Professional Documents
Culture Documents
Arresten Documenten
Arresten Documenten
I. De Staat
Definitie
Een internationaal rechtspersoon is een entiteit die zelfstandig rechten kan
afdwingen en internationaal aan de plichten gehouden kan worden die het
volkenrecht oplegt. In het klassieke recht betekent dit dat alleen staten een
internationale rechtspersoonlijkheid hebben. In de praktijk is dit achterhaald,
aangezien ngos en bedrijven ook de landsgrenzen overschrijden.
1. Document 1: Verdrag van Montevideo. Oudste verdrag in de cursus.
Onderhandeld in Uruguay en door weinige staten geratificeerd, maar toch ruim
aanvaard als de definiring van een staat (dus evolutie vd bepalingen naar
gewoonterecht).
Vier belangrijke principes waaraan een staat moet voldoen, losjes opgevat:
Permanente bevolking is verbonden door nationaliteit. Individuen zonder
nationaliteit (staatlozen) vallen moeilijk binnen deze definitie. Het Verdrag
van vluchtelingen en staatlozen tracht deze lacune op te vullen,
internationale bescherming van deze groep door de VN in plaats van
bescherming door de staat door nationaliteit (tijdelijk vangnet). Deze
bevoegdheid tot bescherming is wel gedecentraliseerd naar het nationale
niveau.
Vast territorium wordt bezien als de kern vh land dat niet gecontesteerd
wordt, hart vd natie. Anders zou een staat met separatistische tendensen of
grensconflicten voortdurend geen staat meer zijn. Een staat moet ook niet
aaneengesloten zijn (eilandengroepen). Grenzen zijn echter een menselijk
product en niet natuurlijk, nomadische volkeren hebben hier geen
boodschap aan maar vallen dus ook moeilijk binnen de definitie van staat.
Ook over de regering doet het Volkenrecht niet moeilijk, moet een
spreekbuis zijn van het nationale niveau op internationaal vlak. Een
betrouwbaar orgaan dat de orde kan handhaven en beloften kan nakomen.
Geen eisen van democratie, verzorgingsstaat, aangezien deze
kwalitatieve eisen minder staten opleveren en dus minder opties tot het
oplossen van conflicten. Volkerenrechtelijke principe dat er beter een slechte
staat aanwezig is, dan het vacum door de afwezigheid van een staat.
De
vierde
clausule
is
de
moeilijkste,
aangezien
deze
de
erkenning/aanvaarding van andere staten inhoudt. dit criterium wordt
daarom vaak achterwege gelaten, aangezien er een chaos zou ontstaan als
delen van de wereld niet onder een staat zouden vallen.
Toepassing van Montevideo: Congo bezien als een staat, ook al heeft de
regering niet de controle over de hele regio (krijgsheren ih oosten, conflict Kivustreek). Wel controle over de kern. Mogelijk een Fragile Staten of Failstate te
noemen, maar dit zijn geen juridische begrippen omdat dat de gelijkheid van
staten ih gedrang kan brengen (waardeoordeel).
Palestina: Gaza en Westbank als afgescheiden regios, wat geen argument
tegen is, maar wel met elk een eigen regering (Hamas & PLO). Ook de
soevereiniteit is betwijfelbaar.
1
Erkenning van staten is een politieke beslissing, geen juridische ook al worden er
wel juridische voorwaarden gesteld. Met het erkennen van staten wordt ook de
mogelijkheid voor het sluiten van bilaterale verdragen gecreerd.
Een staat erkennen impliceert niet de regering erkennen. Bij een
ongrondwettelijke opvolging zoals een militaire coup, kan een staat de nieuwe
regering als illegitiem verklaren.
Bij de creatie van nieuwe staten wordt ook vaak gediscuteerd over
statenopvolging met overnemen van bestaande verplichtingen (zoals Rusland
vd USSR), verdragen vervallen immers niet vanzelf. Staten bij de dekolonisatie
ook als nieuw bezien, starten met een nieuwe lei.
Zelfbeschikkingsrecht
Opgenomen in Art. 1 vh VN-Handvest, ontwikkeld tot een recht dat opgenomen
wordt door de mensenrechtenorganisaties vd VN. Idee dat het volk via de regering
zelf beslist hoe het land draait en zich ontwikkelt zonder dat er externe
bemoeienissen komen.
Discussie over de notie van volk, zeker sinds de dekolonisering. Gekoloniseerde
volkeren beriepen zich op het zelfbeschikkingsprincipe om te eisen dat ze hun
eigen weg mochten gaan. Tegen 1960 begon de VN deze visie te delen (impact
van VN-lidmaatschap van oud-kolonies). Deze interpretatie was niet gelijk ah
principe zoals het ih Handvest stond.
Id jaren 1980 beginnen staten zich af te scheiden, en wordt de notie volk als
antropologisch bezien. Hierdoor wordt er in staten door verschillende
bevolkingsgroepen de eis voor zelfbeschikking geuit, tegen de wil van de
staat in (vooral in Afrika).
Recht geldig voor groepen met bepaalde antropologische karakteristieken,
of in bepaalde politieke omstandigheden? Vrees binnen de VN dat het de
eigen missie voor vrede zou schaden door een te progressieve lezing.
Daarnaast bestaat de VN uit staten, die tegen hun eigen belangen zouden
ingaan, aangezien de meeste staten nu multicultureel zijn. rechten van
minderheden worden goed bewaakt, zodat ze geen zelfbeschikking kunnen
eisen.
Resolutie vd Belgische Kamer over de erkenning van Palestina, gestaafd op het
onvervreemdbare recht op zelfbeschikking en de erkenning vh recht op een
autonome staat door de VN. Ook door het VN-verbod op het uitbreiden vh
staatsterritorium door oorlog. Wel BE dat zich zowel als vriend van Palestina als
Isral wilt uiten, daarom enkele voorwaarden die ook de VS en Isral eisen:
constructieve rol van en onderhandeld met Isral, en ontstaan van
overheidsgezag over de gehele regio (versnippering PLO en Hamas).
4. Document 23: Rechten van minderheden en inheemse volkeren
Inheemse volkeren hebben van alle minderheden hun rechten
kunnen uitbreiden, ook al wordt er niet gedefinieerd wat inheemse
minderheden juist zijn.
Wel een studie die zegt dat het de oorspronkelijke bevolking
gebied, die onder een dominant regime vallen van een niet
3
het verste
volkeren of
is van een
autochtone
Bv. Quebec mocht zich niet afscheiden van Canada omdat geoordeeld werd dat
de bevolkingsgroep niet onderdrukt werd en ook genoeg toegang had tot het
beleid.
Aland eilanden, Finse staat maar grote Zweedse gemeenschap. Deze wensten
aansluiting bij Zweden uit vrees dat Finland in de invloedssfeer vd USSR zou
vallen. Niet aanvaard door de Volkerenbond omdat de voorwaarden niet
geschonden waren.
Rechtsmacht
5
Immuniteit en Staatsaansprakelijkheid
10. Arrest 24: Immuniteit van staten
Immuniteit vloeit voort uit de principile soevereiniteit vd staat, kan dus niet
gedaagd worden voor de rechter van een ander land. Wel voor een
internationale rechter (mits erkenning).
59 nuanceert dit, immuniteit geldt wel voor acta imperii of handelingen id
uitvoering van staatsbeleid, en niet voor acta gestiones waarbij de staat
handelt als een particulier.
Immuniteit van overheidsfunctionarissen stamt uit het gewoonterecht en
staat daardoor ter discussie. Immuniteit van diplomaten wordt geregeld ih
verdrag v Wenen.
Arrest over een kwestie tussen Duitsland en Itali tijdens wereldoorlog II.
Italiaans persoon (Luigi Felini) die bij een Italiaans rechter een schadeclaim
indiende doordat hij nooit vergoed was voor zijn deportatie naar en
7
Verdrag van Wenen (uitwijzing of sluiten vd ambassade) en het feit dat Iran
deze niet genomen heeft. Andere maatregelen mogen niet.
VS had al geprobeerd manu militare de gijzelaars te bevrijden (in juridische
termen is dit als zelfhulp te bezien). Dit mislukt echter en koste aan Jimmy
Carter zijn herverkiezing. Als Iran verschenen was had het dit kunnen
verwijten ad VS (93-94).
Conclusies: duidelijke schending toerekenbaar aan Iran, de gijzeling moet
geindigd worden en garanties verstrekt voor het veilig terugkeren naar huis.
Ook toekenning van reparaties. Iran moet dit juridisch uitvoeren, maar politiek
wordt het niet aanvaard. Door de verbreking vd diplomatieke banden wordt de
uitvoering ook bemoeilijkt. Algerije als tussenpersoon.
