Download as doc, pdf, or txt
Download as doc, pdf, or txt
You are on page 1of 5

ONDERWERP: Jeugdcriminaliteit (2 lessen)

Opmerking: je mag ook andere sites gebruiken om aan de juiste informatie te komen.
Gebruik hiervoor zoekmachines.
http://www.scholieren.com/werkstuk/14554
1.
2.
3.
4.
5.

Noem de oorzaken van jeugdcriminaliteit.


Wie zijn de betrokkenen?
Wie zijn de belanghebbenden?
Wat zijn mogelijke oplossingen voor jeugdcriminaliteit?
Ben je het hiermee een of oneens en waarom?

http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/jeugdcriminaliteit
6. Wat is vroegtijdig ingrijpen? En waarom is dit belangrijk bij de aanpak van
jeugdcriminaliteit?
7. Wat is een persoonsgerichte aanpak? Wat wil men hiermee bereiken?
8. Welke rol speelt het bureau jeugdzorg bij de aanpak van jeugdcriminaliteit?
9. Wat is lik-op-stuk beleid? Spreekt dit beleid jou aan en waarom?
10. Welke van de maatregelen kom je tegen om jeugdcriminaliteit aan te pakken.
Geef er een waardering bij.
11. Wat is recidive?
12. Hoe hoopt men recidive te voorkomen?
13. Ga op zoek naar de sites van belangrijke politieke partijen als VVD, CDA, PvdA,
PVV, D66, Groen-Links, Christen-Unie, SP, SGP) en probeer te ontdekken hoe
deze partijen de jeugdcriminaliteit willen aanpakken. Zet de standpunten in een
schema.
14. Schrijf tot slot een betoog over de volgende stelling: Jeugdcriminaliteit is niet te
voorkomen. Gebruik in je betoog zowel argumenten voor als tegen de stelling en
eindig met een conclusie.
http://www.scholieren.com/werkstuk/14792 bijna alle politieke partijen

antwoorden:
1. Er niet n enkele oorzaak aan te wijzen voor probleemgedrag. Het is vaak een
combinatie van verschillende factoren die elkaar versterken. Naast risicofactoren
die elkaar kunnen versterken zijn er ook factoren die probleemgedrag
tegengaan. Zo kunnen de negatieve invloeden die in het gezin spelen worden
gecompenseerd door het positieve ervaringen op school. Deze factoren worden
protectieve factoren genoemd. Hoe sterker de protectieve of aanwezig zijn, hoe
minder kans op probleemgedragingen.
Jongeren hebben andere belangen, verveling, opvoeding is anders dan vroeger,
schoolfrustraties en ouders.

2. de jeugd zelf, ouders, slachtoffers, wijkagent, politie, school, gemeente, overheid.


3. De belanghebbende zijn hetzelfde als de betrokkenen.
4. Meer goedkopere en leukere voorzieningen voor jongeren. Hogere straffen op
vandalisme en diefstal en andere verkeerde dingen die jongeren vaak doen, plek
maken waar geen overlast word gecreerd, verlagen van minimumleeftijd om
opgepakt te worden, meer jeugdgevangenissen, meer blauw op straat, vaker
ingrijpen van bureau halt, beter nazorg.
5. Ja, ben het er wel mee eens maar het is altijd makkelijker om iets te zeggen dan
het daadwerkelijk goed uit te voeren.
6. vroeg stadium in te grijpen en mogelijk een persistente criminele carrire te
voorkomen.
7. Met de persoonsgerichte aanpak wil de overheid overlast en criminaliteit
terugdringen door te straffen maar een person kan ook hulp nodig hebben. Daar
voor word de persoon gerichte aanpak ingezet.
8. Kinderen en opvoeders met opvoed- en opgroeiproblemen worden integraal
begeleid totdat maximaal haalbare participatie in de maatschappij bereikt is op
basis van n kind, n gezin, n plan. jeugdzorg Nederland ondersteunt
ondernemers in de zorg voor jeugd, zodat zij hun werk voor kwetsbare kinderen
en jongeren op de beste manier kunnen doen. Op deze manier word er
preventief gewerkt aan criminaliteit.
9. vroegtijdig ingrijpen word gedaan d.m.v. het lik-op-stuk beleid. Lik op stuk is een
verzamelnaam voor het snel afhandelen van strafbare
zaken door politie of justitie. Vroegtijdig ingrijpen is van belang om te voorkomen
dat minderjarigen het criminele pad opgaan. Plegen zij toch een delict, dan helpt
snel en consequent straffen om jeugdcriminaliteit terug te dringen
10. lik-op-stuk-beleid, persoongerichte aanpak, scholings en trainingsprogrammas,
goede nazorg en begeleiding, halt-afdoening,
jeugdstrafrecht/volwassenenstrafrecht,
Halt-afdoening: leerstraf
Straffen: geldboete en/of taakstraf
Maatregelen: van schadevergoeding tot PIJ
Jeugdstrafrecht: gekenmerkt door opvoedkundige aspecten
Adolescentenstrafrecht: zorg voor betere aansluiting en flexibiliteit
Landelijk Instrumentarium Jeugdstrafrechtketen
Reclassering: toezicht en begeleiding
Nazorg: belangrijke rol gemeenten
11. Bijna 50% van de gevangenen pleegt binnen 2 jaar na de vrijlating opnieuw een
strafbaar feit. Dit heet recidive.
12. Meer voorwaardelijke straffen met bijzondere voorwaarden, gedrag van
(ex)gevangenen veranderen, speciale aanpak veelplegers, criminelen langer
onder toezicht
13. VVD: Enerzijds positieve druk door het bieden van alternatieven voor ontsporing,
zoals opleiding, stage, werk, maatschappelijke begeleiding tot zorg. Anderzijds
negatieve druk in de vorm van sancties voor overlast gevend en crimineel
gedrag. Zoals schade betalen, onder toezicht stellen, heropvoeden en straffen.
Ouders moeten verantwoordelijkheid nemen voor het gedrag van hun eigen
kinderen. Ouders die hun opvoedrol niet serieus willen nemen worden daarop
eerst aangesproken en daarna aangepakt.
CDA: kopstukkenaanpak,Dit betekent dat de leiders van de overlastgevende groepen
hard worden aangepakt. Speciale aandacht voor de familieleden van criminele jongeren.

