FocusEurNL_van.qxd:itest1F.

qxd 1/06/10 16:19 Page 3

WWW.VBO.BE
FOCUS EUROPA
Belgisch voorzitterschap van de EU - Prioriteiten van het VBO
VBO – Europees departement
Bijlage bij Infor VBO – nr. 20 – 3 juni 2010

De EU weer op het spoor naar groei zetten

uropa moet het hoofd bieden aan nooit eerder geziene uitda- zich sinds zijn laatste Voorzitterschap in 2001 ingrijpende verande-

E gingen. Het stabilisatieprogramma dat onlangs werd goedge-

keurd om de besmetting van de EU door de schuldencrisis te
beletten, toonde het sterke engagement ten aanzien van de Monetaire
Unie en van het behoud van de financiële stabiliteit. Nu moeten we
alles in het werk stellen opdat dit programma het vertrouwen in de euro
zou herstellen, wat levensbelangrijk is voor de Europese economie.
We moeten lessen trekken
ringen voorgedaan: Europa is uitgebreid, de euro werd ingevoerd en
het Verdrag van Lissabon is in werking getreden. Daarnaast heeft ook
de wereldeconomie tijdens het jongste decennium diepgaande wijzi-
gingen ondergaan. De welvaart van Europa, en zeker die van België,
is in belangrijke mate afhankelijk van de uitvoer. Aangezien een groot
deel van de wereldgroei buiten de EU plaatsvindt, is het essentieel om
zich meer dan voorheen op deze markten te richten, en dit zowel door
een ambitieuze internationale handelspolitiek als door een hogere
concurrentiekracht. Wil Europa in de komende decennia nog op

uit de Griekse tragedie wereldschaal blijven meetellen, dan is een door alle lidstaten gesteund
actieplan absoluut noodzakelijk.

Maar naast deze kortetermijnoplossingen komt het erop aan de les- De prioriteiten van het VBO voor het Belgisch Voorzitterschap van de
sen te trekken uit de Griekse tragedie. De ervaring leert immers dat EU kunnen worden opgedeeld, enerzijds, in vier grote beleidslijnen die
de vertraging die wordt opgelopen bij het invoeren van structurele her- de Unie op middellange termijn moet volgen om haar voortbestaan te
vormingen uiterst duur en pijnlijk kan zijn. Er moet dan ook een echt verzekeren, en anderzijds, in vier meer specifieke prioriteiten.
economisch bestuur van de eurozone komen. Dat moet voorzien in
nieuwe mechanismen die de budgettaire houdbaarheid van de euro-
zone kunnen waarborgen en die het haar mogelijk maken om kracht-
dadiger op te treden in crisistijd. Een zowel op preventief als op
repressief vlak versterkt budgettair pact en het opzetten van een
Europees Monetair Fonds zijn in dit verband onmisbare instrumenten.

Voorts kan de EU niet meer zonder een grondige coördinatie van het
economisch beleid van de lidstaten, rekening houdend met de verre-
gaande onderlinge afhankelijkheid van de Europese economieën. Voor
de landen die met budgettaire moeilijkheden kampen, dringen ver-
reikende hervormingen zich op (overheidsschuld en kosten van de
Staat verminderen, efficiëntie van de Administratie verhogen, vergrij-
zing aanpakken,…), terwijl de lidstaten met een gunstige begrotings-
toestand in zekere mate hun interne vraag moeten verhogen om het
© Blanckaert

intracommunautair handelsverkeer binnen Europa weer op gang te

© D. Rys

brengen.

De nieuwe Europese strategie voor groei en werkgelegenheid, ‘Europa

2020’, opent de weg naar hervormingen. Maar dan nog moeten de lid-
staten realistische en overtuigende doelstellingen en nationale her-
vormingsprogramma’s voorleggen. Rudi Thomaes, Thomas Leysen,
gedelegeerd bestuurder VBO-voorzitter
van het VBO
Het is in deze op zijn minst woelige context dat België op 1 juli het
Voorzitterschap van de Europese Unie opneemt. Bovendien hebben