Akkoord in januari 1981 door het uitbreken vd Golfoorlog tussen Irak-Iran
en het sterven vd Sjah aan kanker id VS. Uitgevoerd als een Algerijns
unilateraal akkoord met vrijlating vd gijzelaars. VS laat de schadeclaims
vallen en er wordt een VS-Iraans arbitragehof opgericht in Iran dat zich buigt
over schadeclaims van Amerikanen in Iran en vice versa (tegoeden en
rekeningen van Iraanse burgers/staat id VS bevroren)
11
Rechtspersoonlijkheid
14.Arrest 1: rechtstatuut vd VN
Advies vh Internationaal Gerechtshof. In het Handvest vd VN staat opgetekend
wie allemaal zon adviesprocedure kan opstarten. Beslissing genomen door het
Hof direct na de oprichting vd VN, en handelt over de vraag of de VN
schadevergoeding kan eisen aan een lidstaat.
Bemiddelaar vd VN (Bernadotte) vermoord in Isral. De VN vond dat Isral te
weinig had gedaan om dit te voorkomen en stelt haar aansprakelijk. Over
een dergelijke maatregel was echter niets opgenomen in het
Handvest/Stichtingsverdrag.
Hof oordeelt dat de VN meer is dan een vergaderingsfaciliteit en een positie op
afstand vd lidstaten inneemt. De organen voeren hun taak autonoom uit zonder
hulp van buitenaf. Aan zon organisaties wordt rechtsmacht verleend, maar
beperkt aan de taken die door de lidstaten opgedragen zijn. Deze taken vallen
af te leiden uit het stichtingsverdrag en de praktijk vd organisatie (moeilijk
doordat de VN nog maar net bestond en er niets ih Handvest stond).
Theorie vd impliciete bevoegdheden bedacht door het Hof, bevoegdheden
afleiden uit het Verdrag die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van expliciet
opgelegde bevoegdheden.
Personeelsleden worden naar conflictgebieden gezonden om vrede te
bewerkstelligen, indien hun veiligheid niet gegarandeerd wordt, gaan
niemand deze taak nog op willen nemen. Om haar taken uit te voeren moet
de VN dus over juridische middelen beschikken.
15.Arrest 6: Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) over kernwapens
Adviesprocedure voor het Internationaal Gerechtshof met de vraag of het
gebruik van kernwapens niet strijdig is met het internationale recht en het
Handvest vd VN.
Drie voorwaarden voor gespecialiseerde VN-organisaties om een
adviesprocedure op te starten, namelijk toestemming vd VN-AV, het moet
een juridische vraag zijn (discussie in dit geval, sommige lidstaten menen
dat deze vraag politiek is, maar Hof vindt ze juridisch geformuleerd genoeg)
en binnen de bevoegdheid van de organisatie.
Het mandaat vd WHO is gericht op besmettelijke ziektes bestrijden over de
grenzen heen. Moeilijk te rijmen met kernwapens, al argumenteert het WHO
de vraag als een preventie t.o.v. schadelijke elementen voor de gezondheid.
Het Gerechtshof volgt dit niet, specialiteitsbeginsel vd VN waarbij nucleaire
zaken binnen de bevoegdheid vd UNSC vallen of gespecialiseerde
commissies binnen de VN-AV.
Daarnaast wordt de vraag gesteld of het gebruik strijdig is met het recht. De
effecten van een atoombom zullen echter hetzelfde blijven, of het nu
geoorloofd is of niet.
12
Plichten
Een internationale organisatie kan in principe niet gedaagd worden voor nationale
rechters, immuniteit opgenomen aan het einde van oprichtingsverdragen. Een
organisatie kan deze immuniteit wel voor zichzelf of voor personeelsleden
opheffen. Voor internationale rechters geldt er geen immuniteit, maar er moet wel
een rechter gevonden die bevoegd is.
Zo zijn zowel het Internationaal Strafhof als het Internationaal Gerechtshof
enkel bevoegd voor staten. Het Arbitragehof is wel bevoegd, maar enkel met
toestemming van beide partijen.
Opgevangen door de verplichting voor organisaties om rekenschap af te
leggen, accountability. Hierin schuilt de verplichting om gedrag te
rechtvaardigen.
Dit is niet juridisch en dus meer flexibel. Het gedrag vd organisatie wordt
door een geloofwaardig (dus relatief autonoom) toezichtmechanisme
getoetst aan vooraf vastgelegde normen. Aan deze toetsing moeten
gevolgen vasthangen als ze negatief is.
16. Document 13: Inspectiepanel vd Wereldbank
Wereldbank
verstrekt
leningen
voor
infrastructuurprojecten
in
ontwikkelingslanden. Geniet van juridische immuniteit, maar heeft wel een
inspectiepanel als rekenschapsmechanisme.
Rekenschap op basis van regels die de Wereldbank zelf heeft opgesteld, en
geen ruimte voor de toekenning van schadevergoedingen. Dit kan enerzijds als
te weinig gezien worden, maar anderzijds is dit een innovatief component
omdat er rekenschap afgelegd moet worden aan mensen uit het gebied waarin
de infrastructuurwerken zouden plaatsvinden.
De meeste andere organisaties leggen enkel verantwoording af aan de
lidstaten.
17.Document 22: Adviespaneel voor UN Missie in Kosovo (UNMIK)
VN-bewind over Kosovo (10 jaar lang) ingesteld en vorm gegeven door de
UNSC, waarbij VN-personeel de overheidstaken overnamen.
Adviespaneel opgericht in 2006, pas na 6 7 jaar vh bewind (dus niets voor de
eerste 5 jaar)
Eigen initiatief vd VN om dit panel op te richten, zelfregulering. Regels waar
aan gehouden moet worden zijn de VN-resoluties (VN zelf geen lid hiervan,
dus technisch niet gebonden).
Vooral klachten over te weinig onderzoek naar verdwijningen, meer dan 100
zaken waarbij bleek dat de VN hier nalatig was geweest. Aanbevelingen om
13
hier verandering in te brengen, maar ook doorverwijzing naar de VNvertegenwoordiger en wat die gaat doen.
Geen publieke excuses of schadevergoedingen aangeboden, wel brieven aan
de betrokkenen met de excuses vd VN.
De VN doet meer aan zelfregulering, bv resolutie vd UNSC die training oplegt
aan personeel dat op VN-missies gaat om om te gaan met seksueel geweld en
een zerotolerance beleid oplegt in verband met seksueel misbruik. Zendstaten
moeten dit naar eigen recht opvolgen.
18. Arrest 14: Europese Hof voor de Rechten van de Mens
Procedure waarbij een individu een zaak aanspant tegen een staat bij het
Europese Hof, regionaal hof met een beperkt aantal lidstaten (dus minder van
belang in Internationaal Recht)
Zelfde periode als UNMIK. Bij de oprichting vd UNMIK werden een aantal
taken doorgegeven aan de NAVO (ordehandhaving, oprichting KFOR om
hiervoor in te staan). Bij het Verdrag vd Rechten vd Mens kunnen enkel
staten lid worden, dus de VN of NAVO kunnen zich hier niet bij aansluiten.
Een klager kan dus geen proces aanspannen bij een regionaal
Mensenrechtenhof tegen een internationale organisatie. Terugvalpositie:
staten zijn zelf aansprakelijk voor wat hun soldaten op het veld uitvoeren.
Bergrami was een Kosovaar met twee kinderen, op een dag trappen deze bij
het spelen op een mijn, n sterft en de andere wordt blind. De
verantwoordelijkheid voor het ontmijnen lag bij Franse troepen die deel
uitmaakten vd UNMIK, zij moesten aangeven waar er nog mijnen lagen en
zijn hierin dus nalatig geweest (schending vh recht op leven).
Sarramati werd verdacht van terroristische activiteiten en wordt
gearresteerd door een Noors team dat deel uitmaakt van KFOR. Zij laten
hem zeer lang in detentie zitten zonder voor de rechter te brengen,
uiteindelijk is hij ook onschuldig (schending vd mensenrechten)
Europese Hof voegt de twee zaken samen, dezelfde juridische principes liggen
ad grondslag.
Extraterritoriale toepassing mogelijk voor Mensenrechtenverdrag, dus
toepassing vh verdrag buiten Frans of Noors grondgebied maar wel in hun
naam. Uitzondering ih I.R., normaal zijn staten enkel aansprakelijk voor
feiten binnen eigen rechtsmacht/territorium.
UNSC als opdrachtgever voor zowel UNMIK als KFOR, bezien als organen vd
VN, en de daden zijn volgens het Hof dus toerekenbaar ad VN en niet aan de
zendstaten. De VN heeft een eigen rechtspersoonlijkheid, maar kan geen
partij zijn bij de eigen resoluties of bij het Verdrag vd Rechten vd Mens. De
aansprakelijkheid vd VN kan dus niet beoordeeld worden, zeker niet door het
Europees Hof aangezien de VN hiervan geen partijstaat is.
