Professional Documents
Culture Documents
1.van Abeelen Een Collectieve
1.van Abeelen Een Collectieve
1.
Inleiding
7
1
2
3
NTBR 2015/3
T2_NTBR_1501_bw_V05.indd 19
10
19
1/7/2015 3:13:14 PM
EEN COLLEC TIEVE SCHADEVERGOEDINGSAC TIE IN NEDERL AND; MET VOLDOENDE WA ARBORGEN OMKLEED?
2.
Hoewel de invoering van een collectieve schadevergoedingsactie het hoofdonderwerp van de voorgenomen wetswijziging is, blijft het doel van de voorgestelde wijzigingen
primair het bereiken van een collectieve vaststellingsovereenkomst. Het idee is dat partijen in eerste instantie zullen
moeten trachten om een collectieve vaststellingsovereenkomst te bereiken en er pas wanneer die mogelijkheid kan
worden uitgesloten een beroep kan worden gedaan op een
beslissing van de rechter. Slechts in het uiterste geval stelt
11
12
13
14
20
T2_NTBR_1501_bw_V05.indd 20
Artikelen
die rechter een regeling voor een collectieve schadeafwikkeling vast op basis van voorstellen daartoe van partijen,
uiteraard mits hij van oordeel is dat de aangesproken partij
aansprakelijk is en dat er een grond bestaat voor toekenning
van de schadevergoeding. Uiteindelijk zal de massaschade
dan wel door middel van een collectieve vaststellingsovereenkomst (wat de voorkeur heeft) dan wel door middel van
een door de rechter vastgestelde regeling van collectieve
schadeafwikkeling worden afgewikkeld.
De voorgestelde procedure bestaat daartoe uit vier stappen. Allereerst spreekt de rechter zich uit over de ontvankelijkheid van de organisatie die de rechtsvordering inleidt
(artikel 1018e lid 4 Rv). Tijdens de tweede stap spreekt hij
zich uit over de vraag of de wederpartij onrechtmatig heeft
gehandeld (artikel 1018e lid 5 Rv) en indien dat het geval is
mogelijk tevens over andere rechtsvragen en feitelijke vragen, indien het antwoord daarop kan bijdragen aan de totstandkoming van een collectieve schikking (artikel 1018e
lid 6 Rv). Vervolgens dienen partijen zich in te zetten om in
overleg tot een collectieve schikking te komen. Indien dat
lukt, eindigt de procedure. Lukt het partijen niet, dan volgt
de derde stap in de procedure. De rechter beveelt op verzoek van (n van de) partijen een verschijning van partijen
ter terechtzitting (artikel 1018f lid 2 Rv). Hoofddoel van die
comparitie is om onder regie van de rechter een collectieve
vaststellingsovereenkomst tot stand te brengen (artikel
1018f lid 3 sub a Rv). Lukt dat ook tijdens de regiezitting
niet, dan wordt met partijen besproken hoe zij een collectieve schikking zullen trachten te bereiken. De rechter kan
daarbij tevens een beslissing geven over geschillen die aan
het bereiken van die schikking in de weg staan (artikel 1018f
lid 5 Rv). Zijn partijen hierna, ondanks dat zij zich daarvoor
wel voldoende hebben ingezet, nog niet tot overeenstemming gekomen, dan volgt de vierde stap (artikel 1018g lid
2 Rv). De rechter beveelt een voorstel voor een collectieve
schikking (artikel 1018g lid 1 Rv) en verwijst partijen zo nodig naar een mediator teneinde overeenstemming te bereiken (artikel 1018g lid 3 Rv). Indien de rechter oordeelt dat dit
alles niet zinvol is of partijen er ondanks hulp van de mediator niet in slagen om een collectieve schikking te bereiken,
dan stelt de rechter zelf een regeling voor collectieve schadeafwikkeling vast (artikel 1018g lid 4 en 5 Rv).
