Besluit OM Op Aangifte Landverraad Binnen Veiligheidsdienst Curacao (VDC) Gerrit Schotte, George Jamaloodin, Geomaly Martis, Eduardo Vlieg, Elmer Wilsoe, Lisa Dindial, Frank Calmero, Micheal Romer
Besluit OM Op Aangifte Landverraad Binnen Veiligheidsdienst Curacao (VDC) Gerrit Schotte, George Jamaloodin, Geomaly Martis, Eduardo Vlieg, Elmer Wilsoe, Lisa Dindial, Frank Calmero, Micheal Romer
Besluit OM Op Aangifte Landverraad Binnen Veiligheidsdienst Curacao (VDC) Gerrit Schotte, George Jamaloodin, Geomaly Martis, Eduardo Vlieg, Elmer Wilsoe, Lisa Dindial, Frank Calmero, Micheal Romer
as
am
Openbaar Ministerie
Parket Procureur General
{Goaco | Sin Masten Bona, Sit Eustatius & Saba
Aan: de30bezorgde burgers
Willemstad 10 juni 2016
Kenmerk 248/16
Contactpersoon mr. DM. Benammar
Betreft uw aangifte van 26 februari 2016
Geachten,
Voordat ik inhoudelijk in ga op uw aangifte hecht ik er aan enige inleicende
‘opmerkingen te maken.
Bij het verstrekken van informatie dient te allen tijde een onderscheid_gemaakt te
worden tussen de belangen van rechtstreeks belanghebbenden en het algemeen
belang van het recht op informatie. Een rechtstreeks belanghebbende, bijvoorbeeld
een verdachte, een slachtoffer, nabestaande of anderszins benadeelde, heeft nu
eenmaal recht op uitgebreidere informatie dan het algemeen publiek.
Uw aangifte is weliswaar van handtekeningen en ID-nummers voorzien, maar deze
Jeiden zonder nader onderzoek niet tot de vaststelling van uw identiteit. De
bevoegdheid om dit onderzoek naar uw identiteit te doen ontbreekt. Daamaast is het
ongewenst dat spaarzame opsporingscapaciteit voor dat doel wordt ingezet. Een
gevolg hiervan is dat thans niet is vast te stellen in hoeverre een of meerdere van u
als rechtstreeks belanghebbende is aan te merken van de mogelijk strafbare feiten
zoals weergegeven in de aangifte. Hierdoor is mijn antwoord in meer algemene
termen opgesteld zonder de diepgang waarop u wellicht gerekend had.
Niet uit te sluiten valt dat een of meerdere van u wel rechtstreeks belanghebbend
zijn. Mocht dat het geval zijn en u prijs stellen op nadere informatie, can verzoek ik u
omu kenbaar te maken zodat bezien kan worden of er meer informatie verstrekt kan
worden
‘Withelminaplein 24-6, Willemstad,Curagae | S.(599-9)4242000 | F+(5999) 463786 | E parke.curaczo@omcarborg*swoordelifkheid van het Openbaar Ministerie op dle straf echtelijke handhaving
“1 echtsorde, Het controleren van andere over heidsciensten dan wel
urders valt niet onder de verantwoordelijkheid van het Openbaar Ministerie en,
‘Openbaar Ministerie kan ziin bevoegdheden ter zake 0k niet inzetten,
Dan Kom iknu toe aan de beoordeling van uw aangifte,
“emt 46 gebeurtenissen in chronologische volgorde die terug te brengen zijn in
“1 aantal hoofdthema’s, Het betreft;
Mogelijke onregelmatigheden aangaande benoemingen, schorsingen en
screening van personel van de veiligheidsdienst Curacao (VDC). Dit betreft
hetgeen door u onder de punten 1.247,9,1011,134,18,19,43 44 en 45 is
weergegeven.
2. het mogelijk plegen van valsheid in geschrifte door mevrouw Dindial door
het verkeerd informeren van de Minister zoals genoemd in punt 3,
* het mogelik schenden, dan wel het opdracht geven tot het schenden van
ambisgehcimen in relate tot de informatie bestanden va de VDC. Dit betreft
Divoorberld hetgeen onder 5,13, 15 en 16 is genoemd
2
“eave :446, Wilemsad Cogn 753999 3421015999) 46097861 Parkelewnacaogemeariborg. het mogelijk Iekken van het bewuste memo genoemd onder 6, 22 en 27.
