er geen neurofeedback nodig voor resultaat.

38

3. THEORETISCHE VERKENNING EN LITERATUUR


3.1: Literatuurvragen
EEG
- Wat is EEG?
EEG is een techniek waarmee de elektrische potentialenverschillen van de
hoofdhuid, afkomstig van de elektrische activiteit in de neuronen
(hersencellen), worden gemeten. De elektrische stroom ontstaat door de
synaptische excitatie van de dendrieten van een groep piramidevormige
neuronen in de hersenschors. EEG is dus een methode om direct de
hersenactiviteit te meten. (hier meer uitleg over in hoofdstuk 6: Bijlage)

In de EEG-signalen gemeten vanaf de hoofdhuid zijn hersengolven aanwezig


met verschillende frequenties:
Deltagolven (0.5 tot 4 Hz) worden gemeten tijdens diepe slaap en zijn goed
voor herstel.
Thetagolven (4 tot 7 Hz) ontstaan gedurende meditatie en diepe ontspanning,
helpen bij creativiteit.
Alphagolven (7 tot 14 Hz) worden gemeten bij ontspanning en helderheid.
Helpen bij het leren.
Btagolven (14 tot 40 Hz) ontstaan gedurende alertheid en waakzaamheid.
Helpen bij focussen.
Gammagolven (40 tot 42 Hz) ontstaan wanneer je zeer waakzaam en gefocust
bent. Helpen bij een top prestatie.

Hoe kan EEG gebruikt worden voor neurofeedback?


Door elektrodes op het hoofd te bevestigen en deze aan te sluiten aan de
computer, kunnen er metingen gedaan worden. De meetresultaten kunnen
gelijktijdig op een scherm worden weergegeven. Afhankelijk van het doel van
de training, kan de hersenactiviteit benvloed worden.

Neurofeedback
- Wat is neurofeedback?
Neurofeedback is een methode waarbij de hersenen door middel van
terugkoppeling (feedback) worden genformeerd over eigen hersenactiviteit.
Met deze feedback kan via operante conditionering de hersenactiviteit
worden benvloed. Het doel van neurofeedback is om de golven te
onderdrukken die met een bepaalde klacht verband houden en de golven te
versterken die de klacht juist minderen.

Wat is het verschil tussen operante en klassieke conditionering?


Operante en klassieke conditionering zijn beide leerprocessen, maar bij
operante conditionering worden de verbanden tussen handelingen en de
39

daarop volgende resultaten (straf of beloning) aangeleerd, terwijl bij klassieke


conditionering de verbanden tussen handelingen en de daaraan
voorafgaande prikkels worden aangeleerd.

Welke vormen van neurofeedback zijn er?


- Powertraining:
hierbij wordt gebruik gemaakt van positieve feedback
-

en vindt plaats door middel van het bewust oproepen van bepaalde
gewenste frequenties.
Coherentietraining:
hierbij worden de hersengolven die een negatief
invloed hebben op de hersenactiviteit van een persoon gemeten en
vergeleken met de normale hersengolven. Zo kunnen door middel
van neurofeedback de afwijkende hersengolven worden behandeld.
Zengar:
hierbij wordt de feedback gegeven door middel van het
onderbreken met beeld en geluid. Het doel van deze vorm is het laten
afnemen van de frequentieveranderingen om zo een stabieler
frequentiespectrum te krijgen.

Concentratie
- Wat is concentratie? (Waarvoor dient het?):
Concentratie is hoe gefocust je bent op een bepaalde cognitieve taak. Een
hoge concentratie is gerelateerd aan een hogere prestatie.

Welke hersengolven zijn betrokken bij concentratie?


In het EEG-signaal bevinden zich hersengolven met verschillende
frequenties. Deze frequenties kunnen uit het signaal worden gefilterd door
een computer.
Alle hersengolven hebben invloed op de concentratie maar het is
voornamelijk zo dat hoe hoger de frequentie van de hersengolf is hoe hoger je
concentratie is. Hierdoor bevorderen btagolven en gammagolven de
concentratie, terwijl alpha-, theta- en deltagolven de concentratie
verminderen.

