Professional Documents
Culture Documents
Boeren Redden de Wereld - Een Aangename Waarheid: Hoe Familiale Landbouw de Wereld Kan Voeden
Boeren Redden de Wereld - Een Aangename Waarheid: Hoe Familiale Landbouw de Wereld Kan Voeden
Boeren Redden de Wereld - Een Aangename Waarheid: Hoe Familiale Landbouw de Wereld Kan Voeden
Velen zijn ervan overtuigd dat de industriële landbouw nodig is om de wereld te voeden, dat het
niet anders kan. Maar ze geloven dat al te makkelijk. De werkelijkheid is dat de familiale
landbouw veel beter presteert en kan presteren dan de agro-industrie.
Kan het zo echt? Zeker. In de wereld leven 2,5 miljard mensen van de landbouw, boeren, boerinnen
en hun kinderen. Overal waar deze boerenfamilies over voldoende en goede grond beschikt en over
de middelen om te investeren in een productieve landbouw, leveren zij ronduit schitterende
prestaties. Zij zijn perfect in staat om de wereld van voldoende voedsel te voorzien. Daarbij zijn de
opbrengsten van hun landbouw veel gelijker verdeeld en doen ze de natuur veel minder geweld aan.
Zelfs in het gure berggebied van Cañar in Ecuador, bewijzen groepen boerinnen dat ze goed kunnen
verdienen aan de verkoop van gezonde groenten in hun streek en in de grootste stad van de buurt,
Cuenca. Bovendien kweken ze alles op een milieuvriendelijke manier, met respect voor de kwetsbare
bergbodem. De 170 boeren en boerinnen van Chuya Mikuna – zo heet de partnerorganisatie van
Vredeseilanden – staan model voor een economisch systeem dat vraag en aanbod probeert te
verenigen. De bevindingen uit dit pilootproject zullen in andere streken gebruikt worden.
Vietnam loopt min of meer in diezelfde sporen. Het mag dan ook niet verbazen dat dit land attent is
voor zijn eigen voedselzekerheid. Op termijn is die bedreigd door de snelle industrialisering en het
al even snelle uitdijen van de steden. Daarom is het dat men die expansie niet langer wil op de
beste landbouwgronden, wel in minder vruchtbaar en/of meer heuvelachtig gebeid. Daarom ook legt
de overheid beperkingen op aan de export van rijst, het basisvoedsel van de Vietnamezen. Zo is
beslist om in 2008 maximaal 3,5 miljoen ton rijst uit te voeren en niet 4 of zelfs 4,5 miljoen ton. Zo
wil men de druk op de prijs verminderen en de kom rijst betaalbaar houden voor alle Vietnamezen.
In Flores, in het Manggarai Barat District, hebben boerenfamilies via Vredeseilanden en een lokale
NGO Yakines kennis gemaakt met Farmer Field Schools (FFS). Van een vijftal geïnteresseerden in
2002 groeide de groep aan tot nagenoeg het ganse dorp. Op dit ogenblik hebben ze via die Farmer
Field Schools de opbrengsten en inkomsten van hun landbouwproductie stevig omhoog kunnen
brengen, en vooral, de basis gelegd voor duurzame toekomst.
Rofina Jenia, een boerin van het dorp vertelt dat ze via experimentjes op kleine schaal nieuwe
manieren gevonden hebben om rijst aan te planten. “We gebruikten lokale rijstzaden, we gebruikten
geen scheikundige inputs of pesticiden. We gebruikten koemest en groenbemesters. Om plagen te
weren besproeiden we met aftreksels van bladeren en wortels die we ook als natuurlijke medicijnen
gebruiken.”
Na enkele jaren waren niet alleen de productiekosten met 20 tot 30 % verminderd, vertelt ze, “maar
ook de oogst steeg van 4,5 ton per ha naar 5, 2 ton per ha”. Door de samenwerking om te leren van
mekaars experimenten begon de groep zich ook al snel te organiseren en werden er
gemeenschappelijke rijstopslagplaatsen gebouwd. “Vanaf dat moment konden we voorzien in ons
eigen voedsel van ons eigen land’ vertelt Rofina. “De volgende stap was het telen van biologische
rijst”, vertelt ze. “De biorijst heeft een goede prijs op de markt, 15 % hoger dan gewone rijst”.
