HC Materieel Strafrecht

You might also like

Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 19

Hoorcolleges Materieel Strafrecht

Hoorcollege 01
Wat verstaat men onder het materieel strafrecht?
Waarvoor, wie en binnen welke grenzen
Waarvoor: strafbaarstellingen
Algemene leerstukken van strafrechtelijke aansprakelijkheid:
Wanneer kan iemand strafrechtelijk aansprakelijk worden gehouden?
Het strafrech t is een uitdrukking van de interne soevereiniteit, maar
internationale invloeden steeds duidelijker zichtbaar.
Bronnen van het materieel recht
- Verdragen
- Internationale regelgeving
- Wet: commuun vs. Bijzonder strafrecht
Commuun strafrecht = wetboek van strafrecht
Bijzonder strafrecht = de rest ( inclusief lagere wetgeving)
- Rechtspraak:
- nationaal: Hoge Raad
- Internationaal: EHRM, Hof van Justitie EU.
Rangorde van de bronnen:
1. Primaat van de wet ( legaliteitsbeginsel)
2. Primaat van het Wetboek van Strafrecht ( Art. 107. Gw)
3. Praktijk van het materiele strafrecht:
- Wetten naast het wetboek van strafrecht (Opiumwet)
- Veel begrippen niet uitgelegd in het wetboek (opzet, medeplegen)
- Rechtspraak is belangrijk om deze begrippen uit te leggen.
Rechtvaardiging materile strafrecht:
Waarom straft men? Vergelding & Preventie

Hoorcollege 02

Hoorcolleges Materieel Strafrecht

Begrippen; Strafwet, Wettelijke strafbepaling, Strafbaar feit


Strafwet: Alle wetten waarin bepalingen zijn opgenomen waarin een
gedraging met straf wordt bedreigd
Wettelijke strafbepaling:
Delictsomschrijving = omschrijving van het gedrag aan de hand van
objectieve omstandigheden (kwalificatie is geen onderdeel van de
delictsomschrijving, bijv Als schuldig aan)
Sanctienorm = de in de delictsomschrijving omschreven gedraging
met een bepaalde sanctie wordt gestraft.
Wettelijke Delictsomschrijving:
Wil kunnen worden gestraft dan moet de hele delictsomschrijving
aanwezig zijn. Alle bestanddelen moeten zijn vervuld.
Strafbaar Feit:
Een feit is voor het strafrecht pas relevant wanneer daaraan een
consequentie is verbonden

Er wordt een feit begaan en dat wordt vastgesteld (bewezen)


Dat feit moet overeenstemmen met delictsomschrijving ( zijn de
bestandsdelen vervuld.
In dat geval mag ( in beginsel) worden gestraft.

Voorwaarden voor strafbaarheid:


Menselijke gedraging
Die valt binnen de grenzen van een wettelijke delictsomschrijving
Wederrechtelijk is
en aan de daders schuld te wijten
Strafbaar feit en strafbaarheid zijn niet hetzelfde: bij strafbaarheid moet
aan alle voorwaarden zijn voldaan.
Strafbaar feit = feit dat is bewezen en dat de bestanddelen van een
delictsomschrijving vervult.
Wederrechtelijkheid en verwijtbaarheid noemen we elementen.
Menselijke Gedraging: Gewilde spierbeweging
Gewilde:
Bestraffing alleen mogelijk wanneer de gedraging uit vrije wil is begaan.
Vrije wil is niet hetzelfde als opzet of schuld, maar een algemene notie dat
handelingen in vrijheid worden verricht. Men heeft een keuze.

Hoorcolleges Materieel Strafrecht


Spierbeweging:
Gedragen in de zin van doen
Gedragen in de zin van nalaten
In stand laten van verboden toestand ( art. 2 Opiumwet: aanwezig te
hebben)
Daadstrafrecht houdt in dat alleen een gedraging strafbaar kan zijn
Art. 47 lid 1 Sr. Dader
Pleger: Hij die de hele delictsomschrijving in zijn eentje vervult
Functionele dader: Hij wordt verantwoordelijk gehouden voor een
strafbaar feit dat binnen zijn bedrijf is gepleegd uit hoofde van zijn
leidinggevende functie binnen dat bedrijf. Vanwege zijn
verantwoordelijkheid (functie) wel geacht het delict te hebben begaan en
kan voor dat delict worden gestraft.
Legaliteitsbeginsel:
Verbod van terugwerkende kracht.
Gebod van toegankelijke en scherpe normen in strafbaarstellingen.
(Lex certa)
Interpretatieruimte van de strafrechter met betrekking tot algemene
leerstukken en strafbepalingen.
Arrest: Legaliteit in Straatsburg
Hoorcollege 03
Wederrechtelijkheid
Sociale normen ( fatsoen- of behoorlijkheidsnormen)
Rechtsnormen, Strafrechtelijke normen
Voorwaarden voor strafbaarheid:
Menselijke gedraging
Die valt binnen de grenzen van een wettelijke delictsomschrijving
Wederrechtelijk is
en aan de daders schuld te wijten
Wanneer voldaan aan eerste twee voorwaarden spreken van weder
wettelijkheid of formele wederrechtelijkheid
In eerste instantie worden Wederrechtelijkheid en verwijtbaarheid
verondersteld wanneer menselijke gedraging binnen de grenzen van een
wettelijke delictsomschrijving valt.