Geur
- Wat is geur?
Geur is een prikkel die je ontvangt via je neus. Je neemt geur waar omdat de
moleculen van de stof in je neus aan receptoren bindt. Deze receptoren
sturen weer impulsen naar je hersenen die daar vervolgens worden verwerkt.

Hoe lang duurt het voordat een mens went aan een geur?
Dit hangt volledig af van de desbetreffende geur, bijvoorbeeld aan een minder
sterke frisse geur wen je sneller dan een sterke vieze geur

Hoe vindt het opvangen en waarnemen van geur plaats in de hersenen?


40

Nadat de moleculen van de stof aan de receptoren op de neustrilhaartjes


(cilia) zijn gebonden, sturen ze impulsen naar de bulbus olfactorius
(hersengebied vlak boven je neus). Verschillende combinaties van moleculen
activeren verschillende gedeelten van het hersengebied, waardoor er
onderscheid gemaakt kan worden tussen verschillende geuren.

3.2: Bronnenlijst
Bron 1
http://www.addkenmerken.net/hersengolven/
Deltagolven (0.5 tot 4 Hz) voorkomend bij diepe slaap en is goed voor herstel.
Thetagolven (4 tot 7 Hz) voorkomend bij meditatie en diepe ontspanning,
helpt bij creativiteit.
Alphagolven (7 tot 14 Hz) voorkomend bij ontspanning en helderheid. Helpt
bij het leren.
Btagolven (14 tot 40 Hz) voorkomend bij alertheid en waakzaamheid. Helpt
bij focussen.
Gammagolven (40 tot 42 Hz) voorkomend als je zeer waakzaam bent en
gefocust. Helpt bij een top prestatie.
Bron 2
http://www.brainwavelove.com/which-brainwave-is-best-for-studying/
In deze bron wordt er een directe link gesteld tussen de hersengolven, leren en
presteren.
In de bron komen ze tot de conclusie dat alpha en theta beter zijn als je wil leren en
onthouden, maar dat gamma golven wel je IQ boosten dus dat dat ook goed werkt.
Bron 3
http://www.doctorhugo.org/brainwaves/brainwaves.html
Deze bron bevestigt de informatie uit bron 1.
Deze bron herhaalt de informatie die in bron 1 is gegeven, maar deze bron is van een
andere maker (ook een andere taal) en dit maakt de informatie die de 2 bronnen
geven betrouwbaarder.
Bron 4
http://mentalhealthdaily.com/2014/04/15/5-types-of-brain-waves-frequencies-gam
ma-beta-alpha-theta-delta/
Deze bron is handig omdat de bron dieper ingaat op de hersengolven en alle voor en
nadelen van die hersengolven.
De bron geeft van Gamma, beta, alpha, theta en deltagolven wat de frequentie is,
verder ook waarvan je teveel en te weinig krijgt met deze hersengolven, waar deze
hersengolven ideaal voor zijn en hoe men deze hersengolven kan krijgen.

Bron 5.

41

http://www.biometrischcentrum.nl/index.php?option=com_content&view=category
&layout=blog&id=41&Itemid=129
Bron 6.
https://nl.wikipedia.org/wiki/Neurofeedback
Bron 7.
http://www.ou.nl/Docs/Voorproefjes/PSY/index.asp?p=leereenheid1
Bron 8.
http://www.neurofeedback.nl/vormen/
Bron 9.
http://www.hoewerkenhersenen.nl/antwoord/hoe-werkt-geur-in-de-hersenen
Bron 10.
http://i.livescience.com/images/i/000/052/022/i02/brain-circulation-110818-02.jpg?1
321918229
Bron 11.
Teplan, M. (2002). Fundamentals of EEG measurement.
Measurement
science review
,
2
(2), 1-11.
Bron 12. da Silva, F. L. (2013). EEG and MEG: relevance to neuroscience.
Neuron
,
80
(5),
1112-1128.
Bron 13. Baillet, S., Mosher, J. C., & Leahy, R. M. (2001). Electromagnetic brain
mapping.
Signal Processing Magazine, IEEE
,
1 8
(6), 14-30.
Bron 14.
http://www.everydayhealth.com/hs/major-depression/depression-memory-loss-an
d-concentration/

42

4. METHODE EN GEGEVENSVERZAMELING
Soort onderzoek

Wat wordt er onderzocht?

