Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 42

4.

6 TRAININGSDAGEN
COMMUNICATIE

ZELFREFLECTIE VERSLAG
Naam: Kim de Boer

HANZEHOGESCHOOL GRONINGEN, INSTITUUT OF ENGINEERING,


HUMAN TECHNOLOGY |
Studentennummer: 334229
Docent: Gerda Jonker
Datum: 19 juni 2015

ZELFREFLECTIE VERSLAG

Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1 - Inleiding........................................................................................... 3
Hoofdstuk 2 - Functioneren op subgroepniveau.....................................................4
Wat ging goed?.................................................................................................... 5
Wat kon beter?.................................................................................................... 5
Hoe kan het beter?.............................................................................................. 5
Hoofdstuk 3 - Functioneren in de trainingsgroep....................................................6
Trainingsdag 1..................................................................................................... 6
Trainingsdag 2..................................................................................................... 6
Trainingsdag 3..................................................................................................... 7
Trainingsdag 4..................................................................................................... 7
Trainingsdag 5..................................................................................................... 7
Wat ging er goed?............................................................................................... 8
Wat kon er beter?................................................................................................ 8
Hoe kan het beter?.............................................................................................. 8
Hoofdstuk 4 - Functioneren als trainer...................................................................9
Fotos van de feedback die de trainingsdag mij gegeven heeft:.......................10
Wat ging goed?.................................................................................................. 11
Wat kon er beter?.............................................................................................. 11
Hoe kan het beter?............................................................................................ 11
Hoofdstuk 5 Wat heb ik geleerd tijdens de trainingsdagen op het gebied van
communicatie....................................................................................................... 12
Trainingsdag 1................................................................................................... 12
Trainingsdag 2................................................................................................... 12
Trainingsdag 4................................................................................................... 13
Trainingsdag 5................................................................................................... 13
Hoofdstuk 6 Reflecteren van de verkregen feedback van de metatrainer
(docent)................................................................................................................ 15
Sterkten................................................................................................................ 15
Zwakten............................................................................................................... 15
Hoofdstuk 7 SMART Actiepunten.......................................................................16
Interviewen:....................................................................................................... 16
Presenteren....................................................................................................... 16
Bijlagen................................................................................................................ 17

ZELFREFLECTIE VERSLAG
Bijlage 1: Logboek................................................................................................ 17
Eerste trainingsdag........................................................................................... 17
Tweede trainingsdag.......................................................................................... 19
Derde trainingsdag............................................................................................ 22
Vierde trainingsdag........................................................................................... 23
Vijfde trainingsdag (zelf gegeven).....................................................................25
Bijlage 2: Samenvattingen van de behandelde onderwerpen waarvan in de
kennistoets niet gehaald heb............................................................................... 27
Bijlage 3: Samenvatting van de reader trainingsdag 1......................................27
Bijlage 4: samenvatting van de reader trainingsdag 2.........................................30
Bijlage 5: Zelfbeoordelingsformulier draaiboek....................................................35
Bijlage 6: Zelfbeoordelingsformulier reflectieverslag...........................................37

ZELFREFLECTIE VERSLAG

Hoofdstuk 1 - Inleiding
Naar aanleiding van onderdeel 4.6 Trainingsdagen communicatie wordt
er een zelfreflectieverslag gemaakt over wat er geleerd is tijdens de 5
trainingsdagen.
Het is van groot belang dat je goed mondeling kan communiceren. Vaak werk je
in een projectverband en moet je jouw positie als deskundig HTer weten te
bewaren. Zo moet je bijvoorbeeld groepsprocessen kunnen begrijpen en hierop
weten in te spelen. De te behandelen onderwerpen zoals samenwerken,
besluitvorming, onderhandelen en conflicthantering sluiten hierbij nauw aan. Het
inwinnen van informatie staat zeer centraal in je beroep, vandaar dat er aandacht
besteedt wordt aan luistervaardigheden en interviewen. Een belangrijke
basisvaardigheid welke je dient te beheersen is het geven en ontvangen van
feedback. In de periode tussen alle trainingsdagen wordt een logboek
bijgehouden waarin je onder andere alle door jou ontvangen en gegeven
feedback noteert. Ook kun je hierin aantekeningen met betrekking tot je eigen
functioneren maken. Deze aantekeningen gebruik je bij het schrijven van het
zelfreflectieverslag. Vandaar ook dat dit verslag gemaakt moet worden.
In het zelfreflectieverslag ga je in op je eigen functioneren. Zo beschrijf je wat je
inhoudelijk geleerd hebt, wat je doelen waren, het functioneren in de subgroep
(trainers), het functioneren in de trainingsgroep (deelnemer), het functioneren als
trainer, inhoudelijke leerervaring trainingsdagen, feedback van de metatrainer
(docent), en als laatste is het belangrijk dat actiepunten SMART worden
geformuleerd.
Smart staat voor:
S Specifiek
M Meetbaar
A Actie
R Resultaat
T Tijd.
Het reflectieverslag en het logboek neem je ook mee naar het gesprek met je
SLBer omdat het input geeft voor het POP (Persoonlijke ontwikkelingsplan) voor
jaar 2 dat je met je SLBer bespreekt.
Het verslag is ontstaan door bij elke trainingsdag aanwezig te zijn, en hierbij
dingen te noteren die je opvallen en reflecteren op je eigen functioneren. Hierbij
moet ook de feedback genoteerd zijn die je gegeven hebt, maar ook de feedback
die je gekregen hebt.

ZELFREFLECTIE VERSLAG

Hoofdstuk 2 - Functioneren op
subgroepniveau
In dit hoofdstuk wordt besproken hoe het functioneren is gegaan op
subgroep niveau. Het gaat hierin specifiek om de periode waarin
gewerkt is aan het draaiboek met de medetrainer(s). Deze trainingsdag
(nummer 5) zou ik geven met Gerben en Goossen. Na een aantal weken
werd al snel duidelijk dat Gerben bijna nooit op school was en dus niet
deel zou nemen aan de trainingsdag.
Het werken aan het draaiboek ging in het begin erg stroef. Op de momenten dat
we in voorbeelden mochten kijken van andere draaiboeken, heb ik dit helemaal
alleen gedaan, omdat ik toen nog geen nummers had van diegene met wie ik
deze dag zou geven. Tijdens deze momenten heb ik mijn kans gepakt, om ideen
op te doen om een begin te kunnen maken over hoe het draaiboek er uit moest
gaan zien. Aangezien we kort daarna al de eerste bespreking hadden over met de
docent, moest er wel iets zijn waarmee we konden laten zien dat er al een idee
was hoe de dag er uit zou komen te zien. Tijdens de eerste bespreking ging het
niet erg goed. Gerben was ziek naar huis gegaan, en Goossen had niks gedaan
voor het draaiboek. Ik had ideen opgedaan, en op mijn laptop opgeslagen. De
laptop was helaas leeg, en de oplader was ik vergeten. Hierdoor konden we niks
bespreken. Intussen tijd naarmate de tweede bespreking naderde, heb ik alleen
samen met Goossen aan het draaiboek gewerkt. Tijdens deze bespreking was al
een draaiboek gemaakt, alleen was er nog niet specifiek duidelijk wat er verteld
zou worden over de theorie over de onderwerpen. Alleen de opzet van het
draaiboek was klaar. Het was wel duidelijk dat ieder voor zijn eigen deel
verantwoordelijk was. Goossen zou het onderdeel conflicthantering behandelen,
en ik het onderdeel onderhandelen. Hiervoor heeft ieder ook zijn eigen deel
gemaakt van het draaiboek. Aangezien het alleen niet goed was wat we hadden,
wou ik het anders doen. Op 28 mei zou de laatste bespreking zijn en zou er een
GO of NO GO gegeven worden, en moest er een korte pitch gehouden worden
over wat precies de bedoeling was en wat de doelen waren. Bij deze bespreking
werd het al snel duidelijk dat Goossen zijn deel niet helemaal compleet was, en
dat was ook erg duidelijk te merken aan de docent. Aan het einde werd
voorgesteld door de docent om andere draaiboeken door te kijken over hetzelfde
onderwerp zodat we een duidelijk beeld kregen, en ook nog meer ideen op
konden doen. Op basis hiervan heb ik een nieuw draaiboek in elkaar gezet.
Na de tweede bespreking heb ik overnieuw het draaiboek in elkaar gezet met alle
delen die ik al klaar had, en het andere deel moest er nog in geplaatst worden
omdat deze theorie nog niet klaar was.

ZELFREFLECTIE VERSLAG
Ik heb mijn deel besproken over de theorien die ik wou bespreking met
betrekking tot onderhandelen, en de spellen die ik hierbij wou geven. De docent
was hier heel tevreden over, en maakte duidelijk dat er vertrouwen was in mijn
deel. Ook had ik al een PowerPoint gemaakt met alles wat ik die dag wou doen en
theorie die ik wou bespreken. Dit gaf mij ook erg veel vertrouwen dat er
vertrouwen in mij was. Tijdens de bespreking werd besproken dat er nog veel
gedaan moest worden aan Goossens zijn deel voordat hij zijn deel mocht houden
tijdens de trainingsdag. Toen heb ik voorgesteld dat ik heb zou helpen met het
opzoeken van theorien en websites waar uit hij deze informatie kon halen. Dit is
gebeurt na de bespreking. Alles wat ik toen heb gevonden, werd op Dropbox
gezet zodat hij hier zijn stuk uit kon halen.
Een week voordat de trainingsdag, heeft Goossen duidelijk gemaakt dat hij niet
meer op tijd de voorbereiding kon doen, en ook niet meer deel af kon krijgen en
informatie op te zoeken voor zijn deel. Direct hierna heb ik een e-mail gestuurd
naar de docent omdat ik bang was dat ik mijn deel ook niet meer mocht geven.
Hieruit is gebleken dat ik mijn deel van de trainingsdag nog wel mocht geven,
maar dat ik er dus wel alleen voor stond.

Wat ging goed?


Wat er goed ging tijdens deze periode is, is niet erg veel. Wel vond ik goed gaan
dat ik naar mate van tijd steeds meer contact kreeg met Goossen, en dat hierbij
de communicatie goed verliep. Veelal werd dit over de telefoon gedaan, maar er
zijn ook momenten geweest dat we op school hadden afgesproken om te
bespreken wat de bedoeling was, en wie wat precies ging doen voor de komende
tijd.

Wat kon beter?


Wat beter kon, dat er totaal geen initiatief werd genomen in de groep. Ik kreeg
het gevoel dat niemand initiatief nam, en daarom moest ik deze taak op mij
nemen. Hierdoor nam ik de leiding in de groep. Niemand had door dat we snel
bezig moesten gaan, en dat er allerlei dingen gedaan moesten worden. Vaak
werd er ook niet gereageerd via de telefoon. Gerben is nooit betrokken geweest
in het proces, omdat hij geen enkel signaal heeft gegeven van initiatief nemen.
Ook kon beter dat we vaker bij elkaar moesten komen op school, en samen bezig
gaan in plaats van dat er apart je eigen deel werd gemaakt. Hierdoor werd veel
afstand gecreerd en dit was ook erg goed te merken. Ik kon geen goed contact
krijgen, en hierdoor ging het erg stroef. Als er terug gerekend worden naar het
initiatief nemen, dan vond ik dat als ik de leiding niet had genomen, zoals
telefoonnummers vragen van hun, dat het helemaal niet goed was gekomen en
dat niemand de trainingsdag kon/mocht geven.

