Les Spelling Woorden Race

You might also like

Download as doc, pdf, or txt
Download as doc, pdf, or txt
You are on page 1of 13

Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven

Bron: Didactisch model van Gelder


Student(e)
Kim Wouters
Klas
PEH15VA
Stageschool De Atalanta
Plaats
Eindhoven
Vak- vormingsgebied: Spelling
Speelwerkthema / onderwerp: spellen, woorden race

Mentor
Datum
Groep
Aantal lln

Joreen Smits
16-3-2016
6
19

Persoonlijk leerdoel:
Orde houden en grenzen aangeven:
- Ik kan de opdracht duidelijk uitleggen zodat de leerlingen weten wat er van hen verwacht wordt en de les gestructureerd verloopt.
- Ik kan onrust in de kiem smoren door op tijd aan te geven wanneer het volume omlaag moet
- Ik kan de aandacht van de klas trekken door effectieve leraar communicatie toe te passen, denk aan klappen in de handen, hand in de lucht, knippen in
vingers, positief gedrag benoemen.
Lesdoel(en):
Evaluatie van lesdoelen:
Kerndoel: 11
Leerlijn: spelling
De leerlingen kijken samen met hun groepje klassikaal met mij de antwoorden na. Ik laat
De leerlingen herhalen de woorden uit de woordenschatlijst.
de woorden op het digibord zien en bespreek de moeilijkheden van de woorden.
Ze testen of zij de spellen van deze woorden al goed kennen en beheersen. De leerlingen noteren het aantal fouten per categorie om er zo achter te komen welke
Het gaat om de verkleinwoorden tje, -pje, -etje, -nkje, -aatje/ -ootje/ -uutje, categorien zij al beheersen en welke nog niet helemaal.
chefwoorden, cadeauwoorden, en cafwoorden.
Aan het einde van de les controleren zij hun kennis door na de
Aan het einde van de les reflecteren ze ook hoe de samenwerking ging en wat er wel
woordenrace hun fouten met elkaar te vergelijken.
prettig ging en wat niet.
In deze les oefenen de leerlingen het samenwerken door middel van het
vormen van een team en samen te kijken naar fouten.
Het lesdoel is behaald, de leerlingen kennen alle woorden goed en het samenwerken in
gemixte groepjes ging goed.
Aan het einde van de les kunnen de leerlingen dus aangeven welke
categorien zij al beheersen en welke zij nog moeilijk vinden.

Beginsituatie:
Voorkennis
In de klas zitten 19 leerlingen, 11 meisjes en 8 jongens.
De leerlingen kunnen over het algemeen goed samenwerken maar hebben wel moeite met gemixte groepjes (jongs/ meisjes)
De leerlingen zijn afgelopen weken bezig geweest met woordenlijsten van verkleinwoorden, chefwoorden, cadeauwoorden en cafwoorden.
Zij hebben dit veel geoefend in de klas a.d.h.v de taal methode en ze hebben er verschillende dictees over gemaakt.
Deze woorden kunnen de leerlingen koppelen aan hun woordcategorien.
Er zijn een aantal leerlingen in de klas die waarschijnlijk dyslexie hebben.
Actuele betrokkenheid
Tijdens deze les is mijn mentor niet aanwezig omdat zij gymles geeft aan groep 7.
De leerkracht van groep 7 is dan bij ons in de klas.
Op de planning staat normaal gesproken spelling uit de werkboeken, dit is een andere werkvorm dan de leerlingen gewend zijn.
Werkvorm
De leerlingen zijn niet bekend met deze werkvorm.
Normaal gesproken maken zij een dictee in toets opstelling (tafels uit elkaar).
De juf leest dan de zin voor en haalt er een woord uit, de leerlingen zeggen dit woord hard op en noteren het dan in hun werkboek.
Lesverloop
Tijd

Leerinhoud

Intro
5 min

Instructie

Didactische handelingen
Leraar
- Ik leg uit hoe de opdracht werkt:
- We maken 5 groepjes van 3
En 2 groepjes van 2 in het midden
van het lokaal.
- Ik vertel dat ik een lijst met 10
woorden ga ophangen aan de deur
en wat de leerlingen daarmee
moeten gaan doen.
- Ik maak groepjes.
Ik zorg ervoor dat binnen de
groepjes jongens/meisjes gemixt
zijn.

