Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 16

03_p37-50.QXD:01_MP.

qxd 08-05-2008 08:38 Pagina 37

3 Het grootboek en de proef-


en saldibalans

3.1 Het boekhoudkundig model

Stel je voor dat je na elk financieel feit een nieuwe balans zou moeten maken.
In hoofdstuk 2 heb je al ervaren wat het betekent als er sprake is van een
beperkt aantal financiële feiten in een maand. In de praktijk is het heel nor-
maal dat er per dag meer dan honderd financiële feiten plaatsvinden. Het zou
dan heel tijdrovend zijn om na elk financieel feit een nieuwe balans te maken.
Boekhoud- Om efficiënter te kunnen werken, ga je gebruikmaken van een boekhoud-
kundig model kundig model.

Een boekhoudkundig model is er om op zo eenvoudig mogelijke wijze over-


zicht te houden over de omvang en samenstelling van het eigen vermogen.
Dit model is in onderstaand schema weergegeven:

Beginbalans

Financiële
Grootboek
Grootboek feiten

Proef-
Proef- en
en
saldibalans
saldibalans

Winst-en-
verlies- Eindbalans
rekening

Als je dit schema bekijkt, dan zie je vier bekende onderdelen: de beginbalans,
de financiële feiten, de winst-en-verliesrekening en de eindbalans. Er zitten
twee nieuwe onderdelen in:
03_p37-50.QXD:01_MP.qxd 08-05-2008 08:38 Pagina 38

38 Brugboek bedrijfsadministratie

1. het grootboek;
2. de proef- en saldibalans.

Om te voorkomen dat je na elk financieel feit een nieuwe balans en eventu-


eel een nieuwe winst-en-verliesrekening moet samenstellen, ga je deze twee
nieuwe onderdelen toevoegen. Het boekhoudkundig model geeft ook aan in
welke volgorde de onderdelen worden afgehandeld. Er wordt daarom wel
Boekhoud- gesproken van de boekhoudkundige cyclus. Tijdens elke periode worden
kundige cyclus deze onderdelen in dezelfde volgorde doorlopen.

In dit hoofdstuk ga je je bezighouden met de twee nieuwe onderdelen van


de boekhoudkundige cyclus: het samenstellen van het grootboek en de proef-
en saldibalans.

3.2 Het grootboek


Grootboek- Het grootboek bestaat uit zogeheten grootboekrekeningen. Voor elke reke-
rekeningen ning van bezit, schuld, eigen vermogen en (en later ook) hulprekening van
het eigen vermogen maak je aparte rekeningen. Deze rekeningen noem je
grootboekrekeningen. Je kunt grootboekrekeningen, evenals een balans,
maken in de scontrovorm. Dan ziet een grootboekrekening er als volgt uit:

debet Naam grootboekrekening credit

Datum Stuknr. Omschrijving Bedrag Datum Stuknr. Omschrijving Bedrag

In deze paragraaf ga je het gebruik van grootboekrekeningen in een boek-


houdkundig model toelichten. Je gaat eerst twee boekingsregels afleiden, die
je voortaan gebruikt.

Voorbeeld 1
Gegeven André Martinez is marktkoopman en heeft een vaste plek op de Haagse
markt. Hij handelt in kledingstoffen. In januari 2010 vonden de volgende
financiële feiten plaats:

Datum Stuknr. Omschrijving Bedrag

3/1 IF 001 Gekocht op rekening bij W. Janson goederen


voor € 2.000
De goederen zijn ontvangen
31/1 K 001 De contante verkopen in januari bedroegen – 20.300
De inkoopwaarde van de verkochte goederen
bedroeg – 14.700
03_p37-50.QXD:01_MP.qxd 08-05-2008 08:38 Pagina 39

3 • Het grootboek en de proef- en saldibalans 39

Gevraagd Verwerk deze financiële feiten in grootboekrekeningen.