1 | VBO - FOCUS EUROPA - JUNI 2010

FocusEurNL_van.qxd:itest1F.qxd 1/06/10 16:19 Page 4
BELANGRIJKSTE UITDAGINGEN VOOR DE EU TIJDENS
HET BELGISCH VOORZITTERSCHAP
Eurozone: hervormen of achteruit-
gaan
1. Economisch bestuur voor de eurozone
De Monetaire Unie is een sleutelelement van de Europese integratie. Het
vertrouwen in de euro is zowel voor de ondernemingen als voor de con-
sumenten van levensbelang. Door een combinatie van een hoge schuld-
graad en aanzienlijke competitiviteitsproblemen kunnen ook andere
landen dan Griekenland met ernstige problemen geconfronteerd worden
mocht het vertrouwen van de financiële markten verdwijnen. Alleen
afdoende structurele hervormingen, zowel op nationaal als op Europees
niveau, kunnen de Europese Unie terug op weg zetten naar groei.
Het Stabiliteits- en Groeipact blijft een
doeltreffend instrument, op voorwaarde
dat het strikt wordt toegepast
Er moet een nieuwe structuur voor het bestuur van de eurozone komen
om de budgettaire houdbaarheid te waarborgen. Bovendien moet ze
krachtdadiger kunnen optreden in crisistijd, bijvoorbeeld door de
oprichting van een Europees Monetair Fonds. Het Stabiliteits- en
Groeipact blijft een doeltreffend instrument, op voorwaarde dat
het strikt wordt toegepast. Daarom dient het te worden aangevuld
met een toezichtsmechanisme door de Europese Commissie,
zowel op preventief als op repressief vlak. Preventief kan een dia-
loog met de Commissie over de nationale begrotingen, nog vóór
ze worden goedgekeurd, een doeltreffend instrument zijn. Op
repressief vlak zijn een adequate ‘reporting’ en betrouwbare sta-
tistieken over de overheidsfinanciën een must. In dit verband zou
Eurostat best belast worden met de audit van de rekeningen van
de lidstaten. Bovendien moeten sancties worden opgelegd inge-
val de aangegane verbintenissen niet worden nagekomen. Ten
slotte zal de Eurogroep er moeten op toezien dat elk van zijn leden
werk maakt van hervormingen en van structurele besparingen om
de overheidstekorten op drastische wijze aan te pakken.
2. Versterkte coördinatie van het economisch beleid
De recente beroering in de eurozone heeft de noodzaak aan het licht
gebracht om, naast de budgettaire stabiliteit, ook de coördinatie van
het economisch beleid in Europa te versterken. Er moet inderdaad op
deze twee fronten worden gewerkt om Europa weer op het spoor naar
groei te zetten. Om – zoals Herman Van Rompuy, Voorzitter van de Euro-
pese Raad, enkele maanden geleden stelde – de ‘European way of life’
betaalbaar te houden, is een jaarlijkse economische groei van minstens
2% noodzakelijk.
Hiertoe is een Europese groeistrategie nodig die snel vruchten afwerpt.
De Lissabonstrategie heeft gefaald. Zo Europa zijn laatste kans wil grij-
pen om zich te positioneren op de wereldkaart, dringt een nieuwe aan-
pak zich op. De nieuwe ‘EU 2020-strategie’ wordt kortelings op
Europees niveau definitief goedgekeurd. Haar doelstellingen zijn ambi-
2 | VBO - FOCUS EUROPA - JUNI 2010
tieus, bijvoorbeeld wat investeringen in O&O of wat de werkgelegen-
heidsgraad betreft.
Volgens het VBO zal deze strategie slechts met succes kunnen worden
bekroond als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
• De lidstaten moeten zich de doelstellingen van de Europese strate-
gie toe-eigenen. Tijdens het Belgisch voorzitterschap zullen de lid-
staten verplicht zijn aan te tonen dat ze in staat zijn zich te hervormen,
en dit, aan de hand van nationale doelstellingen en nationale hervor-
mingsprogramma’s die in overleg met de Commissie worden bepaald.
• Bovendien moeten mechanismen voor regelmatige controle het moge-
lijk maken de vooruitgang op nationaal én op Europees niveau te me-
ten. In dit verband dient de geboekte vooruitgang zowel op het vlak van
de Strategie 2020 als van het Stabiliteits- en Groeipact gelijktijdig te
worden geëvalueerd. De Commissie moet een regelmatige benchmar-
king tussen het beleid van de lidstaten opzetten. De Europese Raad
van zijn kant moet toezien op de feilloze betrokkenheid van elk van
de lidstaten. Er moeten sancties bepaald en toegepast worden in
geval van niet-nakoming van de aangegane verbintenissen.
• De Europese Commissie moet de vergrijzingsstrategie van de lidsta-
ten evalueren.
• Het Europees budget moet geheroriënteerd worden naar groei en jobs,
vooral door het aandeel van toekomstgerichte uitgaven, bijvoorbeeld
voor O&O, te verhogen.
Het vertrouwen in de euro is van vitaal belang zowel voor ondernemingen als
voor consumenten
De overgang naar een duurzame, meer op innovatie en interconnectie
gerichte economie, zal slechts mogelijk zijn als Europa een industrië-
le basis ontwikkelt die solide, gediversifieerd en competitief is. Een effi-
ciënt beleid op het gebied van O&O en innovatie moet daarbij een
belangrijke rol spelen. Dit is trouwens één van de kerninitiatieven
(flagships) van de Strategie 2020. In oktober 2010 zal men het 7de
kaderprogramma voor Onderzoek en Ontwikkeling voor het eerst evalu-
eren. Voor het VBO is het essentieel dat men hierbij nog meer focust
op de grote economische uitdagingen en het verwerven van marktlei-
derschap in nieuwe technologieën, onder meer inzake ‘cleantech’.
Het volstaat echter niet de investeringen in O&O op te voeren. Zonder
samenwerking tussen universiteiten en ondernemingen, zonder stan-
daardisering, zonder sterk beleid inzake openbare aanbestedingen, zon-