Hoe kan het beter?

ZELFREFLECTIE VERSLAG
Doordat er veel afstand is ontstaan, vond ik het ook erg moeilijk om momenten
te prikken om bij elkaar te gaan zitten, en samen bezig te gaan en bespreken wie
welk deel gaat doen. Aangezien ik de taak van leiding geven ook al op me had
genomen, vond ik dat anderen ook initiatief mochten nemen en te zeggen
wanneer we zouden kunnen afspreken wanneer we bezig konden gaan met het
draaiboek en de ideen opbrengen. Wat ik hierin beter kon doen, is dat ik alsnog
het initiatief nam, en dat we hierdoor vaker konden afspreken om samen te
werken, in plaats van ieder apart.

Hoofdstuk 3 - Functioneren in de
trainingsgroep
In dit hoofdstuk wordt besproken hoe het functioneren binnen de
trainingsgroep verliep. Het gaat er hier om de momenten dat ik de
training onderging. In dit hoofdstuk komen de verschillende
onderwerpen aan bod van de 5 verschillende trainingsdagen. Maar
aangezien onze trainingsgroep maar 4 trainingsdagen zijn ondergaan,
bespreek ik ook maar vier. De derde trainingsdag is niet doorgegaan in
verband met een NO GO. Hiervan is ook geen logboek beschikbaar.

Trainingsdag 1
Tijdens de eerste trainingsdag was er sprake van het onderdeel samenwerken.
Het samenwerken ging erg goed, terwijl je goed naar elkaar luistert, moet de
ander met een blinddoek om bepaalde mensen heenlopen. Hiervoor is het erg
belangrijk dat je goed naar de ander luistert om niet tegen de andere aan te
lopen. Mijn aanwezigheid in de groep, was duidelijk. Ik sta niet graag in het
middelpunt en dit is dan ook te merken in de klas. Wanneer er om mijn mening
gevraagd wordt, dan laat ik duidelijk weten wat ik er van vindt, en hierbij spelen
mijn gevoelens ook een rol. Om in het buitenland iets te vragen zonder de taal te
spreken, moet je gebruik maken van je non-verbale communicatie en
lichaamstaal. Hierbij moest er duidelijk uitgebeeld worden wat je precies wou. Dit
ging erg goed. Steeds werd er goed geraden wat iemand bedoelde met zijn
uitbeelding. Invloed van de groep op mij, door feedback van anderen te horen
hoe zij naar iets kijken, vond ik heel interessant om te horen. Hierdoor probeer ik
6

ZELFREFLECTIE VERSLAG
ook anders naar bepaalde dingen te kijken. Mijn invloed op de groep, is precies
hetzelfde, hoe ik naar bepaalde dingen kijk en dat de rest van de groep er anders
naar kijkt en dat er dan nagedacht wordt over hoe anderen erin staan. Hier wordt
je door benvloed. Bij het onderdeel interviewen kwam duidelijk naar voren dat
voorbereiding voor mij een belangrijk punt is. Vragen formuleren ging erg goed,
maar om een open interview te houden zonder voorbereidt te zijn of zonder dat
er vragen vast staan, vond ik het erg moeilijk om een interview af te nemen.

Trainingsdag 2
Tijdens de tweede trainingsdag was er sprake van het onderdeel segmentatie
doelgroep en non-verbale communicatie. Samenwerking tijdens de trainingsdag
verliep erg goed, omdat er veel spellen bedacht waren waar je moest
samenwerken met anderen. Wat goed ging tijdens de trainingsdag is om samen
te werken. Samenwerken ging was duidelijk van belang bij het grote non-verbale
communicatie spel op het einde. Dit was heel erg leuk bedacht, en dit ging ook
erg goed. Hier was ik sterk in. Dit spel was een zeskamp waarbij samenwerken
duidelijk van belang was. Non-verbale emoties uitbeelden is ook een sterk punt.
Ondanks het wel soms moeilijk is om niet in de lach te schieten terwijl je boos
wilt kijken. Mijn aanwezigheid in de groep was gemiddeld. Ik sta niet graag in het
middelpunt omdat ik dit niet gewend ben. Maar bij de spellen deed ik goed mee,
en hierbij is het belangrijk dat je gevoelens toont. Om in je doelgroep in te leven,
moest er een product verkocht worden die zou passen bij de doelgroep, en moest
ik een verkooppraatje houden waarbij de doelgroep het product van je zou
moeten kopen. Dit ging niet echt zoals in wou. In je hoofd verzin je een goed
verhaal hoe je wilt gaan vertellen, maar als je eenmaal bezig bent met vertellen,
loop het heel anders dan je had verwacht, en dit vond ik erg jammer omdat het
helemaal niet goed ging. Invloed van de groep op mij, bij het onderwerp
tutoyeren en vousvoyeren vond ik erg leerzaam en interessant om te zien hoe
anderen hierin zijn opgevoed. En dat leeftijd en status hier heel veel invloed op
heeft. Het viel op dat in sommige situaties de ene kant van de groep wel U tegen
iemand zegt, maar de andere kant van de groep niet. En om de meningen te
horen van anderen waarom ze het juist wel of niet doen, was voor mij wel
inspirerend, omdat zo erg duidelijk naar voren komt dat opvoeding en waar je
woont invloed uitoefent op de manier waarop je anderen aanspreekt. Mijn invloed
op de groep, was voor mij niet echt duidelijk tijdens deze trainingsdag, omdat ik
niet echt het gevoel kreeg dat anderen benvloed werden door mij. Mijn mening
uiten vond ik erg belangrijk, ik heb vooral feedback en mijn mening gegeven
tegenover de trainers van de trainingsdag, en niet aan de trainingsgroep.
Gevoelens werden duidelijk met de spellen waarbij je non-verbale communicatie
moest gebruiken en hierbij lichaamstaal je gevoelens naar voren kwamen.

Trainingsdag 3
De derde trainingsdag wordt niet verwerkt in dit reflectieverslag omdat deze niet
is doorgegaan.

ZELFREFLECTIE VERSLAG

Trainingsdag 4
Tijdens de vierde trainingsdag was het onderwerp: samenwerken en
besluitvorming. Zoals het onderwerp van de dag het ook al zegt, was
samenwerking een belangrijk onderdeel tijdens deze dag. Samenwerking verliep
erg goed. Tijdens de vergadering gehouden werd om een besluit te vormen,
verliep de samenwerking goed. Iedereen had zijn/haar eigen input en hieruit
konden we een goede besluitvorming handhaven. Mijn aanwezigheid in de groep
was tijdens deze trainingsdag beter dan de vorige trainingsdagen. Omdat hier
meer de focus lag op het samenwerken, ik vind zelf dat ik hier goed in ben en
daarom verliep het erg goed. Het uiten van mijn mening en gevoelens is ook
duidelijk naar voren gekomen. Bij de teamrollen moest iedereen aangeven welke
rol het beste bij jezelf paste, en hieruit kwam een top drie. Deze kwamen overeen
met de test die hierbij hoorde. Invloed van de groep op mij was niet duidelijk te
merken. Ik ben niet benvloed door anderen, wel heb ik meningen meegenomen
en te kijken naar mijn eigen mening waardoor een goed besluit genomen kon
worden. Mijn invloed op de groep was dat iedereen een eigen mening had, en
hierdoor een compromis gesloten moest worden om tot een goed besluit te
komen. Hiervoor moest wel rekening gehouden worden met elkaars mening, en
dus ook mijn mening, en hierdoor kunnen ander benvloedbaar zijn.

Trainingsdag 5
De vijfde trainingsdag wordt niet in dit hoofdstuk besproken omdat ik trainer was
tijdens de laatste trainingsdag. Hierdoor wordt er anders gekeken naar de
trainingsdag. Dit wordt besproken in hoofdstuk 4.

Wat ging er goed?


Wat er in het algemeen goed ging tijdens de trainingsdagen was luisteren een
sterke kant is van mezelf. En samenwerken is hier ook een belangrijk onderdeel
van. Door goed met elkaar samen te werken en door naar elkaar te luisteren kun
je samen heel ver komen. Ook non-verbale communicatie ging erg goed. Omdat
je hierin met lichaamstaal kan uiten in plaats van in woorden, en in sommige
gevallen is dit makkelijker. Mijn sterke punt van interviewen was dat ik goed de
vragen kan formuleren. Om non-verbale communicatie toe te passen en wat voor
manieren er zijn, vond ik goed gaan. Omdat je door middel van emoties te uiten
veel verder komt dan dat je met alleen woorden aan het praten bent. Om tot een
8

ZELFREFLECTIE VERSLAG
goede besluitvorming te komen, is het erg belangrijk dat je kunt samenwerking.
Dit ging ook erg goed. Door rekening te houden met anderen, en te luisteren wat
anderen te zeggen hebben, kun je tot een compromis komen waarbij iedereen
gelukkig is. Hierdoor komen er goede resultaten en dit was bij de vierde
trainingsdag het geval.

Wat kon er beter?


Wat er beter kon is dat ik geen goed interview kan geven zonder voorbereiding.
Ook vond ik het moeilijk om een presentatie te geven om een product te
verkopen voor een bepaalde doelgroep. In mijn geval was dat ik een oud vrouwtje
een telefoon moest verkopen. Dit is echt een verbeterpunt van mij, en dit is
hetzelfde als een presentatie voor de klas en hiervoor moet ik goed oefenen
voordat het goed gaat. Wanneer je een bepaalde doelgroep hebt, is het moeilijk
om je direct in te leven in deze soort doelgroep. Je moet weten wat hun wensen
en eisen zijn, en hiervoor moet er eerst georinteerd worden. Aangezien dit niet
het geval was tijdens de trainingsdag (2) vond ik dit een moeilijk onderdeel, en
dit is ook zeker iets wat beter kan.

Hoe kan het beter?


Met voorbereiding kun je al een heel eind komen. Dit is voor mij echt belangrijk.
Zonder voorbereiding kom ik niet ver. Dit is vooral het geval bij een interview, of
een presentatie. Dus door voorbereiding kan ik deze onderdelen veel beter
uitvoeren. Voorbereiding is het halve werk. En hierin moet en kan ik mezelf zeker
in verbeteren. Door me in te leven in de doelgroep, moet ik eerst deskresearch
doen en orinterend te werk gaan voordat ik precies weet wat de doelgroep
precies wil, en wat hun waarden en normen zijn. Hierdoor kan ik me al veel beter
inleven.

