Professional Documents
Culture Documents
Culturele Antropologie
Culturele Antropologie
samenvatting
Hoofdstuk 1 ~ Cultuur: structuur en proces
1.
Inleiding
Tijd en cultuur
4.
Culturele intuties
Het chiasmamodel gebruikt een visuele metafoor, die het best tot uiting
komt via een hologram. Als men het bijbehorende beeld bekijkt, dan ziet
men dat de vlindervorm, die kan waargenomen worden, steeds verandert.
Samenvatting culturele antropologiePagina 5
Dit model, dat in de eerste plaats bewegingen weergeeft waaruit dan een
structuur ontstaat, noemen we een chiasmamodel.
Culturele fenomenen kunnen het best via een dergelijke visuele metafoor
begrepen worden.
In de oude positivistische opvatting werd het culturele fenomeen
gedentificeerd met de (tijdelijke) structuur. In de praxiologische en andere
meer procesmatige visies (bvb. de performancevisie van Fabian, 1990)
poogt men ook proces, gebeurtenis en verandering als belangrijk kenmerk
van de realiteit te erkennen en wetenschappelijk te beschrijven.
Culturele fenomenen moeten gezien worden als relatief veranderende
verschijnselen, die we slechts adequaat kunnen beschrijven als we ook het
procesmatige ervan kunnen bestuderen.
Naargelang het fenomeen, kan tijdelijk op een langere of kortere
menselijke of historische tijdspanne duiden.
Natuur en cultuur
Burgerschap
Van dat individu denken we dat het een identiteit bezit die uit al die
deelaspecten wordt opgebouwd. Met het ontwerpen van universele
mensenrechten hebben we verondersteld dat we aan dat individu als
containerbegrip een aantal rechten kunnen hechten, die we universeel
achten en dus geldig voor alle mensen. Daar loopt de redenering mank:
verschillende culturele tradities lijken immers sommige aspecten wel en
andere niet aan een individu toe te schrijven.
Het is duidelijk dat de begrippen burger en burgerschap niet neutraal
zijn, maar een beperkt cultureel en lokaal profiel aan de mensheid
opleggen. Dit is geen neutrale, wetenschappelijke daad, maar wel degelijk
een politieke zet. Andere machtige culturen zullen dit niet zomaar blijven
aanvaarden.
Conflicten die voortkomen uit botsing met grotere bewustwording van
andere culturele tradities zullen voor de westerling lastig te verteren zijn,
omdat hij ervan uitgaat dat het individu niet alleen lichamelijk, maar ook
geestelijk, juridisch, politiek en moreel de kleinste universeel betekenisvolle
menselijke eenheid is.
In De universele verklaring van de rechten van de mens wordt het individu
als de enige eenheid met rechten voorgesteld. Westerlingen denken zo
over mensen, en besluiten nogal onkritisch dat alle mensen er zo over
denken.
De westerse burger wordt bepaald in termen van rechten, die hem of haar
worden toegeschreven. De westerse burger wordt niet alleen beschreven
als een wezen met rechten, maar ook met een daaraan verbonden plaats in
een maatschappelijk politiek bestel.
Men gaat er aan de ene kant in politieke en wetgevende kringen te
gemakkelijk van uit dat de burger de formele en absolute begrippen van
wetten en decreten toenemend ook kent en kan naleven. Aan de andere
kant gaat men ook voorbij aan het westerse begrip burger. Samen met die
statische visie wordt de burger geacht een individu of levende persoon te
zijn die zich probleemloos de principes en afspraken eigen maakt en
naleeft, omdat dat nu eenmaal hoort bij het burgerschapsbegrip dat
gehanteerd wordt in een rechtsstaat.
Het is goed hierbij in gedachten te houden dat een individu als een
groeiend en veranderend lichaam wordt geboren, met een geest die
evolueert door te ervaren en te leren, en een geweten dat moet opgevoed
worden in het waarden- en normensysteem van de groep of samenleving.
