Professional Documents
Culture Documents
Lesvoorbereiding Taalbeschouwing Woordsoorten
Lesvoorbereiding Taalbeschouwing Woordsoorten
Lesvoorbereiding Taalbeschouwing Woordsoorten
Naam student:
Naam mentor:
Klas
de
6 lj
Leergroep
OLO3A
Aantal lln.:
15
School:
MAANDAG
Van 09u20
tot
10u15
Leergebied(onderdeel):
Nederlands: taalbeschouwing
Lesonderwerp:
Woordsoorten.
zelfstandige naamwoorden
bijvoeglijke naamwoorden
lidwoorden
verkleinwoorden
trappen van vergelijking
verwijswoorden
Onderwijsnet: VVKBaO
Leerplandoelen:
Deelleerplan taalbeschouwing
TB1: De leerlingen zijn bereid om op hun niveau na te denken over het taalgebruik en de
belangrijkste factoren van de hele communicatieve situatie. (ET 5.1)
TB8: De leerlingen kunnen op hun niveau nadenken over teksten en de belangrijkste zelfstandig
naamwoorden, bijvoeglijk naamwoorden, lidwoorden, verkleinwoorden, verwijswoorden en
trappen van vergelijking. (ET 5.2)
Lesdoelen:
1. Geven van een voorbeeld van een zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord, lidwoord,
verkleinwoord, verwijswoord en trappen van vergelijking.(TB8)
2. De termen zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord, lidwoord, verkleinwoord,
verwijswoord en trappen van vergelijking correct gebruiken.(TB1)
3. Woorden correct benoemen volgens de begrippen zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk
naamwoord, lidwoord, verkleinwoord, verwijswoord en trappen van vergelijking. (TB8)
Beginsituatie specifiek voor deze les:
Situering in het leerproces:
aanbreng
inoefening
herhaling
evaluatie
Batsleer E., Maertens K., e.a., Tijd voor taal accent, Taal handleiding, Uitgeverij Van In,
Wommelgem, 2011, pg. 123-125.
Batsleer E., Maertens K., e.a., Tijd voor taal accent, Taal werkboek, Uitgeverij Van In,
Wommelgem, 2011, pg. 44.
Batsleer E., Maertens K., e.a., Tijd voor taal accent, Taal handboek, Uitgeverij Van In,
Wommelgem, 2011, pg. 16-20.
Bijlagen: bordschema, ingevulde werkbladen, teksten,
Materiaal/locatiewijziging:
Recept met aangepast lettertype (Lexia)
Exceltaak woordsoorten
LESOPBOUW
1. Inleiding: recept met verkleinwoorden.
orintatie
instructie
5
1
1-2-3
verwerking
afronding
Recept.
Instructie
Luister goed...
Richtvragen
-
Ik zal het recept nog een keer voorlezen, maar zonder verkleinwoorden te gebruiken...
Wat is het verschil met de eerste keer? Dit is raar om te horen, klinkt nogal lomp.
Wie kan mij nog eens een voorbeeld geven van en verkleinwoord? (bv. meisje)
Waarom zouden we nu verkleinwoorden gebruiken?
Om iets klein of schattig te maken, mooier of aangenamer te verwoorden, ... enz.
instructie
15
2
1-2-3
verwerking
afronding
Recept.
Instructie
Er staan niet alleen verkleinwoorden in ons recept, maar nog heel wat andere woorden...
Bijvoorbeeld: pannenkoek, welk woord is dit? Zelfstandig naamwoord.
Som nog eens enkele zelfstandige naamwoorden op uit de tekst?
Zo komen we nog heel wat woorden tegen: een, de, het. Hoe noemen we deze woorden? Lidwoorden.
Hele, dun, dikke, beste, ... welke soort woorden zijn dit? Bijvoeglijke naamwoorden.
Als we nu eens kijken naar dikke pannenkoeken: stel dat ik dit over een boek dat ik heb gekocht wil vertellen, zeg ik dan
ook Dit is een dikke boek? Nee, een dik boek.
Stephanie Van Hoe
instructie
25
1-2-3
verwerking
afronding
De leerlingen maken de oefeningen zelfstandig. Ik ga bij hen langs en stuur bij waar nodig.
Bij leerlingen waar dit nodig is geef ik een verlengde instructie.
5. Afronding.
orintatie
instructie
verwerking
afronding
Instructie
Je mag de oefening waarmee je bezig bent afwerken. Nadien ga rustig terug naar jouw plaats.