Het Europese Hof gaat tegen deze redenering in, handelingen vd Franse en
Noorse militairen zijn niet toerekenbaar Frankrijk of Noorwegen omdat zij de
controle niet hadden over Kosovo. Daarnaast moet de uniformiteit vd VNmissies beschermd worden volgens het Hof, er zijn zowel Europese als nietEuropese staten die ad missie meedoen, en het kan niet zijn dat er
verschillende waarden en normen gelden voor de verschillende zendstaten.
De aansprakelijkheid vd VN kan niet door het Europees Hof bewezen worden,
maar ook FR en NO zijn niet aansprakelijk volgens het Hof. Het Hof moet de
14
De Verenigde Naties
De VN is zo complex geworden door de grote politieke ontwikkelingen sinds 1945.
Bij de oprichting waren er 50 lidstaten, tegenwoordig 193. De structuur is echter
dezelfde als voor de kleinere groep. Daarnaast is er steeds meer materie waar de
VN zich mee moet bezig houden (meer zaken die internationaal aangepakt
moesten worden) en waarvoor nieuwe afdelingen opgericht werden.
De opstellers vd VN hadden een duidelijke scheiding voor ogen tussen politieke
materies waarover onderhandeld werd, en andere onderwerpen waarover
experten zich neerbuigen. Deze filosofie kwam onder druk te staan met de
autonomie vd kolonies (jaren 60) waardoor nagenoeg alle materies
gepolitiseerd zijn (bv gezondheid als politiek probleem).
Als de structuur veranderd gaat dit niet van bovenuit, geen overkoepelende
entiteit boven alle organisaties die de hervorming moet doorvoeren. Wel van
onderuit vanuit de lidstaten.
Hoofdorganen waarvan de werking in het VN-Handvest wordt aangehaald. Zij
hebben de bevoegdheid om hulporganen op te richten die hen bijstaan (bv
UNMIK), net als de VN-AV.
Algemene Vergadering: Alle lidstaten hebben n stem en zijn bevoegd voor
alle materies vd int. gemeenschap. Gebruik van resoluties, dit zijn niet
bindende aanbevelingen (soft law) maar hebben toch grote invloed als ze bij
consensus aangenomen worden. Ook bevoegd voor vrede en veiligheid,
maar slechts secundair en moeten zich onthouden vd materie indien de
UNSC zich met de zaak bezig houdt.
Veiligheidsraad
Economische en Sociale Raad (ECOSOC): beperkter mandaat en
samenstelling met verkiezingen binnen geopolitieke groepen (welke staten
vertegenwoordigen de groep?). Doorgeefluik voor informatie aan ngos en
gespecialiseerde hulporganisaties.
Internationaal Gerechtshof
Trustschapsraad: Overnemen v kolonies vd landen die WOII verloren, weinig
belang meer
Secretariaat: ambtenarij met Secretaris-Generaal ah hoofd, nood aan steun
vd AV en UNSC voor benoeming (duurt 5 jaar en herverkiesbaarheid).
Geopolitieke rolbeurt, tot nu toe altijd mannen. Naast administratieve rol ook
het hoofd vd internationale gemeenschap die als bemiddelaar kan optreden,
onderzoeken verplichten, (initiatiefrecht).
Gespecialiseerde Hulporganisaties zijn niet opgericht door hoofdorganen
(verschil met hulporganen) en zijn autonome internationale organisaties met
een eigen oprichtingsverdrag en dus ook eigen partijstaten. Men kan lid zijn vd
VN zonder lid te zijn van deze instellingen
15
16
18
Het ICSID gaat het recht van C.R. toepassen, in zoverre het overeenstemt
met het internationale recht, maar er rijzen twijfels of het internationale
recht wel voorrang heeft.
C.R. meent dat het tot onteigening overgaat omdat ze zich hiertoe verplicht
hadden in een ander verdrag, en er enkel een kwestie is van schadevergoeding.
Hiervan vinden ze dat de vergoeding lager moet zijn dan de rele waarde vh
bedrijf, omdat deze moet aanvaarden dat het beschermen vh milieu ook effect
heeft op private actoren.
ICSID gaat mee in de argumentatie, maar vindt niet dat dit enig effect moet
hebben op de schadevergoeding. Als compromis wordt een bedrag tussen de
rele waarde en de voorgestelde schadevergoeding gesteld, belang van beide
partijen ih oog gehouden.
20
22
V. Mensenrechten
Individu als rechtspersoon, de mensenrechten werden ih Handvest vd Verenigde
Naties genoteerd als n van de doelstellingen (Art1, 3). Revolutionair doordat
mensenrechten worden onttrokken ad staatssoevereiniteit en een materie vd
internationale gemeenschap wordt. Maar geen definitie.
26. Document 5: Universal Declaration of the Human Rights
Opdracht ad Commissie voor de rechten vd mens om deze rechten uit te
werken in 1946-1948, door de AV aangenomen op 10 december 1948. Meerdere
personen hebben deze tekst uitgewerkt en vorm gegeven, en niet enkel
westerse juristen om universaliteit te bekomen.
Niet alle landen waren enthousiast, bv. Saoedi-Arabi onthield zich bij de
stemming omdat ze vonden dat de rechten vd mens religieus waren, en niet
door experten geformuleerd konden worden. Ook ontbreekt elke notie van
een religieuze grondslag id tekst.
Klassieke vrijheidsrechten vanuit de westerse invloed (privacy, vrije mening,
) naast de socio-economisch rechten (onderwijs, voedsel, ). In
verhouding zijn er meer burgerlijke rechten zodat bij de stemming ook de
USSR en Oostbloklanden zich onthielden (geen nee!)
Preambule formuleert dat de mensenrechten voor elk orgaan vd gemeenschap
en voor elk individu een engagement inhoudt.
Autoritaire regimes in Afrika die na de dekolonisatie zich niet altijd hielden ad
Verklaring, en stelden dat zij niet vertegenwoordigd waren bij de stemming en
dus niet gebonden waren.
Wereldconferentie in 1993 waarbij de Verklaring volgens consensus
aangenomen werden, dus niemand had nood aan een stemming. Compromis
id tekst dat historische, culturele en religieuze achtergronden een verschil in
interpretatie kunnen inhouden, maar de rechten wel integraal door de staten
in hun hoedanigheid moeten beschermd worden.
Winst voor ontwikkelingslanden (hun standpunten) als universalisten
(iedereen akkoord).
27. Arrest 15: Human Rights Committee
Na de Universele verklaring is men deze beginnen omzetten in internationale
verdragen (want de verklaring zelf is niet bindend), deze zijn echter enkel van
toepassing voor staten, waardoor de inhoud deels verloren gaat (want actoren
en organen sterk vernauwt tot staten).
De eerste verdragen waren nog sterk door de oorlogservaring, zoals het
verdrag tegen de genocide dat makkelijk aanvaardbaar was voor de politiek
omdat zulke grootschalige schendingen niet louter nationaal aan te pakken
zijn. Individuele rechten zijn moeilijker voor staten om te internationaliseren.
Pas in 1966 wordt de hoofdmoot vd verklaring omgezet in verdragen, door
de K.O. gebeurde dit in twee aparte verdragen met de belangrijke topics
voor beide invloedsferen. Pas na de conferentie van 1993 worden de twee
helften aaneen gelijmd zodat staten geen keuze meer hebben wat voor
mensenrechten er aanvaard worden. Het is alles of niets.
Alle verdragen hebben een toezichtcomit van deskundigen, aan wie de
staten moeten rapporteren over de nationale wetgeving en de richtlijnen vh
Verdrag. Er is ook altijd een individuele klachtenprocedure, dit is een
23
24
25
Problematisch
bij
mensenrechtenverdragen,
bv.
VN
folterverdrag.
Internationale verplichting tot nationalisering vd regels door ratificatie, maar
burgers kunnen foltering niet voor de nationale rechter brengen zolang dit
niet gebeurd is. Monistisch systeem (bv Belgi), waarbij er geen omzetting
van internationaal recht naar nationaal recht nodig is. Internationaal recht is
direct van toepassing.
Verdragenrecht heeft veel respect voor nationale soevereiniteit (recht op
voorbehoud, Art. 19). Een staat mag dus bepalingen uitsluiten/anders
formuleren. Een voorbehoud kan niet opgedrongen worden aan andere
partijen, maar kunnen ook niet reageren op voorbehoud
Term commercieel staat hier ter discussie. Voor Costa Rica betekent dit ook
diensten, voor Nicaragua betekent dit enkel vervoer van goederen (was ook
de intentie vh verdrag).
Hof stelt dat de oorsprong vh verdrag inderdaad goederen omhelst, maar er
niets verder gespecificeerd wordt. Verdragen die gesloten worden voor lange
duur worden vaag geformuleerd zodat er ruimte voor evolutie is, zowel in
begrippen als in de praktijk.
Huidige toerisme is als commercie te bezien, en moet dus ih verdrag
toegelaten worden. Scheepvaart waarvoor niet betaald wordt (bv militair) is
niet toegelaten.
