Professional Documents
Culture Documents
Circulaire Brandbare Vloeistoffen
Circulaire Brandbare Vloeistoffen
Uw
kenmerk
Uw
brief
van
DGM/SR/l~ "'~`54
z + ~~ L 19 91
1
Onderwerp
Geacht College,
De voorschriften in de circulaire sluiten aan bij de beleidsuitgangspunten die in het structuurschema Buisleidingen zijn neergelegd .
De circulaire is in principe vier jaar geldig . Aan het eind van die
periode zal worden bezien of verlenging van de circulaire, al dan
niet in gewijzigde vorm, noodzakelijk is . Van het besluit tot
verlenging en wijziging zal ik u uiteraard in kennis stelten .
Ik verzoek u met deze circulaire rekening -te houden bij de vaststelling van uw beleid .
"
J .G .P1 .
ALcler F
79a2/AdB/m
-2-
Doelstelling
Juridische grondslag
Relatie met andere
circulaires
Geldig tot
A INLEIDING
Deze circulaire geeft aan op welke wijze een uit een oogpunt van
externe veiligheid verantwoorde zonering toegepast kan worden
langs nieuwe trac's van transportleidingen voor brandbare
vloeistoffen van de Ki-, K2- en K3-categorie en bij nieuwe
ruimtelijke ontwikkelingen in de omgeving van bestaande
transportleidingen .
Deze circulaire is niet van toepassing op zogenaamde bestaande
situaties . In hoofdstuk I, paragraaf II, onder 1, van de bijlage
bij deze circulaire is dit overigens nauwkeurig weergegeven .
De circulaire heeft tot doel bescherming te bieden aan de
omgeving in verband met de brandbaarheid van getransporteerde
vloeistoffen . Het doel hiervan is daarmee identiek aan dat van de
circulaire "zonering langs hogedruk aardgastransportleidingen"
(kortweg circulaire aardgastransportleidingen) . Deze is in 1984
tot stand gekomen en-aan de besturen van gemeenten en provincies,
alsmede de Minister van Binnenlandse Zaken en het toenmalige
dagelijks bestuur van het Openbaar Lichaam Rijnmond toegezonden .
De circulaire aardgastransportleidingen strekt ertoe lagere
overheden en leidingeigenaren bij de vaststelling van
bestemmingsplannen een handreiking te bieden voor de wijze waarop
zij kunnen omgaan met bestaande dan wel nieuw aan te leggen
aardgastransportleidingen . Daarnaast biedt de circulaire een
handreiking bij de vaststelling van de voorschriften op grond van
door de Kroon te verlenen concessies .
In deze circulaire worden op risico-analyses gebaseerde
veiligheidsafstanden aangegeven die ten opzichte van
transportleidingen voor brandbare vloeistoffen van de Ki-, K2- en
K3-categorie moeten worden aangehouden .
Behalve de veiligheid beoogt deze circulaire de eenduidigheid en
rechtszekerheid bij de besluitvorming te verbeteren .
Tot nog toe bestaat een dergelijke handreiking op landelijk
niveau niet . Er wordt vooral gebruik gemaakt van een door de
provincie Zuid-Holland opgestelde beleidslijn voor de
problematiek van transportleidingen . Deze heeft in principe
echter een beperkt toepassingsgebied en daarom is het wenselijk
een handleiding vast te stellen die landelijk toegepast kan
worden .
In deze circulaire zal worden ingegaan op de uitgangspunten die
bij de opstelling van deze circulaire zijn gehanteerd, waarna in
-3-
Risico-analyse
-4-
Technische maatregelen
-5-
-7-
INHOUD
HOOFDSTUK I ALGEMEEN
I .I BEGRIPSBEPALINGEN/DEFINITIES
I .II ALGEMENE BEPALINGEN
I .III BEPALING VAN DE TOETSINGSAFSTAND
AFSTANDEN
HOOFDSTUK IV SLOTBEPALINGEN
-8-
HOOFDSTUK I : ALGEMEEN
paragraaf I : begripsbepalingen/definities
In deze circulaire wordt verstaan onder :
1 .1 transportleiding : een leiding voor het transport van een
produkt als bedoeld in 2 .1 ;
1 .2 transportleidingstation : een installatie voor de
bedrijfsvoering van een transportleiding, die bestaat uit
een of meer van de volgende onderdelen :
- lanceer- en ontvangstation,
-
vloeistofvanger (slugcatcher),
meetstation (druk, temperatuur, flow en/of kwaliteit),
pomp- en compressorstation,
afsluiterstation,
meng- en verdeelstation ;
rii
r7o
rint .im
}-A-1 .i
.-, ., .7 -
-.