Uitwerking 3 januari IF 001


Het gevolg van deze inkoop is dat de hoeveelheid goederen toeneemt met
€ 2.000. De schuld aan crediteuren neemt ook toe met € 2.000.

debet Voorraad goederen credit

Datum Stuknr. Omschrijving Bedrag Datum Stuknr. Omschrijving Bedrag

3-1 IF 001 Inkoop W. Janson € 2.000

debet Crediteuren credit

Datum Stuknr. Omschrijving Bedrag Datum Stuknr. Omschrijving Bedrag

3-1 IF 001 Inkoop W. Janson € 2.000

Bij de rekening Voorraad goederen wordt het bedrag aan de debetzijde


geboekt en bij de rekening Crediteuren aan de creditzijde. Dit heeft alles te
maken met de manier waarop we in hoofdstuk 1 de balans hebben ingevuld:
aan de debetzijde van de balans staan de bezittingen en vorderingen en aan
de creditzijde het eigen vermogen en de schulden.

Het gevolg hiervan is dat:


• als een rekening van bezit (Voorraad goederen) groter wordt, je die reke-
ning moet debiteren. Bezittingen staan immers aan de debetzijde van de
balans;
• als een rekening van schuld (Crediteuren) groter wordt, je die rekening
moet crediteren. Schulden staan immers aan de creditzijde van de balans.

31 januari K 001
Door de contante verkopen in januari is de bezitting Kas toegenomen met
€ 20.300.
De rekening Voorraad goederen is met € 14.700 afgenomen.
Door deze verkoop is het eigen vermogen toegenomen met de brutowinst op
deze verkoop: € 20.300 – € 14.700 = € 5.600.
In hoofdstuk 2 heb je bij het opstellen van de winst-en-verliesrekening de wij-
ziging van het eigen vermogen gesplitst naar oorzaak. Om direct te kunnen
zien waardoor het eigen vermogen is veranderd, ga je die wijziging niet recht-
Hulp- streeks op de grootboekrekening Eigen vermogen boeken. Je gaat gebruik-
rekeningen maken van hulprekeningen van het eigen vermogen.
van het eigen Bij deze verkoop gebruik je de volgende hulprekeningen van het eigen ver-
vermogen mogen: Opbrengst verkopen en Inkoopwaarde verkopen.
03_p37-50.QXD:01_MP.qxd 08-05-2008 08:38 Pagina 40

40 Brugboek bedrijfsadministratie

Door de verkoopopbrengst neemt het eigen vermogen toe met € 20.300. Je


bent wel voor een inkoopwaarde van € 14.700 goederen kwijtgeraakt. Met
dit bedrag neemt het eigen vermogen af. Per saldo is het eigen vermogen dus
met € 5.600 toegenomen.

Samengevat:
Toename eigen vermogen opbrengst verkopen € 20.300
Afname eigen vermogen inkoopwaarde verkopen - 14.700 -/-

Per saldo toename brutowinst € 5.600


eigen vermogen

Op de grootboekrekeningen zijn nu de volgende bedragen verwerkt:

debet Voorraad goederen credit

Datum Stuknr. Omschrijving Bedrag Datum Stuknr. Omschrijving Bedrag

3-1 IF 001 Inkoop € 2.000 31-1 K 001 Contante verkoop € 14.700

debet Kas credit

Datum Stuknr. Omschrijving Bedrag Datum Stuknr. Omschrijving Bedrag

31-1 K 001 Contante verkoop € 20.300

debet Crediteuren credit

Datum Stuknr. Omschrijving Bedrag Datum Stuknr. Omschrijving Bedrag

3-1 IF 001 Inkoop € 2.000

debet Opbrengst verkopen credit

Datum Stuknr. Omschrijving Bedrag Datum Stuknr. Omschrijving Bedrag

31-1 K 001 Contante verkoop € 20.300

debet Inkoopwaarde verkopen credit

Datum Stuknr. Omschrijving Bedrag Datum Stuknr. Omschrijving Bedrag

31-1 K 001 Contante verkoop € 14.700


03_p37-50.QXD:01_MP.qxd 08-05-2008 08:38 Pagina 41

3 • Het grootboek en de proef- en saldibalans 41

De rekening Kas (een rekening van bezit) debiteer je. Bezittingen/vorde-


ringen staan debet op de balans, dus als die toenemen, moet je deze rekening
debiteren. De rekening Voorraad goederen neemt af. Deze bezitting wordt
kleiner. Dan is er maar één mogelijkheid: je moet deze rekening crediteren.

Het eigen vermogen neemt toe met de brutowinst van € 5.600. Je hebt afge-
sproken dat je veranderingen in het eigen vermogen op hulprekeningen van
het eigen vermogen boekt. Dus boek je:

Toename eigen vermogen Opbrengst verkopen credit € 20.300


Afname eigen vermogen Inkoopwaarde verkopen debet € 14.700

Het eigen vermogen staat credit op de balans, dus als het eigen vermogen toe-
neemt, moet je deze rekening crediteren. Dat geldt ook voor de hulprekenin-
gen van het eigen vermogen. Als het eigen vermogen afneemt, moet je deze
hulprekening debiteren. Je kunt nu de regels, die je voortaan gaat gebruiken,
opschrijven. Het zijn er slechts twee, maar je moet ze goed kunnen toepassen.

Boekings- 1. Een rekening van bezit wordt gedebiteerd voor het ontstaan of gro-
regel 1 ter worden van een bezitting.
Een rekening van bezit wordt gecrediteerd voor het kleiner worden
of tenietgaan van een bezitting.
Hetzelfde geldt voor vorderingen.

Boekings- 2. Een rekening van schuld wordt gecrediteerd voor het ontstaan of
regel 2 groter worden van een schuld.
Een rekening van schuld wordt gedebiteerd voor het kleiner worden
of tenietgaan van een schuld.
Hetzelfde geldt voor het eigen vermogen en voor hulprekeningen van
het eigen vermogen.

Boekingsregel 1 en 2 kunnen schematisch als volgt worden weergegeven:

debet Balans credit

Bezittingen/vorderingen Eigen vermogen/schulden

debet Bezittingen/vorderingen credit debet Eigen vermogen/schulden credit

+ – – +

BOEKINGSREGEL 1 BOEKINGSREGEL 2
03_p37-50.QXD:01_MP.qxd 08-05-2008 08:38 Pagina 42

42 Brugboek bedrijfsadministratie

Je moet dus steeds goed opletten aan welke kant van de balans een rekening
staat. De boekingsregels voor de rekeningen aan de debetzijde verschillen
immers van die voor de rekeningen aan de creditzijde.

Voor het bijwerken van hulprekeningen van het eigen vermogen heb je geen
aparte boekingsregel nodig. Hiervoor geldt namelijk dezelfde regel als voor
de grootboekrekening van het eigen vermogen. Boekingsregel 2 wordt dus
ook voor hulprekeningen van het eigen vermogen gebruikt:
• Als het eigen vermogen toeneemt, wordt een hulprekening van het eigen
vermogen gecrediteerd;
• Als het eigen vermogen afneemt, wordt een hulprekening van het eigen
vermogen gedebiteerd.

Boekings- Hulprekeningen van het eigen vermogen gedragen zich dus precies hetzelfde
regel 2 hulp- als de ‘hoofd’rekening Eigen vermogen:
rekeningen
van het eigen Boekingsregel 2
vermogen
debet Hulprekeningen voor het eigen vermogen credit

Eigen vermogen neemt af Eigen vermogen neemt toe

– +

Vijf vragen Bij het toepassen van de boekingsregels beantwoord je eigenlijk steeds een
boekings- vijftal vragen:
regels 1. Welke grootboekrekeningen veranderen?
2. Zijn dit rekeningen van bezit/vordering, schuld of (hulprekeningen
van) het eigen vermogen?
3. Wordt het bezit, de schuld of het eigen vermogen groter of kleiner?
4. Moet de rekening worden gedebiteerd of gecrediteerd?
5. Met welk bedrag verandert elke rekening?