Hoofdstuk 4 - Functioneren als trainer


In dit hoofdstuk wordt besproken hoe je als een trainer hebt
gefunctioneerd tijdens de trainingsdag. Ik heb de laatste trainingsdag
verzorgd. Hierbij was het onderwerp: conflicthantering en
9

10

ZELFREFLECTIE VERSLAG
onderhandelen. Deze trainingsdag heb ik alleen gegeven. Dit was dus
een extra grote stap voor mij. En aangezien ik het alleen heb gedaan,
hebben we alleen het onderwerp onderhandelen besproken, omdat dit
het deel was waar ik verantwoordelijk voor was.
Als eerste ga ik bespreken hoe ik was als instructeur en hoe ik me daarin kan
verbeteren. Als instructeur had ik de instructies op de beamer staan zodat
iedereen kon zien wat de bedoeling was. En als er iets niet duidelijk was, kon ik
het zo herhalen. Alleen deed ik dit niet uit mezelf. Het beste zou zijn wanneer je
de eerste keer de instructies geeft, en de tweede keer nog een keer herhaalt,
zodat iedereen het goed snapt en dat je daarna direct kan beginnen zonder dat
er nog vragen zijn tijdens het spel. Hiermee heeft de metatrainer (docent) me wel
erg geholpen door te zeggen: dus. ? zodat ik het nog een keer zou herhalen
zodat het duidelijk was. Ook kan ik mezelf verbeteren als instructeur om jezelf
eerst helemaal in te beelden hoe het spel werkt, en daarbij na te gaan hoe jij
graag deze instructies graag zou willen horen als jij het spel nog nooit had
gehoord en dat je het in 1 keer zou begrijpen. Dit he b ik niet gedaan. Daarom
was het beter geweest om het te herhalen.
Als observator deed ik het beter als instructeur. Dit komt omdat ik goed op lette
bij de spellen hoe het verliep en hielp ik waar het nodig was. Ook had ik een
oefening bedacht waarin 3 situaties beschreven stonden en hierbij moest er een
win-win situatie uitkomen en daar moest over onderhandeld worden. Hier
kwamen hele leuke oplossingen uit. Als observator ben ik bij elke tweetallen
langs gegaan om te kijken hoe het ging. En hierna is het spel gevalueerd en zijn
alle oplossingen opgeschreven.
Als feedbackgever was dit niet mijn sterke punt als trainer. Dit komt omdat ik als
trainer liever feedback ontvang over hoe ik het doe, dan dat ik anderen feedback
geef. Dit is wel een belangrijke taak die hoort als trainer, maar deze heb ik te
weinig uitgevoerd. Wel heb ik een aantal keer moeten zeggen dat graag weer
aandacht wou. Ook vond ik het aardig irritant als trainer als mensen geen
aandacht geven aan jou terwijl je aan het woord bent. Hier heb ik wel een aantal
keer wat van gezegd. Ook waren er een waterpistooltjes in de klas aanwezig en
was een aantal keer dat er gespoten werd terwijl ik iets aan het uitleggen was, dit
vond ik erg vervelend en daarom heb ik afgepakt. Dit vond het beste om te doen
als de taak van een trainer.
Mijn taak als trainer heeft mij verrast, aangezien deze taak vrij moeilijk is. Het is
erg goed gedaan, ondanks ik de dag alleen moest verzorgen. Mijn voorbereiding
voor de trainingsdag verliep niet zoals ik wou dat het zou gaan. Aangezien we die
dag ervoor een tentamen hadden, vond ik het heel moeilijk om te plannen.
Hiervoor heb ik me eerst volledig gefocust op het leren van het tentamen, en het
voorbereiden van de trainingsdag een beetje achterwege gelaten. Achteraf
baalde ik hier heel erg van, want dan had ik veel beter kunnen doen. Met
voorbereiding had ik een heleboel meer kunnen bereiken, en dan had ik mijn
theorie ook beter kunnen uitwerken en hierbij het vertalen naar mijn eigen
smaak. Maar zonder deze voorbereiding is mij dit helaas niet gelukt om boven de
10

11

ZELFREFLECTIE VERSLAG
theorie uit te steken. Maar ondanks het gebrek aan de voorbereiding is de
trainingsdag goed verlopen en ben ik erg blij met de feedback die ik heb
gekregen van de trainingsgroep en van docent. Hiermee kan ik me een stuk beter
en meer verbeteren.
Ook zou ik het liefst iedereen een voldoende geven voor de kennistoets die in het
begin van de dag gegeven is. Helaas was dit ook niet het geval. Aangezien er een
paar te laat kwamen konden ze de toets niet direct maken met de rest van de
groep, en moesten ze dit in de lunchpauze doen. Hierbij merkte ik dat twee van
de trainingsgroep de toets samen hebben gemaakt en hierbij ook internet
hebben gebruikt om de antwoorden op te zoeken. Hiermee was ik niet mee eens,
en ze hebben ook een onvoldoende gegeven. De antwoorden waren sowieso niet
goed gegeven, dus daarom hebben ze ook onvoldoende kregen en moeten ze
een samenvatting schrijven van de onderwerpen conflicthantering en
onderhandelen.

Fotos van de feedback die de trainingsdag mij gegeven

heeft:

Hierop ga ik evalueren. En beschrijven wat ik aan deze feedback heb gehad.

11

12

ZELFREFLECTIE VERSLAG
De tops werd ik erg blij van toen ik deze had gezien, ook van de tips, omdat dit
goed opbouwende kritiek/feedback is. De tops waren: goed verzorgde
presentatie, leuke spellen en testen, netjes in je eentje, netjes in je eentje / leuke
filmpjes bij theorie, duidelijk, leuke PowerPoint en filmpjes en goed gedaan in je
eentje, geinige filmpjes.
De tips waren: Tweede deel lang stuk theorie, spellen meer verdeeld, meer
verdeling theorie en spel, lang aaneen stuk theorie, zonder papier vertellen je
kunt het wel!, andere structuur, minder tekst op PowerPoint en meer plaatjes.
Met de tops heb ik niet veel mee gedaan, alleen dat ik blij ben dat het me is
gelukt om de dag geslaagd te maken en dat iedereen daar ook goeie feedback op
hebt gegeven. Aan de tops heb ik wel veel gehad, ook aan de tops, maar aan de
tips kan ik veranderingen maken. Aan de theorie een lang stuk het tweede deel
van de dag bijvoorbeeld, hierin kon ik het deel inkorten en daarbij kon ik er ook
meer spelletjes in verwerken en deze laten aansluiten op de theorie. Kom ik ook
direct terug op de punten spellen meer verdeeld en meer verdeling theorie.
Ook was het beter geweest als ik de theorie in de ochtend had gedaan en de
spelletjes in de middag. Andere structuur en lang aaneen stuk theorie sluiten
hier ook bij aan. Zonder papier vertellen, je kunt het wel! is ook hele goede
feedback. Ik weet dat ik het zonder papier kan, maar aangezien ik geen tot bijna
geen voorbereiding heb kunnen doen om mijn theorie voor te bereiken moest ik
er een papier bij om het te vertellen. De laatste feedback minder tekst op
PowerPoint en meer plaatjes vond ik ook goeie feedback, alleen mijn mening
daarover is, dat iedereen dan mee kan lezen zodat hun het ook goed op kunnen
slaan in plaats van dat ze het alleen horen want dan is het vaak het geval dat het
aan de ene kant erin gaat en aan de andere kant er direct weer uit. Door middel
van de tekst te lezen wordt het beter opgeslagen en vandaar dat dit een bewuste
keuze was. Ondanks vond ik het goeie feedback.

Wat ging goed?


Wat goed ging als trainer was toch vooral dat ik me op den duur op me gemak
voelde voor de klas, en dat ik gewoon mijn eigen weg kon gaan, en dat ik kon
vertellen wat ik wou vertellen zonder te stotteren en te aarzelen. Wat ook goed
ging was dat ik goed overzicht kon houden wat er allemaal nog moest gebeuren
en als er iets moest gebeuren dat het ook gedaan werd. Wat ook ging, is dat ik
goede feedback heb gekregen over de filmpjes die leuk waren, maar die ook
leerzaam waren en waar ook nog humor in zat. Hier was ook erg blij om.

Wat kon er beter?


Wat beter kon tijdens de trainingsdag als trainer vond ik dat er betere instructies
gegeven moesten worden bij de spellen. Of in ieder geval herhalen zodat het
allemaal erg duidelijk was voor de trainingsgroep wat er gebeuren moest tijdens
de spellen. Hier kan ik mezelf in verbeteren. Wat er ook beter kan als mijn taak
als feedbackgever in mijn taak als trainer. Ik heb niet veel feedback gegeven op
de trainingsgroep. Wel heb ik gezegd wanneer iets juist erg goed ging of minder
goed. Bijvoorbeeld bij de oefening van de win-win situatie waarin ik steeds bij de
tweetallen aangaf of ze het juist goed hebben gedaan of niet.
12

13

ZELFREFLECTIE VERSLAG
Wat er ook beter kon tijdens de trainingsdag, Als ik de dagdelen om had
gedraaid. Dus dat ik direct de theorie had besproken s ochtends en dat we s
middags met de spelletjes bezig konden, en dat ook de terugkoppeling te zien
was, met betrekking tot de theorie en de videos.

Hoe kan het beter?


Door instructies twee of drie keer te herhalen voor de groep, verliepen spellen
ook beter. Ik heb de instructies maar n keer genoemd waardoor het soms een
beetje onduidelijk was wat precies de bedoeling was. Als feedbackgever kan ik
me verbeteren door ze vaker even te vragen hoe het ging, en daarop feedback te
geven wat er precies goed ging en hierbij ook aan te geven wat er misschien
beter kan gaan. Als ik de dagdelen had omgedraaid, dan heb ik iedereen hun
aandacht nog, en kon ik daar gemakkelijk doorheen, en daarna alle leuke
spelletjes te doen. Dus voor de volgende keer weet ik dat ik hier een andere
structuur in moet brengen.

Hoofdstuk 5 Wat heb ik geleerd tijdens de


trainingsdagen op het gebied van
communicatie
In dit hoofdstuk wordt besproken wat ik bij elke trainingsdag geleerd
heb op het gebied van communicatie. Hierin wordt duidelijk wat er
besproken is, en wat de leerdoelen waren en wat ik er van heb geleerd
per trainingsdag.

Trainingsdag 1
Tijdens deze trainingsdag heb ik geleerd dat luisteren heel belangrijk is. En dat
deze zintuig op nummer 2 staat van de alle zintuigen. Er zijn verschillende
manieren die je kan leren om goed te luisteren, en dat het daarbij belangrijk is
om de methode van LSD toe te passen. LSD staat voor:
L Luisteren
S Samenvatten
D Doorvragen
Hierdoor kom je meer te weten over een persoon en kun je langer praten over
een onderwerp. In het Engels wordt het NASA genoemd. Ik heb geleerd dat er
veel meer gelet wordt op non-verbale communicatie dan op verbale
communicatie. Door een effectieve manier van luisteren toe te passen begrijp je
de ander veel beter en snap je ook wat de ander bedoelt. Hiervoor is de regel dat
je 4 seconden stil moet zijn en daarna zelf mag beginnen met praten. Bij het
onderdeel interviewen heb ik geleerd hoe je goede vragen kun formuleren en hoe
je ze het beste moet opstellen. Maar hiervoor is wel voorbereiding nodig. Bij een
interview is het belangrijk dat je inleiding duidelijk geformuleerd is. Dat je hierin
vermeld hoe je heet, en er moet ook in vermeld staan of de anonimiteit
nagestreefd wordt.
13

14

ZELFREFLECTIE VERSLAG

Trainingsdag 2
Tijdens deze trainingsdag heb ik geleerd wat voor verschillende groepen er zijn
en hiervan ook de kenmerken van deze bepaalde doelgroepen te bekijken. De
Mosaic methode doelt op het afstemmen van de doelgroep. Hierbij is belangrijk
om te letten op taal, communicatie, vorm en presentatie.
Doelgroep segmentatie onderscheid een paar groepen met de Mosaic methode:
1) Jonge Digitalen
2) Stedelijke Balanceerders
3) Samen Starten
4) Goed Stadsleven
5) Modale Koopgezinnen
6) Kind en Carrire
7) Sociale Huurders
8) Rijpe Middenklasse
9) Vrijheid en Ruimte
10)
Gouden Rand
11)
Elitaire Topklasse
12)
Landelijk Leven
13)
Welverdiend Genieten
14)
Vergrijsde Eenvoud
Bij dit onderdeel heb ik geleerd dat ik zelf thuishoort in de eerste groep: de Jonge
Digitalen. Het mentale model had hier aansluiting op, omdat hier ook uit zou
komen in wat voor doelgroep je thuis zou horen, alleen deze test ging niet
helemaal goed, dus ik weet niet precies in welke groep ik thuishoort volgens de
test.
Ook heb ik geleerd dat gebarentaal geen vorm is van non-verbale communicatie.
Dit is wel een lichaamstaal, maar aangezien dove mensen dit gebruiken als een
manier van praten hoort dit tot de verbale communicatie. Non-verbale
communicatie is niet overal even succesvol. Als je bijvoorbeeld naar het
buitenland gaat waar andere culturen leven, zal je merken dat dat bepaalde
gebaren daar iets anders betekenen dan hier in Nederland. Dit omdat wij de
Nederlandse cultuur gewend zijn.
Ook heb ik meer geleerd over het tutoyeren en vousvoyeren. Ik vond dit een heel
leuk onderwerp. Omdat je soms niet doorhebt in wat voor situaties je eigenlijk U
of je tegen iemand zou zeggen.