Leeractiviteit
leergedrag leerling(en)
- De leerlingen luisteren naar de instructie
- De leerlingen kunnen evt. vragen stellen
- Twee leerlingen lopen naar de tafel van het andere
teamlid
- De leerlingen pakken pen en papier en maken
onderlinge afspraken over het verdelen van de
taken.

Materialen / Organisatie
De groepjes gaan bij de
tafel van 1 teamlid staan

Kern
6 min

Woorden
onthouden
Spellen
Samenwerken

Ik zet een timer klaar


Ik geef het start sein

Afsluiting
5 min

Nakijken

Wat kan ik al
wat nog niet?

reflecteren

(extra)

Nog een keer?

Ik laat de woorden op het digibord


zien.
Per woord bespreek ik kort met de
klas wat voor woord het is en wat er
bijzonder is aan dat woord.
Welke woorden vonden jullie
moeilijk/ makkelijk?
Ik vraag hoe het samenwerken ging.
Als de opdracht de eerste keer
aansloeg bij de groep en de
leerlingen er iets van opstaken
kunnen we het nog een keer doen
met 10 andere woorden.
De groepjes blijven hetzelfde maar
dit keer mag er iemand anders
schrijven.
Of het nog een keer kan hangt af
van de tijd en de leerlingen.

Per groepje loopt 1 leerling naar het woordenvel.


Hij/zij onthoud het woord en loopt terug naar
zijn/haar groepje.
Hij/zij spelt het woord letter voor letter voor het
groepslid dat de woorden opschrijft.
Er mogen geen hele woorden genoemd worden,
alleen spellen!
Als het woord opgeschreven is mag het volgende
groepslid gaan lopen.
Als de tijd om is leggen de leerlingen hun pen neer
en mag er niet meer gesproken worden.
De leerlingen kijken zelf de opgeschreven woorden
na.
De leerlingen benoemen wat voor woord het is en
wat er bijzonder is aan dat woord.
De leerlingen noteren het aantal fouten per
categorie.
Vertellen welke woorden moeilijk of makkelijk waren.
De leerlingen reflecteren over de samenwerking
binnen de groep.

Timer: 6 minuten
Pen en papier
10 woorden

De opgeschreven woorden
De 10 woorden op het
digibord

Toelichting

B1. Leerdoelen stellen


3.4 passend leerinhouden
vanuit leerlijnen
3.11 Leerprocessen
observeren en registreren

Welke keuze(s) heb je in dit opzicht


gemaakt?

Waarom heb je deze keuze(s) gemaakt?

Ik heb gekeken naar de kerndoelen van


spelling op tule.slo.

Op TULE staat de inhoud van de leerlijn


beschreven: Ze leren woorden spellen met de
stomme e: naast verkleiningsuitgangen -je,
-tje, -pje, -etje, voorvoegsels ge-, be-, ver-, te-,
lidwoorden de, het, een en uitgangen -en, -em,
-er, -el, -es, -et ook achtervoegsels -ig, -lijk
(aardig, gevaarlijk).

Ik heb de woordcategorien besproken


met mijn mentor.
Ik heb de leerprocessen geobserveerd
door het dictee klassikaal na te kijken en
te vragen naar het aantal fouten, en
welke fouten er waren gemaakt.

Mijn mentor heeft mij de beginsituatie van de


klas verteld vanuit daar kon ik woorden
selecteren die de leerlingen moesten gaan
spellen.
Zo kwam ik er achter welke categorieen de
leerlingen al beheersen en welke nog niet.
In Portaal (2014) is te lezen wat voor woorden
je moet gebruiken in een dictee. Namelijk: er
worden alleen woorden en zinnen gebruiikt die
aan de orde zijn geweest en waarvan de leraar
kan verwachten dat leerlingen ze correct
kunnen schrijven.

B3. Leeractiviteiten
begeleiden
2.6 Samenwerking,
zelfredzaamheid

De leerlingen moesten als team


samenwerken tijdens deze activiteit.

Dat sluit aan bij het doel van OGP 3:


samenwerkend leren. Het sluit ook aan bij het
doel uit de overdenking van mijn groep, dat
jongens en meisjes beter moeten leren
samenwerken.
Luitjes en de Zeeuw-Jans (2015) zeggen dat
wanneer een groep een gezamenlijk doel
heeft, de onderlinge vijandigheid zal worden

A3. Leiding geven aan het


groepsproces

Ik heb de groepjes gemaakt via Gynzy


(digibord programma die willekeurig
groepjes samenstelt)

1.1 zicht op groepjes


leerlingen
1.3 effectieve
leerkrachtcommunicatie

A4. Interactie aangaan met


de groep

vergeten.
Zo kwamen er willekeurig groepjes uit met
jongens en meisjes gemixt.
Hierdoor werden ze gedwongen om als team
samen te werken en dat sluit aan bij mijn doel
uit de overdenking van de groep.
Luitjes en de Zeeuw-Jans (2015) zeggen dat
wanneer de leerkracht er voor zorgt dat de
leerlingen samen verantwoordelijk zijn voor het
groepsdoel, de leerlingen zich coperatief
gaan gedragen.

