Professional Documents
Culture Documents
HC Materieel Strafrecht
HC Materieel Strafrecht
HC Materieel Strafrecht
Hoorcollege 01
Wat verstaat men onder het materieel strafrecht?
Waarvoor, wie en binnen welke grenzen
Waarvoor: strafbaarstellingen
Algemene leerstukken van strafrechtelijke aansprakelijkheid:
Wanneer kan iemand strafrechtelijk aansprakelijk worden gehouden?
Het strafrech t is een uitdrukking van de interne soevereiniteit, maar
internationale invloeden steeds duidelijker zichtbaar.
Bronnen van het materieel recht
- Verdragen
- Internationale regelgeving
- Wet: commuun vs. Bijzonder strafrecht
Commuun strafrecht = wetboek van strafrecht
Bijzonder strafrecht = de rest ( inclusief lagere wetgeving)
- Rechtspraak:
- nationaal: Hoge Raad
- Internationaal: EHRM, Hof van Justitie EU.
Rangorde van de bronnen:
1. Primaat van de wet ( legaliteitsbeginsel)
2. Primaat van het Wetboek van Strafrecht ( Art. 107. Gw)
3. Praktijk van het materiele strafrecht:
- Wetten naast het wetboek van strafrecht (Opiumwet)
- Veel begrippen niet uitgelegd in het wetboek (opzet, medeplegen)
- Rechtspraak is belangrijk om deze begrippen uit te leggen.
Rechtvaardiging materile strafrecht:
Waarom straft men? Vergelding & Preventie
Hoorcollege 02
Voorwaardelijke opzet is altijd voldoende als gradatie van opzet behalve bij
oogmerk.
Porsche arrest
Aanmerkelijke kans:
Forse kans op het intreden van het gevolg
Omstandigheden van het geval:
Aarde van de gedraging
Omstandigheden waaronder de gedraging is verricht, aard van het
gevolgd is niet relevant.
HR: Het zal in alle gevallen moeten gaan om een kans die naar algemene
ervaringsregels aanmerkelijk is te achten.
Bewustzijn (weten) van die aanmerkelijke kans:
Veronderstelling van wetenschap wel concretiseren naar het ten laste
gelegde feit en de verdachte
Aanvaarden (willen) van aanmerkelijke kans:
Uit de omstandigheid dat die wetenschap bij de verdachte aanwezig is dan
wel bij hem moet worden verondersteld, kan niet zonder meer volgen dat
hij de aanmerkelijke kans op het gevolg ook bewust heeft aanvaard, omdat
in geval van die wetenschap ook sprake kan zijn van culpa. Het
aanvaarden moet dus ook worden vastgesteld
Voor het bewijzen van voorwaardelijke opzet is het van belang te kijken
naar de gedragingen van de verdachte.
Hoorcollege 05: Culpa
Verschil opzet culpa:
misdrijf
voornemen
begin van uitvoering
Misdrijf:
Of er sprake is van een poging hangt in belangrijke mate af van het ten
laste gelegde misdrijf: Niet strafbaar zijn:
Poging tot overtreding
Poging tot bepaalde misdrijven (Art. 300 lid 5 Sr.)
Poging tot culpose delicten
Poging tot poging (Art. 78 Sr.)
Voornemen: Voornemen betreft het opzet:
Voornemen ziet op alle bestanddelen van de delictsomschrijving die
na het opzet staan
Voorwaardelijk opzet voldoende wanneer de opzetvariatie in de
delictsomschrijving dat toelaat.
Voornemen moet zich hebben geopenbaard in een begin van
uitvoering
Begin van uitvoering:
Subjectieve theorie: Gevaarlijke wil die uit de gedragingen blijkt.
Objectieve theorie: Objectieve gevaarlijkheid die uit de gedragingen blijkt,
kijken naar het gedrag zelf.
Eindhovense brandstichting arrest:
De naar haar aard beslissende daad ontbrak, dus nog geen aanvang
gemaakt.
Poging tot gas moord arrest
GWK arrest: Wat was er te zien en vormt dat een begin van uitvoering
van het ten laste gelegde feit
Uitzendbureau Cito arrest:
Uiterlijke verschijningsvorm is het criterium om begin van uitvoering vast
te stellen,
Vaststellen van begin van uitvoering:
Nijmeegse Scooterzaak:
Medeplegen: Samenwerking tussen twee of meer personen bij het
vervullen van de bestanddelen van delictsomschrijving
Medeplegen volgens de Hoge Raad: Nauwe en bewuste samenwerking
Nauwe samenwerking:
Gezamenlijke uitvoering: Verschillende varianten:
1. Iedere medepleger is ook pleger
2. Verdeling van de bestanddelen
3. Rolverdeling ten tijde van het delict: Wormerveerse
brandstichting
Bewuste samenwerking:
Dubbel opzet: Opzet op de samenwerking, Opzet op het grondfeit
Garantenstellung
Gedraging kan zijn gepleegd door iemand in een bepaalde
hoedanigheid
- Hoedanigheid kan zijn: Beroep of functie, Sporter
- Garantenstellung speelt in dat geval een rol bij beoordeling van
strafuitsluitingsgrond
Schema Art. 350
Ontoerekenbaarheid (Art. 39 Sr.)
Straf kan niet worden opgelegd omdat de verdachte niet vatbaar is voor
bestraffing voor begaan onrecht.
Wanneer niet-toerekenbaarheid?
1. Was er bij de verdachte ten tijde van het begaan van het strafbare
feit sprake van een gebrekkige ontwikkeling/ziekelijke stoornis?
(Vastgesteld door deskundige)
2. Zo ja, was er sprake van een causaal verband tussen de
vastgestelde stoornis en het strafbare feit dat door de verdachte is
begaan?
3. Zo ja, kan het door hem begane strafbare feit de verdachte niet
worden toegerekend?
Met name kijken naar culpa in causa: Hoe is de verdachte in de
toestand van ontoerekeningsvatbaarheid terecht gekomen.
Overmacht (Art. 40 Sr.)
Overmacht is elke kracht, elke drang, elke dwang waaraan men in redelijk
geen weerstand kan bieden.
Relatieve overmacht:
1.
2.
3.
4.