Professional Documents
Culture Documents
MG Cascada Kta-2748 2-Nl Eu My14 Ed0114 2 NL NL Online-Cascada
MG Cascada Kta-2748 2-Nl Eu My14 Ed0114 2 NL NL Online-Cascada
Infotainment System
Inhoud
Inleiding ......................................... 6
Basisbediening ............................ 17
Radio ........................................... 25
CD-speler ..................................... 32
Externe apparaten ....................... 35
Navigatie ...................................... 42
Spraakherkenning ........................ 62
Telefoon ....................................... 67
Veelgestelde vragen .................... 76
Trefwoordenlijst ........................... 80
Inleiding
Inleiding
Algemene aanwijzingen ................. 6
Antidiefstalfunctie ........................... 7
Overzicht bedieningselementen .... 8
Gebruik ........................................ 14
Algemene aanwijzingen
Het infotainmentsysteem biedt u eer
steklas infotainment voor in uw auto.
De radio is gebruikersvriendelijk
doordat u met de voorkeuzetoetsen
1...6 een groot aantal FM-, AM- en
DAB (Digital Audio Broadcasting)zenders kunt vastleggen.
U kunt externe gegevensopslagappa
raten als andere audiobronnen op het
Infotainmentsysteem aansluiten,
bijv. iPod, USB-apparaten of andere
randapparatuur; via een kabel of via
Bluetooth.
Met de bedieningsorganen en menu's
van het Infotainmentsysteem kunt u
goedgekeurde smartphone-applica
ties gebruiken.
Ook is het Infotainmentsysteem uit
gevoerd met een telefoonapplicatie
waarmee u uw mobiele telefoon com
fortabel in de auto kunt gebruiken.
Naar keuze kan het Infotainmentsys
teem worden bediend met de toetsen
op het instrumentenbord, de knoppen
op het stuurwiel of de spraakherken
ningsfunctie.
Inleiding
9 Waarschuwing
Het gebruik van het navigatiesys
teem vrijwaart de bestuurder niet
van zijn verantwoordelijkheid cor
rect en oplettend aan het verkeer
deel te nemen. De overeenkom
stige verkeersregels moeten zon
der uitzondering in acht worden
genomen.
Voer alleen iets in (bijv. een adres)
terwijl de auto stilstaat.
Wanneer de routebegeleiding te
gen de verkeersregels ingaat,
moet u altijd de verkeersregels
volgen.
9 Waarschuwing
Gebieden zoals eenrichtingsstra
ten en voetgangerszones zijn niet
op de kaart van het navigatiesys
teem aangegeven. In dergelijke
gebieden kan het systeem een
waarschuwing geven die geac
cepteerd moet worden. Let
daarom in het bijzonder op een
Radio-ontvangst
Antidiefstalfunctie
Het Infotainmentsysteem is voorzien
van een elektronisch beveiligingssys
teem dat het systeem tegen diefstal
beveiligt.
De beveiliging houdt in dat het Info
tainmentsysteem alleen in uw auto
werkt en daarom voor een eventuele
dief waardeloos is.
Inleiding
Overzicht bedieningselementen
Navi 950 / 650
Inleiding
1
;-toets
Cd/mp3-speler ...................... 32
USB ....................................... 35
FAV 1/2/3-toets
Activeren of deactiveren
verkeersberichten ................. 28
10 d-toets
Indrukken: infotainment
systeem in-/uitschakelen ....... 14
Cd uitwerpen ......................... 33
11 CONFIG-toets
Draaien: volume
aanpassen ............................ 14
u-toets
AM ......................................... 25
FM ......................................... 25
Cd/mp3/wma: nummer
vooruit overslaan ................... 33
Cd/mp3/wma: start/pauze
weergave .............................. 33
AUX ....................................... 35
Bluetooth ............................... 35
Zendertoetsen 1...6
DAB ....................................... 25
s-toets
Radio: achteruit zoeken ........ 25
Cd/mp3/wma: informatie
achteruit overslaan ............... 33
Externe apparaten: track
achteruit overslaan ............... 37
10
Inleiding
14 Multifunctionele toets
Draaien: menuopties
markeren of
alfanumerieke waarden
instellen ................................ 17
Indrukken (de buitenste
ring): de gemarkeerde
optie selecteren/activeren;
ingestelde waarde
bevestigen; functie in-/
uitschakelen, audio- of
navigatiemenu openen ......... 17
15 Toets met acht richtingen
Navigeren: kies weergave
kaart in display ...................... 43
16 Cd-sleuf ................................. 33
17 BACK-toets
Menu: een niveau terug ........ 17
Invoer: wissen laatste
teken of gehele invoer .......... 17
18 RPT-toets
Herhalen laatste melding
navigatie ................................ 57
19 DEST-toets
Navigatiebestemmin
genmenu openen .................. 47
20 PHONE-toets
Telefoongesprek
aannemen of geluidson
derdrukking activeren/
deactiveren ........................... 70
21 NAVI-toets
Kaart weergeven .................. 43
Inleiding
CD 600
11
12
Inleiding
;-toets
Cd/mp3-speler ...................... 32
USB ....................................... 35
AUX ....................................... 35
Bluetooth ............................... 35
Zendertoetsen 1...6
FAV 1/2/3-toets
Activeren of deactiveren
verkeersberichten ................. 28
10 d-toets
Indrukken: infotainment
systeem in-/uitschakelen ....... 14
Cd uitwerpen ......................... 33
11 CONFIG-toets
Draaien: volume
aanpassen ............................ 14
u-toets
AM ......................................... 25
FM ......................................... 25
Cd/mp3/wma: nummer
vooruit overslaan ................... 33
DAB ....................................... 25
s-toets
Radio: achteruit zoeken ........ 25
Cd/mp3/wma: informatie
achteruit overslaan ............... 33
Externe apparaten: track
achteruit overslaan ............... 37
Inleiding
13 Multifunctionele toets
Draaien: menuopties
markeren of
alfanumerieke waarden
instellen ................................ 17
Indrukken: de
gemarkeerde optie
selecteren/activeren;
ingestelde waarde
bevestigen; functie in-/
uitschakelen, audiomenu
openen .................................. 17
14 Cd-sleuf ................................. 33
15 BACK-toets
Menu: een niveau terug ........ 17
Invoer: wissen laatste
teken of gehele invoer .......... 17
16 Tone-toets
Geluidsinstellingen openen ... 20
17 PHONE-toets
Telefoongesprek
aannemen of geluidson
derdrukking activeren/
deactiveren ........................... 70
18 r-toets
Cd/mp3/wma: start/pauze
weergave .............................. 33
13
Audiobedieningsknoppen aan
stuurwiel
Knop qw
Kort drukken:
telefoongesprek aannemen . . 70
of nummer bellen in
oproeplijst .............................. 70
of actieve
spraakherkenning ................. 62
14
Inleiding
Lang drukken: oproeplijst
tonen ..................................... 70
of spraakdoorschakeling
activeren (indien
ondersteund door de
telefoon) ................................ 62
Toets SRC (Bron)
Drukken: selecteren
audiobron .............................. 25
Als de radio actief is:
hoger/lager zetten om
volgende/vorige
voorkeurszender te
selecteren ............................. 25
Als de cd-speler actief is:
hoger/lager zetten om
volgende/vorige cd/mp3/
wma-track te selecteren ........ 33
Als een extern apparaat
actief is: hoger/lager
zetten om volgende/vorige
track te selecteren ................. 37
Gebruik
Bedieningselementen
Inleiding
Automatisch uitschakelen
Als het Infotainmentsysteem wordt in
geschakeld met de X-knop terwijl het
contact is uitgeschakeld, schakelt het
na 10 minuten automatisch weer uit.
Volume instellen
Automatisch volume
Na inschakeling van het automati
sche volume 3 21 wordt het volume
automatisch zodanig aangepast dat u
geen geluid van het wegdek of van de
rijwind hoort.
Mute
Druk op de PHONE-toets (wanneer
de telefoonportal beschikbaar is: en
kele seconden indrukken) om het ge
luid van audiobronnen te onderdruk
ken.
Om de onderdrukking van het geluid
opnieuw te annuleren: draai aan de
X-knop of druk opnieuw op de
PHONE-toets (indien telefoonportaal
beschikbaar is: enkele seconden in
drukken).
Volumebeperking bij hoge
temperaturen
Bij erg hoge temperaturen binnen de
auto beperkt het Infotainmentsys
teem het maximaal instelbare vo
lume. Indien nodig wordt het maxi
male volume automatisch verlaagd.
15
Bedieningsstanden
Audiospelers
Druk steeds op de toets SRCE om
tussen de hoofdmenu's AM, FM, CD,
USB, AUX, Bluetooth of DAB om te
schakelen.
Vind gedetailleerde beschrijvingen
van:
Cd/mp3-speler 3 32
USB-poort 3 35
AUX-ingang 3 35
Audio via Bluetooth 3 35
AM-radio 3 25
FM-radio 3 25
DAB-radio 3 30.
Navigatie
Druk op de toets NAVI om de kaart
van de navigatieapplicatie weer te ge
ven.
Druk op de multifunctionele knop om
naar een submenu met opties voor
het invoeren van bestemmingen en
het structureren van een route te
gaan.
16
Inleiding
Basisbediening
Basisbediening
Basisbediening
Basisbediening ............................ 17
Geluidsinstellingen ...................... 20
Volume-instellingen ..................... 21
Systeeminstellingen ..................... 22
17
Multifunctionele toets
;-toets
18
Basisbediening
BACK-toets
Voorbeelden van de
menubediening
Een schermelement selecteren
Draai aan de multifunctionele knop
om de cursor (= gekleurde achter
grond) naar de gewenste optie te ver
plaatsen.
Druk op de multifunctionele knop om
het/de gemarkeerde pictogram,
scherm of menuoptie te selecteren.
Let op
In de volgende hoofdstukken wor
den de stappen voor het selecteren
en activeren van een knop op het
scherm of een menuoptie beschre
Basisbediening
Een instelling aanpassen
Let op
In de volgende hoofdstukken wor
den de stappen voor het activeren
van een menuoptie beschreven als
"...activeer de...menuoptie...".