5. het mogelijk lekkken van data aan derden zoals cle Colombianen en Forensic
Services Caribbean genoemd onder 23 en 24 en in de stukken van de
Ombudsman
6. deaangifte van dhr. $t Jago van 21 december 2010 en de aanvullende aangifte
genoemd onder punt 8 en 12
7. De aangifte en nadere aangifte van dhr. Winklaar genoemd onder punt 25,
26, 28, 34, 35, 42 en 42 en alles wat betrekking heeft op de stukken van de
Ombudsman genoemd onder de punten 20, 30 en 31.
Naast deze hoofdthema’s noemt u gebeurtenissen die op zichzelf geen strafbaar feit
zijn zoals het functioneren van de Commissie van Toezicht of het tekenen van een
akkoord met de Colombiaanse Veiligheidsdienst. Het geven van een oordeel hier op
past niet binnen het takenveld van het Openbaar Ministerie en daarom zal ik er niet
op in gaan.
Ad 1. Mogelijke onrogelmatigheden aangaance benoemingen, schorsingen en
screening van personeel van de VDC
De Landsverordening Veiligheidsdienst Curacao schrijft voor op welke wijze de
benoemingen, schorsingen en ontslagen van het Hoofd van de Veiligheidsdienst en
het personeel dienen te geschieden (artikel 2 lid 3 en artikel 5). De Landsverordening
verwijst naar de Minister van Algemene Zaken en de Minister van Justitie
gezamenlifk en de Commissie van Toezicht respectieveli het ambtenarenrecht, Het
niet handelen conform de bepalingen levert geen strafbaar feit op uit het Wetboek
van Strafrecht en valt dus buiten het bereik van het OM.
Voor zover het de screening van medewerkers betreft nog het volgende. Volgens het
Landsbesluit aanwijzing vertrouwensfuncties en veiligheidsonderzoeken dienen alle
medewerkers en het Hoofd van de VDC een veiligheidsonderzock te ondergaan,
oftewel gescreend te worden'. Wanner dit niet plaatsvindt schrijven de artikelen 33
en 34 van de Landsverordening Veiligheidsdienst Curagao voor wie op welke wijze
maatregelen kan nemen. Dit betreffen administratiefrechtelijke maatregelen. Het
Openbear Ministerie kan hierin niet optreden. Dat u van mening bent dat ingrijpen
vanwege het door u geschetste belang van de toenmalige minister niet waarschijnlik
js doet hier niet aan af. Overigens constateer ik cat er al sinds enige jaren andere
Minister(s) van Algemene Zaken zijn. Bovendien is er de eerder genoemde van
Commissie van Toezicht.
{te worden cat dit landsbesluit pas in 2014 van krecht is geworden
¥Opgemerkt
\Wihelmineplein 14.16, Willemstad, Caraga | T.«{5999)434-2100 1 F.4(599-9) 461-3786 |. parkstewacaog@omeaniborgAd 2. het mogelijk plegen van valsheid in geschrifte door mw. Dindial
Onder punt 3 maakt u melding van de brief van mw. Dindial met betrekking tot het
onjuist informeren van de Minister, u verwijt haar in strijd met de waarheid te
hebben verklaard. Strafrechtelijk vertaald stelt u dat mw. Dindial valsheid in
geschrifte heeft gepleegd.
Mw, Dindial schrijft in haar brief “U heeft mij de vraag gesteld of ik kan bevestigen
dat veiligheidsonderzoeken (...) op basis van een staat van inlichtingen
plaatsvonden. Voor zover ik uit beschikbare documentatie kan nagaan vond het
onderzoek steeds plaats aan de hand van een questionnaire”. In ww aangifte stelt u
dat deze mededeling niet op waarheid berust nu uit het memo in bijlage 2 blikt dat
ook andere bronnen zijn geraadpleegd.
