Professional Documents
Culture Documents
Cs-Net Ned
Cs-Net Ned
Technische Catalogus
HITACHI
De specificaties in deze handleiding kunnen zonder verwittiging gewijzigd worden,
omdat HITACHI steeds de laatste nieuwigheden aan zijn klanten wil voorleggen.
Alhoewel alles in het werk gesteld is om er voor te zorgen dat alle specificaties
correct zijn, kan HITACHI niet verantwoordelijkheid gesteld worden voor eventuele
fouten.
OPGEPAST!
Het illegaal kopiren van de CS-NET software is ten strengste verboden!
Het gebruik van het CS-NET software programma op de CD-ROM of genstalleerd op de computer is onderworpen
aan de afspraken die in de gebruikersovereenkomst staan
0. INHOUD
0.1.
INHOUDSTAFEL
0. INHOUD _____________________________________________________________________________ 5
2.1.
2.2.
2.3.
2.4.
2.5.
OVERZICHT ____________________________________________________________ 9
INHOUD VAN CS-NET___________________________________________________ 10
EIGENSCHAPPEN VAN CS-NET __________________________________________ 10
OVERZICHT EIGENSCHAPPEN___________________________________________ 11
VERBINDINGEN MET HITACHI A/C SYSTEMEN _____________________________ 12
3. INSTALLATIE________________________________________________________________________ 13
3.1.
3.2.
3.3.
3.4.
13
17
18
21
25
26
26
26
27
27
30
31
31
32
33
39
41
42
43
45
46
47
6.1.
6.2.
6.3.
6.4.
Internetverbinding_______________________________________________________
CONFIGURATIE _______________________________________________________
Bediening _____________________________________________________________
Voorbeeld _____________________________________________________________
55
55
55
56
7. OPTIES ____________________________________________________________________________ 57
8.1.
8.2.
8.3.
8.4.
FOUTINDENTIFICATIE __________________________________________________
STOPCODES VAN DE COMPRESSOR _____________________________________
FOUTRAPPORTEN _____________________________________________________
ALARMCODES_________________________________________________________
60
61
62
63
9. GBS ______________________________________________________________________________ 64
64
66
66
73
75
76
76
0
6
0.2.
INHOUD
ALFABETISCHE INDEX
FAULT, 55
FAULT IDENTIFICATION, 55
FAULT RECORDS, 57
Fault Report, 57
FAULT STATUS BOX, 55
Fax herhaaltijd, 27
Fax herhaler, 27
FIELDS
Explanation of, 44
Filterreset, 36
Filtertijd, 36
GBS Poort, 28
Gebruiker, 27
GEBRUIKERSOVEREENKOMST,
7
Globale Installing, 38
GRAPHIC REPRESENTATION,
43
Groep, 34
Group
Example, 46
HARC40 Interface
Dip Switch instellingen, 24
Led Indicatoren, 21
Meerderen Verbindingen, 24
HARC40 Interface (USB), 21
HARC40 Interface LAYOUT, 21
HISTORICAL DATA, 53
INHOUD VAN CS-NET, 10
Initialisatie van de Modem, 27
Installatie, 21
INSTALLATIE, 13
Installeer de CS-NET Software, 25
Interface Verbindingen, 21
Interne Interface H-Link, 18
IRQ Selectie, 18
ISA Bord
Jumperpin configuratie, 18
Klik op Bestand, 25
Klok, 39
Jaarprogramma, 40
Weekprogramma, 39
Klok Akteif, 38
Lamellen
Stand van de, 37
LED Indicatoren, 19
Locatie Binnentoestel, 36
Masteroestel, 35
Modem
Access, 54
Poort, 28
Module, 30, 38
Onderhoudsbedrijf, 25, 27
OPTIONS, 52
OVERZICHT, 9
OVERZICHT EIGENSCHAPPEN,
11
Password, 11
Paswoord, 31
Paswoord Veranderen, 31
POWER CONSUMPTION, 52
PRC CONNECTOR, 13
QUESTIONS AND ANSWERS, 75
Reference notes for the Remote
controllers, 51
REMOTE CONTROLLER
COMPATIBILITY, 47
RESTART AFTER A FAULT, 56
Serienummer van het
binnentoestel, 36
Serienummer van het
buitentoestel, 36
SET UP, 26
SET-UP EN WERKING, 25
Set-up van de taal, 26
Snelle Gids, 25
Start Communicatie, 41
Starten van CS-NET, 25
Stel de werkingscondities in voor
elk toestel, 25
Symbols, 33
SYSTEM, 59
SYSTEM FAULTS, 55
Temperatuur, 37
TROUBLE SHOOTING, 77
Type Binnentoestel, 36
Type Buitentoestel, 36
USER informatie, 25
UTOPIA Verbindingen, 14
VERBINDINGEN MET HITACHI
A/C SYSTEMEN, 12
Verstuur Filteralarm, 28
WERKING, 32
Werkingsmode, 37
Write Commands, 68
Zend Fax, 28
Zoekpatroon, 36
GEBRUIKERSOVEREENKOMST
1
7
1. GEBRUIKERSOVEREENKOMST
Gelieve eerst de condities van deze overeenkomst te lezen
alvorens de verpakking van dit product te openen en/of het
product te gebruiken. Uw rechten betreffende dit HITACHIsoftwareproduct dat u terugvindt op de CD-ROM en alle
eventueel vergezellende documentatie worden in detail in
de volgende condities omschreven. Door de verpakking te
openen of het product te gebruiken aanvaardt u volledig
deze condities. Gelieve de CD-ROM en deze documentatie
onmiddellijk in ongeopende verpakking terug te bezorgen
aan HITACHI, indien u niet akkoord gaat met deze
condities. Er zal dan een kredietnota opgesteld worden.
4 ANDERE RECHTEN
De licentieverlener behoudt alle andere rechten in verband
met het gebruik en het kopiren van het softwareproduct en
de bijhorende documentatie. De licentiehouder wordt in het
bijzonder verboden de software aan te passen of te
wijzigen.
5 GARANTIES
5.1 De aandacht wordt gevestigd op het feit dat het niet
mogelijk is software te ontwikkelen, die vrij van fouten is
onder alle werkomstandigheden. De licentieverlener
garandeert dat het product geschikt is voor gebruik binnen
de context van de beschrijving van het programma,
voorgelegd door de licentieverlener en geldig op het
moment van de levering, zoals besloten binnen de
bedieningshandleiding, en dat het product de
eigenschappen vertoont die beschreven staan in die
instructies. Een kleine vermindering in functionaliteit van het
product dient te worden verwaarloosd.
5.2 De licentieverlener garandeert dat de software op een
correcte manier op het datamedium (CD-ROM) vastgelegd
en getest werd.
5.3 Indien een softwareproduct onbruikbaar blijkt of fouten
vertoond binnen een garantieperiode van 6 maand
beginnend op datum van levering van de software door de
licentieverlener, dan zal de licentieverlener de teruggave
van de geleverde software aanvaarden en die software
inruilen voor een nieuw programmapakket met dezelfde
tittel. Indien de vervanging niet functioneert of fouten
vertoond en de licentieverlener niet in staat is de
functionaliteit te herstellen tegen een redelijk bedrag en
binnen een redelijke tijdspanne, heeft de licentiehouder
recht op een reductie op de licentiekost of een terugbetaling
van de licentiekosten, in ruil voor het programmapakket van
de licentiehouder.
1
8
GEBRUIKERSOVEREENKOMST
9 BOETES EN COMPENSATIES
In geval van onbevoegd gebruik, in het bijzonder bij
schending van de voorwaarden in paragraaf 2.2, 2.3, 2.4 of
8.3 van dit contract, zal de licentiehouder een boete moeten
betalen van drie maal de licentiekosten. De licentieverlener
behoudt zich het recht om verdere compensaties te eisen.
10 ALGEMEEN
10.1 Het recht van vruchtgebruik is onderhevig aan betaling
van de licentiekost. De verplichting tot betaling van de
eenmalige licentiekost wordt niet benvloed door een
beindiging van het contract in overeenstemming met
paragraaf 8. Het bedrag moet betaald worden in
overeenstemming met de betalingsvoorwaarden vermeld op
de factuur, opgesteld door de licentieverlener.
Verrekeningen op basis van onwettelijk tegeneisen door de
licentiehouder of niet aanvaard door de licentieverlener, zijn
uitgesloten.
10.2 Het wettelijke bestaan van de gebruikersovereenkomst
is onafhankelijk van andere contracten die bestaan tussen
de partijen. In het bijzonder klachten en eisen betreffende
leveringscontracten van hardware, maken geen deel uit van
klachten en eisen in verband met de
gebruikersovereenkomst, of vice-versa.
10.3 Bijkomende overeenkomsten en wijzigingen aan het
contract zijn enkel geldig indien ze geschreven vastgelegd
zijn.
10.4 Zouden er n of meer van de bovenstaande condities
ongeldig zijn, dan blijven de overige condities alsnog
onaangetast. Licentieverlener en licentiehouder zijn, in zo
een geval, verplicht de ongeldige voorwaarde te vervangen
door een geldige voorwaarde, die grotendeels hetzelfde
commercile doel moet hebben als deze van de ongeldige
voorwaarde.
10.5 Dit contract is onderhevig aan de wetgeving van kracht
waar het geregistreerde kantoor van de licentiehouder is
gevestigd. De plaats van rechtspraak is de plaats waar het
geregistreerde kantoor van de licentiehouder is gevestigd.
Indien hij zulks verkiest, kan de licentieverlener de
licentiehouder voor het gerecht dagen in zijn
hoofdjurisdictie.
ALGEMENE INFORMATIE
2
9
2. ALGEMENE INFORMATIE
WELKOM BIJ HITACHI CS-NET
HITACHI CS-NET is ontworpen als gebruiksvriendelijk
computersysteem dat kan worden gebruikt om
airconditioners uit de series HITACHI UTOPIA en SET
FREE te bedienen. Vanwege de unieke combinatie van
software en hardware beschikt u hiermee over een breed
scala aan bedieningsmogelijkheden, waaronder
telefonische toegang en probleemoplossing vanaf een
externe computer. BMS-toegang tot het systeem behoort
ook tot de mogelijkheden. U kunt de software instellen op
een van de belangrijkste Europese talen.
2.1.
OVERZICHT
Type
Interface
Type toestel
1)
Computer
verbinding
Serile Poort
RS232
Serile Poort
RS232
Serile Poort
RS232
Serile Poort
RS232
Serile Poort
RS232
UTOPIA G5
Extern
Extern
Extern
FS / FX
Extern
FS2
Extern
FSG/FS3/FSVG/FXG (ISA)3)
Intern
FSG/FS3/FSVG/FXG (USB)3)
Extern
USB (HARC40)
Intern
Extern
USB (HARC40)
Max. toestellen
per interface
Buiten Binnen
In
Out
CN10
CN9
16
16
CN10
CN9
16
CN10
CN9
16
CN25
CN24
16
192
CN132
CN131
16
192
H-Link
H-Link
16
128
H-Link
H-Link
16
128
H-Link
H-Link
16
642)
H-Link
H-Link
16
642)
1) In de rest van deze handleiding wordt naar UTOPIA G5, UTOPIA TWIN G5 en BIG UTIOPIA G5 verwezen met G5. Met G8 wordt verwezen naar UTOPA G7 en
met HRG naar DC INVERTER.
2) Er kunnen maximaal 64 binnenunits worden aangesloten op een interface voor Utopia G8-units in het geval van een Utopia Big en 4 binnenunits die zijn
aangesloten op n buitenunit. In het geval van een drievoudige, dubbele of enkele aansluiting kunnen er minder binnenunits worden aangesloten. Uitgaande van
een dubbele aansluiting is het maximum voor Utopia DC Inverter 32 binnenunits.
3) Hierna worden FSG en FSVG aangegeven als FSG
LET OP:
Vanaf CS-NET v8, wordt de verbinding door Serile Poort RS232 en ISA Slot H-LINK niet aanbevolen en niet langer
ondersteund.
Min. systeemvereisten
Type toestel
UTOPIA G5
MB
RAM
256
Processor
Windows
1GHz
98/2000/XP
UTOPIA TWIN G5
BIG UTOPIA G5
256
256
1GHz
1GHz
98/2000/XP
98/2000/XP
FS/FS2/FX
256
1GHz
98/2000/XP
FSG/FS3/FXG/FX3 (ISA)
256
1GHz
98
FSG/FS3/FXG/FX3 (USB)
UTOPIA G8 / DC INVERTER
(ISA)
UTOPIA G8 / DC INVERTER
(USB)
256
1GHz
2000/XP
256
1GHz
98
256
1GHz
2000/XP
2
10
2.2.