De hierboven in een notendop weergegeven nieuwe regeling geldt voor alle soorten schade en heeft derhalve een
horizontaal karakter. De voorgestelde procedure maakt
bovendien geen onderscheid in de oorzaak van de schade:
de te volgen procedure is in alle gevallen hetzelfde. Dat is
bijzonder aangezien de soort schade wel degelijk van invloed kan zijn op de mate waarin die schade collectief afgewikkeld kan worden. Zo is voorstelbaar dat massaschade
geleden door beleggers als gevolg van misleiding op de
beurs, gemakkelijker in schadecategorien valt in te delen
dan massaschade in de vorm van letselschade waarbij zowel
materile als immaterile schade wordt geleden en per persoon wezenlijk kunnen verschillen. Bij effectenrechtelijke
massaschade gaat het immers veelal om zuivere vermo-
NTBR 2015/3
1/7/2015 3:13:14 PM
Artikelen
EEN COLLEC TIEVE SCHADEVERGOEDINGSAC TIE IN NEDERL AND; MET VOLDOENDE WA ARBORGEN OMKLEED?
3.
Belangenbehartiging in de collectieve
(schadevergoedings)actie
16
17
18
NTBR 2015/3
T2_NTBR_1501_bw_V05.indd 21
instellen van een specifieke groepsactie. In 201319 werd bovendien een representativiteitstoets aan artikel 3:305a BW
toegevoegd waarmee aansluiting is gezocht bij de eisen die
de WCAM stelt aan een belangenbehartiger. Hoewel niet
exact hetzelfde omschreven, komen die vereisten sinds de
al eerdergenoemde wijziging van artikel 3:305a BW20 in
grote lijnen overeen. De WCAM kent het vereiste van representativiteit zoals omschreven in artikel 7:907 lid 3 sub f
BW. Ook hier geeft de wetgever geen vastomlijnd kader aan
de hand waarvan het Hof kan bepalen in hoeverre de bij het
WCAM-traject betrokken organisaties voldoende representatief zijn om op te kunnen treden ten behoeve van de belangen van de gedupeerde beleggers. Uit een aantal reeds
gewezen WCAM-beschikkingen blijkt dat het aantal verkregen steunverklaringen van belangenorganisaties en institutionele beleggers, alsmede het al dan niet voldoen aan
de Claimcode, belangrijke indicatoren kunnen zijn bij de beoordeling van de representativiteit van de contracterende
organisaties.21 Deze indicatoren worden ook genoemd in
de memorie van toelichting bij de wijziging van de WCAM,
waarin ook artikel 3:305a lid 2 BW werd aangevuld met een
representativiteitstoets.22 Artikel 3:305a BW stelt daarnaast
nog een (klein) aantal ontvankelijkheidseisen aan zon organisatie, waaronder het vereiste van gelijksoortigheid (de
individuele belangen dienen gelijksoortig en bundelbaar te
zijn).
In het momenteel ter consultatie voorgelegde wetsvoorstel wordt wederom veel aandacht besteed aan de belangenbehartiging en de eisen die daaraan worden gesteld. De
nadruk ligt daarbij op het tegengaan van de zogenaamde
claimcultuur, waarvoor gevreesd wordt nu de mogelijkheid
om in een collectieve actie schadevergoeding in geld te vorderen wordt ingevoerd. Die vrees lijkt overigens niet onterecht wanneer we kijken naar de Amerikaanse rechtspraktijk. Eerder in deze bijdrage werd al een verwijzing gemaakt
naar de zogenaamde blackmail settlements die het gevolg
kunnen zijn en in Amerika ook daadwerkelijk het gevolg
zijn van een al te voorbehoudloze toegang tot de rechter.
Dat collectieve acties ook tot uitwassen kunnen leiden laat
de Amerikaanse rechtspraktijk zien.23 In Amerika wordt
reeds gesproken over the criminalisation of American Business24 en the lawyer bubble.25 Amerikaanse kantoren zien
19
20
21
22
23
24
25
21
1/7/2015 3:13:14 PM
EEN COLLEC TIEVE SCHADEVERGOEDINGSAC TIE IN NEDERL AND; MET VOLDOENDE WA ARBORGEN OMKLEED?
22
T2_NTBR_1501_bw_V05.indd 22
Artikelen
deze personen op dezelfde wijze beantwoord dient te worden. De voorgestelde procedure houdt er immers rekening
mee dat bepaalde bij massaschade spelende vragen slechts
individueel kunnen worden beantwoord. Het huidige artikel 3:305a lid 2 BW schrijft daarnaast voor dat een termijn
van twee weken in acht moet worden genomen voor overleg
en dat de belangen van de personen ten behoeve van wie de
rechtsvordering is ingesteld voldoende zijn gewaarborgd.