Trainingsdag 4
Tijdens deze trainingsdag heb ik geleerd in welke soort team rol in thuishoort. Dit
is volgens de Belbin-methode. Eerst zijn alle rollen besproken en wat de
kernmerken zijn van de rollen. En hierna moest er test gedaan worden, de Belbintest, en hieruit kwamen een aantal rollen wat het beste bij mij past. Hier kwamen
namelijk de volgende rollen uit:
-

Bedrijfsman/vrouw
Vormer
Groepswerker

14

15

ZELFREFLECTIE VERSLAG
Zelf had ik voor de test opgeschreven wat ik zelf dacht: Bedrijfsman,
Groepswerker en Zorgdrager. Het komt aardig overeen, op n na.
Bij de creatieve technieken heb ik geleerd dat er 4 verschillende soorten zijn
waarbij je problemen en oplossingen kunt oplossen.
1.
2.
3.
4.

Checklist techniek
Goal-orientation techniek
Wishful thinking
Brainstormen.

Hierbij heb ik geleerd om twee technieken toe te passen en een oplossing te


verzinnen voor het probleem en door naar het doel te kijken van het probleem.
Bij teambuilding is het belangrijk dat er elk lid een verschillende rol heeft zodat
de rollen elkaar aan kunnen vullen. Als er meerde personen de zelfde rol hebben,
kan dit met elkaar botsen.

Trainingsdag 5
Wat ikzelf geleerd heb tijdens deze trainingsdag is dat ik me goed moet
voorbereiden. Deze trainingsdag heb ik zelf gegeven dus hier heb ik zelf ook wat
geleerd over het onderwerp onderhandelen. Onderhandelen is een deel van
conflicthantering. Hierin moet je met de tegenpartij een onderhandeling
ondergaan en hierbij tot een zo goed mogelijke uitkomst te komen.

De dag zag er als volgt uit:


Ik ben begonnen met de opening, hierbij werd de kennistoets afgenomen. Daarna
heb ik de inleiding ingeluid met hoe de dag er uit zal gaan zien.
Daarna zijn we de dag begonnen met een kwartetspelletje. Hierna heb ik een
spelletje gedaan met vragen met betrekking tot de andere trainingsdagen. Toen
werd de lunchpauze gehouden. Na de lunchpauze heb ik de theorie besproken
over onderhandelen. Hierna heb ik nog een quiz gehouden als afsluiter. Ik had
ook nog een onderhandelingsspel maar aangezien de tijd uitgelopen was, had ik
hier geen tijd meer voor.

15

16

ZELFREFLECTIE VERSLAG

Hoofdstuk 6 Reflecteren van de verkregen


feedback van de metatrainer (docent)
Feedback die ik heb gekregen van de docent (tijdens de evaluatie van
de trainingsdag) is:

Sterkten
Ik kon goed overzicht houden, ik kon precies zien wanneer er iets gebeurt moest
worden. Goossen zou me hier helpen en mijn assistent zijn, maar ik heb niet veel
aan hem gehad gedurende de dag.
De variatie was erg goed. Dus de spellen en de theorie was erg leuk gedaan. Er
zijn veel verschillende theorien besproken.
De humor tijdens de trainingsdag was ook erg goed. De kwaliteit van de filmpjes
was heel goed. Hierin was vaak wel humor in verwerkt, maar toch waren de
filmpjes erg goed en leerzaam.

Zwakten
Tijdens de evaluatie heb ik duidelijk gemaakt dat ik weinig tijd had om de
trainingsdag voor te bereiden en dat ik hierin dus ook veel beter had kunnen
doen. Het plannen was hierbij het grootste probleem. Als ik een planning had
gemaakt waarbij ik aangegeven had dat ik dan zou gaan leren en dan me tekst
16

17

ZELFREFLECTIE VERSLAG
en de spelletjes zou voorbereiden voor de trainingsdag, dan heb ik het beter
kunnen doen.
Ik moet mijn woordenschat uitbreiden. Ik moet meer op mijn klinken en klanken
letten. Hierbij is het belangrijk dat ik niet steeds op n toon moet praten, en dat
ik let op hoe ik professioneel moet praten, en niet op mijn eigen accent.
Ik moet mijn potentie uit nutten. Ik moet meer vertrouwen hebben op mijn taal.
De docent heeft me daarom advies gegeven om naar een logopedist te gaan om
hieraan te kunnen werken en dat ik dus meer ga letten op mijn klinken en
klanken. Via de decaan kan ik hier terecht, en met drie lessen zou ik hier al veel
beter in kunnen zijn. Dit advies vond ik erg speciaal. Ik heb hier zelf nooit aan
gedacht, en hierdoor kan ik mezelf daarin veel meer verbeteren.
Structuur moest anders van de trainingsdag. Zoals ik al eerder aangegeven heb,
was het beter geweest dat ik de theorie in de ochtend zou moeten bespreken en
in de middag de spelletjes moest doen.

Reflectie van de feedback:


Ik wil zeker werken aan mijn manier van spreken, en ik ben hiervoor ook bereid
om komend jaar naar een logopedist te gaan. Zodat ik hier beter in kan worden
en ik dat onderdeel goed kan ontwikkelen. Ook zal ik de trainingsdag, na de
feedback, anders gegeven hebben. Dit omdat er onderdelen tussen zaten die
beter konden, en ook op andere momenten zodat er geen lang stuk theorie aan
bod zou komen. Door de feedback zou je dus een andere structuur aan brengen,
waardoor de dag er dan anders uit zou zien hebben.

Hoofdstuk 7 SMART Actiepunten


Interviewen
Specifiek Voor het einde van volgend schooljaar wil ik een interview goed
kunnen afnemen, ook met vreemden respondenten, en dit goed onder de knie
hebben. Ik wil dit bereiken omdat ik het nu nog eng vindt, en door veel te
oefenen dit niet meer eng vindt, en hierdoor uit mijn vertrouwde zone kom.
Meetbaar In augustus 2016 heb ik interviewen in ieder geval met 50%
verbeterd.
Acceptabel Het is voor mezelf haalbaar, door middel ik volgend jaar genoeg
oefen tijdens projecten. En dit zal zeker leiden tot resultaat, omdat ik door het
resultaat er ook in de toekomst mee kan werken.
Realistisch De inspanningen zullen niet te hoog zijn, omdat ik genoeg tijd zal
hebben om mij te kunnen ontwikkelen, en daardoor kan ik er goed resultaat
uitkomen.
Tijd In augustus 2016 wil ik dit onderdeel goed kunnen uitvoeren.
17

18

ZELFREFLECTIE VERSLAG

Presenteren
Specifiek Aan het einde van volgend schooljaar heb ik het presenteren goed
onder de knie, omdat ik presenteren erg moeilijk vindt omdat iedereen dan naar
mij luistert en alle aandacht op mij gericht is, ik wil me hier overheen kunnen
zetten zodat ik rustig kan vertellen wat ik graag wil.
Meetbaar Dit kan gemeten worden door voor mezelf steeds te noteren wat er
tijdens een presentatie goed en slecht ging, en hierdoor kan ik de volgende
presentatie steeds beter doen en daarna ook.
Acceptabel Het resultaat is acceptabel, het resultaat is haalbaar, door middel
van de punten te noteren kan ik mijn vaardigheid steeds meer verbeteren omdat
ik weet waar ik dan precies op moet letten.
Realistisch Dit doel is haalbaar, en kan zeker goed uitgevoerd worden. Het
zorgt zeker voor een uitdaging voor mij, omdat ik het al lastig vind om mezelf
kandidaat te stellen, en hiervoor ga ik volgend jaar wel zorgen omdat ik mezelf
wil verbeteren in presenteren. Doordat ik volgend jaar verder kan ontwikkelen, is
dit doel zeker haalbaar.
Tijd In augustus/september wil ik dit onderdeel goed kunnen uitvoeren zonder
te veel valkuilen.

Bijlagen
Bijlage 1: Logboek
Eerste trainingsdag
Mijn leerdoelen voor de eerste trainingsdag waren dat ik ging leren hoe ik goed
kan luisteren en hoe een interview in elkaar zit en hoe je dat het beste aan kan
pakken.
Tijdens deze trainingsdag heb ik geleerd op wat voor verschillende manieren je
kan leren om goed te luisteren. Hierbij is het ook belangrijk om samen te vatten,
en daarnaast ook door te vragen. Dit is volgens de methode van LSD. In het
Engels heet dit NASA. Dit is een erg effectieve manier van luistervaardigheid.
Door goed te luisteren heb ik geleerd dat je beter en goed begrijpt wat de ander
bedoelt. Ook is non-verbale communicatie erg belangrijk bij luistervaardigheid. Ik
heb geleerd dat er veel meer gelet wordt op de non-verbale communicatie dan
de verbale communicatie. Tijdens deze oefening was het dan ook effectief dat we
18