ALGEMENE INFORMATIE
G5 en FS/FS2/FX
HITACHI CS-NET Externe interface
HITACHI CS-NET software, Technische Catalogus op CDROM
RS232 Kabel (Computerinterface)
PRC1 Connectoren
Transformator (230V 12VDC)
Bedieningshandleiding
Garantiekaart
2.3.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
ALGEMENE INFORMATIE
2.4.
2
11
OVERZICHT EIGENSCHAPPEN
Eigenschappen
SET-UP
Poorttype Serieel 232
ISA-Bord
USB(HARC40)
Modem
Fax herhalen
Fax herhaaltijd
Automatische start
Zend fax
Automatisch afdrukken
Zend filterfout
Automatische configuratie
Taal
Paswoord instellen
Configuratiemodule
Groep
Adres buitentoestel
Adres binnentoestel
CH-Box
R407C
Afstandsbedieninggroep
Weergave module
Algemene instelling
Aan/Uit
Centrale controle
Timer actief
Master Unit
Afstandsvoeler
Temperatuur
Swing Louvre
Werkingsmode Ventilatie
Drogen
Koelen
Verwarmen
G5
FS
FS2
FX
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O*
O
O
O
O
O
O
O
O
O*
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
FS
FX
G
G
FS3
HR
G
G8
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O*
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O*
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O*
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
Matrixparameters
Vaste instelpunten
1.
Belangrijke opmerkingen
2
12
ALGEMENE INFORMATIE
ALGEMEEN
Wanneer er meer dan het in overzicht 2.1 opgegeven
maximum aantal toestellen moet gecontroleerd worden, is
een bijkomende CS-NET-interface vereist.
Als er onvoldoende serile poorten ter beschikking zijn op
de computer, zijn er multipoortadapters op de markt
beschikbaar om tot 8 serile poorten aan te sluiten op n
enkele serile poort van de computer.
2.5.
Neem voor nadere informatie contact op met uw HITACHIdealer. Wanneer u een externe modem gebruikt, kunt u
deze het beste aansluiten op COM1.
Wanneer er onvoldoende USB-poorten aanwezig zijn op de
computer, kunt u een USB-hub aanschaffen. Voor deze hub
is een externe voeding nodig.
U kunt met maximaal acht verschillende interfaces
verbinding maken met CS-NET. In dat geval kunt u met
maximaal 1024 binnenunits verbinding maken.
Naar
GBS
FXG/H-Link
(ISA-Bord)
GBSinterface
CH
Box
CS-NET/ GBSinterface
IU
UTOPIA
UTOPIA BIG
HARC40
SP
Externe
interface
SP
ISABord
USB
USB
CH
Box
IU
SP
ISABord
IU
HARC40
Externe
interface
FXG/H-Link (USB)
Naar gelijk
welke unit in
het systeem
Naar
gelijk
welke unit
OU
IU
FS / FS2 / FX
OU
OU
IU
OU
INSTALLATIE
3
13
3. INSTALLATIE
3.1.
3 - Data
2 - Aarding
1 - Voeding
3 2 1
12VDC
300mA
12VDC
300mA
RS232verbinding
3 2 1
4
9
PRCplug
3 2 1
3 2 1
3 2 1
3 2 1
SET FREE
FS/FS2/FX
Buitenunit
Schroefconnector
3
8
2
7
1
6
1. Groen
- Spanning
- Aan
2. Geel - Data
- Knipperen
(normaal)
- AAN of UIT
(abnormaal)
UTOPIA
UTOPIA BIG
Binnenunit
PRC-CONNECTOR
De PRC-connector is dezelfde die wordt gebruikt voor de
aansluiting van de afstandsbedieningen en is beschikbaar
bij HITACHI in de volgende vormen:
Fig.1
Fig.2
30cm
1
2
3
1
2
3
10 - 30m
3
14
INSTALLATIE
UTOPIA G5 VERBINDINGEN
De verbinding van de CS-NET-interface naar het eerste
binnentoestel gebeurt met een 3-aderige kabel (0,75mm)
aangesloten op de plug CN10 op de PCB van de binnenuit.
De kabel, voorzien van zijn connectoren, kan bij HITACHI
aangekocht worden onder artikelnummer PRC10 (10m),
PRC15 (15m) of PRC30 (30m). De CS-NET-kit is standaard
voorzien van 2 connectoren PRC1, elk bevestigd aan een
3x30cm 0,75mm kabel, om verder de verbinding te maken
Opgelet!
Alle kabels moeten afgeschermd zijn en een
minimum diameter hebben van 0,75mm. De
maximum totale lengte per interface is 500m.
Typisch aansluitschema
De verbindingen tussen de externe interface en het eerste
binnentoestel moeten gemaakt worden door gebruik te
maken van een PRC-connector in de binnenunit en de
schroefconnector op de interface. Dit aangezien de
dataconnectie op het binnentoestel pin nummer 1 is,
(FS/FS2/FX units hebben data op pin nummer 3) en daarom
verbonden moet worden met pin nummer 3 op de interface.
Zie onderstaand schema.
Serile
poort
Computer
Interface
Schroefverbinding
RS232
CS-NET-Interface
Schroefconnector
Opgelet!
A0
CN10
CN9
1
2
3
1
2
3
PCB
CN10
CN9
1
2
3
Binnentoestel
PRC-verbinding
A1
CN10
CN9
A2
CN10/CN9
Max. 16 toestellen
CN12/CN13
INSTALLATIE
Bijvoorbeeld:
ste
1 systeem: master A1 en slave A9
de
2 systeem: master A2 en slave Aa enz.
Het maximum aantal systemen dat bediend kan worden op
n CS-NET-interface is 8.
Opgelet!
Alle kabels moeten afgeschermd zijn en een
minimum diameter hebben van 0,75mm. De
maximum totale lengte per interface is 500m.
Typisch aansluitschema
Serile
poort
Computer
RS232
CS-NET-Interface
PCB
CN10
CN9
CN10
CN9
CN10
CN9
Max. 8 toestellen
3
15
PCB
Master
CN12
CN13
A9
A1
Master
CN12
CN13
A3
Slave
Aa
A2
Master
Slave
CN12
CN13
Slave
Ab
3
16
INSTALLATIE
Typisch aansluitschema
Serile
poort
Computer
RS232
CS-NET-interface
PCB
PCB
CN10
CN9
CN10
CN9
CN10
CN9
Master
CN13
Master
CN12
CN13
CN12
CN13
Slave
Slave
CN12
CN13
A5
A5
1xUtopia
CN10
A6
Utopia DUO
CN12
CN10
CN9
Utopia
DUO
Ab
A3
A4
Utopia
DUO
Aa
A2
Master
Slave
A9
A1
CN10
CN9
CN12
1xUtopia
CN13
A6
3 x Utopia op 1
bediening of nog
Utopia TRIO
INSTALLATIE
3.2.
17
1
2
3
Opgelet!
Alle kabels moeten afgeschermd zijn en een
minimum diameter hebben van 0,75mm. De
maximum totale lengte per interface is 500m.
10 - 30m
Typisch aansluitschema
Serile
poort
Computer
RS232
CS-NET Interface
Bekabeling moet
overeenstemmen met
de opeenvolgende
adrescode van de unit
0-1-2-3 enz.
PRCconnector
To CN25 (FS/FX)
To CN132 (FS2)
CN24 (FS/FX)
CN131 (FS2)
PCB1
CN24 (FS/FX)
CN131 (FS2)
Max. 16 buitentoestellen
CN25 (FS/FX)
CN132 (FS2)
Unit
Nr.0
Unit
Nr.1
2-aderige
transmissiekabel
A0
A0
A1
A1
A2
A2
3
18
3.3.
INSTALLATIE
S2
J2
S1
J3
Jumperpins
IRQ-SELECTIE
Er moet een IRQ gevonden worden die niet bezet is en dus
gereserveerd kan worden.
Hiernaast een voorbeeld waarbij 07 niet bezet is en
gereserveerd wordt door de jumperpin op nummer 7 te
zetten.
JP2
JP3
10 11 12 14 15
I/O-SELECTIE
Als de IRQ selectie gemaakt is, dient een Input/Output (I/O)
gevonden en geserveerd te worden, met een vrij
adresbereik ##00 tot ##F1. In het voorbeeld hiernaast is
adres 0800 tot 08F1 vrij en werden dus de
draaischakelaartjes S2 en S1 op respectievelijk 8 en 0
ingesteld.
Verander S3 of S4 niet.
Als de instellingen op het bord gemaakt zijn, moet het bord
genstalleerd worden in een vrij ISA-slot in de computer en
stevig vastgeschroefd worden. Wanneer het ISA-bord in de
computer genstalleerd is, moeten de overeenkomende
instellingen geselecteerd worden van de uitvouwmenus bij
de opties van het onderhoudsbedrijf, tijdens de configuratie
van het programma. (Zie hoofdstuk 4).
S2
Jumperpin
S1
9 IRQ
INSTALLATIE
LED INDICATOREN
PC
S
Knippert als de PC data zendt naar de H-Link PCB
R
Knippert als de PC data ontvangt van de H-Link PCB
0
Niet actief
1
Niet actief
H-Link
S
Knippert als de H-Link data naar het systeem zend
R
Knippert als de H-Link data van het systeem
ontvangt
C
Brandt als datafouten voorkomen tussen de H-Link
PCB en het systeem
0
Niet actief
S R0 1
S RC 0
TL
PC
H-Link
3
19
H-Link
TL
Knippert tijdens
communicatie tussen het HLink-bord en het systeem.
Opgelet!
Alle kabels moeten afgeschermd zijn en een
minimum diameter hebben van 0,75mm. De
maximum totale lengte is 1000m per interface.
Computer
CS-NET
H-Link-connectie
op ISA-Bord
Unit
Nr.1
H-Link
Unit
Nr.0
H-Link
Max. 16 buitentoestellen
In
CS-Net
H-Link
terminal
blok
2-aderige
datakabel
Out
A0
A0
A1
A1
A2
A2
A...
3
20
INSTALLATIE
Typisch aansluitschema
Computer
CS-NET
H-Link connectie
op ISA-Bord
H-Link
Unit
Nr.1
Max. 16 buitentoestellen
Unit
Nr.2
H-Link
1
CS-Net
2
3
4
In
Out
IU
H-Link
Terminal
blok
2-aderige
datakabel
CH
Box
A0
CH
Box
A0
CH
Box
A1
CH
Box
A1
CH
Box
A...
INSTALLATIE
3.4.
21
INSTALLATIE
Zet de computer af.
Verbind de HARC40-Interface met de computer door
gebruik te maken van de USB-kabel.
Zet de computer aan. Windows zal automatisch de
aangesloten interface detecteren en zal aangeven dat
HARCUSB beschikbaar is op de CD-ROM.
INTERFACE VERBINDINGEN
De verbindingen voor de interface zijn als volgt beschikbaar:
Terminal bord TB1 (Zie schema hiernaast afgebeeld)
TB1
H-Link
USBverbinding
Input
LEDINDICATOREN
DSW
DSW
Power
USB
H-Link
HARC1
HARC2
3
22
INSTALLATIE
Opgelet!
Alle kabels moeten afgeschermd zijn en een
minimum diameter hebben van 0,75mm. De
maximum totale lengte is 1000m per interface.
Typisch aansluitschema
USBverbinding
Computer
USBaansluiting
op HARC40interface
H-Link
Unit
Nr.1
H-Link
Unit
Nr.0
H-Link
Max. 16 buitentoestellen
In
CS-Net
H-Link
Terminal
Blok
2-aderige
data-kabel
Out
A0
A0
A1
A1
A2
A2
A3
INSTALLATIE
3
23
Typisch aansluitschema
USBverbinding
Computer
USBverbinding
met HARC40interface
H-Link
H-Link
Unit
Nr.0
Max. 16 buitentoestellen
Unit
Nr.1
H-Link
CS-
H-Link
Terminal
Blok
1
2
3
4
In
Out
IU
CH
Box
A0
CH
Box
A0
CH
Box
A1
CH
Box
A1
CH
Box
A...