Met andere woorden, wat vergeten wordt, is dat het individu een lerende
persoon is. Feilbaarheid is een belangrijk en intrinsiek kenmerk van elk
leerproces. Voor burgerschap, dat uitgaat van absolute en doorgaans
abstracte begrippen zoals vrijheid, gelijkheid, solidariteit, diversiteit,
enzovoort, ontbreekt in onze samenleving meer en meer het leerproces.
De opvatting van het individu als lerende persoon wordt dus niet of niet
voldoende toegepast, wanneer het over de invulling van burger gaat
binnen de omschrijving van een individu.
Samenvatting culturele antropologiePagina 9
De identiteit van de burger is niet gegeven als een logisch patroon, maar
moet aangeleerd, erkend en opgenomen worden als eigenheid door de
individuen in een samenleving om te kunnen functioneren.
3.
Sinbad de zeevaarder
De bende
Leven in tenten
levenswereldopvatting
kwijtgeraakt.
zijn
en
we die
aansluiting
met
de
natuur
Was er dan geen grond voor interpretaties zoals die van Eliade en LviStrauss?
Wat wij willen aantonen is dat ook wij, westerlingen, en ook de
wetenschappers onder ons, in een bepaald milieu of een bepaalde context
leven. Wij redeneren vanuit intuties of veronderstellingen die wij als
vanzelfsprekend of natuurlijk achten zodat we ze niet in vraag stellen. Het
is vooral wanneer we onszelf kritisch gaan bekijken, eventueel op
aanwijzen van leden van andere culturen die zich ontevreden voelen over
het beeld dat wij van hen hebben gemaakt, dat wij onze uitgangspunten in
twijfel durven te trekken.
Bovendien heeft het bij westerse wetenschappers tot nu geduurd om te
beseffen dat er misschien verschillende opvattingen van geschiedenis
mogelijk zijn, en dat de onze (met die particuliere tijdsopvatting) er slechts
n van is.
In het algemeen kunnen we zeggen dat het verleden gezien kan worden als
datgene wat niet meer is, of als datgene wat helemaal ophoudt te
gebeuren.
De opvatting van tijd en verleden die andere samenlevingen hanteren,
komt dus niet overeen met onze westerse visie zoals die tot uitdrukking
komt dus in ons begrip geschiedenis.
Vanuit dit inzicht breken wij de polariserende tweedeling van onze
voorgangers af en stellen we dat geschiedenis inderdaad iets cyclisch is,
maar dat het ook een verleden kan impliceren.
De specifieke vormgevingen en combinaties van beide leveren hun eigen
geschiedenisopvatting en visies op traditie op.
3.
De landbouwdorpen
voor
Christus
komen
de
eerste
agrarische
4.
5.
identiteit een foute houding kan zijn. Betekent tolerantie van verschil dan
dat men geen eigen identiteit meer mag hebben?
Het hele probleem draait rond een correct en hanteerbaar begrip van
verdraagzaamheid, dat samengaat met het aanvaarden van de eigen
identiteit. Samenleven in een cultureel gemengde maatschappij moet
hiervoor een oplossing bieden.
Belangrijk is het platform van gemeenschappelijke afspraken, dat door alle
leden van de gemeenschap erkend en als bindend aanvaard wordt. Het is
duidelijk dat deze problematiek in onze streken nog lang niet is opgelost.
In de antropologie spreekt men voor al de extreme identiteitsopvattingen
van cultureel fundamentalisme.
Cultureel fundamentalisme komt bij extreem-rechtse, politieke bewegingen
in de plaats van het oude racisme:
2.
Als we ons laten leiden door vooroordeel of gebrek aan kennis, dan is de
kans nu groter dan vroeger dat we daarvoor gestraft zullen worden.
In het voorbije decennium zien we dan ook enkele verstandige aanzetten
om mogelijke modellen op te bouwen over de verhoudingen in de wereld,
met nadruk op een juiste inschatting van grote verschuivingen in de wereld
door de economische en militaire globalisering.
Modelbouw Samuel Huntington.