Aan het einde van de les heb ik de


antwoorden klassikaal met de leerlingen
besproken.

Zo kon ik feedback geven aan de leerlingen


door te benoemen wat ze goed en fout
hadden.

Tussendoor gaf ik tips om de


samenwerking te verbeteren.

Zo konden de leerlingen de taken onderling


verdelen en kon er een groepsdynamiek
ontstaan.
Ik benoemde het ook als ze goed
samenwerkte.
Ik heb voor deze werkvorm gekozen omdat dit
idee ons werd aangereikt in de OGP les taal
van Germaine.

3.13 feedback aan leerlingen

B2 Leeractiviteiten
ontwerpen
3.6 werkvormen en
groeperingsvormen
4.5 leeromgeving inrichten

Ik heb gekozen voor de werkvorm


woordenrace/ dictee op de gang. Het
was een soort spelling spel.
De werkvorm waarin de leerlingen
moesten samenwerken was in teams.

Dit sluit aan bij mijn doel van de overdenking


van de groep om meisjes en jongens beter te
laten samenwerken.
Het sluit ook aan bij het doel van OGP 3, een
les geven waarin de leerlingen samenwerkend
leren.
Luitjes en de Zeeuw-Jans (2015) stelt om de
groepsnormen positief te benvloeden, doet de
begeleider er goed aan om al in de vorming

opdrachten en werkvormen te kiezen waarin


positieve normen tot stand komen en de
kinderen een gezamenlijk doel hebben.

Literatuur:
Luitjes, M., & Zeeuw-Jans, I. de (2016). Ontwikkeling in de groep. Bussum: Coutinho
Paus, H., (2014). Portaal. Bussum: Coutinho
Sterkte/ zwakte-analyse

B1. Leerdoelen stellen


De student kiest in zijn lesontwerp
voor passende leerdoelen (proces- en
product) die aansluiten bij leerlijnen en
het bestaande onderwijsprogramma
van de stagegroep.

B3. Leeractiviteiten begeleiden


De student toont aan dat hij in staat is
om in de lesuitvoering coperatieve
werkvormen te hanteren. De student
toont aan dat hij leerlingen hulp biedt
bij het leerproces, rekening houdend
met de kenmerken van de groep. Hij
bevordert de samenwerking tussen
leerlingen en de redzaamheid van
individuele leerlingen.

Wat ging goed?

Wat mag beter?

Ik heb inspiratie voor de opzet van


deze les gekregen door de les van
Germaine op de pabo.
Ik kon de werkvorm zo toepassen in
mijn stage groep. De leerlingen
hadden op dat moment net
verschillende woordcategorien
behandeld in de taal lessen. Mijn
mentor heeft mij aangeraden die
woorden te gebruiken.
Ik heb de leerlingen laten
samenwerken tijdens deze les. Omdat
de leerlingen het moeilijk vinden om in
gemixte groepjes te werken heb ik ze
dit juist laten oefenen door ze in
gemixte groepjes te laten werken.
Sommige groepjes hadden nog wat
opstart problemen, ik heb toen tegen
een aantal leerlingen gezegd dat ze
de taken moesten verdelen om een

Uiteindelijk waren de woorden uit deze


woordcategorien door alle leerlingen
goed geschreven. Dat is natuurlijk goed
maar voor mijn gevoel hadden de
woorden wel moeilijker en uitdagender
mogen zijn zodat je ook kon zien of de
leerlingen een stapje verder konden
denken en reproduceren.
Deze werkvorm stond niet in het rijtje
van coperatieve werkvormen.
Ik had er bijvoorbeeld wel een
coperatieve werkvorm in kunnen
verwerken door de verschillende
groepjes aan het einde samen laten
discussiren over de goede
antwoorden.

A3. Leiding geven aan het


groepsproces
De student toont dat hij
samenwerkend leren tijdens de
onderwijsactiviteiten bevordert en laat
expliciet zien dat hij kinderen
aanspreekt op gedrag, hen positief
stimuleert en zicht houdt op alle
groepjesleerlingen.