INSTALLATIE
24
Naar computer
USB-HUB
ID = 0
Naar computer
USB-connectie
of USB-HUB
Naar gelijk
welk toestel in
systeem 1
(Tot 16
buitenunits)
H-Link
ID = 1
ID = 2
Naar gelijk
welk toestel in
systeem 2
(Tot 16
buitenunits)
Naar gelijk
welk toestel in
systeem 3
(Tot 16
buitenunits)
Tot 8
HARC40Interfaces
DIPSWITCH-INSTELLINGEN
De interface is uitgerust met dipswitches DSW1 en DSW2.
Wijzigingen aan de fabrieksinstellingen hoeven enkel te
gebeuren bij DSW1, wanneer er meer dan n interface is
genstalleerd. Wanneer meerdere HARC40-interfaces zijn
genstalleerd, dient u zichzelf er van te verzekeren dat de
dipswitch-ID-instellingen gemaakt werden, vooraleer de
interface met de USB-verbinding van de computer tot stand
werd gebracht. De dipswitch-instelling voor het interfaceidentificatienummer (ID) is standaard ingesteld op 0. Als
er slechts n interface wordt gebruikt, dan moet de
instelling niet gewijzigd worden.
ON
OFF
ON
OFF
1
ON
OFF
1
ID0
ON
OFF
ID4
ON
OFF
1
ID1
ON
OFF
1
ID5
ID2
ON
OFF
1
ID3
ON
OFF
1
ID6
ID7
SET-UP EN WERKING
4
25
4. SET-UP EN WERKING
4.1.
SNELLE GIDS
Installeer de CS-NET .
Open CS-NET door te klikken op CS-NET.EXE
Om de taal te kiezen.
Klik op Configuratie
Klik op Taal
Selecteer de gewenste taal
Klik op OK
CONFIGURATIE
Het volgende is een stap-per-stap gids om CS-NET snel
in te stellen. Voor meer gedetailleerde informatie
betreffende de individuele instellingen en functies,
verwijzen we naar de volgende paginas in dit
hoofdstuk..
1
Klik op Bestand
2 Gebruikersinformatie
Klik op Configuratie
Klik op Gebruiker
Breng de gebruikerinformatie in (optioneel)
Klik op OK
3 Onderhoudsbedrijf
Klik op Configuratie
Klik op Onderhoudsbedrijf
Vul de onderhoudsbedrijfsinformatie in
Vul alle serile poortnummers in voor alle externe
interfaces en/of I/O-IRQ instellingen voor alle ISAborden en/of ID-instellingen voor alle USBinterfaces.
Activeer de gewenste opties uit de volgende lijst:
- Automatische start
- Zend fax
- Automatisch afdrukken
- Zend filterfout
Klik op OK
4 Automatische configuratie
Klik op Configuratie
Klik op Auto Configuratie
Programma vraagt Bewaar wijzigingen? Klik op JA
Een kader met Bewaar als verschijnt. Vul een
gepaste bestandsnaam in en Bewaar.
Als de Auto configuratie gedaan is en alle toestellen
op het scherm worden weergegeven, bewaart u de
informatie.
Klik op Bestand
Klik op Bewaar.
Het basissysteem wordt nu bewaard.
Klik op Communicatie
Klik op Start
Het HITACHI-logo in de linker bovenhoek van het scherm
begint rond te draaien en de communicatie tussen CS-NET
en het systeem wordt gestart.
4
26
4.2.
SET-UP EN WERKING
SET-UP
Basisconfiguratie
SET-UP EN WERKING
4.2.3. Gebruiker
De gebruikersinformatie kan hier ingevuld worden en wordt
beschouwd als passieve informatie. Het wordt aangeraden
deze informatie in te vullen indien een modem werd
genstalleerd, zodat het onderhoudsbedrijf kan zien of hij
verbonden is met de juiste gebruiker. Deze informatie zal
ook op de alarmmeldingen (ook per fax) staan.
4.2.4. Onderhoudsbedrijf
De gegevens van het onderhoudsbedrijf moeten
vervolledigd worden en de instellingen van de serile
poortcommunicatie moeten waar en voor zover nodig
ingevoerd worden.
De velden dienen als volgt ingevuld worden:
4
27
4
28
SET-UP EN WERKING
MODEMPOORT
Wanneer er een modem is aangesloten, moet de COM-poort
van de modem ingegeven worden. Er dient een modem van
klasse 2 gebruikt te worden.
GBS-POORT
Als er een GBS-interface is aangesloten, moet de COM-poort
ingegeven worden waarop de interface is aangesloten. Deze
poort moet een uniek en gereserveerd IRQ en I/O-adres
hebben.
AUTO START
ZEND FAX
AUTO AFDRUKKEN
CS-POORT 0-5
SET-UP EN WERKING
UTOPIA SYSTEMEN
Open het Type installatie-uitvouwmenu en selecteer
Utopia. Open het uitvouwmenu van de corresponderende
serile poort en selecteer het nummer van de COM-poort
waarop de interface is aangesloten.
FS - FS2 - FX SYSTEMEN
Open het Type installatie-uitvouwmenu en selecteer FS /
FX. Open het uitvouwmenu van de corresponderende
serile poort en selecteer het nummer van de COM-poort
waarop de interface is verbonden.
4
29
4
30
SET-UP EN WERKING
4.2.5. Module
Elke binnenunit kan manueel ingevoerd worden door het
openen van de Configuratiemodule en daar de adrescode
van het binnentoestel en het respectievelijke buitentoestel in
te geven (niet beschikbaar voor Utopia).
Kruis het vakje Module aan en klik op Opslaan. Als een
nieuw binnentoestel wordt toegevoegd aan een bestaand
systeem, dient u in de Configuratiemodule de nieuwe
adrescode in te voeren en op Opslaan te klikken.
SET-UP EN WERKING
PASWOORD INSTELLEN
Voor elk wachtwoordniveau kan een wachtwoord voor
activering na een gespecificeerde periode van non-activiteit
worden geprogrammeerd.
Voer een nieuw wachtwoord in en bevestig dit in Re-enter
Password. Voer het aantal seconden in en klik op OK.
Het Password Timeout is het aantal seconden nonactiviteit, waarna het wachtwoord nodig is om andere
wijzigingen in het programma te kunnen maken.
PASWOORD VERANDEREN
Voor elk wachtwoordniveau kan het wachtwoord worden
gewijzigd. Klik op Set Password voor het gewenste niveau
en voer het bestaande wachtwoord in. Voer een nieuw
wachtwoord in en bevestig dit in Re-enter Password).
Indien alleen de tijd gewijzigd dient te worden voer de drie
bestaande wachtwoorden ALLEMAAL in en verander het
aantal seconden.
Indien het wachtwoord alleen in het veld van het oude
wachtwoord is ingevoerd en de andere velden blanco zijn
gelaten, wordt ervan uitgegaan dat dit wachtwoordniveau
niet nodig is. Indien het bedieningswachtwoord blanco wordt
gelaten wordt de wachtwoordtoegang opgeheven. Klik op
OK om deze instellingen op te slaan.
PASWOORD
4
31
4
32
SET-UP EN WERKING
Een kader met Bewaar als zal zichzelf openen. Voer een
nieuwe bestandsnaam in en klik op Bewaar.
(Voorbeeld van een Bewaar als- kader onder Windows in
het Duits).
4.3.
WERKING
Typische lay-out van het scherm na het voltooien van de automatische configuratie.
SET-UP EN WERKING
SCHERMSYMBOLEN
Symbolen
Niet actief
Instelling mode
Ventilatorsnelheid
Adrescode buitentoestel
Locatie binnentoestel
Adrescode binnentoestel
Actief
Code voor meerdere binnentoestellen die
gebruik maken van 1 afstandsbediening
configuratiemodule
openen
Configuratiemodule is open
voor het toestel waarvan het
icoon een gele rand heeft
Centrale controle
Timer (klokprogramma)
Temperatuurinstelling
4.3.1. Configuratiemodule
Klik op het icoontje van de configuratiemodule van het
eerste toestel om het scherm met de configuratiemodule te
openen. Het icoon om de module te openen krijgt een gele
rand, om aan te tonen dat de module geopend is.
+
+
+ Werkingsparameters
*
*
+
+
*
+
+
+
*
*
4
33
4
34
SET-UP EN WERKING
CS-POORT
GROEP *
EQUIVALENT ADRES:
Indien de buitenunit meer dan 16 binnenunits heeft zal deze
een secundair buitenunitadres gebruiken. Dit adres dient te
worden ingesteld in het veld EQUIVALENT ADDRESS ,
waardoor de CS-NET beide adressen als dezelfde
buitenunit beschouwt.
BINNENTOESTEL
Als 2 of meer binnentoestellen verbonden zijn met n CHBox, en Automatisch Koelen/Verwarmen zal geselecteerd
worden, moet er een gemeenschappelijk nummer ingevoerd
worden in dit veld, om er zeker van te zijn dat deze units
tegelijk hun werkingsmode aanpassen.
R407C *
SET-UP EN WERKING
4
35
AFSTANDSBEDIENINGGROEP*
MASTERTOESTEL *
TYPE BUITENTOESTEL *
TYPE BINNENTOESTEL *
AFSTANDSVOELER *
4
36
SET-UP EN WERKING
LOCATIE BINNENTOESTEL *
ZOEKPATROON
Waar een groot aantal binnentoestellen genstalleerd is,
maakt de zoekfunctie het mogelijk een specifiek toestel te
vinden door de (het begin van) de benaming van de lokatie in
dit veld in te vullen en op Zoeken te klikken.
FILTERTIJD (h) *
Het filtersignaal kan ingesteld worden op UIT-500-1000-1500-20002500 uren, afhankelijk van de reel ondervonden behoefte. Klik op
Opslaan om de instellingen te bewaren. Als de ingestelde tijd is
verlopen, zal er een indicatie op het scherm verschijnen om u eraan
te herinneren de toestand van de filter te controleren. Deze indicatie
kan automatisch via faxbericht naar het onderhoudsbedrijf verstuurd
worden als het vakje Zend filteralarm is aangekruist in het menu van
het onderhoudsbedrijf onder configuratie (zie hhofdstuk 4.2.4
Onderhoudsbedrijf).
FILTERRESET
Als de filtertijd is verstreken en de filters vervangen of
gereinigd zijn, klikt u op Filter Reset en dan op OK om de
urenteller terug op 0 te zetten.
TEMPERATUUR +
VASTE INSTELPUNTEN +
SET-UP EN WERKING
WERKINGSMODE +
VENTILATORSNELHEID +
4
37
4
38
SET-UP EN WERKING
MODULE
Als, bijvoorbeeld op een later tijdstip, een binnentoestel
toegevoegd wordt, kan dit toestel manueel toegevoegd
worden door de Configuratiemodule te openen voor gelijk
welk binnentoestel in hetzelfde koelsysteem en een nieuwe
adrescode in te voeren in het veld van het Binnentoestel.
Kruis het vakje Module aan en klik dan op Opslaan. Dit
binnentoestel zal nu toegevoegd worden aan het programma.
Voor Utopia-toestellen is het nodig een nieuw adres en CSPoort-nummer van het nieuwe Binnentoestel in te voeren,
kruis daarna het vakje Module aan en klik op Opslaan.
AAN/UIT +
CENTRALE CONTROLE +
KLOK AKTIEF +
GLOBALE INSTELLING +
SET-UP EN WERKING
4.3.2.
4
39
Klok +
Beschrijving
Wijzigen: hiermee kunt u wijzigingen toepassen op
meerdere units tegelijkertijd. U kunt kiezen uit de
volgende opties:
Enkel:
Buiten:
Groep:
Alle:
4
40
SET-UP EN WERKING
Voorbeeld
De klok activeren:
- Schakel het selectievakje Klok actief in.
- Klik op Opslaan.
Alle eenheden in een groep activeren:
- Schakel het selectievakje Globale instelling in.
- Klik op Klok actief.
- Klik op Opslaan.
De klok wordt tegelijkertijd voor alle eenheden met hetzelfde
groepsnummer geactiveerd.
Opmerkingen:
- Vanwege overdrachtsvertragingen moet er minimaal 10
minuten zitten tussen twee klokinstellingen.
SET-UP EN WERKING
4.3.3.
Start Communicatie
4
41
4
42
4.3.4.