19

ZELFREFLECTIE VERSLAG
dingen moesten uitbeelden en de andere moest raden wat diegene wou vragen
met uitbeelding. Het is dus mogelijk als iemand die doof is kijk naar iemand die
heel erg vrolijk praat over iets wat diegene eigenlijk vreselijk vond, gaat die dove
persoon er vanuit dat diegene het erg leuk vond terwijl ze vertelde dat het
vreselijk was. En andersom is het precies hetzelfde.
Bij het interviewen was het erg duidelijk hoe je vragen op moest stellen en hoe ze
geformuleerd moeten worden. Ook bij het interviewtje wat we bij elkaar moesten
afnemen verliep heel erg stroef omdat er geen voorbereiding was. Dan is het erg
lastig om een goed doorlopend interview te laten verlopen. Met voorbereiding
ging dat veel makkelijker en kun je ook veel beter vragen formuleren en
doorvragen over het onderwerp.
Bij het spel waar we met een blinddoek om elkaar heen moesten lopen moest je
heel goed luisteren naar de stem van de andere. Hierbij moest je dus luisteren
waar je heen moest lopen. Hierbij is het erg belangrijk dat je goed kan
samenwerken.
Wat mij vooral verrast heeft is dat Sanne haar deel heel erg duidelijk was en
enthousiast. Ze begon eerst met de theorie en een filmpje en daarna ging ze
steeds spellen uitvoeren die paste bij de theorie. Dit had ze heel goed gedaan, en
daar was ik wel verrast door.
Feedback dat ik ontvangen is dat tijdens het onderdeel interviewen, mijn
interview niet echt heel lekker liep omdat ik zonder voorbereiding niet zo goed
ben. Met voorbereiding zou het beter verlopen. Dit interview heb ik toen gedaan
met Martijn. Na 5 minuten voorbereiding ging het al veel beter en dat zei degene
die ik interviewde ook. Bij luistervaardigheid ging bij het spel met blinddoek ook
erg goed, ik moest begeleiden, en ze vertrouwde me daarin en het is allemaal
goed gegaan.
Ik heb feedback gegeven aan vooral alleen de trainers die de trainingsdag
hebben gegeven. Dit was dat vooral dat Sanne zich heel erg goed voorbereidt
had, en dat Glenn en Coen zich minder goed hadden voorbereid en erg vaak
uhh zei. Verder heb ik opgeschreven dat ik alle spellen wel erg leuk vond en dat
het een leuke trainingsdag was.
Door feedback die van anderen komt, leer ik vooral hoe het perspectief is hoe
anderen naar een bepaald iets of onderwerp kijken. Bijvoorbeeld als er een vraag
wordt gesteld, denk ik bij mezelf: Waarom ben ik daar niet op gekomen?
Tijdens het onderdeel interviewen vond ik het erg moeilijk om zo maar opeens
vragen te verzinnen en een interview te beginnen zonder dat je geen vragen
hebt voorbereid en alleen een onderwerp hebt. Met voorbereiding kun je veel
meer bereiken.
Waar ik vooral sterk ik was, is dat luisteren een goede kwaliteit is van mijzelf.
Daarin heb ik een sterk punt vind ik. Bij interviewen kan ik wel goed vragen
formuleren, maar interviewen zelf vind ik niet een heel sterk punt van mezelf,
tenzij ik heel goed ben voorbereid.
19

20

ZELFREFLECTIE VERSLAG
Mijn voornemens na het lesonderdeel van de eerste trainingsdag zijn vooral dat
ik heel erg op ga letten hoe ik goed kan luisteren, dus mensen vooral laten
uitpraten en niet zomaar er door heen gaan praten. Er moeten ongeveer 4
seconden tussen zitten voordat je de volgende vraag mag stellen of wil vertellen.
Het is de bedoeling dat je naar iemand luistert, dat je genteresseerd bent in
diegene en niet over jezelf begint te praten.
Voor volgend schooljaar zijn mijn persoonlijke leerpunten dat ik dus de LSD
methode ga toepassen en hierin ga verbeteren. Ook wil ik mezelf verbeteren in
interviewen. Ik ga al de goeie kant op maar moet meer uit mijn vertrouwde zone
komen. Hierin wil ik beter worden.

Tweede trainingsdag
Mijn leerdoelen voor de tweede trainingsdag waren hoe je doelgroepen kunt
afstemmen en dat je kunt leren hoe je inleeft in de doelgroep. Ook hoe je op
verschillende manier non-verbale communicatie toepast en wat voor manieren er
zijn.
Tijdens de trainingsdag heb ik geleerd wat voor verschillende soorten groepen er
zijn en ook de kenmerken van een bepaalde doelgroep bekijken. De Mosaic
methode doelt op het afstemmen van doelgroepen. Hierbij is het erg belangrijk
om te letten op presentatie, taal, communicatie en vorm.

20

21

ZELFREFLECTIE VERSLAG
Bij het spel dat er een product verkocht moet worden aan een bepaalde
doelgroep moest er een korte presentatie gehouden worden zodat de doelgroep
ervan overtuigt zou worden dat het product precies voor diegene bestemd was.
Hierbij was het erg lastig om het taalgebruik aan te passen op de doelgroep
aangezien ik een oud vrouwtje een smartphone moest verkopen. Door aannames
te doen is het erg moeilijk. Feedback hierop van de coach was dat ik hier erg
expliciet in was.
Bij het mentale model moest er een test gedaan worden via een site, en hieruit
kwam bij wat soort mensen je hoorde in de maatschappij, dus wat voor
doelgroep.
Bij de non-verbale communicatie was er een spelletje dat dat Wouter in het
midden in de klas moest staan en hij ging emoties uitbeelden en daarbij moest
de groep vertellen wat hij aan het uitbeelden was. Non-verbale communicatie
wordt erg vaak gebruikt. Veel meer dan verbale communicatie, dit is namelijk
maar 7%.
Ook heb ik geleerd dat gebarentaal geen vorm is van non-verbale communicatie.
Dit is wel een lichaamstaal, maar aangezien het voor dove mensen een manier is
van praten hoort dit tot verbale communicatie. Hierover was ik best wel verrast
omdat er geen woorden worden gesproken en met gebaren worden gewerkt zou
ik denken dat het wel non-verbaal zou zijn.
In verschillende culturen is non-verbale communicatie heel verschillend. Dit
omdat sommige gebaren wat anders betekenen dan dat ze gewoon hier doen in
Nederland. Bijvoorbeeld de hand schudden. In een filmpje over de hersenen van
Erik Scherder liep hij naar iemand toe om een hand te geven. Dit is heel erg
normaal in Nederland omdat het bij onze cultuur hoort. Maar in andere culturen
worden er geen handen geschud maar bijvoorbeeld een buiging gedaan of alleen
even de handpalmen tegen elkaar.
Wat ook wel interessant was, was over het tutoyeren en vousvoyeren. Dit gaat
over wanneer je iemand met je of met U aanspreekt. Dit is in verschillende
culturen ook heel erg anders. Bij de opvoeding wordt geleerd wanneer je iemand
aanspreekt met je of U. In wat voor situaties zeg je wat. Hierover werd een spel
gedaan, en dit was een heel leuk spel. Hieruit kun je ook zien hoe anderen hier in
stonden en over dachten. Zo zie je dat anderen anders opgevoed zijn en vaker je
tegen iemand zeggen dat U. Bij deze oefening ging het heel erg om je eigen
beleving hoe je er zelf in staat. Hierover heb ik geleerd dat het belangrijk is dat
het uit eigen beleving gaat hoe je iemand aanspreekt, maar dat je wel erg op
moet letten op respect en beleefdheid. Een aantal stellingen werden weergeven
en daarbij moest iedereen een positie kiezen om te tutoyeren of te vousvoyeren,
en dit vond ik erg leuk om te doen en ook om te zien hoe anderen hiernaar
keken. Emoties vertellen erg veel. Emoties kun je weergeven, zoals boos kijken of
juist heel erg blij. Ze vertellen hoe iemand zich voelt. Bij smartphones en
computers zie je ook steeds vaker emoties, namelijk emoticons. Als je iets aan
het vertellen bent (typen), dan kun je met emoticons nog meer aangeven wat je
precies bedoelt.
21

22

ZELFREFLECTIE VERSLAG
Wat mij heel erg verrast heeft is dat er een heel erg leuke en gezellige sfeer was
in onze groep tijdens de trainingsdag. Wouter vertelde heel erg enthousiast en
die vroeg ook steeds of we het begrepen en of we er nog zin in hadden en gaf
weer een beetje pit.
De feedback die ik gekregen heb is bij de aannames doen bij de doelgroepen. Dat
ik hierin zeldzaam was.
Feedback dat ik gegeven is dat is tijdens de presentatie bij Wouter bezig was met
verschillende doelgroepen uit te leggen en het viel mij op dat hij n
overgeslagen had, en daarbij heb ik feedback gegeven. Ook heb ik feedback
gegeven aan de trainers dat ze enthousiast waren, Wouter meer dan Vera en
Julia, maar er was een heel goede sfeer.
Ik heb feedback gegeven tijdens de evaluatie dat ze leuke spellen bedacht
hadden. En dat er een goede, gezellige sfeer was, en dat er leuke spellen
bedacht waren en een leuke afwisseling.
Als (negatieve) feedback, dus de tips, die ik gegeven heb zijn dat er betere
instructies gegeven moesten worden bij de spellen omdat het vaak toch niet echt
duidelijk was wat de bedoeling was. En ook dat om te proberen om de tekst een
beetje meer uit het hoofd te leren, omdat het papier toch afleidt, en voor minder
contact zorgt met de groep.
Door feedback die van anderen komt, leer ik vooral hoe het perspectief is hoe
anderen naar een bepaald iets of onderwerp kijken. Bijvoorbeeld als er een vraag
wordt gesteld, denk ik bij mezelf: Waarom ben ik daar niet op gekomen? Met het
spel over tutoyeren en vousvoyeren viel me dit heel erg op. Dit komt omdat niet
iedereen hetzelfde is opgevoed, en daarbij ligt er ook een verschil tussen het
platteland en wie in de stad is opgegroeid. Dit vond ik wel interessant om te zien
hoe de feedback van anderen hierin waren.
Ik was niet zo goed om de presentatie te geven om een product te verkopen en
even snel te bedenken wat ik moet zeggen om de doelgroep ervan te overtuigen
om mijn product te nemen. Het is moeilijk om iets wat je in je hoofd hebt, wat je
wilt vertellen, maar wat je wilt vertellen toch anders uit je mond komt dan dat je
zou willen. Hier wil ik echt aan gaan werken, want dit is hetzelfde met
presenteren, en hiervoor moet ik heel erg goed oefenen voordat het goed gaat.
Ook om in te leven in de doelgroep, en het onderscheiden van verschillende
doelgroepen vond ik lastig.
Wat goed ging tijdens de trainingsdag is om samen te werken. Samenwerken
ging was duidelijk van belang bij het grote non-verbale communicatie spel op het
einde. Dit was heel erg leuk bedacht, en dit ging ook erg goed. Hier was ik sterk
in. Non-verbale emoties uitbeelden is ook een sterk punt. Ondanks het wel soms
moeilijk is om niet in de lach te schieten terwijl je boos wilt kijken.
Mijn voornemens na dit lesonderdeel en de trainingsdag, zijn vooral dat ik me
meer moet inleven in de doelgroep waardoor het makkelijker is om iets goed over
22

23

ZELFREFLECTIE VERSLAG
te brengen wat bijvoorbeeld heel erg belangrijk is, hetzelfde als bij het spel. Ook
wil ik mijn non-verbale communicatie nog beter ontwikkelen. Omdat dit een
belangrijk onderdeel is tijdens het praten met een gesprekspartner en
luistervaardigheid. Ik wil ook graag werken aan om de tekst uit me hoofd te leren,
zodat ik niet een papier in mijn handen hoeft te hebben voor de klas. Keycard
gebruiken is hierbij erg handig, om bij onze eigen trainingsdag te gebruiken. De
instaptoets heb ik weer niet gehaald, omdat ik vergeten was om de reader te
lezen. Hieraan wil ik ook werken, zodat ik niet vergeet om de dag van een
trainingsdag de reader te lezen. Hiervoor moet ik een samenvatting schrijven.

23

24

ZELFREFLECTIE VERSLAG

Derde trainingsdag
Deze trainingsdag is niet gegeven in verband met een NO GO. Voor deze
trainingsdag kan is dus ook geen logboek bijgehouden en een reflectie over
schrijven.