der constante aandacht voor de vermarkting van innovaties en zonder
FocusEurNL_van.qxd:itest1F.qxd 1/06/10 16:19 Page 5
effectieve bescherming van de intellectuele-eigendomsrechten, zal de
concurrentiestrijd met de opkomende economieën een verloren zaak zijn.
De interne markt (eindelijk)
voltooien
De voltooiing en de goede werking van de interne
markt zijn essentieel voor de Belgische onderne-
mingen die zeer exportgericht zijn. Het vrije verkeer
van goederen, diensten, kapitaal, mensen en ook
van kennis biedt gigantische voordelen. De reste-
rende obstakels moeten dan ook dringend wegge-
werkt worden. Het niet gerealiseerd economisch
potentieel bedraagt immers tussen 275 en 350
miljard euro. Bovendien moeten de beginselen van
de interne markt, meer dan voorheen, effectief
afgedwongen kunnen worden.
Gewezen Europees Commissaris Mario Monti heeft
een rapport (1) gepubliceerd over de herlancering
van de interne markt. Deze studie somt een reeks
prioritaire gebieden op waarvoor actie moet worden
ondernomen (bijvoorbeeld de noodzaak om één
digitale markt tot stand te brengen of om het De EU moet zich eerst toeleggen op haar
energie- en klimaatpakket
potentieel voor groene groei beter te exploiteren).
Onder het Belgisch Voorzitterschap zal een politiek debat over het rap-
port Monti plaatsvinden in het kader van de Raad Concurrentievermogen.
In dit vooruitzicht pleit het VBO voor een actieplan om de conclusies van
dit verslag snel in concrete maatregelen om te zetten.
Ook de implementatie van de dienstenrichtlijn zal aan bod komen. Opdat
onze bedrijven de exportkansen die deze tekst biedt optimaal zouden
kunnen benutten, moet deze correct en spoedig in alle lidstaten worden
omgezet, in het bijzonder wat de invoering van de één-loketten (points
of single contact) en de interoperabiliteit van de elektronische procedures
betreft. Het VBO vraagt een grondige evaluatie door de Commissie én
door de lidstaten van de maatregelen die op nationaal niveau werden
genomen. Zo nodig moet hierover een debat in de Raad Concurrentie-
vermogen worden gehouden.
Flexibele en efficiënte Europese
arbeidsmarkt
De autonomie van de Europese sociale partners is voor het VBO essen-
tieel. Dit zowel ten aanzien van de regels van het Verdrag – dat op soci-
aal gebied bepaalt dat ze moeten worden geraadpleegd vóór elk
wetgevend initiatief– als van het actieprogramma van de sociale partners.
Daarom is het wenselijk dat er geen wetgevend initiatief wordt genomen
op de gebieden die door deze programma's of door de gesloten akkoor-
den worden bestreken.
De strijd tegen de sociale fraude – die een bron is van oneerlijke con-
currentie en sociale dumping – vereist volgens het VBO een Europees
initiatief. Zo moet er een betere grensoverschrijdende coördinatie van de
sociale inspectiediensten (arbeidsrecht en sociale zekerheid) van de
verschillende lidstaten komen om de toepassing van de maatregelen te
controleren die de detacheringsrichtlijn oplegt.
Bovendien is het noodzakelijk dat de elektronische aangifte van de
3 | VBO - FOCUS EUROPA - JUNI 2010
grensoverschrijdende stromen van werknemers (Limosasysteem in
België) veralgemeend en uniform wordt op Europees vlak. Hierdoor zou-
den betere controles mogelijk worden en zou het risico van frauduleuze
constructies verminderen.
Voorts moet de Europese werkgelegenheidsstrategie worden voortgezet.
Zij creëert een dynamiek in het denken en in de te bereiken doeleinden
van de lidstaten. Dit moet hen aanmoedigen een werkgelegenheidsbe-
leid te voeren dat inspeelt op de uitdagingen
van zowel de mondialisering van het handels-
verkeer als van de demografische en ecologische
ontwikkelingen (activering, inclusieve arbeids-
markten, loonmatiging, verhoging van de activi-
teitsgraad van ouderen). In dit opzicht moet het
concept flexizekerheid een centraal thema van
de werkgelegenheidsrichtsnoeren blijven.
Ten slotte moet de aandacht gaan naar een bete-
re implementatie en vereenvoudiging van het
bestaand wettelijk kader inzake veiligheid en
gezondheid op het werk, zoals voorzien in de
nieuwe EU-strategie voor Veiligheid en Gezond-
heid op het Werk. Volgens het VBO zijn onder-
wijs, opleiding en vorming essentieel om de
bewustwording van de risico’s en de preventie
ervan te vergroten.
Strijd tegen klimaatverandering:
het uur van de waarheid is
aangebroken!
De strijd tegen klimaatverandering is voor het Belgisch bedrijfsleven
een topdossier. Onoordeelkundige maatregelen kunnen onherstelbare
schade aan de Europese economie toebrengen. Omgekeerd kan een ver-
standig beleid leiden tot nieuwe jobs, nieuwe producten, nieuwe pro-
Een verstandig klimaatbeleid zal
nieuwe jobs, nieuwe producten en
nieuwe markten creëren
cessen en nieuwe markten. Op Europees niveau werd in december 2008
al een energie- en klimaatpakket goedgekeurd met eenzijdige ambitieuze
reductiedoelstellingen van -20% van de uitstoot van broeikasgassen. De
Klimaatconferentie van Kopenhagen heeft het tot nu toe echter niet
mogelijk gemaakt een mondiaal ‘level playing field’ tot stand te bren-
gen, noch de voorwaarden te creëren die een verhoging van de Europese
reductiedoelstelling van -20% van de uitstoot van
broeikasgassen kunnen rechtvaardigen.
Veeleer dan te debatteren over nieuwe becijferde doel-
stellingen, zou de EU zich moeten toeleggen op de uit-
werking van een globale visie inzake energie die
tegelijk duurzaam en kostenefficiënt is en die het Eu-