SET-UP EN WERKING
Master methode
In dit geval neemt houdt CS-NET enkel rekening met het
Mastertoestel, om over de omschakeling te beslissen. Bij
gebruik van deze methode, is het niet toegestaan om
gebruik te maken van de optie van de
ventilatorsnelheidscontrole via het buitentoestel. (Tijdens
Thermo-OFF in verwarmingsmode stopt de binnenventilator
gedurende 6 minuten om daarna 2 minuten te werken,
indien deze functie geactiveerd is). Bij deze methode zal de
beslissing om om te schakelen, niet altijd correct zijn
(tijdens de cyclus van 6 minuten stilstand van de
ventilator(en)).
De RA-sensor (Infrarood) op de RCI/RCD-cassettes bij de
FS/FS2/FX-series mogen niet aangesloten worden, omdat
dit een conflict zal veroorzaken tussen het systeem en het
CS-NET. Deze sensor wordt niet gebruikt bij andere
systemen.
Er zijn momenten tijdens de locale controle (bij het
controleren van de afstandsbediening) dat CS-NET de
controle over de afstandsbediening overneemt. Gedurende
deze periode (max. 10 minuten) zal REMOTE verschijnen
op het scherm van de PC-2H of CENTRAL bij de PC-2H2.
Gedurende deze periode kan de gebruiker de instellingen
niet veranderen. Dit is een normaal verschijnsel en is geen
fout .
Indien n binnentoestel in CS-NET in de mode
Automatisch Koelen/Verwarmen ingesteld wordt, zal dit
voor alle andere binnentoestellen gebeuren die verbonden
zijn met hetzelfde FS/FS2/FS3/ FSG-buitentoestel (of met
dezelfde CH-Box). Dit wil zeggen dat wanneer n
binnentoestel eerder was ingesteld op 17C verwarming en
het FS/FS2-/FS3/FSG-buitentoestel of de CH-Box, schakelt
over naar de mode koelen gestuurd door CS-NET, dan zal
deze binnenunit beginnen koelen tot hij de temperatuur van
17C bereikt heeft! Om deze situatie te voorkomen, moet
men voorzichtig zijn bij het programmeren van de Klok.
Voor alle binnentoestellen die verbonden zijn met hetzelfde
FS/FS2/ FS3/FSG-buitentoestel of CH-Box, moet de starttijd
van het toestel dat s morgens het eerste nodig is, (zie
Klok) de referentietijd en conditie zijn voor alle
binnentoestellen in hetzelfde systeem. s Avonds zal het
laatste binnentoestel dat moet omschakelen op zijn beurt
datgene zijn dat de referentietijd en conditie van alle
binnentoestellen binnen dat systeem oplegt.
Wanneer een gebruiker een andere Mode dan de op dat
ogenblik geldende locale mode selecteert via de
afstandsbediening (type PC-2H, PC-2H2), zal deze later
terugkeren naar de mode die CS-NET berekend heeft. Het
gebruik van de Mode selectie op de afstandsbediening
tijdens Automatisch Koelen/ Verwarmen is daarom niet
aangeraden. Enkel de insteltemperatuur dient indien nodig
aangepast te worden, d.m.v. de (hoger) of (lager)
drukknoppen. De nodige (en mogelijke) mode per
buitentoestel zal dan geselecteerd en ingesteld worden (ook
op het LCDscherm van de PC-2H of PC-2H2) door CSNET.
In de FX/FXG/FX3-systemen is het Automatisch Koelen/
Verwarmen mogelijk per CH-Box, verbonden met n of
meerdere binnentoestellen, met n of meerdere
afstandsbedieningen. De CH-Box zal verder beschouwd
worden als een buitentoestel van een 2-pijpssysteem.
Voor verdere informatie, verwijzen we naar de uitleg over
het bestand 1742.STS in hoofdstuk 8.
SET-UP EN WERKING
4.4.
GRAFISCHE VOORSTELLING
Klik op Ander scherm om te veranderen van grafisch naar tabel formaat en omgekeerd
4
43
4
44
SET-UP EN WERKING
HP
Binnentoestel
1
27
28
29
30
Hoge druk
2) 3)
Oververhitting
Capaciteit buitenunit
Zuigdruk
1)
23
Totale compressorstroom
2)
1) 2) 3) 4)
2) 3) 5)
12
Hz
%
%
%
Omgevingstemperatuur
Opmerking:
1) Niet voor FS/FS2/FX series
2) Niet voor G8 serie
3) Niet voor HRG serie
4) Niet voor FSG/FS3 series tot10 HP
5) Niet voor FSG/FS3 series tot 20 HP
30
24
25
A
2)
11
2) 3)
2)
19
22
28
26
Frequentie invertercompressor
HP
18
21
MPa
Persgastemperatuur
1) 2) 3)
MPa
1) 2) 3)
Buitentoestel
1
Actuele ventilatorsnelheid
Buitentoestel
Uren
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
Toestel
13
15
14
16
10
27
29
SET-UP EN WERKING
4.5.
4
45
CH-Box
Deze is enkel beschikbaar voor FX / FXG-systemen.
Module
Globale instelling
Aan/Uit
Centrale controle
Klok actief
Afstandsbedieningsgroep
Temperatuur
De bovenstaande functies en instellingen zijn hetzelfde als
deze, beschreven in de Configuratie module voor Set Freesystemen.
Werkingsmode
Alle toestellen kunnen individueel ingesteld worden op
mode Verwarmen (enkel bij warmtepomp), Koelen,
Ventilatie of Ontvochtiging.
Swing Louvre
Ventiltorsnelheid
Filtertijd
Deze functies kunnen niet geselecteerd worden in CSNET
in combinatie met Utopia.
Type buitentoestel
Type binnentoestel
De toestellen kunnen geselecteerd worden via het
uitvouwmenu die met het geselecteerd koelmiddel werken.
R22 is standaard en R407C is de optionele instelling.
Klok
De klokfunctie wordt beschreven in de configuratie voor Set
Free-systemen.
CS-Poort
De COM-Poort waarmee de interface verbonden is wordt
hier getoond.
Groep
De toestellen kunnen geprogrammeerd worden in groepen
d.m.v. een gemeenschappelijk groepsnummer, zoals
beschreven in de configuratie voor Set Free-systemen.
Buitentoestel
De informatie van het buitentoestel is niet beschikbaar,
aangezien deze geen adres heeft.
Binnentoestel
De adressen van de binnentoestellen worden automatisch
geregistreerd tijdens de automatische configuratie.
Opties
HISTORISCHE DATA en het ENERGIEVERBUIK zijn niet
beschikbaar bij UTOPIA-systemen.
Fout
Wanneer er zich een fout voordoet, zal er na 3 minuten een
foutrapport gegenereerd worden, maar deze zal enkel aantonen dat er zich een fout heeft voorgedaan. Er zal geen
foutcode weergegeven worden, zodat het nodig is de
foutcode na te kijken op de afstandsbediening.
Systeemstatus
Een grafische voorstelling van het systeem in werking is niet
beschikbaar bij UTOPIA-systemen.
4
46
4.6.
SET-UP EN WERKING
A0
Groep 1
A2
A3
A4
A5
Groep 3
Groep 2
A6
Afstandsbedieninggroep 2
A7
A8
A9
Groep 3
Afstandsbedieninggroep 1
A0 - A1 - A2 zullen automatisch veranderen, wanneer de
parameters van n van de andere binnentoestellen in deze
groep veranderen, aangezien meerdere binnentoestellen
verbonden met n afstandsbediening met dezelfde
instellingen werken.
Groep 1
De condities voor A3-A4-A5 kunnen individueel ingesteld
worden, of deze kunnen gelijktijdig ingesteld worden d.m.v.
de Globale instelling.
Afstandsbedieninggroep 2
A8 A9 zullen automatisch veranderen, wanneer de
parameters bij n van de binnentoestellen in deze groep
veranderen.
Groep 3
Door n toestel van afstandsbedieninggroep 1 en 2 een
gemeenschappelijk groepsnummer te geven, kunnen beide
afstandsbedieninggroepen gelijktijdig ingesteld worden door
gebruik te maken van de Globale instelling.
Groep 2
De condities voor A6-A7 kunnen individueel ingesteld
worden, of deze kunnen gelijktijdig ingesteld worden d.m.v.
de Globale instelling.
Afstandsbedieninggroep1
Groep 1
SET-UP EN WERKING
4.7.
PC2H2/ PC P1H(E)
0 = Beschikbaar
PC2H2/ PC P1H(E)
NB = Niet beschikbaar
ITEM
INSTELLINGEN
Aan/Uit
Werkingsmode
Gewenste temperatuur
Ventilatorsnelheid
Swing Louver
Klok aktief
Filtercontrole
SIGNALEN
Aan-Indicatie
Alarmindicatie
Alarmcode
Filtersignaal
Adres en Nr. koelcyclus
OPTIONELE FUNCTIES AFSTANDSBEDIENING
Controlefunctie
Afstandsvoeler
Geheugen back-up
4C-verschuiving
Ventilatiefunctie Thermo-Off in verwarming
Gedwongen 3 minuten minimumwerking van de compressor
Instelling Filtercontrole
Blokkeren van werkingsmode
Blokkeren van de gewenste temperatuur
Blokkeren van werkingsmode toestel in exclusief enkel koelen
Automatisch koelen/verwarmen
Blokkeren ventilatorsnelheid
Temperatuurvoeler in afstandsbediening
Automatische instelling voor Uit-Timer
Aan/Uit-afstandsfunctie
Automatische Aan/Uit 1
Automatische Aan/Uit 2
Temperatuurregeling d.m.v. externe thermostaat
Regeling werking d.m.v. afstandsvoeler
Omschakelen koelen / verwarmen d.m.v. extern signaal
Uitgang: Aan/Uit binnentoestel
Uitgang: Algemeen alarm
Uitgang: Binnentoestel in verwarmingsmode
Uitgang: Thermo-On in verwarmingsmode
Uitgang: Binnentoestel in koelmode
Uitgang: Thermo-On in koelmode
OPTIONELE FUNCTIES VAN HET BUITENTOESTEL
Installatie starten
Noodstop uitvoeren
Werkingsmode kiezen en/of blokkeren
Sneeuwsensor
Instellen ontdooicondities
Ventilatorfunctie in Thermo-Off in verwarmingsmode
Annulatie van de buitentemperatuurlimiet in verwarming
Annulatie van de buitentemperatuurlimiet in koeling
Nachtstand
Digitale uitgangen
Digitale uitgang: algemeen alarm
Digitale uitgang: buitentoestel in werking
Digitale uitgang: compressor in werking
Digitale uitgang: buitentoestel in ontdooiing
Gelijktijdige werking met n afstandsbediening
Werking met twee afstandsbedieningen
Zonder
CS-NET
Met
CS-NET
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
NB (Opmerking 2)
0
0
0
0
(Opmerking 3)
0
0
0
NB (Opmerking 2)
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
(Opmerking 8)
(Opmerking 8)
(Opmerking 8)
(Opmerking 8)
(Opmerking 8)
(Opmerking 8)
(Opmerking 4)
NB
NB
0 (Opmerking 6)
NB
NB
0 (Opmerking 2)
(Opmerking 7)
(Opmerking 7)
NB
0
(Opmerking 7)
NB
NB
NB
0
0
0
0
NB
(Opmerking 8 & 9)
(Opmerking 8 & 9)
(Opmerking 8 & 9)
(Opmerking 8 & 9)
(Opmerking 8 & 9)
(Opmerking 8 & 9)
0
0
(Opmerking 10)
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
(Opmerking 10)
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
(Opmerking 11)
0
4
47
4
48
SET-UP EN WERKING
AFSTANDSBEDIENING (RCS)
PC5H
PC5H
0 = Beschikbaar NB = Niet beschikbaar
ITEM
INSTELLINGEN
Aan/Uit
Werkingsmode
Gewenste temperatuur
Ventilatorsnelheid
Swing Louver
Klok aktief
Filtercontrole
SIGNALEN
Aan-Indicatie
Alarmindicatie
Alarmcode
Filtersignaal
Adres en Nr. Koelcyclus
OPTIONELE FUNCTIES AFSTANDSBEDIENING
Controlefunctie
Afstandsvoeler
Geheugen back-up
4C-verschuiving
Ventilatiefunctie Thermo-Off in verwarming
Gedwongen 3 minuten minimumwerking van de compressor