Het Hof volgt zo een algemene trend van verruiming van verdragsconcepten
als handel, wat door het WTO wordt gepropageerd. Mengvorm subjectiviteit
en objectiviteit hier.
35. Arrest 10: geschil bij Inter-Amerikaans Mensenrechtenhof
Regionaal Mensenrechtenhof, zoals in Afrika en Europa o.b.v. een Charter. Beide
Amerikas. Dergelijke hoven hebben de neiging om een objectieve interpretatie
te handhaven. Beschermen vd menselijke waardigheid als doel, zelfs als het
tegen verdragsintenties ingaat.
Kleine inheemse gemeenschap in Nicaragua in een afgelegen deel vh land, zeer
beperkte aanwezigheid vd staat. Zonder hen te verwittigen, had de provincie
een licentie verstrekt aan een Zuid-Koreaans bedrijf om een papierfabriek op te
starten in de wouden vd gemeenschap.
Dit ging in tegen de idee dat de provincie of om dergelijke beslissingen kan
nemen zonder toestemming vd gemeenschap. In de grondwet was zelfs
opgenomen dat de traditionele gebieden van dergelijke groepen beschermd
waren. Hierbij was echter geen demarcatie van traditionele gronden bij
opgenomen of van wie deze zijn, waardoor de bescherming moeilijk te
claimen valt. Geen eigendomsbewijzen op papier.
Na uitputting van nationale rechtsmiddelen, wordt een dossier bij het
Mensenrechtenhof ingediend. Steun vd Universiteit van Arizona (anders geen
kans op procedure, analfabetisme).
Beroep op Art. 21 vh verdrag, recht op priv-eigendom. Opstellers hadden
nooit aan een case als deze gedacht. Hof vindt deze toepassing van dit recht
wel interessant (notie priv werd geschrapt bij het onderhandelen vd
conventie).
Objectieve interpretatie door het Hof gebruikt (146), waarbij de
omstandigheden vd gemeenschap moeten bezien worden. Aangezien zij niet
beschikken over bewijslast id vorm van eigendomscertificaten, wordt hun
interpretatie opgenomen. Daarnaast worden antropologen opgeroepen om
de eigendomsgebruiken te bestuderen. Zij tonen aan dat het land ad families
wordt verstrekt om te bebouwen tot het uitgeput is, waarna het land terug
naar de gemeenschap gaat en ze een nieuw stuk aangewezen krijgen. Dus
geen notie v priv of familiaal bezit. Dit systeem moet gerespecteerd
worden, wat het Hof ook doet.
Deze objectieve interpretatie meent dus dat de menselijke waardigheid
beschermen het hoofddoel is. De feiten en bewijzen betekenen in deze
context ook iets totaal anders volgens het Hof, dan voor een flatbewoner.
Deze moet wel bewijzen kunnen voorleggen.
28
Het Hof meent dat de schending bewezen is, er een duidelijke afbakening vd
gronden moet komen en de staat moet onderhandelen met de gemeenschap
voor exploitatie. Zeer toonaangevend oordeel dat nog vaak gebruikt wordt in de
rechtspraktijk.
Gewoonterecht
Niet op papier neergeschreven. Bestaat enkel indien statenpraktijk (bepaalde
handelingen die veelvuldig gesteld worden door staten) en rechtsovertuiging
(staten gedragen zich zo omdat ze menen dat ze zich zo moeten gedragen)
aangetoond kunnen worden (flexibel toegepast).
Internationale juristen hadden id 17e-19e eeuw problemen door het kleine aantal
neergeschreven wetteksten, verwijzingen naar het natuurrecht als gangbare
procedure. Shift id 19e eeuw om naar de exacte wetenschappen te kijken en
regels te systematiseren.
Waar verdragen enkel bindend zijn voor verdragspartijen, is gewoonterecht
bindend voor alle staten. Wel mogelijkheid om van bij het begin verzet aan te
tekenen tegen een gewoonte en dit ook vol te houden (persistent objector).
Vooral van belang voor staten id periferie die niet veel verdragen
geratificeerd hebben, voor verdragen die geen breed veld beslagen maar
waar de regels wel algemeen aanvaard zijn, of technisch voor verdragen die
het Hof geen rechtsmacht toekennen. Hierbij kan de gewoonte zorgen voor
een bredere toepassing.
Een voorbeeld hiervan zijn de Genveverdragen, die handelen over
internationale/politieke geschillen. Enkel Art. 3 handelt over burgeroorlogen
omdat staten hier niet te sterk in gebonden wilden worden. Na 1949 waren
de meeste conflicten echter burgeroorlogen waar dus geen regels van
toepassing op waren. Encyclopedisch onderzoek vh Rode Kruis naar deze
conflicten, waarbij bleek dat in praktijk de regels van Genve stelselmatig
werden toegepast door staten. Hiermee werden de regels gewoonte.
Er bestaat geen hirarchie tussen verdragen en gewoonte. Het afsluiten en
uitvoeren van verdragen kan in praktijk wel uitmonden in gewoonte.
Uitzondering vd Ius Cogens regel, beperking op de autonomie van staten
om verdragen af te sluiten (Artikel 53 van Wenen). Dergelijke
gewoonterechtelijke regels die boven verdragen staan zijn uitzonderingen.
Hierbij is het een zwakheid dat het niet gedefinieerd is wat deze ius cogens
regels juist zijn. Enkele soorten zijn via rechtspraak vh Gerechtshof zo
benoemd, andere regels kunnen volgen maar zijn juridisch nog niet zo
vastgelegd.
29
NL haalt ook het gebruik vd methode door andere staten aan als
rechtsovertuiging. Hof gaat hier niet in mee, idee dat het gebruik
vanuit pragmatisme kan zijn.
Hof meent dat het geen gewoonte is vanuit het beperkt gebruik, weinig
ratificatie en jonge leeftijd. Om toch een oplossing te krijgen doet het Hof
beroep op de billijkheid. Ontbreken ve inhoudelijke regel betekent niet
dat er compromissen gesloten kunnen worden, met een centrale
belangenbescherming van alle betrokkenen.
Heronderhandeld standpunt doorgestuurd naar het Hof als blijk v
erkentelijkheid.
Andere Bronnen
39. Arrest 7: Algemene Rechtsbeginselen (zie ook nr. 55)
Opgenomen in Art. 38 vh Statuut vh Internationaal Gerechtshof (overgenomen
van voorganger, permanent Hof v Justitie vd Volkerenbond). Hierin worden
regels vd beschaafde naties aangehaald, waarbij de rechtsbeginselen vooral de
regels vh westen veralgemenen.
Verheffen vd regels vh nationale recht die algemeen voorkomen, naar
internationaal recht (bv. goede trouw, verbod op rechtsweigering, ).
Gemeenschappelijke beginselen die aanvankelijk het tekort van verdragen en
internationale bindende teksten moesten opvangen.
Conflict tussen Canada en de VS id jaren 30 toen er nog amper
milieuverdragen bestonden. Luchtvervuiling en schade aan landbouw op
Amerikaans grondgebied door een Canadese zinksmelter ad grens. VS start
een arbitragezaak tegen Canada voor schadevergoeding en een eind ad
praktijken (dus tot stand komen van regelgeving).
Tribunaal vindt geen internationale regels. Gaan vervolgens zoeken naar
analogien in nationale wetgevingen van federale staten. Wet id VS die
schade vd ene staat op een andere reglementeert, schadevergoeding en
plicht om de schade id toekomst te vermijden. Hof maakt hier een
internationale regel van waar Canada aan gebonden is.
Eerste milieuregel, waarbij staten verantwoordelijk zijn voor schade aan
andere staten.
Daarnaast bestaat ook de mogelijkheid om beginselen als grondslag voor I.R te
benoemen, om de coherentie ervan te bewaren. Op die manier zijn int.
geschillen makkelijker te ontmantelen.
Arrest 7 met de bouw van een dam in Hongarije en Sloveni, geeft een
voorbeeld over de interpretatie van projecten met een duurzame ontwikkeling.
Als er milieukwesties optreden (watervervuiling id Donau) meent het Hof dat
het economisch belang niet primeert op het ecologische. Eerste erkenning id
rechtspraak over het belang van milieubescherming.
Dissenting opinion: verdergaan dan dit, milieubeschermingen als bindend
principe van I.R. maken en niet al zwak concept zoals het ih arrest uitschijnt.
Maatregelen opleggen om duurzaamheid vh project te waarborgen, ook al is
dit niet opgenomen ih initieel verdrag.
Ook in de arbitrage tussen NL en VL over de IJzeren Rijn is dit een kwestie.
Hof volgt de NL argumentatie dat de economie van VL de ecologische
belangen van NL niet mag raken.
31
Zelfregulering als een andere bron van I.R., dit is vooral van toepassing op
internationale organisaties en ngos die gebruik maken van transnationaal recht.