Invoeren van een tekenreeks
Draai aan de multifunctionele knop
om het gewenste teken te selecteren.
19
20
Basisbediening
Pas de instelling naar wens aan.
EQ-modus
Geluidsinstellingen
Druk op de toets ; en selecteer de
schermtoets Meer onderaan het
scherm. Selecteer op de tweede
Startpagina het pictogram Klank. Nu
verschijnt het menu geluidsinstellin
gen.
Bass
Mid
Treble
(EQ: equalizer)
Gebruik deze instelling voor een op
timaal geluid voor een specifieke mu
ziekstijl bijv. Rock of Klassiek.
Selecteer het EQ-menupunt. Er ver
schijnt een submenu met vooraf ge
definieerde geluidsstijlen.
Selecteer de gewenste klankstijl.
Als een van de vooraf gedefinieerde
geluidsstijlen wordt geselecteerd,
worden Bas, Midrange en Hoge
tonen vooraf door het systeem aan
gepast.
Als u een van de bovenstaande in
stellingen handmatig aanpast, wordt
EQ op Handb. ingesteld.
Fade en Balance
Basisbediening
Volume-instellingen
Volume van geluidsindicaties
aanpassen
21
22
Basisbediening
Navigatievolume aanpassen
Systeeminstellingen
Diverse instellingen van het Infotain
mentsysteem kunnen via de applica
tie Instellingen worden aangepast.
Taalinstellingen
Tijd- en datuminstellingen
Basisbediening
Let op
Als Kloksynchr. RDS-signaal geac
tiveerd is 3 28, worden tijd en da
tum automatisch door het systeem
ingesteld.
Tijd instellen
Selecteer de menuoptie Tijd
instellen om de tijd aan te passen.
Pas de instellingen naar wens aan.
Datum instellen
Selecteer de menuoptie Datum
instellen om de datum aan te passen.
Pas de instellingen naar wens aan.
23
Tijdsindeling
Selecteer de menuoptie Tijdnotatie
instellen om de gewenste tijdsinde
ling te kiezen. Er verschijnt een sub
menu. Activeer 12 uur of 24 uur.
Logbestand
Selecteer voor het genereren van een
logbestand van uw huidige software
versie de menuoptie Logbestand
aanmaken.
Software-informatie
Licentiegegevens
Selecteer Licentie-informatie voor in
formatie over de fabrikant van het In
fotainmentsysteem.
Fabrieksinstellingen
Selecteer voor het terugzetten van
alle Infotainmentinstellingen op de fa
briekswaarden Radio wissen en
resetten.
Display-instellingen
24
Basisbediening
Radio
Radio
Gebruik
Radio activeren
Gebruik ........................................ 25
Zender zoeken ............................. 25
Autostore-lijsten ........................... 27
Favorietenlijst ............................... 27
Radio Data System (RDS) ........... 28
Digital Audio Broadcasting .......... 30
Zender zoeken
Automatisch zender zoeken
25
Zenderlijsten
26
Radio
Let op
Als er van tevoren geen zenderlijst
is aangemaakt, zoekt het Infotain
mentsysteem automatisch naar zen
ders.
Categorielijst
Zenderlijsten bijwerken
Radio
Autostore-lijsten
U kunt de zenders met de beste ont
vangst opslaan in en selecteren van
uit de autostore-lijsten.
27
Favorietenlijst
Zenders van alle frequentiebereiken
kunnen handmatig in de favorieten
lijsten worden opgeslagen.
28
Radio
Menu RDS-opties
Radio
Als Regionaal gedeactiveerd is, wor
den alternatieve frequenties voor de
zenders geselecteerd zonder reke
ning te houden met regionale pro
gramma's.
RDS-functie activeren
Regionaal
Radiotekst
29
Radioverkeerinformatieservice
(TP = verkeersprogramma)
Zenders met radioverkeerinformatie
service zijn RDS-zenders die ver
keerinformatie uitzenden.
Als verkeersinformatie is ingescha
keld, wordt het afspelen van de radio
of media voor de duur van het ver
keersbericht onderbroken.
Het in- en uitschakelen van de radio
verkeerinformatieservice
Druk op de toets TP om de stand-by
verkeersberichtenfunctie van het In
fotainmentsysteem in en uit te scha
kelen.
Als de verkeersinformatieservice
wordt ingeschakeld, verschijnt [ ] op
het display.
Is het huidige station geen zender
met radioverkeerinformatieservice,
wordt een zoekopdracht gestart
naar de volgende zender met radi
overkeerinformatieservice.
Wordt een zender met radiover
keerinformatieservice gevonden,
verschijnt [ ] op het display.
30
Radio
Algemene informatie
Radio
ontvangstkwaliteit van DAB, terwijl
AM- en FM-ontvangst in die geval
len juist aanmerkelijk verslechtert.
Na het inschakelen van DAB-ont
vangst blijft de FM-tuner van het In
fotainmentsysteem op de achter
grond actief en zoekt voortdurend
naar de best ontvangbare FM-zen
ders. Als TP 3 28 geactiveerd is,
worden er verkeersberichten van
de momenteel best ontvangen FMzender doorgegeven. Deactiveer
TP, als DAB-ontvangst niet door
FM-verkeersberichten moet wor
den onderbroken.
DAB-berichten
31
32
CD-speler
CD-speler
Algemene aanwijzingen ............... 32
Gebruik ........................................ 33
Algemene aanwijzingen
Belangrijke informatie over
audio- en mp3/wma-cd's
Voorzichtig
Plaats in geen geval dvd's, singlecd's met een diameter van 8 cm of
speciaal vormgegeven cd's in de
audiospeler.
Plak nooit stickers op uw cd's. De
cd's kunnen in de speler vast blij
ven zitten en het afspeelmecha
nisme zwaar beschadigen. Een
kostbare vervanging van uw toe
stel is dan noodzakelijk.
Bestandsindelingen
Audio-cd's
De volgende CD-indelingen kunnen
worden gebruikt: CD-ROM Mode 1 en
Mode 2; CD-ROM XA Mode 2,
Form 1 en Form 2.
Mp3-cd's
De volgende bestandsindelingen
kunnen worden gebruikt: ISO9660
Level 1, Level 2, (Romeo, Joliet).
Het is mogelijk dat MP3- en WMA-be
standen die in een ander formaat zijn
geschreven dan hierboven vermeld
niet correct worden afgespeeld en dat
hun bestands- en mapnamen niet
correct worden weergegeven.
De volgende beperkingen zijn van
toepassing op gegevens die op een
mp3/wma-cd zijn opgeslagen:
Aantal tracks: max. 999.
Aantal mappen: max. 255.
Diepte mapstructuur:
max. 64 niveaus (aanbevolen:
max. 8 niveaus).
Aantal afspeellijsten: max. 15.
Aantal songs per afspeellijst:
max. 255.
Ondersteunde weergavelijstexten
sies: .m3u, .pls, .asx, .wpl.
CD-speler
Gebruik
Cd afspelen starten
33
Titellijst
Een cd verwijderen
Druk op de d-toets.
De cd wordt uit de cd-sleuf geworpen.
Functietoetsen
Naar vorige of volgende track
springen
Druk n of meerdere keren op de
toets t of v om naar de vorige of
volgende track te springen.
Snel vooruit of achteruit gaan
Houd de toets t of v ingedrukt
voor snel vooruit of achteruit van de
huidige track.
34
CD-speler
Pauze in weergave
Druk op de toets r voor een pauze
in de weergave.
Menu Audio
Externe apparaten
Externe apparaten
Algemene informatie .................... 35
Audio afspelen ............................. 37
Afbeeldingen weergeven ............. 38
Apps gebruiken ............................ 39
Algemene informatie
Aansluitingen voor externe apparaten
bevinden zich in de middenconsole.
Let op
Houd de aansluitingen altijd schoon
en droog.
AUX-ingang
35
USB-poort
36
Externe apparaten
Let op
Bij het verbinden van een niet-lees
baar USB-apparaat of een iPod ver
schijnt er een bijbehorende foutmel
ding en schakelt het Infotainment
systeem automatisch terug naar de
vorige functie.
Ontkoppel het USB-apparaat of de
IPod door een andere functie te se
lecteren en daarna het USB-opslag
medium te verwijderen.
Voorzichtig
Koppel het toestel tijdens het af
spelen niet los. Hierdoor kan het
toestel of het Infotainmentsysteem
beschadigd raken.
Bluetooth
Bluetooth-compatibele audiobronnen
(bijv. mobiele telefoons voor muziek,
mp3-spelers met Bluetooth enz.) die
de Bluetooth-muziekprofielen A2DP
en AVRCP ondersteunen, werken
draadloos op het Infotainmentsys
teem.
Bestandsindelingen
Audiobestanden
Alleen apparaten die zijn geformat
teerd in de bestandssystemen
FAT32, NTFS en HFS+ worden on
dersteund.
Let op
Sommige bestanden worden wel
licht niet goed afgespeeld. Dit kan
worden veroorzaakt door een ander
opnameformaat of de staat van het
bestand.
Bestanden van online-winkels met
digitaal rechtenbeheer (DRM) kun
nen niet worden afgespeeld.
De afspeelbare audiobestandsinde
lingen zijn .mp3, .wma, .aac en .m4a.
Gracenote
Externe apparaten
Pauze in weergave
Druk op de toets r voor een pauze
in de weergave.
Audiomenu's
Audio afspelen
Weergave starten
37
Functietoetsen
De mediabestanden op de USB- en
Bluetooth-apparaten kunnen met de
toetsen op het instrumentenbord wor
den bediend.
Naar vorige of volgende track
springen
Druk n of meerdere keren op de
toets t of v om naar de vorige of
volgende track te springen.
Snel vooruit of achteruit gaan
Houd de toets t of v ingedrukt
voor snel vooruit of achteruit van de
huidige track.
38
Externe apparaten
Afbeeldingen weergeven
Afbeeldingen bekijken
Functietoetsen
Toets Info
Selecteer de schermtoets Info onder
aan het scherm om informatie over de
afebelding op het USB-apparaat weer
te geven, bijv. een naam of nummer.