ropese energie-, klimaat- en industriebeleid integreert.
De Klimaatconferentie van Kopenhagen heeft Europa
met de neus op de feiten gedrukt. De economische
FocusEurNL_van.qxd:itest1F.qxd 1/06/10 16:19 Page 6
wereldkaart is de voorbije twee decennia grondig hertekend. Op een cru-
ciaal moment van de Conferentie sloot de VS een akkoord met China,
India, Brazilië en Zuid-Afrika, met uitsluiting van de EU. Dat zou voor
de Europeanen een ernstige waarschuwing moeten zijn: de eerste ambi-
tie van landen zoals de Verenigde Staten en China is marktleider te wor-
den in de groene technologieën. Aspecten zoals emissiereducties of
financiering blijken voor deze landen minder belangrijk. Tekenend is ook
dat de Verenigde Staten en China onlangs een akkoord hebben geslo-
ten om samen standaarden te definiëren voor elektrische wagens. Een
uitgekiende Europese strategie ter zake zal bepalend zijn voor de job-
creatie in deze veelbelovende sector. Tijdens het Belgisch Voorzit-
terschap vindt in Cancun een nieuwe internationale klimaatconferentie
plaats. Een nieuw internationaal akkoord dat een ‘level playing field’
creëert is meer dan ooit nodig. Europa moet echter zijn strategie aan-
passen, mag eenzijdig alvast geen nieuwe engagementen aangaan en
moet bij die gelegenheid met één stem spreken.
SPECIFIEKE ACTIES VOOR HET BELGISCH
EU-VOORZITTERSCHAP
Octrooi van de Europese Unie en
Europese octrooirechtbank
1. Octrooi van de Europese Unie
Het octrooi van de Europese Unie is een prioritair dossier voor de
Belgische en Europese industrie, vooral voor kmo’s. Dit zou investerin-
gen in Onderzoek en Ontwikkeling stimuleren en aldus bijdragen tot de
concurrentiekracht van de industrie. Momenteel is een octrooi voor één
of meer, ja zelfs alle Europese landen, onderworpen aan nationale regels
en procedures, met alle juridische risico's en moeilijkheden van dien.
Het octrooi van de Europese Unie zou de kwaliteit verhogen van de
octrooien die in Europa worden verleend door een gecentraliseerde
onderzoeks- en verleningsprocedure die voor een billijke en onpartijdi-
ge behandeling van de octrooiaanvragen kan zorgen. Op die manier zou-
den de eenvormigheid en de kwaliteit van de octrooien gegarandeerd
worden. Overigens zou de nieuwe verordening de kosten voor de afgif-
te van een octrooi voor het hele Europese grondgebied aanzienlijk ver-
minderen. Het VBO eist dan ook een spoedige goedkeuring van het
ontwerp van octrooi van de Europese Unie.
Onderstreept moet worden dat een Europees octrooi ongeveer 11 keer
duurder is dan een Amerikaans octrooi en 13 keer duurder dan een
Japans octrooi vanwege de vertaalkosten die ongeveer 25% van de kost-
prijs van een octrooi vertegenwoordigen.
Ook vraagt het VBO dat het taalgedeelte, dat niet langer deel uitmaakt
van het voorstel voor een verordening betreffende het octrooi van de
Europese Unie, zou worden gekoppeld aan de goedkeuring ervan.
Hoewel eraan wordt gedacht om – naar het voorbeeld van wat geldt voor
het Europees octrooi – het octrooi van de Europese Unie te laten indie-
nen in één van de drie talen van het Europees Octrooibureau, dat zijn
het Engels, het Frans of het Duits, is het VBO vragende partij voor één
taal, met name het Engels.
4 | VBO - FOCUS EUROPA - JUNI 2010
Ondertussen moet de Europese Unie haar ‘energie- en klimaatpakket’
concretiseren. Talrijke deadlines vallen net vóór of tijdens het Belgisch
EU-Voorzitterschap (2). Het VBO vraagt dat hier steeds rekening wordt
gehouden met het concurrentievermogen van de Europese bedrijven.
Momenteel wordt de richtlijn betreffende de energieheffing herzien.
Volgens het VBO moet ervoor gezorgd worden dat elke nieuwe fiscale
maatregel strikt milieugerichte doelstellingen nastreeft én dat iedere
nieuwe fiscale ontvangst zoveel mogelijk wordt besteed aan het behoud
en de versterking van onze concurrentiekracht. Daarenboven moeten
installaties die onder het emissiehandelssysteem (ETS) vallen, uitge-
sloten worden van het toepassingsgebied van een energieheffing, om
iedere dubbele belasting te vermijden. Ten slotte, komt het erop aan
een systeem van vrijstellingen te behouden voor ondernemingen die vrij-
willige akkoorden sluiten.
Het octrooi van de Europese Unie zal investeringen in O&O stimuleren
2. Europese octrooirechtbank
Het is uiterst belangrijk een jurisdictionele structuur op te zetten die de
huidige lacunes in de juridische bescherming van uitvindingen weg-
werkt. Het VBO vraagt dat op korte termijn een gecentraliseerd, onaf-
hankelijk en onpartijdig gerecht wordt opgericht om rechtsvorderingen
inzake namaak te behandelen en de vragen met betrekking tot de ongel-
digheid inzake het octrooi van de Europese Unie te beslechten. De tekort-
komingen van het huidige, louter nationale systeem voor de regeling van
geschillen met betrekking tot Europese octrooien en tot de toekomstige
octrooien van de Europese Unie moeten namelijk dringend verholpen wor-
den, in het bijzonder de problematiek van de talrijke procedures, de hoge
kosten en de onzekerheid die eruit voortvloeien. Dankzij de invoering van
één gerecht zouden de Europese ondernemingen aanzienlijk kunnen
besparen en op een grotere rechtszekerheid kunnen rekenen.
Class action: het Amerikaans
model is geen optie!
De debatten rond de groepsvordering zijn aan de orde, in het bijzonder
over consumentenbescherming en kartelrecht. Dit ondanks de ontspo- >>
FocusEurNL_van.qxd:itest1F.qxd 1/06/10 16:19 Page 1