41. Document 18: Hybride Meerpartijen Initiatieven
Verdragen zijn in principe enkel toegankelijk voor staten, maar groeiende
behoefte aan andere instrumenten om ngos en private actoren te betrekken.
Voluntary Principles is een niet bindende tekst afgesloten tussen staten, ngos
en bedrijven. Handelt over bedrijven die opereren in conflictgebieden en hoe zij
kunnen vermijden om betrokken partij te worden bij schendingen vd
mensenrechten (want bedrijven kunnen vaak niet weg uit een land,
aanwezigheid van grondstoffen en contracten).
Platform om bedrijven bij te staan en maatregelen en mechanismes uit te
schrijven om dergelijke toestanden te vermijden en relaties op te
bouwen/onderhouden met het land.
Werking vd Wereldbank toont aan dat informele bronnen een belangrijke rol ih
I.R. kunnen invullen. Geeft leningen aan ontwikkelingslanden of bedrijven die
investeringen willen doen in dergelijke landen. Bevoegd orgaan IFC geeft maar
een kleine lening, maar dit is vaak de incentive voor private banken om zelf te
investeren ih bedrijf/project. Symbolische steun.
IFC eist wel dat het bedrijf in kwestie het verdrag/rechtsprincipe aanvaard
wordt door het bedrijf in kwestie, waardoor een fiscaal instrument
32
VII. Geschillenbeslechting
42. Document 3: Statuut vh Internationaal Gerechtshof ( zie ook nr. 31)
Vredevol platform vd VN om conflicten op te lossen tussen staten (Art. 33 vh VN
Handvest). Het juridisch uitvechten is echter slechts n vd mogelijkheden, en
niet het vaakst gebruikt.
Artikels 92-96 handelen ook over het Gerechtshof, het Handvest definieert
alle VN hoofdorganen uitvoerig. Het Statuut zelf is een toevoegsel vh
Handvest, om alle nodige informatie te verstrekken in een bijlage. Moet niet
apart geratificeerd worden, dus alle VN lidstaten kunnen gebruik maken vh
Hof (geen sprake van verplichte rechtsmacht).
Voornaamste rechtbank vd VN met 15 rechters, geografische spreiding om de
hele wereld te kunnen vertegenwoordigen. Gebruik dat de P5 vd UNSC altijd een
rechter hebben, dit was bedoeld om gewicht te verlenen aan het Hof bij de
stichting ervan.
Kritiek op de Westerse visie vh Hof en hanteren ve westerse rechtspraak.
Niet-westerse rechters zijn ook vaak ih westen opgeleid, conservatief
karakter vh Hof. De rechters worden (her)-verkozen door een meerderheid
binnen de AV en aanbeveling vd UNSC en krijgen een mandaat van 9 jaar.
Een staat kan bij een geschil een ad hoc rechter aanstellen van eigen
nationaliteit die dan toegevoegd wordt aan het Hof, erkenning vd
soevereiniteit in ruil voor erkenning vh Hof.
Meerderheidsstemming met doorslaggevende stem vd voorzitter. Ruimte
voor separate opinions en dissenting opinions. De arresten bevatten enkel
de elementen waarover het Hof het eens kon worden, opinions geven dus
een nuttige aanvulling/contextualisering.
De ambtenarij vh Hof noteert de arresten en vaardigen deze uit.
Adviesprocedure staat open voor de AV en SC, alsook aan VN organen en
gespecialiseerde organisaties. Beslechtingsprocedure staat enkel open aan
staten (klassieke notie vh I.R.)
Geen advies aan staten zelf om misbruik te vermijden. Bij beslechting
moeten de partijen immers het Hof bevoegd verklaren, wat te omzeilen is
via de adviesprocedure. Staten mogen in adviesprocedures wel hun mening
te kennen geven over het onderwerp.
Arresten vh Hof zijn bindend, maar adviezen zijn dit niet (al hebben deze een
groot gezag). De AV hecht wel groot belang aan deze adviezen, dus ze zijn
zeker niet makkelijk om ad kant te schuiven. (bv. bouw veiligheidsmuur in
Isral, negatief advies en grote druk op Isr.)
Bevoegdheid: compromis tussen staten om het voor het Hof te brengen
(bilateraal verdrag), dit gebeurd bijgevolg vooral bij geschillen die niet van
prioritair belang zijn voor staten.
Tweede mogelijkheid vd Facultatieve Verklaring van Verplichte Rechtsmacht.
Maakt het Hof automatisch bevoegd in geval van een geschil met een staat
die ook dergelijke verklaring heeft ingediend. Te beperken in tijd en
rechtsgebieden, enige dat niet mag is aangeven dat per zaak de
rechtsmacht nog in overweging wordt genomen. Ondanks de eigen rechters
ih hof, heeft vd P5 enkel het VK dergelijke verklaring ingediend.
Ten derde is er het Foro Prorogatum: een staat die het Hof niet bevoegd
heeft verklaard, kan altijd meegaan in een procedure. Zo is er de zaak vd
Marshall Islands tegen alle kernmachten. Ook al heeft de VS het Hof niet
33
bevoegd verklaard op dat terrein, toch kan het meestappen id procedure als
het dat wilt.
Ten vierde is er de verdragsclausule. In vele verdragen wordt het Hof
bevoegd verklaard indien er geschillen tussen de partijen o.b.v.h. verdrag
zouden ontstaan (bv gijzeling in Teheran). Vaak vergeten door staten dat ze
op deze manier gebonden zijn, al kan het Hof enkel o.b.v.h. verdrag in
kwestie oordelen als de bevoegdheid afkomstig is ve clausule.
In n zaak worden vaak drie verschillende en bindende arresten geveld:
Preleminaire bezwaren (als n vd partijen de bevoegdheid vh Hof ter discussie
stelt), voorlopige maatregelen (indien er dringende maatregelen gesteld
moeten worden, waarbij niet op de uitspraak gewacht kan worden), en het
arrest over de grond vd zaak (hierbij mogen de voorlopige maatregelen geen rol
spelen).
Het arrest bevat uitspraken over de schending vd plichten door een staat en
reparaties (materieel, maar ook belofte om schending stop te zetten).
Concrete schadevergoedingen moeten nog onderhandeld worden tussen de
partijen, verschillende normen over schade en financile middelen. Indien er
geen consensus bereikt wordt, komt het Hof terug tussen
Het uitvoeren vd arresten is verplicht, en wordt versterkt door het
Handhavingsartikel ih VN Handvest (95), waarbij de benadeelde staat de
zaak nog voor de UNSC kan brengen. Vetorecht zorgt er wel voor dat er geen
zaken tegen de wil vd P5 gewonnen kunnen worden. Staten kunnen ook
altijd terug naar het Hof stappen. Slechts 5% niet naleving.
43. Arrest 20: Papierfabriek Uruguay (zie ook nr. 56)
Geschil tussen Argentini en Uruguay over een Finse papierfabriek op de
grensrivier Uruguay. Rivierverdrag tussen de twee landen stelt dat ze de
waterkwaliteit zullen beschermen en er een consultatie moet zijn bij
economische activiteiten op de rivier die dit ih gedrang kunnen brengen.
Uruguay doet dit niet, Argentini is bezorgd over chemicalin en verstoring
toerisme.
Argentini stapt naar het Hof o.b.v.d. verdragsclausule vh rivierverdrag,
hierdoor is het Hof dus gebonden aan de waterkwaliteitsbepalingen en
consultatiemechanisme om uitspraak te doen. Argumenten van geur- en
zichthinder krijgen dus geen ruimte id procedure.
Andere
geschillenbeslechtingsmechanismes
(toegang,
recht,
arresten,
handhaving):
Internationale Rechtbank voor Recht vd Zee: enkel open voor staten en o.b.v.h.
zeerecht, dus een strikte en gespecialiseerde bevoegdheid. Bindende arresten
maar geen handhaving.
WTO Geschillenmechanisme: enkel open voor lidstaten vd WTO, bindende
arresten o.b.v. handelsverdragen. Economische tegenmaatregelen getroffen bij
niet-naleving. Verplichte rechtsmacht, dus geen kwestie van erkenning of
bevoegd verklaren.
Joegoslavi Tribunaal & Internationaal Strafhof: Procedure tussen procureur en
individuen o.b.v.h. internationaal strafrecht. Binden en strafmaten worden
opgelegd. Het toepasselijke recht moet wel ih verdrag opgetekend staan.
Regionale mensenrechtenhoven: individu tegen (eigen) staat, bindende
arresten voor de staat en herstel voor de persoon. Geen handhaving maar wel
druk vd overkoepelende instelling (EU).
34
36
37
Collectieve Rechtshandhaving
Geweldverbod als n vd grondregels vd VN, opgenomen in het Charter (Artikel 2).
Twee grote uitzonderingen bestaan hierbij, waarover veel discussie bestaat. De
eerste is het collectief ingrijpen door de internationale gemeenschap, belichaamd
door de VN Veiligheidsraad.
