PEH15VC 3-3-2016 VOORBEREIDING Ik heb een veel duidelijker beeld gekregen van de groep. Dit komt omdat de groepstypering helemaal af is. Ik heb dit document helemaal uitgewerkt. Ik heb veel vragen aan mijn mentor gesteld, gesprekken met mijn mentor gehad, observaties in de klas gedaan, sociogram en klimaatschaal afgenomen in de klas, groepsplannen ingekeken, het leerlingvolgsysteem en gegevens bekeken. Ik heb nu een beter zicht gekregen op de klas. Hierdoor weet ik beter hoe het er in de klas aan toe gaat. Zo kan ik mijn beginsituaties in de lesvoorbereidingen hier op toepassen. CONCLUSIES VAN DE GROEP Na deze velen gegevens en observaties gezien te hebben kan ik een aantal conclusies formuleren. Groep 7 is een erg leuke klas. Het is gezellig, er is tijd voor humor en de kinderen kunnen elkaar in hun waarde laten. Volgens het boek otnwikkeling in de groep, hoofstuk 2; vorming, zijn er bepaalde 'Fases van groepsvorming'. Dit zijn de volgende fases; Forming; kenismaking, informatie vergaren Storming; Wie is de leider? positie bepaling Norming; Groepsdoel en groepsregels vaststellen Performing; werken aan groepsdoel, leerklimaat Transforming/ Termination; Nieuwe groep, einde van de huidige groep Deze groep 7 zit in de fase van Performing. Ze werken aan een groepsdoel en leerklimaat. Je ziet dat de kinderen het fijn vinden als er een fijne sfeer in de klas is. Je merkt dat de kinderen elkaar willen helpen en ook de juf. Ze willen er samen uitkomen wanneer er onenigheden zijn. Natuurlijk is er wel eens wat mot in de klas, dit komt vooral na het voetballen. Meestal doen de kinderen jongens tegen de meisjes tijdens het buiten spelen. Er is dan altijd een scheidsrechter. Dit kind heeft een fluitje en een rode en gele kaart, dit kind bepaald wie er niet goed mee doet. Als de pauze is afgelopen en de kinderen lopen weer naar binnen is er vaak nog onderling wat gesteggel. Vaak word hier nog even over gediscussieerd maar wordt het daarna alweer vergeten heb ik het idee. Het is een groep die goed kan werken als daar om gevraagd wordt. Ze werken dan zelfstandig hard aan de opdrachten. Tijdens het samenwerken hebben de kinderen meer moeite met fluisteren. Ze zijn dan enthousiast bezig of zijn aan het praten. Hiervoor hebben ze een regel "NOISE". Wanneer ze niet fluisteren of zachtjes aan het werk zijn gaat er een letter af. Ze hebben dus eigenlijk 3 kansen, dan komt er "NO" te staan. Dit
betekend dat ze dan niet meer mogen samenwerken en zelfstandig verder
moeten werken. DOELEN De doelen die ik met deze kinderen wil bereiken is dat de kinderen ook goed kunnen samenwerken met iedereen. Ook kunnen dit soms kinderen zijn waar ze liever niet zo graag mee samenwerken. Uit het sociogram is bijvoorbeeld gebleken dat veel jongens en meisjes niet met elkaar willen samen werken. In dit geval maakt het nog niet eens zoveel uit welke meisjes dat bijvoorbeeld zijn. Ik zat naast de kinderen terwijl zij het sociogram gingen invullen. Veel jongens zeiden dan bijvoorbeeld bij de vraag; 'Met welke kinderen wil je liever niet samen werken?' of ze ook meisjes in mochten vullen? Ik vroeg dan 'hoezo, werk je liever niet met meisjes samen?'. De jongens zeiden dan meestal nee liever niet en kruisten eigenlijk gewoon de eerst volgende meisjes aan. Het ging hier dus meer om het werken met meisjes dan het specifiek kiezen van een bepaald kind. De theorie die hier zich er toe verleend staat duidelijk vermeld in het boek 'ontwikkeling in de groep'. Als het gaat om het waarnemen van andere mensen spreken we van sociale categorisatie. Een van de meest basale sociale categorisaties die we maken is de indeling in wij en zij, bijvoorbeeld wij meisjes tegen over de jongens. De categorie of groep waartoe mensen zichzelf rekenen wordt in de literatuur de ingroup (wij) genoemd. De categorie waartoe zij zich niet rekenen wordt de outgroup (zij) genoemd. WERKVORMEN Ik kijk naar verschillende werkvormen op het gebied van samenwerken. Hiermee ga ik aan de slag tijdens het geven van mijn lessen. Denk hierbij aan samenwerken in groepjes, samenwerken in tweetallen en samenwerken met heel de klas. Ook kan dit weer op verschillende manieren, zoals; werkend leren, ontdekkend leren en ervarend leren. THEORIE De theorie die ik gekozen heb om meer informatie te verzamelen voor deze overdenking is uit het boek van ontwikkeling in de groep. 66yb Samenwerken Om tot een goede groepsprestatie te komen, is het van belang dat er goed wordt samengewerkt en dat de groepsleden ook graag willen samenwerken met elkaar. Juist in deze fase van de groepsontwikkeling speelt samenwerken een grote rol. In iedere groep moet worden samengewerkt. Johnson en Johnson noemen een aantal factoren die effectieve samenwerking binnen groepen volwassenen mogelijk maken. - Positief afhankelijkheid - Individuele aansprakelijkheid en groepsverantwoordelijkheid
- Directe en positieve interactie
- Adequaat gebruik van sociale vaardigheden - Groepsreflectie De contacthypothese stelt dat onder bepaalde voorwaarden direct contact tussen leden van rivaliserende groepen de stereotypen, vooroordelen en discriminatie zal verminderen. De volgende vijf criteria zijn noodzakelijke voorwaarden waaraan voldaan moet worden om stereotypen, vooroordelen en discriminatie tussen twee groepen te verminderen. - Gelijkwaardige status Het contact moet plaatsvinden in een omgeving waarin beide groepen dezelfde status genieten. - Wederzijdse afhankelijkheid De groepen moeten elkaar nodig hebben om een doel te bereiken dat voor iedereen belangrijk is (bijvoorbeeld een noodsituatie waarbij iedereen moet samenwerken om het probleem op te lossen). Samenwerken stimuleert de ontwikkeling van empathie. - Gemeenschappelijk doel - Informele, persoonlijke interactie Het contact moet persoonlijk interacties tussen de individuele leden van beide groepen mogelijk maken. Hierdoor zal de outgroup als minder homogeen ervaren worden. - Sociale gelijkheidsnormen De sociale normen moeten groepsinteractie stimuleren. Het sociale klimaat moet bemoedigend en positief zijn. Als de begeleider acceptatie en tolerantie als norm voor de groep stelt, motiveert dat de leden om contact met outgroepleden te zoeken. LITERATUURLIJST Luitjes, m, & Zeeuw-Jans, I. de. (2014). Ontwikkeling in de groep. Bussum, Nederland: Coutinho