Hoe wordt dit onderzocht?

Door

Experimenteel

Is er een verband aan te


tonen tussen het gebruik
van een geur en de
mogelijkheid om
concentratie te verhogen?

Er zal een onderzoek gedaan


worden naar twee groepen
waarbij de ene groep wordt
getraind met behulp van
neurofeedback en een geur, en
de andere groep alleen met
neurofeedback.

Pei Sin,
Rania en
Jan-Willem

Literatuur /
experimenteel

Welke geur is geschikt om


te gebruiken?

Er zal naar
(wetenschappelijke) artikelen
op het internet worden gezocht
over geuren die gebruikt
kunnen worden en daarna
zullen deze ook uitgetest
worden om de definitieve geur
te bepalen.

Jan-Willem

Literatuur /
expert

Welke vormen van


neurofeedback zijn er en
welke vorm is
toepasselijk?

Er zal naar
(wetenschappelijke) artikelen
op het internet worden gezocht
over de vormen van
neurofeedback en voor verdere
informatie zal er een expert
bijgehaald worden.

Rania

Literatuur /
expert

Welke eigenschappen
hebben de proefpersonen
nodig?

Er zal naar
(wetenschappelijke) artikelen
op het internet worden gezocht
over de eigenschappen van
proefpersonen en voor verdere
informatie zal er een expert
bijgehaald worden.

Pei Sin

Literatuur

Welke bestaande
methodes zijn er om de
concentratie te verhogen?

Er zal naar
(wetenschappelijke) artikelen
op het internet worden gezocht
over bestaande methodes om
de concentratie te verhogen.

Pei Sin

Literatuur

In welke gevallen zijn


concentratieverhogingen
nodig?

Er zal naar
(wetenschappelijke) artikelen
op het internet worden gezocht
over concentratie- problemen
en waar deze voorkomen.

Rania

43

Literatuur

Hoe vindt het opvangen en


waarnemen van geur
plaats in de hersenen?

Er zal naar
(wetenschappelijke) artikelen
op het internet worden gezocht
over wat er gebeurt in de
hersenen na het waarnemen
van een geur.

Jan-Willem

44

5. ACTIVITEITENPLANNING
5.1: Organisatie en taakverdeling
Organisatie
Tijdens het project zal er, door de leerlingen zelf, bepaald worden wie de
leidinggevende rol heeft in dit project. In overleg zijn de rollen verdeeld:
Teamleider - Pei Sin
Aanspreekpunt opdrachtgever - Pei Sin
Controleur planning en werk - Rania
Moodmaker (motivatie in het team brengen) - Jan-Willem
Ook wordt onze opdrachtgever, meneer Houtman, elke week door de toegewezen
groepslid op de hoogte gehouden.
Taakverdeling
Literatuurstudie:
Elk teamlid - In hoofdstuk 4 Methode en gegevensverzameling staat naast het
onderzoek wie er verantwoordelijk is voor het beantwoorden van die deelvragen.
Experiment:
Het hele groepje zal eerst een aantal vragen moeten beantwoorden om het
experiment voor te bereiden.

5.2: Presentatievorm
Het eindresultaat wordt in maart 2016 gepresenteerd door middel van een
Powerpoint of Google Slides. (De exacte datum is nog niet bekend, maar de
opdrachtgever zal uitgenodigd worden als de exacte datum bekend is.)
Verder is er een tussenpresentatie op 10 december 2015.
De opdrachtgever kan een onderzoeksrapport met de resultaten van het onderzoek
verwachten.

5.3: Benodigdheden

Database om de beschikking hebben over wetenschappelijke artikelen


Computers
EEG systeem
Een extract (wordt nog bepaald)
Proefpersonen

45

5.4: Onderzoekslocatie en gemaakte afspraken


Op de Vrije Universiteit is EEG apparatuur beschikbaar, er zullen afspraken gemaakt
worden voor toekomstige bezoeken via Cynthia de Vries en Simon Houtman.

5.5: Planning
De planning is in een GANTT-planning verwerkt.
De weken die leeg staan, staan in verband met vakanties, proefwerkweken en
PAL-weken waar nog niet bekend is hoeveel werk er kan verricht worden.