Instelling Filtercontrole
Blokkeren van werkingsmode
Blokkeren van de gewenste temperatuur
Blokkeren van werkingsmode toestel in exclusief enkel koelen
Automatisch koelen/verwarmen
Blokkeren ventilatorsnelheid
Temperatuurvoeler in afstandsbediening
Automatische instelling voor Uit-Timer
Aan/Uit-functie
Automatische Aan/Uit 1
Automatische Aan/Uit 2
Temperatuurregeling d.m.v. externe thermostaat
Regeling werking d.m.v. afstandsvoeler
Omschakelen koelen / verwarmen d.m.v. extern signaal
Uitgang: Aan/Uit binnentoestel
Uitgang: Algemeen alarm
Uitgang: Binnentoestel in verwarmingsmode
Uitgang: Thermo-On in verwarmingsmode
Uitgang: Binnentoestel in koelmode
Uitgang: Thermo-On in koelmode
OPTIONELE FUNCTIES BUITENTOESTEL
Installatie starten
Noodstop uitvoeren
Werkingsmode kiezen en/of blokkeren
Sneeuwsensor
Instellen ontdooicondities
Ventilatorfunctie in Thermo-Off in verwarmingsmode
Annulatie van de buitentemperatuurlimiet in verwarming
Annulatie van de buitentemperatuurlimiet in koeling
Nachtstand
Digitale uitgangen
Digitale uitgang: algemeen alarm
Digitale uitgang: buitentoestel in werking
Digitale uitgang: compressor in werking
Digitale uitgang: buitentoestel in ontdooiing
Gelijktijdige werking met n afstandsbediening
Werking met twee afstandsbedieningen
Zonder
CS-NET
Met
CS-NET
0
NB
0
0
NB (Opmerking 13)
NB
NB
0
0
0
0
NB (Opmerking 13)
0
0 (Opmerking 2)
0
0
0
NB
(Opmerking 3)
0
0
0
NB (Opmerking 2)
0
(Opmerking 4)
NB
0
NB
NB
NB
NB
NB
NB
NB
NB
NB
NB
NB
0
0
0
0
0
0
(Opmerking 8 & 9)
(Opmerking 8 & 9)
(Opmerking 8 & 9)
(Opmerking 8 & 9)
(Opmerking 8 & 9)
(Opmerking 8 & 9)
(Opmerking 4)
NB
NB
NB
NB
NB
0 (Opmerking 2)
(Opmerking 7)
(Opmerking 7)
NB
0
(Opmerking 7)
NB
NB
NB
0
0
0
0
NB
(Opmerking 8 & 9)
(Opmerking 8 & 9)
(Opmerking 8 & 9)
(Opmerking 8 & 9)
(Opmerking 8 & 9)
(Opmerking 8 & 9)
0
0
(Opmerking 10)
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
NB
0
0
(Opmerking 10)
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
(Opmerking 11)
0
SET-UP EN WERKING
PCLH3
0 = Beschikbaar
NB = Niet beschikbaar
Ontvanger = Beschikbaar op ontvanger, niet op
afstandsbediening
ITEM
INSTELLINGEN
Aan/Uit
Werkingsmode
Gewenste temperatuur
Ventilatorsnelheid
Swing Louver
Klok aktief
Filtercontrole
SIGNALEN
Aan-Indicatie
Alarmindicatie
Alarmcode
Filtersignaal
Adres en Nr. koelcyclus
OPTIONELE FUNCTIES AFSTANDSBEDIENING
Controlefunctie
Afstandsvoeler
Geheugen back-up
4C-verschuiving
Ventilatiefunctie Thermo-Off in verwarming
Gedwongen 3 minuten minimum werking van de compressor
Instelling Filtercontrole
Blokkeren van werkingsmode
Blokkeren van de gewenste temperatuur
Blokkeren van werkingsmode toestel in exclusief enkel koelen
Automatisch koelen/verwarmen
Blokkeren ventilatorsnelheid
Temperatuurvoeler in afstandsbediening
Automatische instelling voor Uit-Timer
Aan/Uit-Functie
Automatische Aan/Uit 1
Automatische Aan/Uit 2
Temperatuurregeling d.m.v. externe thermostaat
Regeling werking d.m.v. afstandsvoeler
Omschakelen koelen / verwarmen d.m.v. extern signaal
Uitgang: Aan/Uit binnentoestel
Uitgang: Algemeen alarm
Uitgang: Binnentoestel in verwarmingsmode
Uitgang: Thermo-On in verwarmingsmode
Uitgang: Binnentoestel in koelmode
Uitgang: Thermo-On in koelmode
OPTIONELES FUNCTIE BUITENTOESTEL
Installatie starten
Noodstop uitvoeren
Werkingsmode kiezen en/of blokkeren
Sneeuwsensor
Instellen ontdooicondities
Ventilatorfunctie in Thermo-Off in verwarmingsmode
Annulatie van de buitentemperatuurlimiet in verwarming
Annulatie van de buitentemperatuurlimiet in koeling
Nachtstand
Digitale uitgangen
Digitale uitgang: algemeen alarm
Digitale uitgang: buitentoestel in werking
Digitale uitgang: compressor in werking
Digitale uitgang: buitentoestel in ontdooiing
Gelijktijdige werking met n afstandsbediening
Werking met twee afstandsbedieningen
AFSTANDSBEDIENING (RCS)
PCLH3
Zonder
CS-NET
Met
CS-NET
0
0
0
0
0
0
Ontvanger
0
0
0
0
0
0
NB (Opmerking 2)
0
Ontvanger
Ontvanger
Ontvanger
Ontvanger (Nota 3)
0
0
0
NB (Nota 2)
0
(opmerking 4)
NB
0
Ontvanger
Ontvanger
NB
Ontvanger
NB
NB
NB
0
NB
NB
NB
0
0
0
0
0
0
(Opmerking 8 & 9)
(Opmerking 8 & 9)
(Opmerking 8 & 9)
(Opmerking 8 & 9)
(Opmerking 8 & 9)
(Opmerking 8 & 9)
(Opmerking 4)
NB
NB
0 (Opmerking 6)
NB
NB
0 (Opmerking 2)
(Opmerking 7)
(Opmerking 7)
NB
0
(Opmerking 7)
NB
NB
NB
0
0
0
0
NB
(Opmerking 8 & 9)
(Opmerking 8 & 9)
(Opmerking 8 & 9)
(Opmerking 8 & 9)
(Opmerking 8 & 9)
(Opmerking 8 & 9)
0
0
(Opmerking 10)
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
(Opmerking 12)
0
0
(Opmerking 10)
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
(Opmerking 11)
0
4
49
4
50
SET-UP EN WERKING
SET-UP EN WERKING
4
51
OPMERKING 5.
De informatie is ook beschikbaar op het scherm van de
systeemstatus in CS-Net.
OPMERKING 6.
De opheffing van de 4C-verschuiving kan enkel uitgevoerd
worden met PC-2H2, ontvanger PC-RLH4 of PC-RLH7. Met
PC-5H is dit niet mogelijk. Wanneer Automatisch
Koelenen/Verwarmen gebruikt wordt via CS-NET is het
nodig een PC-2H2, de ontvanger PC-RLH4 of de ontvanger
PC-RLH7 te gebruiken of een afstandsvoeler te installeren
(niet beschikbaar bij RPK, serie).
OPMERKING 7.
De instellingen kunnen worden vastgelegd met CS-NET en
de centrale regelfuncties of met behulp van de optie voor
Vaste Instellingen. Deze optie kan worden uitgevoerd met
vergrendelknoppen of met matrixparameters.
OPMERKING 8.
Afhankelijk van het type binnentoestel kunnen maximum 3
van de 6 beschikbare uitgangsignalen geselecteerd worden.
OPMERKING 9.
De PC-2H2 is de enige afstandsbediening waarmee men de
uitgangen kan herprogrammeren. Dit kan niet via CS-NET.
OPMERKING 10.
Wanneer het binnentoestel een werkingsmode kiest die
verschilt met de op het buitentoestel ingestelde
werkingsmode, zal het binnentoestel in Thermo-OFF gaan.
OPMERKING 11.
Meerdere binnentoestellen die geregeld worden met n
afstandsbediening moeten gegroepeerd worden door
gebruik te maken van het veld Afstandsbedieninggroep in
de configuratiemodule. (Zie artikel 4.3.1.).
OPMERKING 12.
Het is niet mogelijk om 2 afstandsbedieningen te gebruiken
met bij de RPK serie.
OPMERKING 13.
Het Swing Louvre kan bij gebruik van PC-5H definitief
vastgezet worden door JP3 op de PCB van PC-5H door te
knippen. Zoniet zal het Swing Louvre steeds automatisch
bewegend werken.
6
52
Betekenis
Grijs
Unit uitgeschakeld
Groen
Unit ingeschakeld
Rood
Alarm
GRAFISCHE WEERGAVE
Hier ziet u een grafische weergave van de installatie. De
layout is onderverdeeld in verschillende gebieden die
alle worden vertegenwoordigd door een bijbehorende
tekening. Deze tekeningen worden meegeleverd. Elke
willekeurige afbeelding met de JPG- of GIF-indeling kan
worden gebruikt.
BOOMSTRUCTUUR
Elk gebied wordt weergegeven in de boomstructuur
waardoor u gemakkelijk kunt navigeren tussen
verschillende gebieden. Kies Opties > Structuur
weergeven om dit deelvenster in of uit te schakelen.
Gebied selecteren
In de hoofdweergave van CS-NET wordt een keuzelijst
weergegeven die alle gebieden van de installatie bevat.
U kunt filteren op units door een gebied te selecteren in
deze keuzelijst. (Alleen de units in dat gebied worden
dan weergegeven.) Als u alle units in de installatie wilt
weergeven, selecteert u het bovenste gebied dat
aanvankelijk de naam Installation heeft.
6.2. BEDIENING
5.3. VOORBEELDINSTALLATIE
5
53
5
54
Koppelingsgebied
Wanneer u een nieuw gebied maakt kunt u een
koppeling maken naar een bestaand gebied maken door
Sectiekoppeling in te schakelen en een bestaand gebied
te selecteren in de lijst.
Wanneer vervolgens op het selectievak voor deze
koppeling wordt geklikt, wordt het geselecteerde
bestaande gebied weergegeven.
Unit maken
U kunt een bestaande binnenunit (module) koppelen
aan een gebied.
Klik met de rechtermuisknop op het gewenste gebied
(Basement) in de boomstructuur. Er wordt een
snelmenu weergegeven.
Klik op Binnenunit selecteren en selecteer de gewenste
binnenunit in de lijst. Klik op OK om de unit te koppelen
aan het gebied. Het selectievak voor de nieuwe eenheid
wordt gemaakt in de linkerbovenhoek en de unit wordt
ook toegevoegd aan de boomstructuur.
U kunt de locatie, het formaat en de navigatie van het
selectievak voor een unit op dezelfde manier aanpassen
als bij een selectievak voor een gebied.
Gebied/eenheid verwijderen
Als u een bestaand gebied of een bestaande unit wilt
wissen, klik u met de rechtermuisknop op het
selectievak van het gebied of de unit en selecteer u
Locatie verwijderen.
Het gebied of de unit wordt verwijderd uit het
bovenliggende gebied.
Unit selecteren
U kunt het dialoogvenster Configuratie module voor een
unit openen door op het selectievak van de unit te
klikken of door op de naam van de unit te klikken in de
boomstructuur.
WEBSERVER
6
55
6. WEBSERVER
6.1.
INTERNETVERBINDING
WAARSCHUWING:
Omdat derden mogelijk kwaadwillende bedoelingen
hebben, kan internet diverse risico's met zich
meebrengen voor computers en netwerken. U wordt
daarom aangeraden beveiligingssystemen te
installeren op de CS-NET-computer wanneer deze
wordt verbonden met internet. U wordt ook
aangeraden een afzonderlijke pc te gebruiken die niet
is aangesloten op uw lokale netwerk.
6.2.
CONFIGURATIE
6.3.
BEDIENING
Taal
De taal wordt aanvankelijk ingesteld op de lokale CS-NET-taal,
maar deze kan extern worden gewijzigd. Deze wijzigingen
hebben geen gevolgen voor de lokale CS-NET-configuratie en
worden verwijderd wanneer de sessie is verlopen. In dat geval
moet u de taal opnieuw instellen.
Wachtwoord
Het wachtwoordvenster wordt geopend wanneer u voor het
eerst verbinding maakt en wanneer de wachtwoordoptie is
geselecteerd in het menu Configuratie. Dit venster wordt ook
weergegeven als het wachtwoord is uitgeschakeld. Als het
wachtwoord is uitgeschakeld, laat u het tekstveld leeg en drukt
u op OK.