A4. Interactie aangaan met de groep


De student toont aan dat hij vanuit een
onderzoekende houding gesprekken
voert met de leerlingen door actief te
luisteren. De student evalueert de
onderwijsactiviteiten met kinderen en
hij geeft feedback aan leerlingen op
het samenwerkingsproces en/of op de
gestelde doelen.

team te kunnen vormen.


Nadat ik dat had gezegd werden de
taken inderdaad verdeeld en verliep
de samenwerking veel beter. Iedereen
kreeg ook een rol binnen het team.
Dat was een fijn moment.
Ik heb de leerlingen samenwerkend
laten leren door ze te stimuleren om
de taken binnen het team te verdelen.
De leerlingen vinden het moeilijk
vinden om in gemixte groepjes te
werken. Daarom heb ik ze dit laten
oefenen door ze in gemixte groepjes
te laten werken. Sommige groepjes
hadden nog wat opstart problemen, ik
heb toen tegen een aantal leerlingen
gezegd dat ze de taken moesten
verdelen om een team te kunnen
vormen.
Nadat ik dat had gezegd werden de
taken inderdaad verdeeld en verliep
de samenwerking veel beter. Iedereen
kreeg ook een rol binnen het team.
Als ik zag dat de samenwerking goed
ging heb ik dit ook tegen de leerlingen
gezegd.
Ik heb de opdracht met de leerlingen
gevalueerd door klassikaal de juiste
antwoorden te bespreken (product
doel) ik heb ook de samenwerking
besproken (procesdoel) door aan de
leerlingen te vragen hoe het ging en te
vertellen wat ik er van vond.
Nadat ik de leerlingen opgang had
geholpen verliep de samenwerking

Ik heb tijdens deze les niet echt


gesprekken gevoerd met de leerlingen.
En ik heb dus niet die onderzoekende
houding getoond.
Daar was op dat moment geen behoefte
aan want de leerlingen deden hun eigen
ding.
Dit had ik er wel in kunnen verwerken
door te vragen hoe de leerlingen deze
opdracht hadden ervaren. En te

goed.
B2 Leeractiviteiten ontwerpen
De student toont in het ontwerp aan
dat hij coperatieve werkvormen
hanteert.
De student maakt zichtbaar dat hij
voor aanvang van de lesactiviteiten
benodigde materialen en leermiddelen
klaar zet.

Ik heb de leerlingen laten


samenwerken tijdens deze les, na wat
opstart probleempjes gingen de
leerlingen echt goed samenwerken
(lees hierboven).
Ik heb van te voren voor mezelf
besloten dat ik Gynzy willekeurige
groepjes laat maken.
Ik heb mijn woorden blad uitgeprint en
opgehangen voordat de les begon.
Ik heb een timer klaar gezet op het
bord.
Ik heb in mijn hoofd bedacht waar ik
de groepjes ga plaatsen.

luisteren naar hun ideen en meningen


over wat we wel en niet fijn vonden.
Bij het groepjes maken met Gynzy
worden de namen uit de klas willekeurig
verdeeld in groepjes.
Mijn mentor klikt altijd 3 keer op refresh
en dat is dan het uiteindelijke groepje.
Dit deed ik ook 3 keer, maar de
leerlingen riepen: juffrouw nog n
keer! Ik zei toen: nee dit is het
uiteindelijke groepje.
Maar de leerlingen bleven zeggen: ahh
nee juffrouw nog n keer!
Op dat moment zei ik ok nog n keer.
Waarop een ander groepje weer riep:
nee laat het zo!
Toen ben ik uiteindelijk ook gebleven bij
mijn eerste keuze om het zo te laten.
Hier moest ik standvastiger in zijn en
niet gaan twijfelen over mijn eigen
keuze. Dat is verwarrend voor de
leerlingen en voor mezelf.

Persoonlijke reflectie
Wat wilde ik?
Orde houden en grenzen aangeven:
- Ik kan de opdracht duidelijk uitleggen zodat de leerlingen weten wat er van hen verwacht wordt en de les gestructureerd verloopt.

Ik kan onrust in de kiem smoren door op tijd aan te geven wanneer het volume omlaag moet
Ik kan de aandacht van de klas trekken door effectieve leraar communicatie toe te passen, denk aan klappen in de handen, hand in de lucht, knippen in
vingers, positief gedrag benoemen.

Wat deed ik?


