Download as doc, pdf, or txt
Download as doc, pdf, or txt
You are on page 1of 4

Samenvatting Steven Degrieck Werk maken van vrije tijd.

Autisme en vrije tijd


Door Karen den Dekker www.inkaatjeskeuken.nl

Inleiding en hoofdstuk 1
Benodigd voor een fijne vrije tijd voor kinderen met autisme: voor de autist: het aanleren
van vaardigheden; het verduidelijken van keuzes en activiteiten; het visualiseren van sociale
regels; bij ouders: een inspanning leveren om het eigen waardensysteem en denkkader wat
aan te passen.
Vrije tijd dient ertoe om ons te ontspannen.
Er zijn schalen hoe kinderen zich ontwikkelen in hun spel. De belangrijkste fasen zijn:
exploreren en manipuleren op een zintuigelijke manier, combineren van voorwerpen,
functioneel spel, verbeeldend spel, het sociale of symbolische spel (vanaf 4 jaar). Bij
kinderen met autisme zie je afwijkingen in alle fasen. Soms hebben ze meer of minder
fantasie dan kinderen zonder autisme.

Aanleren van nieuwe vrijetijdsvaardigheden:


Het ontbreken van natuurlijke nieuwsgierigheid vervang je door het stap voor stap begeleid
en gevisualiseerd aanbrengen van nieuw materiaal. Dan ontstaan interesse en motivatie vaak
vanzelf. Een handelingsplan omvat het aanbieden van nieuwe activiteiten EN het bedenken
wat we iemand zouden willen aanleren.
Doe een onderzoekje om te weten waar het leerproces moet beginnen, bijvoorbeeld een
informeel onderzoek, bijvoorbeeld observeren. Stel de vragen: welke moeilijkheden levert
het typisch autistisch denken de persoon op in deze situatie? Hoe ziet hij het? Welke
betekenis ontleent hij eraan?
Observatielijst voor participatie op het schoolplein, zie pagina’s 28 en 29.
Onderzoek met items: maak zelf je eigen onderzoek met items. Via de items kun je heel
breed of heel specifiek naar één bepaalde vaardigheid kijken. Gebruik hierbij: denken – in –
kleine – stapjes.
Breedte-onderzoek: heeft iemand belangstelling voor lego, knexx, meccano, kralen,
kleurplaten, speelgoedautootjes, vier-op-een–rij, puzzels.
Diepteonderzoek: wat kan iemand met lego en op welk punt bij lego zijn zijn mogelijkheden
in ontwikkeling? De itemslijst over lego bestaat maar liefst 50 punten (appendix).
Elk onderzoek is een combinatie van een onderzoek in de lengte en in de breedte. Zie
pagina’s 32-34 voor wijze van afnemen van onderzoek.
Stel vast welk niveau van hulp iemand nodig heeft: verbale ondersteuning; ondersteuning
met gebaren; een tweede demonstratie geven; licht fysieke ondersteuning geven (een
“prompt”). Indien volledige fysieke hulp vereist is, dan is de poging mislukt.
Het leerdoel:
Het kind moet geïnteresseerd zijn; het doel van het proces is de vergroten van de
zelfstandigheid; weinig overlast voor omgeving; functioneel (mate van vereiste
tijdsinvestering door anderen); aanvaardbaar?; aangepast aan de leeftijd?
Lange termijndoel:
Uitwerken naar meerdere/veel korte termijndoelen:
Visualiseer de verwachtingen binnen een activiteit extra.
Speltraining doe je aan de inleertafel, niet aan de speeltafel.

Georganiseerde vrije tijd: pagina’s 45-66


Vrije tijd invullen houdt in: kunnen inbeelden welke opties er zijn? En dan een keuze maken
Dan moet je je organiseren. En weten of er voldoende tijd is. Vrije tijd kan enorm moeilijk
zijn voor iemand met autisme. Maar het moet wel ontspannend zijn. Daarom maken we voor
hen: georganiseerde vrije tijd, vrije tijd waarbij het voor hen geen moeite kost om zich te
ontspannen.
Let op: kleine momenten van stress kunnen plotsklaps tot een uitbarsting komen, let dus op
de kleine tekens van stress en spanning.
Bij computeren is het slim om vooraf als ouder te bepalen hoe lang het kind mag
computeren.
Kiezen geeft soms zovel stress, dat wij beter voor hen kunnen kiezen wat hij doet in zijn
vrije tijd. Communiceer hierover op het juiste niveau met je kind (door voorwerpen klaar te
leggen: plaatjes, foto’s of tekst). De kunst is om van “open activiteiten” gesloten
activiteiten” te maken. De georganiseerde vrije tijd is pas duidelijk als alle activiteiten een
duidelijk doel en einde hebben. Spreek bijvoorbeeld af hoe vaak een spelletje op de
computer gespeeld mag worden.

