Professional Documents
Culture Documents
BBBA Theorie H3
BBBA Theorie H3
Stel je voor dat je na elk financieel feit een nieuwe balans zou moeten maken.
In hoofdstuk 2 heb je al ervaren wat het betekent als er sprake is van een
beperkt aantal financiële feiten in een maand. In de praktijk is het heel nor-
maal dat er per dag meer dan honderd financiële feiten plaatsvinden. Het zou
dan heel tijdrovend zijn om na elk financieel feit een nieuwe balans te maken.
Boekhoud- Om efficiënter te kunnen werken, ga je gebruikmaken van een boekhoud-
kundig model kundig model.
Beginbalans
Financiële
Grootboek
Grootboek feiten
Proef-
Proef- en
en
saldibalans
saldibalans
Winst-en-
verlies- Eindbalans
rekening
Als je dit schema bekijkt, dan zie je vier bekende onderdelen: de beginbalans,
de financiële feiten, de winst-en-verliesrekening en de eindbalans. Er zitten
twee nieuwe onderdelen in:
03_p37-50.QXD:01_MP.qxd 08-05-2008 08:38 Pagina 38
38 Brugboek bedrijfsadministratie
1. het grootboek;
2. de proef- en saldibalans.
Voorbeeld 1
Gegeven André Martinez is marktkoopman en heeft een vaste plek op de Haagse
markt. Hij handelt in kledingstoffen. In januari 2010 vonden de volgende
financiële feiten plaats:
31 januari K 001
Door de contante verkopen in januari is de bezitting Kas toegenomen met
€ 20.300.
De rekening Voorraad goederen is met € 14.700 afgenomen.
Door deze verkoop is het eigen vermogen toegenomen met de brutowinst op
deze verkoop: € 20.300 – € 14.700 = € 5.600.
In hoofdstuk 2 heb je bij het opstellen van de winst-en-verliesrekening de wij-
ziging van het eigen vermogen gesplitst naar oorzaak. Om direct te kunnen
zien waardoor het eigen vermogen is veranderd, ga je die wijziging niet recht-
Hulp- streeks op de grootboekrekening Eigen vermogen boeken. Je gaat gebruik-
rekeningen maken van hulprekeningen van het eigen vermogen.
van het eigen Bij deze verkoop gebruik je de volgende hulprekeningen van het eigen ver-
vermogen mogen: Opbrengst verkopen en Inkoopwaarde verkopen.
03_p37-50.QXD:01_MP.qxd 08-05-2008 08:38 Pagina 40
40 Brugboek bedrijfsadministratie
Samengevat:
Toename eigen vermogen opbrengst verkopen € 20.300
Afname eigen vermogen inkoopwaarde verkopen - 14.700 -/-
Het eigen vermogen neemt toe met de brutowinst van € 5.600. Je hebt afge-
sproken dat je veranderingen in het eigen vermogen op hulprekeningen van
het eigen vermogen boekt. Dus boek je:
Het eigen vermogen staat credit op de balans, dus als het eigen vermogen toe-
neemt, moet je deze rekening crediteren. Dat geldt ook voor de hulprekenin-
gen van het eigen vermogen. Als het eigen vermogen afneemt, moet je deze
hulprekening debiteren. Je kunt nu de regels, die je voortaan gaat gebruiken,
opschrijven. Het zijn er slechts twee, maar je moet ze goed kunnen toepassen.
Boekings- 1. Een rekening van bezit wordt gedebiteerd voor het ontstaan of gro-
regel 1 ter worden van een bezitting.
Een rekening van bezit wordt gecrediteerd voor het kleiner worden
of tenietgaan van een bezitting.
Hetzelfde geldt voor vorderingen.
Boekings- 2. Een rekening van schuld wordt gecrediteerd voor het ontstaan of
regel 2 groter worden van een schuld.
Een rekening van schuld wordt gedebiteerd voor het kleiner worden
of tenietgaan van een schuld.
Hetzelfde geldt voor het eigen vermogen en voor hulprekeningen van
het eigen vermogen.
+ – – +
BOEKINGSREGEL 1 BOEKINGSREGEL 2
03_p37-50.QXD:01_MP.qxd 08-05-2008 08:38 Pagina 42
42 Brugboek bedrijfsadministratie
Je moet dus steeds goed opletten aan welke kant van de balans een rekening
staat. De boekingsregels voor de rekeningen aan de debetzijde verschillen
immers van die voor de rekeningen aan de creditzijde.
Voor het bijwerken van hulprekeningen van het eigen vermogen heb je geen
aparte boekingsregel nodig. Hiervoor geldt namelijk dezelfde regel als voor
de grootboekrekening van het eigen vermogen. Boekingsregel 2 wordt dus
ook voor hulprekeningen van het eigen vermogen gebruikt:
• Als het eigen vermogen toeneemt, wordt een hulprekening van het eigen
vermogen gecrediteerd;
• Als het eigen vermogen afneemt, wordt een hulprekening van het eigen
vermogen gedebiteerd.