Om deze vragen als hulpmiddel bij de toepassing van de boekingsregels te


kunnen gebruiken, is het handig ze in een invulschema te plaatsen:

Vragen

1 2 3 4 5
debet credit
03_p37-50.QXD:01_MP.qxd 08-05-2008 08:38 Pagina 43

3 • Het grootboek en de proef- en saldibalans 43

De letters en tekens die je in zo’n schema gebruikt, hebben de volgende bete-


kenis:
B = rekening van bezit/vordering;
S = rekening van schuld;
HEV = hulprekening van het eigen vermogen;
+ = wordt groter of ontstaat;
– = wordt kleiner of gaat teniet;
D = debiteren;
C = crediteren.

Als voorbeeld vul je IF 001 van 3 januari in dit schema in:

Vragen

1 2 3 4 5
debet credit

Voorraad goederen B + D € 2.000

Crediteuren S + C € 2.000

Het gebruik van de boekingsregels wordt in een voorbeeld toegelicht.

Voorbeeld 2
Gegeven André Martinez (zie voorbeeld 1) heeft op 1 januari 2010 de volgende balans
samengesteld:

debet Balans van André Martinez per 1 januari 2010 credit

Bestelauto € 14.500 Eigen vermogen € 35.285


Voorraad goederen – 18.345 Crediteuren – 8.540
Bank – 9.560
Kas – 1.420

€ 43.825 € 43.825
03_p37-50.QXD:01_MP.qxd 08-05-2008 08:38 Pagina 44

44 Brugboek bedrijfsadministratie

Gedurende de maand januari 2010 vonden de volgende financiële feiten plaats:

Datum Stuknr. Omschrijving Bedrag

3/1 IF 001 Gekocht op rekening bij W. Janson goederen voor € 2.000


De goederen zijn ontvangen
8/1 B 001 Betaald aan leverancier J. Dalessi – 2.400
10/1 IF 002 Nota in verband met de huur van de standplaats
op de Haagse markt – 1.250
14/1 K 001 Betaald voor benzine – 80
24/1 B 002 Betaald het loon van de verkoopmedewerker – 1.224
31/1 K 002 De contante verkopen in januari bedroegen – 20.300
De inkoopwaarde van de verkochte goederen
bedroeg – 14.700

Gevraagd a. Open de grootboekrekeningen per 1 januari 2010.


b. Geef door invulling van het schema met de boekingsregels aan welke
grootboekrekeningen moeten worden gedebiteerd en gecrediteerd.
c. Verwerk met behulp van het ingevulde schema de financiële feiten in de
grootboekrekeningen.

Uitwerking a. Je gaat voor elke balanspost (= rekening van bezit, schuld en eigen ver-
Openen mogen) een aparte grootboekrekening maken. Bij het openen van de
grootboek- grootboekrekeningen op 1 januari 2010 zul je de bedragen van de balans
rekeningen moeten overnemen. Het meest logisch is om de grootboekrekeningen aan
dezelfde kant te openen als waar ze op de balans staan. Dus:

Rekening van bezit openen aan de debetzijde


Rekening van schuld en eigen vermogen openen aan de creditzijde

debet Balans van André Martinez per 1 januari 2010 credit

Bestelauto € 14.500 Eigen vermogen € 35.285


Voorraad goederen – 18.345 Crediteuren – 8.540
Bank – 9.560
Kas – 1.420

€ 43.825 € 43.825
03_p37-50.QXD:01_MP.qxd 08-05-2008 08:38 Pagina 45

3 • Het grootboek en de proef- en saldibalans 45

debet Bestelauto credit

Datum Stuknr. Omschrijving Bedrag Datum Stuknr. Omschrijving Bedrag

21-1 Van balans € 14.500

debet Voorraad goederen credit

Datum Stuknr. Omschrijving Bedrag Datum Stuknr. Omschrijving Bedrag

1-1 Van balans € 18.345

debet Bank credit

Datum Stuknr. Omschrijving Bedrag Datum Stuknr. Omschrijving Bedrag

1-1 Van balans € 9.560

debet Kas credit

Datum Stuknr. Omschrijving Bedrag Datum Stuknr. Omschrijving Bedrag

1-1 Van balans € 1.420

debet Eigen vermogen credit

Datum Stuknr. Omschrijving Bedrag Datum Stuknr. Omschrijving Bedrag

1-1 Van balans € 35.285

debet Crediteuren credit

Datum Stuknr. Omschrijving Bedrag Datum Stuknr. Omschrijving Bedrag

1-1 Van balans € 8.540

evenwicht

Ook voor het grootboek zal steeds gelden: er is evenwicht.


03_p37-50.QXD:01_MP.qxd 08-05-2008 08:38 Pagina 46

46 Brugboek bedrijfsadministratie

b. Het schema vul je als volgt in (let op dat ook hierbij evenwicht blijft
bestaan tussen de debetzijde en creditzijde):

1 2 3 4 5
debet credit

3-1 IF 001

Voorraad goederen B + D € 2.000

Crediteuren S + C € 2.000

8-1 B 001

Crediteuren S – D € 2.400

Bank B – C € 2.400

10-1 IF 002

Huurkosten HEV – D € 1.250

Crediteuren S + C € 1.250

14-1 K 001

Autokosten HEV – D € 80

Kas B – C € 80

24-1 B 002

Loonkosten HEV – D € 1.224

Bank B – C € 1.224

31-1 K 002

Kas B + D € 20.300

Opbrengst verkopen HEV + C € 20.300

Inkoopwaarde verkopen HEV – D € 14.700

Voorraad goederen B – C € 14.700

evenwicht

c. De financiële feiten worden als volgt in de grootboekrekeningen ver-


werkt:

debet Bestelauto credit

Datum Stuknr. Omschrijving Bedrag Datum Stuknr. Omschrijving Bedrag

1-1 Van balans € 14.500


03_p37-50.QXD:01_MP.qxd 08-05-2008 08:38 Pagina 47

3 • Het grootboek en de proef- en saldibalans 47

debet Voorraad goederen credit

Datum Stuknr. Omschrijving Bedrag Datum Stuknr. Omschrijving Bedrag

1-1 Van balans € 18.345 31-1 K 002 Cont. verkoop jan. € 14.700
3-1 IF 001 Inkoop W. Janson - 2.000