De lokale NGO Yakines heeft met ondersteuning van Vredeseilanden de laatste 4 jaar meer dan 3.000
boerenfamilies rechtstreeks bereikt in het Manggarai District met hun trainingsmethodes rond
verduurzaming, opbrengstverhoging en kostprijsreductie van landbouw. Een landbouw op
mensenmaat gebaseerd op ecologische principes is wel degelijk in staat om voedselvoorziening en
inkomen van boeren en boerinnen met weinig financiële middelen te verzekeren.
Ook bepaalde dorpen in de streek rond Tambacounda, in Senegal, ontwikkelen zich door
investeringen in de landbouw. Een groep boeren zag begin de jaren ’80 mogelijkheden in de
bananenteelt. Ze richtten de boerenorganisatie Aprovag op. Geen plantages, maar groepen familiale
boeren bouwden de bananenteelt uit tot een winstgevende activiteit. Aprovag telt op dit moment
1050 leden, en de organisatie groeit nog steeds. Geleidelijk aan komt dit ook de streek ten goede.
Nieuwe dorpen vormen zich met immigranten die de oversteek naar Europa niet meer moeten wagen,
maar opnieuw mogelijkheden zien in landbouw. Zoals één van de migranten in het dorp Bady: “Een
van onze vrienden is naar Europa vertrokken en ze hebben hem na een maand uit Spanje
teruggestuurd. Nu werkt hij hier. Je hoeft hier je leven niet te wagen. Als ik nog naar Europa zou
gaan, dan is het om meer over bananen te leren”. Vredeseilanden ondersteunt de organisatie nu o.a.
om mee te zoeken naar verwerkingsmogelijkheden voor bananen en ander fruit in de streek.
Europees landbouwmodel
Het succes van de industrialiserende Aziatische economieën, o.a. gesteund op een beschermde en
performante vooral familiale landbouw, is niet uit de lucht komen vallen. Want wie even terugreist
in de tijd, ziet dat de Europese landen die weg zijn voorgegaan. Ook zij kenden eerst hun
landbouwrevolutie en zij bleven hun grotendeels familiale landbouw respecteren. Zo konden zij de
winsten uit die sector gebruiken voor hun industriële ontwikkeling waarbij ze het evenwicht met het
platteland en de plattelandseconomie voor ogen bleven houden.
Europa heeft er alle belang bij om zijn familiale landbouw in goede vorm te houden. Die is namelijk
in staat om de Europeanen te voeden, niet onbelangrijk wanneer de voedselonzekerheid toeneemt
en men maar moeilijk blind kan vertrouwen op de wereldmarkt om zich te bevoorraden. Het Europese
eten vooral kweken in Europa zelf is ook veel meer ecologisch verantwoord dan steunen op een
ecologisch meer belasten de agro-industriële landbouw elders. Daarenboven pakt men in dat geval
het voedsel af van de armen in het Zuiden. Want de meeste Europeanen kunnen goed betalen voor
dat eten, de armen in de slums van het Zuiden kunnen dat amper of zelfs niet.
Ook in het onstabiele Oost-Congo blijkt dat investeren in familiale landbouw wel degelijk loont en
een groot verschil maakt voor een bevolking die helemaal aan de grond zit door de oorlog. De
coöperatieve Coocenki (7700 leden), boerenvakbond Sydip (14116 leden), en landbouworganisaties
Apav en Apader, werden de voorbije jaren ondersteund door Vredeseilanden. Zij maakten in de regio
rond Butembo het verschil. Zo legde Apader zich toe op de rijstteelt. De hoeveelheid die nu wordt
geproduceerd is ruim voldoende om de boerenfamilies te voeden en bovendien aan export te doen.
Overal in de omliggende dorpen, tot op de markten van de stad Butembo, spreekt men inderdaad
over ‘rijst van APADER’. De lemen hutjes van de boeren maken beetje bij beetje plaats voor stenen
huizen met een steviger metalen dak.