Ulf Hannerz (2003) heeft een poging ondernomen om orde te scheppen in
de verklarende modellen en theorien trachten te vatten en te verklaren in
welke zin de wereld evolueert. Vanuit een dergelijk theoretisch kader duidt
hij op het eerste gezicht gebeurtenissen en opvattingen die in contrast
lijken te staan met globalisering. Hij analyseert het veld van theoretische
reflectie over al dit soort zaken en komt tot de vaststelling dat er drie types
van theorien op de markt zijn. Elk theorietype komt uit een andere
discipline, telkens met meer of minder aandacht voor veranderingen en
verschuivingen op zeer verschillende niveaus.
1. Een ruw en vooral economische type van globaliseringstheorie
beweert dat het kapitalisme zich wereldwijd ontplooit en in snel
tempo alle andere culturen wegveegt ten voordele van een uniform
verwesterd leefpatroon. Fukuyama (1990)
Vanuit
marxistisch
perspectief
vermelden
we
de
wereldsysteemanalyse van Wallerstein als een gelijkaardige
economische theorie, die de eenmaking van de wereld vanuit het
kapitalisme voorspelt. Men spreekt dan over de coca-colacultuur of
de Macdonaldisering van de wereld. Deze analyse is weliswaar zeer
oppervlakkig.
2. Een tweede type van theorie stelt dat de wereld zich nu terugplooit
op duidelijk afgebakende identiteiten, onder andere door de intensere
contacten tussen mensen uit verschillende culturen en de conflicten
of ongemakken die daar soms uit voortvloeien. Een direct gevolg van
deze redenering is dat multiculturalisme of vermenging van culturen
gelijk staat met vernietiging of zeker verzwakking van de eigen
beschaving. Huntington: vermenging is culturele zelfmoord. Gezien
zijn slordig conceptueel werk op dit punt, kunnen we enkel beweren
dat die restauratie in sommige kringen, met name in extreemrechtse
kringen die het cultureel fundamentalisme aanhangen, opgang
maakt, maar dat de trend zich helemaal niet doorzet over de hele
wereld.
3. Een derde type van theorie duidt Hannerz aan als de
transformationalistische
visie.
Aanhangers
van
deze
wetenschappelijke benadering dragen argumenten aan die erop
wijzen dat het niet zo is dat alle culturen opgaan in n
wereldcultuur, noch dat de oude visies zich krampachtig heroprichten
in een poging om zichzelf af te schermen en desnoods de andere te
vernietigen. Culturele groepen en gemeenschappen veranderen
voortdurend, maar ze doen dat niet door angstvallig zichzelf te willen
blijven, noch door zich te verliezen in de andere. Ze doen dat meestal
door voorwerpen, technologie, overtuigingen, smaken en ook
religieuze elementen over te nemen van anderen waarmee ze
contact hebben, en hun eigen kenmerken door te geven aan die
anderen. Als dat snel gaat, zoals in onze tijd het geval is, dan kan dat
aanleiding geven tot strijd en veel discussie, vermoedelijk omdat te
veel te snel verandert. Als een dergelijk proces traag verloopt, dan
blijft het ook nagenoeg onopgemerkt. De stelling van de
transformationalistische theorie is dus dat culturele identiteit
voortdurend verandert, en vermoedelijk de laatste tijd meer in de
richting van wereldwijd gebruikte technologie en zelfs lifestyle, maar
dat die veranderingen in feite overwegend (of misschien altijd)
aanpassingen zijn van de oude culturele antwoorden aan nieuwe
eisen en smaken. Als we dit doorgronden, dan kunnen we zeggen dat
culturen dus voortdurend hybridiseren, dat wil zeggen, ze zullen
voortdurend een stukje van hun eigenheid aanpassen en dus
verliezen aan nieuwe omstandigheden en een nieuwe aanbod. Alle
culturen doen dat, zodat de wereld bevolkt wordt door niets anders
dan voortdurend veranderende en zich herdefinirende culturen.