De betreffende informatie verschijnt
boven de afbeelding.
Externe apparaten
Naar de vorige of volgende
afbeeldingen springen
Selecteer de schermtoets < of > on
deraan het scherm om de vorige of
volgende afbeelding weer te geven.
Hoofdmenu afbeeldingenviewer
Selecteer de menuoptie Hoofdmenu
foto-viewer om een lijst met alle af
beeldingenmappen weer te geven,
zie bovenstaand.
Diavoorstelling
Selecteer voor het starten van een di
avoorstelling van alle afbeeldingen in
de betreffende afbeeldingenmap de
schermtoets 6 onderaan het scherm.
De diavoorstelling wordt gestart.
Bij het starten van de diavoorstelling
verandert de schermtoets 6 in Q.
Selecteer de schermtoets Q voor een
pauze in de diavoorstelling.
Timer diavoorstelling
Selecteer voor het aanpassen van de
tijd gedurende welke een afbeelding
in een diavoorstelling verschijnt de
menuoptie Timer Diashow. Het be
treffende submenu verschijnt. Selec
teer de gewenste optie.
Afbeelding draaien
Selecteer de schermtoets R onder
aan het scherm om de afbeelding te
draaien.
Menu Afbeeldingen
Apps gebruiken
Het Infotainmentsysteem onder
steunt het werken met apps via de
bedieningsorganen op het Infotain
mentsysteem.
Alvorens een applicatie met de be
dieningsorganen en menu's van het
Infotainmentsysteem kan worden ge
39
Tethering-functie op de
smartphone activeren
40
Externe apparaten
o
Selecteer de schermtoets o om naar
een specifieke app te zoeken. Er ver
schijnt een toetsenbord.
Voer het zoekbegrip in. Er verschijnt
een lijst met alle apps voor het betref
fende zoekbegrip.
Selecteer de gewenste app. Er ver
schijnt een submenu met gedetail
leerde informatie over de betreffende
app.
Selecteer de schermtoets Installeren
onderaan het scherm om de app op
het Infotainmentsysteem te installe
ren. De app wordt genstalleerd.
Na het installeren verandert de
schermtoets Installeren in Starten.
Let op
Op het Infotainmentsysteem gen
stalleerde apps verschijnen als pic
togrammen op de startpagina's.
My Apps
Externe apparaten
Selecteer de schermtoets Apps on
deraan het scherm om het menu apps
weer te geven.
Selecteer voor het weergeven van
alle apps op het Infotainmentsysteem
de schermtoets My Apps onderaan
het scherm.
Selecteer de gewenste opties voor
bijv. starten of wissen van een app.
Instellingen
41
42
Navigatie
Navigatie
Algemene aanwijzingen ............... 42
Gebruik ........................................ 43
Invoer van de bestemming .......... 47
Begeleiding .................................. 57
Algemene aanwijzingen
De navigatieapplicatie zal u op be
trouwbare wijze naar uw bestemming
begeleiden zonder dat u kaarten
hoeft te lezen.
Bij het berekenen van de route houdt
het systeem rekening met de huidige
verkeerssituatie. Daarom ontvangt
het Infotainmentsysteem via RDSTMC de verkeersberichten in het des
betreffende ontvangstgebied.
De navigatieapplicatie kan echter
geen rekening houden met de actuele
verkeerssituatie, recentelijk veran
derde verkeersregels en plotseling
optredende gevaren of knelpunten
(bijv. wegwerkzaamheden).
Voorzichtig
Het gebruik van het navigatiesys
teem vrijwaart de bestuurder niet
van zijn verantwoordelijkheid cor
rect en oplettend aan het verkeer
deel te nemen. De relevante ver
keersregels moeten zonder uit
zondering in acht worden geno
Werking van de
navigatieapplicatie
Navigatie
Na de invoer van het bestemmings
adres of een nuttige plaats (dichtstbij
zijnde tankstation, hotel, enz.) wordt
de route berekend vanaf de huidige
locatie tot de geselecteerde bestem
ming.
Routebegeleiding gebeurt via ge
sproken opdrachten en een richtings
pijl en met behulp van een meerkleu
rig kaartdisplay.
Informatie op de kaartweergave
Voor het weergeven van de kaart
rondom de huidige locatie hebt u de
keuze:
Druk op de NAVI-toets.
Druk op de toets ; en selecteer het
pictogram Navigatie.
Gebruik
Als routebegeleiding niet actief is,
verschijnt de volgende informatie:
Op de bovenste regel: informatie
over de momenteel actieve audio
bron en de tijd.
Onder de bovenste regel: symbool
GPS.
In de linkerbovenhoek: een kompas
dat het noorden aangeeft.
Kaartdisplay van het gebied rond
de huidige positie.
Huidige positie: aangegeven door
een rode driehoek in een grijze cir
kel.
43
44
Navigatie
Kaart manipuleren
Zichtbaar kaartgedeelte verschuiven
U kunt het zichtbare kaartgedeelte op
het kaartscherm met de toets met
acht richtingen willekeurig in alle rich
tingen verschuiven.
U kunt de toets met acht richtingen in
het midden van de multifunctionele
knop in alle richtingen kantelen.
Navigatie
Kaart instellen
Richtingindicator
Druk op de multifunctionele knop om
Navigatiemenu weer te geven. Selec
teer de menuoptie Kaartrichting om
het betreffende submenu weer te ge
ven.
U hebt de volgende opties:
2D Noord boven: 2D-scherm, noor
den bovenaan.
2D naar boven: 2D-scherm, rijrich
ting bovenaan.
3D naar boven: 3D-scherm, rijrich
ting bovenaan.
Selecteer de gewenste optie.
Kaartweergaven
Druk op de multifunctionele knop om
Navigatiemenu weer te geven. Selec
teer de menuoptie Kaartmodi om het
betreffende submenu weer te geven.
45
46
Navigatie
Positiegegevens
Huidige positie
Druk op de multifunctionele knop om
Navigatiemenu weer te geven. Selec
teer het Info huidige positie -menuitem.
Rechts op het scherm wordt de hui
dige positie weergegeven op de
kaart. Links staan de GPS-cordina
ten van de huidige positie.
Positie van bestemming
Als routebegeleiding actief is, kunt u
informatie over de ingevoerde be
stemming weergeven.
Druk op de multifunctionele knop om
Navigatiemenu weer te geven. Selec
teer het Info positie bestemming menu-item.
Rechts op het scherm wordt de be
stemming weergegeven op de kaart.
Links staan het adres en de GPS-co
ordinaten van de huidige positie.
Route simuleren
Navigatie
Laatste bekende positie gebruiken
Selecteer de menuoptie Laatst
bekende positie gebruiken om de
laatste via GPS-signaal doorgegeven
positie als startpunt te gebruiken.
Vorige bestemming gebruiken
Selecteer de menuoptie Vorige
bestemming gebruiken om n van
de laatste ingevoerde bestemmingen
als startpunt te gebruiken. De lijst met
vorige bestemmingen verschijnt.
Selecteer het gewenste adres.
Specifieke locatie gebruiken
Selecteer de menuoptie Speciale
locatie gebruiken om een specifieke
locatie als startpunt te gebruiken.
Voer een adres in. Vind een gedetail
leerde beschrijving 3 47.
De simulatiemodus wordt gestart.
Simulatiemodus annuleren
Simulatiemodus afsluiten: druk op de
toets CONFIG en selecteer vervol
gens de menuoptie Navigatieinstellingen.
47
48
Navigatie
Navigatie
Selecteer de schermtoets rechts
op het lettertoetsenbord om speciale
tekens die niet op het lettertoetsen
bord staan in te voeren. Het toetsen
bord met speciale tekens verschijnt.
Selecteer het gewenste teken.
Selecteer de schermtoets Sym rechts
op het lettertoetsenbord voor speciale
tekens om cijfers of symbolen in te
voeren. Het toetsenbord met symbo
len verschijnt. Selecteer het gewen
ste teken.
Selecteer de schermtoets ABC rechts
op het lettertoetsenbord voor symbo
len om weer het lettertoetsenbord
weer te geven. Zo kunt u omschake
len tussen de drie toetsenborden.
Selecteer de schermtoets Verw.
rechts op het betreffende toetsenbord
of druk op de toets BACK.
Bij het invoeren het adres verschijnt
er automatisch een lijst met overeen
komende vermeldingen zodra het
aantal overeenkomende vermeldin
gen in het adresgeheugen gelijk aan
of minder dan zes is.
49
Zoekmenu
U kunt een POI met verschillende
zoeksjablonen selecteren.
Druk op de toets DEST om het menu
Bestemming invoeren weer te geven
en selecteer het pictogram Points of
Interest om het menu POI-lijst weer te
geven.
Selecteer Categorie:, Naam: of
Telefoonnummer. De betreffende
zoeksjabloon verschijnt.
Speciale bestemmingen
50
Navigatie
Categorielijst
Druk op de toets NAV en vervolgens
op de multifunctionele knop om
Navigatiemenu weer te geven. Selec
teer Dichtstbijzijnde POI's of POIs op
de route. Er verschijnt een lijst met
POI-categorien.
Selecteer de gewenste categorie,
subcategorien en dan het POI.
Er verschijnt een bevestigingsmenu.
Selecteer menuoptie Begeleiding
starten om de routebegeleiding te
starten.
Vorige bestemmingen
Navigatie
Er verschijnt een bevestigingsmenu.
Selecteer menuoptie Begeleiding
starten om de routebegeleiding te
starten.
Adresboek
51
52
Navigatie
Telefoonboek
Navigatie
Thuis
Let op
Wanneer het Infotainmentsysteem
geen geldig adres kan vinden, wordt
u soms met een bericht hierom ge
vraagd.
53
54
Navigatie
Viapunten toevoegen
Selecteer voor het toevoegen van
een tussengelegen bestemming de
menuoptie Routepunt toevoegen. De
lijst met viapunten verschijnt.
Viapunten verwijderen
Selecteer voor het verwijderen van
een viapunt de menuoptie Routepunt
verwijderen. De lijst met viapunten
verschijnt.