Hoorcolleges Materieel Strafrecht


Maar onder omstandigheden kan er sprake zijn van formele
wederrechtelijkheid, maar kunnen redenen bestaan de gedraging niet
strafbaar te achten. Dan ontbreekt de materiele wederrechtelijkheid.
Materiele wederrechtelijkheid is erkend in het Veearts arrest
Veearts arrest is nooit meer erkend door HR, want geeft de rechter erg
veel vrijheid.
Er is wel een alternatieve oplossing gevonden:
Ontbreken van wederrechtelijkheid door:
1. Striktere interpretatie bestanddelen van wettelijke
delictsomschrijving ( afbakening van de formele wederrechtelijkheid)
2. Aannemen van een geschreven rechtvaardigingsgrond ( invulling
van materiele wederrechtelijkheid)
Voorbeelden:
Art. 138 Sr kraken van leegstaande panden valt niet onder de
delictsomschrijving
Art. 280 Sr
Wederrechtelijk kan ook voorkomen als bestanddeel (Dreigbrief arrest)
Wanneer wederrechtelijk element is dan leidt de aanname van
rechtvaardigingsgrond tot ontslag van alle rechtsvervolging
Wanneer wederrechtelijk een bestanddeel is leidt de aanname van
rechtvaardigingsgrond tot vrijspraak.
Causaliteit
Causaliteitstheorien:
Conditio sine qua non: In de keten van gebeurtenissen is
gedraging van verdachte noodzakelijke factor geweest voor het
intreden van het ten laste gelegde gevolg.
Causa proxima: In de keten van gebeurtenissen is de gedraging
van de verdachte de laatste factor geweest voor het intreden van
het ten laste gelegde gevolg.
Voorzienbaarheids/adequatietheorie ( Etalageruit arrest):
In de keten van gebeurtenissen was voorzienbaar dat verdachtes
gedragingen tot het ten laste gelegde gevolg hebben geleid
Voorzienbaar voor wie?
Voor de verdachte ( subjectieve voorzienbaarheid)
Voor objectieve derde ( objectieve voorzienbaarheid)
Heersende leer: Leer van redelijke toerekening

Hoorcolleges Materieel Strafrecht


Ten laste gelegde gevold is redelijkerwijze toe te rekenen aan de
gedraging van de verdachte ( Letale longembolie arrest)
Rol van conditio sine qua non
Groningen HIV arrest. R.O. 2.4.1: In beginsel geldt conditio sine qua
non maar het gaat vooral om of het ingetreden gevolg redelijkerwijs aan
( gedraging van) verdachte kan worden toegerekend.
Aortaperforatie arrest Medische complicatie
Waarom vooral?
Stel onzekerheid of verdachtes handelen een noodzakelijke factor voor het
intreden gevolg was
Indien er geen conditio qua non is kan er wel causaliteit zijn met
behulp van redelijke toerekening, 2 voorbeelden zijn:
1. Breuk in keten van gebeurtenissen ( Omissiedelict) ( Shaken baby
arrest)
Heeft verdachte de kans op intreden van het gevolgd verhoogd?
Zo ja, dan kan gevolg redelijkerwijs aan de gedraging (in het bijzonder het
nalaten) van verdachte worden toegerekend ( ook zorgplicht kan bij dat
oordeel van belang zijn)
2. Andere keten van gebeurtenissen (Groninger HIV)
Kan verdachtes handelen onmisbare schakel hebben gevormd in
gebeurtenissen die tot gevolg hebben geleid?
Zo nee, geen redelijke toerekening
Zo ja, dan
Is aannemelijk dat het gevolg met een aanzienlijke mate van
waarschijnlijkheid door gedraging van verdachte is veroorzaakt?
Zo nee, geen redelijke toerekening
Zo ja, gevolg kan redelijk worden toegerekend aan gedraging van
verdachte.
Om vast te stellen of Aanzienlijke mate van waarschijnlijkheid:
hoe waarschijnlijk is het alternatieve scenario
-aard van de gedraging en ervaringsregels wettigen vermoeden dat gevolg
door de gedraging is veroorzaakt.
-in hoeverre is aannemelijk geworden dat andere gedragingen dan
verdachte/oorzaken hoogstwaarschijnlijk niet tot het gevolg hebben
geleid?
Hoorcollege 04
Schuld als bestanddeel: culpa