Het nieuwe internetwachtwoord wordt toegevoegd. Er wordt in
de toekomst om dit wachtwoord gevraagd in combinatie met
het CS-NET-wachtwoord. Dit wachtwoord kan lokaal worden
gewijzigd via Internet-wachtwoord instellen in het menu
Beperkte functionaliteit
Vanwege de veiligheid zijn niet alle opties beschikbaar bij een
externe verbinding. In de menu's worden alleen de beschikbare
opties weergegeven.
Vernieuwen
Om de benodigde bandbreedte voor de verbinding te
minimaliseren, wordt het unitvenster automatisch elke minuut
vernieuwd of wanneer het modulevenster opnieuw wordt
geopend.
Klok
Wijzigingen die worden aangebracht in de kalender worden niet
automatisch opgeslagen en u moet de knop Opslaan gebruiken
om deze op te slaan. Dit gedrag wijkt enigszins af van de lokale
modus.
6
56
6.4.
WEBSERVER
VOORBEELD
Webserver inschakelen
Schakel de webserver in en selecteer de gewenste
poort, bijvoorbeeld 2323. Controleer of de gewenste
poort vrij is op de CS-NET-computer voordat u deze
selecteert.
Accepteer de voorwaarden van de gebruiksvoorwaarden
en klik op OK.
Wachtwoord invoeren
Er wordt een nieuwe sessie met CS-NET tot stand
gebracht en het wachtwoordvenster wordt geopend.
In sommige gevallen wordt dit venster niet automatisch
geopend vanwege beveiligingsinstellingen van de
webbrowser. In dat geval moet u de webbrowser zo
configureren dat alle pop-upvensters van de CS-NETwebpagina moeten worden geaccepteerd.
Voer het CS-NET-wachtwoord en internetwachtwoord in
die u hebt ingesteld in CS-NET. Klik op OK.
OPTIES
7
57
7. OPTIES
7.1.
ENERGIEVERBUIK
Wanneer er meerdere gegevens zijn per dag, is de laatste
geldig.
De gegevens worden naar de volgende bestanden
geschreven:
1.
2.
3.
4.
Bestandsformaat
Alle gegevens worden zonder eenheden en numeriek in een ASCII-bestand weggeschreven. Om problemen te
vermijden met karaktertekens (zoals kommas) worden de verbruikswaarden vermenigvuldigd met 1000000.
Het bestandsformaat ziet er als volgt uit:
(Deze kolommen hebben geen titel. Zij worden om die reden onder aan de tabel afgebeeld)
Voorbeeld:
2000
2000
2000
2000
2000
2000
2000
2000
2000
2000
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
6
6
6
6
6
6
6
6
7
7
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
1
1
1
0
0
Maand
Dag
CSPoort
Adres
OU
0
1
2
3
0
1
2
3
0
1
Manager
Meeting Room
Sales Office
Storage Room
Computer Room
Administration
Administration
Visitors Room
Manager
Meeting Room
*1
157612
248683
334386
259317
23727
635220
135077
205974
185606
254864
*2
111524
175966
236608
183490
6938
185744
39497
60228
130285
178900
Titel:
Jaar
Adres IU Lokatie
Voorbeeld:
*1:
OU 0 SYSTEEM = 15.7612% + 24.8683% + 33.4386% + 25.9317% = 100%
OU 1 SYSTEEM = 2.3727% + 63.5220% + 13.5077% + 20.5974% = 100%
*2:
IU / eigen
OU
IU / alle OU
7
58
7.2.
OPTIES
HISTORISCHE DATA
Werking
Wanneer de opslag geactiveerd wordt, zal er n bestand
aangemaakt worden voor elke buitenunitl. Als de omvang
van alle historische bestanden bij elkaar opgeteld de grootte
van de gespecificeerde maximale bestandsgrootte bereikt of
de vrije schijfruimte kleiner is dan 10MB of als n enkel
historisch bestand 1.4MB groot is geworden, zullen de
oudste gegevens overschreven worden.
De bestanden zullen de volgende namen krijgen:
h01_PPNN.txt.
PP is de CS-Poort en NN is het adres van het buitentoestel.
h01 geeft het type van dit bestand (CS-Net V4.1 heeft type
01, V5.0 en V6.0 hebben nu type 02).
Toekomstige bestandstypes zullen een ander type in de
bestandsnaam verwerkt kunnen krijgen.
Utopia-toestellen hebben enkel instellingen als data
beschikbaar. Velden gemarkeerd met (Utopia niet) bevatten
geen data beschikbaar bij Utopia toestellen.
OPTIES
7
59
<IU: uitlezing absolute waarde temperatuur aanzuig- en uitblaaslucht C (niet geldig bij Utopia)>
<IU: uitlezing gasleidingtemperatuur C (niet geldig bij Utopia)>
<IU: uitlezing vloeistofleidingtemperatuur C (niet geldig bij Utopia)>
<IU: uitlezing temperatuur afstandsvoeler C (niet geldig bij Utopia)> *1
<IU: uitlezing gewenste (op de afstandsbediening ingestelde) temperatuur C (niet geldig bij Utopia)>
<IU: uitlezing opening expansieventiel % 1000 (niet geldig bij Utopia)>
Uitlezingen buitentoestel:
<OU: gevraagde pulsen van het expansieventiel binnentoestel (enkel bij FS3/FSG/FXG)>
<OU: werkingsmode (enkel bij FS3/FSG/FXG): VERWARMEN=0, KOELEN=1, ONTDOOIING=2, STOP=3>
<OU: omgevingstemperatuur C (niet geldig bij Utopia)>
<OU: persgastemperatuur C (niet geldig bij FS/FS2/FX of Utopia)>
<OU: verdampingstemperatuur C (niet geldig bij Utopia)>
<OU: aantal draaiende compressoren (niet geldig bij Utopia)>
<OU: persdruk (niet geldig bij Utopia)>
<OU: zuigdruk (niet geldig bij Utopia)>
<OU: waarde inverterstroom (Uitlezing 1000), bij FX-toestellen wordt de waarde herrekend (niet geldig bij Utopia)>
<OU: frequentie compressor Hz (niet geldig bij Utopia)>
<OU: uitlezing opening expansie ventiel 1 % 1000 (niet geldig bij Utopia)>
<OU: uitlezing opening expansie ventiel 2 % 1000 (niet geldig bij Utopia)>
<OU: uitlezing opening expansie ventiel 3 % 1000 (enkel FXG)>
Alle gegevens worden zonder eenheden en numeriek weergegeven in een ASCII-bestand.
NOTA: *1: wanneer geen afstandsvoeler aanwezig is, wordt de de waarde 62 (ongeldig) weergegeven.
Typische uitlezing van de Historische gegevens (voorbeeld in Microsoft Excel, Engelstalige versie)
7.3.
MODEMTOEGANG
FOUT
60
8. FOUT
8.1.
FOUTINDENTIFICATIE
FOUTSTATUSBOX
De foutstatusbox bevat informatie van het geselecteerde
toestel met de foutcode, indien er zich een fout heeft
voorgedaan, samen met een beschrijving van de fout en de
benaming van de locatie van het binnentoestel.
Een tabel met de foutcodes is terug te vinden op het einde
van dit hoofdstuk.
Om deze foutstatusbox te openen, klikt men op Fout en
dan op Module. Het kan ook geopend worden door op het
fouticoon (met dan rood uitroepteken) te klikken, zoals
wordt aangetoond met de pijl op de figuur hierboven.
SYSTEEMFOUTEN
COM-Poort
Binnentoestel
Buitentoestel
FOUT
8.2.
8
61
00
01
Thermo-OFF
(Opmerking 1)
02
Alarm
(Opmerking 2)
03
Vorstbeveiling, oververhittingsbeveiliging
05
06
07
09
Gestopt wegens vraag om omschakeling van het 4weg ventiel (Enkel FXG)
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
(Opmerking 5)
21
FOUT
62
8.3.
FOUTRAPPORTEN
FOUTRAPPORT
Status binnentoestel:
-----------------------------Gegevens niet beschikbaar.
Status buitentoestel:
----------------------------Gegevens niet beschikbaar.
: 0200
: Communicatiefout
Instellingen:
---------------Module actief
Module centraal
Temperatuur
Werkingsmode
Locatie binnenunit
Type buitentoestel
Serienummer buitentoestel
Type binnentoestel
Serienummer buitentoestel
: uit
: centraal
: 25
: ventilatie
: test module
: RAS-5FS
:
: RPI-0.8FS
Status binnentoestel:
---------------------------Gegevens zijn niet beschikbaar.
Status buitentoestel:
--------------------------Gegevens zijn niet beschikbaar
FOUTLOGBOEK
Het FOUTLOGBOEK kan worden gevonden onder de CSNET-directory door in Windows Verkenner het bestand
ERRXX (XX is het jaar) te openen. Het bestand kan
geopend worden met een programma dat ASCII-codes kan
bewerken zoals Kladblok.
Het FOUTLOGBOEK heeft het volgende formaat:
(Voorbeeld van Engelstalige Windows Kladblok)
FOUT
8.4.
8
63
ALARMCODES
Code
Nr.
Categorie
01
Binnentoestel
Veiligheid ingeschakeld
02
Buitentoestel
Veiligheid ingeschakeld
03
Communicatie Fout in communicatie tussen binnen- en Communicatiebekabeling onderbroken of foutief, printplaten defect,
buitentoestel
voedingsspanning onderbroken.
Inverter
Foutieve werking van inverter
Transmissiefout tussen inverter en hoofdprint
04
05
06
07
Omschrijving
08
Veiligheid ingeschakeld
11
Sensor in
binnentoestel
Temperatuurvoeler aanzuiglucht
14
19
20
21
Sensor in
buitentoestel
Temperatuurvoeler uitblaaslucht
Temperatuurvoeler batterij
(vorstbeveiliging)
Temperatuurvoeler gasleiding
Veiligheid ingeschakeld
22
Temperatuurvoeler buitenlucht
23
Temperatuurvoeler persgassen
24
Temperatuurvoeler verdamper
29
Lage drukbeveiliging
31
Systeem
Persgastemperatuur te hoog
Buitentoestel
13
09
12
Oorzaak
Communicatiefout tussen
binnentoestellen onderling
Foutieve adressering binnentoestellen
38
Veiligheidskring in buitentoestel
onderbroken
39
32
35
41
Druk
43
44
Te hoge zuigdruk
45
Te hoge persdruk
46
Te lage persdruk
Koelmiddelhoeveelheid te klein
47
Te lage zuigdruk
42
51
Inverter
Stroommeting invertercompressor
foutief
52
Stroombeveiliging invertercompressor
53
59
AC-Chopper
100
200
Snelheidsregeling condensorventilator
foutief
256
300
Algemeen
512
EE
Inverter
dd
Compressorbescherming
GBS
64
9. GBS
Deze informatie is van toepassing op UTOPIA en SET FREE airconditioningsystemen
9.1.
SYSTEEM
Het airconditioning- (A/C) systeem is verbonden met de computer Het GBS is verbonden met CS-NET via een vrije serile
poort en maakt gebruik van het RS-232C-protocol.
zoals beschreven staat in het hoofdstuk Installatie.
CS - NET
(PC)
GBSHARDWARE
GND
Rx
Tx
POORT 0
POORT ...
POORT 0
OU 1
POORT 0
OU 2
POORT 0
OU0 IU0
POORT 0
OU1 IU0
POORT 0
OU1 IU1
POORT 0
OU0 IU1
POORT 0
OU0 IU2
POORT 0
OU2 IU0
POORT n
POORT n
OU 0
POORT 0
OU 0
POORT n
OU 1
POORT n
OU 2
POORT n
OU0 IU0
POORT n
OU1 IU0
POORT n
OU1 IU1
POORT n
OU0 IU1
POORT n
OU0 IU2
POORT n
OU2 IU0
COMPUTERVERBINDING:
DB9
2
3
5
A/C-SYSTEEM CONFIGURATIE:
De respectievelijke A/C-Systemen zijn verbonden met CS-NET
zoals wordt beschreven in het hoofdstuk Installatie. De
verbindingen dienen te worden geconfigureerd als CS-NETPoorten, en zijn genummerd van 0 tot 5.
PIN
DB25
3
2
7
NAAM
Omschrijving
RX
TX
GND
Ground (Aarde)
GBS
COMMUNICATIEPROTOCOL
Het gebruikte protocol is RS-232C. Het frame van de data is
8N1. De communicatiesnelheid is 19200 Baud. De
communicatie is van het type Half Duplex: zenden en
ontvangen van informatie kan niet tegelijk gebeuren.
