PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS:

LAGER ONDERWIJS flexibel traject

LESONTWERP
Naam: Hans Buelens
UC Leuven Limburg
Departement Lerarenopleiding
Professioneel gerichte bachelor in het
onderwijs- flexibel traject: lager
onderwijs
Campus Heverlee
Hertogstraat 178 - 3001 Heverlee
Tel. 016 37 56 00 Fax 016 37 56 99

Studietrajectbegeleider:Mevrouw Hilde Van Dael

Mentor:

Michelle Gonissen

Feedback op lesvoorbereiding
in orde
kleine aanpassingen nodig
te herwerken en opnieuw indienen
Aanvraag materiaal en voortaken: .

Vul de gevraagde informatie in

school

Sint Lambertusschool Nossegem

leergebied

: WO

klas en leerjaar

Zesde leerjaar

onderdeel

: Natuur en techniek

aantal leerlingen

17 leerlingen

lesonderwerp

: Een huis vol elektriciteit

datum (data)

Dinsdag 19 april

lestijden

van

tot

van 14:00

tot

uur
15:30

uur

1. SITUERING IN EINDTERMEN EN/OF LEERPLANNEN

Vink aan.
Gemeenschapsonderwijs (georganiseerd door de Vlaamse Gemeenschap)

Gesubsidieerd Officieel Onderwijs (georganiseerd door de steden, gemeenten of provincies)

Gesubsidieerd Vrij Onderwijs (georganiseerd op priv-initiatief bijv. katholiek, joods, methode, )
Privscholen (niet erkend door de overheid bijv. Europese en internationale scholen)

Noteer en geef een nummer.

1.
2.

ET 2.18 De leerlingen kunnen aan de hand van voorbeelden uit verschillende toepassingsgebieden van techniek illustreren dat
technische systemen nuttig, gevaarlijk en/of schadelijk kunnen zijn voor henzelf, voor anderen of voor natuur en milieu.
7.18 Kinderen gaan op hun niveau zorgzaam om met hun milieu.
Dat houdt in dat ze:

kunnen vaststellen en uiten hoe ze zelf en andere mensen op positieve, maar ook op negatieve wijze omgaan met
bodem, energie, lucht, water ,

zelf spaarzaam omspringen met afval, energie, grondstoffen, papier, voedsel, water ,

2. BEGINSITUATIE
Algemene beginsituatie: zie infowijzer
Specifieke beginsituatie relevant voor deze les. Wat moeten de lln. kennen en kunnen om de lesdoelen te bereiken? Op
welke manier kregen de lln. dit reeds aangereikt?
Heel de klas gebruikt de zelfde kleuren als Maano bij het aanduiden in fluo.
Materiaal: Zekeringen
Individuele beginsituatie van kind(eren) m.b.t. deze les

Differentiatievorm

Maano
Bij het aanduiden met fluo wordt er een vast kleurenschema toegepast voor
Maano.
Titels= rood
Weetjes = groen
Hoofdzaken = geel of orange

tempo

Voorbeelden = Blauw

begeleiding
instructie
materiaal
moeilijkheidsgraad

tempo
begeleiding
instructie
materiaal
moeilijkheidsgraad

319809115

1/5

tempo
begeleiding
instructie
materiaal
moeilijkheidsgraad

3. BRONNEN
Welke handleidingen, naslagwerken, websites, bestaande praktijkvoorbeelden, heb je geraadpleegd om deze les voor te
bereiden? Formuleer volgens de APA-methode.

Zonneland Plus 10; Elektriciteit is overal: Uitgeverij Averbode: 22 januari 2016

Open Wereld: www.averbode.be/zonneland

Schooltv; NPO: Full Proof: http://www.schooltv.nl/video/full-proof-elektriciteit/#q=elektriciteit

319809115

2/5

4. Bordschema

Welke kernwoorden, schemas, geheugensteuntjes, bied je aan ter visuele ondersteuning?

Welke borden zijn beschikbaar? (krijtbord, magneetbord, )
Indien je een digibord gebruikt, druk je het bordplan af.

Powerpoint

Filmpje

319809115

3/5

TIJD

DOELEN
Wat wil je dat de leerlingen kennen/kunnen aan
het einde van deze les/lesfase? Noteer in
observeerbaar gedrag.

LEERPROCESBEGELEIDING

(lesgang, leerinhoud, instructie, vraagstelling, verwachte antwoorden)

Vermeld het nummer van het leerplandoel

(voor instroom n uitstroom deel 1).
Noteer het differentiatiedoel indien je in een
lesfase differentieert.

intro

Filmpje: n en al stroom

We kijken naar het filmpje.