de zogenaamde 'broertjes-en-zusjes-aanpak', voorkomen dat broertjes en zusjes


hetzelfde pad op gaan.
pvdA: - uitbreiding aan politie agenten moeten komen. Door deze uitbreiding zal vooral
meer inzicht komen op zichtbaar jeugdcriminaliteit op straat. Deze politie agenten
zouden ook als een soort mentor moeten fungeren. fouilleer acties, tegen illegale drugs
en wapenbezit. De gemeenten zouden samen met onder andere burgers, scholen,
woningbouwverenigingen, de winkeliersverenigingen, de welzijn- en
hulpverleningsinstellingen en politie en justitie moeten zorgen voor een gemeentelijk
veiligheidsplan, hier in zou ook moeten worden vermeld hoe ze de jeugdcriminaliteit
willen aanpakken. In deze plannen zou onder andere ook moeten staan:
- dat de gemeente ideen van burgers om de veiligheid van hun buurt te vergroten zal
steunen;
- dat bij de inrichting van de openbare ruimte ook naar jongeren moet worden
geluisterd;
- dat scholen een actief beleid voeren tegen spijbelen en op tijd ouders en
hulpinstellingen zullen waarschuwen.
PVV: de PVV wil dat er in justitile jeugdinrichtingen en de gesloten jeugdzorgen 52
weken per jaar onderwijs wordt gegeven. De jongeren die in deze inrichtingen zitten
lopen in de huidige situatie gemakkelijk een leerachterstand op.
Verder wil de PVV dat de jeugdcriminaliteit hard wordt aangepakt, wat er onder hard
aangepakt wordt verstaan is niet terug te vinden op de site van de PVV.
D66: verbetering van de opvang en begeleiding van jongeren uit probleemgezinnen. Het
vroegtijdig signaleren van risico- en probleemgedrag bij jongeren, het doorverwijzen van
deze jongeren naar de hulpverlening en het opzetten van preventieprogrammas kunnen
jeugdcriminaliteit helpen voorkomen volgens de d66
Groen-links: wil een balans tussen het voorkomen en bestrijden van jeugdcriminaliteit
door middel van een goede samenwerking met ouders, scholen en welzijnsinstellingen.
Christen-Unie:
SP: preventie van crimineel gedrag door middel van leer en werkprojecten. Jongeren
doen actief mee en bedenken zelf alternatieven waarbij de gemeente op anticipeert.
Daarnaast moet de gemeente ex-gedetineerde begeleiden bij het terugkeren in de
maatschappij om recidive te voorkomen.
SGP: Aparte streefcijfers komen om de criminaliteitscijfers onder allochtone jongeren
terug te dringen. projecten om jongeren klaar te stomen voor normale deelname aan de
maatschappij om verder afglijden naar criminaliteit te voorkomen. ouders moeten
financieel aangesproken worden op het gedrag van hun kinderen. Op hen rust de taak
van goede morele vorming van hun kinderen.

