Professional Documents
Culture Documents
Interview Hannie Van Leeuwen
Interview Hannie Van Leeuwen
door
Interview met Hannie van Leeuwen, voorzitter van Stichting Olijf van 1998 tot 2009
Baarmoederkanker
En toen, in december 1994, werd de diagnose baarmoederkanker gesteld. Een
operatie en bestralingen volgden. Met succes, maar tot op de dag van vandaag
ondervindt Van Leeuwen veel last van diverse complicaties die het gevolg zijn
van de ziekte. Gevraagd naar wat het meest indruk heeft gemaakt in de periode
van ziek zijn: Nou ik denk aan die periode niet zo gek veel. Er was op dat
moment veel gaande in mijn leven. Ik behoorde tot de progressieve tak van het
CDA (in 1980 ontstaan uit een fusie van KVP, CHU en ARP, red.), stond kandidaat
voor de Eerste Kamer en ging daar vol in op. Het was natuurlijk wel zwaar: ik
kreeg de diagnose te horen met de mededeling dat ik met spoed geopereerd
moest worden. Die ziekte was natuurlijk een heel naar iets en de bestralingen
vond ik ook heel erg belastend. Ik weet nog wel dat ik me ook toen druk maakte
over alles wat ik onrechtvaardig vond in de zorg. Er is heel veel verspilling in de
zorg. Dat heb ik toen al ontdekt en daar ben ik me later nog veel meer bewust
van geworden. Het ziek zijn heb ik goeddeels alleen verwerkt. Ook met vrienden
heb ik er eigenlijk nooit in die zin over gepraat. Met familie, soms. Ik ben steeds
bezig gebleven met mijn werk. In juni 1995, in dezelfde maand dat de
behandelingen eindigden, werd ik lid van de Eerste Kamer.
Bewust openlijk
In antwoord op de vraag of het een bewuste keuze was om altijd heel openlijk
over haar ziekte te praten, zegt Van Leeuwen: Ja, dat was zeker een bewuste
keuze. Ik vond dat mensen veel te geheimzinnig deden over kanker. Kanker is
een gewone ziekte, en je moet het gewoon vertellen als je het hebt. Het is
misschien een beetje heftiger dan andere ziekten, maar je schiet er niks mee op
om deze ziekte te verzwijgen. Dus ik heb er openlijk over verteld. Zo ben ik
uiteindelijk ook bij Stichting Olijf terechtgekomen: in een interview aan Trouw
vertelde ik in 1997 ook iets over de baarmoederkanker die ik had gehad. En naar
aanleiding daarvan werd ik gebeld door Gerda van den Heuvel, destijds
waarnemend voorzitter, met de vraag of ik voorzitter van Olijf wilde worden.
Belangenbehartiging
Van Leeuwen had als voorzitter een vaste column in Olijfschrift, waarvan ze
eindredacteur was. In haar eerste column schreef ze dat ze het als haar eerste
opdracht als voorzitter zag om tot de meest doelmatige vorm van werken te
komen. Toen ik voorzitter werd, was Olijf eigenlijk een failliete boedel. Olijf zat in
de rode cijfers. Dus ik heb eerst geprobeerd we deden alles zelf de rode cijfers
weg te werken en wat kapitaal op te bouwen. Dat is gelukt. Stichting Olijf heeft
drie belangrijke pijlers, in willekeurige volgorde: lotgenotencontact,
belangenbehartiging en informatieuitwisseling. Van Leeuwen zegt desgevraagd
zich vooral te hebben ingezet voor belangenbehartiging. Daar was ik natuurlijk
erg goed in, daar lag mijn kracht. Maar ik vond wel dat de voorzitter na mij zich
minstens zo sterk zou moeten richten op het lotgenotencontact. Want dat is voor
patinten toch wel erg belangrijk: dat ze zich kunnen uiten, dat ze met
collegas kunnen praten over datgene wat ze ondervonden.
Olijfjaren
Terugkijkend op de periode die Van Leeuwen als voorzitter, en daarna enige tijd
als lid van de Raad van Toezicht, aan Olijf verbonden was: wat ging goed en wat
kon beter? Van Leeuwen: We hadden meer vrijwilligers kunnen hebben. Dat
schijnt nu meer in orde te zijn, maar toen moest te veel door weinigen worden
gedaan, waardoor die altijd overbelast waren. Ook het bestuur was overbelast.
Streamers:
Kanker is een gewone, weliswaar heftige ziekte, maar je moet het gewoon
vertellen als je het hebt.