>> ringen waartoe de groepsvordering in de Verenigde Staten heeft geleid.
De class action heeft immers tal van Amerikaanse ondernemingen tot
het faillissement geleid. Met uitzondering van de advocaten komt nie-
mand als overwinnaar uit dit soort procedure, waarbij de Amerikaanse
consumenten al te vaak genoegen moeten nemen met een belachelijk
lage schadevergoeding. Wat de voorstanders van dit soort procedure ook
mogen beweren, Europa is niet beschut tegen dergelijke uitwassen: ‘suc-
cess fees’ en ‘punitive damages’ hebben immers al hun intrede gedaan
in de Europese Unie.
Voorrang moet gegeven worden aan
de effectieve toepassing van de be-
staande wetgeving, aan de informatie
van de consument en aan ADR
moet elke vordering voor ‘diffuse schade’ (4) worden verboden en dringt >
een ‘opt-in’-formule (5) zich op, om niet in aanvaring te komen met het
Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.
Schone technologie wordt één van
de belangrijkste industrieën in
de wereld: Europa mag deze trein
niet missen!
De cleantechmarkt is in volle groei; tegen 2020 wordt dit één van de
grootste industrieën in de wereld. Er is een echte groene race tussen
de wereldeconomieën ingezet. Europa blijft op dit ogenblik weliswaar
koploper met 40% van het wereldmarktaandeel van de export van groe-
ne technologie, maar andere landen, zoals Amerika en China, voeren
hun investeringen in deze sector op.