Bronnen:
http://nl.wikipedia.org/wiki/Persoonsgerichte_aanpak
http://www.leeuwarden.nl/node/72
http://www.jeugdzorgnederland.nl/wat-doet-jeugdzorg-nederland/

http://www.wodc.nl/onderzoeksdatabase/onderzoek-top-600-over-de-factorenachter-het-al-niet-in-het-criminele-circuit-belanden-van-jongeren.aspx?
cp=44&cs=16056
https://www.politie.nl/themas/jeugdcriminaliteit.html#alinea-title-welke-straffenkrijgen-jonge-delinquenten
http://www.wegwijzerjeugdenveiligheid.nl/onderwerpen/jeugdcriminaliteit/
http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/recidive/verminderen-recidive
http://www.scholieren.com/werkstuk/24160
http://www.scholieren.com/praktische-opdracht/35066
https://www.mattermap.nl/bekijk/QvrJN/wat-zeggen-de-politieke-partijen-overhet-thema-criminaliteit
https://oosterhout.d66.nl/standpunt-over/preventie-van-jeugdcriminaliteit/
https://www.sgp.nl/Standpunten/Standpunten/Standpunten_ABC?
letter=C&standid=50

14. Jeugdcriminaliteit is niet te voorkomen


Strafbaar gedrag van jongeren tot en met 24 jaar, Dat is de definitie van
jeugdcriminaliteit. Probleemgedrag is een wisselwerking tussen persoonlijke en
omgevingsfactoren. Probleem gedrag kan ontstaan op grond van meerdere oorzaken.
Er niet n enkele oorzaak aan te wijzen voor probleemgedrag. Het is vaak een
combinatie van verschillende factoren die elkaar versterken. Naast risicofactoren die
elkaar kunnen versterken zijn er ook factoren die probleemgedrag tegengaan. Zo
kunnen de negatieve invloeden die in het gezin spelen worden gecompenseerd door het
positieve ervaringen op school. Deze factoren worden protectieve factoren genoemd. De
persoonlijke factoren en de omgevingsfactoren kunnen nooit volledig benvloed worden
door de regering. Daarnaast hoeft niet elk delict door iemand gepleegd te worden vanuit
kwade bedoelingen. Het is nooit acceptabel als jongeren een misdrijf plegen maar door
gelijk te oordelen over de daad zelf zonder naar de achtergrond te kijken kan er ook niet
geconcludeerd worden dat jeugdcriminaliteit wel of niet te voorkomen is.
De meeste maatregelen die worden getroffen zijn repressieve maatregelen en er zijn
nagenoeg geen preventieve maatregelen. Dat betekent dus dat de daad word gestraft.
Op die manier kan jeugdcriminaliteit nooit volledig voorkomen worden als er alleen maar
achteraf iets aan gedaan word.
Godsdienst of afkomst kan ook een oorzaak zijn van jeugdcriminaliteit. Bepaalde
groepen kunnen zich tegen elkaar keren. Dat kan leiden tot ruzie en weer tot
criminaliteit. Ook kunnen er zich bindingsproblemen voor doen. Als je net uit een ander
land komt kun je het daar moeilijk krijgen. Het kan moeilijk zijn om je aan te passen aan
de gewoonten, gebruiken en cultuur van dat land. Je kan je dan afzetten tegen dat land
en met criminaliteit in aanraking komen. Normen en waarden zijn ook niet in elk land
gelijkwaardig aan elkaar.
Om jeugdcriminaliteit te voorkomen moet er ook bekend zijn wat het exact inhoud en
veroorzaakt. Velen psychologen, criminologen en sociologen houden zich hier mee

bezig maar er is nog geen enkele theorie volledig geschikt verklaard om aan te nemen
als feit. Het is ook onmogelijk om een volledige samenleving helemaal te controleren en
onder de duim te houden.
Ten slotte vind ik dat het begrip jeugdcriminaliteit staat voor de daden en niet voor de
oorzaken. Iedereen is aan te zetten tot een overtreding, zeg nooit nooit is het
veelgebruikte begrip. Dit is al helemaal het geval bij jongeren, volop in de groei, afzetten
van ouders, op zoek naar zichzelf, getroffen door onzekerheid, ergens bij willen horen
en de grenzen opzoeken. Allemaal factoren die een kans op crimineel gedrag kunnen
vergroten. Zoals eerder vernoemd kan het probleem alleen aangepakt worden als de
oorzaak bekend is.
http://jeugdcriminaliteit.com/index_bestanden/Page3010.htm
http://www.raadsledenenveiligheid.nl/crisisbeheersing/de-veiligheidsketen#repressie

You might also like