24

25

ZELFREFLECTIE VERSLAG

Vierde trainingsdag
Mijn leerdoelen voor deze dag die ik voor mezelf gesteld heb waren; hoe kan je
goed samenwerken en hoe kom je tot een goede besluitvorming. Door goeie
theorien en spelletjes was dit een geslaagde trainingsdag.
Tijdens de trainingsdag is er begonnen met het onderwerp: Teamrollen (Belbin)
en samenwerking. Hiervoor zijn alle verschillende rollen besproken die volgens de
Belbin theorie bestaan, en welke van deze rol het beste bij jezelf past. Bij mij is
uit deze test gekomen dat de rollen:
-

Bedrijfsman (16 %)
Vormer (15 %)
Groepswerker (15 %)

Het beste bij mij passen. Hier kan ik mij wel in vinden. Voor deze test moesten we
namelijk zelf opschrijven wat wij dachten welke rollen bij jezelf zouden kunnen
horen. Hierbij had ik opgeschreven: Bedrijfsman, Groepswerker en zorgdrager.
Mijn eigen interpretatie en de Belbin-test komen zo te zien aardig overeen met
wat ik zelf in gedachten had.
Bij de creatieve technieken heb ik geleerd dat er verschillende soorten
technieken zijn waarbij je problemen en oplossingen kunt oplossen. De 4 soorten
zijn:
-

Checklist techniek
Goal-orintatie techniek
Wishfull thinking
Brainstormen.

Wanneer deze technieken worden toegepast, worden er bij deze creatieve


technieken gekeken of naar alleen het probleem, of de oplossing van het
probleem, of de doel van het probleem. Hiervoor moesten we vergaderingen
houden met bepaalde stellingen en hierbij de verschillende technieken toepassen
(in totaal 2). Hier zijn we als groep goed uitgekomen.
Met de vergadering moesten we bijvoorbeeld bij de stelling: Als je geen zin in
school hebt, wat voor smoezen kun je dan verzinnen. Door middel van de
creatieve sessies zijn we op de volgende dingen gekomen: Kettingkast viel er
onderweg af, waardoor je te laat komt Ik heb me verslapen Ik heb me bus
gemist Ik ben mijn huissleutel kwijtgeraakt waardoor ik nu niet weg kan van
huis omdat het huis nu niet op slot wil
Feedback dat ik gegeven heb tijdens de trainingsdag is eigenlijk dat er een fout
was aangegeven op de (kennis)toets waardoor ik een lager cijfer had gekregen
dan ik eigenlijk had. Hierdoor had ik een hoger cijfer gekregen. Feedback naar
mezelf ging over dat de teamrollen goed overeen kwamen. Tijdens de
trainingsdag zijn er leuke spellen bedacht die ook leerzaam waren, en je zag de
25

26

ZELFREFLECTIE VERSLAG
terugkoppeling terug. Er was een goede afwisseling en hierbij was een goede
sfeer aanwezig in de groep en het lokaal. Soms waren de colleges wat te lang,
en hierdoor merkte je heel goed dat je focus/concentratie minder werd. Maar
door de spellen werd je wel weer opgewekt.
Feedback dat ik gekregen heb, was tijdens het spel dat we zinnen in elkaar oren
moesten fluisteren en hierdoor kwamen tussen de zender en ontvanger hele
andere zinnen uit. De eerste ronde werden de zinnen maar n keer in het oor
gefluisterd, en de tweede ronde twee/drie keer waardoor de zinnen veel beter
overeen kwamen. Ik heb hier moeite mee, omdat ik of hl goed moet luisteren
en daarbij ook nog de zin onthouden voordat ik het door moet vertellen, en dit
verliep niet goed. Wanneer het twee of drie keer werd gezegd, verliep het veel
beter en dat merkte ik ook aan mezelf.
Tijdens de vergadering (spel van de creatieve technieken) moesten er 2
technieken uitgekozen worden om bij een stelling een oplossing te vinden.
Hiervoor is de goal-orintatie en de wishfull thinking gebruikt. Hier zijn goede
resultaten uitgekomen. Hier zet ik ze kort op een rijtje:
Goal-orintatie

Avontuur
Mensen ontmoeten
Ontspanning/rust
Uit de sleur
Nieuwe dingen ontdekken/cultuur snuiven

Hierbij moesten er eisen gesteld worden die aan het probleem voldeden. Het
probleem was dat je heel erg behoefte had om op vakantie te gaan, maar dat er
geen geld voor was. Bij dezelfde stelling is ook de Wishful thinking toegepast:

Loterij winnen
Liften
Voor werk naar het buitenland/wedstrijd (topsporter)
Gratis ticket gewonnen
Met familie of kennissen mee
Huizenruil
Studiereis

Hiervoor werd er niet naar het probleem gekeken, maar alleen naar de oplossing.
De onderwerpen die aan bod zijn gekomen tijdens de dag zijn:
- Groepssamenstelling
- Rol binnen de groep (mijn rol was bedrijfsman/vrouw)
- Communicatie
- Teambuilding
- Creatieve oplossingen
Bij Teambuilding was het heel erg belangrijk dat er volgens verschillende
technieken een goed team gevormd kan worden. Hierbij is het ook weer

26

27

ZELFREFLECTIE VERSLAG
belangrijk dat elk lid een verschillende rol heeft in het team. Ik vond dit deel erg
leuk omdat Sisca dit had verteld uit eigen perspectief en eigen ervaring.

Vijfde trainingsdag (zelf gegeven)


Mijn leerdoel was voor mij vooral dat ik mijn angsten moest overwinnen. Dit is mij
aardig gelukt. Presenteren en voor de klas staan vind ik echt vreselijk. Voordat de
trainingsdag begon, was ik echt heel erg zenuwachtig. Maar naarmate de tijd
naderde en ik alles klaar ging zetten en voorbereiden voelde ik me steeds meer
op me gemak. Doordat ik de dag alleen moest doen, heeft de docent mij
geholpen met de dag te openen. Hierdoor ging het ook al een stuk beter. Omdat
ik eerst rustig aan kon doen, omdat de toets eerst gaande was, kon ik alvast
contact maken met de klas. Hierdoor ging ik me steeds beter voelen voor de klas.
Wat ik vooral gezien heb tijdens de trainingsdag is dat wanneer je zelf voor de
klas staat om iets over te brengen, het heel irritant is wanneer anderen door je
heen praten of geen aandacht besteden aan jou maar meer met hun telefoon
bezig zijn. Ik vond dit erg vervelend om te zien horen. Daarbij denk ik of het niet
interessant genoeg is wat ik aan het vertellen ben. En hierdoor kun je al snel
weer onzeker raken wanneer je voor de klas staat.
Wat mij vooral verrast heeft tijdens de trainingsdag, is dat ik helemaal niet meer
zenuwachtig was, en gewoon rustig kon vertellen zonder te stotteren. Wanneer ik
zenuwachtig ben, heb ik vaker moeite om bepaalde woorden uit te spreken en
hierdoor ga ik stotteren en wanneer ik aan het praten ben, raak ik buiten adem
omdat ik niet goed adem tijdens het praten. En tijdens de trainingsdag heb ik hier
totaal geen last van heb gehad.
De feedback die ik gekregen heb van mijn medestudenten is dat het ik heel goed
deed in mijn eentje, en dat het goed ging, en dat ze het ook leuk vonden. Dit gaf
mij een boost om door te gaan en ook zelfvertrouwen om door te zetten. Ook heb
ik feedback gekregen dat ik leuke spellen hadden, en dat het knap was dat ik het
in mijn eentje heb gedaan.
Feedback dat ik gegeven heb is dat alleen maar positieve. Bij de spellen vroeg
hoe ik het was gegaan en wanneer er leuke oplossingen zijn uitgekomen heb ik
positieve feedback gegeven. Wanneer ik het gevoel kreeg dat er niet geluisterd
werd heb ik gevraagd om stilte. Wanneer ik een filmpje heb laten zien heb ik
gevraagd op feedback, en kreeg ik feedback over wat er in het filmpje besproken
was en of alles duidelijk was.
Wat ik leer van feedback van anderen is dat ik naar andere perspectieven kan
kijken van iemand anders. Hierin vind ik het belangrijk dat ik ook andere
27

28

ZELFREFLECTIE VERSLAG
meningen hoor, zodat ik daar over ook na kan denken. Ook vind ik het belangrijk
als ik feedback van anderen hoor, dat het niet allemaal negatief is om anderen of
mezelf neer te halen, daarvoor moet je kritische feedback geven waaraan je iets
hebt. Daarom moet je ook altijd beginnen met positieve feedback.
Waar ben ik niet zo goed in en wil ik iets mee doen? Dit is toch vooral het
presenteren en voor de klas staan. Hierin wil ik mezelf echt in verbeteren en een
eerste stap is om dit beter te doen is voorbereiding. En een tweede stap is om dit
vaker te doen. Om alleen een trainingsdag te geven was voor mij al een hele
grote stap om te doen.
Waar ben ik sterk in? Wanneer ik iets 100% goed heb voorbereid, dan is mijn
sterke kant dat ik een goede presentatie kan geven voor de klas. Ook waar ik
sterk in ben, is dat ik duidelijk kan praten en goed kan articuleren. Soms als ik
nerveus ben, praat ik wel snel, maar ik praat wel duidelijk en hard zodat iedereen
mij kan verstaan. Wanneer ik echt iets wil, ga ik er ook helemaal voor. Dat was
hetzelfde als met dit onderdeel, als ik dit niet heel graag had gewild, dan had ik
het niet in mijn eentje gedaan, maar dat heb ik wel, omdat ik wist dat ik het kon.
Mijn voornemens na dit lesonderdeel, zijn dat ik me goed voor moet bereiden
wanneer ik iets moet vertellen voor de klas. Hierbij zijn instructies geven en
feedback geven ook een belangrijk onderdeel. Hierin wil ik ook mij ook
verbeteren. Ook mijn voornemers na dit lesonderdeel is om dit vaker te doen
zodat ik er vertrouwd in raak, en dat ik mij direct op me gemak voel wanneer ik
iets voor de klas moet vertellen.

28

29

ZELFREFLECTIE VERSLAG

Bijlage 2: Samenvattingen van de


behandelde onderwerpen waarvan in de
kennistoets niet gehaald heb
Bijlage 3: Samenvatting van de reader
trainingsdag 1
Luistervaardigheid
Niet selectieve luistervaardigheden

Non-verbaal gedrag
Verbaal volgen

Selectieve luistervaardigheden

Vragen stellen
Parafraseren van inhoud
Reflecteren van gevoel
Concretiseren
Samenvatten

Niet selectieve luistervaardigheden


Met niet-selectieve vaardigheden bedoelen we dat de luisteraar weinig invloed
op het gesprek uitoefent. Non-verbale gedragingen waaruit aandacht en
interesse van de ander kunnen blijken komen op een rijtje.
1. Gelaatsuitdrukking: Er kan meestal een groot deel opgemaakt worden of je
genteresseerd bent in wat de ander vertelt, of dat je eigenlijk met je
gedachten ergens anders bent. Het is vaak gekoppeld met je gevoelens.
De opmerkelijkste is de glimlach.

29

30

ZELFREFLECTIE VERSLAG
2. Oogcontact: Tweede aspect is het oogcontact. Stimulerend oogcontact
houdt in dat jou ogen die van de ander zo nu en dan ontmoeten.
Vermijding van oogcontact komt vaak voort uit eigen onzekerheid.
3. Lichaamshouding: Dat je aandacht hebt voor de ander, kun je ook
overbrengen door een ontspannen, toegenegen lichaamshouding. Zo maak
je het jezelf gemakkelijk goed te luisteren.
4. Aanmoedigende gebaren: met hoofdknikken en ondersteunende
handgebaren en door het vermijden van zenuwachtige, afleidende
bewegingen kun je je aandacht laten blijken en de ander stimuleren tot
verder praten.
Verbaal volgen
Dit houdt in dat je met je opmerkingen zoveel mogelijk aansluit bij wat de ander
heeft gezegd en geen nieuwe onderwerpen aansnijdt. Om de ander goed te
begrijpen is het nodig dat je je eigen (interpreterende) gedachten voorlopig
opzijzet. Kleine aanmoedigingen zijn korte verbale reacties, die de bedoeling
hebben de ander te stimuleren door te laten merken dat er naar hem geluisterd
wordt.

