Gespreksactiviteiten

Gesprekken zijn onmisbaar en het fundament om samen op verhaal te

komen en om als groep amen te spelen, te werken en te leren. Ze vormen
het cement tussen de verschillende activiteiten. Jonge kinderen vinden het
fijn om met elkaar en met hun juf of meester te praten. In het begin gaat
dit vooral over concrete handelingen als iets maken of eten en drinken.
Hoe meer kinderen in gesprek gaan met elkaar en met de leerkracht hoe
meer dit de cognitieve taalfuncties bevordert; ze gaan verbanden leggen,
redeneren, voorspellen, enzovoorts. Ook nemen de sociale
gespreksvaardigheden toe en leren de kinderen steeds beter in te gaan op
de inbreng van anderen. Langzaam maar zeker gaan de kinderen ook
meer abstracte taal gebruiken en begrijpen.
Er zijn een aantal bedoelingen met een gesprek:
Woordenschat uitbreiden en taalvaardigheden stimuleren;
Interactie en onderlinge contacten versterken: elkaar begrijpen,
interesse in elkaar hebben, sociale vaardigheden vergroten;
Eigen ervaringen verwoorden en gemeenschappelijke ervaringen
opbouwen;
Samen hardop denken, problemen analyseren en
oplossingsmogelijkheden verkennen.

Lees-schrijfactiviteiten
Schrijven en lezen zijn vanaf het begin in het spel aanwezig. Jonge
kinderen spelen zich de werkelijkheid in, denk maar eens aan het
voorlezen van een verhaal aan een pop. Geletterdheid en mondelinge taal
zijn met elkaar verbonden. Vanuit een ervaring als bijvoorbeeld
boodschappen doen, komt een kind op een verhaal. Dit verhaal of gesprek
hierover kan weer uitrollen tot een tekening of als schrift. Door eigen
schriftelijke terug te lezen en van commentaar te voorzien, leren kinderen
over taal na te denken. Aanvankelijk is er voor jonge kinderen nog weinig
onderscheid tussen een tekening en een schrijfsel: ze vertellen elk een
verhaal of een boodschap.
Activiteiten die veel mogelijkheden bieden om de lees-schrijfontwikkeling
te bevorderen zijn de volgende:
Spelactiviteiten met lezen en schrijven;
Werken met boeken;
Samen lezen en zelf lezen;
Teksten schrijven.
Het gaat er vooral om dat de kinderen een positieve houding ontwikkelen
voor lezen en schrijven. Laat zien en merken dat taal leuk is, zodra
kinderen dat doorhebben dan krijgen ze meer plezier in het leren lezen en
schrijven.