Op de samenstelling vd UNSC is al lang kritiek. Militair gezien zijn de p5 niet
meer de enige grootmachten, er zijn eisen voor meer democratische input,
economische belangen,
Een heel aantal landen voeren campagne voor een permanente zetel in de
Raad (Du, Nigeria, Venezuela, India, Brazili, ). De permanente leden
moeten echter voor stemmen voor procedurele veranderingen, en willen
hun unieke machtspositie niet zomaar kwijt.
38
Recht op Zelfverdediging
48. Documenten 2: Charter vd VN (zie ook nr. 3)
Artikel 51 benadrukt de tweede grote uitzondering op het geweldverbod,
namelijk het recht op zelfverdediging. Ook hier bestaat veel discussie over de
juiste nuances en betekenis.
Inherent recht vd staat, maar zowel collectief als individueel. Dus twee
vormen.
In geval ve gewapende aanval tegen een VN-lid, dit doelt op de verhouding
tussen het collectieve verdedigingssysteem en het recht op zelfverdediging. Een
staat mag zich verdedigen zonder toestemming vd UNSC, maar dit moet wel ad
VN meegedeeld worden en het recht op zelfverdediging valt dan ook weg zo
gauw de UNSC heeft kunnen ingrijpen.
Het recht is dus eerder een voorlopige maatregel ter bescherming vd staat,
dat daarna overgenomen wordt door het collectieve beschermingsprincipe.
Dit is uiteraard in de veronderstelling dat de UNSC ingrijpt. Onzekerheid,
want het is een politiek orgaan
49. Arrest 4: Nicaragua arrest (zie ook nr. 36)
Gewapend verzet vd contras tegen het nieuwe linkse regime. Gesteund door de
VS (tweede linkse regime naast Cuba was niet aanvaardbaar), bewapenen en
training id buurlanden.
Hof moet terugvallen op gewoonterecht en niet op verdragenrecht door clausule
vd VS. Toch staat er ih arrest een interpretatie vd termen van artikel 51 vh
Handvest.
176 stelt dat het Handvest zelfverdediging ziet als een inherent recht vd
staat, en dit dus ook buiten het Handvest bestaat. Dus dit recht kan ook
40
ingeroepen worden vanuit situaties waar niet aan gedacht is ih Handvest, bv.
na 9/11 willen sommige staten ingrijpen en verwijzen hierbij naar dit arrest
als de creatie ve nieuwe gewoonterecht.
Deze interpretatie had het Hof echter ook niet voor ogen, ze bedoelden
eerder dat er nog andere voorwaarden zijn waaraan het gebruik van geweld
aan vasthangt om rechtmatig te kunnen zijn. Dus geen creatie van extra
ruimte. In dit arrest betekent het concreet dat het geweld in een
tegenreactie proportioneel moet zijn (staat niet ih Handvest, maar wordt
gezien als gewoonte). Dus beperkende uitleg over artikel 51 ih licht vh
gewoonterecht.
Het Hof verduidelijkt ook de notie van individueel of collectief
verdedigingsrecht. Individueel betekent het dat de getroffen staat geweld
gebruikt tegen de agressor, collectief betekent het dat meerdere staten de
getroffen staat bijspringen.
Bv. het NACO-verdrag dat zegt dat de partijen die zich hebben aangesloten
bij de NAVO, een aanval tegen n van hen beschouwen als een aanval
tegen zichzelf en zo reageren. Hoofdstuk 8 vh VN Charter voorziet in een
samenwerking tussen de UNSC en regionale organisaties, dat dan onder een
VN mandaat handelt. De NAVO heeft echter altijd beweerd dat zijn geen
regionale organisatie zijn id zin van Hoofdstuk 8, maar een organisatie van
collectieve zelfverdediging waarvoor geen toestemming vd UNSC nodig is.
De NAVO kan samenwerken onder hoofdstuk 8 met de VN, maar laat zich
niet binden.
Hier beschouwt de VS haar optreden ih licht vh recht op collectieve
zelfverdediging. De buurstaten van Nicaragua voelen zich immers bedreigt
door het linkse regime, en de VS doet niet meer dan haar bondgenoten
steunen. Dit argument wordt van tafel geveegd door het Hof, omdat er geen
melding van een gewapende aanval is geweest op de staten id regio en er
ook geen bewijs is dat deze de VS om hulp hebben gevraagd. Dit zijn
noodzakelijke voorwaarden om beroep te doen op het collectieve
zelfverdedigingsrecht.
Hof benadrukt daarnaast dat er voor zelfverdediging enkel kan gekeken
worden naar reeds gestelde daden, en niet gebruikt van worden als
preventief middel (194).
Discussie over de betekenis van een gewapende aanval, want dan alleen heeft
een staat recht om tegengeweld te gebruiken. Hof meent dat dit een
gewelddadig optreden vh leger vd staat is of van gewapende groepen die
optreden in naam vd staat (195). Dus een aanval moet toerekenbaar kunnen
zijn ad staat, aangezien tegenmaatregelen zich vaak zullen afspelen op het
territorium vd aanvallende staat, schending vd soevereiniteit moet gegrond zijn.
Daarnaast moet het geweld een zekere ernst hebben om als aanval bezien
te worden, een zekere omvang is vereist. Dit is een zeer vaag criterium. Het
Hof oordeelt dat een gesoleerd grensincident niet gezien kan worden als een
aanval. (huidige probleem met neergeschoten Russische jager boven de
Turkse grens is ook zo genterpreteerd door Hof).
De handelingen vd contras zijn volgens het Hof ook niet toerekenbaar ad
VS, zij hebben geen instructies gegeven of controle over de groep. Ook het
steunen van gewapende groepen door de VS kan niet worden gezien als
aanval.
41
Het Hof oordeelt dus dat er geen sprake is van een aanval door de VS, maar dat
deze laatste wel het niet-interventiebeginsel geschonden heeft door steun te
verlenen.
Dan volgen de aanslagen van 11 september. De daden van Al Qaida zijn niet
toerekenbaar aan een staat, dus de bepalingen vh Nicaragua arrest staan id weg
voor acties onder zelfverdedigingsrecht. Hierbij rijst dus discussie of het Hof
verboden heeft om tegen gewapende groeperingen zonder staatsaffiliatie te
handelen of niet. Dit zou dan ook impliceren dat er gewapende handelingen
worden genomen op territoria van staten met enkel sympathien voor dergelijke
groepen.
Tweede discussie over het regime van Sadam Hoessein in Irak. Mogelijk bezit
van lange afstand raketten als reden om in te grijpen, maar het Hof had gesteld
dat zelfverdediging enkel kon tegen daden die reeds gesteld waren en niet als
preventieve maatregel. Dit was nochtans de argumentatie van Blair om in te
grijpen in Irak.
Op 12/09/2001 nam de UNSC een resolutie aan ih kader van Chapter 7, waarbij
daden van terrorisme als bedreiging voor de internationale vrede en veiligheid
worden bestempeld. Id preambule wordt verwezen naar het inherente recht op
zelfverdediging.
Twee weken later komt een andere resolutie waarbij een aantal concrete
maatregelen worden verplicht ad staten, met verbod op steun aan
terroristen en rapporteringsplicht.
Op 07/10/2001 meldt de regering vd VS ad UNSC dat zij met andere landen een
gewapende aanval op Al Qaida zullen uitvoeren onder het recht op
zelfbescherming. Deze acties zijn gericht tegen militaire en trainingsinstallaties
vd Taliban in Afghanistan (zouden A.Q. steunen). Geen preventieve interventie,
maar antwoord op terroristische daden als argumentatie.
UNSC neemt hier akte van, maar doet nooit uitspraak over de legitimiteit
(VS en VK deden mee, dus veroordeling is onmogelijk). Toch lijkt de
toerekenbaarheid vd aanslag aan Afghanistan moeilijk, en grondoorlog is
moeilijk noodzakelijk of proportioneel te noemen.
50. Arrest 11: Gewapende activiteiten in Congo (zie ook nr. 33)
Deze zaak heeft niets te maken met terrorisme, maar is wel het eerste dossier
over geweldplegingen door een staat na 11 september. Vraag of het Hof een
andere interpretatie zou aanmeten sinds het Nicaragua-arrest.
Burgeroorlog in Congo, rebellenbewegingen tegen president Kabila en de
regering in Kinshasa. Regering besluit om de hulp in te roepen van Rwanda en
Oeganda om de rebellen het hoofd te bieden. Na een tijdje beslist Kabila dat de
steun van het Rwandese en Oegandese leger echter niet meer nodig is, en
vraagt hen het land te verlaten, wat deze niet doen.
Na de burgeroorlog worden grote delen vh land gecontroleerd door
verschillende troepen. MLC als pro-Oegandese rebellenbeweging, UPDF
(Oegandese leger), de ADF als pro-Rwandese rebellen en de DRC (Congolese
leger).