. . .. I .7 -
, .. ..i- . - . . . .2
produktcategorie
diameter
(inch)
4"
6"
811
1011
12"
14"
16"
18"
24"
30"
36"
K1
K2
en
K3
-12-
paragraaf I : de standaarduitvoering
1 .1 De in deze circulaire bedoelde transportleidingen zullen over
het algemeen zijn uitgevoerd overeenkomstig de
'Beoordelingsregels voor transportleidingen' (Voorstel
Technische Taakcommissie Transportleidingen van 1 december
1989, goedgekeurd door de Technische Commissie voor
Toestellen onder Druk en aangeboden aan de Dienst voor het
Stoomwezen) of volgens een regeling die, vanuit een oogpunt
van veiligheid, tot een aan de uitvoering overeenkomstig de
'Beoordelingsregels voor transportleidingen' op zijn minst
gelijkwaardige uitvoering leidt . In een dergelijk geval is er
sprake van een standaarduitvoering .
1 .2 De standaarduitvoering, bedoeld onder 1 .1, heeft onder meer
betrekking op :
a . de vereiste eigenschappen van het materiaal waaruit de
transportleiding is samengesteld ( 'grade' of
kerftaaiheid) ;
b . de vereiste kwaliteitszorg ( niet-destructief onderzoek,
toezicht en de beproeving) ;
c . de vereiste corrosiepreventie (coating en kathodische
bescherming van de transportleiding) ;
d . de vereiste beveiliging van de transportleiding ; het gaat
daarbij om de diepteligging, de markering van de
transportleiding bovengronds, de beheersstructuur en de
overdrukbeveiliging .
paragraaf II : de bepaling van de gebiedsklasse
1 De gebiedsklasse wordt bepaald overeenkomstig het bepaalde in
2 .1 e .v . van deze paragraaf .
2 .1 De transportleiding wordt gesplitst in aaneengesloten delen
waarvan de lengte overeenkomt met de op grond van 1 .1 van
paragraaf III van hoofdstuk i vastgestelde toetsingsafstand .
2 .2 Voor elke transportleidinggedeelte wordt aan weerszijden van
dat gedeelte het daaraan grenzende gebied vastgesteld waarvan
de breedte overeenkomt met die van de toetsingafstand (het
toetsingsgebied) .
2 .3 Voor elk ingevolge 2 .2 vastgesteld gebied wordt de
gebiedsklasse bepaald door de vaststelling van de
aanwezigheid van woonbebouwing, bijzondere objecten,
recreatie- en/of industrieterreinen dan wel overige objecten .
De indeling wordt vastgesteld overeenkomstig tabel 2 .
2 .4 Indien de onder 2 .3 bedoelde vaststelling leidt tot de
indeling van een gebied in meerdere gebiedsklassen, wordt de
hoogste gebiedsklasse aangehouden .
2 .5 Bij de bepaling van de gebiedsklasse zal zoveel mogelijk
rekening moeten worden gehouden met de te verwachten
toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen in de nabijheid van de
transportleiding .
-13-
Tabel 2 :
de gebiedsklasse-indeling
Gebiedsklasse
woonwijk, recreatieterrein
dan wel industrieterrein
-14-
-15-
Tabel 3 :
(standaard)ontwerpfactoren (F0)
Gebiedsklasse
1 . Transportleidingen in officieel
aangegeven leidingstraten
2 . Alle overige transportleidingen
-16-
Pd*De
2F0*Re+Pd
Pd
De
d
FO
Re
d(d)
d2
d3
de
ontwerpdruk
(Mpa)
nominale uitwendige diameter (mm)
minimum
wanddikte
(mm)
standaard-ontwerpfactor (-)
gespecificeerde minimum rekgrens (N/mm2)
wanddikte volgens maattabel of bestelde
nominale wanddikte (mm)
negatieve fabricagetolerantie op wanddikte (mm)
eventuele corrosietoeslag op de
dikte
(mm)
-18-
-19-
diameter
(inch)
4"
6"
811
1011
12"
14"
16"
1811
24"
30"
36"
K1
K2
K3
-20-
geen
bebouwing
.
overig object,
maar geen woonwijk, bijz . obj .
recreatie of industrieterrein
TL transportleiding
Z zakelijk recht zone (5 meter)
T toetsingsafstand (tabel 1)
B bebouwingsafstand (tabel 4)
-21-
-22-
HOOFDSTUK IV : SLOTBEPALINGEN
Publikatie van :
Ministerie van Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordeningen Milieubeheer,
Centrale Directie Voorlichting
en Externe Betrekkingen,
Van Alkemadelaan 85,