debet Bank credit

Datum Stuknr. Omschrijving Bedrag Datum Stuknr. Omschrijving Bedrag

1-1 Van balans € 9.560 8-1 B 001 Betaald J. Dalessi € 2.400


24-1 B 002 Loon verkoop-
medewerker - 1.224

debet Kas credit

Datum Stuknr. Omschrijving Bedrag Datum Stuknr. Omschrijving Bedrag

1-1 Van balans € 1.420 14-1 K 001 Benzine € 80


31-1 K 002 Cont. verkopen - 20.300

debet Eigen vermogen credit

Datum Stuknr. Omschrijving Bedrag Datum Stuknr. Omschrijving Bedrag

1-1 Van balans € 35.285

debet Crediteuren credit

Datum Stuknr. Omschrijving Bedrag Datum Stuknr. Omschrijving Bedrag

8-1 B 001 Betaald J. Dalessi € 2.400 1-1 Van balans € 8.540


3-1 IF 001 Inkoop W. Janson - 2.000
10-1 IF 002 Huurnota januari - 1.250

debet Huurkosten credit

Datum Stuknr. Omschrijving Bedrag Datum Stuknr. Omschrijving Bedrag

10-1 IF 002 Huurnota januari € 1.250

debet Loonkosten credit

Datum Stuknr. Omschrijving Bedrag Datum Stuknr. Omschrijving Bedrag

24-1 B 002 Loon verkoop-


medewerker € 1.224
03_p37-50.QXD:01_MP.qxd 08-05-2008 08:38 Pagina 48

48 Brugboek bedrijfsadministratie

debet Autokosten credit

Datum Stuknr. Omschrijving Bedrag Datum Stuknr. Omschrijving Bedrag

14-1 K 001 Benzine € 80

debet Opbrengst verkopen credit

Datum Stuknr. Omschrijving Bedrag Datum Stuknr. Omschrijving Bedrag

31-1 K 002 Contante verkoop € 20.300

debet Inkoopwaarde verkopen credit

Datum Stuknr. Omschrijving Bedrag Datum Stuknr. Omschrijving Bedrag

31-1 K 002 Contante verkoop € 14.700

evenwicht

3.3 De proef- en saldibalans

Zowel bij het openen van het grootboek als bij het verwerken van de finan-
ciële feiten in het grootboek heb je ervoor gezorgd dat het evenwicht tussen
de debet- en creditzijde wordt gehandhaafd. Toch is het heel goed mogelijk
dat bij het verwerken van deze bedragen in het grootboek iets fout is gegaan:
• je kunt een bedrag aan de verkeerde kant boeken (bijvoorbeeld aan de
creditzijde in plaats van de debetzijde);
• je kunt het verkeerde bedrag op een grootboekrekening boeken;
• je kunt vergeten een bedrag op een grootboekrekening te boeken;
• je kunt een bedrag op de verkeerde grootboekrekening boeken.

Allemaal foutjes die snel gemaakt worden. In de eerste drie gevallen zal er
geen evenwicht meer bestaan tussen de totaaltelling van het grootboek aan
de debet- en de creditzijde. Daarom is het verstandig om na het bijwerken van
het grootboek even de proef op de som te nemen. Dat doe je door een over-
zicht te maken waarop je kunt zien of je niet één van de eerste drie fouten
hebben gemaakt bij het bijwerken van het grootboek. Dit overzicht heet de
Proefbalans proefbalans en is de volgende stap in het boekhoudkundig model.

Voorbeeld 3
Gegeven Het bijgewerkte grootboek over de maand januari 2010 van André Martinez
(zie uitwerking voorbeeld 2).

Gevraagd Stel de proefbalans per 31 januari 2010 samen.


03_p37-50.QXD:01_MP.qxd 08-05-2008 08:38 Pagina 49

3 • Het grootboek en de proef- en saldibalans 49

Uitwerking Op de proefbalans wordt van elke grootboekrekening de totaaltelling van


zowel de debet- als de creditzijde geplaatst.

PROEFBALANS
nr grootboekrekening debet credit

1 Bestelauto € 14.500
2 Voorraad goederen – 20.345 € 14.700
3 Bank – 9.560 – 3.624
4 Kas – 21.720 – 80
5 Eigen vermogen – 35.285
6 Crediteuren – 2.400 – 11.790
7 Huurkosten – 1.250
8 Loonkosten – 1.224
9 Autokosten – 80
10 Opbrengst verkopen – 20.300
11 Inkoopwaarde verkopen – 14.700

Totaal € 85.779 € 85.779

De telling van de proefbalans geeft je een controlemiddel over het bijwerken


van het grootboek. Als de telling van de proefbalans in evenwicht is, kun je
vaststellen dat het grootboek ook in evenwicht is.