Selecteer de schermtoets Verw.
naast het viapunt dat u wilt verwijde
ren.
Het viapunt wordt verwijderd en de
lijst met viapunten verschijnt op
nieuw.
Selecteer voor het verwijderen van de
gehele lijst en het afsluiten van de
routebegeleiding de schermtoets Alle
bestemmingen verwijderen.
Navigatie
Viapunten verplaatsen
Selecteer voor het wijzigen van de
volgorde van de viapunten op de
route de schermtoets Waypoints
sorteren.
Selecteer de schermtoets Verpl.
naast het viapunt dat u wilt verplaat
sen. Het menu Routepunt
toevoegen wordt weergegeven.
Selecteer de schermtoets Toev. op
de positie waar u het betreffende via
punt wilt neerzetten.
De route wordt opnieuw berekend en
de volgorde van de viapunten in de
lijst met viapunten wordt gewijzigd.
Favoriete routes
Routes met viapunten opslaan
U kunt een aangemaakte route met
viapunten (zie bovenstaand) opslaan
als favoriete route.
Druk tijdens een actieve route met
viapunten op de toets DEST om naar
Routemenu te gaan en selecteer dan
de menuoptie Bestem.lijst. Er ver
schijnt een submenu.
55
56
Navigatie
Breedte/lengte
Opgeslagen bestemmingen
wissen
Navigatie
Begeleiding
Routebegeleiding starten en
annuleren
Routebegeleiding starten
Gewenst adres invoeren of selecte
ren.
Er verschijnt een bevestigingsmenu.
Selecteer menuoptie Begeleiding
starten om de routebegeleiding te
starten.
Routebegeleiding annuleren
Druk bij actieve routebegeleiding op
de toets DEST om Routemenu weer
te geven.
Selecteer de menuoptie Route
annuleren om de huidige navigatie
sessie te annuleren.
Begeleidingsinstructies
57
58
Navigatie
Verkeersincidenten
Het TMC-verkeersinformatiesysteem
ontvangt van de TMC-radiozenders
alle actuele verkeersinformatie. Deze
informatie is onderdeel van de bere
kening van een route.
Verkeersinstellingen
Druk op de toets CONFIG en selec
teer vervolgens de menuoptie
Navigatie-instellingen.
Verkeersincidenten op de kaart
Verkeersincidenten kunnen door bij
behorende symbolen op de kaart
worden aangegeven.
TMC-zenders
De TMC-zenders die verkeersinfor
matie verzenden, kunnen automa
tisch of handmatig worden ingesteld.
Navigatie
Selecteer de menuoptie Verkeerssta
tions om een selectiesjabloon weer te
geven.
Selecteer het invoerveld Modus om
het betreffende submenu weer te ge
ven. Selecteer de gewenste optie.
Als Handmatige stations selectie
wordt gekozen, moet er een TMCzender worden ingesteld.
Selecteer het invoerveld Zender om
Lijst met verkeersstations weer te ge
ven.
Selecteer de gewenste zender.
Verkeersincidentlijsten
Druk bij actieve routebegeleiding op
de toets NAVI en druk op de multi
functionele knop om Navigatiemenu
weer te geven. Blader door de lijst en
selecteer menuoptie Verkeer.
Selecteer voor het weergeven van
alle bekende verkeersvoorvallen voor
het gebied rondom de huidige positie
de menuoptie Alle verkeersgebeurte
nissen.
Route terugvinden
59
60
Navigatie
Traject
Navigatie
Selecteer voor het wijzigen van de
route gedurende een bepaalde af
stand de menuoptie Omleiding op
afstand. Er verschijnt een menu met
daarin verschillende afstanden.
Selecteer de gewenste afstand. De
route wordt op basis daarvan op
nieuw berekend.
Selecteer voor het blokkeren van de
gehele route de menuoptie Omleiding
complete route. De oorspronkelijke
route wordt geblokkeerd en er wordt
een nieuwe route naar de gewenste
bestemming berekend.
Lijst met afslagen
Druk voor een lijst van de komende
afslagen en rustplaatsen langs de
snelweg op de toets NAV en vervol
gens op de multifunctionele knop om
de Navigatiemenu weer te geven.
Blader door de lijst en selecteer de
menuoptie Lijst met afslagen.
Routeopties
61
62
Spraakherkenning
Spraakherkenning
Algemene informatie .................... 62
Gebruik ........................................ 63
Algemene informatie
Gentegreerde
spraakherkenning
Spraakherkenning
Ondersteunde talen
Niet alle talen die voor het display
van het Infotainmentsysteem be
schikbaar zijn, zijn ook beschikbaar
voor de spraakherkenning.
Als de momenteel geselecteerde
displaytaal niet door de spraakher
kenning wordt ondersteund, is de
spraakherkenning niet beschik
baar.
In dat geval moet u een andere taal
selecteren voor het display als u het
Infotainmentsysteem via spraak
commando's wilt bedienen. Taal
van display wijzigen, zie "Taal" in
het hoofdstuk "Systeeminstellin
gen" 3 22.
Adresinvoer voor bestemmingen in
het buitenland
Als u het adres van een bestemming
in het buitenland via spraakcomman
do's wilt invoeren, moet u de taal van
het Infotainmentdisplay in de taal van
het betreffende land wijzigen.
63
Spraakdoorschakel-toepassing
Via de spraakdoorschakel-toepas
sing van het Infotainmentsysteem
hebt u toegang tot de spraakherken
ningscommando's op uw smart
phone. Zie de gebruikershandleiding
van uw smartphone om te controleren
of uw smartphone deze functie on
dersteunt.
Gebruik
Gentegreerde
spraakherkenning
Spraakherkenning activeren
Let op
Tijdens een actief telefoongesprek is
spraakherkenning niet beschikbaar.
Druk op de knop w rechts op het
stuurwiel.
Het geluid van het audiosysteem
wordt onderdrukt, het symbool w op
het display wordt gemarkeerd en een
gesproken bericht vraagt u om een
commando uit te spreken.
64
Spraakherkenning
Spraakherkenning
Jansen op het werk", "Speel af" ge
volgd door de naam van de artiets of
song of "Stem af op" gevolgd door de
radiofrequentie en het golfbereik.
Navigatiebestemmingen zijn echter
te complex voor n commando. Zeg
eerst "Navigatie" en dan bijv. "Adres"
of "Markant punt". Het systeem rea
geert hierop door naar meer details te
vragen.
Na het commando "Markant punt"
kunt u alleen grote ketens op naam
selecteren. Ketens zijn bedrijven met
ten minste 20 locaties. Noem voor an
dere POI's de naam van een catego
rie, bijv. "Restaurants", "Winkelcen
tra" of "Ziekenhuizen".
Het systeem werkt gemakkelijker met
directe commando's, bijv. "Bel
01234567".
Bij het commando "Telefoon" begrijpt
het systeem dat u wilt bellen en ant
woordt het met nadere vragen totdat
het voldoende details heeft. Als het
telefoonnummer met een naam en
een locatie opgeslagen is, moet u in
65
Spraakdoorschakel-toepassing
Spraakherkenning
spraakdoorschakeling activeren
Houd de knop w rechts op het stuur
wiel ingedrukt totdat er een spraak
herkenningssessie wordt gestart.
Voor nadere informatie over de wer
king verwijzen wij u naar de gebruiks
aanwijzing van uw smartphone
66
Spraakherkenning
Telefoon
Telefoon
Algemene aanwijzingen ............... 67
Bluetooth-verbinding .................... 68
Noodoproep ................................. 69
Bediening ..................................... 70
Tekstberichten ............................. 73
Mobiele telefoons en
CB-zendapparatuur .................... 75
Algemene aanwijzingen
De telefoonportal biedt u de mogelijk
heid om via een microfoon en de luid
sprekers van de auto telefoonge
sprekken te voeren en met het info
tainmentsysteem van de auto de be
langrijkste functies van de mobiele te
lefoon te bedienen. Om het telefoon
portaal te kunnen gebruiken, moet de
mobiele telefoon via Bluetooth aan
gesloten zijn.
Het telefoonportaal kan daarnaast
ook met het spraakherkenningsys
teem worden bediend.
Niet alle functies van de telefoonpor
tal worden door elke mobiele telefoon
ondersteund. Welke telefoonfuncties
mogelijk zijn, hangt af van de desbe
treffende mobiele telefoon en van de
netwerkprovider. Verdere informatie
hierover vindt u in de bedienings
handleiding van uw mobiele telefoon.
U kunt hierover ook informatie vragen
bij uw netwerkprovider.
67
9 Waarschuwing
Het gebruik van de telefoon in
handsfree-modus tijdens het rij
den kan gevaarlijk zijn doordat uw
concentratie afneemt tijdens het
telefoneren. Parkeer uw auto
68
Telefoon
Bluetooth
Bluetooth-verbinding
Bluetooth is een radiografische norm
voor het draadloos verbinden van
bijv. mobiele telefoons, iPod/iPhonemodellen of andere apparaten.
Opmerkingen
Bluetooth-menu
Apparaat koppelen
Telefoon
verschijnt een bericht met de viercij
ferige code van het Infotainmentsys
teem.
Activeer het koppelen op het Blue
tooth-apparaat. Voer zo nodig de
code van het Infotainmentsysteem op
het Bluetooth-apparaat in.
Voor het koppelen verschijnt er een
zescijferige pincode op het Infotain
mentsysteem.
Koppelen bevestigen:
Als SSP (secure simple pairing)
wordt ondersteund:
Vergelijk (desgevraagd) de pinco
des op het Infotainmentsysteem en
op het Bluetooth-apparaat en be
vestig het bericht op het Bluetoothapparaat.
Als SSP (secure simple pairing)
niet wordt ondersteund:
Voer de pincode op het Bluetoothapparaat in en bevestig uw invoer.
De apparaten zijn gekoppeld en het
telefoonhoofdmenu verschijnt.
Het telefoonboek en de oproeplijsten
(indien beschikbaar) worden vanaf
het Bluetooth-apparaat gedownload.