Deze eis komt overeen met de representativiteitseis zoals
opgenomen in artikel 7:907 lid 3 onder f BW. De wetgever
benadrukt ook nu weer dat een vastomlijnde invulling niet
aan het begrip representativiteit kan worden gegeven, maar
dat verschillende gegevens erop kunnen wijzen dat een organisatie representatief is. Naast deze bestaande vereisten,
wordt voorgesteld om aan de belangenbehartiger in een
collectieve schadevergoedingsactie een aantal aanvullende
ontvankelijkheidseisen te stellen.
3.2.
Aanvullende ontvankelijkheidseisen
Voor de collectieve schadevergoedingsactie wordt voorgesteld om een nieuw lid 5 aan artikel 3:305a BW toe te voegen met daarin een vijftal aanvullende vereisten waaraan
de belangenorganisatie dient te voldoen. Twee van deze
vereisten (onder d en e) beogen te waarborgen dat de collectieve schadevergoedingsactie slechts als ultimum remedium wordt ingezet, niet voordat alle mogelijkheden om er
onderling (en vervolgens via de WCAM) uit te komen. Zo
vereist het voorgestelde lid 5 onder d dat er geen andere effectieve en efficinte mogelijkheden zijn waarmee bereikt
kan worden dat deze personen hun schade vergoed krijgen
en onder e dat de rechtspersoon (die opkomt voor de belangen van de gedupeerden) daadwerkelijk heeft getracht het
gevorderde door het voeren van overleg met degene tegen
wie de rechtsvordering zich richt te bereiken, waarbij de in
lid 2 bedoelde termijn van twee weken niet voldoende is. De
mogelijkheid om gezamenlijk tot een collectieve schikking
te komen en deze eventueel algemeen verbindend te laten
verklaren door het Hof Amsterdam moet derhalve echt uitgesloten zijn. Deze toevoeging moet voorkomen dat de collectieve schadevergoedingsactie gaat prevaleren boven de
WCAM, terwijl het uitgangspunt van het wetsvoorstel juist
is dat het bereiken van een collectieve vaststellingsovereenkomst wordt bevorderd. De voorgestelde nieuwe vereisten
geven de rechter de mogelijkheid om te voorkomen dat
een collectieve schadevergoedingsactie al te lichtvaardig
wordt ingesteld. Het signaal wat van deze voorgestelde bepaling uitgaat is duidelijk en de voorgestelde regeling lijkt
daarmee een effectief middel om een claimcultuur tegen
te gaan. De overige drie vereisten (onder a, b en c) van het
voorgestelde lid 5 zijn echter van andere aard. Deze vereisten stellen aanvullende eisen aan de belangenbehartiging in
een collectieve schadevergoedingsactie en worden hieronder artikelsgewijs besproken.
3.2.1.
Artikel 3:305a lid 5 onderdeel a BW
Onderdeel a van het nieuw voorgestelde lid 5 van artikel
3:305a BW verlangt dat de rechtspersoon die een collectieve actie instelt die strekt tot schadevergoeding in geld,
NTBR 2015/3
1/7/2015 3:13:15 PM
Artikelen
EEN COLLEC TIEVE SCHADEVERGOEDINGSAC TIE IN NEDERL AND; MET VOLDOENDE WA ARBORGEN OMKLEED?
28
27
Kamerstukken II 2011/12, 33126, nr. 3, p. 5 (MvT); De memorie van toelichting geeft een aantal factoren op basis waarvan de rechter een afweging
dient te maken. Deze factoren zijn onder meer: (i) de overige werkzaamheden die de organisatie heeft verricht om zich in te zetten voor de belangen van benadeelden; (ii) in hoeverre de organisatie in het verleden in
staat is geweest om de eigen doelstellingen te kunnen verwezenlijken; (iii)
het aantal gedupeerden dat zich aangesloten heeft of lid geworden is; (iv)
de naleving van de Claimcode door de belangenorganisatie; (v) de mate
waarin de organisatie heeft gefungeerd als spreekbuis in de media, e.d.