Consumentengeschillen moeten – net als In 2009 rangschikte China zich eerste wat inves-
alle andere geschillen – een passende teringen in en financiering van schone energie
oplossing krijgen. Hierbij het Ameri- betreft met 21% van de 162 miljard USD die over
kaans model nabootsen kan echter geen de hele wereld werden geïnvesteerd. In het vierde
optie zijn voor Europa. Volgens het VBO kwartaal van 2009 was China goed voor een markt-
moet voorrang gegeven worden aan de aandeel van 50% in de sector zonne-energie, tegen
effectieve toepassing van de bestaande 3% drie jaar geleden. Op het gebied van wind-
wetgeving, aan de informatie van de energie heeft China zijn windmolencapaciteit ver-
consument en aan de stimulering van dubbeld van 12.100 MW in 2008 tot 25.100 MW
alternatieve wijzen van geschillenrege- in 2009.
ling (ADR). Deze laatste hebben het
voordeel dat ze een voor alle partijen Europa kan zich absoluut niet veroorloven deze
aanvaardbare oplossing aanreiken. Een kans te missen. Om in koers te blijven, moet het
recente studie, in opdracht van het DG een industriebeleid inzake cleantech ontwikkelen
Sanco (Directoraat-Generaal Gezond- dat de maatregelen onderzoekt die nodig zijn om de
heid en Bescherming Consumenten), Europese cleantechoplossingen over de hele wereld
staat overigens zeer positief tegenover te stimuleren.
dit type van geschillenregeling (3). Daartoe formuleert het VBO vijf aanbevelingen:
• De Europese budgetten voor O&O moeten beter
Collectieve rechtsvorderingen invoeren De EU moet een industrieel beleid ontwikkelen gestructureerd worden en moeten specifiek wor-
voor schade ten gevolge van inbreuken op het gebied van cleantech. den besteed aan die domeinen waarin Europa
op het kartelrecht is eveneens uit den een leiderspositie heeft.
boze. Dit zou een radicale ommekeer van het mededingingsbeleid bete- • Europa moet een geïntegreerde risicokapitaalmarkt opzetten om de
kenen ten opzichte van de huidige rechtspraktijk in de lidstaten. Hier- toegang tot de gespecialiseerde financiering van de innovatie te
door zou de handhaving van de mededingingsregels, die thans door de bevorderen. Denkwerk over groen ondernemerschap in Europa zou
Overheid gegarandeerd wordt, doorgeschoven worden naar privé-enti- kunnen uitmonden in een plan om nieuwe initiatieven van de bedrij-
teiten (bijvoorbeeld consumentenorganisaties), zoals dat het geval is in ven te stimuleren.
de Verenigde Staten. • Europa moet een SWOT-analyse (6) maken van zijn positie inzake de
normalisatie van de cleantechs. Die resultaten zouden een inspira-
Het VBO is specifiek gekant tegen de invoering van een systeem dat toe- tiebron moeten zijn voor een actieprogramma dat samen met de
passelijk zou zijn, onafhankelijk van een inbreuk die voorafgaandelijk privésector en de Europese instanties die
is vastgesteld door een rechtbank of door een mededingingsautoriteit. betrokken zijn bij de normalisatie,
wordt afgesproken.
Mocht de Europese wetgever ondanks alles toch voor een groepsvor- • De Europese diplomatieke dienst
dering kiezen, vraagt het VBO dat een aantal voorwaarden worden na- die zal worden opgericht op initia-
geleefd. Zo moet het ‘loser pays’-principe volop spelen. De mogelijkheid tief van de Hoge Vertegenwoordiger
om ‘punitive damages’ te eisen, moet worden uitgesloten en elk ‘con- van de Unie voor het gemeenschap-
tingency fee’-systeem voor advocaten moet worden verboden. Boven- pelijk buitenlands en veiligheidsbeleid,
dien moet Europa uniforme voorwaarden vaststellen om de toegang van Catherine Ashton, zal ook aandacht moe-
consumentenorganisaties tot de rechtbank te regelen. Daarenboven ten schenken aan de aspecten van het >>