Apparatenlijst
69
Noodoproep
9 Waarschuwing
70
Telefoon
9 Waarschuwing
9 Waarschuwing
Beindig het gesprek pas als de
alarmcentrale u daarom vraagt.
Bediening
Zodra er een Bluetooth-verbinding
tussen uw mobiele telefoon en het in
fotainmentsysteem tot stand is ge
bracht, kunt u tal van functies van uw
mobiele telefoon ook via het infotain
mentsysteem bedienen.
Na het tot stand brengen van een ver
binding tussen de mobiele telefoon
en het Infotainmentsysteem worden
de gegevens van de mobiele telefoon
naar het Infotainmentsysteem ver
stuurd. Afhankelijk van het model te
lefoon kan dit enige tijd duren. Tijdens
deze periode is het bedienen van de
mobiele telefoon via het Infotainment
systeem slechts beperkt mogelijk.
Hoofdmenu Telefoon
Telefoon
Telefoongesprek initiren
Een nummer invoeren
Druk op de toets PHONE en selecteer
vervolgens de menuoptie Nummer
invoeren. Er verschijnt een toetsen
blok.
71
Telefoonboek
Druk op de toets PHONE en selecteer
vervolgens de menuoptie
Telefoonboek. Het menu Zoeken in
telefoonboek wordt weergegeven.
72
Telefoon
Binnenkomend gesprek
Telefoongesprek beindigen
Selecteer voor het beindigen van de
oproep de schermtoets Ophangen.
Telefoon
Naar handset doorschakelen
Selecteer de menuoptie
Doorverb.naar handset om het ge
sprek door te schakelen naar de mo
biele telefoon. Het menu Priv
gesprekken wordt weergegeven.
Selecteer de menuoptie Gesprek
doorverbinden in het menu Priv
gesprekken om het gesprek weer te
rug te schakelen naar het Infotain
mentsysteem.
Tekstberichten
Wisselgesprek
Wisselgesprek initiren
Selecteer tijdens een actieve oproep
de menuoptie Nummer invoeren op
het in-gesprekscherm. Het toetsen
blok verschijnt. U kunt een nummer
invoeren of een nummer uit het tele
foonboek selecteren, zie boven
staand.
73
Berichtenapplicatie op de
mobiele telefoon activeren
74
Telefoon
Weergave
Selecteer voor het weergeven van
het bericht op het scherm de respec
tievelijke schermtoets.
Inkomend tekstbericht
Beantwoorden
Selecteer voor het beantwoorden van
het bericht de schermtoets Antwoord.
Er verschijnt een lijst met voorgedefi
nieerde berichten.
Selecteer het gewenste bericht en
bevestig uw invoer.
Het bericht wordt verzonden.
Let op
Berichten verschijnen alleen op het
scherm wanneer de auto gepar
keerd is.
Weigeren
Selecteer voor het weigeren van het
bericht de respectievelijke scherm
toets.
Let op
U kunt nieuwe voorgedefinieerde
berichten in het instellingenmenu
aanmaken.
Bel
Selecteer de schermtoets Bellen om
de afzender van het tekstbericht te
bellen.
Postvak IN
Telefoon
Let op
Berichten verschijnen alleen op het
scherm wanneer de auto gepar
keerd is.
Selecteer desgewenst n van de op
ties onderaan het scherm (zie boven
staand).
Instellingen
Mobiele telefoons en
CB-zendapparatuur
Installatie-instructies en
bedieningsrichtlijnen
75
9 Waarschuwing
Gebruik van zendapparatuur en
mobiele telefoons die niet aan de
bovenstaande normen voor mo
biele telefoons voldoen en radio's
is alleen toegestaan met een bui
tenantenne op de auto.
Voorzichtig
Mobiele telefoons en zendappara
tuur kunnen als de voornoemde
aanwijzingen niet in acht worden
genomen bij gebruik in het interi
eur zonder buitenantenne aanlei
ding geven tot functiestoringen in
de autoelektronica.
76
Veelgestelde vragen
Veelgestelde vragen
Veelgestelde vragen .................... 76
Veelgestelde vragen
Spraakherkenning
? De spraakherkenningsfunctie
het spraakherkenningssysteem
zijn te lang. Hoe kan ik ze onder
breken om direct een commando
in te spreken?
! Druk op de w-toets op het stuurwiel
om de gesproken aanwijzing van
het spraakherkenningssysteem te
onderbreken. Wacht op de piep
toon en spreek uw commando uit.
Gedetailleerde beschrijving 3 63.
Veelgestelde vragen
Telefoon
Navigatie
77
Audio
78
Veelgestelde vragen
Veelgestelde vragen
79
80
Trefwoordenlijst
Adresboek.................................... 47
Afbeeldingen................................ 38
Afbeeldingen weergeven.............. 38
Afbeeldingsbestanden.................. 35
Afbeelding via USB activeren....... 38
Algemene aanwijzingen 6, 32, 42, 67
Algemene informatie.............. 35, 62
AUX........................................... 35
Bluetooth-muziek...................... 35
CD............................................. 32
Infotainment-systeem.................. 6
Navigatie................................... 42
Radio......................................... 25
Telefoonportal........................... 67
USB........................................... 35
Antidiefstalfunctie .......................... 7
Apps gebruiken............................. 39
Audio afspelen.............................. 37
Audiobestanden........................... 35
Audio via USB activeren............... 37
Automatisch volume..................... 21
Autostore-lijsten............................ 27
Zenders oproepen..................... 27
Zenders opslaan....................... 27
AUX.............................................. 35
AUX activeren............................... 37
BACK-knop................................... 17
Balance......................................... 20
Basisbediening............................. 17
Bass.............................................. 20
Bediening...................................... 70
AUX........................................... 37
Bluetooth-muziek...................... 37
CD............................................. 33
Infotainment-systeem................ 14
Menu......................................... 17
Navigatiesysteem...................... 43
Radio......................................... 25
Telefoon.................................... 70
USB..................................... 37, 38
Bedieningselementen
Infotainment-systeem.................. 8
Stuurwiel..................................... 8
Bedieningspaneel Infotainment...... 8
Beeldscherm................................. 22
Begeleiding .................................. 57
Bestandsindelingen...................... 32
Afbeeldingsbestanden.............. 35
Audiobestanden........................ 35
Bluetooth-muziek.......................... 35
Bluetooth-verbinding.................... 68
Broodkruimels............................... 57
81
C
Categorielijst................................. 25
CD-speler..................................... 32
CD-speler activeren...................... 33
DAB.............................................. 30
Datum........................................... 22
Digital Audio Broadcasting........... 30
EQ................................................ 20
Equalizer....................................... 20
Fabrieksinstellingen...................... 22
Fader............................................ 20
Favoriete lijsten
Zenders oproepen..................... 27
Zenders opslaan....................... 27
Favorietenlijst............................... 27
Telefoon.................................... 70
USB..................................... 37, 38
Geluidsinstellingen....................... 20
Het Infotainmentsysteem
activeren.................................... 14
Het navigatiesysteem activeren. . . 43
Infotainmentsysteem inschakelen 14
Invoer van de bestemming .......... 47
Kaarten......................................... 43
Koppelen...................................... 68
Maximaal inschakelvolume........... 21
Meldingen..................................... 17
Menubediening............................. 17
Middenbereik................................ 20
Mobiele telefoons en
CB-zendapparatuur................... 75
Multifunctionele toets.................... 17
Mute.............................................. 14
Navigatie
Adresboek................................. 47
Algemene instellingen............... 43
Begeleidingswaarschuwingen... 57
Bestemmingsinvoer................... 47
Broodkruimels........................... 57
Cordinaten............................... 47
Favoriete routes........................ 47
Gesproken instructies............... 57
Huidige locatie........................... 43
Kaart manipuleren..................... 43
Kaartvenster.............................. 43
Lijst met afslagen...................... 57
Nuttige plaatsen........................ 47
Recente bestemmingen............ 47
Reis met viapunten................... 47
Route simuleren........................ 43
Route terugvinden..................... 57
Routebegeleiding...................... 57
Routeopties............................... 57
Thuisadres................................ 47
TMC-zenders............................ 57
Toetsenbord.............................. 47
Verkeersincidenten................... 57
Navigatiesysteem......................... 42
Navigatievolume........................... 21
Noodoproep.................................. 69
Nuttige plaatsen............................ 47
82
O
Overzicht bedieningselementen..... 8
Radio
Autostorelijsten.......................... 27
Categorielijst............................. 25
DAB........................................... 30
DAB-berichten........................... 30
Digital Audio Broadcasting........ 30
Favoriete lijsten......................... 27
Menu RDS-opties...................... 28
Radio Data System................... 28
RDS........................................... 28
Regionaal.................................. 28
Selectie van frequentiebereik.... 25
TP.............................................. 28
Verkeersinformatie.................... 28
Zender zoeken.......................... 25
Zenderlijst.................................. 25
Zenders oproepen..................... 27
Zenders opslaan....................... 27
Radio activeren............................. 25
Radio Data System (RDS) ........... 28
Regio-instelling............................. 28
Reis met viapunten....................... 47
Routebegeleiding......................... 57
Route simuleren........................... 43
TA................................................. 28
Taal............................................... 22
TA-volume.................................... 21
Tekstberichten.............................. 73
Telefoon
Bluetooth................................... 67
Bluetooth-verbinding................. 68
Conferentiegesprek................... 70
Functies tijdens het gesprek..... 70
Noodoproepen.......................... 69
Recente oproepen.................... 70
Tekstberichten........................... 73
Telefoonboek............................ 70
Telefoonboek.......................... 47, 70
Telefoongesprek
Initiren..................................... 70
Opnemen.................................. 70
Telefoonportal activeren............... 70
Thuisadres.................................... 47
TMC.............................................. 57
Toetsenbord................................. 47
TP................................................. 28
Treble........................................... 20
Tijd................................................ 22
Tijdsindeling.................................. 22
USB.............................................. 35
Veelgestelde vragen..................... 76
Verkeersincidenten....................... 57
Verkeersinformatie....................... 28
Volume
Automatisch volume.................. 21
Maximaal inschakelvolume....... 21
Navigatievolume........................ 21
Stiltefunctie................................ 14
Volume van geluidsindicaties.... 21
Volume van geluidssignaal....... 21
Volume van verkeersinformatie. 21
Volume-instellingen...................... 21
83
Volume van geluidsindicaties....... 21
Volume van geluidssignaal........... 21
Zenderlijst..................................... 25
Zender zoeken.............................. 25
84
CD 400plus/400/300
Inleiding ....................................... 86
Radio ......................................... 103
CD-speler ................................... 113
AUX-ingang ............................... 117
USB-poort .................................. 118
Spraakherkenning ...................... 120
Telefoon ..................................... 126
Trefwoordenlijst ......................... 138
86
Inleiding
Inleiding
Algemene aanwijzingen ............... 86
Antidiefstalfunctie ......................... 87
Overzicht bedieningselementen . . 88
Gebruik ........................................ 94
Basisbediening ............................ 95
Geluidsinstellingen ...................... 99
Volume-instellingen ................... 101
Personaliseren ........................... 102
Algemene aanwijzingen
Het infotainmentsysteem biedt u eer
steklas infotainment voor in uw auto.