Samenvatting culturele antropologiePagina 23
In every field, on every issue, the ground has been covered already
(Jimmie Durham 1993).
Wat zegt Durham? De taal, de denkwijze, de opvatting over religie, de
manier waarop kunst in het dagelijkse leven staat Op al deze punten
bestaan er grondige verschillen tussen de indiaanse en de westerskapitalistische leefwereld. Daarover spreken in literatuur, daarover werken
in schilder- en beeldhouwkunst is zonder enige twijfel de wereldbeleving
van de burger van vandaag toespreken.
De kunstenaar van vandaag is betrokken op de wereld van vandaag.
Niettemin worden kunstenaars nog steeds op hun toekomst vastgepind en
daardoor onmondig gemaakt, zegt Durham. Volgens hem laten de
uitgangspunten van de dominante maatschappelijke orde geen andere
accenten toe.
Durham zegt behartenswaardige dingen over religie. Jimmie Durham zegt
dat westerlingen de indiaanse religie nooit hebben gewaardeerd voor de
wijze waarop de mens en de andere fenomenen samen en gelijk in de
kosmos bestaan. In tweede instantie beweert hij dat de westerse
godsdiensten op de een of andere manier steeds met een staat verbonden
worden. In elk geval is de verbinding tussen kerk en staat nooit veraf. Ook
dat is een belangrijk verschil met de indiaanse tradities.
Samenvatting culturele antropologiePagina 27
Stedelijkheid en verstedelijking
Zoals de auteurs van het witboek De eeuw van de stad duidelijk maken, en
zoals het recente UNO-rapport over ontwikkeling cijfermatig voor de hele
Samenvatting culturele antropologiePagina 29
Moderniteit en stedelijkheid
Het debat dat vandaag op vele plaatsen gevoerd wordt, is gericht op het
probleem van de moderniteit. Wij zijn modern en zij zijn premodern, ze
hebben d verlichting nog niet doorgemaakt.
De verlichting is een denkrichting die zon twee eeuwen geleden ontstond
na de meest bloederige godsdienstoorlogen die Europa ooit meemaakte.
De verlichtingsfilosofen in de volgende generaties leidden hieruit af en
betoogden dat religie uit het maatschappelijke leven moest gebannen
worden, omdat het een onuitputtelijke bron van conflict en haat kon zijn.
Oorspronkelijk stelde Montesquieu in de achttiende eeuw dat er enkel een
probleem was, indien er meer dan n godsdienst in een land beoefend
werd. Slechts dan riep hij op tot het hanteren van het bekende principe van
scheiding van godsdienst en politiek, of kerk en staat. Dat element van het
verlichtingsdenken kan nog steeds iets betekenen in onze hedendaagse
maatschappij.
Een algemene omschrijving van het moderniteitsdenken in het zog van die
verlichting, is geen eenvoudige zaak. Beide fenomenen (moderniteit en
verlichting) zijn verbonden, maar niet onderling verwisselbaar. Hieromtrent
levert Toulmin een min of meer bevredigende analyse.
Het idealisme van Plato vertegenwoordigde de ware filosofie. Toulmin
betwijfelt deze visie en noemt ze niet partijdig. De moderniteit is in elk
geval een invulling van waarden en visies, die in de hedendaagse discussie
aangevoerd wordt als een westerse voorsprongpositie ten overstaan van de
Ander. Daarbij moeten, los van de waardepositie die men zelf wil innemen,
tenminste twee opmerkingen vermeld worden.
a) Charles Taylor (1999): men moet niet spreken over d moderniteit,
maar wel over moderniteiten. In de Renaissance, en verder vanaf de
verlichtingsdenkers in de achttiende eeuw, komt zo een sterk voorstel
tot stand waarbij enerzijds instrumentele rationaliteit, en anderzijds
zelfbeschikking en vrijheid hoofdnoties worden.
Instrumentele rationaliteit betekent dat de (westerse) moderne
mens ervan uitgaat dat rationaliteit de beste methode is om kennis
Samenvatting culturele antropologiePagina 32
Hoofdstuk
voortgang
5.