De landbouworganisatie Apav heeft een groentetuin met testvelden. Het aantal soorten groenten,
fruit en kruiden hier is indrukwekkend: broccoli, citroenbasilicum, prei, papaja’s, koriander, venkel,
tomaten, ananas. En dat midden in het arme Oost-Congo . De variatie is enorm. Het team van APAV
houdt nauwgezet bij welke soorten goed groeien, maar vooral ook welke variëteiten opnieuw zaad
opleveren. Het zijn die gewassen die het interessantste zijn om onder de bevolking te verspreiden.
Ze kunnen de vraag nauwelijks bijhouden.
De plaats is uitgegroeid tot een vorming- en studiecentrum waar de 15 medewerkers van APAV nu
voortdurend werken aan het verfijnen van de meest interessante en productieve gewassen. Die
kennis kan worden doorgegeven in vormingssessies van de organisatie Sydip.
En dus kunnen we best gelukkig zijn met deze aangename waarheid: de familiale landbouw kan de
wereldbevolking voeden, morgen en over vijftig jaar, en dat op een duurzame wijze. Dat is de kracht
van een boerenlandbouw.
Vredeseilanden
(1) International Assessment of Agricultural Science and Technology for Development (IAASTD),
Report on the state of global agriculture, 15 april 2008
IAASTD is opgericht door Wereldbank en FAO n.a.v. de Wereldtop over duurzame ontwikkeling in
2002 en krijgt ook steun van Unesco.
http://www.agroeco.org/doc/new_docs/Calif-altagr.pdf
(2) da Veiga J.E. (full Professor, Department of Economics, University of São Paulo, Brazil), Poverty
alleviation through access to land: the experience of the Brazilian agrarian reform process, 2003
www.fao.org/docrep/006/j0415t/j0415t07.htm
(3) ActionAid International, Hungry for solutions. Progress towards securing the Right to Food Ten
Years after the World Food Summit, 2006, zie o.a. p.74
http://www.actionaid.org/assets/pdf/HungryforSolutions_2112006_112539.pdf
(4) Barrez Dirk, Koe 80 heeft een probleem. Boer, consument, agro-industrie en grootdistributie, EPO
i.s.m. Vredeseilanden e.a., 2007, 254 p.
www.vredeseilanden.be www.pala.be
(5) Altieri Miguel en Nicholls Clara, Agroecology And The Search For A Truly Sustainable Agriculture,
University of California, Berkeley, 2005, 291 p., zie o.a. p.150-151
http://www.agroeco.org/doc/agroecology-engl-PNUMA.pdf
(6) World Bank, World Development Report 2008. Agriculture for Development, zie o.a. p.46
(8) Rosset Peter M. , Food Is Different. Why We Must Get The WTO Out Of Agriculture, Zed Books,
Londen, 2006
Verdere lectuur m.b.t. hogere productiviteit familiale landbouw i.v.m. grootschalige industriële
landbouw
Rosset, Peter M., The Multiple Functions and Benefits of Small Farm Agriculture In the Context of
Global Trade Negotiations, 1999
Carter, Michael R., “ Identification of the Inverse Relationship between Farm Size and
Productivity: An Empirical Analysis of Peasant Agricultural Production,” Oxford
Economic Papers, no. 36 (1984): 131–145.
Cornia, Giovanni Andrea. 1985. "Farm Size, Land Yields and the Agricultural
Production Function: An Analysis for Fifteen Developing Countries." World
Development 13(4):513-534.
D'Souza, Gerard and John Ikerd. 1996. "Small Farms and Sustainable Development: Is
Small More Sustainable?" Journal of Agricultural and Applied Economics
28(1):73-83
Ellis, Frank. Peasant Economics: Farm Households and Agrarian Development, 2nd
edition (Cambridge: Cambridge University Press, 1993).
Sobhan, Rehman. 1993. Agrarian Reform and Social Transformation: Preconditions for
Development. London: Zed.
United States Department of Agriculture. 1998. A Time to Act: A Report of the USDA
National Commission on Small Farms. USDA Miscellaneous Publication 1545.