Leer kinderen met een normale begaafdheid om ZELF hun vrije tijd te organiseren.
Schema’s om in te vullen zie pagina’s 58-60.

Hoeveel niet georganiseerde vrije tijd kan je kind aan, zonder gestresst te worden?

Niet-georganiseerde vrije tijd: pagina’s 69-84


Kondig de niet-georganiseerde vrije tijd duidelijk aan. ZO kunnen ze beter inschatten dat
er een moment van ontspanning aanbreekt. Vaak is niet georganiseerde vrije tijd een soort
overgangsmoment naar georganiseerde tijd. Kies ook voor de niet georganiseerde vrije tijd
een vaste plek. Er worden geen opgelegde, gesloten activiteiten aangeboden maar er wordt
alleen materiaal ter beschikking gesteld.
Vaak geeft de begeleider aan wanneer het tijd is om te stoppen, of een overgangskaart die
naar het dagschema verwijst, of een voorwerp dat naar de volgende activiteit verwijst.
Let goed op hoeveel tijd de persoon kan verblijven in de niet-georganiseerde vrije tijd
zonder problemen. Haal hem uit de vrije tijd voordat die maximale tijd om is, anders is de
overgang naar de volgende activiteit moeilijk.
Kiezen: pagina’s 87-100
Kiezen is moeilijk. Vergemakkelijk het kiezen door de manier waarop je het aanbod
communiceert, het aantal opties en de relatieve waarde daarvan. Wordt de keuze
aangeboden op voorwerpniveau, op afbeeldingsniveau of op geschreven niveau? Maak het je
kind gemakkelijk. Keuzes op afbeeldings- of geschreven niveau kun je rechtstreeks
opnemen in het dagschema. Visualiseer een keuzeactiviteit anders dan een verplichte
activiteit, bijvoorbeeld 2 kaartjes naast elkaar. Dan ziet de persoon al van te voren dat er
een keuzemoment aankomt, dat is een voordeel.
Je kunt laten kiezen uit twee heel leuke dingen of uit een leuk en een minder leuk ding. In
het tweede geval leert het kind op een aangename manier: kiezen is ook verliezen.

Bied de keuzes op zo’n manier aan dat het kind het begrijpt. Maak er in het begin tijd en
ruimte voor vrij. Tijd om het proces van kiezen te begeleiden en ruimte omdat het het
beste op een vaste plek moet plaatsvinden.

Sociale aspect van de vrije tijd; samen spelen: pagina’s 101-116


Zich sociaal gedragen is voor mensen met autisme meer een opgave dan ontspanning. We
beperken ons in dit hoofdstuk tot de beurtrol, omgaan met winnen en verliezen en
dergelijke.

In spelsituaties zijn er 7 niveaus van sociale vaardigheden:


- alleen bezig zijn
- de nabijheid van anderen verdragen
- parallelle activiteiten
- het delen van materiaal
- zich aan de beurtrol houden
- zich aan eenvoudige regels houden
- wederkerigheid

Bij wederkeurigheid gaat het om het plezier vinden in het samen iets doen en het rekening
houden met de ander. Het kan al moeilijk zijn om alleen op gepaste wijze de tijd door te
brengen. Bij het aanleren van sociale vaardigheden is het stap-voor-stap principe erg
belangrijk. Pas eventueel regels van spelletjes aan. Pas vereenvoudigen en visualiseren toe.

Er bestaat ook vrije tijd in het onderwijs.


Visualiseren en verduidelijken is belangrijk bij een verjaardagsfeestje.
Voorbeelden van het aanpassen van motorische activiteiten voor personen
met autisme: 117-128
Maak een soort activiteitenschema van een turnles. Maak duidelijk hoe lang een oefening
duurt.

Lijst met items voor informeel onderzoek: pagina’s 135-140


Voorbeelden van wat allemaal mogelijk is met Duplo en met andere materialen.

You might also like