We hebben voor heel veel dingen stroom nodig. Beeld je eens in dat je thuis
komt van school. Wat doe je dan allemaal? Waarvoor heb je stroom nodig?

basisdoel
De leerlingen kunnen het verbruik aflezen op
een elektriciteitsmeter.
De leerlingen weten wat de functie is van een
beveiligingsschakelaar.
De leerlingen weten dat verschillende
stroomkringen in een huis apart beveiligd
worden in de zekeringenkast.

De elektriciteitskast

Zoals je wel merkt verbruiken wij zeer veel elektriciteit omdat er gewoon we
veel dingen zijn die moeilijk zonder elektrische stroom kunnen.
Voor jullie huiswerk van vorige week hebben jullie al een beetje uitleg
gekregen over de elektriciteitskast.

Wat weten jullie daar nog over?

Die meet hoeveel elektriciteit in het huis gebruikt wordt.
Dag- en nachttarief
s Nachts is de prijs voor elektriciteit minder hoog. (Hoe komt dat?
We slapen s nachts dus verbruiken dan minder elektriciteit)
De eenheid die gebruikt wordt is kilowattuur (kWh)

Wist je dat?: Heel veel mensen zetten hun wasmachine s nachts op om dat
stroom dan minder duur is.
Waar staat de beveiligingsschakelaar? (rechtsonder op de kast) Omcirkelen
We lezen het bijhorend tekstje.

kern

Maar stel je moet aan de elektriciteit werken en je schakelt de

beveiligingsschakelaar uit. Dan heb je nergens elektriciteit in je huis. Dan k
er niemand koken, tv-kijken, de wasmachine werkt dan niet, geen licht, ..
daarom hebben ze in een huis meerdere stroomkringen gebouwd en per
stroomkring is er een aparte schakelaar om de stroom uit te zetten. Deze
schakelaars noemen we een zekering en die zitten in de zekeringenkast.

differentiatiedoel
basisdoel
De leerlingen weten dat het verbruik in
kilowatt per uur wordt weergegeven.

concrete differentiatie gelinkt aan individuele beginsituatie

Kilowattuur
We lezen de tekst op p.16 klassikaal.

Niet elk toestel verbruikt evenveel energie. Op een toestel staat aangegeven
hoeveel energie ze gebruiken. Watt staat voor de hoeveelheid energie die
toestel gebruikt.
Zoals we daarnet al gezegd hebben wordt er op de elektriciteitskast
aangegeven hoeveel energie er verbruikt werd. Dit wordt weergegeven in
kilowattuur.
Een broodrooster van 1000 Watt 1 uur laten aanstaan verbruikt 1 kWh.

differentiatiedoel

concrete differentiatie gelinkt aan individuele beginsituatie

basisdoel
differentiatiedoel

319809115

concrete differentiatie gelinkt aan individuele beginsituatie

4/5

basisdoel

De leerlingen kunnen het verbruik

van een toestel aflezen.

verwerking

De leerlingen kunnen het verbruik

per uur of de kost per uur van een
lamp waarvan verbruik in watt is
weergegeven.
De leerlingen weten dat een
gloeilamp teveel energie verbruikt.
De leerlingen kennen de
alternatieven voor een gloeilamp.
De leerlingen zijn zich bewust van
hun eigen energiegebruik.

Op onderzoek

Onderzoek 1: Hoeveel energie verbruiken de elektrische toestellen op schoo

De leerkracht zet in de klas enkele toestellen ter beschikking waarbij de
leerlingen opzoek kunnen gaan naar het verbruik van het toestel. Ze vullen
aantal Watt aan in hun Zonneland.
Onderzoek 2: Hoeveel verbruik je thuis? ZON p.16
Hier moeten we in Zonneland een paar foutjes verbeteren!
Bij de tabel teken je nog 1 kolom bij achter zondag. Hier komt
maandag in.
Bij puntje 2 moet je zeven veranderen door acht.
Puntje 1 hebben jullie al als huiswerk gemaakt. Maak zelfstandig 2, 3 en 4.
Vervolgens vergelijk je je resultaat met een klasgenoot.
Onderzoek 3: Sparen met lamp
Lees de tekst
Bestudeer de lampen in de ontdekhoek.
Verbind op p.17 de lamp met de juiste naam
Onderzoek 4: Hoe minder watt, hoe zuiniger
Vul de tabel verder aan.
Hoeveel minder verbruikt een spaarlamp t.o.v. een gloeilamp?
Evaluatie:
We overlopen de juiste antwoorden van onderzoek 3 en 4.
We bespreken wat opgevallen is bij onderzoek 1 en 2.

glesovergan

differentiatiedoel

319809115

concrete differentiatie gelinkt aan individuele beginsituatie

We ruimen op en gaan naar de speelplaats.

5/5