Hoorcolleges Materieel Strafrecht


Schuld als verzamelterm voor bestanddelen die schuld uitdrukken
(schuldvorm): Opzet en culpa
Misdrijven bevatten in Wetboek van Strafrecht altijd een schuldvorm
( schuldvorm = bestanddeel): Art. 302 lid 1 Sr. & Art. 307 lid 2 Sr.
Overtredingen bevatten veelal geen schuldvorm: Art. 453 Sr.
Schuld als verwijtbaarheid: Ook bij ontbreken van schuldvorm in de
delictsomschrijving moet worden onderzocht of verdachte een verwijt kan
worden gemaakt, dit is niet het inlezen van opzet of schuld als
bestanddeel in delictsomschrijving, maar onderzoek naar schuld in de zin
van verwijtbaarheid.
Schuld als vierde voorwaarde voor strafbaarheid zowel bij misdrijven als
overtredingen.
Melk & water arrest: Schuld in de zin van verwijtbaarheid
Overeenkomsten & Verschillen Melk & water arrest - Veearts arrest
(Blz. 35 SIL HC)
Opzet
Opzet is de meest voorkomende schuldvorm
Wat is opzet?
Willens en wetens handelen (doen en laten)
Willen: volitief aspect (doelgerichtheid)
Weten: cognitief aspect (bewustzijn)
Opzet ziet op alle bestanddelen die na het bestanddeel opzet in de
delictsomschrijving staan
Wat als er iets staat voor het woord opzet in de delictsomschrijving? Dat
noemt men Geobjectiveerde bestanddelen:
Voor opzet in de delictsomschrijving (Art. 245 Sr: onwetendheid over
leeftijd irrelevant)
Opzet + wederrechtelijk in de delictsomschrijving: Art. 282 Sr.
Moet zowel opzettelijk als wederrechtelijk zijn, dit noemt men boos opzet
Hoge raad: wanneer er staat opzettelijk en wederrechtelijk moet je
eigenlijk lezen wederrechtelijke opzet
Hoe stel je opzet vast? (HIV 1 arrest)
Gedragingen omstandigheden en verklaringen dragen bij aan het
opzetoordeel
Gradaties van opzet:

Hoorcolleges Materieel Strafrecht

Opzet als bedoeling: X beoogt A en A volgt op de handeling van X


(zuiver of vol opzet)
Voorwaardelijk opzet: X beoogt wellicht A, maar aanvaardt
bewust de aanmerkelijke kans dat het ten laste gelegde gevolg B
volgt. (Bijv. Enkhuizer doodslag arrest)

Voorwaardelijke opzet is altijd voldoende als gradatie van opzet behalve bij
oogmerk.
Porsche arrest

Drie onderdelen van voorwaardelijke opzet:

Aanmerkelijke kans op het gevolg


Bewustzijn van die aanmerkelijke kans
Aanvaarden van die aanmerkelijk kans

Aanmerkelijke kans:
Forse kans op het intreden van het gevolg
Omstandigheden van het geval:
Aarde van de gedraging
Omstandigheden waaronder de gedraging is verricht, aard van het
gevolgd is niet relevant.
HR: Het zal in alle gevallen moeten gaan om een kans die naar algemene
ervaringsregels aanmerkelijk is te achten.
Bewustzijn (weten) van die aanmerkelijke kans:
Veronderstelling van wetenschap wel concretiseren naar het ten laste
gelegde feit en de verdachte
Aanvaarden (willen) van aanmerkelijke kans:
Uit de omstandigheid dat die wetenschap bij de verdachte aanwezig is dan
wel bij hem moet worden verondersteld, kan niet zonder meer volgen dat
hij de aanmerkelijke kans op het gevolg ook bewust heeft aanvaard, omdat
in geval van die wetenschap ook sprake kan zijn van culpa. Het
aanvaarden moet dus ook worden vastgesteld
Voor het bewijzen van voorwaardelijke opzet is het van belang te kijken
naar de gedragingen van de verdachte.
Hoorcollege 05: Culpa
Verschil opzet culpa:

Hoorcolleges Materieel Strafrecht


Culpa is niet-willen
Culpa in de wet: Art. 307 lid 1 Sr. & Art. 6 wegenverkeerswet
Redelijkerwijs moet vermoeden = schuld ( Art. 139e, sub 1 & 2 Sr.)
Er is veel rechtspraak over culpa:
Blackoutarrest (blz. 757): Verkeersongevallen met letsel/dodelijke
afloop
Verpleegster, Kampvuur Castricum: Ongevallen (op het werk)
Omschrijving van culpa: Verwijtbare aanmerkelijke onvoorzichtigheid
A: Aanmerkelijke onvoorzichtigheid = anders moeten handelen
B: Verwijtbaarheid = anders kunnen handelen
Een delictsomschrijving met culpa is vaak zeer open, gedraging veelal niet
helder beschreven. Rechter moet bepalen of het ten laste gelegde gedrag
heeft plaatsgevonden en vervolgens de vraag beantwoorden of dit gedrag
verwijtbaar aanmerkelijk onvoorzichtig was.
A: Aanmerkelijke onvoorzichtigheid:
Gedrag moet eerst worden vastgesteld, dan pas aanmerkelijke
onvoorzichtigheid vaststellen.
Alleen aanmerkelijke onvoorzichtigheid is strafbaar, niet elke
onvoorzichtigheid levert culpa op
Onoplettendheid, Onnadenkendheid, ondoordachtheid,
onachtzaamheid, onzorgvuldigheid, Roekeloosheid ( Art 307. Lid 2
Sr. Art. 308 lid 2 Sr, Art. 175 Wegenverkeerswet) = is zwaarste
gradatie van culpa
Wanneer spreken we over roekeloosheid?
Hoge Raad: Buitengewoon onvoorzichtig gedrag waarmee een zeer
ernstig gevaar in het leven is geroepen, waarvan verdachte zich
bewust was, althans had moeten zijn.
Gedrag is onvoorzichtig wanneer er normen zijn geschonden.
Welke normen worden dan geschonden?
- Wetten in formele zin en niet formele zin
- Regels in protocollen, richtlijnen, circulaires, reglementen,
- Ongeschreven regels van maatschappelijke betamelijkheid
Hoeveel normen moeten er geschonden worden?
Hangt mede af van de in het geding zijnde norm en de gedragingen van
de verdachte
Garantenstellung:
Bij bepaling welke normen in een casus van belang zijn, wordt gekeken
naar de ten laste gelegde feiten en omstandigheden.

Hoorcolleges Materieel Strafrecht

Voorzienbaarheid: Kampvuur Castricum


Kunnen en moeten voorzien:
Kunnen: kon deze verdachte gelet op de concrete omstandigheden van het
geval het ingetreden gevolgd voorzien?
Moeten: behoefte deze verdachte met zijn kennis en ervaring en gelet op
algemene ervaringsregels het ingetreden gevolg voorzien?
Conclusie:
Wanneer de gedraging als aanmerkelijk onvoorzichtig wordt aangemerkt,
wordt aangenomen dat verdachte door zijn handelen n of meerdere
normen heeft geschonden.
Om te kijken of er sprake is van aanmerkelijke onvoorzichtigheid:
Wat onvoorzichtig is hangt af van ten laste gelegde en bewezenverklaarde
feiten en omstandigheden en de context waarin de handelingen
plaatsvonden. Binnen die context gelden normen, die men moet naleven.
Leeft men die normen niet na en wordt handelen aanmerkelijk
onvoorzichtig geacht, dan is het wederrechtelijk.
B: Verwijtbaarheid
Met aanname van aanmerkelijke onvoorzichtigheid wordt culpa meestal
aangenomen.
Maar, de rechter moet ook nagaan of er sprake is van verwijtbaarheid.
Verdachte had anders moeten handelen, maar kon hij wel anders
handelen?
Verschil bewuste en onbewuste schuld:
Bewuste schuld: wel realiseren dat gedrag aanmerkelijk onvoorzichtig is
en fatale gevolgen kan hebben, maar erop vertrouwen dat het wel goed
komt.
Onbewuste schuld: Niet realiseren dat gedrag aanmerkelijk
onvoorzichtig is, terwijl de dader dat wel had moeten realiseren.
Hoorcollege 06: Strafbare poging en voorbereiding
Voorwaarden voor strafbaarheid:
Menselijke gedraging
Die valt binnen de grenzen van een wettelijke delictsomschrijving
Wederrechtelijk is
en aan de daders schuld te wijten
Fase voor voltooid delict noemen we de voorfase
Voorfase kan strafbaar zijn gesteld in bijzonder delicten ( Art.141a Sr.)
Voorfase kan strafbaar zijn gesteld in het algemeen deel van het wetboek
van strafrecht (Art. 80 Sr, Art. 46 Sr, Art. 45 Sr, Art. 79 Sr.)
Gedachte is nooit strafbaar:

Hoorcolleges Materieel Strafrecht


Tenzij die gedachte in handelen wordt geopenbaard:
- in een voltooid delict
- in samenspanning tot zeer ernstig misdrijf
- in voorbereiding van ernstig misdrijf
- in poging tot misdrijf

Poging (Art.45 lid 1 Sr.)

misdrijf
voornemen
begin van uitvoering

Misdrijf:
Of er sprake is van een poging hangt in belangrijke mate af van het ten
laste gelegde misdrijf: Niet strafbaar zijn:
Poging tot overtreding
Poging tot bepaalde misdrijven (Art. 300 lid 5 Sr.)
Poging tot culpose delicten
Poging tot poging (Art. 78 Sr.)
Voornemen: Voornemen betreft het opzet:
Voornemen ziet op alle bestanddelen van de delictsomschrijving die
na het opzet staan
Voorwaardelijk opzet voldoende wanneer de opzetvariatie in de
delictsomschrijving dat toelaat.
Voornemen moet zich hebben geopenbaard in een begin van
uitvoering
Begin van uitvoering:
Subjectieve theorie: Gevaarlijke wil die uit de gedragingen blijkt.
Objectieve theorie: Objectieve gevaarlijkheid die uit de gedragingen blijkt,
kijken naar het gedrag zelf.
Eindhovense brandstichting arrest:
De naar haar aard beslissende daad ontbrak, dus nog geen aanvang
gemaakt.
Poging tot gas moord arrest
GWK arrest: Wat was er te zien en vormt dat een begin van uitvoering
van het ten laste gelegde feit
Uitzendbureau Cito arrest:
Uiterlijke verschijningsvorm is het criterium om begin van uitvoering vast
te stellen,
Vaststellen van begin van uitvoering:

Hoorcolleges Materieel Strafrecht


combinatie van waarneming en de indruk van de gepleegde handelingen
op de gemiddelde rechtsgenoot.
Voltooide/onvoltooide poging
Voltooide poging: de dader heeft het zijne gedaan, maar raakt toch niet
voltooid.
Onvoltooide poging: het delict wordt bijvoorbeeld niet voltooid doordat de
pleger tijdens de uitvoering van het feit wordt betrapt.
Voorbereiding (Art. 46 lid 1 Sr.):
Misdrijf: acht jaar of meer gevangenisstraf
Opzettelijk
Voorwerpen, stoffen, etc
Bestemd tot het begaan van dat misdrijf
Vervaardigt, invoert, etc
Bestemd tot: Samir A. Arrest
Uiterlijke verschijningsvorm van de middelen, waarbij ondenkbaar is dat
niet wordt gekeken naar het misdadig doen (opzet) en het gebruik van de
middelen (daadwerkelijke gebruik ervan ter voorbereiding van het misdrijf)
Vrijwillige terugtred (Art. 46b Sr)
Geen sprake van Voorbereiding of poging als er sprake is van vrijwillige
terugtred
Hoorcollege 07: Deelneming & Medeplichtigheid
Deelneming: Meer dan n persoon betrokken bij het begaan van een
strafbaar feit.
Deelnemers: Zij die doen plegen, medeplegen, uitlokken en zij die
medeplichtig zijn.
Daders (Art. 47 Sr.)
Medeplichtigen (Art. 48 Sr.)
Wanneer is er sprake van deelneming?
Voorafgaand aan het delict:
- Doen plegen en uitlokken
- Medeplichtigheid tot (Art. 48 onder 2. Sr.)
Ten tijde van het delict:
- Vanouds: medeplegen
- Medeplichtigheid bij (Art. 48 onder 1 Sr.)
Na afloop van het delict?
- Denkbaar in combinatie met deelneming voorafgaand en/of ten tijde
van het delict.

Hoorcolleges Materieel Strafrecht


Gemeenschappelijke kenmerken van deelneming:
- Accessoriteit: Deelnemingvormen in algemeen niet op zichzelf
strafbaar.
- Deelnemen aan een strafbaar feit ( Voltooid delict, maar ook
deelneming aan poging of aan voorbereiding
-

Dubbel opzet: opzet op de deelnemingshandeling


Opzet op het feit waaraan wordt deelgenomen = Opzet op het
grondfeit
Opzet van de deelnemer volgt het opzet in de delictsomschrijving
Opzet tussen deelnemers mag iets uiteen lopen (A wil doodslag, B
wil mishandeling): Staat niet aan strafbare deelneming in de weg,
tenzij opzet volledig uiteenloopt.