Signaal
Leemte
65
-10
Start
0 1
2 3 4
COMMUNICATIEPROCEDURE
De GBS-Hardware kan informatie lezen en schrijven door
commandos naar CS-NET te zenden.
5 6 7
Stop
+10
Commando
SB
1
Rx
SB
Byte 1
StB
-10
Byte n
....
StB
+10
StB
StB = Start Byte
StB = Stop Byte
Tx
Antwoord
SB
1
0
Byte 1
StB
StB
....
SB
Byte n
StB
-10
+10
GBS
66
9.2.
TELEGRAMSTRUCTUUR
Commando:
Datalengte:
Data 1:
Controlesom:
Byte 2
Datalengte
Byte 3
Data 1
Byte ...
...
Byte N
Controlesom
9.2.1. Leescommandos
Leescommando: 00h Test of module bestaat
ANTWOORD
MISLUKT
ANTWOORD
GELUKT
VRAAG
00h
Commando Id
BYTE 2:
03h
BYTE 3:
POORT
BYTE 4:
OU
BYTE 5:
IU
BYTE 6:
Controlesom
BYTE 1:
00h
Commando Id
BYTE 2:
02h
BYTE 3:
00h Resultaat Ok
BYTE 4:
Data 2: testresultaten
BYTE 5:
Commando Id
BYTE 1:
00h
Commando Id
BYTE 2:
01h
BYTE 3:
Data 1: commandoresultaten
BYTE 4:
Controlesom
GBS
9
67
ANTWOORD
MISLUKT
ANTWOORD
GELUKT
VRAAG
Leest de door CS-Net gevraagde status van het toestel. De gevraagde status kan AAN (werking) of UIT (geen werking) zijn
BYTE 1:
03h
Commando Id
BYTE 2:
03h
BYTE 3:
POORT
Data 1: CS-Poortnummer
BYTE 4:
OU
BYTE 5:
IU
BYTE 6:
Controlesom
BYTE 1:
03h
Commando Id
BYTE 2:
02h
BYTE 3:
00h Resultaat OK
BYTE 4:
BYTE 5:
Controlesom
BYTE 1:
03h
Commando Id
BYTE 2:
01h
BYTE 3:
Data 1: commandoresultaten
BYTE 4:
Controlesom
ANTWOORD
MISLUKT
ANTWOORD
GELUKT
VRAAG
05h
Commando Id
BYTE 2:
03h
BYTE 3:
POORT
Data 1: CS-Poortnummer
BYTE 4:
OU
BYTE 5:
IU
BYTE 6:
Controlesom
BYTE 1:
05h
Commando Id
BYTE 2:
02h
BYTE 3:
00h Resultaat OK
BYTE 4:
BYTE 5:
Controlesom
BYTE 1:
05h
Commando Id
BYTE 2:
01h
BYTE 3:
Data 1: commandoresultaten
BYTE 4:
Controlesom
9
68
GBS
ANTROORD
MISLUKT
ANTWOORD
GELUKT
VRAAG
Detecteert de instelling van de in CS-Net gewenste werkingsmode van het binnentoestel. De beschikbare modes zijn: koelen,
verwarmen, ontvochtigen, ventileren of automatisch.
BYTE 1:
07h
Commando Id
BYTE 2:
03h
BYTE 3:
POORT
Data 1: CS-Poortnummer
BYTE 4:
OU
BYTE 5:
IU
BYTE 6:
Controlesom
BYTE 1:
07h
Commando Id
BYTE 2:
02h
BYTE 3:
00h Resultaat OK
BYTE 4:
Controlesom
BYTE 1:
07h
Commando Id
BYTE 2:
01h
BYTE 3:
Data 1: Commandoresultaten
BYTE 4:
Controlesom
ANTWOORD
MISLUKT
ANTWOORD
GELUKT
VRAGEN
Detecteert de in CS-Net gewenste instelling van de ventilatorsnelheid van het binnentoestel. De actuele ventilatorsnelheid
hangt af van factoren verschillend aan de actuele instelling.
BYTE 1:
09h
Commando Id
BYTE 2:
03h
BYTE 3:
POORT
Data 1: CS-Poortnummer
BYTE 4:
OU
BYTE 5:
IU
BYTE 6:
Controlesom
BYTE 1:
09h
Command Id
BYTE 2:
02h
BYTE 3:
00h Resultaat OK
BYTE 4:
BYTE 5:
Controlesom
BYTE 1:
09h
Commando Id
BYTE 2:
01h
BYTE 3:
Data 1: commandoresultaten
BYTE 4:
Controlesom
GBS
ANTWOORD
MISLUKT
ANTWOORD
GELUKT
VRAAG
0Ah
Commando Id
BYTE 2:
03h
BYTE 3:
PORT
Data 1: CS-Poortnummer
BYTE 4:
OU
BYTE 5:
IU
BYTE 6:
Controlesom
BYTE 1:
0Ah
Commando Id
BYTE 2:
02h
BYTE 3:
00h Result OK
BYTE 4:
BYTE 5:
BYTE 6:
Controlesom
BYTE 1:
0Ah
Commando Id
BYTE 2:
01h
BYTE 3:
Data 1: commandoresultaat
BYTE 4:
Controlesom
ANTWOORD
MISLUKT
ANTWOORD
GELUKT
VRAGEN
0Bh
Commando Id
BYTE 2:
03h
BYTE 3:
POORT
Data 1: CS-Poortnummer
BYTE 4:
OU
BYTE 5:
IU
BYTE 6:
Controlesom
BYTE 1:
0Bh
Commando Id
BYTE 2:
02h
BYTE 3:
00h Resultaat Ok
BYTE 4:
Data 2: aanzuigluchttemperatuur
BYTE 5:
Controlesom
BYTE 1:
0Bh
Commando Id
BYTE 2:
01h
BYTE 3:
Data 1: commandoresultaat
BYTE 4:
Controlesom
9
69
9
70
GBS
ANTWOORD
MISLUKT
ANTWOORD
GELUKT
VRAAG
Detecteert of het buitentoestel al dan niet aan het ontdooien is. Ontdooien gebeurt enkel tijdens verwarmingsmode en alleen
indien alle condities zich voordoen, waarbij het ontdooien van het toestel nodig wordt geacht.
BYTE 1:
0Ch
Commando Id
BYTE 2:
02h
BYTE 3:
PORT
Data 1: CS-Poortnummer
BYTE 4:
OU
BYTE 5:
Controlesom
BYTE 1:
0Ch
Commando Id
BYTE 2:
02h
BYTE 3:
00h Resultaat OK
BYTE 4:
Data 2: ontdooistatus
BYTE 5:
Controlesom
BYTE 1:
0Ch
Commando Id
BYTE 2:
01h
BYTE 3:
Data 1: commandoresultaten
BYTE 4:
Controlesom
ANTWOORD
MISLUKT
ANTWOORD
GELUKT
VRAAG
Detecteert de status van het toestel zoals gevraagd op de afstandsbediening. Het toestel kan aan- of uitgeschakeld worden.
BYTE 1:
0Dh
Commando Id
BYTE 2:
02h
BYTE 3:
POORT
Data 1: CS-Poortnummer
BYTE 4:
OU
BYTE 5:
Controlesom
BYTE 1:
0Dh
Commando Id
BYTE 2:
02h
BYTE 3:
00h Resultaat OK
BYTE 4:
BYTE 5:
Controlesom
BYTE 1:
0Dh
Commando Id
BYTE 2:
01h
BYTE 3:
Data 1: commandoresultaten
BYTE 4:
Controlesom
GBS
9
71
ANTWOORD
MISLUKT
ANTWOORD
GELUKT
VRAAG
Leest de lokaal/centraal instelling in CS-Net. De beschikbare modes zijn: lokaal voor eindgebruikers via afstandsbediening(en)
of centraal via CS-Net en/of GBS-controle.
BYTE 1:
0Fh
Commando Id
BYTE 2:
02h
BYTE 3:
PORT
Data 1: CS-Poortnummer
BYTE 4:
OU
BYTE 5:
Controlesom
BYTE 1:
0Fh
Commando Id
BYTE 2:
02h
BYTE 3:
00h Resultaat OK
BYTE 4:
Data 2: lokaal/centraal-status
BYTE 5:
Controlesom
BYTE 1:
0Fh
Commando Id
BYTE 2:
01h
BYTE 3:
Data 1: commandoresultaten
BYTE 4:
Controlesom
ANTWOORD
MISLUKT
ANTWOORD
GELUKT
VRAAG
10h
Commando Id
BYTE 2:
03h
BYTE 3:
POORT
Data 1: CS-Poortnummer
BYTE 4:
OU
BYTE 5:
IU
BYTE 6:
Controlesom
BYTE 1:
10h
Commando Id
BYTE 2:
02h
BYTE 3:
00h Resultaat OK
BYTE 4:
BYTE 5:
Controlesom
BYTE 1:
10h
Commando Id
BYTE 2:
01h
BYTE 3:
Data 1: Commandoresultaat
BYTE 4:
Controlesom
9
72
GBS
ANTWOORD
MISLUKT
ANTWOORD
GELUKT
VRAAG
Detecteert de werkingsmode van het binnentoestel, ingesteld door de afstandsbediening. De beschikbare modes zijn: koelen,
verwarmen, drogen, ventileren of automatisch.
BYTE 1:
11h
Commando Id
BYTE 2:
03h
BYTE 3:
POORT
Data 1: CS-Poortnummer
BYTE 4:
OU
BYTE 5:
IU
BYTE 6:
Controlesom
BYTE 1:
11h
Commando Id
BYTE 2:
02h
BYTE 3:
00h Resultaat OK
BYTE 4:
BYTE 5:
Controlesom
BYTE 1:
11h
Commando Id
BYTE 2:
01h
BYTE 3:
Data 1: commandoresultaat
BYTE 4:
Controlesom
ANTWOORD
MISLUKT
ANTWOORD
GELUKT
VRAAG
Leest de ventilatorsnelheid van het binnentoestel zoals gewenst en ingesteld op de afstandsbediening. De actuele
ventilatorsnelheid hangt af van factoren verschillend aan de actuele instellingen.
BYTE 1:
12h
Commando Id
BYTE 2:
03h
BYTE 3:
POORT
Data 1: CS-Poortnummer
BYTE 4:
OU
BYTE 5:
IU
BYTE 6:
Controlesom
BYTE 1:
12h
Command Id
BYTE 2:
02h
BYTE 3:
00h Resultaat OK
BYTE 4:
BYTE 5:
Controlesom
BYTE 1:
12h
Commando Id
BYTE 2:
01h
BYTE 3:
Data 1: commandoresultaat
BYTE 4:
Controlesom
GBS
9.2.2. Schrijfcommandos
Schrijfcommando 01h Stel alle modules in op AAN of UIT in CS-Net
ANTWOORD
VRAAG
01h
Commando Id
BYTE 2:
01h
BYTE 3:
BYTE 4:
Controlesom
BYTE 1:
01h
Commando Id
BYTE 2:
01h
BYTE 3:
00h = OK,
01h = Slecht formaat,
02h = Bewerking mislukt
Data 1: Commandoresultaat
BYTE 4:
Controlesom
VRAAG
02h
Commando Id
BYTE 2:
04h
BYTE 3:
PORT
Data 1: CS-Poortnummer
BYTE 4:
OU
BYTE 5:
IU
BYTE 6:
BYTE 7:
Controlesom
ANTWOORD
+ BYTE 5 + BYTE 6
BYTE 1:
02h
Commando Id
BYTE 2:
01h
BYTE 3:
00h = OK,
01h = Slecht formaat,
02h = Bewerking mislukt
Data 1: Commandoresultaat
BYTE 4:
Controlesom
ANTWOORD
VRAAG
04h
Commando Id
BYTE 2:
04h
BYTE 3:
PORT
Data 1: CS-Poortnummer
BYTE 4:
OU
BYTE 5:
IU
BYTE 6:
BYTE 7:
Controlesom
BYTE 1:
04h
Commando Id
BYTE 2:
01h
BYTE 3:
00h = OK,
01h = Slecht formaat,
02h = Bewerking mislukt
Data 1: Commandoresultaat
BYTE 4:
Controlesom
9
73
9
74
GBS
ANTWOORD
VRAAG
BYTE 1:
06h
Commando Id
BYTE 2:
04h
BYTE 3:
POORT
Data 1: CS-Poortnummer
BYTE 4:
OU
BYTE 5:
IU
BYTE 6:
00h = Koelen, 01h = Ontvochtigen, 02h = Verwarmen, 03h Data 4: in CS-Net gewenste werkingsmode
= Ventilateren, 04h = Automatisch
BYTE 7:
Controlesom
BYTE 1:
04h
Commando Id
BYTE 2:
01h
BYTE 3:
00h = OK,
01h = Slecht formaat,
02h = Bewerking mislukt
Data 1: Commandoresultaat
BYTE 4:
Controlesom
ANTWOROD
VRAAG
08h
Commando Id
BYTE 2:
04h
BYTE 3:
POORT
Data 1: CS-Poortnummer
BYTE 4:
OU
BYTE 5:
IU
BYTE 6:
BYTE 7:
Controlesom
BYTE 1:
08h
Commando Id
BYTE 2:
01h
BYTE 3:
00h = OK,
1h = Slecht formaat,
02h = Bewerking mislukt
Data 1: Commandoresultaat
BYTE 4:
Controlesom
ANTWOORD
VRAAG
0Eh
Commando Id
BYTE 2:
04h
BYTE 3:
POORT
Data 1: CS-Poortnummer
BYTE 4:
OU
BYTE 5:
IU
BYTE 6:
BYTE 7:
Controlesom
BYTE 1:
0Eh
Command Id
BYTE 2:
01h
BYTE 3:
00h = OK,
01h = Slecht formaat,
02h = Bewerking mislukt
Data 1: Commandoresultaat
BYTE 4:
Controlesom
GBS
9.3.