Het is duidelijk dat het Oegandese leger geweld gebruikt heeft op Congolees
territorium, ook tegen het Congolese leger zelf.
Congo start een procedure bij het Gerechtshof om de onrechtmatigheid vh
Oegandese leger en de MLC aan te klagen, en Oeganda aansprakelijk te stellen
voor de daden van beide.
42
Oeganda beroept zich vanaf het moment dat de zaak wordt aangespannen
op het recht van zelfverdediging om te verklaren waarom de troepen in
Congo bleven. Voordien hadden ze hier geen notie van gemaakt en het was
ook nooit doorgegeven ah UNSC.
Oeganda redeneert dat de grensgebieden onder controle stonden vh ADF,
een anti-Congolese en anti-Oegandese rebellenbeweging met pro-Rwandese
standpunten. Deze zouden vaak de grens oversteken. Waar de grens ligt is
evenwel niet overal even duidelijk. De troepen moeten dus in Congo blijven
om deze troepen te bevechten, en ook om te voorkomen dat dergelijke
invallen id toekomst nog gebeuren (dus preventief).
Het Hof meent dat er nooit preventief gebruik gemaakt kan worden van
zelfverdediging (143). Daarnaast geeft het aan dat Oeganda nooit te kennen
gegeven heeft van te lijden onder invallen van Rwandese rebellen uit Congo
(146) en dat deze aanvallen vd ADF ook niet aan Congo toegerekend kunnen
worden. Er is dus geen sprake van een gewapende aanval door Congo, maar
wel van oppositiegroepen die zelf bevochten worden door Congo.
Dus Oeganda kan enkel gebruik maken vd vraag van Congo om tussenbeide
te komen, maar van het moment dat deze ingetrokken werd moet Oeganda
dat ook doen.
Dit ligt allemaal id lijn vh Nicaragua-arrest. Hof stelt ook dat als er recht op
zelfverdediging was, de daden van Oeganda niet noodzakelijk of
proportioneel waren (147)
Hof stelt over het geweldverbod ih algemeen, dat Art. 51 streng
genterpreteerd moet blijven worden, zodat er geen vrijgeleide ontstaat voor
het gebruik van geweld ter verdediging van veiligheidsbelangen. Er zijn
andere instrumenten hiervoor aanwezig. De restrictieve interpretatie vh Hof
blijft dus gelden.
In de rest vh arrest komt men tot de conclusie dat Oeganda zowel het
geweldverbod als het niet-interventiebeginsel geschonden heeft, zowel door de
eigen daden als doordat het MLC bezien wordt als een beweging onder
effectieve controle vh Oegandese leger.
Verplichting voor herstel: ongedaan maken vd onrechtmatige daden. De
twee partijen moeten hierover in goede trouw onderhandelen en een bedrag
overeenkomen. Dit is niet gelukt, waardoor er nog steeds een zaak loopt
over schadevergoedingen (deze gaan naar de staat, hoewel ze voor de
burgers bedoeld zijn. Vraag is of Congo deze gaat doorsluizen).
Deze argumentatie vh Hof komt dus nog steeds niet overeen met de interpretatie
van verschillende staten over Artikel 51. Id toekomst zal waarschijnlijk een pleidooi
komen voor herziening vh recht.
Aangevallen staat zal dan moeten aantonen dat de staat waar een
terroristische
groepering
de
internationale
verplichtingen
voor
terrorismebestrijding niet in nagekomen. Ten tweede dat het geweld specifiek
op de terroristische groep gericht is. En ten derde als het noodzakelijk en
proportioneel is. De 1e en 3e voorwaarde zijn echter subjectief, en het 2 e is in
praktijk moeilijk.
43
Andere argumenten
Buiten zelfverdediging en een collectief optreden, gebruiken staten soms nog
ander geweld. Dit gaat dus helemaal om het Handvest heen, en hebben geen
grond ih I.R.. Rechtvaardigingen van staten nadat ze specifieke operaties in het
buitenland hebben gedaan.
Zelfhulp: bescherming van onderdanen ih buitenland, al dan niet door militaire
acties.
Bv Isralisch vliegtuig gekaapt en afgeleid naar Oeganda. Isralirs plannen
een militaire actie om de eigen burgers te ontzetten zonder de toestemming
van het betrokken land.
Dit wordt enkel aanvaard als aangetoond kan worden dat het gastland niet
kan of wilt tussenkomen en er een ernstige bedreiging is voor de
onderdanen. Enkel noodzakelijke geweld wordt getolereerd, en strenge
beperkingen in omvang/duur (directe terugtrekking).
Veroordeling vanuit de int. gemeenschap, maar wordt wel getolereerd. Er is
begrip voor.
Humanitaire interventie: niet om de eigen burgers te redden, maar een deel vd
bevolking van een land te helpen. Als de staat zelf de eigen bevolking aanvalt
en niet in staat is bescherming te bieden bijvoorbeeld, en levensbedreiging is
voor de burgers. Noodzaak en proportionaliteit!
Kan niet zonder mandaat vd Veiligheidsraad, maar anderzijds is het R2P
principe, waardoor de int. gemeenschap deze verantwoordelijkheid moet
dragen. Wanneer de UNSC niet doet, is het voor een land/coalitie toch nog
mogelijk om tussen te komen.
Hof heeft tot nu toe nooit gezegd dat geweld hierbij kan zonder
toestemming.
Case Studies
51. Document 29: Syri
Burgeroorlog in Syri als gevolg vd Arabische Lente, protestbeweging tegen
autocratische regimes. In Syri vond dit plaats in 2011, maar lokte een
repressieve gewapende respons uit vh regime met een ernstige humanitaire
crisis als gevolg.
Complementaire bevoegdheid vd UNSC om in te grijpen, zoals bv. in Libi
gebeurde onder Chapter 7. In het vergelijkbare Syri gebeurde dit echter
niet door de tegenstand van RU en China. De westerse landen wilden echter
niet ingrijpen zonder VN mandaat.
Syri resoluties vd UNSC, gebaseerd op de aanwezigheid van
massavernietigingswapens als bedreiging voor de internationale veiligheid,
en niet o.b.v. humanitaire aspect.
In augustus 2012 stelt Obama dat het gebruik van chemische wapens of
voorbereiding voor de inzet hiervan, een grens betekent. Overschrijding hiervan
betekent interventie.
In 1925 was een protocol aangenomen over chemische en bacterile
oorlogsvoering, waarin gas als wapen verboden werd. Syri is hierbij partij,
maar er is geen toezichtmechanisme. Daarnaast is er het voorbehoud van
44
vele landen, dat ze het enkel niet als eerste in een conflict zullen inzetten,
maar wel zo zullen reageren op gasaanvallen.
Nieuw verdrag in 1993 verbiedt algemeen het bezit van chemische wapens .
Syri is n vd enkele landen die dit niet aanneemt. Door de quasiunanimiteit wordt het echter gewoonte, zodat ook Syri aan de regels
gebonden is. Hiermee is het echter niet gebonden aan het
toezichtmechanisme, dat enkel geldt voor de verdragspartijen.
Organisation for the Prohibition of Chemical Weapons (OPCW). Voeren inspecties
uit of er geen chemische faciliteiten zijn die kunnen gebruikt worden voor de
aanmaak van wapens.
46
Milieu en Ontwikkeling
54. Document 12: Verklaring van Rio
Beginsel vh milieurecht. Soft law tekst, eerder poging om alle neuzen in
dezelfde richting te krijgen dan om een bindend akkoord te bereiken. Creren
van een platform om id toekomst te kunnen voorzien in bindende akkoorden op
specifieke onderdelen vd milieubescherming.
In 2012 wordt een nieuw document aangenomen door de AV om vooruitgang
en ontwikkelingen te evalueren.
Focus op milieu en ontwikkeling, weinig verdragen over deze themas. Ondanks
dat het handelt over milieubescherming is er een compromis met economische
themas aanwezig..
Vooral argument vd ontwikkelingslanden die groene motieven vd
industrielanden zien als een poging om de deur te sluiten naar de welvaart.
De kost moet gedragen worden door de industrielanden volgens de
ontwikkelingslanden.
Principe n legt al een duidelijke link naar de mensenrechten, maar hierin zit
ook het element van antropocentrisme, de natuur wordt bezien als in dienst vd
mensheid.
Betwist door natuurverenigingen en inheemse volkeren, die opkomen voor
de intrinsieke waarde vd natuur en ijveren voor het beschermen van alle
natuur, ook niet nuttige.
Grondwet in Ecuador heeft een autonoom recht vd natuur naast rechten vd
mens.
Principe twee was al gewoonterecht geworden, maar daar komt nu
meldingsplicht bij (P19).
Principes drie en vier verbinden ontwikkeling aan milieu, maar staten mogen
geen (economische) sancties opleggen indien milieu niet wordt gerespecteerd
(P12).
Principe 16 als opvangmechanisme om private actoren mee te betrekken. De
staat is aansprakelijk (want het is een verdrag), maar kan via nationaal recht
verhaal halen bij firmas.