Taalkundig kan uit de tekst van de brief niet worden opgemaakt dat mw Dindial
bedoeld heeft aan te geven dat alleen op basis van een staat van inlichtingen
onderzocken plaatsvonden, Mw Dindial legt een relatie tussen de term “staat van
inlichtingen” en “questionnaire” en stelt dat er questionnaires gebruikt werden bij de
onderzoeken
Uitartikel 5 van het Landsbesluit aanwijzing vertrouwensfuncties en
veiligheidsonderzoeken volgt dat meerdere bronnen dienen te worden geraadpleegd
bij het verrichten van een veiligheidsonderzoek zoals onder meer de justitiéle
documentatie. Een van deze bronnen zou kunnen zijn de door mw. Dindial
genoemde staat van inlichtingen, of questionnaire, voorts is denkbaar dat aan de
hand van de overige bronnen de antwoorden op de questionnaire werden getoetst.
Uw conclusie dat mw. Dindial in strijd met de waarheid heeft verklaard deel ik
derhalve niet.
Nuuit het document onvoldoende valt af te leiden dat het daarin gestelde onjuist is,
is er geen verdenking van een strafbaar feit en is het instellen van een strafrechtelijk
onderzoek geen optie, Dan bestaat nog de mogelijkheid tot het instellen van een
feitenonderzoek door de Landsrecherche. Gezien de omstandigheden en het,
hierboven gestelde lijkt het echter onwaarschijalijk dat een feitenonderzock alsnog
een verdenking van een strafbaar feit aan het licht zou brengen. Daarom zie ik, mede
gezien de tijd die inmiddels is verstreken, bijna 6 jaar, en de beperkte capaciteit van
de Landsrecherche geen aanleiding om een feitenonclerzoek te laten instellen naar
het mogelijk plegen van valsheid in geschrifte door mw. Dindial,
‘Withetoinaplein 1416, Willemstad, Curagao | T-+(559-9434-2100 | F.+(559-9 4603786 | E. puket.curscaog@omearborgAd3. Het mogelijk schenden, dan wel opdracht geven tot het schenden van
amb! yen
Aangaande het digitaal ter beschikking stellen van data aan de dhr. Schotte het
volgende.
Gelet op de huidige jurisprudentie kan niet gesteld worden dat alle bij de VDC
geregistreerde gegevens zonder meer vallen onder de term “staatsgeheim” zoals
bedoeld in artikel 104 WvSr oud (artikel 2:8 WvSr nieuw). Het is wellicht
aannemelijk dat bij een integrale ter beschikking stelling van de databank eveneens
staatsgeheimen ter beschikking gesteld worden, maar dat wordt niet onderbouwd
door feiten en omstandigheden. Voor zover overigens gegevens niet onder het
staatsgeheim vallen blijven zij naar alle waarschijnlijkheid wel geheimen in de zin
van het wetboek.
Uituw aangifte maak ik op dat de data niet ter beschikking zijn gesteld, er is immers
geen digitale toegang tot de databank verstrekt. De facto heeft de door u genoemde
schending van geheimen, afgezien van de vraag of het staatsgeheim zijn, derhalve
niet plaatsgevonden. Mogelijk zou echter artikel 104c lid 1 onder 2 WvSr oud?
(artikel 2:11 lid onder b WvSr nieuw) geschonden zijn, Daarvoor is echter
noodzakelijk dat degene die tracht om de beschikking te krijgen over de gegevens
niet gerechtigd is om over die gegevens te beschikken.
In uw aangifte stelt u dat dhr. Schotte de opdracht zou hebben laten geven. Als dat
20 20u zijn dan rijst de vraag in hoeverre dhr. Schotte destijds niet gerechtigd was
om over die gegevens te beschikken. Dhr. Schotte was destijds de Minister van
Algemene zaken. Artikel 3 lid 3 van de Landsverordening Veiligheidsdienst Curacao
stelt “het Hoofd informeert de ministers (in casu de Minister van Algemene Zaken
en de Minister van Justitie) bij voortduring over de uitkomsten van de
werkzaamheden van de Dienst en stelt dezen in kennis van al hetgeen voor hen in de
uitoefening van humn functie van belang is.” Zonder meer valt daarom niet te zeggen
dat dhr. Schotte met het oog op de uitoefening van zijn functie als Minister van
Algemene Zaken niet mocht beschikken over deze digitale gegevens.