Boekings- Hulprekeningen van het eigen vermogen gedragen zich dus precies hetzelfde
regel 2 hulp- als de ‘hoofd’rekening Eigen vermogen:
rekeningen
van het eigen Boekingsregel 2
vermogen
debet Hulprekeningen voor het eigen vermogen credit
– +
Vijf vragen Bij het toepassen van de boekingsregels beantwoord je eigenlijk steeds een
boekings- vijftal vragen:
regels 1. Welke grootboekrekeningen veranderen?
2. Zijn dit rekeningen van bezit/vordering, schuld of (hulprekeningen
van) het eigen vermogen?
3. Wordt het bezit, de schuld of het eigen vermogen groter of kleiner?
4. Moet de rekening worden gedebiteerd of gecrediteerd?
5. Met welk bedrag verandert elke rekening?
Vragen
1 2 3 4 5
debet credit
03_p37-50.QXD:01_MP.qxd 08-05-2008 08:38 Pagina 43
Vragen
1 2 3 4 5
debet credit
Crediteuren S + C € 2.000
Voorbeeld 2
Gegeven André Martinez (zie voorbeeld 1) heeft op 1 januari 2010 de volgende balans
samengesteld:
€ 43.825 € 43.825
03_p37-50.QXD:01_MP.qxd 08-05-2008 08:38 Pagina 44
44 Brugboek bedrijfsadministratie
Uitwerking a. Je gaat voor elke balanspost (= rekening van bezit, schuld en eigen ver-
Openen mogen) een aparte grootboekrekening maken. Bij het openen van de
grootboek- grootboekrekeningen op 1 januari 2010 zul je de bedragen van de balans
rekeningen moeten overnemen. Het meest logisch is om de grootboekrekeningen aan
dezelfde kant te openen als waar ze op de balans staan. Dus:
€ 43.825 € 43.825
03_p37-50.QXD:01_MP.qxd 08-05-2008 08:38 Pagina 45
evenwicht
46 Brugboek bedrijfsadministratie
b. Het schema vul je als volgt in (let op dat ook hierbij evenwicht blijft
bestaan tussen de debetzijde en creditzijde):
1 2 3 4 5
debet credit
3-1 IF 001
Crediteuren S + C € 2.000
8-1 B 001
Crediteuren S – D € 2.400
Bank B – C € 2.400
10-1 IF 002
Crediteuren S + C € 1.250
14-1 K 001
Autokosten HEV – D € 80
Kas B – C € 80
24-1 B 002
Bank B – C € 1.224
31-1 K 002
Kas B + D € 20.300
evenwicht
1-1 Van balans € 18.345 31-1 K 002 Cont. verkoop jan. € 14.700
3-1 IF 001 Inkoop W. Janson - 2.000
48 Brugboek bedrijfsadministratie
evenwicht
Zowel bij het openen van het grootboek als bij het verwerken van de finan-
ciële feiten in het grootboek heb je ervoor gezorgd dat het evenwicht tussen
de debet- en creditzijde wordt gehandhaafd. Toch is het heel goed mogelijk
dat bij het verwerken van deze bedragen in het grootboek iets fout is gegaan:
• je kunt een bedrag aan de verkeerde kant boeken (bijvoorbeeld aan de
creditzijde in plaats van de debetzijde);
• je kunt het verkeerde bedrag op een grootboekrekening boeken;
• je kunt vergeten een bedrag op een grootboekrekening te boeken;
• je kunt een bedrag op de verkeerde grootboekrekening boeken.
Allemaal foutjes die snel gemaakt worden. In de eerste drie gevallen zal er
geen evenwicht meer bestaan tussen de totaaltelling van het grootboek aan
de debet- en de creditzijde. Daarom is het verstandig om na het bijwerken van
het grootboek even de proef op de som te nemen. Dat doe je door een over-
zicht te maken waarop je kunt zien of je niet één van de eerste drie fouten
hebben gemaakt bij het bijwerken van het grootboek. Dit overzicht heet de
Proefbalans proefbalans en is de volgende stap in het boekhoudkundig model.
Voorbeeld 3
Gegeven Het bijgewerkte grootboek over de maand januari 2010 van André Martinez
(zie uitwerking voorbeeld 2).
PROEFBALANS
nr grootboekrekening debet credit
1 Bestelauto € 14.500
2 Voorraad goederen – 20.345 € 14.700
3 Bank – 9.560 – 3.624
4 Kas – 21.720 – 80
5 Eigen vermogen – 35.285
6 Crediteuren – 2.400 – 11.790
7 Huurkosten – 1.250
8 Loonkosten – 1.224
9 Autokosten – 80
10 Opbrengst verkopen – 20.300
11 Inkoopwaarde verkopen – 14.700
Voorbeeld 4
Gegeven De proefbalans per 31 januari 2010 van André Martinez (zie de uitwerking
van voorbeeld 3).
50 Brugboek bedrijfsadministratie
Begrippenlijst
4 Het journaal
€ €
Winst-en-verliesrekening
Opbrengst verkopen €
Inkoopwaarde verkopen – -/-
Brutowinst €
Bedrijfskosten – -/-
Nettowinst €
04_p51-62.QXD:01_MP.qxd 08-05-2008 09:06 Pagina 52
52 Brugboek bedrijfsadministratie