Nijmeegse Scooterzaak:
Medeplegen: Samenwerking tussen twee of meer personen bij het
vervullen van de bestanddelen van delictsomschrijving
Medeplegen volgens de Hoge Raad: Nauwe en bewuste samenwerking
Nauwe samenwerking:
Gezamenlijke uitvoering: Verschillende varianten:
1. Iedere medepleger is ook pleger
2. Verdeling van de bestanddelen
3. Rolverdeling ten tijde van het delict: Wormerveerse
brandstichting

Lijfelijke afwezigheid: Containerdiefstal

Passief Medeplegen: Niet-distantiren ten tijde van het door anderen


plegen van een delict. Beperkt belang. Blijft gaan om substantile
(intellectuele en/of materile) en bewuste bijdrage aan de
totstandkoming van het delict.
Bewijs van nauwe samenwerking:
Aard en intensiteit van de samenwerking (voorafgaand aan
en/of ten tijde van het delict en/of bij de afhandeling van het
delict).
Feit moet door n van de samenwerkers zijn begaan,
onverschillig is wie (Samenwerking staat centraal)
Met wie verdachte heeft medegepleegd, hoeft niet te worden
vastgesteld
Aanwezigheid: niet-distantiren is niet voldoende.

Bewuste samenwerking:
Dubbel opzet: Opzet op de samenwerking, Opzet op het grondfeit

Hoorcolleges Materieel Strafrecht

Opzet op het grondfeit hoeft niet bij medeplegen van culpoze


delicten
Belang van voorwaardelijk opzet (Bacchus arrest).

Medeplegen v.s. Medeplichtigheid:


HR: Medeplichtige levert geen substantile bijdrage aan het delict,
medepleger wel (Nauwe & Bewuste samenwerking).
Medeplichtigheid: Medeplichtige is geen dader, minder zware
deelnemingsvorm, alleen medeplichtig aan misdrijf.
Vormen van medeplichtigheid:
Simultane of gelijktijdige medeplichtigheid (Art. 48 onder 1 Sr.)
Consecutieve of voorafgaande medeplichtigheid (Art. 48 onder 2 Sr.)
Gaat in beide gevallen om: Bevorderen en/of vergemakkelijken van een
door een ander begaan misdrijf (Art. 49 lid 4 Sr.)
Om van medeplichtigheid te spreken moet er spraken zijn van enige
effectiviteit.
Passieve medeplichtigheid: Honden Peter Arrest.
Verdachte had in strijd met zijn rechtsplicht niet tegen het geweld van
Peter opgetreden. Dat geweld opzettelijk toegelaten, en door de aard van
dat geweld, terwijl verdachte bekend was met de toestand van het
slachtoffer. Er is dus sprake van voorwaardelijke opzet.
Arrest geef het mes: Wat als Opzet niet de precieze wijze omvat waarop
het misdrijf door dader wordt begaan? HR: Opzet op een deel daarvan is
voldoende, mits dat opzet voldoende verband houdt met gronddelict. Door
medeplichtige niet beoogde gevolgen komen toch voor diens rekening.
Hoorcollege 08: Strafuitsluitingsgronden 1

Rechtvaardigingsgronden: feit is niet strafbaar (gedraging is niet


materieel wederrechtelijk)
Noodtoestand (Art. 40 Sr.)
Noodweer (Art. 41 lid 1 Sr.)
Wettelijk voorschrift (Art. 42 Sr.)
Bevoegd gegeven ambtelijk bevel (Art. 43 lid 1 Sr.)

Schulduitsluitingsgronden: dader is niet strafbaar (het feit is niet


aan de daders schuld te wijten)
Ontoerekenbaarheid (Art. 39 Sr.)
Psychische overmacht (Art. 40 Sr.)
Noodweerexces (Art. 41 lid 2 Sr.)
Onbevoegd gegeven ambtelijk bevel (Art. 43 lid 2 Sr.)

Hoorcolleges Materieel Strafrecht


Ongeschreven strafuitsluitingsgronden:
Ontbreken van materiele wederrechtelijkheid (Veearts)
Afwezigheid Van Alle Schuld (AVAS)
Gemeenschappelijke kenmerken van strafuitsluitingsgronden:
Gelden in sommige gevallen gemeenschappelijke voorwaarden ( niet altijd
sprake van al deze voorwaarden)
Proportionaliteit en subsidiariteit
- Proportionaliteit: Stond de manier van handelen in redelijke
verhouding tot het handelen van de ander
- Subsidiariteit: Bestond voor het handelen in redelijkheid een
alternatief waarmee hetzelfde effect kan worden bereikt

Culpa in causa (eigen schuld)


Heeft verdachte zichzelf verwijtbaar in situatie gebracht waarin hij
het strafbare feit pleegde
Is dat een probleem voor het aannemen van een
strafuitsluitingsgrond, verschilt per geval.