Over het punt of een dergelike situatie onwenselijk zou zijn laat ik mij niet uit. Dat
ligt ter beoordeling van de Commissie van Toezicht die zo nodig maatregelen kan
treffen of nadere regels kan stellen,
ij die enige handeling verticht, ondernomen met het oogmerk om, zonder daartoe gerechtigd te zijn,
de beschikking te krijgen over enig gegeven als bedoeld in artikel 104”
Withelminaplein 4-16, Willemstad, Cuasao I. G99 9)434-2100 | F.+(5595) 4613786 E parketcuracso@omeaiborResumerend concludeer ik dat a) niet is vastgesteld dat het hier handelt om
staatgeheimen, b) niet is vastgesteld dat betrokkene niet gerechtigd zou zijn tot
toegang tot deze gegevens en c) de daadwerkelijke (digitale) toegang tot de gegevens
bovendien niet aan betrokkene is verstrekt.
Daarmee is onvoldoende aanleiding om nader onderzoek te doen instellen naar de
door u genoemde mogelijke overtreding van artikel 104c lid 1 onder 2 WvSr oud.
(artikel 2:11 lid 1 onder b WvSr nieuw) Daarvoor ontbreekt de onderbouwing van de
door u gestelde feiten.
Ad 4. het mogelijk lekken van het memo
Het lekken van het bewuste memo dat u als bijlage 2 bij uw aangifte gevoegd heeft.
Bij de Landsrecherche Curacao zijn onder het gezag van het Openbaar Ministerie
thans twee strafrechtelijke onderzoeken gaande, één naar het mogelijk lekken van
een schriftelijke versie van het memo en é&n naar het lekken van een digitale versie
van het memo, Over lopende onderzoeken worden door het Openbaar Ministerie
geen mededelingen gedaan. Eerst na afronding van deze onderzocken kan daarover
nader worden gecommuniceerd,
Ad 5. het mogelijk lekken van data aan derden|
Op verschillende punten in uw aangifte vermeldt u als mogelijk strafbaar feit het
onbevoegd geven van informatie dan wel data ean derden zoals Colombianen of
dhr. Van Leeuwen van Forensic Services Caribbean. Forensic Services Caribbean is
door VDC benaderd om een lek intern te onderzocken. Niet is gebleken dat aan
Forensic Services Caribbean onbevoegd informatie is gegeven. Dat er informatie is
verstrekt aan Colombianen blijkt enkel uit de medecelingen van dhy. Winklaar. Br
zijn geen feiten of omstandigheden die deze mededeling ondersteunen of
aannemelijk maken.
Door de Commissie van Toezicht is onderzoek gedaan naar aanleiding van diverse
berichten in de media. De voorzitter van de Commissie van Toezicht heeft hierover
bericht door middel van een persbericht welke als bijlage gevoegd is bij deze brief.
Voor nadere informatie dan wel voor het doen van een melding over het buiten zijn
bevoegdheid en taken optreden van de VDC verwijs ik u daarom naar de voorzitter
van de Commissie van Toezicht.
‘Wihelvinapein 14-16, Willemstad, Caraga IT. (5999)4342309 1H (5994 4613786 parker curacao@omeariborgAd 6. de aangifte van dhr. St Jago van 21 december 2010
De door u genoemde feiten met betrekking tot de aangifte van dhr. St Jago zijn
‘onderzocht door de Landsrecherche Curacao en beoordeeld door het Openbaar
Ministerie. De bevindingen hebben niet geleid tot enige strafrechtelijke vervolging.
Bij uw aangifte zit het ambtsbericht van de zaaksofficier van justitie aan de
procureur-generaal gevoegd in bijlage 4. Uit het ambisbericht, overigens een intern
document van het Openbaar Ministerie, kunt u afleiden dat op 17 maart 2011 is
geconcludeerd dat er geen aanleiding is om een strafrechtelijk onderzoek in te
stellen, Het in het ambisbericht verwoordde standpunt is niet gewijzigd.
Met verwijzing naar hetgeen ik hiervoor gesteld heb over het zijn van rechtstreeks
belanghebbende dienen privacy belangen op dit moment zwaarder te wegen dan het
algemeen belang en kan ik u geen nadere gegevens verstrekken.