9
75
COMMUNICATIE TIJDSKADER
600ms
GBS-HARDWARE
< 600ms
COMMANDO
COMMANDO
CS-NET
COMMANDO
ANTWOORD
BYTE2 = 03h
BYTE3 = 03h
BYTE4 = 06h
BYTE5 = 07h
BYTE6 = 18h
-10V
0 1 0 1 0 0 0 0 0 1 0 1 1 0 0 0 0 0 0 1 0 1 1 0 0 0 0 0 0 1 0 0 1 1 0 0 0 0 0 1 0 1 1 1 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 1 1 0 0 0 1
+10V
BYTE2 = 02h
BYTE3 = 00h
BYTE4 = 17h
BYTE5 = 1Eh
-10V
0 1 0 1 0 0 0 0 0 1 0 0 1 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 1 1 1 0 1 0 0 0 1 0 0 1 1 1 1 0 0 0 1
+10V
9
76
GBS
9.4.
9.5.
10
MATRIX PARAMETERS
77
OMSCHRIJVING
HYSTC
Standaardinstelling
TOEPASSING
ACH (de modus voor automatisch koelen/verwarmen) is
alleen voor SET-FREE, Utopia G8 en Utopia DCINVERTER (HRG) units beschikbaar De volgende
gegevens bevatten de standaardwaarden.
HYSTH
Standaardinstelling
In stappen van 0,1C.
HYSTH
1
2
DIFF
Formule:
DIFF
MAXOAT
Standaardinstelling
In stappen van 1C.
: +20C
Bereik: 0C...40C.
: -1,3C
Bereik 1C... 2C.
CAMBIO
Standaardinstelling
: 20min
In stappen van 10min.
Bereik 20min... 60min.
CAMBIO Verstreken tijd tussen de laatste werking en
de eerstvolgende verandering in de ACHmodus.
USERMIN
Standaardinstelling
: 20C
In stappen van 1C.
Bereik 0C... 40C
USERMIN Minimale temperatuurinstelling voor ACHmodus
USERMAX Standaardinstelling
: 25C
In stappen 1C.
Bereik 0C... 40C
USERMAX Maximale temperatuursinstelling voor ACHmodus
DIFF
Standaardinsteling
:0
In stappen van 1
Bereik: 0, 1, 2
DIFF
De temperatuursinstelling in CS-Net en op de
afstandsbediening (RCS) wordt gewijzigd
volgens de volgende formule, als de
werkingsmode wordt omgeschakeld onder
Centrale controle.
Formule:
RCS New Set Temp = RCS Set Temp + DIFF
wijziging, met als gevolg:
0
: +10C
Bereik: 0C...40C.
DIFF
MINOAT
Standaardinstelling
In stappen van 1C.
: +2,0C
0
1
2
Omschakeling
Verwarmen naar koelen
Koelen naar verwarmen
Verwarmen naar koelen
Koelen naar verwarmen
Verwarmen naar koelen
Koelen naar verwarmen
Wijziging C
0
0
+1
-1
+2
-2
De temperatuursinstelling in CS-Net en op de
afstandsbediening (RCS) wordt gewijzigd
volgens de volgende formule, als de
werkingsmode wordt omgeschakeld onder
Centrale controle.
New Set Temp = Set Temp + DIFF wijziging,
met als gevolg:
Omschakeling
Verwarmen naar koelen
Koelen naar verwarmen
Verwarmen naar koelen
Koelen naar verwarmen
Verwarmen naar koelen
Koelen naar verwarmen
Wijziging C
0
0
+1
0
+1
-1
10
78
MATRIX PARAMETERS
MINIMALE TEMPERATUURINSTELLING
MAXIMALE TEMPERATUURINSTELLING
TEMPERATUUR
VENTILATIESNELHEID
WERKINGSMODUS
SLEUTELTOETS ZICHTBAAR
en
Wanneer deze is ingeschakeld verschijnen de
knoppen in de moduleconfiguratie. Deze knoppen hebben
dezelfde betekenis als in de volgende onderdelen. Indien ze
niet zichtbaar zijn kunnen de instellingen alleen via de
Matrix Parameters worden gewijzigd.
MATRIX PARAMETERS
10.2.
79
FS#
CS-Net zal rekening houden met alle binnentoestellen die in
werking zijn en die aangesloten zijn op dezelfde buitenunit,
zelfs wanneer de AKV-mode niet gevraagd wordt door
bepaalde binnentoestellen. CS-Net zal daarom de
berekening maken als volgt:
Diff. temp. (1)
Diff. temp. (2)
.
Diff. temp. (n)
Diff. temp.
Waarbij:
10
FX#
Als er meer dan n binnentoestel is verbonden met het
dezelfde CH-Box, dan zal deze CH-Box beschouwd worden
als een FS# buitentoestel door CS-Net.
CS-Net zal de berekening maken enkel voor
binnentoestellen in AKV-mode. CS-Net zal wanneer slechts
n binnentoestel verbonden is aan dezelfde CH-Box de
berekening als volgt maken:
Diff temp.
insteltemp.
11
80
VRAGEN EN ANTWOORDEN
ANTWOORD
Er zijn bepaalde functies die de afstandsbediening nodig hebben om hen te activeren. Dit is
van toepassing bij UTOPIA en SET-FREE
1. In de mode automatisch koelen/verwarmen en in verwarmingsmode, moet de 4C
verschuiving geannuleerd worden, of er zal een conflict ontstaan met CS-NET,
wanneer men Auto K/V of verwarmingsmode gebruikt. De verschuiving kan
geannuleerd worden vanop PC-2H, PC-2H2, PC-RLH4 of PC-RLH7 (zie de Service
Manuals). Wanneer enkel in koeling zal gewerkt worden (te blokkeren op de
buitenunit) dient de verschuiving niet verwijderd te worden. Indien er afstandsvoelers
op alle binnentoestellen zijn aangesloten (niet mogelijk bij RPK serie) is de
verschuiving hierdoor reeds geannuleerd. Zie eveneens hoofdstuk 4.3.3. en 4.6.
2. De Aan/Uit-afstandschakelingen via CN3 en CN4 van de binnenunit kunnen enkel
werken als PC-2H of PC-2H2 wordt gebruikt, gezien deze signalen afkomstig zijn
van de afstandsbediening. Indien anderzijds, deze functies niet nodig zijn, kan het
systeem werken met enkel CS-NET.
Zie ook de tabellen op het eind van hoofdstuk 4 voor meer details.
De RPK-wandtoestellen
(serie FSGM) zijn
voorzien van een
infraroodontvanger. Hoe
wordt deze werking
benvloed als CS-NET is
genstalleerd?
Het CS-NET zal deze RPK-toestellen niet herkennen in hun standaardvorm. Het is daarom
noodzakelijk de connector CN25 van de infraroodontvanger op de PCB van de binnenunit af
te koppelen en in de plaats daarvan op connector CN 13 een PC-2H, PC-2H2 of PC-RLH4
aan te sluiten.
Wanneer het
klokprogramma wordt
gebruikt, is het dan
mogelijk de toestellen te
starten op een bepaald
ingegeven tijdstip (s
morgens) onder
Centrale controle en
daarna verder te werken
met vrijgave van de
gewenste temperatuur
door Locale controle
voor de rest van de dag
te kiezen?
Deze boodschap geeft aan dat een wijziging van instelling steeds moet gedaan worden
onder Centrale controle, alvorens op een later tijdstip kan omgeschakeld worden naar
Locale controle, zoals hierboven beschreven.
Klik op OK en de instellingen worden bewaard.
Hoeveel klokinstellingen
kunnen er per dag
gemaakt worden voor
elk binnentoestel?
Ja, 10 minuten.
VRAGEN EN ANTWOORDEN
11
81
VRAAG
ANTWOORD
Heel wat airconditioners zijn hoog in de ruimte die ze behandelen geplaatst: ofwel in het
plafond of juist onder het plafond. In verwarmingsmode blijft de warme lucht tegen het
plafond hangen, waardoor de temperatuur van de teruggenomen lucht hoger ligt dan deze
op gebruikersniveau, en dus de verwarming niet optimaal gebeurt. Om dit effect tegen te
gaan, wordt door de regeling van de binnenunit 4C aan de ingestelde gewenste
temperatuur toegevoegd. Een veel betere oplossing is een afstandsvoeler toevoegen op
gebruikersniveau.
Ja. De ontvanger wordt dan verbonden met CN13 op de PCB van de binnenunit, wat de
normale aansluiting is voor de afstandsbediening. Opgelet: informatie gestuurd door CSNET zal niet op deze afstandsbediening verschijnen, evenmin als foutcodes of het
filteralarm. Foutcodes zullen enkel beschikbaar zijn op CS-NET of op de 7segmentendisplay in het buitentoestel.
Neen. Er zal wel een aparte interface nodig zijn voor UTOPIA, voor FS/FS2/FX en
FS3/FSG/FXG, maar alle drie de systemen zullen werken met slechts n CS-NETsoftware. Als de serile poorten en het ISA-Bord correct ingesteld werden bij de installatie,
zullen alle toestellen op hetzelfde scherm verschijnen.
Als de computer
uitgeschakeld is, zal het
systeem dan ook
uitgeschakeld zijn?
Kan CS-NET
geprogrammeerd
worden voor zomer en
winter?
Ja. Wanneer de automatische configuratie vervolledigd is, kan deze bewaard worden onder
twee aparte bestandsnamen, Bijvb. zomer en winter. Elk bestand kan dan afzonderlijk
ingesteld en opnieuw bewaard worden. Aan het begin van elk seizoen, kan het op dat
ogenblik gebruikte bestand gesloten worden en kan het andere bestand geopend en
opgestart worden. Het systeem zal dan omschakelen om te werken volgens de in het
bestand ingestelde condities. Het is eveneens mogelijk n configuratie zo in te stellen dat
slechts n bestand het gehele jaar door volautomatisch de koeling en verwarming correct
aanstuurd.
Indien er een
computerfout optreedt
en het systeem werkt
onder Centrale controle,
hoe kunnen de
parameters dan
gewijzigd worden?
12
82
PROBLEEMOPLOSSING
12. PROBLEEMOPLOSSING
PROBLEMEN
Op regelmatige
tijdstippen verschijnt
er een
communicatiefout,
ook al werkt het
systeem normaal.
a. Groene LED op
de externe
interface brandt
niet.
b. Gele LED op de
externe interface
brandt niet, of
brandt continue.
Geen toestellen
gedetecteerd tijdens
de automatische
configuratie.
Automatische
configuratie detecteert
niet alle genstalleerde
toestellen.
MOGELIJKE OORZAAK
OPLOSSING
CS-Poort-configuratie is verkeerd.
Communicatiepoort en interface zijn niet
correct ingesteld.
c. Controleer de H-Link-kabelaansluitingen
van alle toestellen die niet gedetecteerd
werden door CS-Net.
PROBLEEMOPLOSSING
12
83