Garantenstellung
Gedraging kan zijn gepleegd door iemand in een bepaalde
hoedanigheid
- Hoedanigheid kan zijn: Beroep of functie, Sporter
- Garantenstellung speelt in dat geval een rol bij beoordeling van
strafuitsluitingsgrond
Schema Art. 350
Ontoerekenbaarheid (Art. 39 Sr.)
Straf kan niet worden opgelegd omdat de verdachte niet vatbaar is voor
bestraffing voor begaan onrecht.
Wanneer niet-toerekenbaarheid?
1. Was er bij de verdachte ten tijde van het begaan van het strafbare
feit sprake van een gebrekkige ontwikkeling/ziekelijke stoornis?
(Vastgesteld door deskundige)
2. Zo ja, was er sprake van een causaal verband tussen de
vastgestelde stoornis en het strafbare feit dat door de verdachte is
begaan?
3. Zo ja, kan het door hem begane strafbare feit de verdachte niet
worden toegerekend?
Met name kijken naar culpa in causa: Hoe is de verdachte in de
toestand van ontoerekeningsvatbaarheid terecht gekomen.
Overmacht (Art. 40 Sr.)
Overmacht is elke kracht, elke drang, elke dwang waaraan men in redelijk
geen weerstand kan bieden.
Relatieve overmacht:

Hoorcolleges Materieel Strafrecht

Rechtvaardigende overmacht (noodtoestand)


Opticien arrest
Actuele, concrete nood die de verdachte ertoe brengt de strafwet te
overtreden: maatschappelijke verplichting, veroorlovende norm.
Is er sprake geweest van een conflict van plichten
Kan de gedraging van de verdachte bijdragen aan het oplossen van
het conflict
Keuze van de gedachte gerechtvaardigd? Proportionaliteit,
Subsidiariteit, Evt Garantenstellung.
Schulduitsluitende overmacht (psychische overmacht)
Van buiten komende druk waaraan redelijkerwijs geen weerstand
kon en behoefde te worden geboden.
Proportionaliteit
Subsidiariteit
(Evt. Culpa in causa en Garantenstellung)

Hoorcollege 09: Strafuitsluitingsgronden 2


Noodweer (Art. 41 Sr.)
Wettelijke voorwaarden:
Ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanranding:
- Ogenblikkelijke aanranding: Actie-reactie
- Onmiddellijk dreigend gevaar voor aanranding (Noodweer in
bus)
- Wederrechtelijke aanranding: verdediging tegen rechtmatige
aanranding niet straffeloos.
Tegen lijf, eerbaarheid of goed
- Ook andermans lijf, eerbaarheid of goed
- Lijf: lichaam van een menselijk persoon maar ook diens
persoonlijk integriteit
- Eerbaarheid: seksuele eerbaarheid, niet eer in de zin van
goede naam
Geboden door de noodzakelijke verdediging
- Eisen van proportionaliteit en subsidiariteit staan hier in de
wet
- Proportionaliteit: de gedraging moet in redelijke verhouding
staan tot de aanranding
- Subsidiariteit: de verdediging was de enige optie tegen de
aanranding
Buitenwettelijke voorwaarden:
Eigen schuld (culpa in causa)
- Heeft de verdediger de aanranding willens en wetens
opgezocht? Dan is er sprake van eigen schuld en geen
noodweer
Garantenstellung
- Hoedanigheid van de verdediger

Hoorcolleges Materieel Strafrecht

Noodweerexces (Art. 41 lid 2 Sr.)


De aanranding moet hebben geleid tot een hevige
gemoedsbeweging.
- Hevige gemoedsbeweging: angst, vrees of radeloosheid.
- Hevige gemoedsbeweging moet ertoe hebben geleid dat de
verdediger de grenzen van noodzakelijke verdediging
overschreed
Intensief exces: Ten tijde van de aanranding overschrijdt de
verdediger de grenzen van noodzakelijke verdediging
Extensief exces: De verdediger stopt niet nadat de aanranding is
beindigd. (Blijf van mijn auto)
Eisen van proportionaliteit en subsidiariteit gelden wel!!
Afwezig van alle schuld (AVAS):
Dwaling ten aanzien van de feiten (Melk en Waterarrest)
Dwaling ten aanzien van het recht (Motorpapierenarrest)
Variant: putatieve strafuitsluitingsgrond
Verontschuldigbare onmacht.
Maximaal te vergen zorg.
Vaststellen AVAS:
Feitelijk component: zie bovenstaande
Normatieve component:
- met name Garantenstellung en culpa in causa.
Hoorcollege 10: Rechtspersonen
Strafbaar feit kan worden begaan door een dader of door een
medeplichtige (Art. 51 Sr.)
Functionele daderschap: alsof functionaris het delict zelf heeft begaan
Ijzerdraadarrest: Wanneer sprake van functionele dader? Beschikken en
aanvaarden.
Begaan: aansprakelijkheid
Daderschap: Beperktere vraag
Begaan door rechtspersoon:
Wie is rechtspersoon?
- Art. 2:2 BW, Art. 2:3 BW, Art. 51 lid 3 Sr, Art. 2:1 BW
Welke strafbare feiten kan een rechtspersoon begaan?
- Rechtspersoon wordt meestal vervolgd voor strafbare feiten in
de economische sfeer
- Rechts kan ook dader zijn van commune delicten
(discriminatie Art. 137c)
Is de rechtspersoon dader?