Selectieve luistervaardigheden.
Selectiviteit heeft in dit verband allereerst betrekking op het feit dat je in je
reacties bepaalde aspecten uit het verhaal van de andere meer aandacht beloont
dan andere. Je kunt dat bewust doen door bijvoorbeeld f meer op de inhoud f
meer op het gevoel in te gaan.
Vragen stellen
In veel gesprekken moet verhelderd worden wat de ander precies wil. We spreken
hierbij ook wel van probleemverheldering. In deze fase van verheldering heeft
het stellen van vragen vooral tot doel de ander te helpen zijn gedachten en
wensen onder woorden te brengen. Belangrijk onderscheid is tussen open en
gesloten vragen.
Open vragen laat de ander een grote vrijheid in de formulering van het
antwoord. Daarbij kun je in eigen woorden uiteenzetten wat bijvoorbeeld zijn
bedoeling of wens is. Een eenvoudige, maar bijzonder handige manier om goede
open vragen te stellen is te beginnen met: Hoe? en Kunt u iets meer vertellen
over.?
Waarom-vragen. Er wordt vooral gewezen op het belang van de toon waarop
een waarom-vraag wordt gesteld.
Gesloten (gerichte) vragen.
Nadeel is dat de ander beperkt wordt in zijn uitingen. Een ander nadeel is dat
dergelijke vragen, doordat ze voorkomen uit een bepaald vooropgezet idee, vaak
suggestief zijn. Een derde nadeel is dat het stellen van gesloten vragen effect
heeft op het verloop van het gesprek. Het gevolg is namelijk dat de ander steeds
kortere antwoorden gaat geven. Waardoor de vragensteller weer een vraag moet
bedenken om het gesprek op gang te houden. Gesloten vragen is ook nuttig, om
sterk feitelijk of specifieke informatie te verkrijgen.
Parafraseren van inhoud.

30

31

ZELFREFLECTIE VERSLAG
Dit betekent in het kort in eigen woorden weergeven wat het belangrijkste is van
datgene wat de ander heeft gezegd. Als luisteraar ga je na of je de ander goed
hebt begrepen.
Reflecteren van gevoel betekent letterlijk: weergeven of spiegelen van gevoel.
Een reflectie van gevoel maakt duidelijk dat de luisteraar probeert te begrijpen
hoe de ander zich voelt in het gesprek of gevoeld heeft in de situatie waarover hij
vertelt. Eerste functie is dat de ander merkt dat zijn gevoelens, van welke aard
dan ook, begrepen en geaccepteerd worden en aandacht krijgen. Reflecties
hebben een controlefunctie: je gaat na of je de gevoelens van de ander juist hebt
getaxeerd.
Concretiseren. Hiermee wordt bedoeld: de ander zo nauwkeurig en precies
mogelijk laten vertellen. Dit concretiseren is een samengestelde vaardigheid, dat
wil zeggen dat de hiervoor genoemde vaardigheden luisteren, aanmoedigen,
open en gesloten vragen stellen, parafraseren en reflecteren er allemaal toe
kunnen bijdragen dat het concretiseren plaatsvindt.

Interviewen
Met behulp van het interview wordt gepoogd achter de mening van mensen te
komen. Er kunnen drie typen interviews onderscheiden worden: het open
interview, het half-gestandaardiseerde interview en gestandaardiseerde
interview of enqute.
Bij een open interview ligt alleen het thema vast. Nadat de interviewer een open
vraag met betrekking tot het thema gesteld heeft, is de genterviewde verder
geheel vrij zijn eigen gedachtegang te volgen en datgene vertellen wat hij
belangrijk vindt. Een nadeel is dat de uiteindelijke verzamelde gegevens vaak
lastig te verwerken zijn.
Bij een half-gestandaardiseerde interview wordt het thema waarover informatie
ingewonnen dient te worden onderverdeeld in een aantal sub themas. De
interviewer hoeft zich niet strikt aan de volgorde te houden. Vastgestelde
onderwerpen komen aan bod.
Een gestandaardiseerde interview is een vragenlijst of enqute waarbij zowel de
vragen als de antwoordcategorien en de volgorde van de vragen van tevoren
zijn vastgesteld. De genterviewde wordt als het ware gedwongen zijn
antwoorden te kiezen uit de door de interviewer aangeleverde antwoorden.
Voorbereiding half-gestandaardiseerd interview
Het begint met het opstellen van een interviewschema hoofdthema
onder verdelen in een aantal sub themas. per sub thema worde een aantal
vragen geformuleerd.
Binnen elk sub thema kunnen zowel open als gesloten vragen van tevoren
worden vastgesteld.
Gesloten vragen gaat om concrete informatie
Open vragen gaat om waardering van iets.
Afname half-gestandaardiseerd interview
3 fasen: inleiding, interviewschema, afsluiting.

31

32

ZELFREFLECTIE VERSLAG

Bijlage 4: samenvatting van de reader


trainingsdag 2
Doelgroep segmentatie (afstemmen doelgroep)
Wat we via ons lichaam uitdrukken is directer en eerlijker dan wat we zeggen met
woorden. Het brengt boodschappen over die we bij ons spreken wel eens
proberen te verbergen. Deze manier van communiceren wordt ook wel
lichaamstaal genoemd.
Hoe beter je lichaamstaal begrijpt, hoe duidelijker, herkenbaard en begrijpelijk de
gedragspatronen van anderen worden. Lichaamstaal is non-verbaal
communiceren. Deze term verwijst naar alles wat wij met ons lichaam doen,
m.u.v. spreken. De wijze waarop wij iets overbrengen, verstaan we hier echter
wel onder. Spreektempo, intonatie, toonhoogte, duur van spreekpauzes,
haperingen etc. Dit is para-lingustische kernmerken.
7 procent bedraagt uit gesproken taal, het blijft een zeer klein percentage. Dit
betekend dat maar 93 tot 97 procent op onuitgesproken niveau wordt
gecommuniceerd. Het is veel belangrijker hoe iets gezegd dan wat er gezegd
wordt.
Uitzenden van signalen
Het onderbewuste
32

33

ZELFREFLECTIE VERSLAG
De meeste mensen zijn nauwelijks in staat er iets aan te doen, het
onderbewustzijn. Automatische signalen, die bijna niet benvloedbaar zijn,
kunnen waardevol zijn om te ontdekken of iemand echt de waarheid spreekt of
uit beleefdheid wat zegt wat hij eigenlijk niet meent of gewoon liegt.
Hand- en armbewegingen
Als mensen niet met elkaar praten, gebruiken ze vaak hun handen en armen om
aanvullende informatie te geven. Handen kunnen vier belangrijke soorten
signalen uitstralen;
Ontspannen; open gespreide handen, met de handpalmen naar boven
gekeerd, open handpalmen geven aan dat je niets te verbergen hebt.
Verborgen handbewegingen wekken het gevoel dat iemand iets verbergt,
dat hij niet helemaal eerlijk is. Als hij beide handen met de rug naar boven
gekeerd op tafel legt en hij verbaal beweert dat hij ons zijn beste voorstel
heeft gedaan, krijgen wij automatisch gevoelens van wantrouwen.
Dominante handbewegingen met palm naar beneden maken meestal een
beweging naar boven naar beneden. Ze oefenen een zekere druk uit.
Schouderkloppen zijn ook vaak dominante handbewegingen.
Achter zijn oren krabben; geeft aan dat hij nog in onzekerheid verkeert.
Aanraken van de neus is een gebaar van twijfel, waarmee vaak een
afwijzing wordt uitgedrukt.

Beensignalen
Hoe lager de lichaamsdelen zich bevinden, hoe moeilijker ze onder controle zijn
te houden. De oorzaak hiervan ligt waarschijnlijk in het feit dat iedereen zijn
aandacht vooral op het gelaat richt. Aan de lager gelegen lichaamsdelen wordt
zelden aandacht besteed. Voeten en benen geven daarvoor een heel waardevol
beeld over emoties.
Loopgedrag;
Personen die in kleine details denken, lopen vaak ook met korte pasjes. Een
rustig, zelfverzekerd persoon maakt vaak korte pasjes. Mensen die energiek met
grote passen en met laaiend enthousiasme lopen en daarbij forse
armbewegingen maken, kunnen eerder uit balans raken.
Spiegelen
Onbewust voegt naar de gebaren en de mimiek van de ander, als het gesprek
tussen U en uw gesprekspartner goed verloopt.
Als wij onze communicatie met iemand willen verbeteren is het zinvol ervoor te
zorgen dat we met elkaar op dezelfde golflengte komen te zitten. Dit kun je doen
33

34

ZELFREFLECTIE VERSLAG
door zijn lichaamshouding, zijn intonatie, zijn spreeksnelheid met die van de
ander te laten overeenkomen. Hierdoor wordt er automatisch wederzijdse
betrokkenheid en vertrouwen ontstaan.
Lichaamstaal der kinderen
Lichaamstaal is bij kinderen rijker dan bij volwassenen. De lichaamstaal van
kinderen is wel veel minder gecompliceerd dan die van volwassenen.
4 grondvormen van lichaamstaal;
Als kinderen kunnen lopen en spelen, gebruiken ze maar 4 grondvormen van
lichaamstaal:

Naar iemand heen rennen en eventueel aanvallen


Vluchten door rennen
Verbergen
Het kind schrikt, adapteert, en accepteert

Groepsgedag
Kinderen leren al heel jong om hun plek in de groep te veroveren en te
verdedigen. Sommige kinderen willen een leidinggevende plaats in de groep. Op
de speelplaats zie je zon kind bepalen welk spel er gespeeld gaat worden.
Non verbale communicatie
Het is onmogelijk niet te communiceren. Non verbale signalen hebben een
vijfmaal sterker effect dan de verbale inhoud.
1. Op het niveau van inhoud (wat er gezegd wordt)
2. Op het niveau van onderlinge betrekking (hoe het gezegd wordt)
3.
De belangrijkste non-verbale communicatie methoden zijn:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.

Lichamelijk contact
Nabijheid
Onderlinge positie en houding
Gebaren
Gezichtsuitdrukking
Hoofdbewegingen en oogcontact
Non verbale aspecten van de taal zelf

Lichamelijk contact
Aanraken, vasthouden, handen schudden, omhelzen, kussen, slaan, duwen, etc.
of het gebruikt wordt en in welke vorm hangt af van de situatie, relatie en
context. Er zijn twee categorien te onderscheiden.
1. Affiliatiegedrag: gedrag tussen gelijken, om de onderlinge band te
verstevigen, aan te gaan, te onderhouden.