Postkolonialiteit
en
inheemse
In de tweede helft van de negentiende eeuw ontstond als het ware een
taakverdeling tussen de sociologie en de antropologie.
Historisch gezien betrof het in deze aanvangsfase een vrij organisch
differentiatieproces tussen verschillende perspectieven en accenten om de
sociale werkelijkheid in de wereld te bestuderen.
Intussen echter zijn met name de sociologie en de antropologie wel al
dichter naar elkaar gegroeid (Bourdieu), zowel qua aandachtsveld als qua
methodologien. Hoewel, de belangrijke andere invalshoeken en klemtonen
zijn blijven bestaan, zeker voor wat betreft de inschatting van het
fenomeen cultuur.
Er is echter een onderliggende, meer schrijnende en historisch evidente
reden waarom het vaak onterecht gemaakte onderscheid tussen nietwesterse en westerse of zogenaamd moderne en niet-moderne
samenlevingen van een ontoereikende en onjuiste opvatting getuigt. Via de
kolonisatiegeschiedenis waren beide tegenspelers immers al vele eeuwen
met elkaar in een intense, zij het ongelijke interactie verwikkeld geraakt.
Sommigen spreken daarom van het modern-koloniale wereldsysteem.
De effecten blijven tot ver na de onafhankelijkheidsoorlogen voelbaar.
Daarom hebben we het niet meer over een chronologisch afgebakende
post-kolonialiteit.
Tezelfdertijd zijn de vroeger gekoloniseerde landen nu de streken
vanwaaruit nu bij wijze van spreken een omgekeerde kolonisatie op gang is
gekomen via indrukwekkende migratiestromen. In die voormalige
koloniserende landen komt het zo noodgedwongen tot een belangrijke
andere aanwezigheid die tezelfdertijd vreemd, confronterend, en toch ook
vanuit de vergelijking met de eerste kolonisatie-ervaring vertrouwd is.
Het is voor wetenschappers en antropologen een uitdagende en
noodzakelijke onderneming geworden om de interculturele sporen en
veelgelaagde kruispunten te bestuderen die zich blijven voordoen in het
zog van de toenmalige kolonisaties.
6.
De term
Het koloniseren in de zin van het onderwerpen en uitbuiten van andere
groepen voor eigenbelang bestond vanzelfsprekend al lang voor het als
term als dusdanig ingeburgerd raakte.
Geschiedenis
Spanje had in de eeuwen die volgden op de verovering niet ontdekking
van Amerika reusachtige rijkdommen gehaald uit haar overzeese gebieden.
Onrechtstreeks zouden ook de toenmalige schuldeisers van de Spaanse
kroon, hierdoor hun enorme fortuin kunnen opbouwen.
Volgens Eduardo Galeano, een hedendaags kritisch kroniekschrijver van de
kolonisatie in Latijns-Amerika, betekende het zilver van Potos in de
zestiende en zeventiende eeuw het voornaamste voedsel voor de
kapitalistische ontwikkeling van Europa.
Onrechtstreeks waren het dus in belangrijke mate de indianen die de
kapitaalaccumulatie in Europa mogelijk maakten, waardoor het zou
veranderen in het moderne Europa van vandaag.
Een logica van de kolonisering
In het geval van Latijns-Amerika, waar de aanvang van de kolonisatie
samenvalt met wat veelal beschouwd wordt als het begin van het moderne
koloniale wereldsysteem, spreekt de Spaanse filosoof Subirats over de
logica van de kolonisering. Subirats doelt hiermee op een volgehouden
destructieve bejegening door het zelfingenomen Westen van de
onderworpen gebieden.
Deze houding vond aanvankelijk haar inspiratie in het van een universele
bekeringsdrang doordrongen christendom, maar werd later in zogenaamd
seculiere invullingen evenzeer gedreven vanuit een limiterende en
zichzelf legitimerende opvatting over rationaliteit.