5 | VBO - FOCUS EUROPA - JUNI 2010

FocusEurNL_van.qxd:itest1F.qxd 1/06/10 16:19 Page 2

>> economisch beleid. De Europese diplomaten zouden eerste-

rangsambassadeurs kunnen worden om de Europese cleantech
te promoten en om buitenlandse investeerders te helpen om in
deze sector Europese partners te vinden.
• Europa moet een strategie ontwikkelen om te anticiperen op het
delen en de overdracht van technologieën.

Snel naar een digitaal Europa

Van de zeven kerninitiatieven van de EU 2020-Strategie is de digi-
tale Strategie voor de Europese Unie van bijzonder belang voor de
bedrijfswereld. Het is voor de economische ontwikkeling van Eu- In 2020 zullen voor 80% van de jobs ICT-vaardigheden vereist zijn

ropa immers essentieel dat het wettelijk kader in heel de Europese

Unie een snelle migratie mogelijk maakt naar een end-to-end digitalise-
ring van alle administratie met betrekking tot de supply chain.
Een recente Mededeling van de Commissie (7) stelt meerdere doel-
treffende actiemiddelen voor die de elektronische handel in Europa kun-
nen versterken. Het is ook zaak de rol van onmisbare drijfveer van de
informatie- en communicatietechnologieën (ICT) te bevorderen om de
Europese economie een duwtje in de rug te geven.
connectie van de capaciteit op het gebied van online overheidsop-
drachten (e-procurement), onder meer voor de PPP’s (8). Bovendien
moeten de investeringen in digitale oplossingen in domeinen als duur-
zame energie, vergrijzing en mobiliteit aangezwengeld worden. Een
andere immense uitdaging: tegen 2020 zullen voor 80% van de jobs ICT-
vaardigheden vereist zijn.
(1) http://ec.europa.eu/bepa/pdf/monti_report_final_10_05_2010_en.pdf.