De radio is voor de frequentieberei
ken AM, FM en DAB voorzien van
twaalf automatisch in te stellen voor
keurzenders. Bovendien kunnen er
nog diverse voorkeurzenders hand
matig worden ingesteld (ongeacht
frequentiebereik).
De gentegreerde CD-speler onder
houdt u met audio- en MP3/WMACDs.
U kunt ook externe gegevensopslag
apparaten, zoals een iPod, MP3-spe
ler of USB-stick of een draagbare cdspeler als externe audiobron op het
Infotainmentsysteem aansluiten.
De digitale soundprocessor biedt u di
verse vooraf ingestelde klankinstellin
gen, waarmee u het geluid kunt opti
maliseren.
Als optie kan het Infotainmentsys
teem worden gebruikt met de bedie
ningselementen op het stuurwiel of
via het spraakherkenningssysteem.
Inleiding
gereden. Zet bij twijfel de auto aan
de kant en bedien het Infotain
mentsysteem terwijl u stilstaat.
Radio-ontvangst
Antidiefstalfunctie
Het Infotainmentsysteem is voorzien
van een elektronisch beveiligingssys
teem dat het systeem tegen diefstal
beveiligt.
De beveiliging houdt in dat het Info
tainmentsysteem alleen in uw auto
werkt en daarom voor een eventuele
dief waardeloos is.
87
88
Inleiding
Overzicht bedieningselementen
CD 400 / CD 400plus
Inleiding
1
Cd/mp3/wma-weergave
starten ................................. 117
Achteruit zoeken ................. 103
Cd/mp3/wma: nummer
vooruit overslaan ................ 114
AS (1/2) ............................... 104
Cd/mp3/wma: informatie
achteruit overslaan ............. 114
Radiozendertoetsen 1...6 .... 104
Lang drukken: station
opslaan ............................... 104
Automatische
geheugenniveaus
(voorkeuzezenders) ............ 104
89
90
Inleiding
16 TONE .................................... 99
Geluidsinstellingen ................ 99
17 PHONE ............................... 126
Openen hoofdmenu
telefoon ............................... 132
Mute activeren ...................... 94
18 AUX ..................................... 117
Wijzigen audiobron ............. 117
Inleiding
CD 300
91
92
Inleiding
Cd/mp3/wma-weergave
starten ................................. 117
Achteruit zoeken ................. 103
Cd/mp3/wma: nummer
vooruit overslaan ................ 114
AS (1/2) ............................... 104
Cd/mp3/wma: informatie
achteruit overslaan ............. 114
Radiozendertoetsen 1...6 .... 104
Lang drukken: station
opslaan ............................... 104
Automatische
geheugenniveaus
(voorkeuzezenders) ............ 104
Activeren of deactiveren
verkeersberichten ............... 108
Draaien: volume
aanpassen ............................ 94
Inleiding
16 BACK .................................... 95
Menu: een niveau terug ........ 95
Audiobedieningsknoppen aan
stuurwiel
Geluidsinstellingen ................ 99
19 PHONE ............................... 126
Openen hoofdmenu
telefoon ............................... 132
93
Kort indrukken:
telefoongesprek aannemen 126
of nummer bellen in
oproeplijst ............................ 132
of actieve
spraakherkenning ............... 120
Lang drukken: oproeplijst
tonen ................................... 132
of spraakherkenning
uitschakelen ........................ 120
94
4
5
Inleiding
Volume verlagen ................... 94
Kort drukken: gesprek
beindigen/weigeren ........... 132
of oproeplijst sluiten ............ 132
of geluidsonderdrukking
activeren/deactiveren ............ 94
of spraakherkenning
uitschakelen ........................ 120
Gebruik
Bedieningselementen
Automatisch uitschakelen
Als het Infotainmentsysteem is inge
schakeld met de X-knop terwijl het
contact is uitgeschakeld, schakelt het
na 30 minuten automatisch weer uit.
Volume instellen
Inleiding
Mute
Druk op de PHONE-toets (wanneer
de telefoonportal beschikbaar is: en
kele seconden indrukken) om het ge
luid van audiobronnen te
onderdrukken.
Om de onderdrukking van het geluid
opnieuw te annuleren: draai aan de
X-knop of druk opnieuw op de
PHONE-toets (indien telefoonportaal
beschikbaar is: enkele seconden in
drukken).
Volumebeperking bij hoge
temperaturen
Bij erg hoge temperaturen binnen de
auto beperkt het infotainmentsys
teem het maximaal instelbare vo
lume. Indien nodig wordt het maxi
male volume automatisch verlaagd.
Bedieningsstanden
Radio
Druk op de RADIO-knop om het
hoofdmenu van de radio te openen of
te wisselen tussen de verschillende
frequentiebereiken.
95
Basisbediening
Multifunctionele toets
96
Inleiding
BACK-toets
Voorbeelden van de
menubediening
CD 400 / CD 400plus
Selecteren van een optie
Submenu's
Een pijltje aan de rechterkant van het
menu geeft aan dat na er na het se
lecteren van die optie een submenu
met verdere opties verschijnt.
Een instelling activeren
Inleiding
97
98
Inleiding
CD 300
Menu-elementen en symbolen
Inleiding
In- of uitschakelen van een functie
99
Geluidsinstellingen
In het geluidsinstellingenmenu kunt u
voor elk radiofrequentiebereik en
voor elke audiospeler de geluidska
rakteristieken instellen.
100
Inleiding
Selecteer Fader:.
Stel de gewenste waarde in.
Selecteer Balans:.
Stel de gewenste waarde in.
Inleiding
Geluid voor een muziekstijl
optimaliseren
Volume-instellingen
Maximaal startvolume
101
Snelheidsafhankelijke
volumereg.
102
Inleiding
Personaliseren
(alleen bij CD 400plus)
Diverse instellingen van het infotain
mentsysteem kunnen separaat wor
den opgeslagen in elke sleutel (be
stuurder) van de auto.
Opgeslagen instellingen
Activeren/deactiveren
personalisatie
Radio
Radio
Gebruik
Bedieningsknoppen
Radio activeren
Frequentiebereik selecteren
103
Zender zoeken
Automatisch zender zoeken
104
Radio
Zenders met de hand opslaan
Autostore-lijsten
De zenders met de beste ontvangst in
een bepaald frequentiebereik kunnen
met de autostorefunctie automatisch
worden opgezocht en opgeslagen.
Let op
Het huidige station wordt gemar
keerd door i.
Elk frequentiebereik heeft 2 auto
storelijsten (AS 1, AS 2), waarin elk
6 zenders kunnen worden opgesla
gen.
Radio
Favorietenlijst
Zenders van alle frequentiebereiken
kunnen handmatig in de favorieten
lijsten worden opgeslagen.
105
Druk op de CONFIG-toets.
Selecteer Radio-instellingen en ver
volgens Radio-favorieten.
Selecteer het gewenste aantal be
schikbare favorietenlijsten.
Frequentiebereikmenu's
Andere manieren voor het instellen
van zenders zijn beschikbaar via fre
quentiebereikspecifieke menu's.
106
Radio
Let op
De volgende FM-specifieke displays
worden als voorbeeld getoond.
Zenderlijsten
Favorietenlijst
AM/FM-frequentiebereik
Selecteer Lijst met AM-zenders of
Lijst met FM-zenders.
Alle te ontvangen AM/FM-zenders in
het actuele ontvangstgebied worden
getoond.
DAB-frequentiebereik
Draai aan de multifunctionele knop.
Radio
Bijwerken zenderlijsten
Kunnen zenders uit de in de frequen
tiebereikspecifieke zenderlijst niet
langer worden ontvangen:
Selecteer het betreffende commando
voor het bijwerken van een zender
lijst.
CD 400plus: de dubbele tuner van het
Infotainmentsysteem werkt de FMzenderlijst op de achtergrond continu
bij. Handmatig bijwerken is niet nodig.
Het zoeken naar zenders wordt ge
start. Nadat het zoeken is afgerond
wordt de laatst ontvangen zender af
gespeeld.
Druk op de multifunctionele knop om
het zenderzoeken te af te breken.
Let op
Bij het bijwerken van een lijst van
een zender op een specifiek fre
quentiebereik wordt de overeen
komstige categorielijst ook bijge
werkt.
Categorielijst
107
108
Radio
Let op
Het huidige station wordt gemar
keerd door i.
DAB-berichten
Radio
Zet de optie Verkeersmelding (TA) op
Aan of Uit.
TA-volume
Het volume voor verkeersberichten
(TA) kan worden vooringesteld
3 101.
In- en uitschakelen van RDS
Zet de optie RDS op Aan of Uit.
Let op
Na het uitschakelen van RDS wordt
deze functie automatisch weer inge
schakeld bij het afstemmen op een
andere zender (via de zoekfunctie of
een voorkeuzeknop).
Verkeersmelding (TA)
Het permanent in- of uitschakelen
van de TA-functie:
109
Radioverkeerinformatieservice
(TP = verkeersprogramma)
Zenders met radioverkeerinformatie
service zijn RDS-zenders die ver
keerinformatie uitzenden.