47
Economisch Recht
58. Document 14: WTO
Aanvankelijk was het plan om een organisatie binnen de VN op te zetten om de
liberalisatie vd handel te bewerkstelligen, dit zou de International Trade
Organisation zijn. Deze is er nooit gekomen, maar het GATT is wel een exponent
van die ideen. Bestaan als los verdrag.
WTO als globale speler, handel om de welvaart te doen groeien en zorgen dat
staten dit doel niet belemmeren. Veel scepticisme omdat de WTO autonoom is,
geen deel vd VN om de grote economische spelers beter te kunnen
incorporeren (VN immers sterk door noord-zuid tegenstellingen gedomineerd,
wat tegen de idee vd WTO inging). Daarnaast wou men geen groot secretariaat,
zoals wel id VN (bureaucratie stuurt beleid, id WTO sturen staten dit).
Civiele samenleving vond dat de WTO stond voor een te economisch denken,
versterkt
doordat
er
amper
toegang
is
voor
ngos.
In
de
oprichtingspreambule staat nochtans het engagement vd WTO om mee te
streven naar duurzame ontwikkeling.
Brochure met 10 kritieken op het WTO, opgesteld door ngos.
Ondemocratisch als belangrijkste kritiek. Belangrijkste grootmachten
onderhandelen immers vaak al tevoren onder elkaar (green room policy)
waarbij kleinere landen voor een voldongen feit staan. Daarnaast grote
invloed van lobbywerk en de industrie op de besluitvorming.
WTO verdedigt zich door te stellen dat het enkel de wil vd lidstaten
doorvoert. Hierbij moet echter gesteld worden dat WTO besluiten heel
technisch zijn, en dus niet makkelijk behandeld worden id nationale
parlementen.
Het verdrag zelf regelt enkel het institutionele kader, geen inhoud. Wel zitten id
annex enkele handelsverdragen die integraal ih WTO corpus worden
opgenomen. Daarnaast worden twee toezichtmechanismes aangenomen
(procedurecorpus en rapporteringmechanisme).
All-in verdrag waarbij staten die lid worden vd WTO, deze verdragen en
mechanismes automatisch mee ratificeren (verschil met de VN, waar bv. het
Hof apart te erkennen is).
50
Sociale Rechtvaardigheid
Probleem met fundamentele soevereiniteit van staten en het vervlakken vd
categorisering van ontwikkelingslanden. Aanvankelijk werden daar vooral de exkolonies mee bedoeld, andere landen met een economisch moeilijke situatie (bv
landen in Oost-Europa) bezien als transitielanden.
Er is geen definitie van ontwikkelingsland, moet dus per verdrag worden
genterpreteerd worden. Wel een algemene definitie van minst ontwikkelde
landen door ECOSOC. Criteria van laag inkomen, beperkte humane
ontwikkeling, economische kwetsbaarheid, . Deze landen worden in
handelstransacties vaak anders behandeld om hun participatie te verhogen
(nultarieven voor handel vanuit de EU, op alle goederen buiten wapens).
Deze differentiatie van groot belang voor de Wereldbank, nood aan een
sluitende definitie.
Id WTO moeten staten bij toetreding zelf hun statuut aangeven. Zekere
bescherming door geen complete wederkerigheid. Voor verdragen wordt
vaak gekeken naar de ECOSOC lijst, dit wordt dan ook zo vermeld
(implementatiekosten gedragen door int. gemeenschap).
De meest vergaande differentiatie is terug te vinden in de
klimaatonderhandelingen.
60. Document 9: VN Ontwikkelingsrecht
Mensenrechtelijke benadering van ontwikkeling, laat ih corpus vd
mensenrechtenverklaringen. Opgesteld op vraag vd ontwikkelingslanden, zij
vonden dat er iets essentieels miste.
Iedereen die onder de rechtsmacht ve staat valt, heeft het recht om beroep te
doen op die staat voor ontwikkeling. Dus nationaliteit mag geen rol spelen. Dit
zorgt voor een gedeelde verantwoordelijkheid, maar bakent ook de solidariteit
af (enkel eigen territorium).
Dit werd ad kaak gesteld door de ontwikkelingslanden, meer actoren dan de
staat van belang, en ook solidariteit noodzakelijk om mensenrechten te
beschermen.
52
53
61. Arrest 19: Endorois versus Kenya (zie ook nr. 40)
Zaak voor de Commissie o.b.v.h. Afrikaans Charter, voor de oprichting vh
Afrikaanse Mensenrechtenhof. Daar loopt momenteel wel een bijna identiek
geschil met Kenya.
Safaripark gepland op het gebied vd Endorois. Prachtig meer waar zij hun
kuddes laten grazen, Kenya ziet de commercile waarde daarvan in en beveelt
de groep te verhuizen.
Kenya argumenteert dat dit een middel is om de nationale welstand op te
krikken wat ook goed is voor de Endorois-gemeenschap, en zij dus op die
manier hun steentje bijdragen.
Endorois menen dat hun recht op ontwikkeling geschonden is.
De Commissie bevestigt dat de Endorois een volk zijn, en zich dus op dat recht
mogen beroepen. Verder stelt het vast dat ze een inheems volk zijn, waardoor
er meer vergaande implicaties zijn. Dit doet de Commissie o.b.v. Soft Law
documenten, zeer progressief gebruik.
Procedureel argument: participatie geschonden. Groepen moeten kunnen kiezen
waar ze willen wonen en er moet hierover een kwalitatieve communicatie
aanwezig zijn o.b.v.d. tradities vd gemeenschap. Hier een niet geletterd volk, en
schriftelijke communicatie. Dit is een standaard uit een VN verklaring, die zo
bindend wordt genterpreteerd.
Commissie meent dat niet alleen consultatie moet plaats vinden, maar dat
er ook voorafgaande toestemming moet zijn vd groep. Dit is nergens terug
te vinden ih Charter, noch enig woord van uitzondering voor inheemse
volkeren. Afrikaanse Staten hebben altijd geponeerd dat er geen inheemse
volkeren aanwezig zijn. Door dit arrest wordt dat juridisch onmogelijk, zodat
voor inheemse volkeren een heel rechtenpakket open komt te staan voor op
te eisen.
De Commissie brengt dus uit het I.R. binnen in haar bepaling, zeer
vergaande interpretatie.
Materieel argument: toegewezen land is veel droger wat problematisch is voor
het vee. Daarnaast is er het recht op financile bijstand voor de groep en
moeten ze een deel vd opbrengst vh Safaripark krijgen. Verzekering voor
deelname aan ontwikkeling.
Niet-bindende resolutie, in 2012 werd een resolutie gemaakt om vast te stellen
hoe Kenya is omgegaan met dit arrest.
62. Arrest 22: Verantwoordelijkheid van staten in Zeerecht
Exploratie vd oceaanbodem, technologisch huzarenstuk. Onderzoek naar
mangaanknollen.
Tribunaal in Hamburg voor het I.R. vd Zee. Speciale Kamer voor geschillen van
deel 11 vh zeerecht, maar ook adviesprocedure als bevoegdheid. Hier is het een
adviesprocedure.
54
Bedrijven onder staatssponsoring van Tonga en Nauru, zij vragen een advies
aan over de verantwoordelijkheid van sponsorstaten. Vrees voor
aansprakelijkheid indien er milieuschade zou zijn door het gesponsorde
bedrijf, wat de economie van die landen mogelijk niet aankan.
Interpretatie vh Verdrag volgens de regels van Wenen (gewoonterecht), maar
ook beslissingen vd instantie worden genterpreteerd volgens de regels vh
verdragenrecht. Ondernemingen zijn niet onderhevig aan deze regels, vandaar
dat een sponsorstaat wordt geist om deze toch te binden.
Gemeenschappelijk belang moet beschermd worden door deze staat, regels
opleggen via de nationale wetgeving. De verplichting vd staat rust op due
dilligence, preventieve maatregelen.
Idee dat de sponsorstaat niet per se verantwoordelijk is voor schade, maar
wel alles moet doen om schade te vermijden. Beginsel van Rio is hieraan
gepaard (weer soft law om hard law te interpreteren). Milieueffectenrapport
hier ook verplicht en uitgebreid naar een algemene regel, met ook
kwalitatieve eisen vd Autority toegevoegd.
Vraag over verschil in aansprakelijkheid. Hof meent dat er geen differentiatie is
voor ontwikkelingslanden in verantwoordelijkheid, maar er wel vh
voorzorgsbeginsel een notie van differentiatie inbrengen. Rio stelt immers dat
de voorzorg afhangt vd capaciteiten vd staat.
Deze capaciteiten verschillen, waardoor de industrielanden eerder op de
vingers getikt kunnen worden dan ontwikkelingslanden. Dezelfde
regelgeving geldt dus voor beide, maar de toepassing is anders
(gedifferentieerde norm).
55