(2) Het betreft o.m. de regels over de organisatie van de veilingen van emissierechten

Met de elektronische factuur zouden (30/06/2010), een verslag over de energie-intensieve bedrijfstakken waarvan is vast-
gesteld dat ‘carbon leakage’ een significante risicofactor vormt (30/06/2010), de

de Belgische ondernemingen meer hoeveelheid te veilen emissierechten (31/12/2010) en het toegestane aantal JI/CDM-
flexibiliteitsmechanismen (31/12/2010).

dan 3,5 miljard euro besparen (3) DG Sanco, Study on the use of Alternative Dispute Resolution in the EU, Final
Report, Civic Consulting, 16/10/2009
(http://ec.europa.eu/consumers/redress_cons/adr_study.pdf).

Vastgesteld moet worden dat de markt van de elektronische betalingen nog
veel te wensen overlaat in de praktijk. Die van de elektronische factura-
tie is nog steeds versnipperd door de nationale grenzen. De ontwikke-
ling van een interoperabel Europees kader voor elektronische facturatie
moet dan ook worden voortgezet. Het komt er ook vooral op aan te zor-
gen voor een goede omzetting van de btw-richtlijn die de gelijke behan-
(4) Het begrip ’diffuse schade’ of ‘préjudice diffus’ beoogt de gevallen waarin het bedrag
van de schade die elke consument individueel heeft opgelopen dermate gering is dat
individuele vergoeding niet gerechtvaardigd is (bv. de taximaatschappij die haar klan-
ten onterecht extra doet betalen). In dat geval komt het vonnis dat wordt geveld naar
aanleiding van een groepsvordering (procedure die onder meer in Québec toegestaan
is) niet ten goede aan de individuele consumenten die benadeeld werden (bv. veroor-
deling van de taximaatschappij tot het gedurende een bepaalde periode gratis vervoe-
ren van klanten…).

deling van elektronische en papieren facturen waarborgt.
De overstap naar het elektronisch opstellen, versturen, ontvangen, ver-
werken, betalen en archiveren van facturen zou voor de Europese onder-
nemingen een kostenbesparing kunnen betekenen van meer dan 240
miljard euro (voor België gaat het over 3,5 miljard euro).
(5) Opt-in veronderstelt een uitdrukkelijke wilsuiting van de slachtoffers (bv. door een for-
mulier in te vullen) om zich bij een groepsvordering aan te sluiten. Een slachtoffer dat
buiten een groepsvordering is gebleven die uitmondt in een ongunstige beslissing,
dreigt echter zijn rechten in het gedrang te zien komen door een procedure waarbij
het geen partij was, wat strijdig is met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de
Rechten van de Mens.
(6) SWOT: Strengths Weaknesses Opportunities Threats.

E-government is eveneens een geschikt middel om de dienstverlening (7) http://ec.europa.eu/information_society/digital-agenda/documents/digital-agenda-

communication-en.pdf.
aan zowel particulieren als bedrijven te verbeteren en daarbij de kosten
te drukken. Zo moet men bijzondere aandacht besteden aan de inter- (8) PPP’s: Public Private Partnerships.

Redactie SPECIFIEKE ACTIES VOOR HET BELGISCH (jb@vbo-feb.be) en Arnaud Thysen,

BELANGRIJKE UITDAGINGEN VOOR DE EU TIJDENS VOORZITTERSCHAP adjunct-adviseur (at@vbo-feb.be)
HET BELGISCH VOORZITTERSCHAP - Octrooi van de EU: Nathalie Ragheno, adviseur
- Arnaud Thysen, adjunct-adviseur (nr@vbo-feb.be) Algemene coördinatie
(at@vbo-feb.be) - Class action: Diane Struyven, directeur Diane Struyven en Arnaud Thysen
- Michael Voordeckers, adviseur (ds@vbo-feb.be)
- Schone technologie: Birgit Fremault, adviseur
Druk
(mv@vbo-feb.be)
The Mailshop
- Sonja Kohnenmergen, eerste adviseur (bf@vbo-feb.be)
(sk@vbo-feb.be) - Snel naar een digitaal Europa: Jean Baeten, Opmaak
- Diane Struyven, directeur (ds@vbo-feb.be) hoofd van het Fiscaal departement Landmarks

6 | VBO - FOCUS EUROPA - JUNI 2010