Ad 7. De aangifte en nadere aangifte van dhr. Winklaar
In uw aangifte vermeldt u de aangiften van dhr. Winklaar. Dhr. Winklaar heeft in
2011 en in 2012 aangifte gedaan, Daarnaast heeft hij gesproken met de Ombudsman
die daar een gespreksverslag van gemaakt heeft, Ik constateer dat het verslag
dezelfde feiten betreft als genoemd in de aangiften. Daarnaast heeft u bij uw aangifte
gevoegd een publicatie van een artikel van mw. De Jongh-Elhage. Zij baseert haar
artikel op de veronderstelde feiten uit de aangiften van dhr. Winklaar. Feitelijk moet
dan ook geconstateerd worden dat de aangiften van dhr. Winklaar, de publicatie van
mw. De Jongh-Elhage en het gespreksverslag van de Ombudsman allen gebaseerd
zijn op 6n en dezelfde bron en inhoudelijk geen afzonderlijke bespreking behoeven.
Door de Landsrecherche Curacao is een feitenonderzoek verricht naar de aangiften
van dhr. Winklaar. Bij de beoordeling van de bevindingen is tevens betrokken de
nadere aangifte van dhr. Winklaar van 16 januari 2012 genoemd onder punt 28. Uit
de brief van dhr. De Jong, thans hoofdofficier van justitie, aan dhr. Winklaar van 11
oktober 2012, gevoegd als bijlage 19, kunt u opmaken dat ook is gekeken naar de
“dwang” aspecten van de aangiften. Bij de Landsrecherche Curacao heeft dhr.
Winklaar zijn aangifte met betrekking tot de gestelde dwang en bedreiging niet
herhaald. Uit het Landsrechercheonderzoek is naar voren gekomen date door
Winklaar gestelde feiten niet kunnen worden bevestigd en dat er geen verdenking is
ontstaan van een strafbaar feit. Daarom was er geen basis voor het nader instellen
van een strafrechtelijk onderzoek.
Withelminaplein 4-16, Willemstad, Curacao 1. +599-9)434-2100 | #.4(5999) 463786 | E parkeLewraccorpomcarborgNu mw. De Jongh-Elhage zich enkel baseert op de aangifte van Winklaar, geldt deze
conchusie evenzeer voor het artikel van haar hand.
Dhr. WinKlaar is als rechtstreeks betrokkene gewezen op zijn recht ex artikel 15
Wetboek van Strafvordering om een klacht wegens niet vervolging in te dienen bij
het Hof van Justitie. Ik constateer dat dhr. Winklaar geen klacht heeft ingediend.
U eindigt uw aangifte op pagina 14 met de conclusie dat duidelijk is dat de heren
Schotte en Jamaloodin zich aan lancverraad hebben schuldig gemaakt.
Deze conclusie deel ik niet. Een relatie tussen de door u genoemde gebeurtenissen en
ahr. Jamaloodin vioeit niet voort uit uw aangifte. Daar waar uw aangifte een
rechtstreekse relatie legt tussen gebeurtenissen en dhr. Schotte is een en ander
hietboven behandeld.
Ik sluit af met het volgende. Het Openbaar Ministerie hecht net als u aan een goed
functionerende Veiligheidsdienst. De Veiligheidsdienst heeft als belangrijke taak het
beschermen van de clemocratische rechtsorde van het land. Veiligheidsdiensten
beschikken over vergaande bevoegdheden om hun taak te vervullen. Vanwege het
gevoelige karakter van de werkzaamheden van de Veiligheidsdienst is een
controlerend systeem bepaald. Dit is wettelijk verankerd in de Landsverordening
Veiligheidsdienst Curacao. De controle op het functioneren van de Veiligheidsdienst
is een verantwoordelijkheid van de Commissie van Toezicht en het parlement van
Curacao. Voor zover u van mening bent dat de Veiligheidsdienst niet behoorlijk
functioneert of gefunctioneerd heeft, dient u uw zorgen primair te richten tot de
controlerende instanties.
Daar waar mogelijk strafbare feiten gepleegd zijn is er een taak voor het Openbaar
Ministerie om onderzoek te doen. Uit deze brief blijkt dat het Openbaar Ministerie
voor zover uw aangifte spreekt van mogelijke strafbare feiten, reeds verschillende
onderzocken heeft ingesteld, die ofwel nog lopen ofwel niet tot een bewijsbaar
strafbaar feit hebben geleid.
Ik vertrouw er op u zo volledig mogelijk geinformeerd te hebben.
mu. A.RE, Schram
Procureur-Generaal
‘Wilelminaplein 1446, Willestad, Curaao 1 (59994342400 | F.4(59949) 461-3786 | E parketcuccao@omeanborg