Zowat elke mogelijke andere aanpak of opvatting vanwege die overigens
erg heterogene Andere werd vanuit deze visie als minderwaardig,
achterlijk of irrationeel afgedaan. Het is die verkrampte en beperkende
dimensie van de westerse traditie die zich, weliswaar in verschillende
tijdsegmenten, via het koloniseren in de hele wereld heeft proberen op te
dringen.
We mogen bij dit alles niet vergeten dat de categorisering inheems en bij
uitstek die van indiaan koloniaal van aard is: het was een etiket waarmee
men de diversiteit aan autochtone groepen homogeniseerde en als
ondergeschikt probeerde te classificeren.
Rijkdom bestaat voor de indianen niet in het accumuleren van materiaal of
symbolisch bezit op zich, hetgeen daarentegen in de westerse opvatting
net belangrijk is om onze sociale positie te bepalen. De conquistadores
Samenvatting culturele antropologiePagina 36
zouden uit dit historisch quid pro quo omtrent economie (Dominique
Temple) veel rijkdom opeisen, maar geen lessen in wederkerigheid
begrijpen.
Met zijn betoog over de logica van de kolonisatie wil een denker als
Subritas er vooral op wijzen dat het economische en politieke aspect van de
kolonisatie gepaard ging en gaat met een algehele en diepgravende
koloniale houding.
Het onderzoek naar de barbaarse gebruiken en de plaatselijke talen leek
veeleer bij te dragen tot de versterking van de indiaanse identiteit(en). Het
leek als het ware de weerstand aan te zwengelen tegen het koloniale
dictaat om de eigen gebruiken op te geven en in plaats hiervan die van het
christendom over te nemen.
Dit veroorzaakte een opstand die bij de Spanjaarden een snoeiharde reactie
uitlokte. Francisco de Toledo: Extirpacin de Idolatras in 1576. Alle lokale
gebruiken die als heidens of ritueel overkwamen, werden als afgoderij
beschouwd en moesten met wortel en al uitgeroeid worden extirpar.
Sjamanen of andere rituele specialisten, maar eigenlijk ook alle mensen die
de autochtone gebruiken in hun hart koesterden, leidden vanaf dat moment
een dubbel leven, omdat ze hun eigen religie en tradities niet langer
mochten belijden. Naar buiten toe zouden zij zich moeten schikken naar de
gebruiken van de katholieke kerk, maar in het dagelijkse familiale leven
bleven zij trouw aan hun eigen tradities. Ook deze laatste zijn hierdoor
vanzelfsprekend blijven evolueren, vooral omwille van die voortdurende
confrontatie met het dominante christendom. Soortgelijke religieuze
kruisbestuivingen doen zich overigens ook vandaag nog voor in de culturele
ontmoeting met protestantse groeperingen sectas. Ook hier lijkt het om
een ambivalent proces te gaan.
7.
misprijzende bejegening
ondergeschikte positie als bron van weerstand en kracht
Tricontinentale solidariteit
De inheemse emancipatie lijkt een nieuw elan te vinden, waarbij het over
meer gaat dan alleen een romantische of symbolische recuperatie. De
betrokken partijen willen zich immers doelbewust opstellen te midden van
het complexe spel van de mondiale en postkoloniale netwerken. De
Zapatistabeweging in Mexico heeft bijvoorbeeld haar doelstellingen
afgestemd op zowel de lokale dynamieken als de globale gevoeligheden en
wetmatigheden.
Robert C. Young spreekt over tricontinental studies als alternatief voor het
gebruikelijke postcolonial studies. Deze term is genspireerd op de
conferenties in Bandoeng (1955), Caro (1961) en Havana (1966).
Young gebruikt de term tricontinentaal, enerzijds om op de actieve
samenwerking te wijzen die uitgaat van de zogenaamde subalterne
gebieden, en anderzijds ook om onder het gewicht van het begrip
koloniaal uit te komen.