46

47

Taken in de planning
Fase 1: Vooronderzoek
Orinteren in het onderwerp (EEG en neurofeedback)
Opdrachtgever bezoeken
Contact begeleiders & opdrachtgever
Plannen
Onderzoeksvoorstel/ PvA opstellen
Onderzoeksvoorstel presentatie
Fase 2: Gegevens verzamelen, uitvoering en documentatie.
Neurofeedback centrum bezoeken
Contact over bezoek
Advies vragen
Contact begeleiders & opdrachtgever
Onderzoek bestaande methodes concentratieverhoging
Onderzoek in welke gevallen concentratieverhoging nodig is.
Onderzoek diepgang waarneming geur in de hersenen.
Onderzoek welk invloed geur heeft op de hersengolven

Contact begeleiders & opdrachtgever


Vooronderzoek opzet experiment
Onderzoek welke geur geschikt is
Onderzoek welke vorm van neurofeedback toepasselijk is
Onderzoek wat voor proefpersonen gebruikt worden
Onderzoek het apparatuur bestuderen en leren hoe het precies werkt.
Aantal mogelijke sessies overleggen met Cynthia en Simon.

Contact begeleiders & opdrachtgever


Deliverables voor opzet experiment
Proefpersonen zijn geregeld en er zijn afspraken gemaakt
Extract bepaald en tot onze beschikking
Vorm van neurofeedback bepaald en tot onze beschikking
De apparatuur beheersen
Aantal sessies is bepaald
Werkplan experiment opstellen
Tijdstip blootstelling geur is bepaald
Tijdsduur van de sessies is bepaald
Nulmeting bepaling is vastgesteld

48

Goedkeuring werkplan: contact begeleiders & opdrachtgever en eventueel


verbeteren.
Experiment uitvoeren
Nulmeting: zonder neurofeedback training en zonder blootstelling aan geur.
Meting met blootstelling aan geur.
Trainingssessie: neurofeedback training met blootstelling aan geur
Test: Bij elk proefpersoon wordt er twee keer een test afgenomen waarbij ze
de ene keer niet blootgesteld worden aan geur en de andere keer wel.
Contact begeleiders & opdrachtgever

Fase 3: Documentatie
Werken aan onderzoeksrapport
Tussentijdse contact met begeleiders & opdrachtgever
Fase 4: Afronding
Onderzoeksrapport afronden
Eindpresentatie voorbereiden

49

6. BIJLAGE
Verder uitleg over: Hoe ontstaan potentiaalverschillen in de hersenen?
Welke spanningen meet het EEG?
De hersenen bestaan voor een groot deel uit zenuwcellen, verbindingen tussen
zenuwcellen en uit gliacellen (cellen die zorgen voor structuur, voeding, isolatie en
afvalwerking van de zenuwcellen). Myeline is een isolerend laagje om de
verbindingen tussen de hersencellen, maar bevindt zich niet om de hersencellen
zelf (fig. 2). De zenuwcellen communiceren met elkaar door middel van impulsen.
Dit zijn eigenlijk kleine elektrische stroompjes die lopen van de ene zenuwcel naar
de andere.
De spanningsverschillen die gemeten worden door de elektroden (zie figuur 3)
tijdens een EEG zijn signalen die afgegeven worden door de piramidale
zenuwcellen. Piramidale zenuwcellen komen veel voor in de motorische schors.
Deze motorische zenuwcellen komen veel voor in de hersencortex, de buitenste laag
van de grote hersenen (zie figuur 2 en 5). Hun axonen liggen in de piramidebaan (de
axonen geven signalen weer door naar de spieren). Zenuwcellen geven signalen
door, door middel van actiepotentialen. Elk stukje membraan wordt gedepolariseerd
en geeft zo het signaal door. Bij de opening tussen twee zenuwcellen wordt het
signaal chemisch doorgegeven door middel van neurotransmitters. Deze stofjes
worden uitgescheiden door synapsen en opgevangen door het celmembraan van de
volgende zenuwcel, waardoor dit membraan ook weer wordt gedepolariseerd en het
signaal zich verder kan verplaatsen. Zie figuur 4.

Figuur 2.

Figuur 3.

Figuur 4.

Figuur 5.

50

51

You might also like