NTBR 2015/3
T2_NTBR_1501_bw_V05.indd 23
29
30
Consultatieversie memorie van toelichting bij de wijziging van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering teneinde de
afwikkeling van massaschade in een collectieve actie mogelijk te maken,
p. 20.
Deze vergelijking maakt de wetgever immers zelf in Kamerstukken II
2011/12, 33126, nr. 3, p. 12.
Ik neem aan dat hier gedoeld wordt op de betrokken benadeelden/claimanten in de collectieve actie. Het voorgestelde lid 5 sub c spreekt over
deze personen. Onduidelijk is echter waar het woord deze in deze zin naar
verwijst.
23
1/7/2015 3:13:15 PM
EEN COLLEC TIEVE SCHADEVERGOEDINGSAC TIE IN NEDERL AND; MET VOLDOENDE WA ARBORGEN OMKLEED?
24
T2_NTBR_1501_bw_V05.indd 24
Artikelen
32
Zie daarover Robert H. Klonoff, Class Actions and Other Multi-Party Litigation, Thomson/West 2007, Chapter 4. Informatie in deze paragraaf is mede
hierop gebaseerd.
Het Supreme Court besliste in Amchem Prods., Inc. V. Windsor, 521 U.S.
591 (1997) dat het vereiste van Rule 23 (e) FRCP niet meebrengt dat de vereisten van Rule 23 (a) en (b) FRCP overbodig worden. In Ortiz v. Fibreboard
Corp., 527 U.S. 815 (1999) heeft het Supreme Court dit nog eens bevestigd
in een limited fund settlement class.
NTBR 2015/3
1/7/2015 3:13:15 PM
Artikelen
EEN COLLEC TIEVE SCHADEVERGOEDINGSAC TIE IN NEDERL AND; MET VOLDOENDE WA ARBORGEN OMKLEED?
36
33
34
35
Zie in dit verband ook D.F. Lunsingh Scheurleer en F.E. Vermeulen, Collectieve acties en prejudicile vragen in het financile recht: revisie en integratie, in: D. Busch, C.J.M. Klaassen en T.M.C. Arons, Aansprakelijkheid in
de financile sector, Deventer: Kluwer 2013, p. 297-321. Zij pleiten voor invoering van de op de Amerikaanse class action gebaseerde vereisten maar
geven daarbij ook de voorkeur aan preliminaire toetsing.
Consultatiedocument, p. 28.
www.rechtspraak.nl/Organisatie/Raad-Voor-De-Rechtspraak/Wetgevingsadvisering/Documents/Toetsingskader-wettelijke-concentratie.pdf.
NTBR 2015/3
T2_NTBR_1501_bw_V05.indd 25
37
38
39
25
1/7/2015 3:13:15 PM
EEN COLLEC TIEVE SCHADEVERGOEDINGSAC TIE IN NEDERL AND; MET VOLDOENDE WA ARBORGEN OMKLEED?
40
41
42
43
44
45
26
T2_NTBR_1501_bw_V05.indd 26
Artikelen
4.
Scope Rule
47
48
Zie hierover I.N. Tzankova, Funding of Mass Disputes: Lessons form the
Netherlands, George Mason Journal of Law, Economics & Policy, vol. 8, 2012,
nr.3, p. 559-560 en B.J. de Jong, Een Claimcode voor stichtingen die een
collectieve actie initiren?, Ondernemingsrecht 2010/46.
Zie hierover onder meer mijn bijdrage geschreven in samenwerking met
W.C.T. Weterings, Nederland als toegangspoort voor collectieve acties van
internationale investeerders en dekking van deze financile massaschadeclaims onder de Directors&Officers-verzekering, TvOB 2013-1.
(Pb. 2013, L 201, p. 60.)
NTBR 2015/3
1/7/2015 3:13:15 PM
Artikelen
EEN COLLEC TIEVE SCHADEVERGOEDINGSAC TIE IN NEDERL AND; MET VOLDOENDE WA ARBORGEN OMKLEED?
5.
Conclusie
49
NTBR 2015/3
T2_NTBR_1501_bw_V05.indd 27
50
Zie het advies aan de Minister van Veiligheid en Justitie van 23 oktober
2014.
27
1/7/2015 3:13:15 PM