-

Ik heb de opdracht duidelijk uitgelegd


Ik heb via gynzy de groepjes samengesteld
Ik heb regels aan het begin van de les verteld (niet rennen, niet hard roepen)

Positieve ervaringen
-

Doordat ik de opdracht duidelijk had uitgelegd wisten de leerlingen wat er van hen verwacht werd.
De les is binnen de geplande tijd gebleven
Ik heb de meeste leerlingen kunnen motiveren om goed mee te doen met de les.
Door gemixte groepjes te maken heb ik de leerlingen laten samenwerken met andere klasgenoten.

Wat ging anders/ minder


-

Het opstarten/ klaarzetten van de groepjes opstelling was een beetje onrustig, ik vond het lastig om dat in te dammen (maar misschien kon dat
op dat moment niet anders
Het niveau van de woorden uit de woordenlijst was te makkelijk
De timer was iets te lang voor het niveau van deze woorden

Wat kan ik de volgende keer beter doen


-

Moeilijkere woorden
Timer iets korter maken
Timer zetten voor het klaarzetten van groepsopstelling en pakken van de spullen.

Feedback mentor (inclusief handtekening)


Datum: 29-3-2016

Wat wilde ik?


Orde houden en grenzen aangeven:
- Ik kan de opdracht duidelijk uitleggen zodat de leerlingen weten wat er van hen verwacht wordt en de les gestructureerd verloopt.
- Ik kan onrust in de kiem smoren door op tijd aan te geven wanneer het volume omlaag moet
- Ik kan de aandacht van de klas trekken door effectieve leraar communicatie toe te passen, denk aan klappen in de handen, hand in de lucht, knippen in vingers, positief gedrag benoemen.

Er zijn nog wel wat aandachtspunten op dit gebied. Begin pas als iedereen echt luistert. Eis van de kinderen dat ze stil zijn tijdens jouw instructie. Begin niet eerder met

de uitleg.
De kinderen waren enthousiast tijdens de opdracht. Hierbij is er wat meer volume wat op zich niet heel erg is. Wees niet te streng voor de kinderen. Ben je bewust van
het woord ssst hoeveel effect heeft dit en hoeveel bereik je hiermee?
Je benoemt op een goede manier het positieve gedrag van de kinderen. Dat doe je heel erg goed.
Wat deed ik?
- Ik heb de opdracht duidelijk uitgelegd
- Ik heb via gynzy de groepjes samengesteld
- Ik heb regels aan het begin van de les verteld (niet rennen, niet hard roepen)

Dat heb je goed gedaan!


Positieve ervaringen
- Doordat ik de opdracht duidelijk had uitgelegd wisten de leerlingen wat er van hen verwacht werd.
- De les is binnen de geplande tijd gebleven
- Ik heb de meeste leerlingen kunnen motiveren om goed mee te doen met de les.
- Door gemixte groepjes te maken heb ik de leerlingen laten samenwerken met andere klasgenoten.

Het was een keer iets anders en dit maakte de leerlingen enthousiast. Let wel op bij het nakijkblad dat je hoofdletters gebruikt bij alleen de woorden die met een
hoofdletter geschreven moeten worden. Door de automatische wijziging in woord naar een enter waren alle woorden met een hoofdletter geschreven en dit klopt niet.
Kinderen zeiden hier ook iets van.
Wat ging anders/ minder
- Het opstarten/ klaarzetten van de groepjes opstelling was een beetje onrustig, ik vond het lastig om dat in te dammen (maar misschien kon dat op dat moment niet anders)
- Het niveau van de woorden uit de woordenlijst was te makkelijk
- De timer was iets te lang voor het niveau van deze woorden

Wat kan je doen zodat het niet onrustig wordt na het indelen van de groepjes?
Punten die je verder hebt beschreven zijn goed.
Wat kan ik de volgende keer beter doen
- Moeilijkere woorden
- Timer iets korter maken
- Timer zetten voor het klaarzetten van groepsopstelling en pakken van de spullen

Je legt heel gecontroleerd een opdracht uit, heel erg rustig. Hierdoor is het tempo vrij laag van je uitleg en haken kinderen af. Daarnaast doordat je het zo rustig uitlegt
wordt je ben je best vlak in het uiten van je emoties. Als jij enthousiast dingen uitlegt dan worden kinderen ook enthousiast. Laat jezelf eens gaan, niet alles hoeft altijd
perfect te zijn of meteen goed te gaan. (samen besproken)
Punten die je hierboven hebt beschreven ben ik het mee eens.

You might also like