34

35

ZELFREFLECTIE VERSLAG
2. Dominantiegedrag: gedrag ter benadrukking van de hirarchische
machtsverdeling tussen ongelijken, het afbakenen van het eigen
territorium.
Nabijheid
1. De intieme zone
De grens is de armlengte afstand. In deze zone kunnen personen op
vertrouwelijke toon met elkaar spreken, emotioneel gedrag uitwisselen zoals:
tederheid, troost, bescherming.
2. De persoonlijke zone
Grens is de hand schud afstand, tussen 50 en 150 cm. Dit is de gespreksafstand.
Binnen deze cirkel kunnen met normaal gespreksvolume met elkaar praten.
3. De sociale zone
Grens is de afstand van 1.50 tot 3 meter. Het is zone van sociale contacten zoals
op feestjes, vergaderingen, aan tafel, bij consulten etc. In deze zone is verbale
communicatie mogelijk zonder intiem te worden. De zone wordt door iedereen in
acht genomen.
4. De publieke zone
Dichterbij gelegen, tussen 3 tot 8 meter. Schoolklas, groepsbijeenkomsten, in
trainingssituaties. De communicatie blijft beperkt tot het rationele niveau. De
onderlinge relatie is vrijblijvend.

Onderlinge positie en houding


1. Positie. Hier wordt mee bedoelt de hoek die personen ten opzichte van
elkaar innemen, waarbij vooral de orintatie van het lichaam belangrijk is.
Personen die samenwerken staan/zitten naast elkaar.
2. Houding. Hier wordt mee bedoelt de lichaamshouding. Hier zijn vele
betekenissen aan te geven, afhankelijk van: conventies, gewoonten,
formeel of informeel, etc. lichaamshouding hangt ook samen met de
emoties die men voelt. De specifieke emotie vooral het gezicht, maar de
intensiteit daarvan voor al het lichaam, de stand van de rug, hoe beheerst,
geblokkeerd, oppervlakkig, etc.
Gebaren

35

36

ZELFREFLECTIE VERSLAG
Gebaren worden vooral gemaakt door de handen en in mindere mate met het
hoofd en voeten.
1. Gebaren zijn vaak illustratief: ze begeleiden de gesproken taal en geven
een aanvulling, wanneer woorden tekort schieten.
2. Ze kunnen een vervanging zijn van de geschreven taal.
3. Ze kunnen aanwijzingen geven over de emotionele toestand.
4. Een aantal gebaren is autistisch omdat men daarbij zichzelf verzorgt,
zonder de bedoeling daar iets mee te zeggen. Het kunnen gebaren zijn om
niet te hoeven toegeven aan andere emoties.
5. Gebaren kunnen ook gebruikt worden ter vervanging van lichamelijk
contact. Zowel voor affiliaties als voor dominanties, vooral als lichamelijk
contact niet mogelijk is.
Gezichtsuitdrukkingen
1.
2.
3.
4.
5.

Emoties
Betrokkenheid
Persoonlijkheidskenmerken
Reacties op interacties
Meta communicatie

Hoofdbewegingen en oogcontact
Hoofdbewegingen
Ja, knikken met het hoofd heeft een dubbele functie in het gesprek. Het neeschudden heeft het omgekeerde effect.
Oogcontact
Visuele interactie via oogcontact en de onderbrekingen daarin spelen een
belangrijke rol in de communicatie. Niet alleen omdat het via het oogcontact
mogelijk is meer te weten te komen van de emotionele toestand van de ander,
maar ook omdat men daarmee het gespreksverloop reguleert.

Functies van non-verbale communicatie aspecten


1. Een eerste functie van non verbale communicatie aspecten is,
dat ze aanwijzingen verschaft omtrent de eigenschappen,
attitudes en identiteit van de betrokken persoon.
a. Eigenschappen
b. Interpersoonlijke verhoudingen
c. Identiteit
2. Non verbale signalen hebben tevens een functie het
communicatieproces te ondersteunen en te reguleren. Zoals
knikken, wijzigen van de richting van de blik, stemintonatie en
tussenklanken hebben een belangrijke taak bij het reguleren,
synchroniseren en verdelen van spreektijd. De ondersteunende
functie blijkt uit:
36

37

ZELFREFLECTIE VERSLAG
a. Lichaamshouding en gebaren
b. Richting van de blik, gezichtsexpressie
3. Onder omstandigheden waarin verbale communicatie
onmogelijk is, kan non verbale communicatie als substituut
dienen.
4. Non verbaal gedrag speelt ook een belangrijke rol in he tot
stand komen van contacten en het verduidelijken van het type
relatie dat men wenst.
5. Scheflen verdedigt de visie dat lichaamstaal vooral tot functie
heeft het gedrag van anderen onder controle te houden met
het uiteindelijke doel het handhaven van de sociale orde.
Waarom nemen mensen zo vaak hun toevlucht tot communicatie via non
verbale signalen?
1. Gebrek aan verbale coderingmogelijkheden op sommige terreinen
2. Non verbale signalen zijn krachtiger
3. Non verbale signalen vallen minder onder bewust gewilde controle en
zullen daarom vaak als echt worden opgevat
4. Het zou verwarrend werken wanneer men bepaalde signalen door woorden
te expliciet zou maken.
5. Het is erg handig, om een tweede kanaal naast de spreektaal te kunnen
gebruiken. Dit kanaal is geschikt om non verbaal interpersoonlijke
informatie over te dragen.
Waarom zenden mensen dat toch zulke berichten?
1. Vanwege sociale pressie
2. Soms gebruikt men bewust inconsistente non verbale signalen om de
ander aan te geven dat men hem nog steeds mag.
3. Soms gebruikt men om strategische redenen non verbale signalen, om
vriendlelijker voor te doen dan men zich eigenlijk voelt.

Bijlage 5: Zelfbeoordelingsformulier
draaiboek
Bij het inleveren van het (concept) draaiboek gaat deze vergezeld van dit volledig
ingevulde formulier. Let op: lever het geheel alleen in als overal ja staat!

Criterium

Ja/nee

Het onderwerp van jouw dagdeel wordt aan het begin ingeleid met
behulp van theorie.

37

Ja

38

ZELFREFLECTIE VERSLAG

Voor elk onderwerp heb je een schaduwoefening

ja

Het draaiboek heeft een kort overzicht van het dagprogramma met
titels en tijdsaanduidingen (vergeet de pauzes en de lezingen niet!).

Ja

De evaluaties zijn (welke voor jouw groep relevant) opgenomen in


het draaiboek

Ja

Op het eerste dagdeel van de allereerste trainingsdag staat in het


draaiboek hoe aan het begin de feedbackregels doorgenomen en
geoefend worden. Geldt alleen voor de eerste groep. Geef antwoord
ja als je niet eerste groep bent.

Ja

In het draaiboek staat op genomen hoe aandacht wordt besteed


aan de ervaringen, de resultaten en de voornemens van de
deelnemers naar aanleiding de trainingsonderwerpen.

Ja

Voor iedere oefening in het draaiboek is de achterliggende theorie


geformuleerd. Zo ook een titel.

Ja

Voor iedere oefening in het draaiboek is het doel geformuleerd.

Ja

Voor iedere oefening is een nauwkeurige tijdsfasering gegeven.

Ja

10 Voor iedere oefening is de procedure zodanig beschreven dat een

Ja

willekeurige buitenstaander de aan de hand van deze procedure de


oefening zonder verdere instructie kan uitvoeren.

11 Voor iedere oefening is het benodigde materiaal bijgevoegd.

Ja

12 Voor iedere oefening is de taakverdeling nauwkeurig beschreven.

Ja

13 Voor iedere oefening zijn de instructies aan de groep volledig

Ja

beschreven.

14 Voor iedere oefening zijn de observatiepunten zijn duidelijk

Ja

geformuleerd.

15 Voor iedere oefening zijn de vragen en evaluatiepunten, waarbij je

Ja

terugkoppelt naar de theorie en uitgangspunt van de oefening,


volledig geformuleerd.

16 Het draaiboek heeft voldoende oefeningen.

Ja

17 De inhoud van het draaiboek sluit aan bij het onderwerp.

Ja

18 De oefeningen in het draaiboek zijn ethisch verantwoord.

Ja

19 De oefeningen in het draaiboek zijn voldoende gevarieerd, en

Ja

hanteren verschillende didactische methoden.

20 Het draaiboek ziet er goed verzorgd uit.

38

Ja

39

ZELFREFLECTIE VERSLAG

Aldus ondertekend door:


Plaats: Groningen
Datum: 28 mei 2015

Naam:

Kim de Boer

Handtekening:

Bijlage 6: Zelfbeoordelingsformulier
reflectieverslag
Criterium

Ja/nee

Het verslag is grondig gecontroleerd op schrijffouten, grammatica


fouten en stijlfouten.

Het verslag kent de volgende opbouw:


-

Hoofdstuk 1: Inleiding

Hoofdstuk 2: Functioneren in de subgroep (trainers)

Hoofdstuk 3: Functioneren in de trainingsgroep (deelnemer)

39

Ja

40

ZELFREFLECTIE VERSLAG

Hoofdstuk 4: Functioneren als trainer

Hoofdstuk 5: Inhoudelijke leerervaring trainingsdagen

Hoofdstuk 6: Feedback metatrainer (docent)

Hoofdstuk 7: SMART Actiepunten

Bijlage: Jouw originele logboek!!!

Ja

In Hoofdstuk 1, de inleiding, is tenminste ingegaan op:


-

Waarom dit verslag?

Hoe is dit verslag ontstaan (de methode)?

Wat staat er in dit verslag?

Waartoe de zelfanalyse moet leiden?

In Hoofdstuk 2 heb je aandacht besteed aan jouw functioneren op


subgroep niveau. Hierbij gaat het om de periode waarin je
gezamenlijk aan het draaiboek hebt gewerkt. Ook dit hoofdstuk
eindigt met:

Ja

Ja

Wat ging goed?


Wat kon beter?
Hoe kan ik dat beter gaan doen?

In Hoofdstuk 3 heb je serieus aandacht besteed aan jouw


functioneren in de trainingsgroep. Het gaat in dit hoofdstuk met
nadruk over die momenten dat jij de training onderging, dus niet
gaf! In dit hoofdstuk kunnen velerlei onderwerpen aan bod komen.
Denk hierbij aan samenwerking, jouw aanwezigheid in de groep,
het uiten van je mening en gevoelens, invloed van de groep op jou,
jouw invloed op de groep, etc. Het hoofdstuk heb je afgesloten met
de kopjes: Wat ging goed? Wat kon beter? Hoe kan het beter?
In Hoofdstuk 4 heb je beschreven hoe jij gefunctioneerd hebt als
trainer. Je kunt hierbij bijvoorbeeld aandacht besteden aan hoe kan
jij verbeteren als instructeur, observator, feedbackgever Ook dit
hoofdstuk heb je afgesloten met: Wat ging goed? Wat kon beter?
Hoe kan het beter?

Ja

Ja

In hoofdstuk 5 heb je beschreven per trainingsdag wat je geleerd


hebt op het gebied van communicatie.

Ja

In Hoofdstuk 6 reflecteren op je de verkregen feedback van de

Ja

40

41

ZELFREFLECTIE VERSLAG
metatrainer (docent)

In Hoofdstuk 7 heb je op grond van het voorgaande je actiepunten


voor jaar 2 geformuleerd. Ieder actiepunt is SMART geformuleerd.
Verder heb je aangegeven hoe jouw actiepunten aansluiten bij de
HT competenties. Dit actieplan ga je gebruiken in jaar 2.

Ja

10 Bijlage: logboek
Bijlage: samenvatting van de behandelde onderwerpen

Aldus ondertekend door:


Naam:

Kim de Boer

Plaats:

Holwierde

Datum:

16-06-2015

Handtekening:

41

Ja

You might also like