Hoorcolleges Materieel Strafrecht


-

1.
2.
3.
4.

Drijfmest of Zijpe arrest


Beoordelen aan de hand van redelijke toerekening:
Afhankelijk van omstandigheden van het geval, waartoe mede
behoort de aard van de (verboden) gedraging (Zijpe arrest)
- HR: Heeft een gedraging plaatsgevonden in de sfeer van de
rechtspersoon?
- Wanneer is er sprake van in de sfeer van een rechtspersoon:
Gedragingen van iemand die ondergeschikte is of werkzaam is ten
behoeve van
rechtspersoon.
Gedraging moet passen in de normale bedrijfsvoering.
Gedraging is de rechtspersoon dienstig geweest in het door hem
uitgeoefende bedrijf.
Beschikken en aanvaarden.
Opzet of culpa bij de rechtspersoon?
- Om strafrechtelijke aansprakelijkheid van de rechtspersoon
vast te stellen, moet bij misdrijven ook opzet of culpa worden
vastgesteld.
- Toerekenen opzet/culpa natuurlijke persoon aan de
rechtspersoon
- Opzet/culpa bij de rechtspersoon zelf (bedrijfspolitiek,
bedrijfsvoering, zorgplichten)
- Combinatie is vaak de regel.
Wie vervolgen? (Art 51 lid 2 Sr.)
- Art. 51 lid 2 Sr: Keuze is aan het OM
- Rechtspersoon, Feitelijk leidinggever/opdrachtgever,
- Feitelijk leidinggever: initiatief en sleutelpositie in uitvoering
van de verboden gedraging. Causaal verband tussen
leidinggeven en verboden gedraging. Juridisch leiderschap is
niet vereist.
- Ondergrens van feitelijk leidinggeven: Slavenburg 2
Beschikken
Aanvaarden
Bekend met het begaan van strafbare feiten
Rechtstreeks verband met hem verweten gedraging.

Hoorcollege 11: Samenloop en ne bis in idem


Vervolgen voor hetzelfde feit:
Het opnieuw vervolgen van een reeds berecht feit (ne bis in idem)
Het tegelijkertijd vervolgen van n feit op grond van twee
verschillende strafbepalingen (samenloop)
Ne bis in idem (Art. 68 lid 1 Sr.)
Voorkomen van dubbele vervolging
Uitdrukking geven aan het vertrouwen in een rechterlijke uitspraak
Hetzelfde feit:

Hoorcolleges Materieel Strafrecht

Fysieke benadering: wanneer men met het lichamelijk oog een


eenheid ziet.
Normatieve benadering: is de strekking, het karakter of het te
beschermen rechtsgoed van de verschillende strafbepalingen
hetzelfde.
Combinatie van fysieke en normatieve benadering.

Hof van justitie EU (Van Straaten): Fysieke benadering


EHRM (Zolotukhin/Rusland): identical facts of substantially the same
Hoge Raad:
Juridische aard van de feiten
Gedraging van de verdachte, mate van verschil tussen gedragingen.
Samenloop: Een gebeurtenis kan meerdere delictsomschrijvingen
vervullen.

Eendaadse samenloop (Art. 55 Sr.)


- Strekking van de feiten staat voorop (Oude kijk in t Jatsstraat)
- Centraal staat of de feiten geheel los van elkaar worden
gedacht en elk op zichzelf een zelfstandige overtreding ver
verschillend karakter opleveren.
- Zelden sprake van eendaadse samenloop. Strekking vaak
verschillend.
- Strafmaximum is hier het laagste
Voortgezette handeling (Art. 56 Sr.)
- Wanneer is er sprake van een zodanig verband:
- Gedragingen van gelijke aard en n ongeoorloofd wilsbesluit
Meerdaadse samenloop (Art. 57-63 Sr.)
- Strafmaximum kan een derde boven het hoogste maximum
zijn
- In geval van meerdaadse samenloop wordt voor alle
bewezenverklaarde misdrijven n straf opgelegd.

Hoorcolleges Materieel Strafrecht

You might also like