Het in- en uitschakelen van de radio
verkeerinformatieservice
Het in- en uitschakelen van de standby verkeersberichtenfunctie van het
infotainmentsysteem:
110
Radio
Druk op de TP-toets.
Is de radioverkeerinformatieservice
ingeschakeld, wordt [ ] weergege
ven in het radiohoofdmenu.
Alleen zenders met radioverkeerin
formatieservice worden ontvangen.
Is het huidige station geen zender
met radioverkeerinformatieservice,
wordt een zoekopdracht gestart
naar de volgende zender met radi
overkeerinformatieservice.
Wordt een zender met radiover
keerinformatieservice gevonden,
wordt [TP] weergegeven in het ra
diohoofdmenu.
Verkeersberichten worden afge
speeld op het ingestelde TA-vo
lume 3 101.
Is de radioverkeerinformatieservice
ingeschakeld, wordt gedurende de
verkeersberichten het afspelen van
CD/MP3 onderbroken.
Alleen naar verkeersberichten
luisteren
Schakel de radioverkeerinformatie
service in en draai het volume van het
infotainmentsysteem helemaal terug.
Algemene informatie
Radio
Er is geen sprake van fading (zwak
ker worden van het geluid), het
geen bij AM- en FM-ontvangst re
gelmatig voorkomt. Het DAB-sig
naal wordt met een constant vo
lume weergegeven.
Als het DAB-signaal te zwak is om
door de radio te worden opgevan
gen, wordt de weergave geheel on
derbroken. Dit probleem kan wor
den vermeden door in het menu
DAB-instellingen Automatische
groeplinks en/of Automatische links
DAB-FM te activeren.
Interferentie door zenders op nabu
rige frequenties (een verschijnsel
dat typisch is voor AM- en FM-ont
vangst) doet zich bij DAB niet voor.
Als het DAB-signaal door natuur
lijke obstakels of door gebouwen
wordt weerkaatst, verbetert dit de
ontvangstkwaliteit van DAB, terwijl
AM- en FM-ontvangst in die geval
len juist aanmerkelijk verslechtert.
Na het inschakelen van DAB-ont
vangst blijft de FM-tuner van het In
fotainmentsysteem op de achter
grond actief en zoekt voortdurend
Configureren DAB
Druk op de CONFIG-toets.
Selecteer Radio-instellingen en ver
volgens DAB-instellingen.
111
112
Radio
CD-speler
CD-speler
Algemene aanwijzingen ............. 113
Gebruik ...................................... 114
Algemene aanwijzingen
De CD-speler van het infotainment
systeem kan audio-CD's en MP3/
WMA afspelen.
113
114
CD-speler
Gebruik
Afspelen van een cd starten
CD-speler
Cd plaatsen
Mapniveau wijzigen
115
116
CD-speler
Een cd verwijderen
Druk op de d-toets.
De cd wordt uit de cd-sleuf geworpen.
Als de cd na het uitwerpen niet wordt
verwijderd, wordt hij na enkele secon
den automatisch weer naar binnen
getrokken.
AUX-ingang
AUX-ingang
Algemene aanwijzingen
117
Gebruik
Druk n keer of meerdere keren op
de CD/AUX- of AUX-toets om de
AUX-modus te activeren.
118
USB-poort
USB-poort
Algemene aanwijzingen
Opmerkingen
Opgeslagen
audiobestanden afspelen
USB-poort
Druk n keer of meerdere keren op
de AUX-knop om de USB-modus te
activeren.
Het afspelen van audiogegevens die
op het USB-opslagapparaat zijn op
geslagen, is gestart.
De bediening van de via USB aange
sloten gegevensbronnen is in het al
gemeen hetzelfde als bij een audio
MP3 CD 3 114.
Op de volgende pagina's worden al
leen de afwijkende/aanvullende be
dieningsaspecten beschreven.
Bediening van de displayschermen is
alleen beschreven voor USB-opslag
stations. De bediening van andere
apparaten, zoals iPod of Zune, is in
het algemeen gelijk.
119
120
Spraakherkenning
Spraakherkenning
Algemene informatie .................. 120
Telefoonregeling ........................ 121
Algemene informatie
De spraakherkenning van het Info
tainmentsysteem stelt u in staat om
het telefoonportaal met uw stem te
besturen. De spraakbesturing her
kent commando's en cijferreeksen,
ongeacht de desbetreffende spreker.
De instructies en cijferreeksen kun
nen zonder pauze tussen de afzon
derlijke woorden worden uitgespro
ken.
U kunt telefoonnummers onder een
toegewezen naam opslaan (spraak
label). Met deze namen kunt u later
een telefoonverbinding tot stand
brengen.
Bij onjuist gebruik of onjuiste com
mando's geeft de spraakherkenning u
visuele en/of akoestische feedback
en wordt u gevraagd het gewenste
commando te herhalen. Bovendien
bevestigt de spraakherkenning be
langrijke instructies en stelt zo nodig
een vraag hierover.
Spraakherkenning
Telefoonregeling
Spraakherkenning activeren
Bediening
Hoofdcommando's
121
"Selecteer apparaat"
"Gesproken feedback"
Veelal beschikbare commando's
"Help": de dialoog wordt afgesloten
en alle in de actuele functie be
schikbare commando's worden op
gesomd.
"Annuleren": de spraakherkenning
is uitgeschakeld.
"Ja": afhankelijk van de context
wordt een geschikte actie onderno
men.
"Nee": afhankelijk van de context
wordt een geschikte actie onderno
men.
Een telefoonnummer invoeren
Na het commando "Kiezen" vraagt de
spraakherkenning om het invoeren
van een nummer.
Het telefoonnummer moet met nor
male stem worden gesproken, zonder
kunstmatige pauzes tussen de afzon
derlijke cijfers.
De spraakherkenning werkt het best
als er tussen elke drie tot vijf cijfers
een pauze van minimaal een halve
122
Spraakherkenning
Spraakherkenning
Beschikbare commando's:
"Verzenden": handmatig DTMF
(toondruktoets-kiezen) inschake
len, bijv. voor voicemail of telefo
nisch bankieren.
"Naam verzenden": DTMF (toon
druktoetskiezen) inschakelen door
een naam (spraaklabel) in te voe
ren.
"Kiezen"
"Bellen"
"Opnieuw kiezen"
"Help"
"Annuleren"
Voorbeeld van een dialoog
Gebruiker: <als er een telefoonge
sprek actief is: druk op toets w>
Gebruiker: "Verzenden"
Stemoutput: "Zeg het nummer dat u
wilt verzenden"
(voor het invoeren van een nummer
zie het dialoogvoorbeeld bij Een
telefoonnummer invoeren)
Gebruiker: "Verzenden"
Opnieuw kiezen
Het laatst gekozen nummer wordt op
nieuw gekozen met het commando
"Opnieuw kiezen".
Opslaan
Met het commando "Opslaan" kunt u
een telefoonnummer onder een naam
(spraaklabel) opslaan in het telefoon
boek.
De ingevoerde naam moet een keer
worden herhaald. De toonhoogte en
de uitspraak moeten beide keren zo
gelijk mogelijk zijn. Anders verwerpt
de spraakherkenning de invoer.
Er kunnen maximaal 50 spraaklabels
in het telefoonboek worden opgesla
gen.
Spraaklabels zijn sprekerafhankelijk,
d.w.z. dat alleen de persoon die het
spraaklabel heeft ingesproken ze kan
openen.
Om te voorkomen dat het begin van
de opname van een opgeslagen
naam wordt afgesneden, moet er na
een verzoek om invoer een korte
pauze in acht worden genomen.
123
124
Spraakherkenning
Gebruiker: <Naam>
Stemoutput: "Naam opslaan"
Wissen
Een eerder opgeslagen spraaklabel
kan worden gewist met het com
mando "Verwijderen".
Beschikbare commando's:
"Ja"
"Nee"
"Help"
"Annuleren"
Naar opgeslagen namen luisteren
De stemuitvoer van alle opgeslagen
namen (spraaklabels) wordt gestart
met het commando "Lijst".
Tijdens stemoutput van de spraakla
bels beschikbare commando's:
"Bellen": het telefoonnummer van
het laatst voorgelezen spraaklabel
wordt geselecteerd.
"Verwijderen": de invoer van het
laatst voorgelezen spraaklabel
wordt gewist.
Spraakherkenning
Gesproken feedback
Elke steminvoer wordt door het Info
tainmentsysteem beantwoord of be
commentarieerd met een aan de si
tuatie aangepaste stemoutput.
Voer "Gesproken feedback" in om de
stemuitvoer in of uit te schakelen of
druk op toets w.
125
126
Telefoon
Telefoon
Algemene aanwijzingen ............. 126
Bluetooth-verbinding .................. 127
Noodoproep ............................... 132
Bediening ................................... 132
Mobiele telefoons en
CB-zendapparatuur .................. 136
Algemene aanwijzingen
De telefoonportal biedt u de mogelijk
heid om via een microfoon en de luid
sprekers van de auto telefoonge
sprekken te voeren en met het info
tainmentsysteem van de auto de be
langrijkste functies van de mobiele te
lefoon te bedienen. Om het telefoon
portaal te kunnen gebruiken, moet de
mobiele telefoon via Bluetooth aan
gesloten zijn.
Het telefoonportaal kan daarnaast
ook met het spraakherkenningsys
teem worden bediend.
Niet alle functies van de telefoonpor
tal worden door elke mobiele telefoon
ondersteund. Welke telefoonfuncties
mogelijk zijn, hangt af van de desbe
treffende mobiele telefoon en van de
netwerkprovider. Verdere informatie
hierover vindt u in de bedienings
handleiding van uw mobiele telefoon.
U kunt hierover ook informatie vragen
bij uw netwerkprovider.
9 Waarschuwing
Het gebruik van de telefoon in
handsfree-modus tijdens het rij
den kan gevaarlijk zijn doordat uw
concentratie afneemt tijdens het
telefoneren. Parkeer uw auto
Telefoon
voordat u de telefoon in hands
free-modus gebruikt. Volg de be
palingen van het land waarin u
zich bevindt.