Nadat de proefbalans is samengesteld, kun je de volgende stap zetten in het


Saldibalans boekhoudkundig model: het samenstellen van de saldibalans. Hiervoor ga je
van elke grootboekrekening die is vermeld op de proefbalans het saldo bepa-
len. Dit doe je door steeds het verschil te nemen tussen het debet- en credit-
bedrag van een grootboekrekening. Een debetsaldo plaats je aan de debet-
zijde van de saldibalans, een creditsaldo aan de creditzijde.

Voorbeeld 4
Gegeven De proefbalans per 31 januari 2010 van André Martinez (zie de uitwerking
van voorbeeld 3).

Gevraagd Stel de saldibalans per 31 januari 2010 samen.


03_p37-50.QXD:01_MP.qxd 08-05-2008 08:38 Pagina 50

50 Brugboek bedrijfsadministratie

Uitwerking PROEFBALANS SALDIBALANS


nr. grootboekrekening debet credit debet credit

1 Bestelauto € 14.500 € 14.500


2 Voorraad goederen – 20.345 € 14.700 – 5.645
3 Bank – 9.560 – 3.624 – 5.936
4 Kas – 21.720 – 80 – 21.640
5 Eigen vermogen – 35.285 € 35.285
6 Crediteuren – 2.400 – 11.790 – 9.390
7 Huurkosten – 1.250 – 1.250
8 Loonkosten – 1.224 – 1.224
9 Autokosten – 80 – 80
10 Opbrengst verkopen – 20.300 – 20.300
11 Inkoopwaarde
verkopen – 14.700 – 14.700

Totaal € 85.779 € 85.779 € 64.975 € 64.975

3.4 Dubbel boekhouden

Dubbel De boekhoudmethode die je in dit hoofdstuk hebt gezien, wordt dubbel


boekhouden boekhouden genoemd. Bij dubbel boekhouden gebruik je het grootboek. De
eindbalans stel je samen aan de hand van het grootboek. De veranderingen in
het eigen vermogen houd je op twee manieren bij:
1. Je houdt de veranderingen in de bezittingen en schulden bij. Hierdoor kun
je het eigen vermogen als volgt bepalen:
Eigen vermogen = bezittingen – schulden
2. Op de hulprekeningen van het eigen vermogen houd je de oorzaken bij
van de veranderingen in het eigen vermogen. Door deze veranderingen te
noteren, houd je de wijziging in de omvang van het eigen vermogen bij.

Begrippenlijst

Boekingsregels Regels voor het bijhouden van grootboekrekenin-


gen.

Grootboek Verzameling van grootboekrekeningen.

Grootboekrekening Rekening waarop de veranderingen in een bepaal-


de bezitting, schuld, opbrengst, kosten of in het
eigen vermogen op een overzichtelijke manier
worden bijgehouden.
04_p51-62.QXD:01_MP.qxd 08-05-2008 09:06 Pagina 51

4 Het journaal

4.1 Het rekeningenschema

In het vorige hoofdstuk heb je niet heel veel grootboekrekeningen gebruikt.


Bij de boekhouding van André Martinez kun je met 11 grootboekrekeningen
volstaan. In de praktijk is het echter niets bijzonders als er meer dan 100
grootboekrekeningen in een boekhouding voorkomen.

Het belangrijkste doel van de boekhouding is informatie verstrekken. Om die


informatie zo gedetailleerd mogelijk te kunnen verstrekken, zal het vaak nodig
zijn veel grootboekrekeningen te gebruiken. Het is dan wel verstandig om de
grootboekrekeningen logisch te groeperen. Een bekend systeem hiervoor is
Decimale het decimale rekeningenstelsel. Bij dit rekeningenstelsel worden gelijksoorti-
rekeningen- ge grootboekrekeningen in groepen bij elkaar geplaatst. Uitgangspunt bij deze
stelsel groepsgewijze indeling vormt de samenstelling van de balans en winst-en-ver-
liesrekening, die je in hoofdstuk 1 en 2 hebt leren kennen.