Om de complexe waaier aan uitingen van kolonialiteit en macht te
onderzoeken, kunnen wetenschappelijke studies over het fenomeen
postkolonialiteit helpen. Maar dat zijn niet de enige bronnen voor
postkoloniale analyse: er zijn ook de vele artistieke reflecties hierover en
ten slotte en niet het minst de veelvuldige verschijningsvormen van
voortgang en oppositie die bij de mensen zelf voortgebracht worden.
Het is precies in het licht van deze overtuiging dat de antropologie met
haar veldwerkmethode en ervaring een voorname inspirerende rol kan
spelen bij het uitwerken van een dergelijk politiek actiedenken.
Creolisering ondersteboven
10.
wederkerigheid en economie,
Levensvormen-Markt.
als
een
belichting
van
de
relatie
Creolisering en taal
De koloniale en lingustische politiek liepen onderling sterk verstrengeld,
omwille van de centrale rol die taal speelt in het verkeer van de culturele
betekenissen. Er kwamen niet alleen racistische rangschikkingen tot stand
van de verschillende groepen in de maatschappij, maar navenant ook van
de talen die werden gesproken.
Grammaticas zouden een belangrijk wapen worden om de almacht van
deze linguae francae uit te bouwen, en gedurende lange tijd zouden de
respectieve taal- en letterkunde in wetenschappelijk opzicht theoretische
modellen uitwerken waarin heel diep de medeplichtigheid met de koloniale
expansie ingebouwd zat.
Aan de andere zijde echter deed zich van bij het begin een onstuitbaar
proces van fagocytose voor. De taal van de kolonisator werd radicaal
georaliseerd, diverse stijlwijzen werden samen gewrocht, visuele
uitdrukkingskanalen inbegrepen.
Daarnaast echter was de dagelijkse realiteit veelal vol ambivalente
tegenstellingen die verliepen tussen onderdrukking, vernedering, trots, en
aantrekkingskracht.
Deze fenomenen doen zich ook top op vandaag voor in de postkoloniale
staten, zij het onder telkens te nuanceren vormen. Eens de
scholingskanalen zich daar verder uitbreidden, drongen ook de
hegemonische, koloniale talen overal verder door.
Hoewel vele inheemse talen verdwenen, toch bleven indrukwekkend veel
van die oorspronkelijke talen glorieus overeind.
Er doet zich vandaag de dag bij dit alles echter vooral een intrigerend
proces van meertaligheid voor, het voortdurend in de praktijk brengen van
meerdere talen en talige registers. Daarenboven groeit bij de mensen
geleidelijk aan het scherpe besef van de rijkdom en de kracht die dit
meertalige handelen kunnen bieden. De oorzaken voor het levendig en
actief blijven van die onderworpen talen kunnen we wellicht weer gaan
zoeken in de onderliggende kracht van de orale tradities.
Bekeken vanuit de Levensvormen van die mensen waarop de taalpolitiek
van de Staat of Wereldbank geprojecteerd worden, vormen die door
fagocytose ervaren geworden talen zo vaak een stevige uitvalsbasis voor
het exploreren van de rijkdom die zich tussen talen en dus ook tussen de
tradities kan afspelen.
De transculturatie die zich op het vlak van de talen voordoet, betreft dan
niet alleen het zich verspreiden van voornamelijk het Engels als de
mondiale en imperiale lingua franca, maar evenzeer het toenemen van het
belang van minderheidstalen binnen Europa en van de niet-westerse talen
in de wereld. Als taal danig kan onderdrukken, dan kan ze in haar orale en
Samenvatting culturele antropologiePagina 46
Dominique
Temple
en
de
interfasen
tussen
@
13.
14.
15.
Inleiding
17.
18.
19.
20.
Taal en kennis
Religie en levensbeschouwing
Kunst
Hoofdstuk 10 ~ De
globaliserende wereld
21.
22.
23.
24.
creatieve
mens
in
een
Eigenbelang en wereldbelang
De kunstenaar besluit
Morales:
lokale
en
globale
Bijlagen
25.
26.
Terminologie