Volg de voorschriften die in som
mige gebieden gelden op en zet
uw mobiele telefoon uit als mobiel
telefoneren verboden is, als de
mobiele telefoon interferentie ver
oorzaakt of als er zich gevaarlijke
situaties kunnen voordoen.
Bluetooth
De spraakherkenning gebruiken
Bedieningselementen
De belangrijkste telefoonspecifieke
bedieningselementen zijn de vol
gende:
PHONE-toets: opent het telefoon
hoofdmenu.
Knoppen op het stuurwiel:
q, w: gesprek aannemen, spraak
herkenning activeren.
n, x: gesprek beindigen/weige
ren, spraakherkenning uitschakelen.
Het telefoonportaal kan daarnaast
ook met spraakherkenning worden
bediend 3 120.
127
Bluetooth-menu
Bluetooth-verbinding
Bluetooth is een radiografische norm
voor het draadloos verbinden van
bijv. een mobiele telefoon met andere
apparatuur. Informatie zoals een te
lefoonboek, gesprekkenlijsten, de
naam van de netwerkoperator en de
sterkte van de verbinding kan worden
overgedragen. Welke functies er be
schikbaar zijn hangt af van het type
telefoon.
Druk op de CONFIG-toets.
Selecteer Telefooninstellingen en
vervolgens Bluetooth.
128
Telefoon
Bluetooth inschakelen
Wanneer de Bluetooth-functie van
het telefoonportaal uitgeschakeld is:
Activering instellen op Aan en het
daaropvolgende bericht bevestigen.
Apparatenlijst
Wordt een mobiele telefoon voor het
eerst via Bluetooth met het telefoon
portaal verbonden, dan wordt de te
lefoon in de apparatenlijst opgesla
gen.
SAP-modus
Wanneer de SAP-optie wordt ge
bruikt, zijn er meer functies beschik
baar via het telefoonportaal, zoals
verschillende beveiligings-berichtver
zendingsopties. Het werkelijke aantal
beschikbare functies is afhankelijk
van de netwerkprovider. Daarnaast
bevindt de mobiele telefoon zich in de
SAP-modus in de stand-bystand. Al
leen de Bluetooth-verbinding en de
simkaart zijn actief, wat resulteert in
een lager energieverbruik van de
aangesloten mobiele telefoon.
Een mobiele telefoon als een
handsfree-apparaat aansluiten
Telefoon
Selecteer Apparaat (handsfree)
toevoegen. De Bluetooth-code die in
de mobiele telefoon moet worden in
gevoerd, verschijnt.
Het telefoonportaal kan nu door an
dere Bluetooth-apparaten worden ge
detecteerd.
Zodra de mobiele telefoon het tele
foonportaal heeft gedetecteerd, kan
de Bluetooth-code in de mobiele te
lefoon worden ingevoerd.
129
130
Telefoon
Op apparatenlijst opgeslagen
mobiele telefoon aansluiten
Telefoon
Mobiele telefoon van
apparatenlijst verwijderen
131
Netwerkdiensten configureren
Selecteer Telefooninstellingen en
vervolgens Netwerkdiensten. Het dia
loogvenster voor netwerkdiensten
wordt weergegeven.
Afhankelijk van de netwerkprovider
en de mobiele telefoon zijn er ver
schillende opties beschikbaar.
Netwerkselectie: kies tussen auto
matische of handmatige netwerk
selectie.
Wisselgesprek: gesprek in de
wacht in- of uitschakelen.
Gespreksdoorschakeling: door
schakelopties selecteren op basis
van de situatie.
Gespreksblokkering: gespreks
blokkeringsopties configureren op
basis van de situatie.
Voor details over de configuratie van
de netwerkdiensten raadpleegt u de
handleiding van de mobiele telefoon
of u neemt contact op met de mo
biele-netwerkprovider.
132
Telefoon
Noodoproep
9 Waarschuwing
Het tot stand brengen van de ver
binding kan niet onder alle om
standigheden worden gegaran
9 Waarschuwing
Denk eraan dat u met uw mobiele
telefoon kunt bellen en ontvangen
indien u zich in een gebied bevindt
met een voldoende sterk signaal.
Onder bepaalde omstandigheden
kunnen nooddiensten niet op alle
mobiele telefoonnetwerken wor
den gebeld; mogelijkerwijs kun
nen deze oproepen niet gedaan
worden wanneer bepaalde net
werkdiensten en/of telefoonfunc
ties actief zijn. U kunt hierover uw
lokale netwerkexploitant raadple
gen.
9 Waarschuwing
Beindig het gesprek pas als de
alarmcentrale u daarom vraagt.
Bediening
Inleiding
Telefoon
U kunt via het infotainmentsysteem
bijv. een verbinding tot stand brengen
met de telefoonnummers die in uw
mobiele telefoon zijn opgeslagen of
telefoonnummers wijzigen.
Let op
In de handsfree-modus blijft bedie
ning van de mobiele telefoon moge
lijk, bv. een gesprek beantwoorden
of het volume regelen.
Na het tot stand brengen van een ver
binding tussen de mobiele telefoon
en het Infotainmentsysteem worden
de gegevens van de mobiele telefoon
naar het Infotainmentsysteem ver
stuurd. Afhankelijk van het model te
lefoon kan dit enige tijd duren. Tijdens
de gegevensoverdracht is het bedie
nen van de mobiele telefoon via het
Infotainmentsysteem slechts beperkt
mogelijk.
Niet elke telefoon ondersteunt alle
functies van het telefoonportaal. Zo
doende is het mogelijk dat de functi
onaliteit die bij deze specifieke tele
foons staat beschreven, afwijkt.
133
telefoonboek en gesprekkenlijsten en
voor het bekijken en bewerken van
berichten.
Met behulp van het commando
Telefoon uit kan de verbonden tele
foon worden losgekoppeld van het te
lefoonportaal.
Handmatig een nummer invoeren
134
Telefoon
Let op
Telefoonboekvermeldingen worden
bij de overdracht vanuit de mobiele
telefoon overgezet. De presentatie
en volgorde van de telefoonboekver
meldingen kunnen op het display
van het Infotainmentsysteem en op
het display van de mobiele telefoon
verschillend zijn.
Na het maken van de voorselectie:
selecteer het gewenste item in het te
lefoonboek om de nummers te tonen
die hieronder zijn opgeslagen.
Selecteer het gewenste nummer om
het bellen te starten.
Telefoon
Gesprekkenlijsten
Berichtfuncties
135
Let op
Berichten mogen maximaal
70 tekens bevatten.
Inkomend gesprek
136
Telefoon
Mobiele telefoons en
CB-zendapparatuur
Installatie-instructies en
bedieningsrichtlijnen
9 Waarschuwing
Gebruik van zendapparatuur en
mobiele telefoons die niet aan de
bovenstaande normen voor mo
biele telefoons voldoen en radio's
is alleen toegestaan met een bui
tenantenne op de auto.
Voorzichtig
Mobiele telefoons en zendappara
tuur kunnen als de voornoemde
aanwijzingen niet in acht worden
genomen bij gebruik in het interi
eur zonder buitenantenne aanlei
ding geven tot functiestoringen in
de autoelektronica.
Telefoon
137
138
Trefwoordenlijst
BACK-knop................................... 95
Basisbediening............................. 95
Bediening.................................... 132
Bluetooth.................................... 126
Bluetooth-verbinding.................. 127
Bijwerken zenderlijst................... 105
CD-speler
activeren.................................. 114
Belangrijke informatie............. 113
gebruik.................................... 114
CD-speler activeren.................... 114
CD-speler gebruiken................... 114
Configureren DAB...................... 110
Configureren van RDS............... 108
DAB............................................ 110
De AUX-ingang gebruiken.......... 117
De radio gebruiken..................... 103
De radio inschakelen.................. 103
De USB-poort gebruiken............ 118
Digital Audio Broadcasting......... 110
EON............................................ 108
Favorietenlijst............................. 105
Frequentiebereikmenu's............. 105
Frequentiebereik selecteren....... 103
Handsfree-modus....................... 127
Het Infotainmentsysteem in- of
uitschakelen.............................. 94
Infotainment-systeem
automatische aanpassing van
het volume............................... 101
maximaal opstartvolume......... 101
personalisering........................ 102
139
tooninstellingen......................... 99
volume voor verkeersberichten 101
volume: instellingen................ 101
Infotainmentsysteem gebruiken. . . 94
Menubediening............................. 95
Mobiele telefoons en
CB-zendapparatuur................. 136
Multifunctionele toets.................... 95
Mute.............................................. 94
Noodoproep................................ 132
Personaliseren............................ 102
Persoonlijke instellingen
configureren............................ 102
SAP-modus................................ 127
SIM-toegangsprofiel (SAP)......... 127
Spraakherkenning.............. 120, 121
activeren.................................. 121
gebruik.................................... 121
telefoonregeling...................... 121
volume voor stemoutput.......... 121
Spraakherkenning activeren....... 121
Stemherkenning......................... 120
Opgeslagen audiobestanden
afspelen................................... 118
Overzicht bedieningselementen... 88
Radio
Radio Data System (RDS)...... 108
activeren.................................. 103
autostorelijsten........................ 104
Telefoon
Bedieningselementen............. 126
Belangrijke informatie............. 126
belsignalen instellen................ 127
berichtfuncties......................... 132
Bluetooth................................. 126
Bluetooth-verbinding............... 127
Een telefoonnummer vormen.. 132
functies tijdens een gesprek. . . 132
gesprekkenlijsten.................... 132
handsfree-modus.................... 127
Het volume instellen................ 132
noodoproepen......................... 132
SIM-toegangsprofiel (SAP)..... 127
Telefoonbatterij opladen......... 126
telefoonboek........................... 132
Telefoonbatterij opladen............. 126
Telefoonregeling......................... 121
Verkeersberichten...................... 101
Volume instellen........................... 94
Volume-instellingen.................... 101
Volume voor stemuitvoer............ 121
Voor snelheid gecompenseerd
volume....................................... 94
140
KTA-2748/2-nl
*KTA-2748/2-NL*
01/2014