De balans kent de volgende indeling:

debet Balans credit

Vaste activa € Eigen vermogen €


Vlottende activa – Langlopende schulden –
Kortlopende schulden –

€ €

De winst-en-verliesrekening ziet er zo uit:

Winst-en-verliesrekening

Opbrengst verkopen €
Inkoopwaarde verkopen – -/-

Brutowinst €
Bedrijfskosten – -/-

Nettowinst €
04_p51-62.QXD:01_MP.qxd 08-05-2008 09:06 Pagina 52

52 Brugboek bedrijfsadministratie

Op de balans en winst-en-verliesrekening zijn gelijksoortige grootboekreke-


ningen al bij elkaar geplaatst. Dit leidt tot de volgende indeling van groot-
boekrekeningen over het decimale rekeningenstelsel:

Rubriek 0: Rekeningen voor vaste activa, eigen vermogen en langlopende


schulden (balansrekeningen);
Rubriek 1: Rekeningen voor vlottende activa (exclusief de voorraden) en
kortlopende schulden, oftewel de financiële rekeningen (balans-
rekeningen);
Rubriek 2: Tussenrekeningen (balansrekeningen);
Rubriek 4: Kostenrekeningen (winst-en-verliesrekeningen);
Rubriek 7: Voorraadrekeningen (balansrekeningen);
Rubriek 8: Verkooprekeningen (winst-en-verliesrekeningen);
Rubriek 9: Rekeningen van overige resultaten en de winst-en-verliesrekening.

Balans- De rubrieken 0, 1, 2 en 7 bevatten de balansrekeningen:


rekeningen • Rubriek 0 bevat alle productiemiddelen die meer dan één productiepro-
ces meegaan (de vaste activa) en vermogen dat permanent (eigen vermo-
gen) of voor langere termijn (langlopende schulden) in de onderneming
aanwezig zal zijn.
• Rubriek 1 wordt ook vaak de rubriek met de financiële rekeningen ge-
noemd. Als je in deze categorie de voorraden (rubriek 7) niet meeneemt,
blijven er inderdaad alleen grootboekrekeningen over waarop financiële
waarden worden verantwoord, zoals Kas, Bank, Debiteuren en Crediteuren.
• Rubriek 2 bevat tussenrekeningen, die je verderop in dit boek pas gaat
invoeren.

De rubrieken 4, 8 en 9 bevatten de hulprekeningen van het eigen vermogen


Winst-en- die op de winst-en-verliesrekening komen:
verlies- • In rubriek 4 worden de bedrijfskosten gegroepeerd naar kostensoorten.
rekening • In rubriek 8 wordt de brutowinst op de verkopen vastgesteld. In deze
rubriek vind je o.a. de grootboekrekeningen Opbrengst verkopen en
Inkoopwaarde verkopen.
• Rubriek 9 wordt gebruikt om de winst-en-verliesrekening samen te stellen.
In deze rubriek komen ook resultaten die je niet in rubriek 4 of 8 kunt plaat-
sen. Een voorbeeld hiervan vormt de grootboekrekening Incidentele win-
sten en verliezen. Deze rekening wordt gebruikt bij een incidenteel resultaat,
zoals verkoop van een buiten gebruik gesteld duurzaam productiemiddel.

Rubriek 3 (Voorraden grond- en hulpstoffen), rubriek 5 (Verdeling indirecte


kosten) en rubriek 6 (Fabricagerekening) gebruik je nog niet. Deze drie
rubrieken bevatten grootboekrekeningen die nodig zijn bij industriële onder-
nemingen. Je komt in in dit boek echter uitsluitend de boekhouding van han-
delsondernemingen tegen.

Het decimale rekeningenstelsel zul je vanaf nu steeds gebruiken als je met


grootboekrekeningen te maken hebt. Dat betekent eigenlijk dat je er niet bui-
ten kunt, want een boekhouding zonder grootboekrekeningen bestaat niet.

You might also like