Bachelor in het onderwijs:

lager onderwijs flexibel traject FLLLEX

Academiejaar 2015-2016

BEWIJSLAST COMPETENTIES
STARR FORMULIER
LEERPROCESSEN BEGELEIDEN: WISKUNDE
Naam student: Mary Rose Andries

Competentie 16: Basiskennis beheersen in functie van didactische

vertaling naar leerlingen
Gedragsindicator: De leerinhouden zodanig beheersen om een
optimale uitdaging te kunnen bieden aan zowel inhoudelijk
zwakkere als sterkere leerlingen.
Bewijs 2 (optimale uitdaging voor zwakke leerlingen):
Lesvoorbereiding Les Euro (2 12 2014) hoekenwerk
Beschrijving:
In deze les werd lesgegeven rond het thema de euro. De mentor had me gevraagd een echte doeles op te stellen waarbij de kids met geld zouden bezig zijn.
Ondersteunende bewijzen:
LVB, materiaal
Situatie/ Taak
Beschrijf
relevante
informatie
over
de
situatie en taak die je
hebt uitgevoerd.

Voor deze les had de mentor me gevraagd een echte doe les te
ontwerpen. De leerlingen moesten leren werken met de . Voor het
opstellen van deze les ben ik 2 handboeken gaan raadplegen. Namelijk
Nieuwe Tal rijk en Zo gezegd, zo gerekend. De oefeningen in het boek
hebben me heel wat inspiratie geleverd om deze les op te bouwen. Voor
sommige hoeken ben ik ook differentiatie gaan integreren binnen de
hoeken.
Hierbij een kort overzicht van de hoeken en hoe ik geprobeerd heb om
differentiatie de integreren:
HOEK 1: Betaal het bedrag met zo weinig mogelijk biljetten en munten
(gepast )
Lln. konden bedragen uit een enveloppe trekken. In de enveloppe zaten
verschillende bedragen. Zowel ronde als moeilijkere bedragen. Het
niveau van de bedragen was ook te herkennen aan de kleuren.
HOEK 2: n bedrag op verschillende manieren betalen (gepast / niet
gepast)
Lln. konden kiezen met welke munten / biljetten ze gingen betalen.
Opnieuw waren er zowel ronde als moeilijke bedragen in de enveloppe.
HOEK 3: Simulatiespel winkelen met allerlei producten. (Zowel gepast
als niet- gepast betalen)
Lln. gingen zelf 3 producten kiezen en hun prijs uitrekenen. De prijzen
van de producten waren zo opgesteld dat er ronde prijzen en kleine
bedragen waren, maar er waren ook complexe bedragen en grote
prijzen. Als extra hulpmiddel konden de lln. hier ook gebruik maken
van een rekenmachine.
HOEK 4: Rekeningen van de Sint betalen.
Vraagstukken op basis van geldwaarden in thema van de Sint.

Bachelor in het onderwijs:

lager onderwijs flexibel traject FLLLEX
Academiejaar 2015-2016
Vooral voor het bedenken van hoek 4: De rekeningen van Sinterklaas
betalen had ik eventjes de inspiratie nodig van een handboek waarin
reeds enkele vraagstukken gegeven waren.
Op die manier was het voor mij duidelijker om zelf vraagstukken te
bedenken op niveau van de leerlingen in het 4de leerjaar.
Activiteit
Beschrijf de aanpak die je
hebt gehanteerd. Spits je
vooral
toe
op
de
voorbereiding.
Welke
theoretische
modellen
heb je gehanteerd om
deze voorbereiding te
maken/ deze activiteit te
realiseren en wat heeft je
dit opgeleverd?

Resultaat
Beschrijf het resultaat
van de activiteit en van de
aanpak. Hoe hebben de
leerlingen gereageerd op
de activiteit? Hoe is het
resultaat beoordeeld door
derden? Heb je een
vervolgactie
aan
de
activiteit geknoopt?

Als voorbereiding van deze had ik enkele doelen voor ogen:

Lln. moesten geld kunnen benoemen
Lln. moesten geld kunnen inwisselen
Lln. moesten gepast kunnen betalen
Lln. moesten op meerdere manieren kunnen betalen
Lln. moesten prijzen optellen a.d.h.v. een rekenmachine
Deze doelen heb ik verspreid over 4 hoeken. Zo hadden de lln. de tijd
om samen te oefenen op deze doelen. Tijdens mijn instructie heb ik ook
telkens mijn doelen proberen te verwoorden naar de leerlingen toe.
Opnieuw heb ik tijdens deze les beroep gedaan op het CSA model.
Tijdens mijn les hebben de leerlingen op een concrete manier leren
omgaan met de Euro. Het principe al doende leert men is tijdens deze
les in de verf gezet. Hiervoor zou ik kunnen verwijzen naar de
leerpiramide van Bales. Daarin wordt gesteld dat leerlingen 75% van
de lesinhouden opnemen wanneer ze dit door middel van
praktijkoefeningen kunnen inoefenen.
De les verliep vlotjes. Een van de eerste lessen die ik gegeven heb
waarbij een hoekenwerk aan bod kwam. Voor mij persoonlijk was het
wel eventjes wennen aan de chaos die ontstaat wanneer je lln. in een
hoekenwerk laat werken. Het geroezemoes ging soms over naar lawaai.
Dat was een uitdaging voor mijn klasmanagement.
Aan deze werkvorm heb ik het meeste moeten wennen tijdens mijn
stage. De les uit handen geven en de leerlingen de leerstof laten
bediscussiren is iets dat ik tijdens mijn opleiding secundair onderwijs
niet zo vaak toegepast heb.
Na deze doe-les heeft de klasjuf tijdens een contractwerk schriftelijke
oefeningen gentegreerd. Zij had me hierover al op de hoogte gesteld.
Dit zou voor de leerlingen de schematische / abstracte fase zijn in het
rekenen met munten en geldwaarden. Mijn les hoorde meer thuis in de
fase van het concreet omgaan met materialen.
Tijdens deze les hebben de kinderen leren kennis maken met de
verschillende munten en geldwaarden. Natuurlijk was deze lesinhoud
niet helemaal nieuw. Vele lln. hadden al heel wat voorkennis opgedaan
in voorgaande leerjaren. Al was het gepast betalen, terugbetalen van
wisselgeld en het rekenen met ZRM voor bepaalde lln. nieuw.

Reflectie
Geef aan waarom je dit
voorbeeld
een
goed
bewijs vindt voor deze
competentie. Wat zou je
een volgende keer bij een
vergelijkbare
opdracht
anders aanpakken en
waarom? Heb je een

Dit bewijs past bij goed bij competentie 16 (optimale uitdaging voor
zwakke leerlingen) omdat ik tijdens deze les geprobeerd heb om allerlei
voorwerpen en bronnenmateriaal aan te reiken aan de leerlingen. De
oefeningen heb ik zo proberen op te stellen zodat de lln. optimaal
konden oefenen met allerhande materialen en bedragen. Zwakkere
leerlingen konden voor zichzelf bepalen om te werken met makkelijke
of moeilijke bedragen. Ze konden dus voor zichzelf op veilig spelen of
naargelang de opdracht vorderde, zichzelf eens uitdagen en met
moeilijkere bedragen gaan werken.

Bachelor in het onderwijs:

lager onderwijs flexibel traject FLLLEX
Academiejaar 2015-2016
vergelijkbare
opdracht
uitgevoerd die minder
goed verliep, beschrijf de
situatie. Geef aan door
welke factoren het nu
beter liep.

Als meest gepaste gedragsindicator heb dus ik gekozen voor de GI:

Leerstof zodanig beheersten om optimale uitdaging te bieden aan
inhoudelijk zwakkere leerlingen.
Ondanks het feit dat de hoeken goed gevarieerd waren, zou ik tijdens
een volgende les over de euro proberen om hoek 1 en hoek 2 meer te
laten verschillen. In de lesvoorbereiding staat het verschil duidelijk te
lezen.
Hoek 1 = focus op gepast betalen
Hoek 2 = focus op niet gepast betalen
Desondanks was dit soms voor de lln. niet duidelijk. Ook werden
bedragen van 1,20 betaald met biljetten van 500. Indien ik deze hoek
opnieuw zou uitvoeren, zou ik in de opgave meer instructie aanbieden
voor de lln. Want de lln. begonnen het doel van deze hoek uit het oog
te verliezen tijdens het verloop van de les.
Een oplossing voor dit probleem zou zijn dat ik de leerlingen een beperkt
aantal munten en briefjes aanbied. Dit heb ik gedaan tijdens mijn werk
in het 3de leerjaar. Dit werkte veel beter.
Een andere oplossing zou kunnen zijn dat je in de opgave vermeld welke
munten en biljetten de leerlingen mogen gebruiken en welke niet.
Ook het aantal munten opleggen zou een richtlijn voor leerlingen
kunnen zijn.
Meest tevreden was ik over hoek 3. Hierbij had ik allerlei producten van
thuis meegebracht. Ik had deze een realistische prijs gegeven (uit
reclamefolders) Zo probeerde ik op een goeie manier aan te sluiten bij
de leefwereld van de kinderen.
Desondanks heb ik geprobeerd om in de hoeken differentiatie toe te
passen. Zo heb ik bepaalde prijzen moeilijker gemaakt om mee te
rekenen. Lln die niet zo zeker waren over hun handelen, konden ervoor
kiezen om producten te kopen met afgeronde prijzen die makkelijk op
te tellen waren.
Als voorbereiding op deze les ben ik geen methode gaan volgen. Wel
heb ik op basis van de opgestelde doelen activiteiten gaan uitwerken
met daarbij de methodes als inspiratie.